Stichting Vervroegde Uittreding voorde Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen

Transcriptie

1 Stichting Vervroegde Uittreding voorde Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen Jaarverslag over het eenendertigste boekjaar 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010

2 Inhoudsopgave VERSLAG VAN HET BESTUUR Voorwoord College en vertegenwoordigingen Bestuurssamenstelling per 31 december 2010 Wisselingen in het bestuur Samenstelling Vaste Commissie per 31 december 2010 Wisselingen in het bestuur van de Vaste Commissie Vertegenwoordiging in overlegorganen Syntrus Achmea Accountant Administrateur Algemeen Aantal lopende overgangsuitkeringen Aantal aangesloten werkgevers Faillissementen Kerngegevens Toelichting Uittredingsregeling CAO Doel van de stichting Prepensioen Vertioging uitkeringen Uittreding Levensloop Verslag van het bestuur over 2010 Financiële situatie Administratiekosten 2009 Jaarverslag 2009 Beleggingsplan Toeslag Fusie met Bpf TEX Beleggingen Terugblik op 2010 Beleggingsbeleid Beleggingsportefeuille Slotwoord Jaarrekening Balans Staat van baten en lasten Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling Toelichting op de balans Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa Kasstroomoverzicht Toelichting op de staat van baten en lasten Overige gegevens Resu Itaatbestem m i n g Gebeurtenissen na balansdatum Controleverklaring O O O O O O O O O O O O

3 Voorwoord Dit is het verslag over het eenendertigste boekjaar van de Stichting Vervroegde Uittreding voor de Groothandel In Textielgoederen en Aanverwante Artikelen (VUTEGRO). De administratie van de overgangsregeling Is opgedragen aan Syntrus Achmea. De Stichting Vervroegde Uittreding voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen (VUTEGRO) is een door de werkgevers- en werknemersorganisaties in het leven geroepen Stichting, die zijn activiteiten vanaf 1 januari 1981 is gestart. De VUTEGRO is opgericht, wordt in stand gehouden en bestuurd door (vertegenwoordigers van) de volgende organisaties: Sociaal Comité van Werkgevers voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanvenvante Artikelen gevestigd te Den Haag; FNV Bondgenoten gevestigd te Utrecht; CNV Dienstenbond gevestigd te Hoofddorp; De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening gevestigd te Culemborg. Het bestuur van de Stichting is statutair verplicht na afloop van ieder boekjaar door middel van het jaarverslag verantwoording af te leggen betreffende het bestuur en beheer van de Stichting. Op 14 januari 2011 is de Stichting een fusie aangegaan met de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen (Bpf Tex). Het jaarverslag wordt aangeboden aan de betrokken werknemers- en werkgeversorganisaties en aan diegenen die daar vanuit de bedrijfstak om verzoeken. Amsterdam, 9 juni 2011 netbestuur De heer J.E. Kelder, voorzitter De heere.h.w, Bosman, secretaris

4 VERSLAG VAN HET BESTUUR Coiiege en vertegenwoordigingen Bestuurssamenstelling per 31 december 2010 Leden werkgevers: De heer H.J. Savenije (1) De heer J.E. Kelder, voorzitter (1) De heer J.F. Lanz (1) De heer A.T.W. van 't Westende, plv. voorzitter (1) Leden werknemers: Mevrouw M. Timmermans (2) De heer B.A. de Lege, secretaris (2) De heer M. den Heijer, plv. secretaris (3) De heer I. Slikkerveer (4) Plaatsvervangende leden werkgevers: De heer D. Braun (1) vacature (1) Vacature (1) De heer B. Jonkman (1) Plaatsvervangende leden werknemers: Vacature (2) Vacature (2) De heer G.B. Rijzinga (3) Vacature (4) Aangewezen door: (1) het Sociaal Comité van Werkgevers In de Groothandel in Textlelgoederen en Aanvenwante Artikelen (2) FNV Bondgenotwi (3) CNV Dienstenbond (4) De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening Wisselingen in het bestuur Afgetreden: De heer M. van Bruggen Benoemd: mevrouw M. Timmermans Samenstelling Vaste Commissie per 31 december 2010 Leden werkgevers: De heer G.H.A.M. WIjtvliet (1) Lecfe;7 werknemers: De heer C.J. Bartelson (2) Vacature (3) Onafhankelijke voorzitter: De heer P. Bosch (4) Plaatsvervangende leden werkgevers: Deheer J.R. Van der Eisen (1) Plaatsvervangende leden werknemers: vacature (2) Aangewezen door: (1) tiet Sociaal Comilé van Werkgevers In de Groothandel In Textielgoederen en Aanverwante Artikelen (2) CNV Dienstenbond (3) De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening (4) Advocatenkantoor Bosch en Ruiter

