RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Agendanummer Registratienummer raad Behorend bij het B&W-advies met registratienummer Moet in elk geval behandeld zijn in de raadsvergadering van de gemeente Purmerend d.d Datum: 31 Maart 2011 Behandeld door: Bart Nootebos Afdeling/Team: Maatschappelijke Ontwikkeling / Beleidsontwikkeling Onderwerp: Plan van aanpak Woonvisie Samenvatting: De woningmarkt is sterk gewijzigd. Nieuwe wet- en regelgeving en de financiële en economische tegenwind van de afgelopen jaren hebben gevolgen gehad voor de woningmarkt. Met het aflopen van de huidige woonvisie (eind 2010) is er daarom behoefte aan een nieuwe woonvisie. In het coalitieakkoord is voorts afgesproken dat we maatschappelijke partners meer gaan betrekken bij de formulering en uitvoering van beleid in Purmerend, onder de noemer nieuwe rolneming. De nieuwe woonvisie zal een van de eerste producten zijn die in die lijn zal worden uitgewerkt. Om die reden leggen we het plan van aanpak voor ter besluitvorming aan de Raad. Opdat er eenstemmigheid is over de opgaven en het proces dat dient te leiden tot een nieuwe woonvisie.

2 Agendanummer: Registratienummer: Onderwerp: Plan van aanpak Woonvisie Purmerend, 31 maart 2011 Aan de gemeenteraad van Purmerend, Inleiding en probleemstelling: Met het aflopen van de woonvisie en het aflopen van de prestatie-afspraken eind 2011 dreigt het ontbreken van grondslag van het college van B&W, voor gesprek met won ing bouwcorporaties. Dit is wel van belang, omdat de woningmarkt sterk is veranderd de afgelopen 5 jaar. De verkoop van woningen is gestagneerd, kredietverstrekking is aan banden gelegd, bouwproductie wordt getemporiseerd, risico's in de markt worden vermeden. In de huursector heeft Europese regelgeving grote gevolgen voor de toegankelijkheid van de woningmarkt voor de categorie > ,-. Feitelijk is er in de koopsector een overschot aan woningen en in de huursector nog altijd sprake van forse schaarste. Parallel hieraan lopen discussies over wat voor stad we willen zijn? Welk beleid zetten we hier als overheid, als maatschappelijke partners en als bedrijven, die actief zijn op de woningmarkt, tegenover? Dat is de uitdaging van deze woonvisie. Immers, het coalitieakkoord van de gemeente Purmerend wil voorkomen dat de overheid soleert in het formuleren van voornemens. Beleid maken dient dus plaats te vinden in samenspraak de partners/partijen die ook "werken aan wonen" in de stad. Maatschappelijke vraagstukken formuleer je samen, aan de hand van kansen en knelpunten in de Purmerendse woningmarkt. Samen begint in zo'n geval bij de basis. Bijgaand plan van aanpak om te komen tot een nieuwe woonvisie is daarom in samenspraak met maatschappelijke partners tot stand gekomen. Een initiatiefgroep met vertegenwoordiging van huurders, de makelaardij, medewerkers van woningcorporaties en de gemeente Purmerend hebben hieraan bijgedragen. In de stap om te komen tot de daadwerkelijke woonvisie verbreedt zich dit van vastgoedontwikkeling tot welzijn en zorg. Oplossingsrichtingen: Het gezamenlijk opstellen van een woonvisie. Met primair betrokken maatschappelijke partners zijn de vraagstukken geformuleerd. Op een redelijk hoog abstractieniveau opdat ze ruimte bieden aan andere partners om ook hun zorgpunten in te brengen. De visie zelf zal bestaan uit het visiegedeelte (A) en een uitvoeringsprogramma (B). De gemeenteraad stelt in deel A de kaders. In deel B zullen deze kaders worden uitgewerkt, waarna de stap wordt gezet naar de uitvoering. In het kader van de nieuwe rolneming is de intentie om de totstandkoming van deel B onder verantwoordelijkheid van de corporaties te laten plaatsvinden. De rol van de gemeente is om dit proces te faciliteren. Het doel is om de maatschappelijke partners en professionals te mobiliseren om uitvoering te geven aan de gezamenlijke doelstelling. Meetbare doelstellingen: Het vaststellen van de woonvisie deel A in het najaar van 2011.

