Masterscriptie. Help, laat me eruit!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie. Help, laat me eruit!"

Transcriptie

1 Masterscriptie Help, laat me eruit! Rechtsvergelijkend onderzoek naar het Nederlandse en het Belgische recht met betrekking tot de norm voor uittreden van aandeelhouders in een besloten verhouding in het kader van de geschillenregeling Naam: Melissa Elzinga Inleverdatum: 25 augustus 2014 Studentnummer: Begeleider: Mevrouw dr. J. Roest Faculteit: Universiteit van Amsterdam

2 Voorwoord Voor u ligt mijn masterscriptie waarmee mijn master privaatrechtelijke rechtspraktijk aan de Universiteit van Amsterdam afgesloten wordt. Deze scriptie behelst een bespreking van de norm voor uittreding van een aandeelhouder in een besloten verhouding in het kader van de geschillenregeling van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Er wordt een rechtsvergelijking gemaakt met de uittredingsnorm die geldt in België, welk land haar geschillenregeling op het Nederlandse systeem heeft gebaseerd. Of de norm voor uittreding in België beter werkt en of wij hier nuttige elementen uit kunnen halen zal in deze scriptie behandeld worden. Ik wil allereerst graag mijn begeleider mevrouw Roest hartelijk danken voor de fijne gesprekken en de goede raad en adviezen die zij mij gegeven heeft in het kader van het schrijven van deze scriptie. Ik ben hier erg blij mee en heb oprecht het gevoel er veel van geleerd te hebben. Vervolgens wil ik graag Martine de Roeck bedanken voor het doorlezen van het Belgische deel van deze scriptie. Tot slot gaat er natuurlijk veel dank uit naar mijn fantastische ouders die mij altijd gemotiveerd en gesteund hebben, zowel in het kader van mijn master als in het kader van mijn werk. Dank voor het altijd bieden van een luisterend oor, de interesse in alles wat ik doe en het juichen voor mooie cijfers. Dank voor alle kopjes thee, versnaperingen en heerlijke maaltijden tijdens de tentamenperiodes en het knallen met het schijven van dit stuk. Het is het absoluut waard geweest. Melissa Elzinga Augustus

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING DE RECHTSMIDDELEN DIE AAN EEN BEKNELDE MINDERHEIDS-AANDEELHOUDER TER BESCHIKKING STAAN De vernietiging van een besluit op grond van de redelijkheid en billijkheid De enquêteprocedure De geschillenregeling Totstandkoming van de geschillenregeling Toepassingsbereik DE NORM VOOR EEN UITTREDINGSVORDERING IN NEDERLAND De actoren en hun hoedanigheid Aandeelhouders De vennootschap De hoedanigheid van partijen Peilmoment van de benarde positie van de aandeelhouder De begrippen gedraging en schade aan rechten of belangen in de zin van artikel 2:343 lid 1 BW Gedraging Schade aan rechten of belangen Categorisering van de omstandigheden naar aanleiding van de rechtspraak Gewijzigde omstandigheden Aandeelhouder, tevens bestuurder; ontslag uit bestuursfunctie Ongerechtvaardigde dividendpolitiek Concurrentie Verwijtbaar onrechtmatig handelen Gedrag in strijd met vennootschapsrechtelijke regels Analyse van de omstandigheden naar aanleiding van de rechtspraak en de categorisering Bijkomende zwaarwegende omstandigheden Element van verwijtbaarheid Snellere toewijzing van de uittredingsvordering aan minderheidsaandeelhouder Ruime interpretatie versus enge interpretatie van de norm DE RECHTSMIDDELEN DIE AAN EEN BEKNELDE MINDERHEIDS-AANDEELHOUDER TER BESCHIKKING STAAN IN BELGIË De minderheidsvordering Het vennootschappelijk deskundigenonderzoek De nietigverklaring van besluiten De gerechtelijke ontbinding om wettige redenen De geschillenregeling Doelstelling Toepassingsbereik DE NORM VOOR EEN UITTREDINGSVORDERING IN BELGIË De actoren en hun hoedanigheid De aandeelhouders De vennootschap De hoedanigheid van partijen Peilmoment van de benarde positie van de aandeelhouder Uitleg van het begrip gegronde redenen in de zin van artikel 340, respectievelijk, 642 W. Venn

4 5.3.1 Het begrip gegronde redenen Verwijtbaar handelen? Schade aan vennootschappelijk belang Categorisering van de omstandigheden naar aanleiding van de rechtspraak Duurzame, fundamentele en onherroepelijke onenigheid Voortdurend misbruik van meerderheid Wanprestatie van een aandeelhouder die hem toerekenbaar is Miskennen van de rechtmatige verwachtingen van de andere aandeelhouder Analyse van de omstandigheden naar aanleiding van de rechtspraak en de categorisering van gevallen Afwezigheid van de affectio societatis Snellere toewijzing van de uittredingsvordering aan de minderheidsaandeelhouder? Ruime versus enge interpretatie van de norm RECHTSVERGELIJKING Rechtsmiddelen ten aanzien van minderheidsbescherming Verschillen en overeenkomsten met betrekking tot de geldende norm Gedraging versus gegronde redenen Schade aan het vennootschappelijk belang Verwijtbaarheid Bijkomende zwaarwegende omstandigheden Affectio societatis Ontslag uit de bestuursfunctie Ruime of enge interpretatie van de norm CONCLUSIE LITERATUURLIJST JURISPRUDENTIELIJST

5 1 INLEIDING Anton (A), Bert (B) en Chris (C) zijn aandeelhouder in een besloten vennootschap (hierna: BV) met een geplaatst kapitaal van 30,000. Elk aandeel heeft een nominale waarde van 1, waarbij A, B en C allen aandelen houden ter waarde van 10,000. Meermalen hebben A en B getracht besluiten te nemen waar C het niet mee eens was. Tevens hebben A en B aan C aangegeven dat zij andere plannen met de BV hebben en de activiteiten en de structuur enigszins willen veranderen. C, die steeds op de huid gezeten wordt door A en B en tot overmaat van ramp niet meer wordt toegelaten tot de algemene vergadering van aandeelhouders, ziet het voortzetten van zijn aandeelhouderschap niet meer zitten. Door de verstoorde verhoudingen in de vennootschap voelt hij zich bekneld. Hij wil dan ook het liefst zo snel mogelijk als aandeelhouder uit de BV treden. Hij heeft zijn mede-aandeelhouders gevraagd zijn aandelen over te nemen, maar daar gaan zij niet mee akkoord. C is nu voornemens de geschillenregeling in te schakelen. Zijn deze omstandigheden voldoende om een uittredingsvordering naar Nederlands recht te rechtvaardigen? Bovenstaande casus komt de praktijk niet onbekend voor. In Nederland bestaat geen wettelijk recht om uit een vennootschap te treden, waardoor aandeelhouders soms vast kunnen komen te zitten in de vennootschap. Uittreden is namelijk alleen mogelijk als er voldaan is aan de norm van artikel 2:343 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), namelijk indien deze aandeelhouder door gedragingen van één of meer mede-aandeelhouders of de vennootschap zodanig in zijn rechten of belangen wordt geschaad dat van hem in redelijkheid niet langer gevergd kan worden dat hij aandeelhouder blijft. Maar wat houden de elementen van deze norm nu precies in? Welke gedragingen moeten er hebben plaatsgevonden en welke rechten of belangen moeten zijn geschaad, zodat uittreding van een aandeelhouder op zijn plaats is? Welke zaken hebben er in Nederland gespeeld hieromtrent en hoe is in zulke kwesties door de rechter geoordeeld, leggen zij de norm eng of juist ruim uit? Er is gekozen voor een rechtsvergelijking met het wettelijk systeem van België, waarbij opgemerkt wordt dat de Belgische uittredingsnorm summier besproken wordt. In België is de geschillenregeling door de Reparatiewet van 13 april 1995 ingevoerd. 1 België heeft zijn wettelijk systeem met betrekking tot de geschillenregeling gebaseerd op het Nederlandse systeem en daar functioneert het, vreemd genoeg, veel beter dan in Nederland zelf. 2 In België worden behoorlijk veel geschillen tussen aandeelhouders aan de Belgische rechter 1 Byttebier, e.a. 2009, p Tilleman 2003, p

6 voorgelegd. Heeft dit te maken met een verschil in de uittredingsnorm of met een verschil in de mogelijkheden die een beknelde aandeelhouder aan kan wenden om uit die positie te komen? En hoe oordelen rechters in België over de uittredingsnorm? Soepeler of juist strenger dan in Nederland? De probleemstelling luidt als volgt: Wat houdt de norm in die gehanteerd wordt bij een uittredingsvordering van een aandeelhouder in een besloten verhouding op grond van artikel 2:343 lid 1 BW en onder welke omstandigheden is uittreden gerechtvaardigd? De opbouw van deze scriptie is als volgt. In het tweede hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de rechtsmiddelen die aan een minderheidsaandeelhouder ter beschikking staan om uit een beknelde situatie te komen. In het derde hoofdstuk zal de norm van artikel 2:343 lid 1 BW behandeld worden, zal de relevante rechtspraak besproken worden en zal deze rechtspraak geanalyseerd worden. In het vierde hoofdstuk zal worden gekeken welke rechtsmiddelen een beknelde minderheidsaandeelhouder in België heeft. Het vijfde hoofdstuk wordt gewijd aan een bespreking van de uittredingsnorm in België, de relevante zaken die daar hebben gespeeld en een analyse naar aanleiding van de rechtspraak. In het zesde hoofdstuk zal het Nederlandse systeem met het Belgische systeem vergeleken worden, waarbij wordt geanalyseerd in hoeverre de uittredingsnorm in beide landen gelijk is en hoe de rechters in beide landen over de uittredingsnorm oordelen. Tot slot zal in hoofdstuk zeven, de conclusie, de probleemstelling beantwoord worden en zal een aanbeveling gedaan worden naar aanleiding van de Nederlandse jurisprudentie en het rechtsvergelijkend onderzoek. Immers, er is over de geschillenregeling tot op heden meer geschreven dan geprocedeerd. 3 3 Bulten e.a (2), p. 1. 6

