Rapport van de commissie PRIO

Transcriptie

1 Rapport van de commissie PRIO

2 2

3 Rapport van de commissie PRIO februari 2014 Gijs Bronsveld Marlous Dekker Mark Janssens Jelle Knol Ale Sierksma 3

4 4

5 Inhoud 1. Inleiding 6 2. Opdracht 8 3. Uitgangspunten voor het prioschap 9 4. Gemeenten Sollicitatieprocedure prioschap Competentieprofiel prio Werkbegeleiding en supervisie Verslaglegging en evaluatie Begrote kosten begeleiding Aanbevelingen 28 Bijlage 30 5

6 1. Inleiding De commissie prio is ingesteld door het bestuur van de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding (NGP). Deze is in het najaar van 2011 met de uitwerking van de opdracht begonnen. In de eerste besprekingen is naast de onderlinge kennismaking van de commissieleden vooral geïnventariseerd wat de opdracht inhoudt. Deze opdracht van het bestuur is gebaseerd op het besluit van de LV Houten vervolg besluit E (zie bijlage 1). In de acta van de LV Houten wordt een overzicht van de overwegingen en de besluitvorming gegeven, die geleid hebben tot de opdracht aan de NGP om uitvoering te geven aan het prio-schap. De aspirant- gemeentepredikant voor te bereiden door een prio-schap voorafgaand aan de bevestiging tot predikant en de uitvoering van het prio-schap op te dragen aan de NGP. Dit besluit is een uitwerking van een onderdeel van het rapport van de Commissie Toekomstig Predikantsprofiel, waarvoor twee adviezen als basis zijn genomen. Deze zijn: 1. Studenten die in de laatste fase van hun studie zijn gekomen, kunnen als prio aan het werk in een gemeente. 2. Een prio is in dienst van de gemeente, heeft preekbevoegdheid, bedient geen sacramenten, neemt deel aan het werk van de kerkenraad en wordt begeleid door een mentor. Zoals in het besluit van de LV Houten staat, rapporteert het NGP bestuur de praktische uitwerking van het prio-schap aan de LV Zeewolde de NGP te verzoeken het prio-schap met inachtneming van bovenstaande richtlijnen onderdeel te maken van de predikantenopleiding en hierover in de LV 2013 te rapporteren. Daarom zal In de rapportage van de NGP over de verslagperiode aan de LV Zeewolde gevraagd worden om kennis te nemen van dit rapport. De commissie heeft een schema van te behandelen thema s opgesteld. Daarna is met enthousiasme begonnen om die thema s te bespreken en daarvan rapportage te maken. In mei en in oktober 2012 is er een tussenrapportage geleverd aan het bestuur van de NGP. Daarin zijn ook enkele vragen aan de orde gesteld vooral op budgettair gebied zodat de commissie verder kon op basis van de antwoorden. Verder is contact gezocht met de NGK Commissie Steunbehoevende Kerken om te bezien welke mogelijkheden er zijn om gemeenten die een prio in dienst nemen financieel te ondersteunen. Op basis van de overwegingen in het besluit van de LV heeft de commissie de visie op het prioschap als volgt geformuleerd: Voor een goede voorbereiding op het ambt van predikant is het na en naast het behalen van de theologische kwalificaties van belang dat er zelfstandige uitoefening van de taken van een predikant in de praktijk plaats vindt. Het verschil met de stage is dat er nu zelfstandig en in eigen verantwoordelijkheid gewerkt wordt met begeleiding op afstand. Door werkbegeleiding en supervisie zal er regelmatig feedback zijn om verbeterpunten en leerdoelen aan te geven en te bespreken. De leerdoelen worden door de prio in overleg met NGP-begeleider vastgesteld en zijn gerelateerd aan het competentieprofiel voor de prio. De competenties die aan de orde zullen komen zijn alle gericht op de optimalisering van het functioneren van de a.s. predikant. Voor gemeenten biedt het mogelijkheden om prio s aan te stellen die aan het gemeentewerk en de gemeenteopbouw een bijdrage kunnen leveren. Ook zal van prio s geestelijke leiding mogen worden verwacht zowel op de kansel, tijdens catechese als in het pastoraat. Volgens de commissie levert het aan de kerken mogelijkheden om aanvullend aan een predikant extra inzet te verkrijgen voor de gemeente. Bovendien ontstaan er voor vacante en kleine gemeenten mooie kansen om gedurende een bepaalde periode een a.s. predikant in dienst te nemen. 6

7 Nadat in hoofdstuk 2 de opdracht van de Landelijke Vergadering (LV) aan de NGP is uitgewerkt en de samenstelling van de commissie wordt genoemd, is de werkwijze beschreven. In hoofdstuk 3 worden de uitgangspunten aan de orde gesteld met aandacht voor de rol van de NGP. De gemeenten die een prio gaan aanstellen moeten naar het oordeel van de commissie aan bepaalde criteria voldoen en zij dienen een aantal voorwaarden in acht te nemen om tot aanstelling te kunnen overgaan. Dat is opgenomen in hoofdstuk 4. Om als prio aan een gemeente verbonden te worden is het van belang dat de kandidaat prio solliciteert bij een gemeente. Deze procedure is beschreven in hoofdstuk 5. Het lijkt de commissie van belang dat er aandacht is voor bijzondere situaties. En daarvoor is een aparte paragraaf in dit hoofdstuk geschreven. Om helder te krijgen wat er van een prio verwacht mag worden en ook om voor de prio scherp te krijgen welke competenties er voor zijn werk van belang zijn is hoofdstuk 6 gericht op de competenties. Er is daarbij uitgegaan van een zestal taakvelden, te weten verkondiging, liturgie en spiritualiteit, onderwijs en toerusting, pastoraat, leiding en organisatie en tenslotte (optioneel) samenleving en wereld, ontleend aan het predikantsprofiel zoals beschreven in het rapport Tussen gisteren en morgen.. In het volgende hoofdstuk is aandacht geschonken aan de begeleiding en supervisie. De commissie is tot de conclusie gekomen dat deze twee in elkaar zullen overlopen en daarom wordt geen strikte scheiding aangebracht. Uit het oogpunt van kostenbeperking is er voor gekozen om niet zelf de NGP-begeleider op te leiden, maar een gecertificeerde supervisor te zoeken uit eigen kring dan wel uit GKv of CGK. Voor de prio en de gemeente is het van belang om aan het eind van het traject tot een goede afronding te komen. Daartoe worden in hoofdstuk 8 nadere voorstellen uitgewerkt. Dat er voor een en ander kosten gemaakt zullen moeten worden is duidelijk. In hoofdstuk 9 is een overzicht gegeven van de te verwachten kosten voor de NGP en daarmee voor de kerken. Het laatste hoofdstuk is een samenvatting waarin ook de conclusies op een rij gezet worden. Waar in dit rapport in mannelijke termen gesproken wordt ( hij / hem ) kan men ook het vrouwelijke equivalent ( zij / haar ) lezen. 7