3 Agendanr.: Registratienr: Onderwerp: Plan van aanpak Woonvisie Financiële consequenties: Middelen voor het opstellen van de woonvisie zijn beschikbaar binnen de reserve volkshuisvesting. Hier is voor deel A een bedrag gereserveerd van ,-. Een zelfde bedrag -eveneens met dekking uit de reserve Volkshuisvesting- wordt gereserveerd voor het opstellen van deel B. In deel A wordt een inschatting gemaakt over de gemeentelijke bijdrage aan de uitvoering van de woonvisie. Dit is noodzakelijk omdat er een relatie ligt tussen de inzet van middelen van de diverse partners (w.o. de gemeente) en het ambitieniveau. Communicatie: Naar aanleiding van het plan van aanpak zal er een communicatieplan worden opgesteld door de communicatieadviseurs van gemeente en corporaties. Monitoring/evaluatie: Niet van toepassing op dit Plan van Aanpak Voorstel: Het plan van aanpak en de planning om te komen tot een nieuwe woonvisie voor de gemeente Purmerend vast te stellen. Bijlage(n): - Plan van aanpak Woonvisie - Procesplanning blz. 3 van 4

4 Agendanummer: Registratienummer: Onderwerp: Plan van aanpak Woonvisie De raad van de gemeente Purmerend; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 maart 2011, nr ; BESLUIT: het plan van aanpak en de planning om te komen tot een nieuwe woonvisie voor de gemeente Purmerend vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d de griffier, de voorzitter, blz. 4 van 4

5 Plan van Aanpak Woonvisie gemeente Purmerend d.d. 22 februari 2011

6 1 Inleiding Purmerend is een woonstad die de afgelopen decennia een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de diverse woningbouwtaakstellingen in de regio Waterland en de Stadsregio Amsterdam. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw tot nu is de stad van inwoners, naar bijna inwoners gegroeid. Met de vaststelling van de structuurvisie van 2006 heeft de Raad een kantelpunt in deze ontwikkeling onderkend. Onder de noemer 'van Groei naar Bloei' is een lijn uitgezet om de kwantitatieve opgave om te buigen naar een kwalitatieve opgave. Ook andere onderzoeksrapporten, zoals 'de Staat van Purmerend' en de 'Stadsfoto' van Purmerend geven aan dat Purmerend de slag naar kwaliteit zal moeten maken. In de huidige Woonvisie Thuis in Purmerend' ('07-'10) is deze slag al voor een belangrijk deel gemaakt. Op basis van deze woonvisie zijn prestatieafspraken gemaakt met de woningcorporaties over de toewijzing van woningen, 2 e kansbeleid, sociale grondprijzen en over leefbaarheid. Deze worden momenteel uitgevoerd. Dit wil de gemeente ook na 2011 doen, om het woonklimaat voor de inwoners in de wijken van Purmerend op peil te houden, danwel te verbeteren. Een nieuwe woonvisie vormt hiervoor het kader waarmee in 2011 nieuwe afspraken tussen gemeente en corporaties en andere betrokkenen op het gebied van wonen kunnen worden opgesteld. Daarnaast zijn er maatschappelijke vraagstukken die vragen om richting in het woonbeleid. Bijvoorbeeld de stagnerende doorstroming op de woningmarkt (niet in de laatste plaats door de economische tegenwind van heden) en de Europese wetgeving die corporaties verplicht om 90% van het bezit toe te wijzen aan de inkomensgroep tot ,-. Hoeveel (sociale) huurwoningen hebben we nodig? Sluit het aanbod aan bij de vraag? Hoe krijgen we de doorstroming van de sociale huursector naar de koopsector of de vrije huursector op gang zodat de wachtlijsten voor een sociale huurwoning bekort worden? Daarnaast is er een nieuwe huisvestingswet in wording die lokale bindingseisen aan banden zal leggen. Welke mogelijkheden staan ons ten dienste om kwetsbare groepen in Purmerend gelijke kansen te geven op de woningmarkt? Deze vragen willen gemeente en corporaties het hoofd bieden in een nieuwe woonvisie van de gemeente Purmerend. De woonvisie wordt opgesteld in samenspraak met de professionals en nauw betrokkenen in de hele gemeente. Dit plan van aanpak voor de woonvisie is opgesteld door een initiatiefgroep met deelnemers uit de gemeente, corporaties, huurdersvertegenwoordiging en een makelaar. Het wordt voorgelegd aan de gemeenteraad en aan de gezamenlijke corporaties. Wanneer zij akkoord gaan met deze aanpak, kan het worden uitgevoerd met de gevraagde inzet van menskracht en financiële middelen. 2