7 2 DE RECHTSMIDDELEN DIE AAN EEN BEKNELDE MINDERHEIDS- AANDEELHOUDER TER BESCHIKKING STAAN De geschillenregeling is één van de onderdelen van minderheidsbescherming. Alvorens deze regeling te bespreken worden in dit hoofdstuk eerst de andere twee rechtsmiddelen die een aandeelhouder heeft in het kader van zijn minderheidsbescherming besproken, namelijk de vernietiging van een besluit op grond van de redelijkheid en billijkheid en het starten van een enquêteprocedure. 2.1 De vernietiging van een besluit op grond van de redelijkheid en billijkheid Op grond van artikel 2:15 lid 1 onder b BW is een besluit van een orgaan van een rechtspersoon, onverminderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 2:8 BW wordt geëist. Met de verwijzing naar artikel 2:8 BW brengt de wetgever tot uitdrukking, dat voor vernietiging van een besluit slechts redenen zijn bij schending van de redelijkheid en billijkheid in de interne verhoudingen van de rechtspersoon. 4 Een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, dienen zich als zodanig jegens elkander te gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. De sanctie op het niet in acht nemen van deze normen van artikel 2:8 BW is de vernietiging van het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders door de rechter op grond van artikel 2:15 lid 1 sub b BW. Artikel 2:8 BW is van belang tussen enigszins gelijkwaardige aandeelhouders onderling, maar ook van belang met betrekking tot de bescherming van een minderheidsaandeelhouder. Uit dit artikel kan worden afgeleid dat een meerderheidsaandeelhouder zijn macht niet mag misbruiken en dat hij rekening dient te houden met de eisen van de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW. 5 Tevens volgt uit dit artikel dat de meerderheidsaandeelhouder onder omstandigheden een bijzondere zorgplicht heeft jegens de minderheidsaandeelhouder. Wel moet bedacht worden dat de minderheidsaandeelhouder rekening moet houden met het feit dat de besluitvorming binnen een vennootschap in beginsel door de meerderheid in de algemene vergadering wordt bepaald. Hij houdt nu eenmaal een minderheidspakket. 6 Indien de 4 Van der Heijden, van der Grinten & Dortmond 2013, p Bulten e.a (1), p Kamerstukken II , nr. 3 (MvT), p. 4 en p

8 meerderheidsaandeelhouder een besluit neemt waar de minderheidsaandeelhouder het niet mee eens is, dan zal hij dat toch, aangezien de aandelenverhoudingen, moeten dulden. 7 Echter, de meerderheidsaandeelhouder mag niet willekeurig zijn macht uit oefenen. Klassiek geval is het niet uitkeren van dividend aan de minderheidsaandeelhouder. Dit besluit kan dan door de rechter worden vernietigd wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid. In het arrest Van Rees is bepaald dat de rechter dan marginaal toetst of de vennootschap in redelijkheid tot het aangevochten besluit had kunnen komen. 8 Hoewel de beknelde minderheidsaandeelhouder de rechter kan verzoeken een besluit van de algemene vergadering te vernietigen, biedt dit hem nog geen mogelijkheid om definitief een einde te maken aan zijn beknelde positie in de vennootschap. Dit kan dus aangemerkt worden als een tijdelijke oplossing voor zijn probleem. 2.2 De enquêteprocedure De minderheidsaandeelhouder heeft de mogelijkheid om een enquêteverzoek in te dienen. Hij dient wel voorafgaand aan dit verzoek zijn bezwaren tegen het beleid of de gang van zaken kenbaar gemaakt te hebben aan het bestuur en, indien deze er is, aan de raad van commissarissen. Zij krijgen dan de gelegenheid om deze bezwaren te onderzoeken en eventueel maatregelen te nemen. De Ondernemingskamer van het Hof Amsterdam (hierna: de Ondernemingskamer) kan op grond van artikel 2:345 lid 1 BW één of meer personen benoemen tot het instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon, hetzij in de gehele omvang daarvan, hetzij met betrekking tot een gedeelte of een bepaald tijdvak. Tot het indienen van dit verzoek zijn bij een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid met een geplaatst kapitaal van maximaal 22,5 miljoen bevoegd één of meer houders van aandelen of van certificaten van aandelen, die alleen of gezamenlijk ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen of rechthebbenden zijn op een bedrag van aandelen of certificaten daarvan tot een nominale waarde van 225,000, of zoveel minder als de statuten bepalen. Als er uit het verslag van wanbeleid blijkt, kan de Ondernemingskamer volgens artikel 2:355 lid 1 juncto 2:356 BW op verzoek van de verzoekers voorlopige voorzieningen treffen welke zij op grond van de uitkomst van het onderzoek geboden acht, zoals de schorsing of vernietiging van een besluit van de bestuurders of van de algemene vergadering. 7 Bulten 2011, p Hof s Gravenhage 1 oktober 1982, NJ 1983, 393 (Van Rees). 8

9 In de praktijk zoeken ruziënde aandeelhouders veelal de hulp van de Ondernemingskamer door middel van het starten van een enquêteprocedure. Hoewel een verstoring van de verhoudingen in de organen van de vennootschap (waaronder impasses) een grond voor twijfel aan een juist beleid is, en er hiervoor een enquêteprocedure gestart kan worden, kan dit voor de aandeelhouder die bekneld is geraakt in een vennootschap geen uitweg bieden om uit de vennootschap te treden, omdat dit alleen een voorlopige voorziening is die de rechter kan bevelen. Om een definitief einde te maken aan een benarde positie dient de aandeelhouder de geschillenregeling in te schakelen. 2.3 De geschillenregeling De geschillenregeling omvat twee varianten, namelijk de uitstootregeling, waarbij aandeelhouders van een mede-aandeelhouder vorderen dat hij zijn aandelen aan hen overdraagt en de uittreedregeling, waarbij een aandeelhouder vordert dat de medeaandeelhouders zijn aandelen overnemen. In deze scriptie zal uitsluitend de uittreedvariant behandeld worden, omdat de focus ligt op een beknelde minderheidsaandeelhouder die uit deze situatie wil komen Totstandkoming van de geschillenregeling De geschillenregeling staat sinds 1989 in de wet en is ingevoerd met als doel het opheffen van een situatie waarin door tegenstellingen tussen aandeelhouders de samenwerking in de vennootschap onmogelijk is of dreigt te worden en is met name van belang wanneer deze tegenstellingen tussen aandeelhouders leiden tot verlamming van de besluitvorming binnen de vennootschap. 9 De vordering tot overneming is bedoeld voor de aandeelhouder wiens eigen positie in de vennootschap door het gedrag van zijn mede-aandeelhouders onhoudbaar is geworden en die zijn aandeel niet op de normale wijze kan verkopen. 10 Met de komst van de Flex-BV is de wet per 1 oktober 2012 aangepast. Eén van de uitgangspunten bij de herziening van het BV-recht was om de aandeelhouders meer vrijheid te geven de onderneming naar eigen inzicht en wensen vorm te geven. 11 Door deze vrijheid om de onderneming zelf vorm te geven kunnen er meer conflicten tussen de aandeelhouders ontstaan. Om een minderheidsaandeelhouder betere bescherming te bieden is de geschillenregeling in het wetsvoorstel Flex-BV gestroomlijnd. 12 De aandeelhouders mochten namelijk niet vast 9 Kamerstukken II , nr. 3 (MvT), p Kamerstukken II , nr. 6 (MvT), p Bulten 2011, p Kamerstukken II , nr. 3 (MvT), p. 4 en Bulten (2011), p

