Voorbeeldvragen Natuurmanagement specialisatie Beleidsadviseur

Transcriptie

1 Voorbeeldvragen Natuurmanagement specialisatie Beleidsadviseur Deel natuurwetgeving (open boek) 1. pmaak regelgeving, welke bewering klopt? Vlaamse Regering dient een ontwerp van decreet in samen met een verslag aan de Vlaamse Regering. Na definitieve goedkeuring door de Vlaamse regering verschijnt de tekst in het B.S. en wordt ze van kracht. Vlaamse Regering dient een ontwerp van decreet in samen met een verslag aan de Vlaamse Regering. Na definitieve goedkeuring door het Vlaams Parlement verschijnt de tekst in het B.S. en wordt ze van kracht. Vlaamse Regering dient een ontwerp van decreet in samen met een Memorie van Toelichting. Na definitieve goedkeuring door de Vlaamse regering verschijnt de tekst in het B.S. en wordt ze van kracht. Vlaamse Regering dient een ontwerp van decreet in samen met een Memorie van Toelichting. Na definitieve goedkeuring door het Vlaams Parlement verschijnt de tekst in het B.S. en wordt ze van kracht.

2 2. De droom van iedere Vlaming: een villa in het bos. Kan dit? Bespreek

3 3. Een private eigenaar wil een bomenrij (stamomtrek > 1m) kappen in de bestemming woongebied. Welke vergunningen zijn nodig? Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Een omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie (natuurvergunning). Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en een omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie (aka natuurvergunning). Als advies aan ANB werd gevraagd dan geldt dit advies als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie. Een kapmachtiging.

4 4. De Antwerpse familie Vandenbossche wil de keuken van hun villa in woongebied op de bestemmingsplannen verder uitbouwen. Vader Paul moet hiervoor een aantal bomen in de tuin rooien. Een oude eik van 1,5 m stamomtrek (op 1 m boven het maaiveld) staat op 13 m van de oorspronkelijke keukenmuur, een es van 80 cm stamomtrek (op 1 m boven het maaiveld) bevindt zich op 20 m van die muur. Welke vergunning / machtiging heeft Paul nodig. Paul heeft geen vergunning nodig en mag de twee bomen kappen. Paul heeft omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen nodig voor de 2 bomen. Paul heeft een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen nodig voor de eik. Paul heeft een kapmachtiging nodig voor het kappen van de 2 bomen.

5 5. Een landbouwer wil een holle weg opvullen om zijn areaal uit te breiden. Welke bewering klopt? Voor het volstorten van de holle weg is een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen nodig. Voor het volstorten van de holle weg is een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen en een omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie (natuurvergunning) nodig. Als advies aan ANB werd gevraagd dan geldt dit advies als omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie. Voor het volstorten van de holle weg is de toelating van ANB via een goedgekeurd beheerplan nodig. Het volstorten van de holle weg is verboden.

6 6. Voor het verbouwen van een bestaande woning wil een familie te Waasmunster in de bestemming woongebied op de bestemmingsplannen een stuk van de beboste tuin rooien. De te ontbossen oppervlakte bedraagt 144 m². Het terrein is hoofdzakelijk bezet met naaldhout. Bespreek of en welke vergunningen de familie moet aanvragen. Bespreek waar ze de (eventuele) vergunningen moet aanvragen? Bespreek aan welke verplichtingen ze moet voldoen.

7 7. Mag de luchthaven van ostende beschermde vogelsoorten in de omgeving van de landingsbaan afschieten? Bespreek

8 8. Bij de jachtwetgeving worden terreinen als aaneengesloten als die met elkaar verbonden zijn doormiddel van doorgangen van minimaal 50 meter doorsnee en niet zijn doorkruist door Welke van de volgende 4 zaken telt niet als doorkruising? Autosnelweg Landingsbaan >50m breed Bevaarbare waterloop Spoorweg >50m breed

9 Deel communicatieve vaardigheden 1. In welke zone van impact zit de klant in deze situatie: Een schepen van openbare werken van een gemeente bericht aan de beleidsadviseur over een stedenbouwkundige vergunning dat haar advies mee is opgenomen in het besluit aan de aanvrager maar er andere prioriteiten gelden in dit dossier en dat het advies van ANB niet wordt gevolgd.