7 2 Kader en ontwikkelingen die vragen om woonbeleid Het al dan niet maken van een woonvisie is geen vanzelfsprekendheid. In de gemeente Purmerend is intern gewikt en gewogen over nut, noodzaak en vormgeving van dit instrument. De keuze om daadwerkelijk te komen tot het opstellen van een woonvisie komt voort uit een aantal motieven. Het eerste motief is formeel; in artikel 25 van het Besluit Beheer Sociale huursector (BBSH) worden 'toegelaten instellingen' (woningcorporaties) verplicht om met gemeenten in overleg te gaan over het 'volkshuisvestingsbeleid'. Indien de gemeente geen volkshuisvestingsbeleid heeft, is er dus geen aanleiding voor gesprek tussen corporaties en de gemeente. Het tweede motief is eveneens gelegen in de BBSH. Corporaties hebben verplichtingen op de terreinen 'huisvesting van de doelgroep', 'leefbaarheid' en 'wonen en zorg'. Terreinen met een wederzijds belang voor een goede afstemming tussen corporaties en de gemeente. Het derde motief is gelegen in de nieuwe uitdagingen die de huidige woningmarkt biedt. Verandering van regelgeving voor zowel de koop- als de huursector zetten aan tot nadenken over een toegankelijke woningmarkt voor de inwoners van Purmerend en noopt tot het herdefiniëren van de doelgroepen van beleid. Naast deze specifieke redenen heeft een woonvisie meerwaarde door zicht te houden op demografische ontwikkelingen, oog te hebben voor trends (bijvoorbeeld de aanhoudende toename van 1-persoonshuishoudens) en om waakzaam te zijn op economische omstandigheden die de bestedingsruimte op huishoudensniveau beïnvloeden. Nieuwe rol Het college van de gemeente Purmerend heeft reeds in het collegeprogramma het voornemen geuit om op een andere wijze invulling te geven aan de rol van de gemeente in het maatschappelijk verkeer. De woonvisie is één van de eerste projecten waarin die andere rol van de gemeente tot uiting wordt gebracht. Dit is op 26 augustus in een gezamenlijke sessie met de 4 grootste corporaties, de afdeling RO en in aanwezigheid van de griffie nader toegelicht. Een weerslag hiervan treft u als bijlage aan. In het bestuurlijk overleg tussen gemeente en corporaties is besloten dat de woonvisie een coproductie wordt. Het college vraagt immers om een maatschappelijk gedragen visie waarbij maatschappelijke partners medeverantwoordelijkheid voelen en nemen. Daar tegenover staat dat een gemeentelijke woonvisie vaststelling door de gemeenteraad verlangt. Om deze intentie kracht bij te zetten is besloten de woonvisie in twee delen te splitsen. Deel A wordt gevormd door een kaderstellende visie, waarmee de Raad de portefeuillehouder de voorwaarden en ruimte geeft om op uitvoeringsniveau afspraken te maken met ontwikkelaars en woningcorporaties. Deel B wordt een uitvoeringsprogramma waarin organisaties (met inbegrip van de gemeente) een plan opstellen voor de komende jaren om invulling te geven aan de visie en een leidraad te zijn voor de uitvoering de komende jaren. 3

8 3 De uitgangspunten Een nieuwe visie geeft ruimte om nieuwe keuzes te maken en een nieuwe koers te varen. Bij het bepalen van die koers is het in eerste instantie van belang om enkele piketpaaltjes te slaan. Wat is de tijdshorizon? Is het een visie voor de mensen in Purmerend of een positionering van de stad? Welke relevante ontwikkelingen of kaders wegen we mee in het proces? In het bestuurlijk overleg tussen corporaties en portefeuillehouder dhr. Krieger zijn de volgende afspraken hieromtrent gemaakt: De Woonvisie is een coproductie tussen corporaties en gemeenten, waarbij input geleverd wordt door andere maatschappelijke partners (bijvoorbeeld zorg en welzijn) en belangenorganisaties (bijvoorbeeld makelaars en huurdersbelangen). De woonvisie wordt opgeknipt in een deel A en een deel B, waarbij deel A het visiegedeelte vormt en kaderstellend is. In deel B vormt het uitvoeringsprogramma. Er wordt gewerkt aan een visie voor de middenlange termijn (10 a 15 jaar) die richtinggevend is. Zowel de gemeenteraad als de bestuurders van de corporaties zullen de woonvisie (deel A) accorderen. Het uitvoeringsprogramma (deel B) is gericht op de korte termijn (tot ca. 4 jaar). Het is een visie op de Purmerendse woningmarkt die rekening houdt met ontwikkelingen in het Waterlandse (ISW) en het Amsterdamse (metropoolregio/stadsregio), bijvoorbeeld wat betreft de bouwprogramma's. Belangrijke onderlegger voor de Woonvisie is het bestaande beleidskader van de gemeente en de corporaties, expliciet aangevuld met 'de Staat van Purmerend' Wet- en regelgeving: recent zijn enkele verstrekkende maatregelen genomen die grote invloed hebben op de toegankelijkheid van zowel de koop (aanscherping criteria hypotheekverstrekking) als de huursector (90% norm corporaties). De gevolgen voorde Purmerendse woningmarkt dienen in beeld te worden gebracht. 4. De doelstelling Het doel is te komen tot een woonvisie die richting geeft aan het woonbeleid in Purmerend. Een gedeelde woonvisie van zowel de gemeente, als de maatschappelijke partners in het veld. Corporaties zijn daarin de belangrijkste partner omdat zij mede uitvoering geven aan het woonbeleid wat betreft woonruimteverdeling, leefbaarheid, wonen en zorg. Maatschappelijke opgaven Het vaststellen van de doelgroepen en opgaven voor het woonbeleid vindt plaats in de eerste fase van de totstandkoming van de woonvisie (deel A). De initiatiefgroep met vertegenwoordigers van maatschappelijke partners heeft een opzet gemaakt voor de opgaven waar Purmerend voor staat. Kernpunten in de maatschappelijke opgaven verwijzen naar gelijke kansen, leefbaarheid en betaalbaarheid. 4

