COAGULASE-NEGATIEVE STAFYLOKOKKEN ALS OORZAAK VAN MASTITIS

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "COAGULASE-NEGATIEVE STAFYLOKOKKEN ALS OORZAAK VAN MASTITIS"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar COAGULASE-NEGATIEVE STAFYLOKOKKEN ALS OORZAAK VAN MASTITIS door Floortje VERNOOIJ Promotoren: Dr. Anneleen de Visscher Prof. dr. Sarne de Vliegher Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2016 Floortje Vernooij

2

3 Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef

4

5 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar COAGULASE-NEGATIEVE STAFYLOKOKKEN ALS OORZAAK VAN MASTITIS door Floortje VERNOOIJ Promotoren: Dr. Anneleen de Visscher Prof. dr. Sarne de Vliegher Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2016 Floortje Vernooij

6 VOORWOORD Na definitief de keuze optie herkauwers gemaakt te hebben wilde ik mij graag verdiepen in een thesisonderwerp dat hierbij aansloot. Omdat mastitis een veelvoorkomend probleem op melkveebedrijven is leek het mij interessant mij hier verder op in te lezen. In dit woord vooraf wil ik graag de mensen bedanken die mij gesteund hebben tijdens het afgelopen academiejaar. Vooreerst wil ik graag mijn promotor Dr. Anneleen de Visscher en copromotor Prof. Dr. Sarne de Vliegher bedanken om bereid te zijn mij te begeleiden met deze masterproef. Mede door het enthousiasme van Anneleen over het onderwerp uiergezondheid en haar snelle communicatie werd het maken van deze scriptie een leerrijke en prettige ervaring. Zij heeft mij richting aangegeven waar nodig, maar liet me ook vrij om zelf mijn weg te vinden. Dit heeft gezorgd voor een vlotte samenwerking. Tot slot wil ik mijn ouders Marian en Cees Vernooij, mijn zussen Maaike en Marieke, mijn broer(tje) Sjoerd en met name mijn partner Rob Buurman bedanken voor hun praktische en morele steun dit jaar.

7 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING... 1 INLEIDING INLEIDING IDENTIFICATIE VAN CNS PREVALENTIE VAN CNS RELEVANTIE VAN CNS INVLOED OP CELGETAL INVLOED OP MELKPRODUCTIE BESCHERMEND EFFECT RESISTENTIE ANDERE VIRULENTIEFACTOREN KOE- EN OMGEVINGSGEBONDEN CNS-SPECIES... 8 CONCLUSIE REFERENTIELIJST... 11

8 SAMENVATTING Mastitis of uierontsteking is wereldwijd één van de meest voorkomende en duurste ziekten bij melkkoeien en veroorzaakt enorme economische verliezen. Mastitis kan subklinisch of klinisch verlopen en bijna steeds worden bacteriën gevonden als etiologische agentia. Coagulase- negatieve stafylokokken (CNS) zijn jarenlang beschouwd als minor pathogenen en aanzien als één homogene groep van bacteriën. De CNS groep blijkt echter zeer heterogeen met meer dan 50 verschillende species en subspecies. Om de verschillen tussen de CNS-species in kaart te brengen is een goede identificatie op speciesniveau noodzakelijk. De jarenlange fenotypische identificatie gebaseerd op biochemische en morfologische eigenschappen verschafte geen accurate resultaten. Tegenwoordig maakt men gebruik van genotypische identificatie waardoor een hogere accuraatheid en reproduceerbaarheid bereikt wordt. Gensequenering wordt als de gouden standaard beschouwd. Coagulase- negatieve stafylokokken worden regelmatig geïsoleerd uit melkstalen, van op speentoppen, en uit de omgeving van melkkoeien. De CNS- species kunnen worden onderverdeeld in koegebonden en omgevingsgebonden kiemen. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de distributie van specifieke CNS-species en verder onderzoek hiernaar is noodzakelijk omdat de prevalentie van CNS hoog is. De invloed van CNS-species op het somatisch celgetal (SCC) is matig tot sterk en is speciesspecifiek. Ook de impact op melkproductie verschilt per CNS-species en dit dient verder onderzocht te worden. De CNS-species verschillen bovendien in hun mogelijks beschermend effect en in hun virulentiepotentieel. Een belangrijk voorbeeld is de mogelijkheid dat sommige species in staat zijn om een biofilm te vormen en zich zo te beschermen tegen de omgeving, antimicrobiële middelen en fagocytose. Key words: Coagulase-negatieve stafylokokken, uiergezondheid, mastitis 1

9 INLEIDING Mastitis wordt gedefinieerd als een ontsteking van de melkklier (Heringstad et al., 2000). Het is wereldwijd één van de meest voorkomende en belangrijkste aandoeningen bij melkkoeien. Uierontstekingen hebben enorme economische gevolgen (Halasa et al., 2007) die te wijten zijn aan een verlies van opbrengsten door onder andere een daling van de melkproductie, een verminderde kwaliteit van de melk, de extra arbeid die een ziek dier behoeft, alsook verliezen door melk met antibioticaresiduen. Extra kosten die mastitis met zich meebrengt zijn veeartskosten, behandelkosten, en het eventueel vervangen van het dier (Heringstad et al., 2000). Mastitis komt zowel in een klinische als een subklinische vorm voor. Klinische mastitis kenmerkt zich door zichtbare abnormaliteiten in de melk bv. vlokvorming of melk met een afwijkende kleur. Wanneer de infectie verergert, kan er zwelling, roodheid, warmte en pijn optreden ter hoogte van het aangetaste uierkwartier. Eventueel is de koe ziek en heeft ze een verhoogde rectale temperatuur, systemische symptomen door bacteriëmie of septicemie en kan sterfte voorkomen (Harmon, 1994; Heringstad et al., 2000). In tegenstelling tot de klinische mastitis zijn er bij de subklinische vorm geen duidelijke zichtbare symptomen aanwezig, maar leidt dit wel tot een toename in het celgetal door de influx van o.a. neutrofielen (Piepers et al., 2007). Mastitis wordt bijna steeds veroorzaakt door bacteriën (Smith en Hogan., 2001) De kiemen kunnen worden onderverdeeld in twee grote groepen: de major en minor pathogenen. Major pathogenen kunnen een erge klinische mastitis, een wijziging in melksamenstelling, een stijging van het somatische celgetal en soms zelfs sterfte veroorzaken. De minor pathogenen veroorzaken daarentegen een milde inflammatie van de melkklier, een matig verhoogd celgetal en leiden zelden tot een gewijzigde melksamenstelling (Harmon, 1994). De laatste jaren worden de coagulase-negatieve stafylokokken of CNS het vaakst geïsoleerd als oorzaak van subklinische mastitis bij melkvee. Er werd lang aangenomen dat CNS minor pathogenen zijn en ze werden als 1 groep aanzien. Ondertussen is geweten dat deze groep zeer heterogeen is en er grote verschillen bestaan tussen de species binnen deze groep (Supré et al., 2011; De Visscher et al., 2014). Het is dus nodig een goede identificatie op speciesniveau te hanteren en onderzoek niet langer op groepsniveau uit te voeren (Trinidad et al., 1990; Taponen et al., 2007). 2

10 LITERATUURSTUDIE EN BESPREKING 1. INLEIDING Coagulase-negatieve stafylokokken worden tegenwoordig het vaakst geïsoleerd als oorzaak van subklinische mastitis. Deze kiemen werden lang beschouwd als minor pathogenen en werden aanzien als een homogene groep van bacteriën (Nickerson en Boddie, 1994; Hogan et al, 1988). De uierontstekingen die CNS veroorzaken zijn namelijk vaak mild in vergelijking met mastitis veroorzaakt door major pathogenen (Djabri et al., 2002; Pyörälä en Taponen, 2009; Sampimon et al., 2010; Supré et al, 2011). Toch zijn er ook gevallen bekend waar CNS ook een rol spelen in het voorkomen van klinische mastitis (Taponen et al., 2006). Coagulase-negatieve stafylokokken komen ook vaak voor op speentoppen, op de speenhuid, in het tepelkanaal en in de omgeving van dieren (Devriese en De Keyser, 1979; De Vliegher et al., 2003). De CNS groep blijkt erg heterogeen te zijn met tot op heden meer dan 50 verschillende species en subspecies (Supré et al., 2011; Dufour et al., 2012; www. bacterio.net, 2015). Identificatie op speciesniveau is dus noodzakelijk in studies om deze verschillen in kaart te brengen (Taponen et al., 2006). 2. IDENTIFICATIE VAN CNS De identificatie of differentiatie van de verschillende CNS-species kan zowel met een fenotypische als een genotypische methode uitgevoerd worden. De fenotypische identificatie is gebaseerd op biochemische en morfologische eigenschappen, maar is niet gebaseerd op de detectie van het bacteriële DNA. De fenotypische testen verschaffen geen accurate resultaten en zijn oorspronkelijk ontwikkeld voor de identificatie van humane isolaten (Thorberg et al., 2009; Piessens et al., 2010). Bovendien kan een variabele expressie van fenotypische eigenschappen optreden bij de CNS-species (Zadoks en Watts, 2009). Voorbeelden van fenotypische identificatiekits die gebruikt worden zijn de API Staph ID (Hogan et al., 1999; Park et al., 2011) en de Staph-Zym (Zadoks et al., 2009). Fenotypische testen hebben bijgevolg een lagere reproduceerbaarheid, een minder goede typeerbaarheid en een zwakkere accuraatheid (Zadoks en Watts., 2009). Door middel van genotypische identificatie bekomt men een hogere accuraatheid en reproduceerbaarheid ten opzichte van fenotypische methoden (Piessens et al., 2010). Moleculaire identificatietechnieken zijn gebaseerd op de detectie van het bacteriële DNA. Gensequenering wordt als de gouden standaard beschouwd (Zadoks en Watts, 2009; Piessens et al., 2010). Verschillende genen komen in aanmerking: o.a. het 16SrRNA gen, het cpn60 gen, het soda gen, het rpob gen en het tuf gen. Technieken die gebruik maken van deze genen en gevalideerd zijn voor boviene CNS-species zijn o.a. fragment length polymorphism (AFLP), (Piessens et al., 2010) intergenic spacer length polymorphism (tdna-ilp) (Zadoks en Watts., 2009), transfer RNA-intergenic spacer polymerase chain reaction (tdna-pcr) (Supré et al., 2009) en (GTG)(5)-PCR (Braem et al., 2011). 3

