Thema 1 Pizzeria. Deel 1 Consumptie
|
|
- Vera Sasbrink
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 Thema 1 Pizzeria Deel 1 Consumptie 1. Ieder mens probeert zo veel mogelijk wensen te vervullen. Iedereen begint daarbij met de belangrijkste behoeften: eten, drinken, kleding en een dak boven je hoofd. Dat zijn dingen die je nodig hebt om te overleven. Deze noodzakelijke behoeften noemen we ook wel de basisbehoeften. Alle andere behoeften zijn luxe behoeften en behoren tot de overige behoeften. Zoals bijvoorbeeld tv kijken of op vakantie gaan. Meestal heb je meer behoeften dan geld. Omdat je geld maar één keer kan uitgeven, zul je keuzes moeten maken. Je vervult eerst de behoeften die je het belangrijkste vindt: je stelt prioriteiten. Bekijk de foto. Dit stel heeft de keuze gemaakt om pizza te eten. Eten en drinken behoren tot de behoeften om in leven te blijven. Vraag 1 a: noem nog een behoefte die je echt nodig hebt om in leven te blijven. Vraag 1 b: Uit eten gaan is duurder dan thuis eten. Bedenk een reden waarom mensen toch uit eten gaan.
2 2 Vraag 1 c: Het stel op de foto heeft de rekening betaald. Met dit geld betaalt het restaurant allerlei kosten. Noem drie voorbeelden van kosten die de restauranthouder moet betalen Vraag 2: In welke van de volgende regels staan alleen maar basisbehoeften? Noteer je antwoord. A water, huis, televisie, brood B computer, stofzuiger, magnetron, auto C spijkerbroek, huis, winterjas, rijst D stofzuiger, water, rijst, televisie Vraag 3: Wat is prioriteiten stellen? Leg je antwoord uit. 2. Een avondje uitgaan zou kunnen bestaan uit pizza eten en een bioscoopje pakken. Pizza s zijn tastbaar en noemen we goederen. In de bioscoop betaal je om naar de film te kijken. Je mag de band zelf niet mee naar huis nemen. Alle niet tastbare zaken noemen we diensten. Als er in de leerteksten producten staat, dan worden daar goederen én diensten mee bedoeld. Goederen, diensten en tijd zijn schaars. Gebruik je hout voor tafels, dan kun je er geen stoelen meer van maken. Gebruikt een kok zijn tijd om groenten te snijden, dan kan hij niet tegelijk de oven schoonmaken. Producten zijn schaars als je er andere mogelijkheden voor opoffert. Producten = goederen + diensten Producten zijn allemaal schaars, behalve vrije goederen zoals zonlicht en water van een rivier. Voor vrije goederen hoeft niets worden opgeofferd, geen goederen en geen tijd.
3 3 Vraag 4: Stel je hebt een kapperszaak. Noem dan een voorbeeld van goederen die je aanbiedt en diensten dat je aanbiedt. Goederen: Diensten: Vraag 5: Bekijk onderstaande plaatjes. Geen aan ja of nee en wel of niet. Is het schilderij zeldzaam? Ja of nee. Is het schilderij schaars? Ja of nee. Zijn de punaises zeldzaam? Ja of nee. Zijn de punaises schaars? Ja of nee. Zeldzaam en schaars zijn daarom wel / niet het zelfde.