9 De initiatiefgroep is gekomen tot 5 opgaven: 1. Aandacht voor een leefbare woonomgeving (sociale en fysiek) Accenten: - Schoon, heel en veilig Sociale samenhang 2. Woonruimteverdeling: bevorderen van de doorstroming en een rechtvaardige woonruimteverdeling: Accenten: De Europese beschikking die stelt dat corporaties 90% moeten toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot ,-, samen met het prijsniveau van koopwoningen werkt stagnatie in de hand. Oplossingsrichtingen om de doorstroming, en daarmee de toegankelijkheid aan de onderkant van de markt, te bevorderen vormen de opgave voor de komende jaren. 3. Extra aandacht voor specifieke doelgroepen Accenten: De slaagkans op de woningmarkt is gerelateerd aan de financiële draagkracht van huishoudens en de beschikbaarheid van woningen voor doelgroepen (bijvoorbeeld ouderen, jongeren, starters en zorgbehoevenden). Zorgdragen voor voldoende geschikte woningen. 4. Aandacht voor een gedifferentieerde woningvoorraad om een aantrekkelijke woonstad te blijven in tijden van ontspanning van de woningmarkt: Accenten: Purmerend kent in vergelijking met andere (voormalige) groeikernen een eenzijdige woningvoorraad (Staat van Purmerend). Verdere differentiatie vergroot de doorstroming en daarmee de toegankelijkheid voor alle inkomensgroepen. 5. Aandacht voor duurzaamheid ook met het oog op de woonlasten: Accenten: Energieprestatie krijgt een zwaardere weging in het woningwaarderingsstelsel Nieuwbouw dient vanaf energieneutraal te zijn. Energiekosten stijgen waardoor de woonlasten stijgen. Deze vijf hoofdopgaven zijn uitdrukkelijk niet meer dan een eerste aanzet vanuit de initiatiefgroep. Bij het proces om de woonvisie op te stellen, wordt veel aandacht besteed aan het komen tot een gedeelde visie van de gemeente en de maatschappelijke partners. Daartoe is bijvoorbeeld voorzien in een brede bijeenkomst met de stakeholders en ook bij de samenstelling van de projectgroep (gemeente, corporaties, huurders en makelaar) is hier rekening mee gehouden. Onder stakeholders verstaan we niet alleen de leden van de initiatiefgroep, maar ook vertegenwoordigers van andere maatschappelijke en marktgeoriënteerde partijen. 5

10 5 Inhoud Kader Een woonvisie geeft richting vanuit het hier en nu. Wat hier en nu inhoudt dient in eerste instantie in beeld gebracht te worden. Wat is het huidige beeld van de genoemde opgaven? Welke afspraken zijn daar reeds over gemaakt, bijvoorbeeld in wijkontwikkelingsplannen? Is het huidige beleid effectief of vraagt het om herijking? Hoe grijpen maatschappelijke ontwikkelingen of wet- en regelgeving hier op in? In het kader dienen in ieder geval de volgende aspecten aan de orde te komen: Lering trekken uit de woonvisie De woonvisie van de gemeente Purmerend is een goede basis gebleken om tot prestatieafspraken te komen tussen gemeente en corporaties. Er dient in de woonvisie ruimte te zijn voor een analyse van bruikbare elementen uit deze woonvisie, gerelateerd aan de geformuleerde maatschappelijke opgaven. Feiten en cijfers Inventarisatie van de O-situatie. Daartoe cijfers verzamelen over: Bevolkingsontwikkeling Purmerend en Stadsregio Amsterdam (accent op noord) Verhuisstromen in de regio Woningvoorraad en -ontwikkeling Woningmarktontwikkeling (koop en huur) Woningproductie tot 2030 Woningvoorraad(ontwikkeling) en bevolkingssamenstelling op wijkniveau Analyse van het wijkteam over de genoemde opgaven Kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte in Purmerend en in de regio tot Capaciteitsinzet Welke middelen hebben corporaties en gemeenten (globaal) ter beschikking om tot een goede uitvoering van de woonvisie te komen? Zowel qua menskracht als financieel. Dit is nodig om tot een reële ambitie te komen. Trends en ontwikkelingen We zien in Nederland steeds meer éénpersoonshuishoudens, vooral in steden. Zo zijn er mogelijk meerdere trends te ontwaren. Hoe staat het met de vraag naar appartementen ten opzichte van eengezinswoningen? Willen ouderen wel geclusterd wonen in een 55+ complex? Neemt de vraag naar bedrijfsruimte aan huis toe? Vraagstukken die gerelateerd zijn aan woningbouw en eisen stellen aan woningbouwprogramma's. Hierbij wordt ook betrokken een analyse van het huidige beleidskader van de betrokken partijen en stakeholders en een analyse van de gevolgen van veranderde wet- en regelgeving wat betreft zowel de huurals de koopsector. 6

11 Voorsorteren op deel B Deel B van de woonvisie wordt gevormd door het uitvoeringsprogramma. De kaders en doelen worden hierin doorvertaald naar projecten en inspanningen opdat de doelen behaald worden. In Deel A wordt hier een voorschot op genomen, instructies gegeven over de richting, worden participanten in stelling gebracht en coalities gesmeed. 6 De aanpak Nieuwe rolneming In paragraaf 2 is aangegeven dat de gemeente Purmerend haar rol op een andere wijze wil invullen. Dit heeft ook betrekking op het woonbeleid. In het eerste contact hierover met de corporaties stelde de gemeente het volgende: Het nieuwe college van de gemeente Purmerend heeft in het coalitieakkoord afgesproken dat er kritisch gekeken wordt naar het gemeentelijk takenpakket. Ze zijn van mening dat de overheid op diverse terreinen is doorgeschoten in haar zorgtaak richting de maatschappij. Dit ondermijnt in de ogen van het college ook de betrokkenheid en zelfredzaamheid van de maatschappij. Een ongewenst neveneffect. Om die reden bediscussiëren we in de gemeente Purmerend een nieuwe benadering van de taken waar een gemeente voor staat. Vertrekpunt hierbij is dat burgers, bedrijven en organisaties het beste weten wat er speelt in de eigen wijk, buurt of stad; en zij in staat zijn om tot effectieve oplossingen te komen. De rol van de gemeente is het stellen van beleidskaders en het benoemen van de gewenste maatschappelijke effecten, welke de gemeenteraad vast stelt. Dit stelt een aantal voorwaarden waaraan in het proces moet worden voldaan: Vaststelling van de woonvisie (deel A) door de gemeenteraad als kaderstellend orgaan. Draagvlak -verinnerlijking- bij organisaties op wie de visie primair betrekking heeft, zoals daar zijn de corporaties, maar ook andere vertegenwoordigers. Maatschappelijke vraagstukken worden mede door de maatschappelijke partners geformuleerd. Een goede afbakening van taken over de uitvoering van de onderdelen van visie. Zoals gesteld bestaat de woonvisie uit twee delen, een visiedeel en een uitvoeringsprogramma. In het uitvoeringsprogramma wordt aangegeven hoe de gestelde doelen uit deel A vormgegeven worden en hoe de rolverdeling wordt ingevuld. Deel A. In het voortraject is tussen de gemeente en de corporaties afgesproken dat gezamenlijk een woonvisie wordt gemaakt. Voor het opstellen van de woonvisie wordt een extern bureau in de arm genomen. 7