5 Wisselingen in het bestuur van de Vaste Commissie Afgetreden: Benoemd: De heer E.J. Jansen vacature Vertegenwoordiging in overlegorganen Syntrus Achmea In de Raad van Afgevaardigden van Syntrus Achmea werd de Stichting tijdens het verslagjaar van werknemerszijde vertegenwoordigd door de heer B.A. de Lege. De heer JE. Kelder vertegenwoordigde de Stichting van werkgeverszijde. Accountant KPMG Accountants N.V. Rijnzathe 14, 3454 PV, De Meern Administrateur Syntrus Achmea Bezoekadres: Molenwerf 2-8, Amsterdam Postadres: Postbus 9251, 1006 AG Amsterdam

6 Algemeen Aantal lopende overgangsuitkeringen Aantal lopende uitkeringen Per 31 december Bij : aantal toegekende aanvragen 46 ^ +/+ Af : aantal beëindigde uitkeringen 51 * -/- Aantal lopende uitkeringen per31 december *) Van het totaal aantal beëindigde uitkeringen zijn er 49 uitkeringen beëindigd wegens pensionering en 2 wegens overlijden. Aantal aangesloten ondememingen Het aantal aangesloten ondernemingen ultimo 2010 bedroeg Ultimo 2009 waren werkgevers aangesloten. Dit Is een afname van 38 werkgevers. Faillissementen Tijdens het verslagjaar werden twee aangesloten ondernemingen failliet verklaard (vorig jaar één).

7 Kerngegevens Aantal aangesloten ondernemingen Totale loonsom voor de bijdrage- n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t n.v.t 197,4 heffing, (bedrag x miljoen) ^ Bijdragepercentage ,7 Minimum uittredingsleeftijd Aantal lopende uitkeringen ultimo boekjaar Totaal aantal periodieke maanduitkeringen Totale uitkeringslast Incl sociale lasten, excl overkook (x 1.000,--) Gemiddelde uitkeringslast per maand (x 1,-) Verdeling saldo boekjaar (x 1.000,-): Bijdragen: Directe beleggingsopbrengsten; Indirecte beleggingsopbrengsten: Andere baten: Mutatie voorziening nakomende Verplichtingen'^ (positief is bate) Uitkeringen en sociale lasten: Overkook: Kosten; Saldo boekjaar: (84) 720 (109) (3.268) 698^ 368 (94) - (1.492) (5.161) (32)^ _ (3.005) (343) 809 (715) (4.058) (3.048) Toelichting Het aantal lopende uitkeringen met betrekking tot de overgangsregeling per 31 december 2010 is 179. Ten opzichte van vorig jaar is dit een daling van 5. Sinds ultimo 2007 zijn er geen lopende uitkeringen meer uit hoofde van de VUT-regeling. Het aantal betaalde maand uitkeringen is in vergelijking met 2009 gestegen. Bedroeg het aantal betaalde maanduitkeringen dit jaar 2.267, in 2009 bedroeg deze De hierbij behorende uitkeringslasten zijn gelijk gebleven ten opzichte van die van 2009 ( 4,5 miljoen). De gemiddelde uitkeringslast per maand in 2010 bedroeg 1.996,--. Ten opzichte van 2009 kan worden geconcludeerd dat de gemiddelde uitkeringslast per maand is gedaald (in ,--). ^ Onndat vanaf 2006 geen bijdrage is geheven, is de totale loonsom voor de bijdrageheffing niet meer van toepassing ^ De bijdragen hebben betrekking op nadere vaststellingen van voorgaande jaren. ^ De bijdragen hebben betrekking op nadere vaststellingen van voorgaande jaren. * Met ingang van 2010 is er een stelselwijziging inzake presentatie voorziening nakomende verplichtingen doorgevoerd. De cijfers van 2009 zijn tevens aangepast,

8 De VUTEGRO heeft voor het jaar 2010 geen bijdrage geheven. Het verslagjaar werd met een negatief saldo van ,-- afgesloten. Dit negatieve saldo is als volgt verdeeld (x 1000,--): Algemene reserve; (2.987) Beleggingsreserve: (281) De voorziening voor nakomende verplichtingen bedraagt 5,5 miljoen (vorig jaar 6,4 miljoen). De overgangsregeling is daarmee voor de ingegane uitkeringen afgefinancierd.

