Wetgeving en beleid van de groene ruimte

Transcriptie

1 C U R S U S Wetgeving en beleid van de groene ruimte Bomen planten

2 Bomen planten Veldwetboek Vegetatiewijzigingen Vlaams ecologisch netwerk Natuurrichtplannen Beschermde landschappen en dorpsgezichten Langs wegen, spoor- en waterwegen Diverse regels infrastructuur & nutsvoorzieningen

3 Bomen planten Veldwetboek (1886) Hagen aanplanten tot op 0,5 meter van de perceelsgrens Op de perceelsgrens indien buur akkoord gaat (best schriftelijk en indien in notariële akte ook afdwingbaar t.a.v. nieuwe eigenaars) Hoogstammige bomen op 2 meter van de scheiding (in landbouwgebied 6 m) Bebossing van landbouwgronden kan pas na een vergunning van het schepencollege Fruitbomen mogen als leibomen, aan elke kant van een gemeenschappelijke muur geplant worden (indien de muur niet gemeen is dan heeft enkel de eigenaar dat recht)

4 Bomen planten Veldwetboek (1886) Indien er andere gebruiken bestaan in de gemeente (check dit bij de milieuambtenaar, griffie van de rechtbank, verkavelingsvoorschriften, ) dan zijn deze regels van toepassing (dit gaat voor op andere afstandsregels) Erkend gebruik wil zeggen dat het langdurig, bestendig, eenvormig en openbaar is.

5 Bomen planten Veldwetboek: uitzonderingen Bomen op het openbaar domein van de overheid, bv straatbomen. (dit gaat dus niet over bomen in het privaat domein van de overheid, bv. de niet toegankelijke domeinen) Verkrijgende verjaring. Als de bomen er al langer dan 30 jaar onverstoord staan (d.w.z. de buurman heeft er nog nooit over geklaagd) dan kunnen ze blijven staan ongeacht de afstand (burgerlijk recht: erfdienstbaarheid zichtbaar en voortdurend) De bestemming van de huisvader. Indien een eigenaar zijn domein splitst en doorspeelt aan zijn kinderen/verkoopt ontstaat de erfdienstbaarheid van plantrecht om beplantingen te hebben op kortere afstand (was latent aanwezig) Overeenkomst: tussen twee eigenaren

6 Bomen planten Veldwetboek: sancties Art. 36: De nabuur kan de rooiing eisen van bomen, hagen, heesters en struiken die op een kortere afstand geplant zijn dan de wet bepaalt kan eisen automatisch een recht De vrederechter heeft hier een appreciatiebevoegdheid en zal hierbij alle belangen van beide partijen inroepen. Het is een zakelijke rechtsvordering. Dit wil zeggen dat enkel de eigenaar een procedure kan inroepen en dus niet de huurder.

7 Veldwetboek: extra Art. 36: Degene over wiens eigendom takken van bomen van een nabuur hangen, kan de nabuur noodzaken die takken af te snijden. Vruchten die vanzelf op het eigendom van de nabuur vallen behoren de nabuur toe. Degene op wiens erf wortels doorschieten mag ze aldaar zelf weghakken. Het recht om wortels weg te hakken of takken te doen afsnijden verjaart niet Opgelet voor rechtsmisbruik! Indien een boom afsterft als gevolg van de wortelschade of zelfs omwaait en schade veroorzaakt, kan de schade verhaald worden op de veroorzaker Ladderrecht: komt erop neer dat je het erf van een buur mag betreden om de haag te snoeien (indien afgesloten moet toestemming gevraagd worden en bij weigering mag je betreden maar via de minst beschadigbare plaats. Evt. opdraaien voor de schade)

8 Veldwetboek Uitspraak Vredegerecht vergunning!

9 Veldwetboek Bebossing Art In de voor de landbouw bestemde gedeelten van het grondgebied is bosaanplanting verboden op minder dan zes meter van de scheidingslijn tussen twee erven; bovendien is vergunning van het college van burgemeester en schepenen vereist en een advies van ADLO (binnen de 20 dagen, vanaf datum verzending, bij gebrek aan advies: verondersteld gunstig!)