4 4 3. Nederland heeft zo n zestien miljoen consumenten. Dat zijn alle mensen die wel eens iets kopen. Het maakt niet uit wat je koopt. Als je iets koopt, consumeer je iets. Je gebruikt je geld als ruilmiddel. We noemen deze vorm van ruilen ook wel indirecte ruil. Jij doet iets voor een ander waar je geld mee verdient. Daarna ruil je dat geld weer voor andere producten. Ruil je producten rechtstreeks tegen andere producten, dan is er sprake van directe ruil. Bijvoorbeeld als jij de computer van de buurman installeert en hij in ruil daarvoor een pizza voor jou bakt. Directe ruil: producten producten Indirecte ruil: producten geld producten Vraag 6: Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Goederen ruilen tegen diensten is een voorbeeld van directe ruil. Juist Onjuist Schaarse goederen zijn goederen waar je iets voor opoffert. Juist Onjuist Goederen die je nodig hebt om te overleven zijn basisbehoeften. Juist Onjuist Diensten zijn nooit schaars. Juist Onjuist Vraag 7: Lees het volgende verhaaltje en beantwoord de vragen: Boer Harmsen heeft een goede oogst. Hij heeft behoorlijk wat maïs over. Fijn, denkt hij. Kan ik een paar kilo van de maïskolven ruilen tegen vier nieuwe stoelen. Hij gaat naar de meubelmaker. Maar die wil geen maïs, dat heeft hij al genoeg. Boer Harmsen moet eerst op zoek naar iemand die de maïs wil ruilen voor wat wol, want dat wil de meubelmaker wel hebben. Hij heeft geluk, want de wol handelaar wil de maïs graag hebben. Uiteindelijk komen ze tot de volgende verdeling: 1 stoel = 12 kilo wol 1 kilo wol = 3 kilo maïskolven a. Omschrijf twee nadelen van directe ruil
5 5 b. Bereken hoeveel kilo maïs boer Harmsen moet betalen om vier stoelen te bemachtigen. 4. Om te kunnen consumeren meot je eerst geld verdienen. De meeste mensen verdienen hun inkomen door te werken: loon of salaris. De kok en de serveerster in de pizzeria bijvoorbeeld. Maar de kok mag misschien ook gratis zijn eigen pizza eten. In dat geval ontvangt hij een inkomen in natura: producten in plaats van geld. Je kunt ook inkomen verdienen met dingen die je bezit. De eigenaar van een pizzeria maakt winst. Die winst is zijn inkomen. Als de pizzeria het pand heeft gehuurd, ontvangt de verhuurder van het pand huur. Misschien moet de pizzeria de grond waarop de pizzeria staat pachten. De pacht is een inkomstenbron voor de grondbezitter. Ten slotte kun je ook met geld dat je bezit een inkomen krijgen. De serveerster die een deel van haar geld op een spaarrekening van de bank zet, verdient daarmee rente. Inkomen: loon rente winst huur pacht inkomen in natura Vraag 8: Maak de zinnen af. a. Als je spaargeld hebt op de bank ontvang je als beloning: b. Als je huizen verhuurt, ontvang je als beloning: c. Werk je in dienst van een bedrijf, dan ontvang je als beloning: d. Mag je gratis taken bij je baas, dan ontvang je als beloning:
6 6 Vraag 9: Bekijk bron 1. Boris is 16 jaar en werkt 8 uur per week als ober in een pizzeria. a. Bereken voor Boris wat zijn inkomen per maand is. Rond af op 2 decimalen. b. Bereken voor Boris wat zijn inkomen per maand wordt als hij 17 jaar wordt. Rond af op 2 decimalen. c. Met hoeveel euro is zijn inkomen per maand gestegen als hij 17 jaar wordt? Rond af op een geheel getal. Bron 1 Salaris in de horeca per maand, uitgaande van een 38-urige werkweek Leeftijd Salaris in euro s
7 7 Vraag 10: Gebruik bron 2. Noteer altijd je berekeningen! a. Wat is het gemiddelde loon per jaar? b. Bereken de gemiddelde winst per maand. Rond af op 2 decimalen. c. Bereken hoeveel euro alle Nederlanders samen per jaar verdienen aan rente en huur. d. Bereken hoeveel euro alle Nederlanders samen per maand verdienen aan rente en huur. Bron 2 Jaarinkomens in Nederland Inkomensvorm Aantal personen (x 1000) Gemiddeld bedrag (x 1.000) Winst ,3 Loon ,4 Rente en huur ,4
Thema 1 Pizzeria ANTWOORDEN
1 Thema 1 Pizzeria ANTWOORDEN Deel 1 Consumptie 1. Ieder mens probeert zo veel mogelijk wensen te vervullen. Iedereen begint daarbij met de belangrijkste behoeften: eten, drinken, kleding en een dak boven
Nadere informatieSamenvatting Economie hoofdstuk 1
Samenvatting Economie hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 967 woorden 6 november 2016 7,3 6 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1: Wat voor inkomen heb je? Inkomsten die je ontvangt kunnen verschillen
Nadere informatieECONOMIE VOOR VMBO BOVENBOUW. 3 vmbo - (k)gt ANTWOORDENBOEK
ECONOMIE VOOR VMBO BOVENBOUW 3 vmbo - (k)gt ANTWOORDENBOEK Hoofdstuk 2 Het inkomen van consumenten Paragraaf 1 Welke soorten inkomens zijn er? 1 Oppassen. 2 3 Werken in de horeca mag je pas na je zestiende.