9 Uittredingsregeling CAO De uittredingsregeling voor 2010 is vastgelegd in een tussen werkgevers en werknemers overeengekomen CAO inzake het Vervroegd Uittreden voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen. De tijdens het verslagjaar van kracht zijnde VUT-CAO heeft een looptijd tot en met 31 december Op 15 februari 2006 werd de CAO opnieuw algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december Doel van de stichting Het doel van de Stichting is om: uitkeringen te verstrekken aan werknemers die van de in artikel 5 van de VUTEGRO-CAO vastgelegde overgangsregeling geboden mogelijkheid om vervroegd uit het arbeidsproces te treden gebruik hebben gemaakt; aanvullende uitkeringen te verstrekken aan werknemers geboren vóór 1 januari 1950, die in aanmerking komen voor een aanvulling op hun prepensioen ingevolge de in artikel 6 van de VUTEGRO-CAO vastgelegde overgangsregeling; uitkeringen, voortvloeiend uit de staartverplichtingen, te verstrekken aan werknemers die van de vóór 1 januari 2002 in de VUTEGRO-CAO geboden mogelijkheid om vervroegd uit het arbeidsproces te treden gebruik hebben gemaakt Prepensioen Vanaf 1 januari 2002 geldt voor werknemers werkzaam in de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen een prepensioenregeling. Werknemers, die geboren zijn voor 1 januari 1950 en al op 31 december 2009 werkzaam zijn in de bedrijfstak, bouwen prepensioen op. Een volledig prepensioen, dat voorziet in een uitkering van circa 70% van het pensioengevend loon, wordt opgebouwd in 40,5 jaar. Werknemers geboren vóór 1 januari 1950 De belangrijkste kenmerken van de overgangsregeling zijn: Dat de regeling alleen nog van toepassing is op werknemers die geboren zijn vóór 1 januari In de regeling is een zogenaamde "spaarvut" opgenomen. De spaarvut-bepaling houdt in dat als de VUT- en de prepensioenuitkering samen boven de 100% uitkeringsgrondslag uitkomt, dan wordt het gedeelte vanaf 100% overgeheveld naar de uitvoerder van de pensioenregeling van de werknemer. Het gedeelte boven 100% wordt gebaseerd op aanvaarde actuariële grondslagen. De vastgestelde ovendrachtswaarde wordt door de pensioen uitvoerder omgezet in ouderdomspensioenaanspraken. Als het overhevelen niet mogelijk is, doordat het fiscale maximum in de ouderdomspensioenregeling is bereikt dan wel omdat er geen overheveling naar een ouderdomspensioenregeling mogelijk is, dan wordt het meerdere met inachtneming van wettelijke inhoudingen vlak voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd uitgekeerd. De uitgestelde uitkering gaat direct In op het moment dat de aanvullingsuitkering 100% is van het laatst geldende loon van de werknemer. In de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2010 kan aanspraak op de aanvulling op het prepensioen krachtens artikel 7 maken degene die: - geboren is vóór 1 januari 1950; en - in genoemde periode gebruik maakt van de prepensioenregeling; en - zowel op 31 december 2001 als op 1 januari 2002 werknemer is en dit onafgebroken blijft tot de ingangsdatum van het prepensioen; en - in de vijf jaar direct voorafgaand aan de prepensioendatum ononderbroken als werknemer werkzaam is geweest bij één of meer werkgevers die onder de werkingssfeer vallen. Werknemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950 Voor werknemers die geboren zijn op of na 1 januari 1950, is de prepensioenregeling per 1 januari 2006 afgeschaft. Per 1 januari 2006 hebben deze werknemers een nieuwe aanvullende ouderdomspensioenregeling gekregen. Met ingang van 1 januari 2010 is deze regeling aangepast naar een nieuwe volledige ouderdomspensioenregeling. Deze categorie werknemers kan geen aanspraak meer maken op de overgangsregeling.