10 Veldwetboek Bebossing Het college beslist binnen dertig dagen na de indiening van de aanvraag. Doet het dit niet binnen die termijn, dan wordt de vergunning geacht verleend te zijn. De weigering van de vergunning is met redenen omkleed; binnen een maand na de kennisgeving kan beroep worden ingesteld bij de bestendige deputatie. Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op de voor bosbouw bestemde zone, langs de voor landbouw bestemde zone.

11 Vegetatiewijziging Indien door de beplanting een vegetatie gewijzigd wordt dan moet een natuurvergunning of een (individuele) ontheffing bekomen (zie natuurdecreet)

12 Vlaams Ecologisch Netwerk Binnen het VEN is de aanplanting, inzaaiing of introductie van niet-inheemse boomsoorten verboden (tenzij opgenomen in een goedgekeurd beheerplan, laanbeplantingen met populieren, hoogstamboomgaarden, of omwille van specifieke cultuurhistorische redenen, bv. in een kasteelpark)

13 Natuurrichtplan Het aanplanten van (bepaalde soorten) bomen en struiken kan verboden worden Hiervoor zijn ontheffingsmogelijkheden. Meer info: BE/natuurbeleid/natuur-en-natura-2000/natuurrichtplannen

14 Beschermde landschappen en dorpsgezichten Vanaf geldt één overkoepelende regelgeving voor monumenten, stads- en dorpsgezichten, landschappen en archeologie! Decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed (Onroerenderfgoeddecreet) en het B.Vl.Reg. van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 (Onroerenderfgoedbesluit).

15 Beschermde landschappen en dorpsgezichten Onroerende erfgoeddecreet: wat is er nieuw? Meer verantwoordelijkheid voor de gemeentes Onroerend erfgoed wordt geïntegreerd in de procedures van ruimtelijke ordening, bos, natuur en milieu.

16 Onroerende erfgoeddecreet: wat is er nieuw? Voor handelingen aan of in beschermde goederen 2 mogelijkheden 1. Is er geen stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsvergunning, geen milieuvergunning of geen vergunning, geen toelating, geen machtiging, geen ontheffing of geen afwijking overeenkomstig het Bosdecreet of het Natuurdecreet vereist, dan mogen handelingen niet aangevat worden zonder toelating van het Agentschap Onroerend Erfgoed of, in voorkomend geval, van de erkende onroerenderfgoedgemeente waar het beschermde goed ligt tenzij zij zijn vrijgesteld in een goedgekeurd beheersplan. 2. Wel nodig vergunningverlenende overheid vraagt advies aan Agentschap Onroerend erfgoed

17 Beschermde landschappen en dorpsgezichten Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

18 Beschermde landschappen en dorpsgezichten

19 Langs wegen, spoor- en waterwegen Autosnelwegen: zone van 30 m moet vrij blijven Gewestwegen (KB 1934) Hoogstammen of beplantingen hoger dan 1,5 m op minstens 2 m achter de grens openbaar domein of rooilijn. Levende hagen lager dan 1,5 m op 0,25 m van zelfde grens snoeien tot max. die hoogte vereist Vrij gabariet van 4,5 m vereist voor alle wegen

20 Langs buurtwegen Buurtwegen (provinciaal reglement 12 april 1928 en wet van 10 april 1841) Legt regels vast over plantafstand, etc. langs buurtwegen Eigenaars van gronden die aan een buurtweg grenzen: recht om bomen te planten op de wegberm, ook al zijn ze geen eigenaar van de berm. Bomen: eigendom van de eigenaars. Dit plantrecht mag wel niet zomaar en willekeurig uitgeoefend worden. De bepalingen ervan staan beschreven in de provinciale reglementen op de buurtwegen. Ook lokale besturen kunnen beperkingen opleggen, zoals bijvoorbeeld minimumafstanden.

21 Langs buurtwegen Het plantrecht kan tenietgaan of overgedragen worden. Voor wegbermen in eigendom van het aanpalende erf kan het plantrecht niet tenietgaan door onbruik. Een gemeente kan het plantrecht voor die bermen enkel verwerven als ze zelf bomen aanplant en de eigenaar zich daar niet tegen verzet. Als de wegberm eigendom van de gemeente is, kan het plantrecht wel tenietgaan door onbruik. Als een eigenaar gedurende 30 jaar geen bomen aanplant, vervalt zijn plantrecht. Eigenaar kan plantrecht vrijwillig afstaan aan gemeente via overeenkomst.