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 3
Samenvatting Economie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1330 woorden 15 februari 2011 5,6 39 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie samenvatting hoofdstuk 1. 1.1 Directe ruil =
Nadere informatieOefentoets Klas: havo 3 / vwo 3
Oefentoets Klas: havo 3 / vwo 3 Vak: economie Toets over: h1 en h2 Lesbrief: kopen en werken Hulpmiddelen: gewone rekenmachine DEZE OEFENTOETS BESTAAT UIT 8 OPGAVEN! Opgave 1 Begrippen 1 Noem alle productiefactoren
Nadere informatieECONOMIE. Begrippenlijst H1 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn
ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H1 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Hoofdstuk 1 Geld genoeg? Begrippenlijst H1 Economie
Nadere informatieLoen Educatie & Schrijfwerk www.economieweb.nl. (N)iets op de bank? Lesbrief over sparen en lenen
(N)iets op de bank? Lesbrief over sparen en lenen Het is makkelijk en verstandig om geld achter de hand te hebben. Er kan bijvoorbeeld iets kapot gaan in huis, of je spaart voor iets dat je graag wil hebben.
Nadere informatie(N)iets op de bank? Lesbrief over sparen, beleggen en lenen
(N)iets op de bank? Lesbrief over sparen, beleggen en lenen Het is verstandig om geld achter de hand te hebben. Sparen betekent het niet uitgeven van een deel van je inkomen. Je kunt verschillende redenen
Nadere informatieHoofdstuk 2: Kom je ermee uit?
Hoofdstuk 2: Kom je ermee uit? Een middagje shoppen. a 75 209 x 100% = 35,9%. b 209 : 3,72 = 56,18. Dus zij moet 57 uur werken om de nieuwe jas te kunnen kopen. c Zij had eerst kunnen sparen of zij had
Nadere informatieUitdaging Workshop 3 Een keuze maken Kun jij goed kiezen?
Uitdaging Workshop 3 Een keuze maken Kun jij goed kiezen? Je gaat een nieuw mobieltje kopen. A Je gaat 20 mobieltjes bekijken voor je een keuze maakt. B Je gaat naar de winkel en je koopt er een. C Je
Nadere informatieHoofdstuk 1: Schaarste
Hoofdstuk 1: Schaarste Economie HAVO 2011/2012 www.lyceo.nl H1: Schaarste Economie 1. Schaarste 2. Ruil 3. Markt 4. Ruilen over tijd 5. Samenwerken en onderhandelen 6. Risico en informatie 7. Welvaart
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL - COMPEX
Examen VMBO-GL en TL - COMPEX 2008 tijdvak 1 woensdag 28 mei totale examentijd 2 uur economie CSE GL en TL COMPEX Vragen 1 tot en met 22 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet
Nadere informatieSamenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2
Samenvatting Economie hoofdstuk 1 & 2 Samenvatting door Martijn 1605 woorden 29 oktober 2015 6,5 1 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: kiezen en ruilen Schaarste is de spanning tussen de menselijke
Nadere informatieGrondstof tot eindproduct vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 20 October 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62281 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatieDe jeugd van je opa en oma
De jeugd van je opa en oma Welvaart na de Tweede Wereldoorlog Lesduur: 50 minuten Werkvorm: solo Lesvorm: vragen beantwoorden Opdracht Beantwoord de vragen zo goed mogelijk. Neem ze later mee naar je opa
Nadere informatieWat doe je met je geld? vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62277 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatieLes 1 woordenschat 2F. de markt de uitvinding favoriet waarde hechten aan waar voor je geld krijgen de consumptie de trend de claim
Fris innoveert Woorden van deze les de markt de uitvinding favoriet waarde hechten aan waar voor je geld krijgen de consumptie de trend de claim de omzet innoveren Wat weet je al? Lees het woord. Kun jij
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatieGoede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen
Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte
Nadere informatieCPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25
CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in
Nadere informatieMeerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.
Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. De heilige koe Bij de beantwoording van de vragen 1 tot en met 5 moet je soms gebruikmaken van de informatiebronnen 1 en 2. Nederlanders
Nadere informatieManagement en Organisatie. Proefles
Management en Organisatie Proefles I. Geld lenen. Stel: je wordt 18 jaar, je haalt je rijbewijs en je wilt dan direct een auto hebben. Die kost 25.000, maar jij hebt geen cent. Je kijkt naar de TV en je
Nadere informatie6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding
Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april 2002 6,2 212 keer beoordeeld Vak Economie Inleiding In dit werkstuk vindt je allerlei informatie over geldzaken. Van zakgeld tot bijbaantjes, van geld uitgeven
Nadere informatieHoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1
Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1 Als je in de examenklas van het vmbo zit, woon je waarschijnlijk nog thuis.
Nadere informatieBudgettering vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/77298 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieThema Informatie vragen bij een instelling
http://www.edusom.nl Thema Informatie vragen bij een instelling Lesbrief 28. De belastingaanslag. Wat leert u in deze les? Informatie over uw inkomsten begrijpen. Informatie over uw uitgaven begrijpen.
Nadere informatie2. Inkomen uit arbeid
Jijzelf en/of het gezin waarvan je deel uitmaakt, kunnen dus op verschillende manieren aan een inkomen geraken. Er zijn drie grote categorieën. inkomen uit arbeid inkomen uit sociale vergoedingen en toevallige
Nadere informatieEr zijn 3 manieren om geld te verdienen, je hoort wel eens zeggen tijd is geld, maar hoe kan je nu in zo min mogelijk tijd, zoveel mogelijk geld
Er zijn 3 manieren om geld te verdienen, je hoort wel eens zeggen tijd is geld, maar hoe kan je nu in zo min mogelijk tijd, zoveel mogelijk geld verdienen DE EERSTE MANIER je kan je tijd voor geld ruilen,
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Nadere informatie5,9. Antwoorden door D woorden 16 november keer beoordeeld
Antwoorden door D. 2214 woorden 16 november 2011 5,9 31 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode 1.1 2. 58.49,- 3.a. Ruilmiddel 3.b. Rekenmiddel 3.c. Spaarmiddel 4. Pinpas, Chipknip, Overschrijving
Nadere informatiep1 = 20 euro p2 =10 euro Budget = 100 euro Stel budgetvergelijking op en teken budgetlijn Budgetvergelijking: B = 20q 1 + 10q 2 Budgetlijn.
1. Wat zijn behoeften? 2. Waarom is er sprake van schaarste bij behoeften? 3. Leg uit waarom netto-baten een beter begrip bij te keuzen maken dan baten. 4. Leg met een voorbeeld uit wat alternatief aanwendbaar
Nadere informatieBruto binnenlands product
Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen
Nadere informatieLesbrief Kopen en Werken 2 e druk Hoofdstuk 2 Geld om van te leven 2.1 a. 64,796838. b. 64,7968. c. 64,80. d. 65.
Hoofdstuk 2 Geld om van te leven 2.1 a. 64,796838. b. 64,7968. c. 64,80. d. 65. 2.2 Gemiddelde = (6,5 + 5,8 + 8,7 + 7,7)/4 = 28,7/4 = 7,175 afgerond 7,2. 2.3 a. Gemiddelde = (1 6,5 + 1 5,8 + 2 8,7 + 2
Nadere informatiea Wie lenen er allemaal voor de aanschaf van een duurzaam consumptiegoed? b Wie lenen er allemaal wegens een onverwachte tegenslag?
Eindtoets hoofdstuk 1 Kopen doe je zo (CONSUMEREN) 1.3 Ik spaar, leen en beleg mijn geld 1 REDENEN OM TE SPAREN Hier staan zes mensen die sparen: Linda zet geld opzij voor haar vakantie Roy belegt in aandelen
Nadere informatieVoorbeeld van mensen die een tweedehands wagen wensen aan te kopen die ouder is dan 2 jaar met een lening bij ING.
Voorbeeld van mensen die een tweedehands wagen wensen aan te kopen die ouder is dan 2 jaar met een lening bij ING. Bij deze data moeten we het 1 en ander uitleggen. Jouw geld dat je hebt ontvangen, maakt
Nadere informatieUIT arbeidsdeling
Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een
Nadere informatieFris innoveert. Vooraf. Les 1 Sleutel 2F
Fris innoveert Vooraf Onderwerp: Fris innoveert Strategie: Voorspellen CLIB-niveau van de tekst: 82/8 (2F) MI-tip: laat de studenten een onderzoek doen naar het drinkgedrag in de klas. Let op: in deze
Nadere informatieThema Nederlandse cultuur en gewoontes
http://www.edusom.nl Thema Nederlandse cultuur en gewoontes Lesbrief 32. Mag ik even uitpraten? Wat leert u in deze les? Eén lange zin maken van twee korte zinnen. Je mening geven. Veel succes! Deze les
Nadere informatieWat weet jij over wonen? Dat ga je met je groepje opschrijven in een woordspin.