10 komen te zitten in de vennootschap, er moest een reële mogelijkheid zijn om de vennootschap te verlaten. 13 Tevens wilde de regering de minderheidsaandeelhouder die in een vennootschap in de knel komt, betere mogelijkheden bieden om aan deze positie een einde te maken Toepassingsbereik Op grond van artikel 2:335 lid 1 en 2 BW is de geschillenregeling van toepassing op de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en de zogenaamde besloten NV, de naamloze vennootschap waarvan de statuten uitsluitend aandelen op naam kennen, een blokkeringsregeling bevatten en niet toelaten dat met medewerking van de vennootschap certificaten aan toonder worden uitgegeven. De geschillenregeling heeft een dwingendrechtelijk karakter, inhoudende dat vooraf geen afstand kan worden gedaan van de bevoegdheid om een vordering in te stellen. 15 Tevens heeft de geschillenregeling een subsidiair karakter op grond van het eerste lid van artikel 2:337 BW. 16 Dit betekent dat de statuten of een aandeelhoudersovereenkomst een regeling kunnen bevatten voor de oplossing van geschillen zoals in afdeling 1 van titel 8 van boek 2 BW bedoeld en dat deze regeling dan voorrang heeft op de wettelijke regeling. Echter, algehele uitsluiting van de geschillenregeling is niet mogelijk 17 en op een dergelijke opgenomen afwijking kan geen beroep worden gedaan voor zover deze de overdracht van aandelen onmogelijk of uiterst bezwaarlijk maakt. Belangrijk is dat de afwijkende regeling een beknelde aandeelhouder een uitweg kan bieden. 18 Aangezien er nog veel onduidelijkheid bestaat over wanneer de regeling precies voorrang heeft op de wettelijke regeling en wie er aan de regeling gebonden zijn, komt deze eigen regeling in de praktijk dan ook nog niet vaak voor. 13 Zie voorontwerp 2 e Tranche en Van den Ingh en Nowak (2006), p Bulten e.a (1), p Maeijer, van Solinge & Nieuw Weme 2009, nr Van der Heijden, van der Grinten & Dortmond 2013, p Van der Heijden, van der Grinten & Dortmond 2013, p Van Eck 2014, p

11 3 DE NORM VOOR EEN UITTREDINGSVORDERING IN NEDERLAND In dit hoofdstuk zal ingegaan worden op de norm van artikel 2:343 lid 1 BW. Bekeken zal worden wat de gedraging moet inhouden en in welke rechten of belangen de beknelde minderheidsaandeelhouder moet zijn geschaad. Daarna volgt een bespreking van de rechtspraak waarbij de uittredingsvorderingen die zijn beslecht in categorieën worden ingedeeld en waarbij een analyse van alle omstandigheden zal worden gemaakt. 3.1 De actoren en hun hoedanigheid Aandeelhouders Een aandeelhouder kan een uittredingsvordering instellen tegen zijn mede-aandeelhouders op grond van artikel 2:343 lid 1 BW. Dit houdt in dat de vorderende aandeelhouder de eisende partij is en de mede-aandeelhouder(s) of de vennootschap de gedaagde partijen. Indien de vordering tegen een aandeelhouder is ingesteld, kan, op grond van het derde lid van artikel 2:343 BW, deze een andere aandeelhouder of de vennootschap in het geding oproepen, indien hij van oordeel is dat de vordering ook of uitsluitend tegen die aandeelhouder of tegen de vennootschap had behoren te worden ingesteld De vennootschap De uittredingsvordering kan op grond van artikel 2:343 lid 1 BW ook tegen de vennootschap worden ingesteld naar aanleiding van gedragingen van één of meer mede-aandeelhouders of van de vennootschap zelf, waardoor de vennootschap dus verplicht kan worden de aandelen van de uittredende aandeelhouder in te kopen. De vennootschap kan dus niet alleen voor eigen gedragingen, maar ook voor die van de mede-aandeelhouders gedagvaard worden. 19 De uittredende aandeelhouder heeft de keuze heeft wie hij dagvaardt. Dit kan van pas komen indien niet duidelijk is wie van de mede-aandeelhouders de verweten gedragingen heeft verricht, of indien de vennootschap de betreffende gedragingen zelf heeft verricht De hoedanigheid van partijen De benarde positie dient veroorzaakt te worden door gedragingen van de aandeelhouder, bijvoorbeeld het stemgedrag van een aandeelhouder of het leven zuur maken van de minderheidsaandeelhouder door een grootaandeelhouder die tevens bestuurder is. 20 Volgens 19 Van der Heijden, van der Grinten & Dortmond 2013, p Bulten 2011, p

12 de Ondernemingskamer hoeft de gedraging van de aandeelhouder niet gepleegd te zijn in zijn hoedanigheid van aandeelhouder. 21 Niet alleen belangen die in de hoedanigheid van de aandeelhouder als aandeelhouder zijn aangetast, ook privébelangen kunnen aan een uittredingsvordering ten grondslag worden gelegd. 22 De benarde positie van de aandeelhouder staat voorop en het belang van de vennootschap speelt bij de uittreding geen rol, al zal de verstoorde verhouding tussen de aandeelhouders in de praktijk haar weerslag hebben op de gang van zaken binnen de vennootschap en kan dit wel het vennootschappelijk belang schaden Peilmoment van de benarde positie van de aandeelhouder Om het peilmoment te kunnen vaststellen moet de wettekst onder de loep genomen worden, alsmede de jurisprudentie. In artikel 2:343 lid 1 BW is bepaald dat de vordering toewijsbaar is indien iemand door zijn medeaandeelhouder(s) in zijn rechten of belangen is geschaad. Dit houdt in dat zowel gedragingen uit het verleden, als gedragingen die op het moment van de uittredingsvordering nog aanwezig zijn meetellen. Hiermee wordt beoogd dat de gedaagde niet meer kan aanvoeren dat hij inmiddels met zijn schadelijk gedrag is opgehouden (om na de afwijzing van de vordering weer ermee te beginnen). 24 In de zaak Hooymans, welke zaak later uitgebreid besproken zal worden, leek de Ondernemingskamer ook een situatie waarin de aandeelhouder in een benarde positie dreigt te geraken als uittredingsgrond te aanvaarden. 25 Echter, dit lijkt volgens Bulten niet te stroken met de wettekst van artikel 2:343 lid 1 BW, omdat er in dit artikel vanuit wordt gegaan dat de situatie voor de aandeelhouder reeds ondoenlijk is. De reële kans erop is onvoldoende. 26 Van den Ingh geeft in zijn noot bij de Hooymans zaak aan dat de Ondernemingskamer kennelijk meent dat niet vereist is dat de toestand van de benardheid bestaat op het moment van het instellen van de vordering, maar een reële kans op het ontstaan van die toestand al voldoende is. 27 Hierbij betwijfeld Van den Ingh de juistheid van de visie van de Ondernemingskamer, in die zin dat het woord voortduren volgens hem op de benarde positie van de aandeelhouder slaat. Bulten is het hiermee eens, maar Leijten niet. 28 Hij betoogt dat het woord voortduren slaat op het voortduren van zijn aandeelhouderschap, niet het voortduren van de benarde 21 OK 22 oktober 1992, NJ 1993, 411 (Van Eyk/Nootebos). 22 Bulten 2011, p Van der Heijden, van der Grinten & Dortmond 2013, p. 789 en Rb. Utrecht, 25 juni 2008, JOR 2008/228 (Sign Top), r.o Croiset van Uchelen 2007, p OK 20 november 1997, JOR 1998/26 (Hooymans), r.o Bulten 2011, p Noot van Van den Ingh bij OK 20 november 1997, JOR 1998/26 (Hooymans). 28 Leijten 1999, p

13 toestand. Bij een goede analyse van de feiten uit de Hooymans zaak kan echter worden geconcludeerd dat de benarde positie van de desbetreffende aandeelhouder reeds lange tijd bestond en dat er geen sprake was van een loutere dreiging in een benarde positie te geraken. 3.3 De begrippen gedraging en schade aan rechten of belangen in de zin van artikel 2:343 lid 1 BW De norm van artikel 2:343 lid 1 BW houdt in dat er gedragingen moeten hebben plaatsgevonden van één of meer mede-aandeelhouders of de vennootschap waardoor de aandeelhouder zodanig in zijn rechten of belangen is geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem gevergd kan worden. In deze paragraaf zullen de twee elementen gedraging en schade aan de rechten of belangen behandeld worden Gedraging Iedere gedraging die ervoor zorgt dat de rechten of belangen van de andere aandeelhouder geschaad worden, is voldoende. 29 Er hoeft geen sprake te zijn van verwijtbaar gedrag of misdragingen. 30 Dit leidt in de literatuur tot discussies. In het verleden heeft Van den Ingh in zijn noot bij het arrest Hooymans betoogd dat er een element van verwijtbaarheid aan de orde zou moeten zijn en leidt dit ook af uit een eerder arrest van de Ondernemingskamer 31, namelijk schadeveroorzakende gedragingen van de mede-aandeelhouder. Dit houdt in de rechtspraak geen stand. 32 Bulten heeft later betoogt dat verwijtbaar gedrag juist niet is vereist, omdat de uittreding vanuit de positie van de uittredende aandeelhouder bezien moet worden en van daaruit gekeken moet worden in hoeverre hij zich in een benarde positie bevindt. Indien hij zich in een benarde positie bevindt en daarbij (zoals hierna nog aan de orde zal komen) in zijn rechten of belangen is geschaad, mag hij uittreden Schade aan rechten of belangen De aandeelhouder moet in zijn rechten of belangen geschaad zijn. Hierbij gaat het niet alleen om aandeelhoudersrechten of belangen. Alle geschade rechten of belangen kunnen namelijk aanleiding geven tot uittreding. 34 Omdat de wettekst uitgaat van schade, aan welk belang dan ook, en dit moet meebrengen dat het aandeelhouderschap in redelijkheid niet langer gevergd 29 Bulten 2011, p OK 20 november 1997, JOR 1998/26, r.o OK 22 oktober 1992, NJ 1993, 411 (Van Eyk/Nootebos). 32 Noot van Van den Ingh bij OK 20 november 1997, JOR 1998/26 (Hooymans). 33 Bulten 2011, p. 71 en Bulten 2011, p