10 2. Wat vind je goed en minder goed aan de reactie van de beleidsadviseur op de volgende situatie om escalatie te voorkomen en waarom? Baseer je antwoord op de tips uit de syllabus. Tijdens een vergadering met verschillende partijen over de maatregelen tegen de overlast van everzwijnen antwoordt de beleidsadviseur het volgende op het verwijt van een landbouwer dat die van de groen enkel opkomen voor de natuur en zich niet menselijk opstellen. Ik begrijp dat dat vanuit uw standpunt zo kan overkomen maar laat ons even kijken wat we met alle betrokkenen hier aan de tafel, nu kunnen doen in ons gebied met de overlast die er wel degelijk is. We moeten voorkomen dat we te snel en buiten proportie reageren. Het afschieten van de everzwijnen is enkel een korte termijn oplossing want het maakt ruimte vrij voor een nieuwe invasie. Laten we samen zoeken naar middelen om het probleem binnen de perken te houden met respect voor jullie economische situatie en met respect voor de natuur.

11 3 In een overleg met verschillende partijen over de bescherming van een zeldzame vlindersoort zegt de milieuambtenaar hij het zal vragen maar dat hij daarvoor nooit budget zal krijgen van het schepencollege. In welke de 6 fases van overtuigen loopt deze milieuambtenaar vast?

12 Deel natuurstreefbeelden en beheer 1. De inhoud van een nieuw natuurbeheerplan zal bestaan uit: twee delen: de verkenning en het effectieve natuurbeheerplan. vier delen: deel 1 verkenning, deel 2 inventaris, deel 3 beheerdoelstellingen & - maatregelen en deel 4 planning. vijf delen: deel 1 verkenning, deel 2 inventaris, deel 3 beheerdoelstellingen, deel 4 beheermaatregelen en deel 5 opvolging. vijf delen: deel 1 verkenning, deel 2 inventaris, deel 3 beheerdoelstellingen, deel 4 beheermaatregelen en deel 5 subsidies. 2. Wat is het verschil tussen een type 3 en 4 natuurterrein?

13 3. Grote vossenstaartgraslanden situeren zich qua bodemvochtgehalte tussen twee andere types, welke? Tussen Blauwgrasland en Struisgrasland. Tussen Struisgrasland en Glanshavergrasland. Tussen Dotterbloemgrasland en Glanshavergrasland. Tussen Kamgraslanden en Glanshavergrasland. 4. Wat is een voordeel voor de biodiversiteit van het begrazen van graslanden ten opzichte van maaien? Er is veel meer structuurvariatie, interessant voor fauna. Begrazing is voor flora veel interessanter, omdat ze meer in zaad kunnen komen. Door de uitwerpselen van de grazers, groeien de planten beter. Grazers hebben een voorkeur voor grassen, en laten zeldzamere kruidachtige planten over het algemeen links liggen. 5. Geef de 3 types van natuurstreefbeelden vegetatie.

14 6. Leg uit wat factoren zijn van natuurstreefbeelden en geef een voorbeeld? 7. Essen-Eikenbossen zonder Wilde hyacint komen voor op wat zure tot neutrale bodems. Geef 2 plantensoorten van de wat zuurdere leembodem en 2 plantensoorten van de meer neutrale bodem? Wat zuurdere bodem: 1) 2) Meer neutrale bodem: 1) 2)

15 8. Een volwassen, gelijkjarig bestand van beuk midden in het Zoniënwoud met 20% bijmenging van eik ligt in Natura2000. Er is amper een jonge boomlaag, noch struiklaag te bespeuren. ok dood hout ontbreekt bijna volledig. In de kruidlaag staan Lelietje-vandalen, Dalkruid en Adelaarsvaren. Welk type natuurstreefbeeld zal je als doel stellen en welke beheermaatregelen (minstens 3) zou je hiervoor nemen?