8 2. Opdracht Door de LV 2010/2011 is aan de NGP de opdracht verstrekt om de invoering van het prio-schap voor te bereiden. Het bestuur van de NGP heeft daartoe een commissie ingesteld bestaande uit: Gijs Bronsveld uit Wijk bij Duurstede, predikant te Hattem en docent NGP Marlous Dekker Regelink uit Woerden, opleidingskundig onderzoeker/adviseur Mark Janssens uit Utrecht, predikant te Utrecht en werkbegeleider NGP Jelle Knol uit Oegstgeest, student NGP Ale Sierksma uit Ede, bestuurslid NGP De opdracht van de LV aan het bestuur van de NGP is verwoord in besluit LV opgenomen in de besluitvorming omtrent het Rapport van de Commissie Toekomstig Predikantsprofiel. Dit is als bijlage 1 bij dit rapport opgenomen. Werkwijze De commissie heeft eerst de themata die samenhangen met de opdracht geïnventariseerd. Daarbij is naar voren gekomen dat er criteria dienen te worden opgesteld waaraan gemeenten moeten voldoen. Belangrijk is dat de wensen van de gemeente die een prio wil aanstellen passen binnen de mogelijkheden die een prio heeft. Zeker als de prio zijn studie nog niet volledig heeft afgerond, dan wel als een prio in deeltijd studeert. Ook moet er een sollicitatieprocedure worden geformuleerd om er achter te komen of een prio en een gemeente samen aan de slag kunnen voor een bepaalde periode. Het zal duidelijk zijn dat missie en visie van de gemeente en hoe de prio daar tegenaan kijkt een belangrijk onderwerp van gesprek zijn. Verder heeft de commissie zich gebogen over het competentieprofiel voor de prio. Immers voor de begeleiding en voor de supervisie is het belangrijk om te weten waarop gelet moet worden gedurende het traject en over welke zaken er gesproken en uiteindelijk beoordeeld moet worden. De commissie heeft zich vervolgens gebogen over de werkbegeleiding en de supervisie. Daarover is advies aan een deskundige gevraagd. Uiteindelijk is voor een model gekozen waarbij werkbegeleiding en supervisie in elkaar overlopen (zie paragraaf 7.1).De commissie heeft daarnaast ook gesproken over de communicatie met de NGP. Het voorstel is om een NGP-coördinator aan te stellen die zich zowel met de werkbegeleiding als het prio-schap bezighoudt. Ook is de relatie met de regio aan de orde geweest. In de opdracht staat dat de regio s zich zullen voorbereiden op de prio-plaatsen en het ontwikkelen van een zorgvuldige sollicitatieprocedure die voor alle regio s gelijk is. De commissie heeft een afwijkend voorstel, dat verder wordt uitgewerkt in paragraaf 5.2. Tenslotte heeft de commissie gekeken naar de kosten die een en ander met zich meebrengt. In de opdracht zijn aanwijzingen gegeven voor de honorering van de prio. Voor de NGP i.c. de kerken komen daar de kosten van de werkbegeleiding/ supervisie bij. Daar is een apart hoofdstuk aan gewijd. 8

9 3. Uitgangspunten voor het prioschap In het besluit van de LV is een aantal uitgangspunten opgenomen dat voor het prioschap van belang is: 1. De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het prio-schap ligt bij het NGP-bestuur 2. De prio is voor minimaal 0,4 fte gedurende een periode van 2 jaar in dienst van een gemeente. 3. Instromen in het prio-schap gebeurt op basis van de afgeronde studie, dat wil zeggen tenminste master 1 aan de TUA, of een equivalent elders, en een gemeentestage die met een voldoende werd afgerond. 4. De prio moet in het bezit zijn van een getuigschrift van de NGP. 5. De prio moet preekbevoegdheid hebben verworven. 6. Het prio-schap wordt vervuld bij één gemeente. 7. De prio krijgt vanuit de NGP een begeleider toegewezen, zie hoofdstuk De prio zoekt een gemeentepredikant als mentor, zie hoofdstuk Het prio-schap vervult een functie tussen de opleiding en het predikantschap (in volle rechten en plichten) in. Daarom vindt een evaluatie plaats voorafgaand aan het afgeven van een attest voor beroepbaarstelling. Toelichting op de uitgangspunten: Ad 6. Het lijkt de commissie vanwege continuïteit en ontwikkeling beter om verbondenheid aan één gemeente te realiseren. Dit in tegenstelling tot het besluit van de LV, die spreekt over de mogelijkheid om op verschillende plaatsen volgtijdelijk een prioschap te vervullen. Ad 9. Dit neemt niet weg dat een evaluatie negatief kan uitvallen (met als uiterste consequentie het niet toegelaten worden tot het ambt), maar laat wel het uitgangspunt en het karakter van het prio-schap zien. 9

10 4. Gemeenten De commissie is van mening dat het uitgangspunt dient te zijn dat in principe alle gemeenten geschikt zijn (het LV-besluit geeft geen criteria), eventueel in samenwerking met een andere gemeente (bijv. wanneer er plaatselijk geen catechese plaatsvindt). In de startfase stuurt het NGP-bestuur een brief aan de kerken om aan te geven dat wanneer ze open staan voor een prio ze zich kunnen aanmelden. Na de eerste startfase kunnen kerken zich ten allen tijde aan het NGP-bestuur kenbaar maken wanneer ze plek hebben voor een prio. Als kerken overwegen een prio aan te nemen, kunnen ze eerst (indien gewenst) een gesprek hebben met het NGPbestuur. De criteria die de commissie voorstelt zijn: 1. De gemeente moet stabiel zijn. Indien een gemeente recent een groot conflict, een losmaking of een scheuring heeft doorgemaakt of anderszins instabiel is, zou het onverstandig zijn om een prio daar aan het werk te laten gaan; 2. Elke gemeente is geschikt, ook indien de gemeente vacant is. Wel moet er een predikant uit de regio beschikbaar zijn om te begeleiden; 3. Ook wanneer er maar één potentiële gemeente is op grote afstand van de woonplaats van de prio blijft de verplichting van het prio-schap gelden. 4.2 Procedure Een prio kan op elk moment instromen, na afronding van masterfase 1. Minimaal drie maanden voorafgaand aan het prio-schap vraagt de student preekconsent aan. Het startmoment van werkbegeleiding/supervisie in groepen wordt bepaald door de NGP-begeleider (zie ook paragraaf 7.1). Voorwaarden voor aanstelling: a. De honorering van de prio zal plaatsvinden conform het besluit van de Landelijke Vergadering (LV). Een prio wordt gezien als een kerkelijk werker waarvoor de regels gelden die door de WAP zijn vastgesteld. De honorering vindt plaats als beginnend predikant; b. De NGP vraagt aan de VAC of de aangemelde gemeenten niet ongeschikt zijn voor een prio. Wanneer een gemeente recent een groot conflict, een losmaking of een scheuring heeft doorgemaakt of anderszins instabiel is, zou het onverstandig zijn om een prio daar aan het werk te laten gaan; c. Gemeenten die een prio willen aanstellen moeten dat de NGP kenbaar maken; d. De gemeente stelt een beknopt profiel op met: - demografische kenmerken (ledental, leeftijden, opleidingsniveau enz.); - globale beschrijving van geestelijk klimaat, sfeer, visie enz.; - verwachtingen van de prio (bijv. visie ontwikkelen, extra aandacht voor jeugd enz.); - praktische voorzieningen (bijv. werkkamer en overnachtingsplek indien nodig enz.); - de sollicitatieprocedure (zie hoofdstuk 5). e. De NGP verzamelt alle actuele vacatures, zodat deze op elk moment door een student kunnen worden opgevraagd (dan wel openbaar gepubliceerd zijn). Voorwaarde voor aanvang van het prio-schap: a. Voor aanvang van het prio-schap heeft een afvaardiging van de betreffende kerkenraad een ontmoeting met de NGP-coördinator, de NGPbegeleider. In deze bijeenkomst staan thema s als begeleiding, feedback, het managen van verwachtingen en de wijze van beoordelen/ evalueren centraal. 10

11 5. Sollicitatieprocedure prioschap 5.1 Uitgangspunt De commissie heeft gekozen voor het zelfstandig solliciteren van kandidaten op een prio-vacature, want: - hiermee sluit de commissie aan bij de Commissie Toekomstig Predikantsprofiel; - gemeente en kandidaat-prio kunnen zelf het beste bekijken of er een basis is voor samenwerking; - gemeente en kandidaat-prio spreken van tevoren zelf uit dat ze met elkaar in zee willen gaan, dus er is goodwill. 5.2 De sollicitatieprocedure De commissie stelt de volgende kaders voor de sollicitatieprocedure voor: a. De kandidaat prio vraagt de lijst met de beschikbare kerken op bij de coördinator van de NGP b. Een kandidaat prio is zelf verantwoordelijk voor zijn sollicitatie; c. Een kandidaat prio kan solliciteren vanaf 6 maanden voordat hij verwacht aan de ingangseisen te voldoen. Bij ingang van het prioschap moet hij aan de voorwaarden voldoen; d. Uitgangspunt bij de sollicitatieprocedure is de Handreiking beroepingswerk van de NGK (zie e. De prio neemt contact op met de NGP als er een afwijzing is geweest op zijn sollicitatie. Indien gewenst kan de prio begeleiding vragen bij de sollicitatie. Ook wanneer een gemeente gevonden is, meldt de prio dit bij de NGP. 5.3 Bijzondere omstandigheden Het kan zijn dat er bijzondere omstandigheden zijn, waardoor het moeilijk wordt op een prio aan een gemeente te koppelen. De commissie stelt voor om als volgt te reageren. 1. Indien er op enig moment geen gemeenten zijn met een prio-plaats, kan de NGP de kandidaat prio zonder prio-schap een attest voor beroepbaarstelling afgeven. 2. Verschillen tussen prio en gemeente in geografische ligging, verwachtingen of spiritualiteit zijn geen reden om de verplichting van het prio-schap te laten vervallen; 3. Als er een verschil is in fte-wensen tussen gemeente en kandidaat-prio dan dient hierover een gesprek plaats te vinden. Het minimum aantal fte is vastgesteld op 0,4. Het maximum aantal fte wordt in principe bepaald door de mogelijkheden van de kandidaat-prio. Indien een gemeente en een kandidaat-prio er niet gezamenlijk uitkomen, dient de NGP betrokken te worden bij het gesprek door één van beide partijen. 4. Indien de kandidaat-prio wordt afgewezen voor alle op dat moment beschikbare vacatures om andere redenen dan die onder 2 genoemd, wordt de problematiek door de kandidaat-prio voorgelegd aan het NGP-bestuur. 5. Bij een negatieve conclusie zal het NGP bestuur geen attest voor beroepbaarstelling afgeven. De prio kan hiertegen in beroep gaan bij de LV. Bij onderdeel c wijkt het advies van de commissie enigszins af van hetgeen in het LV-vervolgbesluit onder richtlijn 5, onderdeel d staat (zie bijlage 1). Daar wordt de regio s opgedragen een sollicitatieprocedure te ontwikkelen. De commissie stelt voor om geen nieuwe procedure te ontwikkelen, maar - zoveel mogelijk - aan te sluiten bij de Handreiking beroepingswerk van de VAC, omdat er dan geen onnodige nieuwe procedures ontstaan. 11

12 6. Competentieprofiel prio 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden het competentieprofiel uitgewerkt voor de vijf (of zes) kerntaken van de prio: verkondiging, liturgie, onderwijs en toerusting, pastoraat, leiding en organisatie en (optioneel) samenleving en wereld. Het competentieprofiel is in eerste instantie bedoeld om de prio te ondersteunen in het formuleren van persoonlijke leerdoelen, maar ook om begeleiding en evaluatie van de prio mogelijk te maken. 6.2 Taken en rollen van de prio De taken van de prio bestaan uit een aantal kerntaken die ook een predikant vervult, maar hij is (nog) geen predikant. Het bedienen van de sacramenten en ambtelijke leidinggevende en organiserende taken (toezien op leer en wandel van medeambtsdragers, opzicht en tucht uitoefenen) behoren niet tot zijn taken. De beschrijving van taken en rollen sluit aan op het predikantsprofiel uit het rapport Tussen gisteren en morgen. De functieomschrijving van de prio is wezenlijk anders dan die van de kerkelijk werker. Ervaring als kerkelijk werker is niet inwisselbaar voor het prio-schap. Primaire taakvelden van de prio zijn 1 : 1. Verkondiging De primaire taak van een prio is de verkondiging van het evangelie van Jezus Christus door het openen van de Schriften. De centrale plaats waar dit gebeurt is de eredienst van de gemeente van Christus. 2. Liturgie en spiritualiteit In nauwe samenhang met de verkondiging behoort ook het voorgaan in de ontmoeting met God-in- Christus tot de kerntaken van een prio. In woorden, liederen en gebeden mag hij in zijn rol als vriend van de bruidegom aan deze ontmoeting mede gestalte geven. De centrale plaats waar dit gebeurt is de eredienst. 3. Onderwijs en toerusting Een van de andere kerntaken van een prio is het geven van bijbels onderricht aan de jeugd van de gemeente en aan allen die dit behoeven, het toerusten van de gemeente en haar leden, en het begeleiden van leerprocessen in de gemeente. 4. Pastoraat Een prio geeft samen met de ambtsdragers - ook pastorale zorg aan de gemeente en haar leden. De pastorale zorg die een prio verleent zal vaak op bijzondere situaties zijn toegespitst. 5. Leiding en organisatie Een prio is geen ambtsdrager en kan dus geen ambtelijke leidinggevende taken vervullen, maar hij heeft wel de taak om geestelijk leiding te geven aan de gemeente. Optioneel kan ook het leidinggeven in een proces van visie- en beleidsvorming een taak zijn. 6. Samenleving en wereld (optioneel) Een prio kan een taak hebben in diaconale en/of missionaire activiteiten van de gemeente of het ondersteunen daarvan. Dit taakveld is optioneel, omdat het bij een beperkte arbeidsbetrekking (bijv. slechts 0,4 fte) niet realistisch is om dit verplicht te stellen. 1 Afgeleid van: Bijlage 2 bij rapport Commissie Opleiding Predikanten; Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding, mei

13 Met het oog op de geestelijke roeping van de prio is het belangrijk dat de prio: - vervuld is van liefde voor God en zijn Woord, voor mensen binnen en buiten de kerk en voor de kerk van Christus; - zich gekend weet door God en laat zich door Hem geestelijk voeden; - zich geroepen weet tot gemeenschap met God in Christus en is in de verkondiging persoonlijk betrokken op wat in de bestudering van de Schriften van God is ontvangen; - ernaar verlangt samen met de gemeente God te ontmoeten; - ernaar verlangt anderen toe te rusten in geloof en heiliging. 6.3 Het competentieprofiel per taak Het competentieprofiel is voor de prio het referentiekader, waarbinnen de prio keuzes maakt ten aanzien van de specifieke taken (met de kerkenraad) en leerdoelen (met de supervisor). Per taak is een hieronder een overzicht gegeven van de taak, de context waarin de taak wordt uitgevoerd en een omschrijving van de kwaliteiten die nodig zijn om te taak uit te voeren. Deze aspecten van geestelijke roeping zijn als zodanig niet meetbaar, daarom zijn ze niet opgenomen in de competentieprofielen, maar ze vormen wel een belangrijk onderdeel van de begeleidingsgesprekken. De leerdoelen die een prio formuleert, zullen voornamelijk betrekking hebben op de eerder genoemde taakvelden verkondiging, liturgie en spiritualiteit, onderwijs en toerusting, pastoraat, leiding en organisatie en (optioneel) samenleving en wereld. 13

14 Competentieprofiel voor de taak Verkondiging Taak: Voorbereiden en houden van een preek - bestuderen van het Oude en Nieuwe Testament in de grondtalen - exegetisch en hermeneutisch verwerken van Bijbelteksten (waaronder verkondigen van het evangelie van Jezus Christus uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament) - communiceren van de Bijbelse boodschap aan mensen in de gemeente met retorische en didactische vaardigheden - voeden en toerusten van de gemeente tot een getuigende en diaconale levenshouding Context: Binnen de gemeente waar de prio is aangesteld is de prio verantwoordelijk voor het verkondigen van het evangelie in de zondagse erediensten. De prio bereidt de verkondiging zelfstandig voor. In de verkondiging sluit de prio aan bij actuele gebeurtenissen die in de gemeente of in de maatschappij plaatsvinden. De prio vraagt feedback op de verkondiging en verwerkt deze feedback aantoonbaar. Kwaliteiten: - Verwerkt de kennis van de grondtalen van Oude en Nieuwe Testament in de prediking - Verwerkt cultuurfilosofische, psychologische en pastorale inzichten in de prediking - Verwerkt de kennis van de homiletiek bij het opbouwen van een preek - Verwerkt de kennis van (gereformeerde) tradities en achtergronden in de prediking - Kennis van presentatietechnieken en het gebruik van ondersteunende hulpmiddelen - Kennis van de leefwereld en belevingswereld van jongeren - Kennis van het gereformeerd belijden - Vertaalt de aloude woorden van het evangelie ook in de huidige culturele context in hedendaagse taal verstaanbaar voor jong en oud, zowel binnen als buiten de gemeenschap van Christus - Reflecteert op het eigen functioneren - Staat open voor reacties van en gesprek met gemeenteleden naar aanleiding van het eigen functioneren - Heeft inzicht in de situatie waarin de gemeenteleden zich (kunnen ) bevinden (cultuur, psychologisch, leefwereld, levensproblematiek) - Heeft inzicht in het verloop van groepsgewijze leerprocessen om daar vervolgens ook via prediking en onderwijs in de gemeente leiding aan te kunnen geven - Stimuleert en bemoedigt gemeenteleden in hun omgang met God en in hun leven als volgelingen en leerlingen van Jezus Christus - Inspireert gemeenteleden van verschillende stromingen tot een levend geloof en een zelfstandige relatie met God - Is persoonlijk betrokken op wat in de bestudering van de Schrift is ontvangen - Gaat op authentieke wijze voor in gebed - Heeft inlevingsvermogen om ook bij bijzondere gelegenheden en gebeurtenissen voorganger van de gemeente te zijn in de ontmoeting met God 14

15 Competentieprofiel voor de taak Liturgie Taak: Voorbereiden en leiden van diensten - voorbereiden van erediensten en vieringen van de gemeente - leiden van de diensten van de gemeente - bidden met en voor de gemeente - vormgeven van de liturgie - evalueren van de eredienst en vertalen van evaluatieresultaten naar de toekomst Context: Binnen de gemeente waar de prio is aangesteld, bereidt de prio de erediensten zorgvuldig voor. In de liturgie en spiritualiteit sluit de prio aan bij de gemeente en zorgt voor een eigentijdse liturgie. Waar nodig en wenselijk is de prio in staat de liturgie in samenwerking met anderen voor te bereiden. Kwaliteiten: - Verwerkt de kennis van (gereformeerde) tradities, achtergronden en praktijk van de liturgie in de opzet van een dienst - Kennis van het gereformeerd belijden - Vertaalt de aloude woorden van het evangelie ook in de huidige culturele context in hedendaagse taal verstaanbaar voor jong en oud, zowel binnen als buiten de gemeenschap van Christus - Reflecteert op het eigen functioneren - Staat open voor reacties van en gesprek met gemeenteleden naar aanleiding van het eigen functioneren - Met inzicht in de situatie waarin de gemeenteleden zich (kunnen ) bevinden (cultuur, psychologisch, leefwereld, levensproblematiek) - Inspireert gemeenteleden van verschillende stromingen tot een levend geloof en een zelfstandige relatie met God - Is persoonlijk betrokken op wat in de bestudering van de Schrift is ontvangen - Gaat op authentieke wijze voor in gebed - Heeft inlevingsvermogen om ook bij bijzondere gelegenheden en gebeurtenissen voorganger van de gemeente te zijn in de ontmoeting met God - Heeft een coöperatieve grondhouding en is in staat om de vormgeving van de liturgie in samenspraak met andere betrokkenen te realiseren en geeft op een vruchtbare manier leiding aan het proces van voorbereiding 15

16 Competentieprofiel voor de taak Onderwijs en toerusting Taak: Het onderwijzen en toerusten van de gemeente: - doordenken van verschillende thema s uit de geloofsleer, gerelateerd aan geloofvragen - geven van (ondersteuning in) catechese (zo nodig ook bijzondere vormen van catechese, zoals huwelijkscatechese) - geven van toerusting aan pastorale werkers in de gemeente (de basisvaardigheden die nodig zijn voor het huisbezoek en het opbouwen van een pastorale relatie met gemeenteleden) - toerusten van de gemeente tot een getuigende en diaconale houding Context: Binnen de gemeente waar de prio is aangesteld is de prio verantwoordelijk voor het verzorgen van catechese aan de jongeren in de gemeente. Daarnaast geeft de prio zo nodig bijzondere vormen van catechese, zoals huwelijkscatechese. De prio en de kerkenraad stemmen af over het gebruik van leermethoden. Kwaliteiten: - Kennis van cultuurfilosofische, psychologische en pastorale inzichten - Verwerkt de kennis van de verschillende catechetische modellen in de voorbereiding van een catecheseprogramma/toerusting - Verwerkt de kennis van de leefwereld en belevingswereld van jongeren in de lessen - Verwerkt de kennis van didactisch model, leercirkel en verschillen in leerstijlen en leertypen in een lesprogramma - Verwerkt het inzicht in groeps(leer)processen in het lesprogramma - Verwerkt de kennis van het gereformeerd belijden in het onderwijs - Vertaalt de aloude woorden van het evangelie ook in de huidige culturele context in hedendaagse taal verstaanbaar voor jong en oud, zowel binnen als buiten de gemeenschap van Christus - Reflecteert op het eigen functioneren - Staat open voor reacties van en gesprek met gemeenteleden naar aanleiding van het eigen functioneren - Met inzicht in de situatie waarin de gemeenteleden zich (kunnen ) bevinden (cultuur, psychologisch, leefwereld, levensproblematiek) - Inzicht in de geloofsleer van de kerk en in de traditie waarin de gemeente staat, om de leer van het geloof zuiver te kunnen overdragen - Heeft leren onderscheiden waarop het aankomt in het onderwijs aan en in de toerusting van de gemeente en kan ook in maatschappelijke en ethische discussies in kerk en samenleving bijdragen aan een Bijbelse oordeelsvorming - Heeft inzicht in de persoonlijke ontwikkeling van jonge mensen en in hun leefwereld - Inzicht in het verloop van groepsgewijze leerprocessen om daar vervolgens ook via prediking en onderwijs in de gemeente leiding aan te kunnen geven - Optioneel: beschikt over voldoende pedagogisch en didactisch inzicht om in samenspraak met anderen een leerplan voor de catechese op te stellen, coördineert dit onderwijs en rust catecheten toe voor het vervullen van hun taak - Tactisch: in staat om te gaan met verschillen/ belangentegenstellingen te hanteren - Stimuleert en bemoedigt gemeenteleden in hun omgang met God en in hun leven als volgelingen en leerlingen van Jezus Christus - Inspireert gemeenteleden van verschillende stromingen tot een levend geloof en een zelfstandige relatie met God - Is persoonlijk betrokken op wat in de bestudering van de Schrift is ontvangen - Gaat op authentieke wijze voor in gebed 16

17 Competentieprofiel voor de taak Pastoraat Taak: Het bieden van pastorale zorg aan gemeenteleden: - begeleiden van de gemeente op haar wegen met God - bezinnen op geloofs- en levensvragen - signaleren en bespreekbaar maken van pastorale vragen - voeren van een gestructureerd pastoraal gesprek en het (impliciet of expliciet) in gesprek brengen van het levensverhaal van mensen met het Woord van God - vastleggen van bevindingen van de gevoerde gesprekken - reflecteren op eigen functioneren en vertalen naar handelen in de toekomst Context: Binnen de gemeente waar de prio is aangesteld is de prio verantwoordelijk voor het voeren van pastorale gesprekken met gemeenteleden. De prio is in staat om ook in bijzondere situaties - om te gaan met de emoties van zichzelf en de ander en kan daarbij omgaan met de spanning tussen afstand en nabijheid in de relatie met gemeenteleden. Kwaliteiten: - Verwerkt de kennis van cultuurfilosofische, psychologische en pastorale inzichten in het pastoraat - Verwerkt de kennis van gespreksvaardigheden in pastorale gesprekken - Verwerkt de kennis van de belangrijkste theorieën op gebied van het pastoraat in de reflectie op het pastorale werk - Verwerkt de kennis van de wijze, waarop door de eeuwen heen aan de omgang met God gestalte is gegeven in de reflectie op de gesprekken - Vertaalt de aloude woorden van het evangelie ook in de huidige culturele context in hedendaagse taal verstaanbaar voor jong en oud, zowel binnen als buiten de gemeenschap van Christus - Reflecteert op het eigen functioneren - Staat open voor reacties van en gesprek met gemeenteleden naar aanleiding van het eigen functioneren - Heeft inzicht in de situatie waarin de gemeenteleden zich (kunnen ) bevinden (cultuur, psychologisch, leefwereld, levensproblematiek) - Tactisch: in staat om te gaan met verschillen/ belangentegenstellingen te hanteren - Stimuleert en bemoedigt gemeenteleden in hun omgang met God en in hun leven als volgelingen en leerlingen van Jezus Christus - Inspireert gemeenteleden van verschillende stromingen tot een levend geloof en een zelfstandige relatie met God - Is persoonlijk betrokken op wat in de bestudering van de Schrift is ontvangen - Kan omgaan met emoties in het pastoraat: lof, kritiek en weerstand - Gaat op authentieke wijze voor in gebed - Is ontvankelijk voor mensen, luistert actief naar hen en leeft zich optimaal in hun situatie in zonder zichzelf daarin te verliezen - Gaat om met spanning tussen afstand en nabijheid, bewaakt de tijd, neemt gedrags- en beroepscode en de grenzen van de eigen competentie in acht 17

18 Competentieprofiel voor de taak Leiding & organisatie Taak: Het adviseren van de kerkenraad over visie en beleid - Werkt met de kerkenraad samen in het gezamenlijk ontwikkelen van visie en beleid voor de gemeenteopbouw en de vormgeving van haar missionaire en diaconale roepingen en voedt de kerkenraad met een Bijbelse visie op deze onderwerpen - Werkt samen met de kerkenraad om leiding te geven aan de gemeente, waarbij de prio expertise inbrengt en niet (per definitie) verantwoordelijk is voor de organisatorische uitvoering - Werkt gestructureerd, beheert met aandacht de eigen agenda en tijd en evalueert het eigen handelen Context: Binnen de gemeente waar de prio is aangesteld neemt de prio deel aan kerkenraadsvergaderingen en kan de prio gevraagd en ongevraagd vanuit de eigen expertise advies geven. Kwaliteiten: - Verwerkt de kennis van gespreksvaardigheden in de samenwerking met de kerkenraad - Verwerkt de kennis van groeps(leer)processen - Verwerkt de kennis van het gereformeerd belijden in ondersteuning bij visievorming en beleidsontwikkeling - Toont inzicht in de geloofsleer van de kerk en in de traditie waarin de gemeente staat - Heeft leren onderscheiden waarop het aankomt in het onderwijs aan de in de toerusting van de gemeente en kan ook in maatschappelijke en ethische discussies in kerk en samenleving bijdragen aan een Bijbelse oordeelsvorming - Heeft inzicht in het verloop van groepsgewijze leerprocessen om daar vervolgens ook via de samenwerking met de kerkenraad leiding aan te kunnen geven - Is in staat met verschillen om te gaan/ belangentegenstellingen te hanteren - Stimuleert en bemoedigt gemeenteleden in hun omgang met God en in hun leven als volgelingen en leerlingen van Jezus Christus - Inspireert gemeenteleden van verschillende stromingen tot een levend geloof en een zelfstandige relatie met God - Organiseert effectief het eigen werk en is in staat door te werken onder tijdsdruk, tegenslag, teleurstelling of tegenwerking - Is ontvankelijk voor mensen, luistert actief naar hen en leeft zich optimaal in hun situatie in zonder zichzelf daarin te verliezen - Gaat om met spanning tussen afstand en nabijheid, neemt gedrags- en beroepscode en de grenzen van de eigen competentie in acht. 18

19 Competentieprofiel voor de taak Samenleving en wereld (optioneel) Taak: Het uitvoeren van en adviseren over missionaire en diaconale activiteiten - Houdt kennis en vaardigheden op het gebied van missionaire en diaconale taken van de gemeente in de omgeving op peil en werkt waar mogelijk in interkerkelijk verband samen - Leest de noodzakelijk informatie op het gebied van diaconaat en zending - Bestudeert informatie van organisaties binnen de non-profit sector en de hulpverlening voor zover zij onderbouwend zijn voor het werk in de gemeente - Stimuleert en begeleidt groepen die bezig zijn op dit gebied - Neemt deel aan overleg buiten de gemeente met verschillende instanties - Zorgt voor toerusting van de uitvoerenden van concrete taken op dit gebied - Evalueert in de groep, met andere medewerkenden of anderen buiten de kerk - Communiceert vanuit de evaluatie over toekomstig beleid Context: Binnen de gemeente waar de prio is aangesteld bestaat de mogelijkheid om (mits de aanstelling groter is dan 0,4 fte) een bijdrage te leveren aan missionaire en diaconale activiteiten door gemeenteleden hierin toe te rusten en/ of door zelf dergelijke activiteiten te ontwikkelen en uit te voeren. Kwaliteiten: - Verwerkt de kennis van relevante wetenschappelijke literatuur in het bieden van ondersteuning bij missionaire en diaconale activiteiten - Heeft leren onderscheiden waarop het aankomt in het onderwijs aan en toerusting van de gemeente t.a.v. missionaire en diaconale activiteiten en kan ook in maatschappelijke en ethische discussies in kerk en samenleving bijdragen aan een Bijbelse oordeelvorming - Is in staat om de gaan met verschillende opvattingen en belangen - Stimuleert en bemoedigt gemeenteleden in hun omgang met God en in hun leven als volgelingen en leerlingen van Jezus Christus 19

20 7. Begeleiding en supervisie 7.1 Integratie van begeleiding en supervisie. Voor de begeleiding van de prio is gekozen voor een integratie van werkbegeleiding en supervisie. Deze keuze ligt niet bij voorbaat voor de hand, omdat werkbegeleiding zich primair richt op het werk dat iemand verricht en de supervisie op de persoon die dat werk verricht. Toch is gekozen voor een integratie, omdat bij de onderwerpen van de werkbegeleiding een benadering vanuit de supervisie tot een wezenlijke verdieping leidt van de bespreking: hoe beleeft de prio het werk, wat beweegt de prio, waarom deed hij het zoals hij het deed? Het stimuleren tot zelfreflectie is een belangrijk onderdeel van de begeleiding van prio s. Uit ervaring blijkt dat bij begeleiding door een predikant (minimaal 5 jaar ervaring), die tevens supervisor is, er een vruchtbare mix ontstaat van supervisie en werkbegeleiding Een nadeel van de combinatie van werkbegeleiding en supervisie kan zijn dat de veilige ruimte die supervisie sec kan bieden minder aanwezig is. Immers is ook de uitvoering van het werk onderdeel van de evaluatie door de supervisor/werkbegeleider. Wanneer er kritiek is op de uitvoering kan dit druk zetten op de supervisiekant van de relatie. Dit nadeel is naar ons inzicht beperkt, omdat de kritische reflectie op het werk tevens een aanleiding is om de achterliggende mechanismes te verkennen. Het voordeel van de integratie is voor ons doorslaggevend. De supervisor/werkbegeleider wordt verder in dit stuk NGP-begeleider genoemd De werkbegeleiding/supervisie vindt plaats in het kader van het prio-schap van de NGP en bouwt voort op de verslagen van het onderdeel persoonlijk functioneren; het assessment en de eindstage De NGP-begeleider is gebonden aan de gedragscode van de Landelijke Vereniging voor Supervisie en Coaching (zie lvsc.eu/ downloads/gedragscode/) Afspraken mbt geheimhouding. De NGPbegeleider dient te waarborgen dat hetgeen over de resultaten van de begeleiding wordt besproken de privacy van de prio niet schaadt. De NGP-begeleider dient tevoren met de prio te bespreken wat hij te berde zal brengen De NGP-begeleider geeft wat betreft de NGP-begeleiding een procesrapportage en niet een inhoudelijke rapportage. M.b.t. de werkbegeleiding wordt in overleg met de prio bepaald wat daarvan naar buiten wordt gebracht. Het eindoordeel van de NGPbegeleider is gebaseerd op het gehele proces van begeleiding De NGP-begeleider gaat vertrouwelijk om met het aangeleverde materiaal Supervisie/werkbegeleiding wordt gegeven in overeenstemming met de tussen NGPbegeleider, prio en de NGP overeengekomen schriftelijke vastgelegde afspraken Indien sprake is van groepssupervisie wordt door NGP-begeleider van prio s de belofte verlangd dat deze zich binden aan geheimhouding m.b.t. de inbreng van medeprio s NGP-begeleider en prio formuleren in onderling overleg persoonlijke leerdoelen. 20

21 7.2 Werkbegeleiding/supervisieleerdoelen Werkbegeleiding/supervisie is een vorm van leren waarbij het leerproces zich richt op de ontwikkeling van zowel de persoonlijke houding als de praktische vaardigheden Doelen zijn: beroepsdimensie: De integratie van eigen handelen in het beroepsmatig functioneren het leren onderkennen van de eigen mogelijkheden tot professioneel handelen komen tot een doelmatig functioneren in de praktijk van het werk komen tot een professionele uitvoering van de verschillende taken persoonsdimensie: Het bevorderen van de integratie van denken, voelen en persoonlijk handelen. De persoonlijke houding wordt gerelateerd aan de uiteenlopende taakvelden van een predikant. Zie voor een verdere uitwerking van deze doelen hoofdstuk 6 met de persoonlijke competenties De plaats van ontmoeting wordt vastgesteld door de NGP-begeleider De NGP-begeleider ziet er op toe dat de prio een mentor zoekt (zie paragraaf 7.7) De NGP-begeleider bepaalt het startmoment van de groepsbijeenkomsten. Er zijn minimaal twee startmomenten per jaar. Gestreefd wordt naar een stabiele groepssamenstelling. 7.3 Individuele en groepssupervisie Supervisie wordt gegeven in twee vormen: individueel en in een groep. Sterk punt van de individuele begeleiding is de vertrouwelijkheid waarin persoonlijke thema s zonder meekijkers kunnen worden besproken. Sterk punt van de groep is dat prio s van elkaars ervaringen kunnen leren. Bijkomend voordeel is dat het de kosten drukt. De commissie pleit voor een goed evenwicht tussen beide vormen: fifty - fifty De begeleiding start met het accent op werk (inhoudelijk) en legt geleidelijk het accent van de begeleiding meer op de persoon. De lijst met thema s, zie paragraaf 2.4 van dit hoofdstuk, kan als leidraad dienen en als checklist of alle relevante onderwerpen na verloop van tijd zijn besproken Uitgangspunt is dat er bij een prio-schap van twee jaar, per jaar 5 zittingen van ongeveer twee uur zijn voor persoonlijke begeleiding en 5 zittingen van drie uur voor groepsbegeleiding. Dit aantal is niet afhankelijk van de omvang in fte van de aanstelling. (In de eerste periode van het predikantschap volgen nog 7 sessies werkbegeleiding.) 21

22 7.4 Thema s De thema s die aansluiten bij de beroepsdimensie zijn prediking, pastoraat, onderwijs en leiding geven. Op deze thema s richt de begeleiding zich vooral in de eerste fase. De thema s die aansluiten bij de persoonsdimensie, o.a. zelfreflectie en omgang met kritiek komen in de tweede fase meer aan de orde. Zo ligt dus in de eerste fase accent op de werkbegeleiding en in de tweede fase op supervisie. Invulling van de thema s: kennismaking en afspraken/manier van samenwerken preken en preekvoorbereiding (geschikt voor groep) catechese (geschikt voor groep) pastoraat I (geschikt voor groep) agendabeheer /omgang met tijd en tijdsbesteding (geschikt voor groep) persoonlijk leven/leven thuis, evt. als partner/ vader/moeder (individueel) spiritualiteit (geschikt voor groep) relatie met kerkenraad en kerkverband (geschikt voor groep) omgang met uiteenlopende verwachtingen (geschikt voor groep) preken en preekvoorbereiding II is de predikant in staat tot zelfreflectie en zelfevaluatie? pastoraat II (geschikt voor groep??) omgang met het grensvlak tussen pastoraat en hulpverlening (geschikt voor groep) omgang met kritiek, onbegrip en teleurstelling (individueel) innerlijke opstelling ten opzichte van anderen (individueel) hoe is de predikant zelf als persoon? (individueel) omgang met conflicten (individueel) hoe gaat de predikant met zichzelf om? (individueel) roeping en zingeving (geschikt voor groep) studie (geschikt voor groep) 7.5 Opleiding NGP-begeleider Het besluit van de LV luidt: De NGP draagt zorg voor de opleiding/training van de opleiders van de prio. Het advies van de commissie is om niet zelf over te gaan tot het financieren van de opleiding/training van de NGP-begeleiders van de prio. De kosten die dit met zich meebrengt bedragen ongeveer per persoon. Dit lijkt het budget van de NGP te overstijgen. De commissie pleit er voor om te zoeken naar een gecertificeerde opleider die tevens gemeentepredikant is. De commissie is van oordeel dat het werk in principe door één opleider kan worden gedaan. 7.6 Bijzondere omstandigheden Supervisie/werkbegeleiding kan in principe door één persoon worden gegeven, maar er moet wel een vangnet zijn voor het geval deze NGP-begeleider uitvalt, dan wel onvoldoende beschikbaar is. Een plan B is nodig om te voorzien in een vervanger. Dit kan in samenspraak met de NGP-begeleider gebeuren. Wat ons betreft kan dat ook een persoon uit een ander kerkgenootschap zijn (CGK, GKv). Het is gewenst dat deze persoon voordat de nood aan de man is al eens door de vaste NGP-begeleider wordt bijgepraat en voorbereid. 22

23 7.7 Mentor De mentor is een gemeentepredikant. In de eerste plaats is hij voor de prio adviseur in voorkomende alledaagse situaties. Te denken valt aan overlijden en begraven, huwelijk en echtscheiding, jeugdwerk en prediking, ziekenhuisbezoek en omgang met de muziekgroep en wat een prio al niet tegenkomt. Door praatpaal te zijn en als vraagbaak te fungeren biedt de mentor een waardevolle aanvulling in de begeleiding. Er is een belangrijk verschil met de NGP-begeleider: de prio ontmoet de NGP-begeleider maandelijks. De prio neemt in principe tussendoor geen contact met hem op. Dit ligt anders voor de mentor. Die heeft een vrije rol en kan tussendoor ook om advies worden benaderd. De begeleiding die de mentor biedt is begeleiding op afstand, ook wanneer hij in dezelfde gemeente staat. Bij de begeleiding van de eindstage is de stagebegeleider veel meer betrokken bij het functioneren van de stagiair. 7.8 Leerbespreking preekconsent De prio neemt deel aan de leerbesprekingen voor studenten met preekconsent, die gehouden worden door de NGP-docent homiletiek. 23

24 8. Verslaglegging en evaluatie 8.1 Inleiding Aan het einde van het prio-schap vindt een evaluatie met een conclusie over de prio plaats. Deze is bepalend voor het al of niet toegelaten worden tot het beroepbaarstellingsexamen. Hoewel het prio-schap onder de verantwoordelijkheid van de NGP valt, is het geen onderdeel meer van de opleiding, maar een voortzetting daarvan in de praktijk. Daardoor vertoont het zowel overeenkomsten met de opleiding als met een predikantschap in volle rechten en plichten. Als het gaat om de evaluatie, heeft dat twee gevolgen: - Inhoudelijk sluit de evaluatie aan bij de opleiding en haar eindtermen. Daarom wordt het competentieprofiel (hoofdstuk 6) als uitgangspunt genomen bij de evaluatie van de prio. - Het karakter van het prio-schap verschilt sterk van dat van een stage. Daarom heeft het eindgesprek het karakter van een evaluatiegesprek zoals dat plaatsvindt tussen predikant en kerkenraad. Zodoende wordt voor het doel en de aanpak van het eindgesprek aangesloten bij de handreiking van de VAC voor zo n gesprek. 8.2 Verdeling van verantwoordelijkheden De NGP-begeleider functioneert onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de NGP. Dit met het oog op de verantwoordelijkheid die de NGP-begeleider heeft voor de conclusie over de prio. De kerkenraad heeft een eigen verantwoordelijkheid bij de eindevaluatie en conclusie en levert een eigen rapport. 8.3 Evaluatie van de prio Met de prio wordt na een jaar een tussenevaluatie gehouden, waarbij eerst het rapport van de prio zelf besproken wordt en daarna de rapporten van kerkenraad en NGP-begeleider. Uit het evaluatiegesprek komen verbeterpunten naar voren. Indien er tijdens het tweede jaar nieuwe verbeterpunten naar voren komen of indien blijkt dat er onvoldoende ontwikkeling zichtbaar is, dan moet dit aan de prio gemeld worden. De eindevaluatie mag geen verrassingen bevatten. De eindrapportage over het functioneren van de prio bestaat uit de verslagen van de NGP-begeleider en de kerkenraad. Over dit eindrapport wordt een eindgesprek gevoerd. Bij overeenstemming in de eindevaluatie van de prio zijn bij dit gesprek de prio, de vertegenwoordigers van de kerkenraad en de NGP-begeleider aanwezig. De NGP-begeleider leidt het gesprek. Indien er geen overeenstemming is tussen de NGP-begeleider en de kerkenraad over de eindevaluatie van de prio zal dit blijken uit hun verslagen. In dat geval wordt het gesprek gevoerd onder leiding van een andere NGP-begeleider. Deze functioneert als procesbegeleider. Het verschil van inzicht moet in het eindrapport beschreven worden. Tijdens het eindgesprek heeft de prio de gelegenheid zich te verweren tegen punten van kritiek waar hij het niet mee eens is. De NGPbegeleider en kerkenraadsleden moeten de bereidheid hebben zich te laten overtuigen door de prio. De conclusie over de prio wordt gegeven aan het einde van het eindgesprek. De conclusie over de prio dient gedragen te worden door de kerkenraad en de NGP-begeleider. De conclusie over de prio berust bij het NGPbestuur. Hij toetst of het prio-proces juist is doorlopen. 24

25 Door de NGP-begeleider wordt een eindrapport met het verslag van het eindgesprek en een conclusie opgesteld. Dit rapport wordt naar het NGP-bestuur gestuurd. Als er geen eensluidende conclusie is, dan gaat het NGP-bestuur een gesprek aan om een onderzoek in te stellen naar de verschillen. Het NGP-bestuur neemt een besluit. Na het opleveren van een positief eindrapport stelt het NGP-bestuur een attest op en stuurt dit naar de examencommissie in het kader van de beroepbaarstelling. Bij een negatieve conclusie zal de NGP geen attest voor beroepbaarstelling afgeven. De prio kan hiertegen in beroep gaan bij de LV. 8.4 Aandachtspunten voor de evaluatie De tussenevaluatie heeft tot doel verbeterpunten te formuleren. Het onderscheid met de eindevaluatie is dat dan de conclusie over de prio wordt getrokken. Het tussentijds verslag bevat een evaluatie van de verrichte prio-activiteiten. De inhoud van de gemaakte verslagen kan daarvoor als uitgangspunt dienen. De kerkenraad neemt als uitgangspunt voor de evaluatie het competentieprofiel in hoofdstuk 6. Niet de specifieke eisen en behoeften van de gemeente zijn sturend voor de evaluatie, maar het leerproces van de prio en het competentieprofiel. Dit is anders dan bij een gewone predikant, omdat bij hem een door de gemeente opgesteld profiel onderwerp van gesprek kan zijn. Het is de bedoeling dat de kerkenraad ook tussentijds een beknopt evaluatieverslag aan de NGP-begeleider toezendt. Het eindverslag van de prio bevat een evaluatie van de verrichte prio-schapsactiviteiten. De inhoud van de gemaakte verslagen kan daarvoor als uitgangspunt dienen. Voor het eindverslag gelden dezelfde aandachtspunten als die voor de tussenevaluatie. 25

26 9. Begrote kosten begeleiding 9.1 Inleiding Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de te verwachten kosten van de begeleiding van prio s vanuit de NGP. Naast de kosten van het prioschap worden ook de kosten van werkbegeleiding meegenomen in de berekeningen omdat er sprake zal zijn van een verschuiving van de werkbegeleiding zoals die thans is vorm gegeven naar de twee jaren prio-schap. 9.2 Uitgangspunten bij de begroting Voor het begroten van de kosten zijn een aantal uitgangpunten geformuleerd. Deze zijn: 1. Naast individuele supervisie zal tevens sprake zijn van groepssupervisie. 2. Er zijn tien begeleidingssessies per jaar, waarvan vijf individueel en vijf groepssessies. Voor het gehele prio-traject zullen dus tien individuele sessies en tien groepssessies plaatsvinden. 3. Er zijn vier prio s gelijktijdig met het prio-traject bezig. Deze aanname is gebaseerd op het aantal predikanten dat thans gelijktijdig in het werkbegeleiding s traject actief zijn. 4. Individuele sessies duren twee uur, groepssessies duren drie uur. 5. De kosten per uur van gekwalificeerde begeleiders bedraagt gemiddeld 134,- 2 inclusief voorbereidingen, maar exclusief eventuele reiskosten. 6. Na het prio-schap wordt de werkbegeleiding nog ongeveer een jaar gecontinueerd in de vorm van zeven sessies van twee uur. 9.3 Begroting van de kosten Op basis van de geformuleerde uitgangspunten bedragen de kosten voor het gehele prio traject inclusief werkbegeleiding : 2 jaar individuele sessies ,- (10 sessies van 2 uur) voor 4 prio s 2 jaar groepssessies 4.020,- ( 10 sessies van 3 uur ) werkbegeleiding na prio traject 7.504,- ( 7 sessies van 2 uur ) Totaal ,- 9.4 Dekking van de begrote kosten Met betrekking tot werkbegeleiding fluctueren de kosten per jaar. Dit is gerelateerd aan het aantal predikanten dat begeleid wordt. In 2012 bedroegen de kosten ,- Ook voor 2013 zal sprake zijn van een vergelijkbaar bedrag. Aan directe begeleiding van predikanten wordt uit dit bedrag afgerond ,- besteed. De overige kosten betreffen de kosten van NGP kerndocenten in het organiseren van de werkbegeleiding en het begeleiden van de supervisoren en begeleiders. Op basis van de in paragraaf 9.2 begrote kosten is voor het prio-traject inclusief de resterende werkbegeleiding een bedrag nodig van ,-. Wanneer hier de huidige begeleidingskosten van ,- op in mindering wordt gebracht dan resteert een bedrag van ,- waarvoor aanvullende gelden nodig zijn. Bij de huidige begrotingsuitgangspunten zal dit een verhoging inhouden van de jaarlijkse bijdrage van 0,37 per ziel (prijspeil 2013). 2 Deze kosten zijn gebaseerd op prijspeil 2013 en zijn inclusief 21% btw ( sinds enige tijd moeten ook zelfstandige supervisoren/begeleiders btw afdragen over hun dienstverlening.) 26