11 3. PREVALENTIE VAN CNS In verschillende landen zijn studies uitgevoerd naar de prevalentie en distributie van oorzakelijke agentia van boviene mastitis. In Vlaanderen werd aangetoond dat ongeveer 40% van de melkkoeien tijdens de lactatie een subklinische infectie heeft in één of meerdere kwartieren (Piepers et al., 2007) Bij afkalven hadden 80% van de vaarzen een subklinische infectie (Piepers et al., 2010). De meeste van deze subklinische infecties werden veroorzaakt door coagulase-negatieve stafylokokken (Piepers et al., 2010; Piessens et al., 2012; Vanderhaegen et al., 2015). Staphylococcus chromogenes is het meest voorkomende species, gevolgd door S. haemolyticus, S. simulans, S. epidermis, en S. xylosus (Sampimon et al., 2009; Vanderhaeghen et al,. 2015). Tabel 1 geeft de distributie weer van de meest voorkomende CNS-species geisoleerd uit melkstalen van dieren kort na afkalven en doorheen de lactatie op Vlaamse melkveebedrijven. Tabel 1: Distributie van de meest voorkomende CNS-species bij afkalven en doorheen de lactatie op Vlaamse melkveebedrijven (Supré et al., 2011; De Visscher et al., 2016) CNS-species Distributie bij afkalven Distributie doorheen lactatie S. chromogenes 17% 46.4 % S. haemolyticus 17% 6.1% S. cohnii 4% 11.2% S. epidermidis - 0.6% S. xylosus % S. devriesei 19% 2.8% S. equorum 13% 0.6% S. auricularis 8% S. sciuri 7% 1.7% De prevalentie van mastitis veroorzaakt door CNS is vaak verschillend tussen regio s en tussen landen (Persson Waller et al., 2011) en is over het algemeen het hoogst bij melkkoeien kort na afkalven (Todhunter et al., 1993; Honkanen-Buzalski et al., 1994). Gedurende de vroege lactatie zouden melkkoeien gevoeliger zijn voor intramammaire infecties (IMI) door CNS dan in latere fases van de lactatie (Harmon en Langlois, 1989). In het onderzoek van Supré et al. (2011) werden 25.8 % van de IMI door CNS veroorzaakt. Intramammaire infecties veroorzaakt door CNS-species komen ook frequentst voor bij vaarzen (Fox, 2009). In Vlaanderen wordt geschat dat ongeveer 35% van de vaarzen een subklinische mastitis doormaken (Piepers et al., 2010). Coagulase-negatieve stafylokokken worden ook vaak geïsoleerd vanop speentoppen en uit de directe omgeving van koeien (Sampimon et al., 2007; Taponen en Pyörälä, 2008). Verschillende studies hebben de aanwezigheid van verschillende CNS species op speentoppen van lacterende melkkoeien en vaarzen aangetoond, (Taponen et al., 2008; Braem et al., 2013; De Visscher et al., 2014; 4

12 Vanderhaegen et al., 2015). CNS waren zelfs de frequentst geïsoleerde microbiota (Braem et al., 2013). In het onderzoek van De Visscher et al. (2016) bleek 72% van de speentoppen van melkkoeien kort na afkalven gekoloniseerd door minstens één tot drie verschillende CNS-species. Tabel 2 geeft de distributie weer van enkele veel voorkomende CNS-species op speentoppen en in de omgeving. Tabel 2: Distributie van CNS-species (%) op speentoppen en in de omgeving (Piessens et al., 2011; Braem et al., 2013) CNS-species Speentoppen CNS- species Omgeving S. haemolyticus 50.7% S. equorum 19% S. simulans 4.8% S. sciuri 17.9% S. equorum 13.5% S. haemolyticus 16.6% S. cohnii 9.2% S. fleurettii 7.4% S. devriesei 3.9% 4. RELEVANTIE VAN CNS Wereldwijd worden coagulase-negatieve stafylokokken het vaakst geïsoleerd uit boviene melkstalen (Tenhagen et al., 2006; Piepers et al., 2007; Schukken et al., 2009). De CNS werden beschouwd als een homogene groep minor pathogenen, de groep blijkt daarentegen zeer heterogeen te zijn en uit meer dan 50 diverse species en subspecies te bestaan (www. bacterio.net, 2015). De kiemen zijn veelvuldig aanwezig in de melk, op de uier en in de omgeving van de koe (Sampimon et al., 2007; Taponen en Pyörälä., 2009). Alhoewel CNS normaal een subklinische of mild klinische mastitis veroorzaken (Taponen et al.,2006), wordt in sommige gevallen een sterkere inflammatoire reactie uitgelokt en kan zelfs een persisterende infectie ontstaan (Piessens et al., 2012Een CNS infectie kan negatieve gevolgen hebben voor het celgetal, de melkkwaliteit, en melkproductie (Jones et al., 1984; Piessens et al., 2012). De CNS species verschillen echter in hun impact op de uiergezondheid als ook in de gevoeligheid voor antimicrobiële middelen (Piessens et al., 2012). 4.1 INVLOED OP CELGETAL Het somatisch celgetal (SCC) is de meest gebruikte parameter om de melkkwaliteit en uiergezondheid te bepalen (Piepers et al., 2007). Wanneer een koe een celgetal boven de cellen/ml heeft, is er sprake van een subklinische infectie (Piepers et al., 2007). Bij een vaars ligt de grens op cellen/ml (Santman-Berends et al., 2012). Hoewel CNS als minor pathogenen beschouwd worden, is de meerderheid geïsoleerd uit kwartieren van koeien met een hoog SCC (Piepers et al., 2007). De stijging van het SCC ontstaat door een immunologische respons op een CNS infectie, (Taponen et al., 2007) met een toename van o.a. het aantal leukocyten ter hoogte van de uier (Trinidad et al., 1990). Verschillende studies tonen een significant maar matige stijging van het SCC in kwartieren die geïnfecteerd zijn met CNS. Deze stijging is eerder mild vergeleken met een infectie door major pathogenen (Gillespie et al., 2009; Schukken et al., 2009). Studies rapporteren echter ook een tienvoudige stijging ten opzichte van niet geïnfecteerde uiers (Taponen et al., 2007). De grote variatie 5

13 in de beïnvloeding van het celgetal kan te wijten zijn aan de verschillen die er tussen de CNS-species bestaan, (Supré et al., 2011). Bepaalde CNS- species hebben een groter effect op het SCC dan andere (Fry et al., 2014). Recent onderzoek op speciesniveau toonde aan dat S. chromogenes, S. simulans, en S. xylosus een significante stijging van het celgetal veroorzaken, vergelijkbaar met S.aureus (Supré et al,. 2011; Fry et al., 2014; De Visscher et al., 2015). 4.2 INVLOED OP MELKPRODUCTIE Een stijging van het SCC zorgt normaal voor een daling van de melkproductie (Seegers et al., 2003). Een uierontsteking veroorzaakt namelijk een toename van de leukocyten infiltratie en een toename van het interalveolair stroma van de uier wat een afname van het alveolair lumen met verminderde melksecretie en daarmee gepaard gaande melkproductie tot gevolg heeft (Trinidad et al., 1990). Sommige studies toonden een daling van de melkproductie aan bij een CNS infectie (Simojoki et al., 2009). Andere studies vonden geen correlatie tussen de melkproductie en de aanwezigheid van CNS (Eberhart et al., 1982). Er zijn echter ook studies die aantonen dat subklinische mastitis veroorzaakt door CNS een licht verhoogde dagelijkse melkproductie tot gevolg heeft (Schukken et al., 2009). Vaarzen of koeien geïnfecteerd met CNS vertonen een hogere melkproductie dan dieren die geïnfecteerd zijn met een major pathogeen (Schukken et al., 2009; Piepers et al., 2013). De diverse CNS-species kunnen ook een verschillende impact hebben op de melkproductie en dit dient verder onderzocht te worden. 4.3 BESCHERMEND EFFECT Kwartieren geïnfecteerd met CNS kunnen een groter risico hebben om geïnfecteerd te worden met een major pathogeen (Hogan et al., 1988; Lam et al., 1997). In andere studies werd echter een beschermend effect gevonden van CNS-infecties (Matthews et al., 1990; De Vliegher et al., 2003, 2004; Piepers et al., 2011). De reden die wordt aangedragen voor dit beschermende effect is dat CNS bacteriocines kunnen produceren (Matthews et al., 1990, De Vliegher et al., 2004). In verschillende studies werd aangetoond dat een aantal CNS-species in staat zijn deze bacteriocines te kunnen produceren (Ceotto et al., 2010; Fagundes et al., 2011; Braem et al., 2014). In een in vitro studie van De Vliegher et al. (2004) werd aangetoond dat de groei van major pathogenen geremd kan worden door de aanwezigheid van S. chromogenes. Verder onderzoek op species- en stamniveau zal meer inzicht verwerven in het beschermend effect van sommige CNS-isolaten. 4.4 RESISTENTIE Op melkveebedrijven worden antimicrobiële middelen het frequentst toegediend voor de behandeling en controle op mastitis (Piessens et al., 2012; Stevens et al., 2009). Ook tijdens de droogstandsperiode worden in veel landen routinematig antimicrobiële middelen gebruikt om bestaande infecties te elimineren en nieuwe infecties te voorkomen (Rajala-Schultz et al., 2009). Het is van belang om een optimale werking van het antibioticum te bekomen met een minimum risico tot ontwikkeling en spreiding van antimicrobiële resistentie (Persson Waller et al., 2011). Onderzoeken over antimicrobiële middelen en CNS- species gebaseerd op genotypering zijn schaars (Sampimom et 6