16 9. Er moet een dunning gebeuren in een klein naaldhoutbestand op zandgrond. Het bestand ligt op een helling die constant afloopt met een hellingsgraad van 10 à 13 %. Bovenaan de helling loopt een bosweg. De exploitatie is voorzien met harvester en forwarder. In welke richting moeten de vaste ruimingpistes aangeduid worden? In de richting van het kleinste hoogteverschil, m.a.w. evenwijdig met de hoogtelijnen Schuin op de helling, om gemakkelijk met de machines op de bosweg te kunnen draaien In de richting van de grootste helling, m.a.w. recht naar beneden De planning van deze exploitatie moet herbekeken worden, want 13% helling is niet berijdbaar voor houtoogstmachines.

17 10. Wat zou een goede doeldiameter zijn voor Zomereik op een optimale groeiplaats en afkomstig uit een gewone aanplanting (plantverband van 1,5 m bij 1,5 m)? Leg uit hoe je die doeldiameter berekent. Hou hierbij rekening met de boombiologie en houteigenschappen van de boomsoort in kwestie.

18 Antwoorden Deel natuurwetgeving (open boek) 1. pmaak regelgeving, welke bewering klopt? Vlaamse Regering dient een ontwerp van decreet in samen met een Memorie van Toelichting. Na definitieve goedkeuring door de Vlaamse regering verschijnt de tekst in het B.S. en wordt ze van kracht. 2. De droom van iedere Vlaming: een villa in het bos. Kan dit? Bespreek Constructies bouwen in het bos kan niet volgens het bosdecreet. Voor de realisatie van de villa is een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen nodig en zal er ontbost moeten worden. Afhankelijk van de bestemming van het gebied zal er ontbost kunnen worden via eenvoudige omgevingsvergunning tot ontbossing met boscompensatie in de bestemmingen woon- of industriegebied of in reeds goedgekeurde, niet vervallen verkavelingen. Indien in andere bestemmingen gelegen moet eerst de ontheffing op het ontbossingsverbod worden bekomen, waarna nog een omgevingsvergunning tot ontbossing moet bekomen worden en boscompensatie moet worden gerealiseerd. 3. Een private eigenaar wil een bomenrij (stamomtrek > 1m) kappen in de bestemming woongebied. Welke vergunningen zijn nodig? Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen.

19 4. De Antwerpse familie Vandenbossche wil de keuken van hun villa in woongebied op de bestemmingsplannen verder uitbouwen. Vader Paul moet hiervoor een aantal bomen in de tuin rooien. Een oude eik van 1,5 m stamomtrek (op 1 m boven het maaiveld) staat op 13 m van de oorspronkelijke keukenmuur, een es van 80 cm stamomtrek (op 1 m boven het maaiveld) bevindt zich op 20 m van die muur. Welke vergunning / machtiging heeft Paul nodig. Paul heeft geen vergunning nodig en mag de twee bomen kappen. 5. Een landbouwer wil een holle weg opvullen om zijn areaal uit te breiden. Welke bewering klopt? Het volstorten van de holle weg is verboden.

20 6. Voor het verbouwen van een bestaande woning wil een familie te Waasmunster in de bestemming woongebied op de bestemmingsplannen een stuk van de beboste tuin rooien. De te ontbossen oppervlakte bedraagt 144 m². Het terrein is hoofdzakelijk bezet met naaldhout. Bespreek of en welke vergunningen de familie moet aanvragen. Bespreek waar ze de (eventuele) vergunningen moet aanvragen? Bespreek aan welke verplichtingen ze moet voldoen. Stuk bos rooien = ontbossing. Bestemming woongebied: een van de uitzonderingen van het ontbossingsverbod (Art. 90 bis) mits aanvraag omgevingsvergunning tot ontbossing en realisatie boscompensatie. Aanvraag omgevingsvergunning tot ontbossing: aanvragen bij de gemeente, bij de aanvraag wordt het boscompensatievoorstel gevoegd (formulier ter beschikking op website ANB) Boscompensatie: factor (naaldhout): 1. Er moet een oppervlakte van 144 m² worden gecompenseerd. Dit kan in natura of financieel, kiest men voor financieel dan betaalt de familie 144 m² * 3,5 /m² = 504. Voor de volledigheid: de gemeente vraagt advies aan ANB ihkv de omgevingsvergunning tot ontbossing, ANB heeft beslissingsbevoegdheid inzake het compensatievoorstel. Inzake het compensatievoorstel, bekijkt ANB of de compensatie juist berekend is en keurt het voorstel goed, stuurt het bij, of keurt het af. ANB brengt de aanvrager op de hoogte van haar beslissing (als ook de gemeente). De gemeente neemt het compensatievoorstel op als bindende voorwaarde in de omgevingsvergunning. De gemeente zelf neemt een besluit inzake de omgevingsvergunning tot ontbossing, het advies van ANB hoeft niet gevolgd te worden, wordt het niet gevolgd dan moet de gemeente dit goed motiveren.

21 7. Mag de luchthaven van ostende beschermde vogelsoorten in de omgeving van de landingsbaan afschieten? Bespreek Dat kan, mits afwijking ( De afwijkingen kunnen maar om bepaalde redenen worden verleend. M.b.t. de beschermde soorten kunnen er specifieke afwijkingen verleend worden van de verbodsbepalingen, die betreffende introductie in het wild uitgezonderd, om een of meer van de volgende redenen: - in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid; - in het kader van dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale en economische aard, en voor het milieu gunstige effecten; deze afwijkingsmogelijkheid geldt niet voor de vogelsoorten vermeld in bijlage 1 van het besluit; - in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer; ) 8. Bij de jachtwetgeving worden terreinen als aaneengesloten als die met elkaar verbonden zijn doormiddel van doorgangen van minimaal 50 meter doorsnee en niet zijn doorkruist door Welke van de volgende 4 zaken telt niet als doorkruising? Landingsbaan >50m breed

22 Deel communicatieve vaardigheden 1. In welke zone van impact zit de klant in deze situatie: Een schepen van openbare werken van een gemeente bericht aan de beleidsadviseur over een stedenbouwkundige vergunning dat haar advies mee is opgenomen in het besluit aan de aanvrager maar er andere prioriteiten gelden in dit dossier en dat het advies van ANB niet wordt gevolgd. In zijn zone van controle

23 2. Wat vind je goed en minder goed aan de reactie van de beleidsadviseur op de volgende situatie om escalatie te voorkomen en waarom? Baseer je antwoord op de tips uit de syllabus. Tijdens een vergadering met verschillende partijen over de maatregelen tegen de overlast van everzwijnen antwoordt de beleidsadviseur het volgende op het verwijt van een landbouwer dat die van de groen enkel opkomen voor de natuur en zich niet menselijk opstellen. Ik begrijp dat dat vanuit uw standpunt zo kan overkomen maar laat ons even kijken wat we met alle betrokkenen hier aan de tafel, nu kunnen doen in ons gebied met de overlast die er wel degelijk is. We moeten voorkomen dat we te snel en buiten proportie reageren. Het afschieten van de everzwijnen is enkel een korte termijn oplossing want het maakt ruimte vrij voor een nieuwe invasie. Laten we samen zoeken naar middelen om het probleem binnen de perken te houden met respect voor jullie economische situatie en met respect voor de natuur. Positief: Kleine zaken klein houden, de adviseur beperkt de discussie tot deze overlast en gaat niet in op een discussie tussen DE boeren en DIE van de groen. De adviseur haalt er de andere partijen opnieuw bij om een een op een discussie tussen twee partijen met de anderen als publiek. De adviseur toont begrip voor de situatie van de landbouwer. De adviseur geeft de boer het gevoel dat hij samen met de andere partijen het probleem kan aanpakken Negatief: De adviseur zondigt hier tegen geen enkel van de tips om de situatie de de-escaleren

24 3. In een overleg met verschillende partijen over de bescherming van een zeldzame vlindersoort zegt de milieuambtenaar hij het zal vragen maar dat hij daarvoor nooit budget zal krijgen van het schepencollege. In welke de 6 fases van overtuigen loopt deze milieuambtenaar vast? Antwoord: in fase 3: willen. ok al wil hij daarvoor ijveren, hij hangt af van anderen om het ook te kunnen doen.