Opdracht 1 Deze opdracht maak je in een groepje van vier. Nodig: 1 vel A3-papier, zwarte en een rode stift Wat weet jij over wonen? Dat ga je met je groepje opschrijven in een woordspin. Je doet het zo:
Nadere informatieRekenmodule procenten Pagina 1
% Rekenmodule procenten Pagina 1 Inleiding Omdat gebleken is dat nog niet iedereen van jullie helemaal thuis is in procenten gaan we het nu hebben over dit onderwerp. Met behulp van deze module proberen
Nadere informatieSamenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4
Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders
Nadere informatiehandel en administratie thema de afdeling boekhouding Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg
handel en administratie thema de afdeling boekhouding Kaderberoepsgerichte leerweg Gemengde leerweg inhoud van katern thema de afdeling boekhouding Thema de afdeling Boekhouding Taak 1 De balans 5 Taak
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieMaak je eigen jaarbegroting
Maak je eigen jaarbegroting Inleiding Een begroting maken. Het woord begroting wordt normaal gesproken alleen gebruikt bij bedrijven en de overheid. Maar het is tijd om ook jouw budget dezelfde aandacht
Nadere informatieAntwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)
Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren
Nadere informatieIk en de maatschappij. Rondkomen
Ik en de maatschappij Rondkomen Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Jacobien Ubbink, Tessel Mulder Philein Educatieve Teksten Inhoudelijke redactie:
Nadere informatieWaarom hebben rijkere mensen minder kinderen?
Waarom hebben rijkere mensen minder kinderen? Voordat je aan de opdrachten begint is het de bedoeling dat je eerst het filmpje bekijkt over Acatsya uit Kirgizië (bron 1). Kirgizië is een land in Centraal-Azië.
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieH1: Economie gaat over..
H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen
Nadere informatieDe prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar.
Indexcijfers Berekenen van het prijsindexcijfer Bij economie moet je vaak prijzen met elkaar vergelijken. Door inflatie stijgen de prijzen. Om de prijzen makkelijk met elkaar te vergelijken maken we gebruik
Nadere informatieOpdracht 1. Lifestyle omschrijving. Persoon Geslacht: Leeftijd: Heb je een relatie? Geen: Soms: Vaste:
Opdracht 1 Lifestyle omschrijving Persoon Geslacht: Leeftijd: Heb je een relatie? Geen: Soms: Vaste: Leefsituatie Woon je samen met je ouders? Woon je samen met broer(s) en/of zus(sen) bij ouders? Woon
Nadere informatieEconomie en welvaart vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 20 October 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62263 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatieSamenvatting Economie Productie en productiefactoren
Samenvatting Economie Productie en productie Samenvatting door een scholier 1968 woorden 4 april 2006 6,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie TOETS hoofdstuk 1 + 2, 27/10/2005 1.1 Waarom
Nadere informatieRekenmodule procenten Pagina 1
% Rekenmodule procenten Pagina 1 Rekenmodule procenten Pagina 2 Inleiding Omdat gebleken is dat nog niet iedereen van jullie helemaal thuis is in procenten gaan we het nu hebben over dit onderwerp. Met
Nadere informatieWerken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.
Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.10 Als jij een baan hebt naast je schoolwerk, ben je waarschijnlijk
Nadere informatieALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Nadere informatie4.1 Klaar met de opleiding
4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,
Nadere informatie5.1 Het speelkwartier
5.1 Het speelkwartier Economie gaat over het maken van keuzes. Iedereen maakt in het leven constant keuzes. Deze keuzes hebben economische gevolgen: Welke studie ga je volgen? Wanneer ga je op jezelf wonen?
Nadere informatieThema: Wat is economie? vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 03 May 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/76203 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein
Nadere informatieMaak je eigen jaarbegroting
Maak je eigen jaarbegroting Inleiding Een begroting maken. Het woord begroting wordt normaal gesproken alleen gebruikt bij bedrijven en de overheid. Maar het is tijd om ook jouw budget dezelfde aandacht
Nadere informatie7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.
