5,9. Antwoorden door D woorden 16 november keer beoordeeld

Transcriptie

1 Antwoorden door D woorden 16 november ,9 31 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode ,- 3.a. Ruilmiddel 3.b. Rekenmiddel 3.c. Spaarmiddel 4. Pinpas, Chipknip, Overschrijving 5. C 6. Nederland, België, Duitsland, Ierland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk, Finland en Griekenland 7.a. Je hoeft en je geld niet meer in te wisselen en geen koersen te betalen. 7.b. Je hoeft de wisselkoers niet te betalen. 8.a. 450 x 1.49:100 = = b. 800 x 66.23:100 = = c x 66.83:100 = = a x 0.80 = = 1197,- 9.b x 8.36 = = 29257,- 9.c x 0.68 = = 9517,- 10.a. 10.b. 11.a. 100 Deense kronen = dus delen door = 1. Dan 100 delen door = dit bedrag x 400 = b. 230 x = c. Eerst koop je 400 aan Deense kronen, je krijgt voor de overgebleven 230 kronen dus heb je nu = Hierna koop je nog 1500 kronen in = x 1500 = = a. Sparen uit voorzorg 12.b. Sparen voor een bepaald doel 12.c. Sparen voor de rente 13.a : 58.4 x 100% = 72.95% 13.b. Meer mensen gaan via internet sparen, dit is makelijker en voordeliger. Pagina 1 van 7

2 13.c : x 100% = 92.69% 14.a. Als ze uiteindelijk iets wil opnemen moet zo retourrente aan de bank betalen. 14.b. Hogere rente als je het langer vastzet en misschien hoger bedrag om max. op te nemen. 15.a. Bijvoorbeeld dat je eerst een minimum bedrag moet storten voordat je in aanmerking komt voor een hogere rente. 15.b. Hoogste rentevergoeding = Argenta Spaarbank (3.15%) Laagste rentevergoeding = ABN Amro (2.3%) 15.c = 0.85% 16.a x = : 2 = b. 850 x = : 12 = 0.99 x 7 = a. De personen die bij Lenen staan voor vraag en degene die bij Sparen staan voor aanbod. 17.b. Rente verlagen 17.c. Er gaan meer mensen lenen dan sparen. 18.a. Zijn rekening heeft 3.5% rente gekregen, de Inflatie is met 1.90% toegenomen dus is zijn koopkracht met 1.60% ( ) gestegen 18.b en c a. Vaste rente. 19.b. Je kan geen geld opnemen. 19.c x = x = x = Dus = rente ontvangen. 20.a. Februari 20.b. Wachten op een hogere koers. 21. Dat het bedrijf failliet kan gaan en je dan geen geld zal ontvangen, je bent dan alles kwijt en het kan niet achterhaald worden a. 196,82 x 60 = ,2 22.b. Je moet dan meer rente betalen. 23. Het blijft een lening dus je moet het volledige bedrag nog terug betalen. 24. A 25.a. 200,- 25.b. 48,60 25.c. 48,60 van de , blijft er nog 9501,40 over 25.d. blijft er nog 9501,40 over 25.e. blijft er nog 9501,80 26.a. 800,- 26.b. 80 per keer 26.c. 10 maanden lang 26.d. 60, krediet 27. Kan, want een hoge rente kan vaak financiële problemen opleveren. Pagina 2 van 7

3 ,- kunnen ze besteden aan de lening 29. B 30.a. Te laag 30.b. Hoger 31.a. van 1,1% naar 2,7% 31.b. 2700,- per Nederlander a. Ja, bij elk plaatje heeft de mens er wat aan 32.b. 1 & 3 = Inkomen uit arbeid, 2 = Inkomen uit bezit 33.a. De wit werkt meer 33.b. Een voetballer speelt bij een hogere club 33.c. De een heeft meer ervaring dan de ander. 34.a. een ouder gezin heeft veel meer zorgen 34.b. Als enige ouder heb je een lager inkomen 34.c gezinnen totaal 35. D 37. B 38. 9, D TEST 1.a. Ruilmiddel 1.b. Spaarmiddel 1.c. Rekenmiddel 2. B x 0,83 = 207, = 209,50 4. Sparen voor de rente, Sparen voor een bepaald doel, Sparen uit voorzorg x = Omdat de bank ook winst moet maken 7. C (12 x 19,50) = 333,- 9. Bij de ene wel rente betalen bij de andere niet. 10. Gewone lening is meestal voor een lage bedrag en een hogere rente, Hypothecaire lening meestal hoge bedragen en wat lagere rente. 11. D 12. C ,08 per maand 14. C 15. Bij een persoonlijke lening los je het geleende bedrag af in een vooraf afgesproken aantal termijnen, bij Pagina 3 van 7