25 Deel natuur en natuurbeheer 1. De inhoud van een nieuw natuurbeheerplan zal bestaan uit: Vijf delen: deel 1 verkenning, deel 2 inventaris, deel 3 beheerdoelstellingen, deel 4 beheermaatregelen en deel 5 opvolging. 2. Wat is het verschil tussen een type 3 en 4 natuurterrein? Bij type 4 is erfdienstbaarheid en wordt het terrein getoetst aan het kader voor Vlaamse natuurreservaten. 3. Grote vossenstaartgraslanden situeren zich qua bodemvochtgehalte tussen twee andere types, welke? Tussen Dotterbloemgrasland en Glanshavergrasland. 4. Wat is een voordeel voor de biodiversiteit van het begrazen van graslanden ten opzichte van maaien? Er is veel meer structuurvariatie, interessant voor fauna. 5. Geef de 3 types van natuurstreefbeelden vegetatie. Europees beschermde habitats, regionaal belangrijke biotopen en andere vegetaties. 6. Leg uit wat factoren zijn van natuurstreefbeelden en geef een voorbeeld? Factoren zijn invloeden of processen die een ecosysteem of natuurtreefbeeld sturen. Voorbeelden zijn atmosferische depositie, successie, beheer.

26 7. Essen-Eikenbossen zonder Wilde hyacint komen voor op wat zure tot neutrale bodems. Geef 2 plantensoorten van de wat zuurdere leembodem en 2 plantensoorten van de meer neutrale bodem? Wat zuurdere bodem: bosanemoon, gele dovenetel, gewone salomonszegel, witte klaverzuring Meer neutrale bodem: eenbes, aardbeiganzerik, slanke sleutelbloem, daslook. 8. Een volwassen, gelijkjarig bestand van beuk midden in het Zoniënwoud met 20% bijmenging van eik ligt in Natura2000. Er is amper een jonge boomlaag, noch struiklaag te bespeuren. ok dood hout ontbreekt bijna volledig. In de kruidlaag staan Lelietje-vandalen, Dalkruid en Adelaarsvaren. Welk type natuurstreefbeeld zal je als doel stellen en welke beheermaatregelen (minstens 3) zou je hiervoor nemen? Type: Eiken-Beukenbossen op zure bodems (9120) Mogelijke maatregelen - Bomen verwijderen/dunnen om licht te creëren voor verjonging - Groepen kappen om open plekken te maken - Menging nastreven door natuurlijke verjonging of aanplanten (op voorwaarde dat eerst gedund wordt) - Bomen ringen/op stam laten dood gaan/bij velling kroonhout laten liggen - Bomen oud laten worden/als toekomstboom aanduiden om ecologische redenen - Dikke bomen behouden

27 9. Er moet een dunning gebeuren in een klein naaldhoutbestand op zandgrond. Het bestand ligt op een helling die constant afloopt met een hellingsgraad van 10 à 13 %. Bovenaan de helling loopt een bosweg. De exploitatie is voorzien met harvester en forwarder. In welke richting moeten de vaste ruimingpistes aangeduid worden? In de richting van de grootste helling, m.a.w. recht naar beneden 10. Wat zou een goede doeldiameter zijn voor Zomereik op een optimale groeiplaats en afkomstig uit een gewone aanplanting (plantverband van 1,5 m bij 1,5 m)? Leg uit hoe je die doeldiameter berekent. Hou hierbij rekening met de boombiologie en houteigenschappen van de boomsoort in kwestie. Zomereik uit een gewone aanplanting: takhoudende kern (15 cm) + overwalling van afgestorven takken (5 cm) + takvrije mantel kwaliteitshout ( cm) + dikte van het spinthout (10 cm) + schorsdikte (5 cm) maakt 75 cm. Aangezien het risico op ontwaarding van eikenhout door rot of verkleuring minimaal is bij vitale bomen, is het economisch zinvol om de eindkap later dan bij het bereiken van de minimale doeldiameter te doen. Een eik met een DBH van 95 cm zal een mantel kwaliteitshout van 30 cm i.p.v. 20 cm hebben, waardoor het verwerkingsrendement en de houtwaarde toeneemt. Tijdens de periode van 30 à 40 jaar die nodig zijn om dit extra kwaliteitshout bij te groeien, zal de waardebijgroei van deze eik bovengemiddeld hoog zijn.