22 Langs wegen, spoor- en waterwegen Atlas der buurtwegen (online te raadplegen):

23 Langs wegen, spoor- en waterwegen Spoorwegen Wet 25/6/1891, gewijzigd 21/03/1991) Geen bomen behouden op een grotere hoogte dan de afstand tussen de voet van de boom en de vrije rand van de spoorweg (indien verhoogde berm of ingegraven = steeds bovenrand) Langs den spoorweg mogen de boomen niet behouden worden op eene grootere hoogte dan den afstand tusschen den voet van den boom en den vrijen rand van den spoorweg. Wanneer echter de spoorweg op eene grondverhooging is aangelegd, wordt die afstand berekend tusschen den voet van den boom en den bovenrand der grondverhooging.

24 Langs wegen, spoor- en waterwegen Spoorwegen KB 21/08/1981, gewijzigd 21/03/1991) Zonder schriftelijke toestemming NMBS/Infrabel geen bomen op minder dan 6m van de vrije rand van de spoorweg

25 Langs wegen, spoor- en waterwegen Waterwegen KB 15/10/ /12/1967 5/10/1970 Naaldbomen verboden op minder dan 6 m van de oevers (art. uit natuurbehoudswet) Langs bevaarbare waterlopen- rivier Indien er een jaag- of voetpad is: plantverbod ter hoogte van dit jaagpad (9,75 m 30 voet) of voetpad (3,25 m) Langs bevaarbare waterlopen kanalen Afstandsregeling Veldwetboek Langs onbevaarbare waterlopen Doorgang moet mogelijk blijven in 5 m zone naast de waterloop - onderhoud

26 Leidingen Elektriciteitsvoorzieningen (wet 10/03/1925) Het gewest, de gemeente of vergunninghouder heeft de bevoegdheid boomtakken af te hakken, de bomen te vellen en wortels te rooien die te dicht bij bovengrondse of ondergrondse elektrische leidingen hangen en die kortsluitingen of andere schade aan de geleiding zouden kunnen veroorzaken. Behoudens dringende gevallen, wordt het recht te hakken, vellen of rooien afhankelijk gesteld van de weigering van de eigenaar. Indien de eigenaar een maand niets onderneemt: kan de overheid zelf kappen.

27 Leidingen Hoogspanningsleidingen - Elia Wettelijke verplichting technisch secretariaat van Elia raadplegen! Het aanplanten en onderhouden van bomen in de buurt van een luchtlijn. Geen aanplantingen > 3 m in een strook van 20 m langs beide kanten van de as van de hoogspanningslijn

28 Leidingen Aardgasvervoerinfrastructuur Fluxys (KB 24/01/1991) Het wijzigen van het reliëf van de bodem (bv. grachten graven, taluds maken of graafwerken uitvoeren): een beschermde zone die zich uitstrekt over 15 m langs weerszijden van de inplanting van gasvervoersinstallaties De aanwezigheid van bomen en/of struiken : enkel de bomen en/of struiken toegestaan door Fluxys lijst. Onder bomen en/of struiken toegestaan door Fluxys: Er dient evenwel voor gezorgd te worden dat de planten binnen de voorbehouden zone (dit is een zone binnen de beschermde zone waarvan de breedte afhankelijk is van het type leiding: m) niet hoger worden dan 2,5 meter en een stamdiameter van 10 cm op een hoogte van 1,5 meter niet overschrijden (lijst beschikbaar) BE/Fluxys%20nearby/PipelineNearby/ProhibitedActivities/ProhibitedActivities

29 Nuttige websites Algemeen Formulieren stedenbouwkundige vergunning en compensatie ontbossing rubriek formulieren Kapmachtiging / Natuurvergunning / Individuele ontheffing / Ontbossen / Code van goede natuurpraktijk rubriek wetgeving en subsidies Geografische informatie Onroerend erfgoed

30