14 kan worden, lijkt een zeker verband tussen het aandeelhouderschap en de schade wel vereist. Zo zal de aandeelhouder ook niet langer schade ondervinden, zodra de aandelen zijn overgedragen. 35 Kortom, uit de twee voorgaande paragrafen kan afgeleid worden dat alle gedragingen en alle geschade rechten of belangen meespelen. In de volgende paragraaf zal bezien worden hoe de rechter naar deze elementen kijkt. 3.4 Categorisering van de omstandigheden naar aanleiding van de rechtspraak In deze paragraaf zullen de verschillende zaken die hebben gespeeld in categorieën ingedeeld worden. Opgemerkt zij dat de zaken vaak moeilijk te scheiden zijn, omdat er meestal een samenstel van gedragingen heeft plaatsgevonden. De zaak is dan vaak in meer dan één categorie in te delen. Aangezien er wel een aantal specifieke situaties aan te wijzen zijn, zal daar in deze paragraaf op ingegaan worden Gewijzigde omstandigheden In deze categorie van omstandigheden valt de situatie waarin door het (al dan niet bewust) handelen van de ene aandeelhouder, de betrokkenheid van de andere aandeelhouder wijzigt. De wijze waarop de aandeelhouders hun samenwerking ooit vorm gegeven hebben is nu dus aangepast, omdat de ene aandeelhouder meer ondergeschikt is aan de andere aandeelhouder dan voorheen het geval was. 36 Omdat de samenwerking niet meer zo is of verloopt zoals partijen in eerste instantie hadden afgesproken en de verhoudingen verstoord zijn geraakt, geven deze gewijzigde omstandigheden aanleiding tot uittreding. In deze categorie valt de aandeelhouder die uit zijn bestuursfunctie wordt ontslagen en de ongerechtvaardigde dividendpolitiek Aandeelhouder, tevens bestuurder; ontslag uit bestuursfunctie In deze categorie valt een bestuurder, tevens aandeelhouder, die uit zijn bestuursfunctie wordt ontslagen. Dit kan een grond zijn voor gedwongen overname van de aandelen, omdat, als deze aandeelhouder een minderheidsaandeelhouder is, hij in een moeilijke positie verkeert aangezien hij zijn aandelen niet makkelijk aan een derde kan verkopen Bulten 2011, p Bulten 2011, p Bulten 2011, p

15 Een mooi voorbeeld in deze categorie is de Hooymans zaak, welke de Ondernemingskamer heeft beslecht. 38 In die casus waren de drie broers, W, H en G, allen aandeelhouder en bestuurder van de vennootschap. W en H besloten G als bestuurder te ontslaan, omdat zij van mening waren dat G een gebrek aan bekwaamheden had. De Ondernemingskamer oordeelde dat G door zijn ontslag als bestuurder zodanig in zijn belangen is geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in deze familievennootschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd, omdat de verhoudingen in vergaande mate verstoord waren. Zo hadden W en H, G geboden met zijn gezin de woning op het bedrijfsterrein te verlaten en werd hem verboden zich nog op het bedrijfsterrein te begeven, is G door zijn ontslag de zeggenschap in de ondernemingen op bestuursniveau volledig ontnomen en dreigt hij hierbij in de algemene vergadering van aandeelhouders als minderheidsaandeelhouder in een benarde positie te geraken. De uittredingsvordering werd dus gehonoreerd, omdat het ontslag als bestuurder tot een degradatie van het aandeelhouderschap leidde in dit specifieke geval. Bij het aangaan van de vennootschap was het de bedoeling dat ieder een gelijke machtsbasis kreeg. Ook indien W en H gegronde redenen hadden om G te ontslaan, neemt dit niet weg dat zij hem op deze wijze tevens ten zeerste in zijn aandeelhouderschap troffen, en daar gaat het in casu om, niet om de kwestie van schuld of onschuld. In dat kader oordeelt de Ondernemingskamer dat de vraag of het gegeven ontslag als statutair bestuurder van de vennootschap al dan niet terecht is gegeven geen beantwoording behoeft omdat, ongeacht het antwoord op die vraag, dit ontslag kan gelden als gedraging in de zin van artikel 2:343 lid 1 BW. De rechtbank Rotterdam heeft geoordeeld dat uittreding gerechtvaardigd is in een geval waarin tussen broer A en J meningsverschillen waren ontstaan over de bedrijfsvoering en de wederzijdse inzet ten aanzien van de onderneming. 39 Tevens verkreeg A een meerderheidsbelang in de onderneming. Deze bijzondere positie bracht volgens de rechtbank mee dat A als bestuurder en meerderheidsaandeelhouder de nodige zorgvuldigheid moest betrachten bij beslissingen van de vennootschap waardoor J niet in zijn belangen zou kunnen worden geschaad. Omdat er fricties in de samenwerking zijn ontstaan, J als bestuurder is ontslagen, de dividendpolitiek is gewijzigd, J veelvuldig heeft aangedrongen op oplossingen en J de aandelen niet zomaar aan een derde kon verkopen, aangezien dit voor derden niet erg interessant is, heeft de rechtbank geoordeeld dat J door de gedragingen van A in een zodanig benarde situatie verkeert dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet 38 Rb. Den Bosch 10 mei 1996, JOR 1996/26 (Hooymans) en OK 20 november 1997, JOR 1998/26 (Hooymans). 39 Rb. Rotterdam 13 december 2006, JOR 2007/86 (Van Huizen). 15

16 meer van hem kan worden gevergd. Conclusie hieruit is derhalve dat gewijzigde machtsverhoudingen een voldoende grond voor uittreding zijn. 40 De rechtbank Zutphen heeft geoordeeld dat een vordering tot uittreding ongegrond was. 41 In dit geval ging het om aandeelhouder D die zich beklaagde over het feit dat hij ontslagen was als directeur, er geen dividend werd uitgekeerd en dat er onvoldoende informatievoorziening was. De rechtbank oordeelde (evenals in de Hooymans zaak) dat de vraag of het ontslag als bestuurder aan D al dan niet terecht was gegeven geen beantwoording behoeft, omdat, ongeacht het antwoord op die vraag, dit ontslag kan gelden als gedraging in de zin van artikel 2:343 lid 1 BW. Echter, het enkele ontslag van een statutair directeur/minderheidsaandeelhouder leidt slechts onder bijkomende zwaarwegende omstandigheden tot een verplichting van de overige aandeelhouder(s) om de aandelen van de directeur over te nemen. Tevens is niet gebleken van een zeer ongunstig dividendbeleid en had D geen aanspraak meer op informatie, omdat dit alleen aan hem in zijn functie als directeur verstrekt moest worden. Er bleef dus een ontslag van D als bestuurder sec over en dat was niet voldoende om een uittreding te rechtvaardigen. De rechtbank s-gravenhage heeft ook geoordeeld dat een vordering tot uittreding ongegrond was. 42 Het ging in deze casus om R die stelde in zijn belangen te zijn geschaad, omdat hij als bestuurder was ontslagen, welk ontslag niet met de tegenover hem in acht te nemen maatstaven van redelijkheid en billijkheid ex artikel 2:8 BW was geschied, en dat hij daardoor een beknelde minderheidsaandeelhouder was geworden. De rechtbank oordeelt dat een enkel handelen in strijd met de tussen partijen geldende redelijkheid en billijkheid niet voldoende is voor een uittredingsvordering. De rechtbank acht het wel duidelijk dat R in zijn belangen is geschaad, maar deze belangenschending is niet van dien aard dat het voortduren van het aandeelhouderschap niet van R kan worden gevergd. Daarbij speelt, naast de zeer beperkte omvang van het aandelenpakket en het belang daarvan voor R, een belangrijke rol dat de overige aandeelhouders onweersproken hebben aangevoerd dat de rol die R vervulde bescheiden was en niet meer tijd vergde dan ongeveer twee dagen per jaar. De rechtbank Noord-Holland heeft ook een afwijzend oordeel over een uittredingsvordering geveld. 43 In dit geval is aandeelhouder M van mening dat zij door schadelijke gedragingen van twee mede-aandeelhouders, bestaande uit de voordracht van en instemming met het 40 Noot van Bulten bij Rb. Rotterdam 13 december 2006, JOR 2007/86 (Van Huizen). 41 Rb. Zutphen, 25 april 2012, JOR 2012/179 (Ruitenberg Ingredients). 42 Rb. s-gravenhage, 23 mei 2012, JOR 2012/246 (Emba). 43 Rb. Noord-Holland, 8 mei 2013, JOR 2013/

17 ontslagbesluit van M als bestuurder van de vennootschap en de wijze waarop de vennootschap het medebestuur van M heeft beëindigd, grond voor uittreding is. De rechtbank oordeelt, in lijn met de rechtbank Zutphen hiervoor, 44 dat het enkele feit dat M door haar mede-aandeelhouders is ontslagen als bestuurder niet betekent dat het voortduren van haar aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van haar kan worden gevergd. Daarvoor zijn bijkomende zwaarwegende omstandigheden vereist, die door M niet zijn gesteld. Tevens faalt het betoog van M dat het ontslagbesluit ertoe heeft geleid dat haar, aangezien de aandelenverhouding (één derde versus twee derde), iedere wezenlijke invloed op aandeelhoudersniveau is ontnomen. Het ontslagbesluit heeft immers geen wijziging gebracht in de bestaande aandelenverhouding Ongerechtvaardigde dividendpolitiek De volgende categorie behelst een gewijzigde, ongerechtvaardigde, dividendpolitiek. Hierbij moet gedacht worden aan het geval dat de meerderheid van de aandeelhouders besluit geen winst meer uit te keren, maar die toe te voegen aan de reserves of aan het uitkeren van bonussen aan slechts een deel van de aandeelhouders. De rechtbank Rotterdam heeft een uittredingsvordering gegrond verklaard, waarbij het ging om een vennootschap waarin M Sr, M Jr en nog drie andere leden van de familie de aandelen hielden. 45 M Sr en M Jr hielden de meerderheid van de aandelen. Beide keerden hoge bedragen aan bonussen aan zichzelf uit, aangezien zij ook werkzaamheden hadden verricht voor de vennootschap, maar deze bedragen stonden niet in verhouding tot het bedrag dat de overige kleine aandeelhouders kregen. Deze kleine aandeelhouders waren het niet eens met deze politiek en wensten dat hun aandelen werden overgenomen door M Sr en M Jr. Mede omdat M Sr en M Jr niet meewerkten aan het beantwoorden van vragen over de waarde van de vennootschap was de rechtbank van mening dat de uittredingsvordering gerechtvaardigd was. De rechtbank Rotterdam oordeelde in een situatie waarin de meerderheidsaandeelhouder bewerkstelligde dat niet langer een riant dividend werd uitgekeerd, terwijl hij wist dat zijn broer (minderheidsaandeelhouder) dit nodig had om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien, dat dit (mede) een grond was voor uittreding Rb. Zutphen, 25 april 2012, JOR 2012/179 (Ruitenberg Ingredients). 45 Rb. Rotterdam 5 november 1998, JOR 1998/28 (Sobi/Metz). 46 Rb. Rotterdam 13 december 2006, JOR 2006/86 (Van Huizen). 17

18 Vervolgens heeft de rechtbank Rotterdam een uittreding gegrond geacht in verband met de lange periode waarin de winsten volledig zijn gereserveerd en deze aandeelhouder daarover niet goed is geïnformeerd, het feit dat er geen of onvoldoende informatie van de andere aandeelhouders of de vennootschap kan worden verkregen en alle betrokken partijen menen dat de huidige situatie onwenselijk is. 47 De aandelen van de eisende aandeelhouder moesten dus overgenomen worden door de overige aandeelhouders. De rechtbank Zutphen heeft geoordeeld dat er geen grond voor uittreding bestond in een situatie waarin een ernstig en blijvend verstoorde verhouding tussen aandeelhouders was ontstaan, een gewijzigde dividendpolitiek en het uitroken en leeghalen van de vennootschap. 48 De rechtbank merkt op dat toewijzing van een uittredingsvordering het ingrijpende gevolg heeft dat mede-aandeelhouders tegen hun zin worden gedwongen om de aandelen van de minderheidsaandeelhouder over te nemen, waarna dus niet al te lichtvaardig over een dergelijk ingrijpende maatregel kan worden besloten. Zij oordeelt dan ook dat er in casu onvoldoende grond aanwezig is voor toewijzing van de uitredingsvordering, omdat deze situatie niet bewezen kon worden. Recentelijk heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld dat een uittredingsvordering ongegrond was. 49 Het ging hierbij om een vennootschap met drie aandeelhouders, waarbij iedere aandeelhouder een evenredig deel houdt. De eiser voert aan dat hij feitelijk buiten de deur is gemanoeuvreerd tijdens een gesprek met de mede-aandeelhouders, waarbij hem is medegedeeld dat voor hem geen plaats was als adviseur maar alleen als aandeelhouder, dat hij wordt uitgerookt omdat aan een mede-aandeelhouder een vergoeding is verstrekt, en dat hij zich een beknelde minderheidsaandeelhouder voelt, omdat hij machteloos staat tegenover afgestemd stemgedrag van de mede-aandeelhouders die de besluitvorming in de BV in de hand hebben. De rechtbank oordeelde dat het niet toekennen van een rol als adviseur niet bewezen kan worden, omdat eiser zelf niet langer operationeel betrokken wilde blijven, zij geen aanwijzingen ziet dat eiser uitgerookt zal worden en dat er geen bewijs is van afgestemd stemgedrag. 47 Rb. Rotterdam, 28 maart 2012, HA-ZA Rb. Zutphen 9 november 2011, LJN BU Rb. Den Haag, 30 april 2014, JOR 2014/

19 3.4.2 Concurrentie Volgens de rechtspraak en tevens de memorie van toelichting kan ook concurrentie met de vennootschap een grond voor uittreding zijn. 50 Dit was het geval in een arrest van de Ondernemingskamer, waarbij zij oordeelde dat het concurreren van een aandeelhouder, tevens bestuurder, met de vennootschap een schadelijke gedraging is en daarmee een valide grond voor uittreding. 51 Het ging hier om aandeelhouder R die, zelfs voordat de samenwerking beëindigd werd, concurrerende activiteiten ontwikkelde. De Ondernemingskamer was van mening dat dit schade opleverde voor zowel de vennootschap als voor de andere aandeelhouder L en dat dit in strijd is met de redelijkheid en billijkheid die R jegens de vennootschap en L in acht behoorde te nemen Verwijtbaar onrechtmatig handelen In deze categorie van omstandigheden gaat het om onrechtmatig handelen door een medeaandeelhouder, zoals in strijd met een wettelijke plicht, een inbreuk op een recht of hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dit levert onrechtmatigheid op in de zin van 6:162 lid 2 BW, wat dan aan de mede-aandeelhouder wordt toegerekend, in die zin dat hij de aandelen moet overnemen van de eisende aandeelhouder. 52 Tot op heden is hieromtrent maar één zaak bekend. 53 De rechtbank Utrecht heeft de uittredingsvordering toegekend in de situatie waarin aandeelhouder A wilde uittreden, omdat hij dermate diep geraakt was door persoonlijke verwijten van aandeelhouder B dat hij de relatie diepgaand en blijvend verstoord achtte, mede omdat hij ook nog is ontslagen. 54 Volgens de rechtbank zijn relevant de gedragingen van B in relatie tot het ontslag van A, waarbij vast staat dat B het functioneren van A op niet mis te verstane wijze in twijfel heeft getrokken. Hierdoor werd A zodanig in zijn rechten en belangen geschaad, dat in redelijkheid geen voortzetting van zijn aandeelhouderschap kon worden gevergd. Indien de gedaagde aandeelhouder onrechtmatig jegens de eisende aandeelhouder heeft gehandeld kan er, naast de vordering tot uittreding, ook een vordering tot schadevergoeding op grond van artikel 6:126 BW worden ingesteld. Een bespreking van deze vordering gaat echter het bereik van deze scriptie te buiten Kamerstukken II , nr. 3 (MvT), p OK16 maart 1995, JOR 1996/54 (Ramp/Lensen). 52 Bulten 2011, p Rb. Utrecht 25 juni 2008, JOR 2008/228 (Sign Top). 54 Rb. Utrecht 25 juni 2008, JOR 2008/228 (Sign Top). 55 Kamerstukken I , nr. 57c, p. 3 (MvA). 19

20 3.4.4 Gedrag in strijd met vennootschapsrechtelijke regels Tot slot de categorie waarin het gedrag van de aandeelhouder of de vennootschap in strijd is met de vennootschapsrechtelijke regels welke zijn opgenomen in de wet of de statuten. Zo heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat een grootaandeelhouder onzorgvuldig jegens een minderheidsaandeelhouder handelt, indien de vergader- en informatierechten niet nageleefd worden. 56 De minderheidsaandeelhouder kan in dat geval ook kiezen voor het vernietigen van het onredelijke besluit, maar dat is maar een tijdelijke oplossing, waardoor de aandeelhouder nog niet uit zijn benarde positie kan komen. De Ondernemingskamer heeft geoordeeld dat het handelen van een mede-aandeelhouder in strijd met de redelijkheid en billijkheid van artikel 2:8 BW een gerechtvaardigde uittredingsgrond kan zijn, zeker in het kader van een vennootschap bestaande uit een meerderheidsaandeelhouder en een minderheidsaandeelhouder. 57 Van den Ingh geeft in zijn noot bij dit arrest wel aan dat de Ondernemingskamer beter buiten de discussie van het bereik van artikel 2:8 BW had kunnen blijven door simpelweg te toetsen aan het criterium van artikel 2:343 lid 1 BW. De rechtbank Amsterdam heeft in een zaak geoordeeld dat een uittreding gegrond is in verband met de slechte verstandhouding tussen de twee aandeelhouders A en B. 58 B negeert bepalingen die zijn neergelegd in de statuten en in een aandeelhoudersovereenkomst en bestuurt de vennootschap zonder A hierbij te betrekken. Bovendien maakt B de belangen van A in het bedrijf stelselmatig ondergeschikt aan haar eigen belangen. Omdat A in een benarde positie zit en niet te verwachten valt dat de situatie in de toekomst zal veranderen, is volgens de rechtbank de vordering tot overname van de aandelen door B toewijsbaar. Recentelijk heeft de rechtbank Noord-Holland een uittredingsvordering toegekend. 59 Het ging om een vennootschap waarin beide aandeelhouders 50% van de aandelen bezitten. De eiser had de uittredingsvordering ingesteld tegen de mede-aandeelhouder en tegen de vennootschap. De mede-aandeelhouder verstrekte steeds geen noodzakelijke informatie aan de eiser en blokkeerde ook jarenlang besluiten tot uitkering van dividend. De rechtbank concludeert dat de relatie tussen de aandeelhouders ernstig is verstoord, waarbij de eiser zodanig in zijn rechten en belangen is geschaad dat het voortduren van het 56 OK 16 mei 1991, NJ 1992, 203 (Van Baarsen/Van Vliet). 57 OK 16 maart 1995, JOR 1996/54 (Ramp/Lensen) mt nt. Van den Ingh. 58 Rb. Amsterdam 3 juni 2009, LJN BL Rb. Noord-Holland 5 februari 2014, JOR 2014/

21 aandeelhouderschap in redelijkheid niet meer van hem kan worden gevergd. De rechtbank voegt hier nog aan toe dat aandeelhouders zich jegens elkaar moeten gedragen naar hetgeen door de redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd. Met betrekking tot de vordering tegen de vennootschap oordeelde de rechtbank dat niet noodzakelijk is dat de schadelijke gedragingen aan de vennootschap zelf kunnen worden toegerekend; een veroordeling van de vennootschap kan ook worden gegrond op gedragingen van een aandeelhouder. De vordering tegen de vennootschap wordt voorwaardelijk toegewezen, in die zin dat de vennootschap gehouden zal zijn tot overname van de aandelen, indien de mede-aandeelhouder niet binnen een maand na het in deze procedure te wijzen eindvonnis de desbetreffende aandelen heeft overgenomen tegen een door de rechtbank vast te stellen prijs. Uit deze uitspraken wordt duidelijk dat er telkens gekeken moet worden naar de omstandigheden van het geval. Wanneer zijn er bijkomende zwaarwegende omstandigheden vereist, maakt het een verschil of een aandeelhouder een minderheidsaandeelhouder is of acht de rechter de casus soms simpelweg te minnetjes om de uittredingsvordering toe te wijzen? Deze vragen zullen in de volgende paragraaf nader geanalyseerd worden. 3.5 Analyse van de omstandigheden naar aanleiding van de rechtspraak en de categorisering Bijkomende zwaarwegende omstandigheden In de meeste gevallen gaat het om gewijzigde omstandigheden binnen de vennootschap door bijvoorbeeld het ontslag van een aandeelhouder, tevens bestuurder, of een gewijzigde dividendpolitiek. Kernpunt is dat er verstoorde verhoudingen binnen de vennootschap zijn ontstaan waarbij een (minderheids)aandeelhouder uit deze benarde positie wil komen. Uit deze gevallen kan afgeleid worden dat het ging om schrijnende gevallen waarin een voortduren van het aandeelhouderschap niet langer van deze aandeelhouder gevergd kon worden. Slechts in die gevallen waarin het ging om, bijvoorbeeld, een ontslag van een aandeelhouder uit zijn bestuursfunctie zonder aanvullende problematische omstandigheden, dan wel met weinig ernstige bijkomende omstandigheden, was een uittreding niet gerechtvaardigd. In die gevallen hebben de rechtbank Zutphen 60 en de rechtbank Noord- Holland 61 het criterium bijkomende zwaarwegende omstandigheden aangehaald. Zo noemt de rechtbank Zutphen dat het niet onbelangrijk is dat minderheidsaandeelhouder D niet heeft 60 Rb. Zutphen, 25 april 2012, JOR 2012/179 (Ruitenberg Ingredients). 61 Rb. Noord-Holland, 8 mei 2013, JOR 2013/

22 weersproken dat het aandeelhouderschap en het bestuurderschap binnen de vennootschap niet onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en dat dit ook nooit de bedoeling van partijen is geweest. Wellicht doelt de rechtbank op de Hooymans casus waarbij bij het starten van de vennootschap reeds een bepaalde machtsbasis is overeengekomen en het aandeelhouderschap en het bestuurderschap wel onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Indien D dit wel zou weerspreken, en dus zou betogen dat het de bedoeling van partijen is geweest dat het aandeelhouderschap en het bestuurderschap zodanig met elkaar verbonden was dat ontslag uit de bestuursfunctie een degradatie van zijn aandeelhouderschap zou zijn, zou de uittredingsvordering misschien wel op zijn plaats zijn. Of dient er in iedere casus toch een zekere mate van verwijtbaarheid aan de orde te zijn? Element van verwijtbaarheid Aangegeven is dat er geen element van verwijtbaarheid aan de uittredingsvordering ten grondslag behoeft te liggen en dat iedere gedraging, alsmede schade aan elk belang, een grond voor uittreding kan zijn. Echter, de meeste categorieën, zoals concurrentie, verwijtbaar onrechtmatig handelen, gedrag in strijd met de vennootschapsrechtelijke regels en de subcategorie ongerechtvaardigde dividendpolitiek impliceren toch een soort verwijtbaarheid aan de mede-aandeelhouder(s). Immers, je start met opzet concurrerende activiteiten jegens de vennootschap, je handelt opzettelijk onrechtmatig jegens een mede-aandeelhouder, je negeert opzettelijk de vennootschapsrechtelijke regels en je frustreert opzettelijk de dividendpolitiek. In dat opzicht kan gesteld worden dat het niet altijd volstaat een uittreding te rechtvaardigen, vooral niet in deze categorieën, op een grond die niet aan de medeaandeelhouder te verwijten is, maar puur op persoonlijke gronden is gestaafd. Er is dus vaak toch een soort verwijtbaar handelen te bespeuren. Zo geeft Bulten aan dat het moeilijk te begrijpen is dat als de overige aandeelhouders geen blaam treft, zij zich toch gedwongen kunnen zien de aandelen van een ander over te nemen, waarbij zij mogelijk ook nog diep in de buidel moeten tasten en gedwongen worden te betalen. Ook zij geeft aan dat er toch een zekere mate van verwijtbaarheid aanwezig zou moeten zijn. 62 Zoals eerder is opgemerkt heeft Van den Ingh dit in het verleden ook betoogd. 63 Vaak is de moeilijke positie waarin de ene aandeelhouder zich bevindt toch een gevolg van het verwijtbaar handelen van de andere aandeelhouder. Maar indien dit niet zo is, dan kan het volgens Bulten niet zo zijn dat een aandeelhouder al naar gelang zijn eigen 62 Bulten 2011, p. 79 en Noot van Van den Ingh bij OK 20 november 1997, JOR 1998/26 (Hooymans). 22

Statutair bestuurder, tevens aandeelhouder kan tegen zijn wil en in strijd met aandeelhoudersovereenkomst ontslagen worden

Statutair bestuurder, tevens aandeelhouder kan tegen zijn wil en in strijd met aandeelhoudersovereenkomst ontslagen worden Statutair bestuurder, tevens aandeelhouder kan tegen zijn wil en in strijd met aandeelhoudersovereenkomst ontslagen worden Author : gvanpoppel Statutair bestuurder, tevens aandeelhouder kan tegen zijn

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

De mogelijkheden voor vergoeding van afgeleide schade verruimd

De mogelijkheden voor vergoeding van afgeleide schade verruimd De mogelijkheden voor vergoeding van afgeleide schade verruimd M r. A. E. G o o s s e n s * 1 Inleiding Als de vennootschap schade lijdt, zal de aandeelhouder bijna altijd te maken krijgen met een waardedaling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 274 Wet van 18 juni 2012 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inzake het voorstel van wet Herziening van de regels over toegelaten instellingen

Nadere informatie

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 14 oktober 2011 Referentie: B2011.51 Betreft:

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Prijsbepaling van effecten bij de geschillenregeling in het vennootschapsrecht - De prijs van de vrijheid

Prijsbepaling van effecten bij de geschillenregeling in het vennootschapsrecht - De prijs van de vrijheid Prijsbepaling van effecten bij de geschillenregeling in het vennootschapsrecht - De prijs van de vrijheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Relevante wetsartikelen Boek 2 BW 1. Gedragsregel; redelijkheid en billijkheid Art. 8

Relevante wetsartikelen Boek 2 BW 1. Gedragsregel; redelijkheid en billijkheid Art. 8 Relevante wetsartikelen Boek 2 Burgerlijk Wetboek Bijlage 5 Relevante wetsartikelen Boek 2 BW 1 Gedragsregel; redelijkheid en billijkheid Art. 8 1. Een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en

Nadere informatie

De nieuwe geschillenregeling

De nieuwe geschillenregeling De nieuwe geschillenregeling Volgende keer beter? Naam : Dennis Hermans ANR : 744771 Studierichting : Master Rechtsgeleerdheid Datum : 6 juli 2012 : 14.00 15.00 uur Examencommissie : Mw. mr. M.I. Zeldenrust-Visch

Nadere informatie

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap]

Overeenkomst van (ver)koop van aandelen. [naam vennootschap] Overeenkomst van (ver)koop van aandelen in [naam vennootschap] Tussen: 1. [Statutaire naam], statutair gevestigd en kantoorhoudende te [plaatsnaam] aan de [adres], hier rechtsgeldig vertegenwoordigd door

Nadere informatie

De waardering van aandelen in de geschillenregeling

De waardering van aandelen in de geschillenregeling Universiteit van Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Masterscriptie De waardering van aandelen in de geschillenregeling Een analyse naar de waardering van aandelen in de geschillenregeling in relatie

Nadere informatie

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen.

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen. 32 512 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht in verband met de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen van bestuurders en dagelijks beleidsbepalers

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

AANDEELHOUDERSGESCHILLEN: WAT KUNT U DOEN ALS SAMENWERKING VERANDERT IN TEGENWERKING?

AANDEELHOUDERSGESCHILLEN: WAT KUNT U DOEN ALS SAMENWERKING VERANDERT IN TEGENWERKING? AANDEELHOUDERSGESCHILLEN: WAT KUNT U DOEN ALS SAMENWERKING VERANDERT IN TEGENWERKING? 1. VAN SAMENWERKING NAAR TEGENWERKING 1.1 Als ondernemer kunt u allerlei samenwerkingsverbanden aangaan. In dat geval

Nadere informatie

De nieuwe Flex-BV. September 2012

De nieuwe Flex-BV. September 2012 De nieuwe Flex-BV September 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten aansprakelijk

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 8 september 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Onderwerpen Faillietverklaring versus Turboliquidatie Uitspraken HR personenvennootschappen Uitspraken Rechtbank wettelijke geschillenregeling

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht 11 e Handelsmissie Zaken doen met de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht Vrijdag 7 mei 2010 Avila Hotel, Curaçao Mr. K. Frielink 14.50 15.15 uur Er zal op

Nadere informatie

Enkele aspecten van de (on)mogelijkheid tot het vorderen van afgeleide schade

Enkele aspecten van de (on)mogelijkheid tot het vorderen van afgeleide schade Enkele aspecten van de (on)mogelijkheid tot het vorderen van afgeleide schade M r. S. S c h m e e t z * Inleiding Het leerstuk van de afgeleide schade behandelt de vraag of aandeelhouders vergoeding van

Nadere informatie

De gedwongen aankoop of verkoop van aandelen

De gedwongen aankoop of verkoop van aandelen De gedwongen aankoop of verkoop van aandelen Mrs. Sofie Vanhaeren Advocaat sofie.vanhaeren@argusadvocaten.be Indien er blijvende geschillen tussen vennoten ontstaan kunnen één of meerdere vennoten het

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen

RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen Algemeen Op 1 januari 2014 is de Wet tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie?

Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie? Vennootschappelijk belang en instructierecht: een (on)gelukkige combinatie? Prof. mr. drs. I.S. Wuisman Mr. dr. R.A. Wolf Leiden Revisited, 9 september 2014 Programma Introductie; Statutair instructierecht;

Nadere informatie

32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête

32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête T WEEDE K AMER DER STATEN- 2 G ENERAAL Vergaderjaar 2010-2011 32 887 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van het recht van enquête Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

NEWSLETTER December 2012

NEWSLETTER December 2012 Cadanz BVBA/SPRL RPR/RPM BE 0807.929.727 Bischoffsheimlaan 36 1000 Brussels Belgium Tel.: +32 2 210 02 75 Fax.: +32 2 210 02 89 www.cadanz-law.com NEWSLETTER December 2012 VETO-RECHTEN BINNEN DE RAAD VAN

Nadere informatie

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ

De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ De statutair bestuurder is beter af met de nieuwe WWZ Author : gvanpoppel Voor werknemers die statutair bestuurder zijn, gelden vaak andere regels bij onder meer ontslag, dan voor 'normale' werknemers.

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht. Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van

Nadere informatie

De verbeterde geschillenregeling: meer potentieel dan wellicht wordt gedacht

De verbeterde geschillenregeling: meer potentieel dan wellicht wordt gedacht De verbeterde geschillenregeling: meer potentieel dan wellicht wordt gedacht H.T. Verhaar Inleiding Op 1 oktober 2012 treedt de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (Wet flex-bv) 1 in werking.

Nadere informatie

De uitstoting van een aandeelhouder op grond van artikel 2:336 BW; nieuwe jurisprudentie

De uitstoting van een aandeelhouder op grond van artikel 2:336 BW; nieuwe jurisprudentie De uitstoting van een aandeelhouder op grond van artikel 2:336 BW; nieuwe jurisprudentie M r. M. J. U b b e n s * Inleiding Op 24 maart 2010 heeft de Rechtbank Den Haag een aandeelhouder veroordeeld tot

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284

ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 ECLI:NL:CRVB:2007:BA2284 Instantie Datum uitspraak 28-03-2007 Datum publicatie 05-04-2007 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 04-5151 WAO Bestuursrecht

Nadere informatie

Aansprakelijkheid commissarissen

Aansprakelijkheid commissarissen 1 november 2012 Aansprakelijkheid commissarissen Suzan Winkels-Koerselman Turnaround Advocaten Een klein, modern en gespecialiseerd advocatenkantoor Digitaal dossier Wij bieden de inzet van ervaren onafhankelijke

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ANTWOORD IN INCIDENT. in de zaak van:

CONCLUSIE VAN ANTWOORD IN INCIDENT. in de zaak van: Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer: 406064 C/16 2015/1013 Zitting: 30 december 2015 CONCLUSIE VAN ANTWOORD IN INCIDENT in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PROPERTIZE

Nadere informatie

College Uitkoop, uittreding en gedwongen overdracht

College Uitkoop, uittreding en gedwongen overdracht College Uitkoop, uittreding en gedwongen overdracht mr. S. van de Griek Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 9 maart 2010 van 19.00-20.30 uur Uitkoop 1. Een voorbeeld: in een vennootschap houdt

Nadere informatie

BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1. Artikel 2 MD/817570.001

BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1. Artikel 2 MD/817570.001 MD/817570.001 Doorlopende tekst van de administratievoorwaarden van de te Den Haag gevestigde stichting: Stichting Administratiekantoor Ren part Vastgoed, kantoorhoudende te 2514 JS 's-gravenhage, Nassaulaan

Nadere informatie

Positie minderheidsaandeelhouder niet benijdenswaardig De positie van de minderheidsaandeelhouder.

Positie minderheidsaandeelhouder niet benijdenswaardig De positie van de minderheidsaandeelhouder. Positie minderheidsaandeelhouder niet benijdenswaardig De positie van de minderheidsaandeelhouder. Hoewel de praktijk dit niet altijd bevestigt, zijn de aandeelhouders - de uiteindelijke eigenaren van

Nadere informatie

IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT. Mr. F. Veenstra

IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT. Mr. F. Veenstra IMPASSEZAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BINNEN HET ENQUÊTERECHT Mr. F. Veenstra Kluwer - Deventer - 2010 Uitgebreide inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Inleiding 1 1.1 Onderwerp en probleemstelling 1 1.2 Aanleiding

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN: Vennootschap :. B.V. (hierna te noemen: de vennootschap ) gevestigd te :.

NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN: Vennootschap :. B.V. (hierna te noemen: de vennootschap ) gevestigd te :. NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN: Vennootschap :. B.V. (hierna te noemen: de vennootschap ) gevestigd te :. gehouden op : 201 te : PRESENTIELIJST AANDEELHOUDERS/ OVERIGE VERGADERGERECHTIGDEN / BESTUURDERS

Nadere informatie

Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort

Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort Statuten van Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen A ANNO12, gevestigd te Amersfoort Naam en zetel. Artikel 1. 1. De stichting draagt de naam: Stichting Administratiekantoor van gewone aandelen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve12000040 201102012/1/V2. Datum uitspraak: 13 december 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF ONDERNEMINGSRECHT

NIEUWSBRIEF ONDERNEMINGSRECHT NIEUWSBRIEF ONDERNEMINGSRECHT nr.15, april 2015 DISCLAIMER Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van KienhuisHoving N.V. mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in

Nadere informatie

Klik om de s+jl te bewerken

Klik om de s+jl te bewerken Derde niveau Presenta+e Vierde niveau Mr D.E.A.F. Aertssen Masterclass NASH 22 mei 2013 6411 ET, Nederland 6221 BT, Nederland 1 Slide 1 Inleiding Aansprakelijkheid bestuurder wegens onjuiste toepassing

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

BESLUIT. 3. Bij besluit van 4 april 2003, kenmerk 3444/3, (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3444/12 Betreft zaak: 3444/ Halbertsma Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkverklaring van het

Nadere informatie

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates (On)gelijkheid van aandeelhouders Updates TvOB- symposium 13 maart 2015 mr. dr. R.A. (Rogier) Wolf Steins Bisschop & Schepel Universiteit Leiden Universiteit Maastricht (ICGI) Wat gaan we doen? 1. Update

Nadere informatie

College Uitkoop, Uittreding, Gedwongen Overdracht en Enquête

College Uitkoop, Uittreding, Gedwongen Overdracht en Enquête College Uitkoop, Uittreding, Gedwongen Overdracht en Enquête Mr. K. Frielink Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 28 april 2009 van 19.00-21.00 uur Uitkoop 1. Big fish, eats small fish of squeeze

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 01-03-2011 Zaaknummer 186739 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 17/1388 Wtra AK van 9 maart 2018 van X B.V., gevestigd te [plaats1], vertegenwoordigd door [A], K

Nadere informatie

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016

Uw nummer (letter): 2016/ Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: Willemstad, 20 juli 2016 Aan De Minister van Economische Ontwikkeling De heer E. Rhuggenaath AmiDos Building, Pletterijweg 43 Curaçao Uw nummer (letter): 2016/018577 Uw brief van: 29 juni 2016 Ons nummer: 20072016.01 Willemstad,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN

ALGEMENE VOORWAARDEN ALGEMENE VOORWAARDEN Van de besloten vennootschap KlasseStudent B.V. Statutair gevestigd te Nieuwegracht 1 3512 LB Utrecht, Nederland Contact Nieuwegracht 1 3512 LB Utrecht info@klassestudent.nl T: +31(0)6-33