Boekverslag door S. 1058 woorden 18 januari 2015 7.6 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Maatschappijleer Werk Paragraaf Werk: als je iets doet, omdat andere mensen daar behoefte aan hebben. Goed
Nadere informatieExtra spreekopdrachten
Extra spreekopdrachten 1** VERTEL. 1. Je loopt in het park. Er loopt een man voor je. Je ziet dat zijn sleutels uit zijn tas vallen. Wat zeg je tegen hem? 2. De studieadviseur van je opleiding vraagt wat
Nadere informatieAls ik 3% rente krijg, heb ik na een jaar 6,- verdiend. Ik bezit dan 200,- + 6,- = 206,-
Honderd procent goed Deel 1 Breuken en procenten blz.6 Als ik 3% rente krijg, heb ik na een jaar 6,- verdiend. Ik bezit dan 200,- + 6,- = 206,- 1% = 3,- 2% = 6,- 3% = 9,- Opdracht 1 1% van 500,- = 5,-
Nadere informatieREGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.
61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis
Nadere informatieWat kun je verwachten?
Wat kun je verwachten? Urenverdeling V4: 3 uur per week V5: 3 uur per week V6: 3 uur per week Overhoringen Minimaal 2 overhoringen per periode (weging varieert) Weging Proefwerk: 3-4x (in april: 6x!) SO:
Nadere informatieNaam :. Maart Met dank aan: bron:
Naam :. Klas :.. Datum: score Maart 2010 Met dank aan: bron: www.geldmoetrollen.org Vooraf Voor deze opdracht heb je informatie nodig van een website. Start dus een computer op, ga naar het internet en
Nadere informatieJong & Duurzaam. Klimaat Dieet
Jong & Duurzaam Klimaat Dieet Wie zijn wij en waarom zijn we hier? Wij zijn Wij zijn Werkgroep Jong & Duurzaam Eefke Wij zijn De jongerenvertegenwoordigers Wij zijn 1. 2. 3. 4. Klimaat dieet Duurzame Kleding
Nadere informatie1. Print van tevoren de pagina met speelgeld en knip de tientjes uit.
Belastingen Korte omschrijving werkvorm Iedereen in Nederland betaalt belasting. Maar waarom eigenlijk? Wat gebeurt er met het belastinggeld? En hoeveel belasting moet iedereen betalen? Wat is eerlijk?
Nadere informatieHoofdstuk 1 Kredietcrisis
Hoofdstuk 1 Kredietcrisis 1.1 a. Banken lenen minder geld uit aan consumenten en bedrijven. b. Geen krediet, dus minder vraag naar koopwoningen en bedrijfspanden. Hierdoor raakt de orderportefeuille van
Nadere informatieDomein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman
Domein Markt Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit vwo Frans Etman Opgave 1 Opgave 2 1.Lees in de grafiek af hoe hoog de totale omzet (TO) en de totale kosten (TK) is bij een afzet van 3 producten,
Nadere informatieBEDRIJFSREKENEN OPDRACHTEN BASIS EN KADER
BEDRIJFSREKENEN OPDRACHTEN BASIS EN KADER OPDRACHTEN BASIS EN KADER PROCENTEN 1. Bereken de volgende percentages: a. 4% van 13,25 = b. 7% van 27,75 = c. 6% van 44,80 = d. 5% van 53,75 = e. 8% van 885,90
Nadere informatieVERSCHILLENDE TARIEVEN VOOR MEER WINST
VERSCHILLENDE TARIEVEN VOOR MEER WINST - LEERLING SuccesformulesVoorkant_Opmaak 1 06-10-14 10:08 Pagina 1 VERSCHILLENDE TARIEVEN VOOR MEER WINST 1 anigap 80:01 41-01-60 1 kaampo_tnakroovselumrofseccus
Nadere informatieBoek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen
Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar
Nadere informatieThema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken
http://www.edusom.nl Thema Op zoek naar werk Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken Inleiding Maria heeft een sollicitatiegesprek met de manager. Deze les gaat over het tweede deel van het gesprek.
Nadere informatieInkomsten overheid vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 August 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/73818 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein. Wikiwijsleermiddelenplein
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 2 Geld
Spreekopdrachten thema 2 Geld Opdracht 1 bij 2.1 Cursist A is groenteman. Cursist B koopt iets bij hem op de markt. Cursist A begint het gesprek. Klaar? Dan begint cursist B het gesprek. Cursist A 1. Goedemiddag!