10 Verhoging uitkeringen In het reglement ls vastgelegd dat de vastgestelde overgangsuitkering, voorzover de middelen van de Stichting dit toelaten en gehoord de actuaris, jaariijks op 1 januari worden aangepast. Deze aanpassing vindt plaats conform het bepaalde in artikel 9.1, tweede lid van het prepensioenreglement In deze venwijzing besluit het bestuur van de Bpf TEX jaariijks of een toeslag wordt verieend, rekening houdend met de financiële positie van het pensioenfonds. Het bestuur van de VUTEGRO heeft op 11 november 2010 besloten geen toeslag toe te kennen. Uittreding De werknemer die van de overgangsregeling gebruik wil maken, moet in de maand waarin de deelneming aanvangt, minimaal de 60-jarige leeftijd hebben bereikt of bereiken. Met ingang van 1 januari 2006 dient de werknemer ook geboren te zijn vóór 1 januari Verder moet de werknemer op het moment van uittreden het dienstverband hebben beëindigd en mag hij niet onder een afvloeiingsregeling vallen of op non-actief zijn gesteld. Degene die wil uittreden, moet bovendien gedurende de laatste vijfjaar in dienst zijn geweest van één of meer werkgevers, die in de groothandel in textielgoederen en aanverwante artikelen werkzaamheden uitoefenen. De uitkering eindigt op de pensioendatum of bij overiijden van de deelnemer. Levensloop Vanaf 1 januari 2006 is de werkgever qeen bijdrage aan het fonds verschuldigd. In plaats van deze bijdrage moeten de werkgevers een bijdrage beschikbaar stellen aan een levensloopregeling. Deze bijdrage is als volgt: Voor de jaren 2006 tot en met 2010: 4,5% van het salaris; Voor de jaren 2011 tot en met 2015; 4,0% van het salaris; Voor de jaren 2016 tot en met 2020: 3,5% van het salaris. Het opgebouwde levensloopsaldo wordt op de overgangsregeling in mindering gebracht. 10

11 Verslag van het bestuur In het verslagjaar kwam het bestuur zes keer in vergadering bijeen. Deze vergaderingen vonden plaats op 12 februari, 10 juni, 2 september, 15 oktober, 11 november en 13 december In de vergaderingen zijn onder meer de volgende punten aan de orde gekomen: Financiële situatie; Administratiekosten 2009; Jaarverslag 2009; Beleggingsplan 2011; Toeslag Fusie Bpf TEX; Geen AW, dan alleen bijdrageheffing bij georganiseerde werkgevers. Financiële situatie Gezien de bestuuriijke verantwoordelijkheid voor de financiële huishouding heeft het bestuur in een aantal vergaderingen financiële rapportages besproken. Uitgangspunt hierbij is het bewaken van de overgangsregeling. Bespreking vond onder andere plaats aan de hand van informatie die werd verstrekt via de zogenaamde kerngegevens. Deze informatie bestond uit een balans en een verlies en winstrekening, tevens een overzicht van de bijdrage heffing en incasso oude jaren en een overzicht van de beleggingen. Administratiekosten 2009 In de bestuursvergadering van 11 november 2010 is de afrekening van de administratiekosten 2009 en de toelichting daarop, door het bestuur besproken. Hel besiuur heeft kennisgenomen van de administratiekosten en is akkoord gegaan met de afrekening. Jaarverslag 2009 In de vergadering van 10 juni 2010 werd door hel bestuur het jaarverslag 2009 besproken. Het jaarverslag werd door het besiuur goedgekeurd en vastgesteld. Beleggingsplan Het bestuur heeft het beleggingsplan 2011 in de vergadering van 11 november 2010 besproken. Hel bestuur heeft besloten de strategische porlefeuiile 2009 vooralsnog te handhaven voor 2010, tenzij het bestuur besluit om over te gaan tot liquideren van het belegd vermogen. In de daaropvolgende bestuursvergadering van 13 december 2010 heeft het bestuur besloten alle obligaties bij Aegon te verkopen en het vermogen over te hevelen naar een depositie bij de Rabobank. Daardoor is het belegd vermogen bij Aegon geliquideerd. Toeslag Het bestuur heeft op 11 november 2010 besloten om geen toeslag Ie verienen voor de uitkeringen van de VUTEGRO. Deze beslissing is genomen op grond van het reglement en de daarmee samenhangende financiële situatie van het pensioenfonds. Fusie met Bpf TEX ln de vergadering van 12 februari 2010 heeft het bestuur de haalbaarheid van een fusie tussen de VUTEGRO en de Bpf TEX besproken, Het bestuur heefl besloten eerst overieg te plegen met de inspecteur van de belastingdienst c.q. het ministerie van Financiën, voordat concrete stappen worden ondernomen om te gaan fuseren. Op 1 juli 2010 heeft de belastingdienst haar goedkeuring gegeven voor de vermogensovergang in het kader van een juridische fusie door de VUTEGRO aan de Bpf TEX zonder dat heffing van schenkingsrecht plaatsvindt Naar aanleiding van deze goedkeuring is hel bestuur verder gegaan met de fusie. In de vergadering van 15 oktober 2010 hebben de bestuursleden het fusievoorstel inclusief de toelichting ondertekend. Tevens hebben zij in deze vergadering ieder bestuurslid gemachtigd om de akte van de statutenwijziging te doen veriijden. Omdat de fusie wordt gerealiseerd met een bedrijfstakpensioenfonds heeft een delegatie vanuit het bestuur een bespreking gehad met De Nederiandsche Bank. Naar aanleiding van deze bespreking zijn afspraken gemaakt en kunnen de VUTEGRO en Bpf TEX fuseren als deze afspraken worden nagekomen. 11