4 een doorlopend krediet is dat je het afgeloste bedrag of een deel daarvan weer op kunt nemen HERHALINGSOPGAVEN H1.a. Indirecte ruil H1.b. Nee, ik merk er niks van. H2. Ja, hij behoort niet tot de plaatselijke winkelier. H3.a. 64,10 x 5 = 320,50 H3.b. 20 x 65,18 = 1303,60 H3.c. 6,5 x 58,08 = 377,52-4,50 = 373,02 H3.d. 1703,60 373,02 = 1330,58 H4.a. Sparen voor een bepaald doel H4.b. Sparen uit voorzorg H5.a. Internetsparen H5.b. 2,50% H5.c. 1,10% H6.a = 2031 x 50 = H7.a. 685,- H7.b. 685 x 24 = = 1440,- H7.c. Dan kan het langer duren voordat de lening helemaal afgelost is. H8.a H8.b. 250 H8.c = H8.d. Antwoord opdracht c H9. De onderpand in beslag nemen en verkopen. H10. Dagelijkse uitgaven: Rekening groenteboer, broodje in de kantine Incidentele uitgaven: Nieuwe winterjas, Bezoek aan de shouwburg, Nieuwe fiets Vaste uitgaven: Huishuur H11.a (150 : 3)50 = 155 H11.b. (75 : 3) (150:3:3)16.66 = 41,66 H12.a. 625 x 0,90 = 562,50 x 1.15 = 646, = 546,88 : 57 = 9,59 per maand H12.b. 9,59 x 48 = 460,32 gespaard voor oude fietsen = 710, prijs van fiets = 10,32 te veel gespaard. H13. Uitgaven : = 970 Inkomsten: = 830, dus hij komt = 140 te kort. H14. A H15. Verzekeringen, Abonnementen mobieltje, kamerhuur. H16. Dan kon die al leren bezuinigen en niet te veel uitgeven. TOETS HFST 1 1a Bereken het nieuwe saldo dat op Bas rekening staat. Pagina 4 van 7

5 211, ,50 13,50 19, = 226,84 b Is het nieuwe saldo van Bas een debetsaldo of een creditsaldo? Credit saldo 2 D 3 Kies in de volgende zinnen de juiste keuzewoorden en vul het juiste bedrag in. A Hij neemt 200 af van zijn rekening dus: Neemt 200 toe B 1200, daar schrijft hij 125 over naar zijn spaarrekening, maar dit behoort ook tot hem en blijft zijn giraal geld dus het bedrag blijft 1200, 500 eraf van automatische lasten, 200 van het bedrag dat hij heeft gepind, is tot nu toe 700 minder, en dan 95 van de pinautomaat dus totaal : Neemt 795 af dollar, de verkoop koers is 0,76 per dollar dus 0,76 x 150 = 114 8,55 (114 x 0,075) = 105,45 5 C 6a 167 per maand dus 167 x 12 = 2004 euro per jaar / 52 = 38,54 per week gemiddeld. b = 9 per maand, 9 x 12 = 108 euro per jaar 7 Aangezien het naar een andere rekening gaat de rente, word het bedrag waar de rente op staat niet meer dus, 8500 x 0,045 = 382,50 euro per jaar 382,50 x 6 = Gunstig, algemene stijging van de prijzen zijn lager, dus de koopkracht gaat omhoog. 9a Bij sparen ben je zeker dat je het bedrag hebt, bij beleggen heb je de kans dat je alle geld kwijt raakt als de bedrijf failliet gaat. 9b De bedrag wat je ontvangt kan wel enorm stijgen als de koers verhoogt. 10 B 11a = 7000 euro. 11b 225,06 x 36 = 8102, = 1102,16 11c 10,2 % 12 Een doorlopend krediet is een flexibele maar ook een onzekere manier van lenen. Door het lenen en de lage maar lange aflossing komen veel mensen moeilijk van een dergelijke lening af. Doorlopende krediet is het best geschikt voor kleine bedragen. maar een persoonlijke lening waar iemand vast per maand een vast rente moet betalen. De persoonlijke lening is daarom in vergelijking met het doorlopend krediet weinig flexibel en dwingt om af te betalen. 13 Als die het bedrag snel en dringend nodig had, want sparen duurt een tijd, lenen heb je de geld zo binnen. 14 B 15 D Nee, dit is gewoon een luxe. 3.a. Voeding: Fast food, Kleding: Merk kleding, Woonruimte: Villa 3.b. Mensen die ver weg naar werk gaan. 4.a. Secundaire behoefte 4.b. De ene van de natuur(zon), de ander van een luxe (zonnebank). 5. D 6. Goedkoper en creatief. Pagina 5 van 7

6 7. C 8. Waardeloos, zoals gezegd privacy schending. Dit kunnen ze ook met een enquête doen ofzo. 9.a. Consumenten, het gaat om hun hoe zij kunnen verkopen en waar hun doelgroep van houd. 10.a x 126 = x 12 = b. Ze zijn vaak koopkrachtig. 11. Product beleid, Plaats beleid. 12.a. Vind ze stoer, ze wil er bijhoren, + goedkope geuren gaan niet lang mee. 12.b. Zij is een iemand die graag merk(duur) parfums, kleren etc koopt. Haar koopkracht is daardoor minder. 13. Ideële reclame links en Commerciële reclame rechts. 14. Plaatsbeleid = op de markt, Productbeleid = kussens, kleren, versieringen. Prijsbeleid = Goedkoop, hoe meer je koopt hoe goedkoper het word. Promotiebeleid = Voor de ogen en prijs staat op een kartonnen bord a. Om te verdienen, het product te verkopen. 15.b. Slechte naam, slechte mond tot mond reactie. 16. A 17.a. Alle micro-hardeschijfspelers en hardeschijfspelers. 17.b. De prijs ligt ook hoger. 18. C 19. Eerste artikel: ANWB Tweede artikel: Rover 20. Het is snoep en er staat van niet, er zit ook geen vruchtvlees in en wel vet! Het is puur misleidend reclame. 21.a. De aloude namen staan gewoon weer op de pakken 21.b. Boete, qua schending. 22. De bruidsjapon terug, tenzij dit al van te voren is gezegd dat het niet kan, anders kan het terug. 23. D 24. 1e: b 2e: a 3e: c 4e: d A 26.a. Nee, dit interesseert niemand totdat het zover is. 26.b. Consument. 27. Het heeft al een jaar garantie, als hij in de eerste jaar goed werkt dan heb je niet meer nodig dat kost alleen maar 59 euro meer. Pagina 6 van 7

7 28.a. Eigenaar 28.b. Huurkoop 28.c. Huurkoop 28.d. Eigenaar 29. D 30.a. Nee, hij is niet minderjarig maar wel onder curatele gesteld. 30.b. Het ongeldig laten maken, want hij is degene die verantwoordelijk is, Roelof is onder curatele dus de koop kan ongeldig verklaard worden. 31. Ja, hij weet zelf wat hij wil of koopt, hij wilt dan ook wat onder de honderd euro. 32. Zodat als je ontevreden bent je het nog terug kan brengen, anders zit je vast aan een miskoop. 33.a. Nee 33.b. Ja 34. Nee, want dit zijn neppe batterijen niet door Nokia gemaakt, dus Nokia is hier niet aansprakelijk voor. 35.a. Welke ingrediënten erin zetten, of het nog lang houdbaar is, inhoud. 35.b. Moeilijk leesbaar, niet overzichtelijk Een huis kopen, je kan het later altijd verkopen en je hebt geen maandlasten meer. 37.a. De makelaars 37.b. Nee, de makelaar moet ook geld ontvangen. 38. Internet, Televisie en Krant. 39.a. Het gaat tegenwoordig met de computer. 39.b. Snap het niet. 40.a ,- 40.b , Nee het kan er makkelijk uit. 42.a. 230,52 42.b. Daar na toe bellen. 43. Afb.1 : Huurder, Afb2. Verhuurder 44.a. Verhuurder 44.b. Deze regels werken in zijn voordeel. Pagina 7 van 7