12 Het bestuurlijk overleg heeft over de woonvisie aangegeven dat: het een visie moet zijn op hoofdlijnen de visie na de zomer ter vaststelling wordt aangeboden aan de gemeenteraad en aan de besturen cq de raden van commissarissen van de woningcorporaties. Deel A. kent drie sporen: 1. Opgaven Hierbij ligt de nadruk op het onderbouwen van de maatschappelijke opgaven, het verfijnen van de opgaven naar doelgroep cq. wijk en het benoemen van raakvlakken met lopende initiatieven. 2. Kaders en randvoorwaarden Het inventariseren van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de opgaven, met name in relatie tot de beschikbare middelen. 3. Draagvlak en verankering Activeren van partners en inwoners. Stakeholdersanalyse. In kaart brengen van potentiële trekkers van uitvoeringsvraagstukken. Het te werven externe bureau kan vrijuit gebruik maken van cijfers en informatie van zowel de gemeente (afdeling B&I) als van de corporaties. Projectorganisatie en besluitvorming Projectorganisatie Er is een projectgroep die verantwoordelijk is voor de totstandkoming van dit deel van de woonvisie en voor de organisatie van het proces. De projectgroep bestaat in ieder geval uit vertegenwoordigers van het externe bureau, de gemeente, de corporaties en de SWZW. De vertegenwoordigers van de makelaars en de huurdersorganisatie die waren betrokken bij de initiatiefgroep, zijn ook bereid om op verzoek een inbreng te hebben in de projectgroep. Het reguliere bestuurlijk overleg tussen de gemeente en de corporaties fungeert als stuurgroep voor de woonvisie; hier worden de vorderingen, keuzemogelijkheden en concepten voorgelegd en besproken. Rol van de gemeenteraad Met vaststelling van de woonvisie deel A stelt de gemeenteraad de belangrijkste maatschappelijke vraagstukken vast op het gebied van wonen. Dit vereist ook Raadsbetrokkenheid in het voortraject. Dit willen we vormgeven door het houden van een brede bijeenkomst mede opengesteld voor raadsleden in het voorjaar van De portefeuillehouder zal de raadsleden mondeling in de commissie SOB of eventueel schriftelijk middels een nieuwsbrief op de hoogte stellen van de voortgang indien hier aanleiding toe is. Deel B bestaat uit het uitwerken van de gestelde kaders. De Raad zal actief worden geïnformeerd over dit uitvoeringsprogramma. 8

13 Rol van de besturen van de corporaties Om de gezamenlijkheid van de opgave in de visie te bekrachtigen zullen ook de besturen van de corporaties de woonvisie bekrachtigen. Mogelijk worden ook de huurdersorganisaties en/of de raden van commissarissen daarbij betrokken, dit is ter beoordeling van de afzonderlijke corporaties. Deze besluitvorming vindt plaats voorafgaand aan de besluitvorming in de gemeenteraad opdat de mening van 'buiten' kan worden meegewogen in de besluitvorming in de Raad. Deel B. Deel B wordt gevormd door het uitvoeringsprogramma. In deel A zijn de maatschappelijke vraagstukken geformuleerd. Per maatschappelijk vraagstuk wordt er een programma opgesteld om de gestelde doelen te behalen. Voor de programmaonderdelen geldt dat er een trekker wordt aangewezen die aanspreekbaar is op de voortgang. Dit kan ook de gemeente zijn. Deel B typeert met name de rolverdeling. In hoeverre kunnen we het maatschappelijk middenveld mobiliseren om verantwoordelijkheid te nemen voor maatschappelijke vraagstukken. Dat betekent voor de gemeente Purmerend vooral ruimte geven. De rol van de gemeenteraad is daarom ook wezenlijk anders dan bij deel A, waarbij zij een kaderstellende rol heeft. De portefeuillehouder is verantwoordelijk dat met deel B uitvoering wordt gegeven aan de gestelde kaders. De projectgroep van deel A zal vooralsnog ook die rol vervullen bij deel B. Het gaat uiteraard om een heel ander proces, waarbij per opgave een andere trekker verantwoordelijk kan zijn. De projectgroep zal werken aan de afstemming en samenhang tussen de deelprojecten. De portefeuillehouder overlegt aan de gemeenteraad een uitvoeringsprogramma dat recht doet aan deze gestelde kaders en conformeert de maatschappelijke partners aan deze afspraak. De gemeenteraad toetst of met het uitvoeringsprogramma voldoende wordt voldaan aan de gestelde opdracht. Sporen: Spoor BI: Initiëren Beleggen van opgaven bij trekkers Scherp formuleren vragen voor trekkers Aangeven kaders/randvoorwaarde Spoor B2: Stimuleren Aanleveren relevante feiten/cijfers Ondersteunen/stimuleren Trekkers van biedingen per opgave Spoor B3: Afstemmen Monitoren voortgang biedingen Borgen afstemming tussen biedingen Beoordelen/waarderen biedingen. 9

14 7 Planning Deel A De planning is gericht op vaststelling van de woonvisie Deel A in de gemeenteraad van eind september. Met voorbereiding betekent dit dat in juli het concept gereed moet zijn en inhoudelijk afgestemd met de partners in het veld. Daar is de planning (zie bijlage) op afgestemd. In het voortraject zijn vier projectgroepbijeenkomsten gepland en komt het bestuurlijk overleg op twee momenten bijeen ter bespreking van de tussenresultaten en de conceptvisie. Belanghebbenden en andere partners in het proces worden in mei uitgenodigd voor een brede sessie waarin de maatschappelijke opgave wordt bediscussieerd. Deel B Het uitvoerende gedeelte laat zich op dit moment wat moeilijker plannen, te meer de uitkomsten van deel A nog niet bekend zijn. Per ambitie wordt een trekker aangezocht die de ambitie transformeert naar projecten en doelstellingen. Na afloop van deel A zal daarom opnieuw naar de planning gekeken moeten worden of deze nog adequaat is. Met name van belang in deze fase is het bewaken van de samenhang tussen de diverse deelopdrachten. 8 Middelen 8.1 Kosten en budget De kosten voor het opstellen van deel A van de woonvisie worden geraamd op ,- (inclusief BTW) voor de inhuur van een extern bureau en voor het organiseren van bijeenkomsten en drukwerk, met een reservering voor onvoorzien. Vooralsnog wordt voor deel B uitgegaan van een zelfde begroting. Kosten deel A Inhuur extern bureau ,- Reservering voor bijeenkomsten/drukwerk 5.000,- Onvoorzien 5.000,- Totaal ,- Dekking Bijdrage Gemeente Purmerend ,- Bijdrage corporaties ,- Totaal ,- 8.2 Capaciteitsinzet Corporaties en gemeente hebben een gedeelde verantwoordelijkheid in het tot stand komen van de visie en dus ook voor het verwerven van draagvlak zowel in de eigen organisatie als daarbuiten. Daarnaast wordt van de betrokken corporaties verwacht om mee te lezen/bijdragen te leveren aan de tekst en aan het cijfermateriaal. 10

15 Per corporatie 1 Bijeenkomsten Woonvisie (projectgroeplid) en voorbereiding Bijdragen in tekst en cijfermateriaal Intern draagvlak SWZW Bijeenkomsten Woonvisie (projectgroeplid) en voorbereiding Bijdragen in tekst en cijfermateriaal Intern draagvlak Voorbereiding bestuurlijke overleggen 20 uur 10 uur 10 uur 20 uur 30 uur 10 uur 10 uur Gemeente Purmerend Bijeenkomsten Woonvisie (2 projectgroepleden)+voorbereiding 40 uur Bijdragen in tekst en cijfermateriaal 30 uur Interne afstemming diverse afdelingen 40 uur Voorbereiding bestuurlijke overleggen 10 uur Voor wat betreft de gemeente zal er eveneens gezorgd moeten worden voor draagvlak bij de volgende afdelingen: Ruimtelijke Ontwikkeling (woningbouwprogramma) Werk en Welzijn (urgentie, wonen en zorg en woonfraude) Planning en Control (financiële kaders) Juridische en Veiligheidszaken (verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid) Communicatie Wanneer akkoord wordt gegeven voor het plan van aanpak stelt de projectgroep een communicatieplan op. Hierbij worden de communicatieadviseurs van gemeente en corporaties betrokken. Dit is gericht op een eenduidige informatievoorziening naar partners, burgers en de interne organisatie. Wanneer de betrokkenheid van externe partijen wordt gezocht, zoals bij het organiseren van de stakeholdersbijeenkomst, zal dit ook in samenspraak met de communicatiedeskundigen ter hand worden genomen. Gaandeweg het project blijft communicatie een aandachtspunt voor de projectgroep en in de bestuurlijk overleggen. 1 Wherestad, Rochdale, IntermarisHoeksteen en Wooncompagnie hebben zitting in de projectgroep 11

16