Nadere informatie

C/13/555974 / HA ZA 13-1827 28 oktober 2015 8 oordeel dat met deze uitingen sprake was van misleidende publieke berichtgeving. VEB en de stichting stellen dat door deze uitingen de gedupeerde beleggers

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

TUSSEN FLEXIBILITEIT EN RECHTSZEKERHEID: PRIJSVASTSTELLING BIJ AANDEELHOUDERSGESCHILLEN

TUSSEN FLEXIBILITEIT EN RECHTSZEKERHEID: PRIJSVASTSTELLING BIJ AANDEELHOUDERSGESCHILLEN TUSSEN FLEXIBILITEIT EN RECHTSZEKERHEID: PRIJSVASTSTELLING BIJ AANDEELHOUDERSGESCHILLEN Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechterlijke toetsing van prijsbepalingsregels in de rechtstelsels van Nederland,

Nadere informatie

CERTIFICATEN VAN AANDELEN

CERTIFICATEN VAN AANDELEN CERTIFICATEN VAN AANDELEN Webinar Law at Web 8 juni 2015 mr. dr. R.A. (Rogier) Wolf advocaat Steins Bisschop & Schepel universitair docent Universiteit Leiden en Universiteit Maastricht 1 PLAN VAN BEHANDELING

Nadere informatie

Aan dtkv. Uw nummer (letter): 2012/ Uw brief van: 30 nov 2012 Ons nummer: Willemstad, 7 december Afd:

Aan dtkv. Uw nummer (letter): 2012/ Uw brief van: 30 nov 2012 Ons nummer: Willemstad, 7 december Afd: Aan dtkv de Raad van Ministers de Minister van Financiën Dr. Jose Jardim Fort Amsterdam z/n Alhier Uw nummer (letter): 2012/072398 Uw brief van: 30 nov 2012 Ons nummer: 07122012.1 Willemstad, 7 december

Nadere informatie

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014

Datum 10 juni 2014 Betreft Behandeling WWZ, schriftelijke reactie op voorstel VAAN d.d. 2 juni 2014 > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

Positie bestuurder. Benoeming, ontslag en bevoegdheden. Marie-Louise van Kalmthout, advocaat Matthijs van Rozen, notaris

Positie bestuurder. Benoeming, ontslag en bevoegdheden. Marie-Louise van Kalmthout, advocaat Matthijs van Rozen, notaris Benoeming, ontslag en bevoegdheden Marie-Louise van Kalmthout, advocaat Matthijs van Rozen, notaris 20 mei 2014 Invloed wetswijzigingen op bestaande statuten Wet Flex B.V. op 1 oktober 2012 Wet bestuur

Nadere informatie

Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012. Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen

Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012. Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012 Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen 1. Redenen voor wijziging tekst 2004: vooral Nederlandse

Nadere informatie

De structuur van een besloten of naamloze

De structuur van een besloten of naamloze Nr. 40 / maart 2000 DOSSIER 66 MR. C.L.H. RITSEMA Fusie of splitsing en aandeelhouders: in de maag gesplitste structuurwijzigingen? De structuur van een besloten of naamloze vennootschap kan naar aanleiding

Nadere informatie

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Rechtspersonenrecht Deel II De naamloze en besloten vennootschap Derde druk Bewerkt door: Mr. G. van Solinge Hoogleraar aan

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: 19 oktober 2010 De Minister van Veiligheid en Justitie Mr. I.W. Opstelten Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, Graag doe ik u het standpunt van de Commissie vennootschapsrecht

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig

Nadere informatie

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: (1) [ ] B.V., gevestigd en kantoorhoudende te [ ], hierna te noemen "[ ], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer; (2) [ ] B.V., gevestigd en

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

Aan dtkv. Uw nummer (letter): 2012/37880 Uw brief van: 5 juli 2012 Ons nummer: Willemstad, 11 juli Afd:

Aan dtkv. Uw nummer (letter): 2012/37880 Uw brief van: 5 juli 2012 Ons nummer: Willemstad, 11 juli Afd: Aan dtkv de Raad van Ministers de Minister van Algemene Zaken de heer G. Schotte Fort Amsterdam z/n Alhier Uw nummer (letter): 2012/37880 Uw brief van: 5 juli 2012 Ons nummer: 11072012.1 Willemstad, 11

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:707

ECLI:NL:RBMNE:2016:707 ECLI:NL:RBMNE:2016:707 Instantie Datum uitspraak 09-02-2016 Datum publicatie 16-02-2016 Zaaknummer 14/6285 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht

Nadere informatie

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ;

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ; AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (NAAM), gevestigd en kantoorhoudende te (postcode) te (PLAATS), aan de (STRAAT & HUISNUMMER), ten

Nadere informatie

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen)

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen) Advies van de Commissie Vennootschapsrecht inzake de vraagpunten in verband met de voorbereiding van een wetsontwerp over de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht Inleiding 1. De Minister

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606

ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606 ECLI:NL:RBMID:2010:BL5606 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 26-01-2010 Datum publicatie 25-02-2010 Zaaknummer 71324 / KG ZA 10-927 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting. Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V.

Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting. Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V. Voorstel tot juridische fusie inclusief toelichting Voorstel tot fusie NN Paraplufonds 1 N.V. en Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds N.V. De ondergetekende:, een besloten vennootschap met beperkte

Nadere informatie

Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE. Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage.

Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE. Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage. Van de BV en de NV DOOR MR. P. VAN SCHILFGAARDE Hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Groningen en Utrecht Advocaat te 's-gravenhage Negende druk De eerste t/m de vijfde druk van dit boek zijn verschenen

Nadere informatie

A 2014 N 3 (G.T.) PUBLICATIEBLAD

A 2014 N 3 (G.T.) PUBLICATIEBLAD A 2014 N 3 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 10 de januari 2014, no. 14/0032, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Eilandsverordening corporate governance. Op voordracht van

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches.

1.2. Het Gerechtshof heeft nagelaten te onderzoeken hoe de Belgische autoriteiten de beschikking hebben gekregen over de deze microfiches. MIDDEL 1 Schending en/of verkeerde toepassing van het Nederlands recht, waaronder mede begrepen schending van enig algemeen beginsel van behoorlijk bestuur en/of verzuim van vormen, waarvan de niet-inachtneming

Nadere informatie

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen.

2. Bij besluit van de d-g NMa van 5 september 2001 (hierna: het bestreden besluit) is de klacht afgewezen. BESLUIT Nummer 2600/ 41 Betreft zaak: Ralet vs CZ en VGZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het bezwaar gericht tegen zijn besluit van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 277 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting en wijzigingen van

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 21 juni 2011

NIEUWSBRIEF 21 juni 2011 MR. J.B.H. THIEL Ondernemingsrechtadviseur NIEUWSBRIEF 21 juni 2011 Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting Op 12 mei 2011 heeft de Koningin aan de Tweede Kamer aangeboden 'een voorstel

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (1 januari 2019). Voor de meest actuele informatie zie https://wetten.overheid.nl/

Nadere informatie

Stichting Administratiekantoor Renpart Vastgoed BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Artikel 2

Stichting Administratiekantoor Renpart Vastgoed BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1 Artikel 2 20150354 1 Doorlopende tekst van de administratievoorwaarden van de stichting: Stichting Administratiekantoor Renpart Vastgoed, statutair gevestigd te Den Haag, zoals deze luiden na wijziging bij akte,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857

Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Noot bij ktr. Utrecht 16 september 2008, BF0857 Z.H. Duijnstee-van Imhoff Published in WR 2009/109, p. 388-390. 1 Noot bij ktr. Utrecht 16 september

Nadere informatie

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij

Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappij Datum 19 juni 2017 Beoordelingskader aanvraag statutenwijziging dochtermaatschappije

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:

ALGEMENE VOORWAARDEN. Artikel 1 Definities. in deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder: ALGEMENE VOORWAARDEN Van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Linkedintoresults B.V., tevens handelend onder de namen Linkedintoresults en LI2R, gevestigd en kantoorhoudende te, aan

Nadere informatie

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling

Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling Stellen en bewijzen in procedures over verplichtstelling 9 september 2015 Alex Ter Horst Advocaat pensioenrecht Achtergrond Indien verplichtstelling van toepassing is leidt dat voor wg en bpf tot allerlei

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 MEI 2011 C.10.0407.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0407.F A. T., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen AXA BELGIUM nv, Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

526C. Vrijetetring van e;q3faitierea.1 an, 280, 2' Wetboek reoistratierechten, B.V. 8914/2006 INZAKE: Mevrouw H. A, wonende te 9070 Destelbergen,

526C. Vrijetetring van e;q3faitierea.1 an, 280, 2' Wetboek reoistratierechten, B.V. 8914/2006 INZAKE: Mevrouw H. A, wonende te 9070 Destelbergen, 526C MCM MET avnefitekeno ArseRRirr - Art. 792 G.W. Vrijetetring van e;q3faitierea.1 an, 280, 2' Wetboek reoistratierechten, B.V. 8914/2006 INZAKE: Mevrouw H. A, wonende te 9070 Destelbergen, Eiseres,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446

ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 ECLI:NL:RBROT:2009:BH4446 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2009 Datum publicatie 03-03-2009 Zaaknummer 265169 / HA ZA 06-1949 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie