Agendapunt 2. Gevraagd besluit:

Transcriptie

1 Agendapunt 2 Aan Van Betreft : bestuurlijk overleg jeugd regio Amersfoort : Arieke van Andel / ambtelijk overleg huiselijk geweld regio Amersfoort : processtappen subsidietender Veilig Thuis en (preventieve) JB/JR Gevraagd besluit: Het bijgevoegde collegevoorstel over de subsidietender Veilig Thuis en (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering (voor de verkiezingen in maart) ter besluitvorming voor te leggen aan de colleges van de gemeenten in regio Amersfoort. Kennis te nemen van de volgende stappen in het proces subsidietender Aanleiding voor dit voorstel Tijdens het regionale bestuurlijk overleg jeugd regio Amersfoort op 25 oktober 2017, en de bovenregionale bestuurlijke overlegtafel op 1 november 2017, is afgesproken om een proces subsidietender in te zetten om per 2019 meerjarige afspraken te maken over de uitvoering van Veilig Thuis en (preventieve) jeugdreclassering en jeugdbescherming. Ook is een aantal afspraken gemaakt over de inrichting van dit proces, onder ander het niveau van bovenregionale samenwerking en het toewerken naar een samenwerkingsovereenkomst, als juridische bodem onder de huidige vorm van samenwerken. Doel is om uiterlijk op 1 juli 2018 gunnen. Dit om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen en te zorgen dat er voldoende tijd is voor een goede aansluiting bij de lokale zorgstructuren. In november en december is ambtelijk met Proof gewerkt aan de voorbereiding van het vervolgproces. Na nader overleg met Foodvalley over de complexiteit van samenloop van de bestuurlijke aanbesteding met de subsidietender, met name voor de taken van Veilig Thuis, heeft deze regio besloten voor Veilig Thuis (18+ en 18-) aan te sluiten bij de subsidietender. Voor de overige GI taken blijven de huidige contracten gehandhaafd. Vervolgstappen besluitvorming In de bovenregionale bestuurlijke overlegtafel op 24 januari is afgesproken om het volgende proces in te zetten in de regio s en gemeenten: Voor de verkiezingen ter besluitvorming aan de colleges voorleggen: Het voorstel om een subsidietender te doorlopen. Een voorstel over de hoofdkeuzes daarbinnen. Dit om de afspraken uit de bestuurlijke overleggen te bestendigen in een formeel besluit. Deze besluiten vindt u in het bijgevoegde collegevoorstel. In februari hebben alle regio s ruimte om hierover de regionale bestuurlijke afstemming te organiseren, zodat de stukken in maart aan de colleges kunnen worden voorgelegd. Na de verkiezingen ter besluitvorming voor te leggen: Een uitgewerkte subsidieregeling, waarin onder meer is opgenomen aan welke selectie-eisen en beoordelingscriteria de inschrijvers moeten voldoen en hoe het verdere proces verloopt. Deze regeling vormt de basis voor de opening van de inschrijving daarna. De benodigde mandaatbesluiten/machtigingen om na het doorlopen van het proces de beschikkingen te ondertekenen (één beschikking met zes handtekeningen voor Veilig Thuis, vijf beschikkingen obv een gezamenlijk model met een handtekening, voor (preventieve) JB/JR). Bedoeling is om in de tweede helft van april deze stukken te laten vaststellen, zo kan de gestelde deadline van gunning per 1 juli gehaald worden. Hierover kan dan in maart de afstemming in de regio worden gezocht.

2 Het hele pakket (collegevoorstel, subsidieregeling en mandaten) voorleggen voor de verkiezingen is in de planning niet haalbaar. Voor gemeenten waar de subsidieverordening geen mogelijkheid biedt aan het college om een subsidieregeling vast te stellen, moet op maat een proces worden doorlopen. In onze regio betreft dit Leusden, hierover is ambtelijk contact tussen Leusden en Proof. Ter kennisgeving: marktconsultatie Er wordt een marktconsultatie als voorbereiding op het doorlopen van de subsidietender. Omdat deze marktconsultatie vooruit loopt op de besluitvorming over de subsidietender door de colleges is een verduidelijkende memo gedeeld over de status van een marktconsultatie. Deze is op 8 februari per mail gedeeld met het bestuurlijk overleg. Vervolgstappen op een rij Het uitwerken van de subsidieregeling en subsidiehandleiding. Het organiseren van een marktconsultatie voor extra input voor de op te stellen subsidieregeling en subsidiehandleiding. (maart) Het opstellen van de benodigde mandaatbesluiten/machtigingen voor het ondertekenen van de subsidiebeschikkingen namens de regio s. Ter besluitvorming voorleggen van de subsidieregeling, handleiding en mandaatbesluiten aan de 26 colleges van de deelnemende gemeenten (april). Het doorlopen van inschrijving, beoordeling en selectie Gunning (juli) Implementatie Het proces wordt in opdracht van de bovenregionale bestuurlijke overlegtafel SAVE-Veilig Thuis uitgevoerd door de bovenregionale ambtelijk stuurgroep jeugd. Hiervoor is een bovenregionale projectgroep ingericht, ondersteund door adviesbureau Proof. De vertegenwoordigers namens de regio s in deze overleggen zorgen voor afstemming over te maken keuzes in hun regio.

3 Onderwerp: Collegevoorstel Subsidietender Veilig Thuis en (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering Aanleiding Voorliggende beslispunten zijn een definitieve bevestiging van de eerder gemaakte bestuurlijke afspraken van de Bestuurlijke overlegtafel Save/Veilig Thuis. Een expliciete bevestiging van de afspraken door alle betrokken colleges is nodig om het reeds ingezette proces te vervolgen. In de planning van het proces is bewust gekozen voor gunning per 1 juli 2018, zodat er voldoende tijd is om zo nodig een zorgvuldige overgang te maken naar een nieuwe organisatie. Als een andere organisatie dan de huidige de opdracht krijgt is er voldoende implementatie- en overgangstijd nodig om de overgang goed te kunnen regelen. In het geval dat er gegund wordt aan de huidige uitvoerende organisatie is de implementatie beperkt en zal deze met name eventuele wijzigingen betreffen ten opzichte van de huidige uitvoerig. De VNG heeft een overzicht gemaakt van welke stappen hiervoor nodig zijn en aangegeven dat hiervoor een half jaar tijd nodig is. Aan uw college zal nog een voorstel worden voorgelegd ter vaststelling van de noodzakelijke subsidieregeling en mandaten, volmachten en machtigingen ten behoeve van de samenwerkingsovereenkomst tussen gemeenten en regio s. In de bijlage treft u de procesplanning aan en achtergrondinformatie. Beslispunten: Voorgesteld wordt: 1. In lijn met lopende bestuurlijke afspraken per 2019 te komen tot meerjarige afspraken (maximaal 6 jaar) voor de uitvoering van Veilig Thuis, Crisiscoördinatiepunt, meldpunt binnenlandse mensenhandel en (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering door één organisatie (als hoofdaannemer). 2. Deze meerjarige afspraken te maken door middel van het doorlopen van een subsidietender 3. De subsidietender voor de uitvoering van Veilig Thuis (18- en 18+), inclusief het crisiscoördinatiepunt en het meldpunt binnenlandse mensenhandel, te laten resulteren in één gezamenlijke subsidiebeschikking, ondertekend door de zes Utrechtse regio s. 4. De subsidietender voor de uitvoering van (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering te laten resulteren in regionale subsidiebeschikkingen, op basis van een gezamenlijke modelbeschikking. 5. Voor de gezamenlijke aansturing van de uitvoerende organisatie door de Utrechtse regio s toe te werken naar het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken gemeenten en regio s. 6. De huidige samenwerkingsovereenkomst tussen gemeenten en de huidige uitvoeringsorganisaties per 1 januari 2019 op te zeggen, of indien nodig zoveel later als nodig is voor implementatie van de nieuwe afspraken per 2019.

4 Toelichting beslispunten Beslispunt 1: Per 2019 te komen tot meerjarige afspraken (maximaal 6 jaar) voor de uitvoering van Veilig Thuis en (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering door één organisatie (als hoofdaannemer). 1.1 Meerjarige afspraken leiden tot continuïteit in de uitvoering van taken rond kwetsbare inwoners. Meerjarige afspraken met één uitvoerende organisatie (als hoofdaannemer) geeft de mogelijkheid om verder invulling te geven aan de leidende principes. 1.2 Deze taken beleggen bij een uitvoerende organisatie (als hoofdaannemer) volgt uit de gezamenlijke visie op (preventieve) jeugdbescherming, jeugdreclassering en Veilig Thuis. Bij de voorbereiding van de transitie jeugdhulp en de vorming van Veilig Thuis is in overleg met partners uitgewerkt op welke wijze in de uitvoering het beste invulling gegeven kan worden aan onze belangrijke leidende principes voor het bieden van ondersteuning, zoals één huishouden één plan één regisseur, veiligheid voorop en de cliënt centraal. Deze visie is beschreven in onder andere de Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling en de Contourennota AMHK. Bij de uitvoering van (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering staat de continuïteit voor het huishouden voorop, ongeacht de vorm van hulp die nodig is en ongeacht of er sprake is van een juridische maatregel of niet. Door een nauwe samenwerking met Veilig Thuis is kennis en expertise over jeugd en volwassenen gebundeld en is er een doorlopende lijn van melding en triage, naar inzet van ondersteuning. Zowel voor zowel jeugd als voor volwassenen in een gezin. Deze werkwijze is de afgelopen jaren doorontwikkeld in samenwerking met de lokale sociale teams. Beslispunt 2: Deze meerjarige afspraken te maken door middel van het doorlopen van een subsidietender. 2.1.Het proces subsidietender sluit aan bij het landelijk advies aan de regio s voor continuïteit van een landelijk dekkend stelsel van gecertificeerde instellingen. 2.2 Het komen tot meerjarige afspraken met één uitvoerende organisatie (als hoofdaannemer) zorgt ervoor dat in partnerschap kan worden gewerkt aan de leidende principes. Daarbij wordt niet uitgesloten dat de uitvoerende organisatie met onderaannemers kan werken, mits de uitvoerende organisatie als hoofdaannemer het merendeel van zowel de Veilig Thuis- als de (preventieve) JB/JR-taken uitvoert.

5 Beslispunt 3: De subsidietender voor de uitvoering van Veilig Thuis (18- en 18+), inclusief het crisiscoördinatiepunt en het meldpunt binnenlandse mensenhandel, te laten resulteren in één gezamenlijke subsidiebeschikking, ondertekend door de zes Utrechtse regio s. 3.1 Veilig Thuis werkt als gezamenlijk bekostigde voorziening voor de zes Utrechtse regio s. We financieren - ook in de huidige situatie - de organisatie op bereikbaarheid en beschikbaarheid van het totale dienstenpakket voor alle gemeenten. Het is een algemeen beschikbare voorziening, we financieren naar inwoner aantal, niet naar het aantal afgenomen diensten. Het is daarom passend om hierover ook één gezamenlijke subsidiebeschikking te maken, waarin uiteraard de aansluiting bij de lokale zorgstructuur als voorwaarde wordt opgenomen. Afspraken over gezamenlijke aansturing worden opgenomen in een samenwerkingsovereenkomst. (zie voorstel 4) Beslispunt 4: De subsidietender voor de uitvoering van (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering te laten resulteren in regionale subsidiebeschikkingen, op basis van een gezamenlijke modelbeschikking. 4.1 De taken voor (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering worden op regionaal niveau uitgevoerd. De bekostiging vindt plaats op basis van de daadwerkelijk geleverde diensten en trajecten in de eigen regio. Het ligt daarom voor de hand hiervoor regionale beschikkingen af te geven. 4.2 Over uitvoering van de taken kunnen regionale en lokale maatwerkafspraken worden toegevoegd Tussen de regio s worden afspraken gemaakt over diensten en tarieven. Deze worden eenduidig beschreven in een modelbeschikking, die de regio s in de regionale subsidiebeschikking opnemen. Maar maatwerk is mogelijk. Afspraken over taken en bekostiging die specifiek voor de eigen regio worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld over scholing, specifieke projecten of deelname aan netwerken in de eigen regio, kunnen worden toegevoegd als regionaal/lokaal maatwerk in de regionale subsidiebeschikking. Beslispunt 5: Voor de gezamenlijke aansturing van de uitvoerende organisatie door de Utrechtse regio s toe te werken naar het sluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen de betrokken gemeenten en regio s.

6 5.1 Om goed te sturen op de bovenregionaal uitgevoerde en bekostigde taken van Veilig Thuis, om de gezamenlijke afspraken onder de regionale contracten voor (preventieve) JB/JR een steviger bodem te geven, en om goed om te kunnen gaan met afhankelijkheden op dit takenpakket tussen de regio s, is het wenselijk om de huidige afstemming te bestendigen in een samenwerkingsovereenkomst en zo een formeel juridische basis te geven zoals deze nu nog ontbreekt. Beslispunt 6: De huidige samenwerkingsovereenkomst tussen gemeenten en de huidige uitvoeringsorganisaties - voor 1 juli op te zeggen per 1 januari 2019, of indien nodig zoveel later als nodig is voor implementatie van de nieuwe afspraken per De huidige samenwerkingsovereenkomst met de uitvoerende organisatie heeft een doorlooptijd van onbepaalde tijd en een opzegtermijn van 6 maanden. Om per 2019 nieuwe samenwerkingsafspraken te maken is het nodig de huidige overeenkomst per op te zeggen.

7 Achtergrondinformatie subsidietender: Wettelijke taken Sinds de decentralisaties in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering. Deze taken mogen alleen worden uitgevoerd door daartoe gecertificeerde instellingen (GI). Dit is vastgelegd in de Jeugdwet. Gemeenten zijn daarnaast ook verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken van Veilig Thuis: het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK). Dit is vastgelegd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Samenwerking en Co-creatie Utrechtse regio s en uitvoerende organisaties voor de transitie De zes Utrechtse regio s hebben de transitie tot 2015 voorbereid samen met de destijds uitvoerende partijen: het provinciaal werkende Bureau Jeugdzorg Utrecht en de twee Steunpunten huiselijk geweld voor de regio s Amersfoort en Utrecht. Vanuit de leidende principes in het sociaal domein zijn voor de uitvoering van deze taken Veilig Thuis en de geïntegreerde gebiedsgerichte SAVE teams ingericht. De SAVE teams voeren de (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering uit. Vanuit het principe een huishouden, een plan en bundeling van expertise is bewust gekozen om Veilig Thuis en SAVE in samenhang te organiseren. De nieuwe gecertificeerde organisatie Samen Veilig Midden Nederland kreeg opdracht om beide taken uit te voeren. (zie collegebesluit xxx) Gezamenlijke aansturing door de zes Utrechtse regio s Voor de gezamenlijke aansturing van de uitvoering van Veilig Thuis en SAVE door de zes regio s zijn een bovenregionale ambtelijke werkgroep, een ambtelijke stuurgroep en een bestuurlijke overlegtafel ingericht. Het contractbeheer wordt uitgevoerd op regionaal niveau. Veilig Thuis wordt gezamenlijk bekostigd door de twee centrumgemeenten (Utrecht en Amersfoort) en de zes regio s, vanuit Wmo en Jeugdbudget. De uitvoering van SAVE wordt per regio bekostigd uit het jeugdbudget. Binnen regio s zijn hierover uiteenlopende samenwerkingsafspraken gemaakt. Sommige regio s subsidiëren, sommige sluiten inkoopcontracten, Foodvalley koopt in via bestuurlijke aanbesteding. Behoefte aan een fundament onder de samenwerking en aansturing, ten behoeve van lokaal maatwerk Tussen de zes regio s bestaan afhankelijkheden voor de uitvoering van deze wettelijke taken. Als in een regio problemen ontstaan met de bekostiging van de uitvoering van SAVE en Veilig thuis kunnen andere regio s hiervan gevolgen ondervinden, omdat zij met dezelfde uitvoeringsorganisatie werken. Daarnaast veroorzaken de verschillende vormen van subsidiering en contractering door de regio s onnodige administratieve lasten met zich mee. Zo zijn er meer afhankelijkheden. De regio s constateerden dat het voor een stabiele en effectieve gezamenlijke aansturing van de uitvoerende organisatie nodig is hiervoor nadere gezamenlijke samenwerkingsafspraken vast te leggen. Door deze zaken goed gezamenlijk af te spreken is er ook een stabielere basis voor de goede aansluiting van de uitvoerende organisatie op de lokale situatie in een regio.

8 Behoefte aan meerjarige afspraken ten behoeve van continuïteit Tot op heden maken alle regio s afspraken met Samen Veilig Midden Nederland op jaarbasis. Gezien de complexiteit van het takenpakket, de ontwikkelopgaven die er nog liggen, de bestuurlijke wens tot het werken vanuit partnerschap met de uitvoerende organisatie en het belang van kwaliteit en continuïteit voor cliënten, is er zowel vanuit gemeenten als vanuit de uitvoerende organisatie behoefte aan langer lopende afspraken. Landelijk traject gericht op continuïteit van een landelijk dekkend netwerk van gecertificeerde instellingen Op dit moment voeren landelijk 14 gecertificeerde instellingen (GI s) jeugdbescherming (JB) en jeugdreclassering (JR) uit. Zij vormen samen een landelijk dekkend netwerk voor de uitvoering van deze taken. Al voor de transitie waren er zorgen over de continuïteit van een landelijk dekkend netwerk van GI s. De specifieke taak van GI s, het beperkte aantal gecertificeerde organisaties, in combinatie met een open markt en keuzevrijheid van gemeenten maakt de positie van deze organisaties kwetsbaar. (zie voor een nadere toelichting bijlage 1). Daarmee ontstaan ook risico s voor de continuïteit van een landelijk dekkend netwerk voor uitvoering van deze taken. Door de VNG is, in opdracht van de subcommissie Jeugd, in het voorjaar van 2016 een traject ingericht met als doel de gewenste duurzame continuïteit in de JB en JR te realiseren. De VNG heeft in dit traject steeds samen opgetrokken met het Rijk (met name het ministerie van J&V en de branche-organisatie Jeugdzorg Nederland. Het onderwerp is regelmatig geagendeerd in diverse netwerken, waaronder de J42, de BJ 42 (ambtelijk en bestuurlijk overleg van de 42 jeugdregio s in Nederland), het netwerk directeuren sociaal domein, G4 en de G32. Voor het juridische kader is onderzoek uitgevoerd door de Rebel Group in samenwerking met advocatenkantoor AKD en in afstemming met de landsadvocaat. In september 2017 volgde hieruit vanuit de VNG een landelijke advies aan alle regio s. Onderliggende uitgangspunten hiervoor waren: Continuïteit in de uitvoering van JB en JR realiseren en ongewenste (onverwachte) schokbewegingen voorkomen Effecten van eigen keuzes voor collega-regio s zoveel mogelijk beperken Zelf kunnen kiezen van welke GI diensten worden afgenomen, nieuwe GI s kunnen toelaten, de relatie kunnen beëindigen Sturen op innovatie en kwaliteit van dienstverlening, maatwerk voor de regio / gemeente Financieren op basis van realisatie, uitvoering van taken binnen gestelde financiële kaders Desgewenst langdurige relatie aangaan, waarbinnen flexibiliteit mogelijk is In dialoog met partijen kunnen ontwikkelen, zakelijk partnerschap Respecteren lopende contracten of afspraken, gefaseerde overgang naar nieuwe situatie

9 Het landelijke advies aan regio s is om de afspraken met de gecertificeerde instellingen voortaan te maken door middel van een subsidietender, waarbij zes spelregels in acht worden genomen. Enkelvoudig onderhands gunnen aan partij is op grond van aanbestedingsrecht geen optie. (zie voor een nadere toelichting bijlage1) Leidende principes proces meerjarige inkoop in de Utrechtse regio s Vanwege al deze ontwikkelingen besloot de bovenregionale bestuurlijke overlegtafel SAVE-Veilig Thuis, om toe te werken naar een procesvoorstel voor het komen tot meerjarige afspraken voor de uitvoering van Veilig Thuis en (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering. In afstemming met de regionale bestuurlijke overleggen zijn in 2017 eerst de leidende principes hiervoor opgesteld. Belangrijke leidende principes waren het borgen van continuïteit, het in samenhang uitvoeren van Veilig Thuis en (preventieve) JB/JR, strategisch partnerschap met de uitvoerende organisatie, het goed kunnen sturen op kwaliteit, goed aansluiten bij de lokale zorgstructuur, ruimte voor vernieuwing en flexibiliteit en het beperken van administratieve lasten. Ook werd afgesproken om aan te sluiten bij de uitkomst van het landelijke VNG traject gericht op het borgen van continuïteit van een landelijk dekkend netwerk van GI s. Voorbereiding subsidietender voor meerjarige afspraken per 2019 De bovenregionale bestuurlijke overlegtafel SAVE-Veilig Thuis heeft vervolgens opdracht gegeven om een subsidietender voor te bereiden voor het maken van meerjarige afspraken voor de uitvoering van Veilig Thuis en (preventieve) JB/JR per Adviesbureau Proof heeft van de samenwerkende regio s opdracht gekregen om hierbij te ondersteunen. Specifieke situatie Foodvalley Een deel van de samenwerkende gemeenten in de regio Foodvalley ligt in Gelderland, een deel in Utrecht. De Utrechtse gemeenten Veenendaal, Rhenen en Renswoude nemen deel in de bovenregionale samenwerking tussen de zes Utrechtse regio s. Voor de inkoop van jeugdbescherming en jeugdreclassering heeft Foodvalley inkoopafspraken gemaakt door middel van een bestuurlijke aanbesteding voor zowel het Gelderse als Utrechtse deel. In de bovenregionale bestuurlijke overlegtafel heeft Foodvalley laten weten deze contracten te laten doorlopen. Vanwege de complexiteit van samenloop van de bestuurlijke aanbesteding met de subsidietender, met name voor de taken van Veilig Thuis, is in de bovenregionale bestuurlijke overlegtafel aangegeven dat de regio voor de taken van Veilig Thuis (18+ en 18-) wel deelneemt aan de subsidietender. Voor de overige GI taken blijven de huidige contracten gehandhaafd. In het proces subsidietender is het mogelijk dit onderscheid aan te brengen. Veilig Thuis heeft onder andere de taak om na een melding (jeugd en volwassenen) een triage te doen en toe te leiden naar passende vervolghulp, ook in crisissituaties. We financieren - ook in de huidige situatie - de organisatie op bereikbaarheid en beschikbaarheid van het totale dienstenpakket voor alle gemeenten. Deze taken zijn niet goed te organiseren op het niveau van Foodvalley via een bestuurlijke aanbesteding. Gemeente Amersfoort is bovendien centrumgemeente voor het Utrechtse deel van de gemeenten in Foodvalley. Voor het Wmo-deel zijn deze gemeenten daardoor mede afhankelijk van de bekostiging door centrumgemeente Amersfoort. Om die redenen neemt Foodvalley deel aan de subsidietender voor Veilig Thuis.

10 Beoogd effect subsidie tender Het doel van het doorlopen van een subsidietender voor het komen tot meerjarige afspraken over de uitvoering van Veilig Thuis en (preventieve) jeugdbescherming en jeugdreclassering is om: Continuïteit, stabiliteit en kwaliteit te waarborgen voor de uitvoering van deze taken, volgens de door de regio s geldende leidende principes, ten behoeve van het herstel van veiligheid voor onze inwoners in hun huiselijke situatie. Bij te dragen aan de continuïteit van een landelijk dekkend stelsel van gecertificeerde instellingen. Risico subsidietender Een subsidietender kan leiden tot een andere dan de huidige uitvoerende organisatie. Als uit selectie en beoordeling een andere dan de huidig uitvoerende organisatie volgt om aan te gunnen, zijn er veel stappen nodig voor overdracht van taken. Dit is een risico voor continuïteit en het kan transitiekosten met zich meebrengen.

11 V. Planning Vaststellen contouren strategie ASG en BO Memo vooraankondiging/ marktconsultatie ter informatie bij colleges Vóór Vaststellen van collegevoorstel op hoofdlijnen inzake subsidietender door colleges Voor Vaststellen subsidieregeling. Inclusief mandaat/volmacht/ machtiging door colleges Voor Vaststellen Subsidieleidraad door colleges of bovenregionaal (in mandaat) Voorlopige gunning Gunning Voor Bevoorschottingsbeschikk ing Voor Samenwer -kingsovereenkomst tussen colleges Gemeenteraad sverkiezingen Vooraankondiging subsidietender Marktconsultatie Aankondiging subsidietender Publicatie NvI Indienen inschrijvingen Voor Indienen subsidieaanvraag Voor Beoordelen PROOF Adviseurs bv 1