14 al., 2009). De mogelijkheid tot antimicrobiële resistentie bij CNS is echter een reden tot zorg (Gentilini et al., 2002; Botrel et al., 2010). In het onderzoek van Persson Waller et al. (2011) blijkt dat CNS species tegen meerdere antimicrobiële middelen resistentie kunnen vertonen. Verschillende CNSspecies, zoals S. epidermidis en S. haemolyticus, zijn in staat β-lactamase te produceren (Persson Waller et al., 2011). Piessens et al. (2012) concluderen in hun studie dat de meeste antimicrobiële resistentie voorkomt bij CNS-species die uit de omgeving geïsoleerd werden, en minder bij CNSspecies die uit melk geïsoleerd werden. Desinfectie van de spenen na het melken is een veel gebruikte methode in de preventie van mastitis. Resistentie tegen een desinfectiemiddel kan optreden bij onjuist gebruik ervan, bijvoorbeeld door onjuiste dosering waardoor de concentratie van het te gebruiken desinfectiemiddel te laag is en de bacterie tolerant wordt voor deze dipcomponenten (Bjorland et al., 2005, 2006). In een onderzoek naar resistentie tegen biocides bij CNS-species vertoonden S. chromogenes en S. simulans een hogere tolerantie tegen biocides waardoor zij eventueel in staat zijn de uier beter te koloniseren (Piessens et al., 2012). 4.5 ANDERE VIRULENTIEFACTOREN Coagulase-negatieve Staphylococcus-species verschillen ook van elkaar in andere virulentiefactoren. Een belangrijk voorbeeld is de mogelijkheid dat sommige species in staat zijn om een biofilm te vormen en zich zo te beschermen tegen de omgeving, tegen antimicrobiële middelen en tegen fagocytose (Melchior et al., 2006, Piessens et al., 2012). Het vormen van een biofilm is een complex en dynamisch proces waarbij de bacterie na adhesie aan een oppervlak gaat groeien, gevolgd door de productie van extracellulaire polymeren waarmee ze een beschermende matrix vormen (Clutterbuck et al., 2007). Het vormen van een biofilm kan een belangrijke stap zijn bij het koloniseren van de gastheer (Pace et al., 2006), en de verspreiding van stafylokokken (Costerton et al., 1999; Fey en Olson, 2010). Een hypothese is dat een aantal CNS- species deze eigenschap bezitten om de uier te koloniseren en zo in staat zijn persisterende IMI te veroorzaken (Cucarella et al., 2004; Tormo et al, 2005). Biofilmvorming bij staphylococci wordt o.a. gereguleerd door twee oppervlakte componenten: polysaccharide intercellular adhesin (PIA) en biofilm-associated protein (bap). Zowel bap als PIA zorgen voor de adhesie, de cel-cel interacties en de bacteriële accumulatie van stafylokokken (Cucarella et al., 2004; Tormo et al., 2005). Piessens et al. (2012) onderzochten de rol van deze genen bij CNS-species. De genen die coderen voor biofilmvorming werden vooral bij CNS-species uit de omgeving teruggevonden (Piessens et al., 2012). Dit is in overeenstemming met een recente studie van Simojoki et al. (2012) waar ook geen link werd gevonden tussen persisterende IMI door CNS-species en biofilmvorming. Bepaalde componenten die aanwezig zijn in mastitismelk zouden de vorming van een biofilm kunnen beïnvloeden, waaronder lactoferrine. De concentratie aan lactoferrine stijgt bij aanwezigheid van mastitis en zou zo de biofilmvorming door stafylokokken voorkomen (Simojoki et al., 2012). 7

15 5. KOE- EN OMGEVINGSGEBONDEN CNS-SPECIES Mastitisverwekkers kunnen klassiek worden ingedeeld in twee groepen: koegebonden pathogenen en omgevingspathogenen (Blowey en Edmondson, 1995). Koegebonden matitisverwekkers kunnen overleven en vermeerderen in en op de uier en spenen van de koe (Bradley, 2002). Omgevingsgebonden matitisverwekkers leven in de omgeving van de koe zoals stro, mest en ligboxen en kunnen vanuit de omgeving de koe infecteren (National Mastitis Council, 1999). De opdeling van mastitispathogenen in koegebonden en omgevingsgebonden kiemen is na de introductie van diagnostische technieken minder zwart-wit door stamverschillen, maar blijft in de praktijk wel bruikbaar (Sampimon et al., 2009). Omdat de preventie- en controlemaatregelen verschillen voor koe- en omgevingsgebonden kiemen is het belangrijk om te weten met welke kiem we te maken hebben. Besmetting met koegebonden kiemen zal voornamelijk plaatsvinden tijdens het melkproces door een besmet melkstel of via de handen van de melkers (Thorberg et al., 2006). Waar CNS eerst als groep als omgevingsgebonden kiemen beschouwd werden (Piepers et al., 2007; Sampimon et al., 2009), is nu geweten dat de species verschillen en dat er ook koegebonden CNS-species voorkomen. De koegebonden species komen voornamelijk in de melk en op de speentopen voor, (De Visscher et al., 2014) maar speentopkolonisatie kan ook ontstaan door contaminatie vanuit de omgeving (Piessens et al., 2011). Bepaalde CNS-species worden als koegebonden beschouwd: S. chromogenes, S. simulans, S. xylosus en S. epidermidis. Deze species komen veel voor in de melk. Staphylococcus chromogenes en S. epidermidis kunnen persisterende infecties veroorzaken (Thorberg et al., 2009; Piessens et al., 2011). Staphylococcus chromogenes heeft zich goed aangepast aan de uier en is zowel geïsoleerd uit het tepelkanaal als op de speenhuid (Devriese en De Keyser, 1979). Staphylococcus simulans blijkt ook een specifiek uiergebonden pathogeen te zijn (Taponen et al., 2008), en wordt dikwijls uit kwartieren geïsoleerd van oudere koeien (Pyörälä en Taponen, 2009) Omgevingsgebonden kiemen zijn minder aangepast om te overleven op de gastheer. Rechtstreekse overdracht van deze kiemen afkomstig van de uier van geïnfecteerde koeien naar niet-geïnfecteerde koeien en/of kwartieren is daarom eerder zeldzaam (Hogan en Smith, 2003). Ze veroorzaken vooral intramammaire infecties door vanuit de omgeving rechtstreeks het tepelkanaal binnen te dringen. Mastitis veroorzaakt door omgevingsgebonden bacteriën zijn soms moeilijker te voorkomen, omdat de kiemen permanent en massaal in de omgeving van koeien aanwezig zijn (Zdanowicz, 2002). Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de transmissie van CNS via omgevingsbronnen op een melkveebedrijf (Piessens et al., 2012). De belangrijkste omgevingsbron waaruit CNS-species geïsoleerd kunnen worden zijn de ligbedden. Andere bronnen zijn gecontamineerde speenbekers, strooisel, vliegen enz. (Harmon, 1994; Piessens et al., 2011). De voornaamste omgevingsgebonden species zijn S. equorum, S. sciuri, S. cohnii, en S. saprohyticus (Piessens et al., 2011). Staphylococcus equorum werd het meest frequent in de 8

16 omgeving teruggevonden terwijl voor de andere CNS-species de distributie bedrijfsafhankelijk was (Piessens et al., 2011) Staphylococcus haemolyticus is een heel heterogeen species. Diverse genotypes werden op verschillende locaties geïsoleerd, zoals in zaagsel dat nog niet in direct contact geweest was met koeien, in melkmonsters, in de lucht (Piessens et al., 2012). Staphylococcus haemolyticus werd daarnaast ook veelvuldig op speentoppen van drachtige vaarzen gevonden (De Visscher et al., 2016). Deze wijdverspreide aanwezigheid en genoomflexibiliteit duidt erop dat S. haemolyticus een commensale kiem is met een sterk adaptief vermogen om te overleven in variabele habitats (Piessens et al., 2012). 9

17 CONCLUSIE De coagulase-negatieve stafylokokken werden lang als minor pathogenen en als homogene groep beschouwd. Verschillende studies toonden echter aan dat ze een zeer heterogene groep vormen en reeds meer dan 50 species zijn geïdentificeerd. De hoge prevalentie van CNS in zowel de melk als stalomgeving van Vlaamse melkveebedrijven toont aan hoe belangrijk onderzoek naar deze groep pathogenen is. Ze worden meest frequent uit boviene melkstalen geïsoleerd en kunnen o.a. een invloed op het celgetal hebben. Accurate identificatie op speciesniveau is noodzakelijk om de verschillen tussen de CNS-species in kaart te brengen waardoor meer informatie over bv. de impact van de verschillende species kan verkregen worden. Staphylococcus chromogenes, S. simulans, en S. xylosus veroorzaken bijvoorbeeld een significante stijging van het celgetal. Staphylococcus chromogenes, S. simulans, S. xylosus en S. epidermidis komen veel voor in de melk en lijken meer koegebonden species. Staphylococcus chromogenes en S. epidermidis kunnen persisterende infecties veroorzaken. Staphylococcus haemolyticus is een genotypisch zeer divers species en gedraagt zich wellicht meer als opportunist. Antibioticagevoeligheidstesten hebben aangetoond dat CNS meer en meer resistentie ontwikkelen tegenover antimicrobiële middelen en desinfectiemiddelen. Dit is een reden tot zorg omdat een optimale werking van het antibioticum nodig is met een minimum risico tot ontwikkeling en spreiding van antimicrobiële resistentie. Omdat uierontstekingen wereldwijd voorkomen en voor grote economische verliezen kunnen zorgen is identificatie is uitgebreidere kennis over de impact van CNS-species noodzakelijk om deze groep bacteriën in de melkveebedrijven onder controle te krijgen. 10

18 REFERENTIELIJST Bjorland, J.; Steinum, T.; Kvitle, B.; Waage, S.; Sunde, M.; Heir, E. (2005) Widespread distribution of disinfectant resistance genes among staphylococci of bovine and caprine origin in Norway. Journal of Clinical Microbiology, 43, Bjorland, J.; Steinum, T.; Sunde, M.; Waage, S.; Sviland, S.; Oppegaard, H.; Heir, E. (2006) Deletion of pt181-like sequence in an smr-encoding mosaic plasmid harboured by a persistent bovine Staphylococcus warneri strain. Journal of Antimicrobrial Chemotherapy, 57, Blowey, R.W.; Edmondson, P.W. (1995) Mastitis control in dairy herds. Farming Press, Ipswich, England. Botrel, M.A.; Haenni, M.; Morignat, E.; Sulpice, P.; Madec, J.Y.; Calavas, D. (2010) Distribution and antimicrobial resistance of clinical and subclinical mastitis pathogens in dairy cows in Rhone-Alpes, France. Foodborne Pathogoly, 7, Bradley, A. J. (2002) Bovine mastitis: An evolving disease. Veterinary Journal, 164, Braem, S.; Abrahamse, E. L.; Duthoo, W.; Notebaert, W. (2014). What determines the specificity of conflict adaptation? a review, critical analysis, and proposed synthesis. Frontiers in Psychology, 5, 3-13 Braem, G.; De Vliegher, S.; Supré, K.; Haesebrouck, F.; Leroy, F.; De Vuyst, L. (2011) (GTG)5-PCR fingerprinting for the classification and identification of coagulase-negative Staphylococcus species from bovine milk and teat apices: A comparison of type strains and field isolates. Veterinairy Microbiology, 147, Braem, G.; De Vliegher, S.; Verbist, B.; Piessens, V.; Van Coillie, E.; De Vuyst, L.; Leroy, F. (2013) Unraveling the microbiota of teat apices of clinically healthy lactating dairy cows, with special emphasis on coagulase-negative staphylococci. Journal of Dairy Science, 96, Ceotto, H.; Holo, H.; Costa, K.F.S.; Nascimento, J.S.; Salehian, A.; Nes, I.F.; Bastos, M.C.F. (2010) Nukacin 3299, a lantibiotic produced bij Staphylococcus simulans 3299 identical to nukacin ISK-1. Veterinary Microbiology, 146, Clutterbuck, A.L.; Woods, E.J.; Knottenbelt, D.C.; Clegg, P.D.; Cochrane, C.A.; Percival, S.L. (2007) Biofilms and their relevance to veterinary medicine. Veterinairy Microbiology, 121, 1-17 Costerton, J.W.; Stewart, P.S.; Greenberg, E.P. (1999) Bacterial biofilms: a common cause of persistent infections. Science (New York, N. Y.) 284, Cucarella, C.; Tormo, M.A.; Ubeda, C.; Trotonda, M.P.; Monzon, M.; Peris, C.; Amorena, B.; Lasa, I.; Penades, J.R (2004) Role of biofilm-associated protein bap in the pathogenesis of bovine Staphylococcus aureus. Infection and Immuntiy. 72,

19 De Visscher, A.; Piepers, S.; Haesebrouck, F.; De Vliegher, S. (2016) Teat apex colonization with coagulase-negative Staphylococcus species before parturition: Distribution and species-specific risk factors. Journal of Dairy Science, 99, De Visscher, A.; Piepers, S.; Supré, K.; Haesebrouck, F. De Vliegher, S. (2015) Species Group- Specific Predictors at the Cow and Quarter Level for Intramammary Infection with Coagulase-Negative Staphylococci in Dairy Cattle Throughout Lactation. Journal of Dairy Science, 98, De Visscher, A.; Supré, K.; Haesebrouck, F; Zadoks, R.N.; Piessens, V.; Coillie,; Piepers, S.; De Vliegher, S.(2014) Further evidence for the existence of environmental and host-associated species of coagulase-negative staphylococci in dairy cattle. Veterinary Microbiology, 172, De Vliegher.; S.; Laevens, H.; Devriese, L.A.; Opsomer, G.; Leroy, J.L.; Barkema, H.W.; de Kruif, A. (2003) Prepartum teat apex colonization with Staphylococcus chromogenes in dairy heifers is associated with lowsomatic cell count in early lactation. Veterinairy Microbiology, 92, De Vliegher, S.; Opsomer, G.; Vanrolleghem, A.; Devriese, L.A.; Sampimon, O.C.; Sol, J.; Barkema, H.W.; Haesebrouck, F. (2004) In vitro growth inhibition of major mastitis pathogens by Staphylococcus chromogenes originating from teat apices of dairy heifers. Veterinary Microbiololgy, 101, Devriese, L.A.; Keyser, H.; (1979) Prevalence of different species of coagulase-negative staphylococci on teats and in milk samples from dairy cows. Journal of Dairy Research, 47, Djabri, B.; Bareille, N.; Beaudeau, F.; Seegers, H. (2002) Quarter milk somatic cell count in infected dairy cows: a meta-analysis. Veterinairy Research, 33, Dufour, S.; Dohoo, I.R.; Barkema, H.W.; DesCôteaux, L.; DeVries, T.J.; Reyher, K.K.; Roy, J.-P.; Scholl, D.T. (2012) Epidemiology of coagulase-negative staphylococci intramammary infection in dairy cattle and the effect of bacteriological culture misclassification. American Dairy Science Association, 95, Eberhart, R.J.; Hutchinson, L.J.; Spencer, S.B. (1982) Relationships of bulk somatic cell counts to prevalence of intramammary infections and to indices of herd production. Journal of Food Protection, 45, Fagundes, P.C.; Ceotto, H.; Potter, A.; Brito, M.A.V.P.; Brede, D.; Nes, I.F.; Bastos, M.C.F. (2011) Hyicin 3682, a bioactive peptide produced by Staphylococcus hyicus 3682 with potential applications for food preservation. Research Microbiology, 162, Fey, P.D.; Olson, M.E. (2010) Current concepts in biofilm formation of Staphylococcus epidermidis. Future Microbiology, 5, Fox, L.K. (2009) Prevalence, incidence and risk factors of heifer mastitis. Veterinairy Microbiology, 134,

20 Fry, P.R.; Middleton, J.R.; Dufour, S. Perry, J.; Scholl, D.; Dohoo, I. (2014) Association of coagulasenegative staphylococcal species, mammary quarter milk somatic cell count, and persistence of intramammary infection in dairy cattle. Journal of Dairy Science, 97, Gentilini, E.; Denamiel, G.; Betancor, A.; Rebuelto, M.; Fermepin, M.R.; De Torres, R.A (2002) Antimicrobial susceptibility of coagulase-negative staphylococci isolated from bovine mastitis in Argentina. Journal of Dairy Science, 85, Gillespie, B.E.; Headrick, S.I.; Boonyayatra, S.; Oliver, S.P. (2009) Prevalence and persistence of coagulase-negative Staphylococcus species in three dairy research herds. Veterinary Microbiology, 134, Halasa, T.; Huijps, K.; Østerås, O.; Hogeveen, H. (2007) Economic effects of bovine mastitis and mastitis management: a review. Veterinairy Quarterly, 29, Harmon, R. J. (1994) Physiology of mastitis and factors affecting somatic cell counts. Journal of Dairy Science, 77, Heringstad, B.; Klemetsdal, G.; Ruane, J. (2000) Selection for mastitis resistance in dairy cattle: a review with focus on the situation in the Nordic countries. Livestock Production Science, 64, Hogan, J.S.; Gonzalez, R.N.; Harmon, R.J.; Nickerson, S.C.; Oliver, S.P.; Pankey, J.W.; Smith, K.L.; (1999) Laboratory Handbook on Bovine Mastitis. National Mastitis Council Inc., Madison, WI Hogan, J.S.; Smith, K.L. (2003) Coliform mastitis: Review Article. Veterinary Research, 34, Hogan, J.S.; Smith, K.L.; Todhunter, D.A.; Schoenberger, P.S. (1988) Rate of environmental mastitis in quarters infected with Corynebacterium bovis and Staphylococcus species Journal of Dairy Science, 71, Honkanen-Buzalski, T.; Myllys, V.; Pyorala, S. (1994) Bovine clinical mastitis due to coagulasenegative staphylococci and their susceptibility to antimicrobials Journal of Veterinairy Medicine, 41, Jones, G.M.; Pearson, R.E.; Clabaugh, G.A.; Heald, C.W. (1984) Relationships between somatic cell counts and milk production. Journal of Dairy Science, 67, Lam, T.J.G.M.; van Vliet, J.H.; Schukken, Y.H.; Grommers, F.J.; van Velden-Russcher, A.; Barkema, H.W.; Brand, A. (1997) The Effect of Discontinuation of Postmilking Teat Disinfection in Low Somatic Cell Count Herds. II. Dynamics of Intramammary Infections. Veterinairy Quarterly, 19, Matthews, K.R.; Harmon, R.J.; Smith, B.A. (1990) Protective effect of Staphylococcus chromogenes infection against Staphylococcus aureus infection in the lactating bovine mammary gland. Journal of Dairy Science, 73,

21 Melchior, M.B; Vaarkamp, H.; Fink-Gremmels, J. (2006) Biofilms: A role in recurrent mastitis infections? Veterinairy Journal, 171, National Mastitis Council, (1999) Laboratory Handbook on Bovine Mastitis. National Mastitis Council Inc. Madison, WI. Nickerson, S.C.; Boddie, R.L. (1994) Effect of naturally occurring coagulase-negative staphylococcal infections on experimental challenge with major mastitis pathogens. Journal of Dairy Science, 77, Pace, J. L.; Rupp, M.E.; Finch, R.G. (2006). Biofilms, infection, and antimicrobial therapy.5-7 Persson Waller, K.; Aspán, A.; Nyman, A.; Persson, Y.; Grönlund Andersson, U. (2011) CNS species and antimicrobial resistance in clinical and subclinical bovine mastitis. Veterinairy Microbiology, 152, Piepers, S.; De Meulemeester, L.; de Kruif, A.; Opsomer, G.; Barkema, H. W.; De Vliegher, S. (2007) Prevalence and distribution of mastitis pathogens in subclinically infected dairy cows in Flanders, Belgium. Journal of Dairy Research, 74, Piepers, S.; Opsomer, G.; Barkema, H.W.; de Kruif, A., De Vliegher, S. (2010) Heifers infected with coagulase-negative staphylococci in early lactation have fewer cases of clinical mastitis and higher milk production in their first lactation than noninfected heifers. American Dairy Science Association, 93, Piepers, S.; Peeters, K.; Opsomer, G.; Barkema, H.W.; Frankena, K.; De Vliegher, S. (2011) Pathogen group specific risk factors at herd, heifer and quarter levels for intramammary infections in early lactating dairy heifers. Preventive Veterinairy Medicine, 99, Piepers, S.; Schukken, Y.H.; Passchyn, P.; De Vliegher, S. (2013) The effect of intramammary infection with coagulase-negative staphylococci in early lactating heifers on mild yield throughout first lactation revisited. Journal of Dairy Science, 96, Piessens, V.; De Vliegher, S.; Verbist, B.; Braem, G.; Van Nuffel, A.; De Vuyst, L.; Heyndrickx, M.; Van Coillie, E. (2012) Characterization of coagulase- negative staphylococcus species from cow s milk and environment based on bap, icaa, and meca genes and phenotypic susceptibility to antimicrobials and teat dips. American Dairy Science Association, 95, Piessens, V.; Supré, K.; Heyndrickx, M; Haesebrouck, F.; De Vliegher, S.; Van Coillie, E. (2010b) Validation of amplified fragment length polymorphism genotyping for species identification of bovine associated coagulase-negative staphylococci. Journal of Microbiological Methods, 80, Piessens, V.; Van Coillie, E.; Verbist, B.; Supré, K.; Braem, G.; Van Nuffel, A.; De Vuyst, L.; Heyndrickx, M.; De Vlieghert, S. (2011) Distribution of coagulase-negative Stahylococcus species from 14

22 milk and environment of dairy cows differs between herds. American Dairy Science Association, 94, Pyörälä, S.; Taponen, S. (2009) Coagulase-negative staphylococci- Emerging mastitis pathogen. Veterinairy Microbiology, 134, 3-8 Rajala-Schultz, P.J.; Torres, A.H.; DeGraves, F.J.; Gebreyes, W.A.; Patchanee, P. (2009) Antimicrobial resistance and genotypic characterization of coagulase-negative staphylococci over the dry period. Veterinairy Microbiology, 134, Sampimon, O.C.; Barkema, H.W.; Berends, I.M.G.A.; Sol, J.; Lam, T.J.G.M. (2009) Prevalence and herd-level risk factors for intramammary infection with coagulase-negative staphylococci in Dutch dairy herds. Veterinairy Microbiology, 134, Sampimon, O.C; van den Borne, B.H.P.; Santman-Berends, I; Barkema, H.W.; Lam, T.J.G.M. (2010) Effect of coagulase-negative staphylococci on somatic cell count in Dutch dairy herds. Journal of Dairy Research, 77, Sampimon, O.C.; Vernooij.; J.C.A.; Mevius, D.J.; Sol, J. (2007) Sensitivity for various antibiotics of coagulase-negative staphylococci, isolated from milk samples of Dutch dairy cattle. Tijdschrift Diergeneeskunde, 132, Santman-Berends, I.M.G.A.; Olde Riekerink, R.G.M.; Sampimon O.C.; van Schaik, G.; Lam, T.J.G.M. (2012) Incidence of subclinical mastitis in Dutch dairy heifers in the first 100 days in lactation and associated risk factors. Journal of Dairy Science, 95, Schukken, Y.H.; González, R.N.; Tikofsky, L.L.; Schulte, H.F.; Santisteban, C.G.; Welcome, F.L.; Bennett, G.J.; Zurakowski, M.J.; Zadoks, R.N. (2009) CNS mastitis: Nothing to worry about? Veterinairy Microbiology, 134, 9-14 Seegers, H.; Fourichon, C. Beaudeau, F. (2003) Production effects related to mastitis and mastitis economics in dairy cattle herds. Veterinairy Research, 34, Simojoki, H.; Hyvönen, P.; Plumed, C.; Ferrer, S.; Taponen, S.; Pyörälä, S. (2012) Is the biofilm formation and slime producing ability of coagulase-negative staphylococci associated with the persistence and severity of intramammary infection? Veterninary Microbiology, 158, Simojoki, H.; Orro, T.; Pyörälä, S. (2009) Bovine experimental infection induced by coagulasenegative staphylococci. Veterinairy Microbiology, 134, Smith, K.L; Hogan, J.S. (2001) The world of mastitis. In: Proceedings of the Second International Symposium Mastitis and Milk Quality, Vancouver, BC, Canada, September 13-15,

23 Stevens, N.T.; Greene, C.M.; O Gara, J.P.; Humphreys, H. (2009) Biofilm characteristics of Staphylococcus epidermidis isolates associated with device-related meningitis. Journal of Medical Microbiology, 58, Supré, K.; De Vliegher, S.; Sampimon, O.C.; Zadoks, R.N.; Vaneechoutte, M.; Baele, M.; De Graef, E.; Piepers, S.; Haesebrouck, F. (2009) Technical note: Use of transfer RNA-intergenic spacer PCR combined with capillary electrophoresis to identify coagulase-negative Staphylococcus species originating from bovine milk and teat apices. American Dairy Science Association, 92, Supré, K.; Haesebroeck, F; Zadoks, R.N.; Vaneechoutte, M.; Piepers, S.; De Vliegher, S. (2011) Some coagulase-negative Staphylococcus species affect udder health more than others. American Dairy Science Association, 94, Taponen, S.; Bjorkroth, J.; Pyörälä, S. (2008) Coagulase-negative staphylococci isolated from bovine extramammary sites and intramammary infections in a single dairy herd. Journal of Dairy Research, 75, Taponen, S.; Koort, J.; Bjorkroth, J.; Saloniemi, H.; Pyorala, S. (2007) Bovine intramammary infections caused by coagulase-negative staphylococcimay persist throughout lactation according to amplified fragment length polymorphism-based analysis. Journal of Dairy Science, 90, Taponen, S.; Pyörälä, S. (2009) Coagulase-negative staphylococci as cause of bovine mastitis Not so different from Staphylococcus aureus? Veterinairy Microbiology, 134, Taponen, S.; Simojoki, H.; Haveri, M.; Larsen, M.D.; Pyörälä, S. (2006) Clinical characteristics and persistence of bovine mastitis caused by different species of coagulase-negative staphylococci identified with API or AFLP. Veterinary Microbiology, Tenhagen, B.A.; Koster, G.; Wallmann, J.; Heuwieser, W. (2006) Prevalence of mastitis pathogens and their resistance against antimicrobial agents in dairy cows in Brandenburg, Germany. Journal of Dairy Science, 89, Thorberg, B.M.; Danielsson-Tham, M.L.; Emanuelson, U.; Persson Waller, K. (2009) Bovine subclinical mastitis caused by different types of coagulase- negative staphylococci. American Dairy Science Association, 92, Tormo, M. A.; Knecht, E.; Gotz, F.; Lasa, M.; Penades, J.R. (2005) Bap-dependent biofilm formation by pathogenic species of Staphylococcus: evidence of horizontal gene transfer? Microbiology society, 151, Trinidad, P.; Nickerson, S.C.; Alley, T.K.; (1990) Prevalence of intramammary infection and teat canal colonization in unbred and primigravid dairy heifers. Journal of Dairy Science, 73,

24 Todhunter, D.A.; Cantwell, L.L.; Smith, K.L.; Hoblet, K.H.; Hogan, J,S. (1993) Characteristics of coagulase-negative staphylococci isolated from bovine intramammary infections Veterinairy Microbiology, 34, Vanderhaeghen, W.; Piepers, S.; Leroy, F.; Van Coillie, E.; Haesebrouck, F.; De Vliegher, S. (2015) Identification, typing, ecology and epidemiolgy of coagulase negative staphylococci associated with ruminants, The Veterinary Journal, 203, Zadoks, R.N.; Watts, L. (2009) Species identification of coagulase-negative staphylococci: Genotyping is superior tot phenotyping. Veterinary Microbiology, 134, Zdanowicz, M.(2002) Sand and sawdust bedding affect populations of Coliforms, Klebsiella spp. and Streptococcus spp. on teat ends of dairy cows housed in freestalls. A thesis submitted in partial fulfillment of the requirements for the degree of Master in Science in The Faculty of Graduate Studies. The University of British Columbia 17

Coagulase-negatieve stafylokokken: opduikende mastitispathogenen

Coagulase-negatieve stafylokokken: opduikende mastitispathogenen Coagulase-negatieve stafylokokken: opduikende mastitispathogenen Els Van Coillie ILVO T&V Mastitis (uierontsteking) Wordt veroorzaakt door binnendringen van bacteriën in het uierweefsel via het slotgat

Nadere informatie

Grote proportie van de vaarzen kalven af met geïnfecteerde kwartieren (Fox, 2009)

Grote proportie van de vaarzen kalven af met geïnfecteerde kwartieren (Fox, 2009) Studiedag 28 juni 2011 NIEUWE INZICHTEN IN VAARZENASTITIS: TO TREAT OR NOT TO TREAT? Faculteit Diergeneeskunde -UGent D RS. P I E T E R PASSC H Y N D R. S O F I E P I E PE R S P RO F. D R. S AR N E D E

Nadere informatie

Het belang van mastitis bij melkveevaarzen

Het belang van mastitis bij melkveevaarzen Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2008, 78 Thema: mastitis bij melkveevaarzen 3 SAMENVATTING Het belang van mastitis bij melkveevaarzen S. Piepers, G. Opsomer, K. Supré, A. de Kruif, S. De Vliegher

Nadere informatie

PRAKTISCHE KIJK OP HOE VAARZENMASTITIS TE VOORKOMEN EN TE CONTROLEREN. Sofie Piepers Sarne De Vliegher. M - team. Roadshows uiergezondheid

PRAKTISCHE KIJK OP HOE VAARZENMASTITIS TE VOORKOMEN EN TE CONTROLEREN. Sofie Piepers Sarne De Vliegher. M - team. Roadshows uiergezondheid PRAKTISCHE KIJK OP HOE VAARZENASTITIS TE VOORKOEN EN TE CONTROLEREN Sofie Piepers Sarne De Vliegher - team Roadshows uiergezondheid Wat verwachten we van vaarzen? Op leeftijdvan twee jaar: Kalven Start

Nadere informatie

Vaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation. Sofie Piepers, DVM, PhD. M-team UGent

Vaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation. Sofie Piepers, DVM, PhD. M-team UGent Vaarzenmastitis verbeter de rentabiliteit van de next generation Sofie Piepers, DVM, PhD Vaarzenmastitis Intramammaire infecties vóór kalven Gevolgen na kalven: Klinische mastitis Subklinische mastitis

Nadere informatie

Celgetal na klinische mastitis

Celgetal na klinische mastitis UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 Celgetal na klinische mastitis door Marijke VAN LANDEGHEM Promotoren: Dierenarts Joren Verbeke Prof. Dr. Sarne De Vliegher Literatuurstudie

Nadere informatie

EVALUATIE VAN EEN GEAUTOMATISEERDE SELECTIE VAN MELKKOEIEN VOOR BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK OP BASIS VAN CELGETAL- EN ANDERE KOEGEGEVENS

EVALUATIE VAN EEN GEAUTOMATISEERDE SELECTIE VAN MELKKOEIEN VOOR BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK OP BASIS VAN CELGETAL- EN ANDERE KOEGEGEVENS UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2014 2015 EVALUATIE VAN EEN GEAUTOMATISEERDE SELECTIE VAN MELKKOEIEN VOOR BACTERIOLOGISCH ONDERZOEK OP BASIS VAN CELGETAL- EN ANDERE KOEGEGEVENS

Nadere informatie

UIERGEZONDHEID IN VLAANDEREN Uitdagingen & Kansen

UIERGEZONDHEID IN VLAANDEREN Uitdagingen & Kansen UIERGEZONDHEID IN VLAANDEREN Uitdagingen & Kansen PIETER PASSCHYN 1 Uiergezondheidspanel, Leuvenum 2 Melkveehouderij in Vlaanderen Totaal quotum per gemeente (Bron: ALV) Gemiddelde levering (Bron: BCZ)

Nadere informatie

De dag van droogstand is de eerste dag van de lactatie

De dag van droogstand is de eerste dag van de lactatie De dag van droogstand is de eerste dag van de lactatie Melkveecongres 2016 Dr Monique Van Goubergen Enter number(s) then press 'Send'. Wat is het doel van de droogstand? Vote for up to 3 choices 1. Voor

Nadere informatie

Uiergezondheid na verschillende droogstandslengtes: II. Zonder gebruik van droogzetantibiotica

Uiergezondheid na verschillende droogstandslengtes: II. Zonder gebruik van droogzetantibiotica Uiergezondheid na verschillende droogstandslengtes: II. Zonder gebruik van droogzetantibiotica R.J. van Hoeij, T.J.G.M. Lam, B. Kemp, J. Dijkstra, G.J. Remmelink, en A.T.M. van Knegsel Inleiding Het is

Nadere informatie

Effect van droogstandslengte op de melkproductie gedurende meerdere opeenvolgende lactaties

Effect van droogstandslengte op de melkproductie gedurende meerdere opeenvolgende lactaties Effect van droogstandslengte op de melkproductie gedurende meerdere opeenvolgende lactaties A. Kok, A.T.M. van Knegsel, C.E. van Middelaar, B. Engel, H. Hogeveen, B. Kemp en I.J.M. de Boer Inleiding Verkorten

Nadere informatie

De epidemiologie en aanpak van mastitis bij melkveevaarzen

De epidemiologie en aanpak van mastitis bij melkveevaarzen Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2008, 78 Thema: mastitis bij melkveevaarzen 11 De epidemiologie en aanpak van mastitis bij melkveevaarzen S. Piepers, G. Opsomer, K. Supré, A. de Kruif, S. De Vliegher

Nadere informatie

CONSENSUS STATEMENT DROOGZETBEHANDELING

CONSENSUS STATEMENT DROOGZETBEHANDELING CONSENSUS STATEMENT DROOGZETBEHANDELING Bradley 1 A., De Vliegher 2 S., Farre 3 M., Jimenez 4 L.M., Peters 5 T., Schmitt-van de Leemput 6 E., van Werven 7 T. 1 QMMS en Universiteit van Nottingham, VK;

Nadere informatie

CONSENSUS STATEMENT DROOGZETBEHANDELING

CONSENSUS STATEMENT DROOGZETBEHANDELING CONSENSUS STATEMENT DROOGZETBEHANDELING Bradley 1 A., De Vliegher 2 S., Farre 3 M., Jimenez 4 L.M., Peters 5 T., Schmitt-van de Leemput 6 E., van Werven 7 T. 1 QMMS en Universiteit van Nottingham, VK;

Nadere informatie

De mogelijkheden van smalspectrumaanpak mastitis

De mogelijkheden van smalspectrumaanpak mastitis De mogelijkheden van smalspectrumaanpak mastitis Met andere ogen kijken naar klinische mastitis Diewertje van den Dungen INHOUD Inleiding Achtergrond mastitis Detectie van mastitis Actie op mastitis Nieuwe

Nadere informatie

Fonds voor Landbouw en Visserij

Fonds voor Landbouw en Visserij Fonds voor Landbouw en Visserij Klinische mastitis op Vlaamse melkveebedrijven 1 INHOUD VAN HET PROJECT 1.1 PROBLEEMSTELLING Mastitis, een ontsteking van het melkklierweefsel die in hoofdzaak veroorzaakt

Nadere informatie

Gebruik van Celgetal data in bedrijfsdiergeneeskunde. Ynte Schukken. GD Diergezondheid

Gebruik van Celgetal data in bedrijfsdiergeneeskunde. Ynte Schukken. GD Diergezondheid Gebruik van Celgetal data in bedrijfsdiergeneeskunde Ynte Schukken GD Diergezondheid Introductie Management van bulk tank SCC. Gebruik van een flow chart. Geavanceerde SCC analyse. Bedrijfsdiergeneeskunde

Nadere informatie

Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter. Uiergezondheidspanel november 2018

Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter. Uiergezondheidspanel november 2018 Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter Uiergezondheidspanel november 2018 Kees Uil Introductie Vooropleiding HAS Dronten richting Veehouderij en Diergezondheid Afgestudeerd Diergeneeskunde 2013 naar

Nadere informatie

Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving

Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving Classificatie: intern Diagnostiek Ontwikkeling Uiergezondheid: sneltesten voor bacteriologisch onderzoek van melk op het

Nadere informatie

Droogzetten met beperkt gebruik van antimicrobiële middelen: Toepassing in de Vlaamse melkveehouderij

Droogzetten met beperkt gebruik van antimicrobiële middelen: Toepassing in de Vlaamse melkveehouderij FACULTEIT INDUSTRIËLE INGENIEURSWETENSCHAPPEN TECHNOLOGIECAMPUS GEEL Droogzetten met beperkt gebruik van antimicrobiële middelen: Toepassing in de Vlaamse melkveehouderij Hans De Schutter Promotor: Bert

Nadere informatie

Mastitisonderzoek naar de praktijk

Mastitisonderzoek naar de praktijk Mastitisonderzoek naar de praktijk Tekst: Sofie Piepers en Sarne De Vliegher Tussen 21 en 24 maart werd in Christchurch, Nieuw-Zeeland, het 5-jaarlijkse mastitis congres van de International Dairy Federation

Nadere informatie

Behandelen van subklinische mastitis en de incidentie van klinische mastitis

Behandelen van subklinische mastitis en de incidentie van klinische mastitis Behandelen van subklinische mastitis en de incidentie van klinische mastitis Het effect van behandeling en behandelmoment van subklinische mastitis op het ontstaan van klinische mastitis in de daaropvolgende

Nadere informatie

UIERGEZONDHEID HOE BETER BEHANDELEN

UIERGEZONDHEID HOE BETER BEHANDELEN UIERGEZONDHEID HOE BETER BEHANDELEN MET MINDER KOSTEN? KARLIEN SUPRÉ HOOFD BEDRIJFSADVISERING MCC-VLAANDEREN Uiergezondheid in Vlaanderen Klinische mastitis Celgetalproblemen => subklinische mastitis Aantal

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2012-2013

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2012-2013 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2012-2013 SYSTEMATISCH GEBRUIK ANTIBIOTICA ALS DROOGZETTHERAPIE: NOG LANGER HOUDBAAR IN DEZE CONTEXT? door Kimberly VERSTRAETEN Promotoren: Prof.

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 MOGELIJKHEDEN TOT VERBETEREN VAN UIERGEZONHEID OP EEN ROBOTBEDRIJF IN DE PRAKTIJK door Ron SWINNEN Promotor: Dr. Sofie Piepers Copromotor:

Nadere informatie

18-2-2013. Bacterie schematisch. Een bacterie is resistent. Oorzaak resistentie wereldwijd. Resistentie verkrijgen. Antibiogram. Matig & juist gebruik

18-2-2013. Bacterie schematisch. Een bacterie is resistent. Oorzaak resistentie wereldwijd. Resistentie verkrijgen. Antibiogram. Matig & juist gebruik % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % Broilers Slaughter pigs Veal calves Dairy cattle -- Themabijeenkomst Antibioticumbeleid en de (on-)mogelijkheden

Nadere informatie

ANTIBIOTICA IN DE MELKVEEHOUDERIJ UIERGEZONDHEID

ANTIBIOTICA IN DE MELKVEEHOUDERIJ UIERGEZONDHEID Melkveehouderij en antibiotica ANTIBIOTICA IN DE MELKVEEHOUDERIJ UIERGEZONDHEID Melkveesector geen grootverbruiker Diersoortspecifieke data ontbreken Redenen van toediening RESISTENTIE REDUCTIE RESIDUEN

Nadere informatie

ADLO- project. Verantwoord gebruik van antibiotica in de Vlaamse melkveehouderij door communicatie, opleiding en begeleiding.

ADLO- project. Verantwoord gebruik van antibiotica in de Vlaamse melkveehouderij door communicatie, opleiding en begeleiding. ADLO- project Verantwoord gebruik van antibiotica in de Vlaamse melkveehouderij door communicatie, opleiding en begeleiding MCC- Vlaanderen Hagenbroeksesteenweg 167 2500 LIER Tel. 078/15 47 10 info@mcc-

Nadere informatie

Snelle en gevoelige analyse van mastitis pathogenen met qpcr; ervaringen uit de praktijk

Snelle en gevoelige analyse van mastitis pathogenen met qpcr; ervaringen uit de praktijk Snelle en gevoelige analyse van mastitis pathogenen met qpcr; ervaringen uit de praktijk Auteurs: Marielle Melchior, Marco Verhoef 2, Mathijs Bakker 3, Tineke Henselmans 4, Jan Vernooij 2, Ruud Graat 2

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen van een oude aandoening: mastitis onder de loep mastitis onder de loep. Deel 2 - Praktijkgevallen en conclusies

Nieuwe ontwikkelingen van een oude aandoening: mastitis onder de loep mastitis onder de loep. Deel 2 - Praktijkgevallen en conclusies Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2013, 83 Thema: Mastitis onder de loep 319 Nieuwe ontwikkelingen van een oude aandoening: mastitis onder de loep mastitis onder de loep Deel 2 - Praktijkgevallen en

Nadere informatie

Samenvatting R. N. Zadoks

Samenvatting R. N. Zadoks R. N. Zadoks Department of Farm Animal Health, Ruminant Health Unit Faculty of Veterinary Medicine, Utrecht University Yalelaan 7, 3584 CL Utrecht, The Netherlands R.N.Zadoks@vet.uu.nl Mastitis is de meest

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen van een oude aandoening: mastitis onder de loep. Deel 1 - literatuuroverzicht

Nieuwe ontwikkelingen van een oude aandoening: mastitis onder de loep. Deel 1 - literatuuroverzicht Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2013, 82 Thema: Mastitis onder de loep 243 Nieuwe ontwikkelingen van een oude aandoening: mastitis onder de loep Deel 1 - literatuuroverzicht New insights into an old

Nadere informatie

Een verhoogd coligetal: Klebsiella-mastitis als mogelijke oorzaak?

Een verhoogd coligetal: Klebsiella-mastitis als mogelijke oorzaak? Een verhoogd coligetal: Klebsiella-mastitis als mogelijke oorzaak? Volgens de laatste schattingen van MCC-Vlaanderen kan een gemiddeld melkveebedrijf in Vlaanderen tussen 400 en 1000 euro per maand meer

Nadere informatie

Voorspellende waarde van het bacteriologisch onderzoek van tankmelk, Richard Olde Riekerink

Voorspellende waarde van het bacteriologisch onderzoek van tankmelk, Richard Olde Riekerink Verslag van de bijeenkomst van het uiergezondheidspanel najaar 2011 Het Uiergezondheidspanel (UGP) is een deskundig, onafhankelijk en divers discussieplatform op het gebied van uiergezondheid bij melkvee.

Nadere informatie

Een labuitslag en dan?

Een labuitslag en dan? Een labuitslag en dan? Interpretatie en nieuwe ontwikkelingen Hans Miltenburg GD oktober 2013 Programma Waarom GD Tankmelk Uiergezondheid? Interpretatie GD Tankmelk Uiergezondheid Nieuwe ontwikkelingen

Nadere informatie

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties

De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties De patiënt als helpende hand in de strijd tegen infecties Postoperatieve wondinfecties? Hoe groot is het gevaar? 1 op 20 operaties leidt tot een postoperatieve wondinfecties Staphylococus aureus is de

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE AANPAK VAN EEN MELKVEEBEDRIJF MET EEN TE HOOG TANKMELKCELGETAL

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE AANPAK VAN EEN MELKVEEBEDRIJF MET EEN TE HOOG TANKMELKCELGETAL UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2015 2016 AANPAK VAN EEN MELKVEEBEDRIJF MET EEN TE HOOG TANKMELKCELGETAL door Jana VAN DEN STEEN Promotoren: Dr. Sofie Piepers Prof. Dr. Sarne De

Nadere informatie

VISIE OP UIERGEZONDHEID Met andere ogen kijken naar mastitis

VISIE OP UIERGEZONDHEID Met andere ogen kijken naar mastitis VISIE OP UIERGEZONDHEID Met andere ogen kijken naar mastitis Otlis Sampimon Geuko Elderman EVEN VOORSTELLEN INHOUD Inleiding Aanpak mastitis Visie Melkmachine / techniek Behandeling Droogstand Afvoer Samenvatting

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN Vakgroep Bioanalyse Laboratorium voor Bromatologie Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT FARMACEUTISCHE WETENSCHAPPEN Vakgroep Bioanalyse Laboratorium voor Bromatologie Academiejaar UNIVRSITIT GNT FACULTIT FARMACUTISCH WTNSCHAPPN Vakgroep Bioanalyse Laboratorium voor Bromatologie Academiejaar 2009-2010 Studie van virulentie-eigenschappen van coagulasenegatieve staphylococcen (CNS)

Nadere informatie

Uiergezondheid: Fokkerij

Uiergezondheid: Fokkerij Uiergezondheid: Fokkerij Y. de Haas i, ii, G. de Jong i en T.J.G.M. Lam iii inleiding Uiergezondheidsproblemen kunnen ontstaan door een verstoring van de balans tussen de infectiedruk en de weerstand van

Nadere informatie

Antibiotica en resistentie: wat hebben deze met elkaar te maken?

Antibiotica en resistentie: wat hebben deze met elkaar te maken? Antibiotica en resistentie: wat hebben deze met elkaar te maken? Annet Velthuis Lector Management van Rundergezondheid 18 oktober 2018 Inhoud Antibiotica & Resistentie Aanleiding/afspraken aanpak ABgebruik

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar CASUS UIERGEZONDHEID. Door. Brecht WAERENBURGH

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar CASUS UIERGEZONDHEID. Door. Brecht WAERENBURGH UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 CASUS UIERGEZONDHEID Door Brecht WAERENBURGH Promotor: Drs. Anneleen De Visscher Medepromotor: Prof. Dr. Sarne De Vliegher Klinische casus

Nadere informatie

Mastitis bij melkvee veroorzaakt door coliformen, met nadruk op Klebsiella spp.

Mastitis bij melkvee veroorzaakt door coliformen, met nadruk op Klebsiella spp. 272 Overzichtartikel Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2007, 76, 272-282 Mastitis bij melkvee veroorzaakt door coliformen, met nadruk op Klebsiella spp. 1 H. Van Loo, 1 S. De Vliegher, 1 S. Piepers,

Nadere informatie

Samenvatting F. M. Kivaria

Samenvatting F. M. Kivaria F. M. Kivaria Population Studies, Animal Diseases Research Institute P. O. Box, 9254, Dar es Salaam, Tanzania fredkiv@yahoo.com 149 Mastitis is de meest voorkomende en kostbare productie-aandoening van

Nadere informatie

2. HOOFDSTUK 1 : Micro-organismen en Microbiologie. 1.2 Micro-organismen als cellen (Editie 10 = 1.2)

2. HOOFDSTUK 1 : Micro-organismen en Microbiologie. 1.2 Micro-organismen als cellen (Editie 10 = 1.2) MICROBIOLOGIE - DEEL I - LES 1 Prof. Dr. ir. J. Swings «Biology of Microorganisms», 9de ed. (2000) LES 1 1. INLEIDING 2. HOOFDSTUK 1 : Micro-organismen en Microbiologie 1.2 Micro-organismen als cellen

Nadere informatie

De pariteit als mogelijk selectiecriterium voor het selectief droogzetten van melkkoeien in Nederland

De pariteit als mogelijk selectiecriterium voor het selectief droogzetten van melkkoeien in Nederland De pariteit als mogelijk selectiecriterium voor het selectief droogzetten van melkkoeien in Nederland S.W. Hoogendoorn Studentnummer 3051765 Oktober 2011 februari 2012 ABSTRACT This study, with the objective

Nadere informatie

LITERATUURSTUDIE OVER DE BEHANDELING VAN KLINISCHE UIERONTSTEKING BIJ MELKVEE

LITERATUURSTUDIE OVER DE BEHANDELING VAN KLINISCHE UIERONTSTEKING BIJ MELKVEE UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013 2014 LITERATUURSTUDIE OVER DE BEHANDELING VAN KLINISCHE UIERONTSTEKING BIJ MELKVEE Door Yves PEETERS Promotoren: Dr. Sofie Piepers Prof. dr.

Nadere informatie

Richtlijn Antimicrobiële middelen bij het droogzetten van melkkoeien

Richtlijn Antimicrobiële middelen bij het droogzetten van melkkoeien Richtlijn Antimicrobiële middelen bij het droogzetten van melkkoeien Versie 1.0 Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde Houten, Pre-ambule Preambule KNMvD-richtlijnen Voor u ligt een

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 De immuunrespons van verschillende boviene coagulase-negatieve stafylokokken species in een muis mastitis door Bram KAPTEIN Promotoren:

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Almanak:

Almanak: 217 Almanak: 1 2 Microbiële Eco-systemen op melkveebedrijven Ynte Schukken Microbiële Eco-systemen Introductie Microbiële Eco systemen Uier, darm Dynamiek van Microbiële Eco systemen Voeding, Ab, Superinfectie,

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2012-2013 Aanpakken van een uiergezondheidsprobleem in de praktijk - focus op robotmelken door Mieke HUYCK Promotor: Dr. S. Piepers Copromotor:

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Speenontsmetting: een belangrijke hoeksteen van mastitis preventie

Speenontsmetting: een belangrijke hoeksteen van mastitis preventie Speenontsmetting: een belangrijke hoeksteen van mastitis preventie Anouk Lanckriet, PhD DeLaval PP MQAH Technical service and clinical trial leader EU Overzicht van de presentatie De melkveehouderij vandaag

Nadere informatie

Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee

Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee Pieter Passchyn AMCRA seminarie: Vaccinatie, bioveiligheid en management als tools voor een verminderd antibacterieel gebruik, Brussel, 10-11 oktober 2013

Nadere informatie

Klebsiella Hiding in blind sight

Klebsiella Hiding in blind sight Klebsiella Hiding in blind sight Boehringer - Uiergezondheidspanel 30 mei 2016 Betsie Krattley Rundveedierenarts ULP Harmelen Inhoud Introductie Keuze casus Casus beschrijving Literatuur Leidraad aanpak

Nadere informatie

Nutrition Management Module

Nutrition Management Module Nutrition Management Module with new detection method for subclinical ketosis via milk recording Hiemke Knijn General facts CRV 2012 Owners: CR Delta and VRV (co-operatives) 50.000 customers world-wide

Nadere informatie

Introductie. NVZ wil met haar leden en haar partners een schone, hygiënische en duurzame leefomgeving voor alle Nederlanders creëren.

Introductie. NVZ wil met haar leden en haar partners een schone, hygiënische en duurzame leefomgeving voor alle Nederlanders creëren. Introductie NVZ wil met haar leden en haar partners een schone, hygiënische en duurzame leefomgeving voor alle Nederlanders creëren. NCV wil een innovatief ondernemersklimaat creëren voor duurzame groei

Nadere informatie

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen

Disclosure slide. (potentiële) belangenverstrengeling. Geen BRMO Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

Notice Version NL UBROSTAR DRY COW B. BIJSLUITER

Notice Version NL UBROSTAR DRY COW B. BIJSLUITER B. BIJSLUITER BIJSLUITER Ubrostar Dry Cow 100 mg / 280 mg / 100 mg, intramammaire suspensie voor runderen 1. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN DE FABRIKANT

Nadere informatie

*PDOC01/229801* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

*PDOC01/229801* PDOC01/ De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 2595 AJ DEN HAAG Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni

Nadere informatie

Bacterial meningitis: epidemiology, herd protection, clinical characteristics, and risk assessment Bijlsma, M.W.

Bacterial meningitis: epidemiology, herd protection, clinical characteristics, and risk assessment Bijlsma, M.W. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Bacterial meningitis: epidemiology, herd protection, clinical characteristics, and risk assessment Bijlsma, M.W. Link to publication Citation for published version

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013-2014 CASUISTIEK UIERGEZONDHEID: OMGEVINGSKIEMEN ALS BELANGRIJKE OORZAAK BIJ EEN TE HOOG TANKMELKCELGETAL IN EEN BINDSTAL door Sander MOERMAN

Nadere informatie

PPS 1Health4Food. Sectoroverstijgend onderzoek dier & volksgezondheid (1Health)

PPS 1Health4Food. Sectoroverstijgend onderzoek dier & volksgezondheid (1Health) PPS 1Health4Food Sectoroverstijgend onderzoek dier & volksgezondheid (1Health) DOT uiergezondheid Hanneke van Wichen en Karien Griffioen Resultatendag 23 november 2016 Doelstelling verantwoord antibioticagebruik

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN DIEPSTROOISEL BOXEN OP MELKVEEBEDRIJVEN

HET GEBRUIK VAN DIEPSTROOISEL BOXEN OP MELKVEEBEDRIJVEN HET GEBRUIK VAN DIEPSTROOISEL BOXEN OP MELKVEEBEDRIJVEN INVLOED VAN TYPE STROOISEL OP MELKKWALITEIT EN UIERGEZONDHEID Aantal woorden: Bea Stultjens Stamnummer: 01301201 Promotor: Prof. dr. Frank

Nadere informatie

HUISDIEREN EN MULTIRESISTENTE HUIDINFECTIES. Els Broens

HUISDIEREN EN MULTIRESISTENTE HUIDINFECTIES. Els Broens HUISDIEREN EN MULTIRESISTENTE HUIDINFECTIES Els Broens Hoofd VMDC Faculteit Diergeneeskunde Kennisnetwerk Zoönosen Midden Nederland 6 juni 2018 DISCLOSURE BELANGEN ELS BROENS Geen (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

CHAPTER 9. Samenvatting

CHAPTER 9. Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting Samenvatting Streptococcus suis is een belangrijke oorzaak van zenuwverschijnselen, kreupelheid en sterfte bij biggen. De infectie, die vooral bij biggen van speenleeftijd (rond

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Samenvattend rapport 1 ENQUÊTE 1.1 Opstellen van de enquête In kader van het demo-project verantwoord gebruik van antibiotica in de

Nadere informatie

Mastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen

Mastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen Mastitis en de vrije markt Henk Hogeveen Wat kunt u van mij verwachten Denken in een tijd zonder quotum Het probleem: Preventieve kosten vs faalkosten En nu zonder quotum Oude denken Productiecapaciteit

Nadere informatie

Kengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel

Kengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel Kengetallen E-18 Fokwaarde Celgetal met testdagmodel Inleiding Mastitis is een van de belangrijkste bedrijfsgebonden ziekten in de Nederlandse rundveehouderij. Mastitis resulteert in hoge economische verliezen

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Noroseal 2,6 g suspensie voor intramammair gebruik bij runderen 2. KWALTITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Noroseal 2,6 g suspensie voor intramammair gebruik bij runderen 2. KWALTITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET DIERGENEESMIDDEL Noroseal 2,6 g suspensie voor intramammair gebruik bij runderen 2. KWALTITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Per intramammaire injector

Nadere informatie

Nieuwsbrief. > 05 winter voor ondernemende melkveehouders. Uw eerste keuze in uiergezondheid

Nieuwsbrief. > 05 winter voor ondernemende melkveehouders. Uw eerste keuze in uiergezondheid Nieuwsbrief voor ondernemende melkveehouders > 05 winter 2011 Uw eerste keuze in uiergezondheid Editoriaal Editoriaal Beste lezer, Dit jaar viel de zomer zo kort en vroeg, dat we ons kunnen afvragen of

Nadere informatie

Kengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel

Kengetallen E-18. Fokwaarde Celgetal met testdagmodel Kengetallen E-18 Fokwaarde Celgetal met testdagmodel Inleiding Mastitis is een van de belangrijkste bedrijfsgebonden ziekten in de Nederlandse rundveehouderij. Mastitis resulteert in hoge economische verliezen

Nadere informatie

Leidt antibioticumgebruik in dieren tot risico's voor de volksgezondheid? Dik Mevius

Leidt antibioticumgebruik in dieren tot risico's voor de volksgezondheid? Dik Mevius Leidt antibioticumgebruik in dieren tot risico's voor de volksgezondheid? Dik Mevius Antibioticumgebruik in mensen en dieren in Europa kg active ingredient x 1.000 Antibioticumgebruik in dieren in NL (Bron

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 139 Staphylococcus aureus is één van de belangrijkste bacteriën verantwoordelijk voor implantaat gerelateerde infecties. Biomateriaal gerelateerde infecties beginnen met reversibele hechting van bacteriën

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2013 2014

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar 2013 2014 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2013 2014 GESTRUCTUREERDE AANPAK VAN UIERGEZONDHEIDSPROBLEMEN OP EEN MELKVEEBEDRIJF FOCUS OP STAPHYLOCOCCUS AUREUS door Mathias VANDEN BOSCH Promotor:

Nadere informatie

Er valt veel te winnen met een langere levensduur. Henk Hogeveen

Er valt veel te winnen met een langere levensduur. Henk Hogeveen Er valt veel te winnen met een langere levensduur Henk Hogeveen Lange levensduur is goed...... gevolg van betere gezondheid... gevolg van betere vruchtbaarheid... minder jongvee nodig minder kosten minder

Nadere informatie

BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015

BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015 BVD, het aanpakken waard! Monique Driesse en Ruben Tolboom Januari 2015 Voorstellen Monique Driesse Rundveedierenarts 7 jaar praktijk, 5 jaar in Canada Sinds 2007 bij Boehringer Ingelheim Ruben Tolboom

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Enquêteresultaten 1 ENQUÊTE RESULTATEN Gemiddeld aantal dieren >150 6,9% Aantal dieren 100-150 50-100 14,0% 50,2% 0-50 28,9% 0 50 100

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Mastitisdiagnostiek. De behoefte van melkveehouders. Bijeenkomst Uiergezondheidspanel Boehringer Ingelheim 30 mei 2016 Karien Griffioen

Mastitisdiagnostiek. De behoefte van melkveehouders. Bijeenkomst Uiergezondheidspanel Boehringer Ingelheim 30 mei 2016 Karien Griffioen Mastitisdiagnostiek De behoefte van melkveehouders Bijeenkomst Uiergezondheidspanel Boehringer Ingelheim 30 mei 2016 Karien Griffioen Optimaliseren antibioticagebruik Rundvee Derde keus middelen Droogzetters

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.79926

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.79926 Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.79926 File ID Filename Version uvapub:79926 Samenvatting (Dutch) unknown SOURCE

Nadere informatie

HLA-B*27 diagnostiek: is sequentie analyse the way to go?

HLA-B*27 diagnostiek: is sequentie analyse the way to go? HLA-B*27 diagnostiek: is sequentie analyse the way to go? 14 juni 2011 Bouke Hepkema Transplantatie-Immunologie Laboratoriumgeneeskunde UMCG Kwaliteit in Harmonisatie of Harmonisatie in Kwaliteit UMCG

Nadere informatie

OVER BACTERIËN BEESTEN & BOEREN

OVER BACTERIËN BEESTEN & BOEREN OVER BACTERIËN BEESTEN & BOEREN THEO LAM Over Bacteriën, Beesten en Boeren Oratie Uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Mastitismanagement en melkkwaliteit bij het rund Departement

Nadere informatie

Chapter 9. Nederlandse samenvatting

Chapter 9. Nederlandse samenvatting Chapter 9 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Geschat wordt dat ongeveer 20-30% van de bevolking drager is van Staphylococcus aureus (S. aureus), een Gram-positief

Nadere informatie

UIERGEZONDHEID Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua

UIERGEZONDHEID Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua UIERGEZONDHEID Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ WWW.VLAANDEREN.BE/LANDBOUW UIERGEZONDHEID

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.

Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel

Nadere informatie

Biestmanagement, zo kan het ook. Inge Nijhoving MSD Animal Health - NL

Biestmanagement, zo kan het ook. Inge Nijhoving MSD Animal Health - NL Biestmanagement, zo kan het ook Inge Nijhoving MSD Animal Health - NL Biest Zorgt voor specifieke (IgG) en aspecifieke afweer (witte bloedcellen) Eigen veestapel bedrijfsspecifieke ziektekiemen Bevat op

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Nieuwe modellen voor het schatten van genotype-milieu interactie

Nieuwe modellen voor het schatten van genotype-milieu interactie Nieuwe modellen voor het schatten van genotype-milieu interactie Mario Calus Roel Veerkamp Divisie Dier en Omgeving Animal Sciences Group (ASG) - Lelystad Wageningen UR Wat is genotype-milieu interactie?

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2012-2013 Lokale afweer van de uier: wordt het celgetal van een gezond kwartier beïnvloed door een infectie in naburige kwartieren? door Jolien

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee

Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee Samenvatting van een praktijkonderzoek op 8 Nederlandse melkveebedrijven Periode bedrijfsbezoeken: juli en augustus

Nadere informatie

ESBLAT Symposium Veilig voedsel produceren. Similariteitsanalyse. Dick Heederik IRAS UU

ESBLAT Symposium Veilig voedsel produceren. Similariteitsanalyse. Dick Heederik IRAS UU ESBLAT Symposium 2018 Similariteitsanalyse Veilig voedsel produceren Dick Heederik IRAS UU Aanleiding voor dit project Opzet van het project Identificeren van alle beschikbare Nederlandse studies Identificeren

Nadere informatie

Het belang van een degelijk biestmanagement op moderne. rundveebedrijven

Het belang van een degelijk biestmanagement op moderne. rundveebedrijven Auteur: Vanessa Meganck Het belang van een degelijk biestmanagement op moderne rundveebedrijven Een kalf wordt zonder antistoffen geboren door de specifieke bouw van de placenta (moederkoek) van het rund.

Nadere informatie

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l. - 217 Auteurs: T. Lernout, M. Depypere, S. Patteet, K. Lagrou, D. Van Cauteren, B. Kabamba- Mukadi Hoofdpunten - In 217 werden

Nadere informatie

Huibert Oostra. Business Development Manager. On Farm Milk Analysis. DeLaval

Huibert Oostra. Business Development Manager. On Farm Milk Analysis. DeLaval Huibert Oostra Business Development Manager On Farm Milk Analysis DeLaval Wat is belangrijk voor een melk producent? Verbeter en zekerstellen van uiergezondheid Koeien op tijd drachtig Koeien goed voeren,

Nadere informatie

Effectieve lactatie: een nieuwe maat voor melkproductie die corrigeert voor droogstandslengte en tussenkalftijd

Effectieve lactatie: een nieuwe maat voor melkproductie die corrigeert voor droogstandslengte en tussenkalftijd Effectieve lactatie: een nieuwe maat voor melkproductie die corrigeert voor droogstandslengte en tussenkalftijd A. Kok, C.E. van Middelaar, B. Engel, A.T.M. van Knegsel, H. Hogeveen, B. Kemp en I.J.M.

Nadere informatie