12 Op 13 december is het voorstel tot wijzigen van het reglement in verband met de voorgenomen juridische fusie akkoord bevonden. Na de effectuering van de fusie zal de VUTEGRO verdwijnen en de VUTEGRO-regeling uitgevoerd worden door de Bpf TEX. Tevens heeft het bestuur in deze vergadering besloten een advies uit te brengen aan CAO-partijen. In dit advies is een voorstel tot een nieuwe VUTEGRO-CAO opgenomen. 12

13 Beleggingen Terugblik op 2010 Hetjaar 2010 werd op beleggingsgebied gekenmerkt door de crisis in de eurozone. Wat begon als een probleem bij één van de eurolanden, te weten Griekenland, breidde zich in de loop van hetjaar uit naar de hele periferie van de eurozone. Hierbij werden ook landen als leriand en Portugal geconfronteerd mei fors oplopende risico-opslagen op hun staatsobligaties en moesten er voor deze landen speciale reddingsacties worden ondernomen om het vertrouwen van de financiële markten te herwinnen. Wereldwijd liet de economische activiteit gedurende 2010 een verdere verbetering zien en de meer risicovolle activa profiteerden van deze ontwikkeling. De centrale banken hebben in het afgelopen jaar hun beleid van ruim monetair beleid voortgezet waarbij de geleidelijk oplopende inflatie wel een punt van aandacht is geworden op de agenda van de monetaire autoriteiten. Beleggingsbeleid Vanaf het begin van het verslagjaar was de portefeuille van VUTEGRO volledig belegd in AAA euro staatsobligaties middels het AEAM Euro AAA Bond Fund en was daarmee goed beschermd tegen de risico's van de eurocrisis zoals die zich in 2010 ontvouwde. Na een daling van de kapitaalmarktrente eind augustus tot een na de Tweede Wereldooriog nog niet eerder vertoond niveau, steeg de rente daarna vveer geleidelijk onder invloed van oplopende grondstoffenprijzén en zorg over een toename van de inflatie in het algemeen. Beleggingsportefeuille De totale portefeuille van VUTEGRO kende over geheel 2010 een rendement van +3,94%.(na kosten) en kwam daarmee voor kosten 0,37% lager uit dan de benchmark (+4,33%). Het achterblijven wordt vooral veri<laard door het gedurende hetjaar gevoerde durationbeleid in de portefeuille. Gedurende het begin van het jaar werd gepoogd in het rentebeleid van hel Euro AAA Bond Fund in te spelen op een geleidelijke stijging van de rente onder invloed van een verder herstel van de economie. De eurocrisis gooide hierbij roet in hel eten met een forse daling van de rentetarieven op de belangrijke kapitaalmarkten tot gevolg. 13

14 Slotwoord Het bestuur dankt allen die, in welke functie dan ook, in de verslagperiode voor de Stichting werkzaam zijn geweest. Amsterdam, 9 juni 2011 Het bestuur: De heer J.E. Kelder, voorzitter De heer E.H.W. Bosman, secretaris 14

15 -Jaarrekening

16 BALANS PER 31 DECEMBER 2010 NA BESTEMMING VAN HET SALDO VAN BATEN EN LASTEN (In eenheden van duizend euro) ACTIVA Beleggingen (1) Obligaties Liquidifeiten 31 december december Kortlopende vorderingen Te vorderen tmjdragen Overige vorderingen (2) Overige activa Liquide middelen (3) 63S PASSIVA 31 december december 2009 Beschikbaar venmogen Algemene reserve Beleggingsreserve (4) Voorzieningen Voorziening voor nakomende verplichtingen (5; 5.4S Overlopende passiva en overige schulden Overige schulden (6)

17 STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 (In eenheden van duizend euro) BATEN Bijdragen (7) (84) 698 Directe beleggingsopbrengsten (8) Indirecte beieggingsopbrengsten (9) (109) (94) Vermindering voorziening voor nakomende verplichtingen (10) 861 LASTEN Vermeerdering voor voorziening nakomende verplichtingen (l l) Uitkeringen en sociale lasten (12) Kosten (13) ,133 Saldo van baten en lasten (3.268)" (5.161) Bestemming van het saldo van baten en lasten Algemene reserve (2.987) (4.998) Beleggingsreserve (281) (163) (3.268) (5.181)

18 TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2010 Inleiding Het doel van de Stichting Ven/rcegde Uittreding voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen, statutair gevestigd te Amsterdam (hiema 'het fonds'), is uitkeringen te verstrekken aan werknemers die vervroegd uit het arbeidsproces treden of uitkeringen te verstrekken aan werknemers als aanvulling op prepensioen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Richtlijn voor de jaarverslaggeving 640 voor organisaties zonder winststreven (RJ 640). Ingevolge Richtlijn 640, lid 204, dient het fonds de begrotingcijfers in de staat van baten en lasten op te nemen. Van deze verplichting wordt het fonds ontslagen indien de begroting slechts in beperkte mate als sturingsmiddel wordt gehanteerd. Dit laatste is voor het fonds het geval. Alle bedragen zijn vermeld in euro x Stelselwijziging Met ingang van boekjaar 2010 worden de nakomende verplichtingen verantwoord als voorziening in plaats van vermogen. Deze presentatie sluit beter aan bij de feitelijke situatie dat de nog te betalen uitkeringen en spaarvut een verplichting vormen voorde stichting. Hierdoor worden mutaties in deze voorziening voor nakomende verplichtingen als bate of last verantwoord. De vergelijkende cijfers in de balans en staat van baten en lasten zijn aangepast. Als gevolg van deze stelselwijziging is het vemiogen ultimo 2010 verminderd met EUR (2009: venriinderd met EUR 6.350). Als gevolg van deze stelselwijziging is het resultaat 2010 verhoogd met EUR 861 (2009 veriaagd met EUR 1.492), zijnde de afname/toename van de voorziening voor nakomende verplichtingen. Rubriceringswijzigingen In het boekjaar heeft er een rubriceringwijziging plaatsgevonden. De betaling overttook is gepresenteerd onder de uitkeringen in plaats van overige lasten. Het resultaat voorziening tegen veriies premievorderingen is gepresenteerd onder bijdragen in plaats van overige baten. De vergelijkende cijfers zijn dienovereenkomstig aangepast Grondslagen voor balanswaardering en resultaatbepaling Schattingen en veronderstellingen De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met RJ 640 vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel overde boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien indien de herziening alleen voor die periode gevolgen heeft, of in de periode van herziening en toekomstige perioden, indien de herziening gevolgen heeft voor zowel de verslagperiode als toekomstige perioden. Opname van een actief of een verplichting Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdenng van een actief of een vermindering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld, tasten worden veniverkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteid.

19 Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voonvaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden venwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Grondslagen voor balanswaardering Algemeen De activa en passiva zijn, voorzover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde. Beleggingen Algemeen Beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Overlopende activa en passiva alsmede liquiditeiten vermogensbeheer worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde is bij deze activa en passiva in hel algemeen gering. Overlopende activa en passiva inzake beleggingen worden onder de kortlopende vorderingen of kortlopende schulden gepresenteerd. Participaties in beleggingsfondsen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Bij gemengde beleggingsfondsen wordt aangesloten bij de hoofdcategorie, bepaald op basis van marktwaarde. Zakelijke waarden Vastrentende waarden Obligaties Obligaties worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor niet ter beurze genoteerde participaties in vastrentende waardenfondsen is dit de berekende intrinsieke waarde, die de actuele waarde van de onderiiggende beleggingen representeert. Liquiditeiten Liquiditeiten worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor liquiditeiten is het verschil tussen marktwaarde en nominale waarde in het algemeen gering. Kortlopende vorderingen Atle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Voor zover noodzakelijk is een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. Overige activa Onder de overige activa worden opgenomen die kasmiddelen en tegoeden op bankrekeningen die onmiddellijk dan wel op korte termijn opeisbaar zijn. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het fonds.

20 Reserves Algemene reserve Deze reserve is een saldopost en dient ter opvang van tegenvallers anders dan waarvoor een specifieke reserve respectievelijk voorziening is getroffen. Beleggingsreser/e De beleggingsresen/e is het verschil tussen de mari<twaarde van de beleggingen enerzijds en de aankoopwaarde anderzijds. Negatieve ongerealiseerde verschillen worden aan de beleggingsreserve onttrokken voor zover deze toereikend is. Voorzieningen Voorziening nakomende verplichtingen De nakomende verplichtingen zijn per balansdatum berekend op het bedrag van de reeds ingegane nog verschuldigde uitkeringen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd van de betrokkenen onder aftrek van pensioenuitkeringen en andere uitkeringen. Kortiopende schulden Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar. Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. Grondslagen voor resultaatbepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Bijdragen Hieronder zijn opgenomen de over het boekjaar in rekening gebrachte en te brengen premies en koopsommen. Beléggings resultaten Directe beleggingsopbrengsten De directe beleggingsopbrengsten hebben betrekking op opbrengsten (intrest) uit beleggingsfondsen. Indirecte beleggingsopbrengsten De indirecte beleggingsopbrengsten hebben betrekking op gerealiseerde en ongerealiseerde waardestijgingen of waardedalingen. Uitkeringen en sociale lasten Hieronder zijn opgenomen de door het fonds in het boekjaar verstrekte uitkeringen en overitook.

21 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2010 (in eenheden van duizernj euro) ACTIVA 1. BELEGGINGEN Han-IO Aankopen Veritoop resultaat Waarde mutatie Verkopen 3i-dec-10 Obligaties Liquiditeiten Totaal beleggingen (281) (281) (2.595) (4.893) (7.488) Obligaties Indirecte beleggingen Participaties in obligatiefondsen Naam AEAM Euro AAA Bonds Funds Aantal Aantal Liquiditeiten Liquiditeiten vermogensbeheer Het gemiddeld rendement van de beleggingen bedraagt: 3,34% 1,98%

22 2. KORTLOPENDE VORDERINGEN Te vorderen bijdragen Vastgestelde r>og te vorderen bijdragen Voorzieningen tegen verlies op premievorderingen In volgend boekjaar is nader vastgesteld over lopend boekjaar voorgaande boekjaren Overige vorderingen Hieronder zijn opgenomen Inzake: Rekening-courant derden Rekening-courant BPF Textiel Groothandel Totaal van de overige vorderingen 3. OVERIGE ACTIVA (638) (668) Liquide middelen Rekening Courant Staalbankiers

23 PASSIVA 4. BESCHIKBAAR VERMOGEN Algemene reserve Stand per 1 januari Bestemming van het saldo van baten en lasten (2.967) (4.998) Stand per 31 december Beschikbaar voor nakomende verplichtingen Stand per 1 januari Effect stelselwijziging opname voorziening nakomende verplichtingen - (4.858) Bestemming van het saldo van baten en lasten - i Stand per 31 december Beleggingsreserve Stand per 1 januari Bestemming van het saldo van baten en lasten (281) ^ (163) Stand per 31 december VOORZIENINGEN VOOR NAKOMENDE VERPLICHHNGEN Voorziening voor nakomende verplichtingen Stand per 1 januari Effect stelselwijziging opname voorziening nakomende verplichtingen Mutatie voorziening (861), Stand per 31 december In oktober 2010 is een lange tennijn prognose opgesteld. Uit deze prognose is gebleken dat de overgangsregeling geheel kan wonden gefinancieend tot en met het einde van deze regeling. 6. OVERIGE SCHULDEN EN OVERLOPENDE PASSIVA e Overige schulden Rekening-courant derden Rekening-courant BPF Textiel Groothandel 655 Te verrekenen bijdragen Te ven'ekenen bijdragen - vastgestelde nog te verrekenen bijdragen Uitkeringen en sociaie lasten Uitkeringen 5 5 Kosfen Advies- en controlekosten 12 8 Administratiekosten 6_ Crediteuren Crediteuren - 6 Totaal van de overige schulden

24 Niet in de balans opgenomen activa en verpliciitingen Alle bedragen x Verplichting inzake niet ingegane uitkeringen Het fonds kent een voorwaardelijke verplichting met betrekking tol uitkeringen die in de komende jaren zullen ingaan. Aan deze uitkering zijn diverse voon/vaarden verbonden, die worden getoetst voordat de uitkering zal worden toegekend. Op het moment van vaststelling van de jaarrekening kon het bedrag inzake de verplichting met belrekking tot potentieel verschuldigde maar nog niet ingegane uitkeringen niet voldoende betrouwbaar worden vastgesteld. Derhalve is deze post niet als voorziening opgenomen in de jaarrekening.

25 KASSTROOMOVERZICHT (in «enheden van duizend CHID] Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indhecte methode Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo van baten en lasten (3.268) (5.161) Aanpassingen voor: Herwaardering beleggingen Mutatie voorzieningen (861) Mutatie te vorderen bijdragen 781 (514) Mutatie overige vorderingen 165 (156) Mutatie overige schulden 550 (348) Kasstroom uit operationele activiteiten (2.524) (4.593) Kasstroom utt beleggingsactiviteiten Aankoop beleggingen (4.532) (5.467) Verkoop beleggingen Kasstroom u1t beleggingsactiviteiten Mutatie geldmiddelen 432 (468) Samenstelling geldmiddelen * Liquide middelen per 1 januari Mutatie liquide middelen boekjaar 432 (468) Liquide middelen per 31 december

26 TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER HET BOEKJAAR 2010 (in eenheden van duizend euro) BATEN 7. BIJDRAGEN Nadere vaststelling over voorgaande jaren (83) 694 Mutaties Inzake voorziening premievorderingen Q], ^ 4 (84) DIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN Opbrengst obligaties Opbrengst liquide middelen 3 3 Interest wegens te late betalingen 77_ AF: kosten toegerekend aan beleggingen 2_ (5) INDIRECTE BELEGGINGSOPBRENGSTEN Koersresultaten obligaties (109) (102) Koersresultaten liquiditeiten - 8_ (109) (94) 10. VERMINDERING VOORZIENING VOOR NAKOMENDE VERPLICHTINGEN 861 -

27 LASTEN VERMEERDERING VOORZIENING VOOR NAKOMENDE VERPLICHTINGEN Voorziening voor nakomende verplichtingen UITKERINGEN EN SOCIALE LASTEN Bruto uitkeringen Sociale lasten Overkook 66_. 1 ^ KOSTEN Aandeel administratiekosten Syntrus Achmea Pensioenbeheer Boekjaar Vorig boekjaar 4 ^ Andere kosten: 33 Advieskosten g Kosten controle van de jaairekening J ^ Bestuurskosten 2 Overige kosten = - :^ Beloning aan ttestuurders De beloning aan bestuurders bedraagt: 25 Personeel Het fonds heeft geen personeel In dienst. De beheersactiviteiten vrorden op basis van een uitvoeringsovereenkomst verricht door personeel in dienst van Syntrus Achmea Pensioenbeheer dan wel vermogensbeheender Stichting Vervroegde Uittreding voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanvervifante Artikelen Amsterdam, 9 juni 2011 Het bestuur: De heer J.E. Kelder, voorzitter De heer E.H.W. Bosman, secretaris

28 Het bestuur stelt hierbij de jaarrekening vast. Amsterdam, 9 juni 2011 Het bestuur: De heer J.E. Kelder, voorzitter De heer E.H.W. Bosman, secretaris

29 Overige gegevens Resultaatbestemming Het verslagjaar werd met een negatief saldo van ,- afgesloten. Dit negatieve saldo is als volgt verdeeld (x 1000,-): Algemene reserve: (2.987) Be leggings reserve: (281) Gebeurtenissen na balansdatum Juridische fusie met Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanverwante Artikelen Per 14 januari 2011 is het fonds gefuseerd met Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Textielgoederen en Aanvenwante Artikelen. Het vermogen van hel fonds wordt apart gehouden bij het pensioenfonds, totdat de laatste VUT uitkering heeft plaatsgevonden. Er dient een duidelijke splitsing te zijn tussen het vermogen van het pensioenfonds en het vermogen van het fonds. Op 14 januari 2011 is de notariële akte van de juridische fusie van VUTEGRO met Bpf TEX verleden. Liquidatie vermogen Begin 2011 Is het bij Aegon Asset Management ondergebrachte vermogen van VUTEGRO geliquideerd, dat wil zeggen het bedrag is overgebracht naarde rekening bij Rabobank.