Nadere informatieGeld en economie vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 August 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/62262 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatieUIT de budgetlijn
De budgetlijn De budgetlijn wordt gebruikt om de opofferingskosten bij economische keuzes tussen twee producten duidelijk te maken. Mensen hebben behoeften, maar de middelen zijn beperkt. Er is dus sprake
Nadere informatieLesbrief Meneer Beer
Lesbrief Meneer Beer Het verhaal Het verhaal gaat over Meneer Beer. Hij is verliefd op een prachtig berinnetje, maar hij durft het haar niet te vertellen. Hij vindt zichzelf maar een eenvoudige beer. Om
Nadere informatieHet verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen
Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over verkopen aan en adviseren van gasten in horecabedrijven. Oftewel: het verkoopadviesgeprek. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart
Nadere informatieInhoud. Mijn leven. ik ga verhuizen
Inhoud Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Plannen... 4 Hoofdstuk 2 Meubels enzo... 6 Hoofdstuk 3 Geld... 8 Hoofdstuk 4 Winkelen... 10 Hoofdstuk 5 Adreswijziging... 12 Hoofdstuk 6 De sleutel!... 14 Hoofdstuk 7 Voorbereiden...
Nadere informatieGastles: Hoe word ik rijk?
Gastles: Hoe word ik rijk? Hoe word je rijk? Dat willen we natuurlijk allemaal weten. In deze presentatie krijg je veel tips. Eerst een quiz om te kijken hoe veel jullie weten. Wie weet er veel? Pak je
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieRendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %
Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven
Nadere informatieOpdracht 1 Deze week ga je precies bijhouden wat je allemaal eet en drinkt. Dat kun je noteren in je weekmenu, dat je van je juf of meester krijgt.
Opdracht 1 Deze week ga je precies bijhouden wat je allemaal eet en drinkt. Dat kun je noteren in je weekmenu, dat je van je juf of meester krijgt. Opdracht 2 Aten de mensen vroeger hetzelfde als wij nu?
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 2
Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het
Nadere informatieSlagvaardig met geld!
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. Slagvaardig met geld! 1 maximumscore 2 voorbeelden van juiste voordelen: Hij kan het drumstel direct kopen (en gebruiken). Hij
Nadere informatieMarkt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6
Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid
Nadere informatie= een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een hoge lamp die langs de weg staat.
Woordenschat blok 1 gr4 Les 1 De heg De lantaarn De plant Het tuinhek Het terras De garage Het dorp De stad De zwerver De stoep De woonwijk = een rij struiken of planten die dichtbij elkaar staan. = een
Nadere informatieSPEL VAN DE GOUDEN EEUW - LESMATERIAAL
Amsterdam in 1594, aan het begin van de Gouden Eeuw. De Nederlandse kunst, wetenschap en vooral de economie bloeien op. Ondernemers krijgen nieuwe kansen en kunnen steeds grotere investeringen doen. De
Nadere informatieLESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?
SAMENVATTING In deze les wordt het begrip voedselverspilling geïntroduceerd. De leerlingen maken kennis met een voedselketen en ontdekken welke partijen daarbij betrokken zijn (de schakels in de voedselketen:
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Klein bedrag? Pinnen mag! 1 C 2 maximumscore 1 Voorbeelden van een juist voordeel (één van de volgende): geld staat
Nadere informatieJe koopt iets dat pas later hoeft te worden betaald. De afnemer ontvangt het leverancierskrediet
www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op korte termijn Leverancierskrediet Je koopt iets dat pas later hoeft te worden betaald. Leverancierskrediet is dus krediet dat de leverancier verleent aan de afnemer
Nadere informatieDe rente stijgt: welke gevolgen heeft dat voor u?
De rente stijgt: welke gevolgen heeft dat voor u? Onafhankelijke informatie voor consumenten Wat is renterisico? Als u geld nodig heeft, kunt u een lening afsluiten. U moet het geleende geld wel terugbetalen.
Nadere informatieA. Collectieve lastendruk (overheidsinkomsten) = Belastingen en soc. Premies/Nationaal inkomen X 100%
Samenvatting door een scholier 475 woorden 11 juni 2001 3,3 107 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 4 Productie door de overheid Paragraaf 1 Collectieve sector: 1. Overheid (Rijk, provincies,
Nadere informatieKoopgedrag vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73702
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 23 August 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73702 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatie