Onbewust de helm op! Praktijktest automatische gedragsbeïnvloeding
|
|
- Erik Brabander
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Onbewust de helm op! Praktijktest automatische gedragsbeïnvloeding (Vierdejaars student NHTV ) Marco van der Linden Samenvatting: In deze paper wordt een pilotonderzoek naar het effect van priming op het dragen van fietshelmen beschreven. Priming is het subtiel en meestal onbewust activeren van mentale representaties die van invloed zijn op gedrag, zonder dat men daar direct weet van heeft. De groep proefpersonen bestond uit basisschoolkinderen in groep 5 in de provincie Zeeland. Een deel van deze kinderen werd geprimed op het begrip veiligheid door het maken van een woordzoeker een ander deel kreeg een neutrale woordzoeker. Daarna werden zij meegenomen naar buiten om daar een fietsoefening uit te voeren. Daarbij lag een helm duidelijk in het zicht, er werd gemeten hoeveel kinderen een helm pakten. Hoewel er in dit onderzoek slechts één vorm van priming is onderzocht, is het maar de vraag welke rol priming in het algemeen kan spelen voor de verkeersveiligheid. Negatieve attitudes tegen een principe als fietshelmen lijken sterker te zijn dan de prime. Verder onderzoek naar priming zal meer factoren, waarvan priming afhankelijk is, in kaart kunnen brengen. Zodoende kan duidelijk gemaakt worden of er mogelijk toch een effect van priming gebruikt kan worden voor het verbeteren van de verkeersveiligheid, of dat het principe in het algemeen niet bruikbaar blijkt te zijn. Trefwoorden Onbewust beïnvloeden, priming, verkeersveiligheid, helm
2 1. Introductie Al sinds lange tijd bestond het vermoeden dat niet alles wat wij doen beredeneerd is, menig gedrag is niet door beredeneerd gedrag te verklaren. Wanneer je bijvoorbeeld in een auto rijdt, denk je niet op elk moment aan wat je aan het doen bent, schakelen en gas geven gaat min of meer onbewust. (Anderson, 1982). Eind jaren 80, begin jaren 90 zijn er vele onderzoeken naar onbewust gedrag uitgevoerd en is men tot de conclusie gekomen dat een groot deel van wat wij doen, onbewust gebeurt. Onder psychologen is de afgelopen jaren een hernieuwde interesse hierin ontstaan en in Nederland is deze interesse, onder andere door het werk van Dijksterhuis (2008), ook de verkeerskunde binnen gekomen. Ook de overheid krijgt een steeds grotere interesse in onbewuste invloeden in het verkeer. Wanneer mensen namelijk onbewust beïnvloed worden, hoeven er geen harde maatregelen (verplichtingen, verboden ed.) genomen te worden om gedrag af te dwingen. Zachte maatregelen (waarbij ingespeeld wordt op vrijwillig gedrag) de zijn over het algemeen populairder dan harde maatregelen. Men wil niet gedwongen worden, maar de keuze krijgen, en daarom is het politiek dus zeer gewenst om zachte maatregelen te implementeren. Verschillende verkeerskundige adviesbureaus zijn hiermee aan de slag gegaan (XTNT, 2012; GoudappelCoffeng, 2013), deze onderzoeken bestaan uit literatuuronderzoek naar wat er mogelijk zou kunnen zijn en wat er al gedaan wordt. Wetenschappelijk onderzoek naar de effecten op het gebied van verkeersveiligheid ontbreekt echter. Dit experiment is opgezet om de automatische gedragsbeïnvloedingsmethode priming in een verkeerskundige situatie in de praktijk te brengen. Daartoe is een literatuuronderzoek uitgevoerd naar het onbewuste denken en een onderzoek opgezet voor het bevorderen van het helmgebruik door basisschoolleerlingen in groep 5, door middel van het primen met een woordzoeker. Het onbewuste denken Om het concept priming te kunnen begrijpen, moeten we eerst een begrip kweken voor hoe processen in onze hersenen zich afspelen. Er moet duidelijk zijn wat het onbewuste is en wat dat nu eigenlijk doet. Daarom allereerst een uitleg over het onbewuste. Het feit dat niet alles wat we doen geheel beredeneerd is zal iedereen bekend voorkomen. Immers, als je in een auto stapt en begint te rijden, denk je niet bij elke beweging die je maakt bewust na (ik draai nu aan het stuur, voet naar beneden, voet weer omhoog enz.). Deze processen verlopen automatisch, zoals ze geprogrammeerd zijn in je hersenen. Kahneman (2011) beschrijft de bewuste en onbewuste werking van onze hersenen als systeem 1 en systeem 2. Systeem 1 doet alles waarvan we ons niet bewust zijn, systeem 2 is het bewuste denken. Het onbewuste blijkt zelfs veel meer en veel sneller te kunnen denken dan ons bewuste denken. Bewust kunnen wij, op ons absolute maximum, 60 bits (zoals in de computer, elke letter representeert bijvoorbeeld 5 bits) per seconde verwerken terwijl ons onbewuste in diezelfde tijd 11.2 miljoen bits verwerkt. (Dijksterhuis, 2008) Veel daarvan speelt zich dus buiten het bewuste af en alleen datgene wat echt belangrijk is, komt uiteindelijk door naar ons bewuste (het verwerken van alle beelden die via je ogen binnen komen kost bijvoorbeeld heel veel bits, slechts grote veranderingen of dingen waarop je je focust komen door naar het bewuste) (Dijksterhuis, 2008).
3 Soorten onbewust beïnvloeden Er zijn mogelijkheden om in te spelen op het onbewuste. We kunnen systeem 1 zowel bewust als onbewust beïnvloeden. Het bewuste beïnvloeden noemen we leren. Gedrag dat eerst bewust is (systeem 2), wordt door veel oefenen een automatisme (systeem 1). Denk maar weer aan autorijden. In het begin moeten alle stappen bewust doorlopen worden. Wanneer we meer lessen hebben gehad gaan steeds meer van deze processen onbewust, we denken niet meer na bij het sturen, bij het gas geven en uiteindelijk ook niet meer bij het schakelen. Processen die in eerste instantie uitgevoerd werden door systeem 2, worden nu overgenomen door systeem 1. (Anderson, 1982) De andere manier van inspelen op gedrag is veel subtieler, er wordt rechtstreeks ingespeeld op systeem 1. Systeem 2 is er niet mee bezig, dus je wordt je er ook niet van bewust: Je onbewuste gedrag wordt onbewust beïnvloed. Drie bekende methodes voor het onbewuste beïnvloeden zijn priming, framing en sociale normen (sommige bedrijven benoemen meer methoden, echter deze zijn allemaal te scharen onder deze drie categorieën of onder het bewuste beïnvloeden). In dit onderzoek is gekozen om de techniek priming te gebruiken. Priming Priming is het proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept verhogen (Aronson, Wilson en Akert, 2007, 68). Er zijn in de loop der jaren vele experimenten gedaan op het gebied van primen. Een heel bekend experiment is bijvoorbeeld het experiment van Bargh (1997) waarin hij mensen een taaloefening laat doen waarbij één groep een opdracht krijgt waarin onderwerpen naar voren komen die te maken hebben met ouderen (grijs, bingo, enz.) en een andere groep krijgt een oefening met woorden die niets met leeftijd te maken hebben. Na het maken van de oefening kunnen ze hun beloning ophalen op een andere verdieping. Stiekem wordt de tijd gemeten die de mensen nodig hebben om van het lokaal naar de lift te lopen. En wat blijkt: de mensen die geprimed zijn met de woorden die te maken hebben met ouderen blijken langzamer naar de lift te lopen dan de andere groep. (Bargh, 1997) Deze mensen zijn geprimed met een concept, een stereotype: ouderen zijn langzaam en door daar veel aan te denken word je ook langzamer. Blijkbaar speelt activeren van een concept dus mee in je automatische gedrag. Hetzelfde is onderzocht het stereotype professoren, mensen bleken een hogere score te halen op een quiz met algemene kennisvragen na het denken aan professoren. (Dijksterhuis, 2008) Echter, een stereotype is niet het enige wat te primen is. Ook een emotie kan geprimed worden. Het onderzoek van Bargh, Chen en Burrows (1996) laat zien dat mensen sneller onbeleefd gedrag vertonen als zij geprimed zijn met woorden die te maken hebben met het woord onbeleefd, dit lijkt logisch omdat we emoties altijd al wel hebben gezien door iets wat van buitenaf gestuurd wordt. Blijkbaar zijn emoties dus niet altijd het gevolg van iets wat gebeurt, maar kunnen zekere woorden daar ook al invloed op hebben. Priming bij jonge kinderen Het concept priming blijkt ook al bij jonge kinderen aanwezig te zijn. Huttenlocher, Vasilyeva en Shimpi (2004) bewezen dit met een experiment dat gericht was op zogenaamd syntactisch primen. Het gaat daarbij om het principe dat we, wanneer we met iemand in gesprek zijn, diegene nadoen en ook napraten. Wanneer iemand een specifiek woord of een specifieke zinsopbouw gebruikt, ben je meer geneigd dit na te doen, het woord of de zinsopbouw wordt dus geprimed. Dit effect werd ook bij kinderen van 4 en 5 jaar oud gevonden. Zij spraken significant vaker in een bepaalde
4 zinsconstructie nadat de proefleider een zelfde zinsopbouw had gebruikt. Ook kinderen kunnen dus geprimed worden. Omstreden Echter, op deze onderzoeken is ook veel commentaar. Veel onderzoekers zijn niet overtuigd van de kracht en trekken zowel onderzoeksmethoden als de resultaten in twijfel. Een recent voorbeeld hiervan is het onderzoek van Shanks et al. (2013). Zij hebben niet dezelfde resultaten weten te bereiken met hun onderzoek als Dijksterhuis in het onderzoek naar het primen van het stereotype professoren. Ook het onderzoek naar mensen die langzamer gingen lopen wordt in twijfel getrokken in het onderzoek van Doyen et al. (2012) Zij hebben het onderzoek opnieuw uitgevoerd maar naast een onderzoeker ook computerapparatuur de snelheid te meten. Er bleek een groot verschil tussen de meting van de onderzoeker (die een significant verschil vond) en de computermeting (die geen significant verschil vond). Dit geeft aan dat de onderzoeker (die wist of de proefpersonen geprimed waren of niet) een bias had waardoor hij anders klokte bij geprimed personen. Het is dus extra belangrijk dat de experimentator geen weet heeft van de conditie van de deelnemers. Het feit dat de experimenten niet altijd goed reproduceerbaar zijn, betreft een belangrijke moeilijkheidsgraad in dit onderzoeksgebied. Er zijn veel externe factoren die van invloed kunnen zijn op het beïnvloeden van de proefpersonen. Om een effect te kunnen meten moeten alle omstandigheden hetzelfde zijn in de situatie waarin de proefpersonen zijn geprimed als in de situatie waarin de proefpersonen niet zijn geprimed. Het gaat immers om hele subtiele verschillen, zo heeft het weer een belangrijke invloed op beslissingen die we nemen (Simonsohn, 2007). Praktijk Er moeten dus nogal wat voorbehouden worden gemaakt over de effecten van priming. Tabula Rasa (2004) geeft echter in hun rapport aan dat dit een mogelijk vruchtbare methode is voor de overheid en ook de dienst publiek en communicatie van het ministerie van algemene zaken (2011) geeft aan dat het mogelijk een bruikbaar concept is. Maar er is nog veel onbekend en meer concrete onderzoeken zijn noodzakelijk om een duidelijk oordeel te kunnen vellen over de bruikbaarheid van de methode voor de verbetering van de verkeersveiligheid (ministerie van algemene zaken, 2011) Huidige studie Om de techniek priming in de praktijk te brengen is een experiment opgesteld. Er is voor gekozen om het experiment te koppelen aan een actueel beleidsthema. Het gebruik van fietshelmen door basisschoolkinderen bleek hier zeer geschikt voor. Kinderen in Zeeland hebben de afgelopen jaren helmen uitgedeeld gekregen. Deze kinderen zijn dus geschikt voor het onderzoek. Het concept fietshelm is dus bij hen al aanwezig. Deze kinderen blijken bovendien na een bepaalde leeftijd niet meer te dragen (SWOV, 2011). Deze leeftijd blijkt ongeveer 8 jaar te zijn (Bloks et al., 2006). Veel partijen zien meer in promotie van fietshelmen dan het verplicht stellen ervan. (ANWB, 26 februari 2012; Veilig Verkeer Nederland, geraadpleegd op 16 april 2013; SWOV,2012). Het zou dan ook interessant zijn om te onderzoeken of er op een onbewuste manier voor meer gebruik van fietshelmen gezorgd kan worden. De Hypothese is: Er zullen meer kinderen een helm dragen na het maken van een puzzel met woorden die te maken hebben met veiligheid dan wanneer zij een puzzel hebben gemaakt waarin neutrale woorden in staan.
5 2. Methode In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksopzet beschreven. Allereerst wordt beschreven wie de deelnemers aan het onderzoek zijn en waarom daarvoor gekozen is. Daarna wordt de opzet van het onderzoek zelf beschreven. Deelnemers Voor het onderzoek werden twee scholen in Zeeland geselecteerd waarvan de groepen 5 deelnamen aan het onderzoek. De eerste school, een school in Vlissingen, had één groep 5 met 14 kinderen, de andere school, een school in Goes, had een groep 5 en een gecombineerde groep 4/5. In het totaal hebben op deze school 47 kinderen aan het onderzoek deelgenomen. In het totaal namen dus 61 kinderen deel aan dit onderzoek, 30 meisjes en 31 jongens, bij beide scholen was de verdeling jongens/meisjes nagenoeg gelijk. De leeftijden op de twee scholen is te zien in Tabel 1, een chikwadraattoets wijst uit dat er geen significant verschil is tussen deze scholen(χ 2 (4, N=61)=5.399; p>0.05). Tabel 1 leeftijden van de kinderen op de twee scholen Voor beide scholen gold dat tussen de 70 en 75% van de kinderen aangaf thuis een helm te hebben. In Goes gaf 75% van de kinderen die thuis een helm had aan de helm nooit te dragen en de andere 25% gaf aan dat de helm slechts soms werden gedragen. In Vlissingen was deze verdeling ongeveer 50%/50%. 80% van de kinderen gaf aan dagelijks naar school te fietsen, slechts 1 kind gaf aan dat deze nooit fietste (zie tabel 2). Tabel 2 Antwoorden op de vraag: "hoe vaak fiets je?" De verschillende fietsfrequenties waren netjes verdeeld over de twee puzzels, dit is te zien in Tabel 3 fietsfrequenties naar puzzel (χ 2 (3, N=61)=4.985; p>0.05) en ook tussen de twee scholen was geen significant verschil in fietsfrequentie (χ 2 (3, N=61)=5.315; p>0.05)
6 Tabel 3 fietsfrequenties naar puzzel Onderzoeksopzet Voor dit onderzoek is geen voormeting gedaan. Dit omdat een vooronderzoek de attentie op het gebied van helmen zou kunnen verhogen en daarmee de resultaten van de proef kunnen beïnvloeden. Wel is er een pilot uitgevoerd bij een basisschool in Schiedam. Bij deze pilot zijn de tijd die de kinderen nodig hadden voor de puzzel en voor de oefening vastgesteld en is gemeten of de puzzel niet te bewust op het onderwerp helmen wees. Het onderzoek werd uitgevoerd bij alle kinderen individueel. Dit houdt in dat de kinderen in de klas één voor één een puzzel kregen en daarna mee naar buiten gingen om de rest van de proef te voltooien. Er waren twee soorten woordzoekers: één met primingwoorden (o.a. veilig, beschermen, vallen) en één met woorden die niets met helmen te maken hebben (o.a. prinses, president, voetganger). De woordzoekers werden door de docent uitgedeeld en ook door de docent weer ingenomen. De docent deelde de puzzels aselect uit. De status van het kind (geprimed of niet geprimed) was dus onbekend voor de proefleider. Na het maken van de puzzel werd het kind uit de klas gehaald (en kreeg het volgende kind een puzzel). Bij het naar buiten lopen werd aan het kind verteld dat het een stukje zou gaan fietsen. Er stond een tafel klaar met een helm en een veiligheidsvestje erop en daarnaast twee fietsen. De proefleider zei dan: kies maar uit. Op dit punt vond de meting plaats, het kind koos voor het pakken van een helm of niet. Als het kind vroeg moet ik een helm op? werd geantwoord wat je zelf wilt. Nadat de keuze gemaakt was, werd een korte oefening op de fiets afgelegd waarbij het kind onder andere snel, langzaam en in een rondje moest fietsen. Na het volbrengen van deze oefening werden nog een aantal vragen gesteld aan het kind om te kunnen bepalen waarom het kind wel of geen helm had gepakt. Vragen in het na-onderzoek waren onder andere: heb je thuis een helm? ; draag je normaal gesproken een helm? ; Waarom heb je nu wel/geen helm opgezet en hadden de woorden in de puzzel iets met elkaar te maken en zo ja: wat dan?
7 3. Resultaten De totale groep is willekeurig verdeeld over de priming en niet-priming-conditie. 31 kinderen waren geprimed en 30 kinderen niet geprimed. Priming Van de totale groep van 61 kinderen pakten 4 kinderen een helm. Van de geprimede kinderen droegen 4 kinderen een helm (12.6%), dus van de niet geprimede kinderen droeg geen enkel kind een helm (0%) De verschillen tussen de groepen zijn statistisch getoetst door middel van een fisher s exact test. Normaal gesproken zou in dit geval getest worden met een Chi-kwadraat toets, maar omdat het hier gaat om een 2x2-matrix gaat (puzzel 1 en 2 tegen wel of geen helm) en bovendien niet alle waarden boven de 5 zijn, kan in dit geval alleen een betrouwbaar resultaat worden bereikt door te toetsen met de fisher s exact toets. De Fisher s exact test geeft aan dat het verschil tussen de groepen niet significant is, de tweezijdige test geeft p=0.11 (eenzijdige test geeft p=0.06). De hypothese moet daarom verworpen worden. Priming heeft in deze test geen significant verschil opgeleverd in het pakken van een helm. De kinderen die wel een helm droegen waren 3 meisjes en een jongen. Andere variabelen Statistische toetsen wezen uit dat er ook geen verschil is tussen jongens en meisjes wat betreft het pakken van een helm of de gevoeligheid voor priming. Ook was er geen significant verschil tussen de scholen. Waarom geen helm? Met behulp van de vragenlijst werd achterhaald waarom de kinderen geen helm hadden opgezet. In Tabel 4 is te zien hoe de kinderen reageerden op de vraag: waarom heb je geen helm opgezet? Opvallend vaak gaven de kinderen die niet geprimed waren aan dat ze zichzelf te vaardig achtten om een helm op te zetten. Met andere woorden: een helm is voor kinderen die niet kunnen fietsen en ik kan al goed fietsen. Tabel 4 redenen voor het niet opzetten van de helm (gecategoriseerd) Ook zijn deze gegevens met een Chi-kwadraattest getest. De kinderen die puzzel 1 (de primingpuzzel) gaven significant andere antwoorden dan de kinderen die puzzel 2 maakten (χ 2 (5, N=57)=15.19;
8 p=<0.05). Kinderen die een priming-puzzel hadden gemaakt vonden zichzelf minder vaak vaardig genoeg om geen helm te hoeven dragen. Sociale norm Daarnaast is nagevraagd of de kinderen wisten wat hun vriendjes/vriendinnetjes van een helm vinden, om de sociale component in te kunnen schatten. Alle antwoorden zijn te vinden in Tabel 5. Ruim de helft van de kinderen geeft aan niet te weten wat de vriendjes/vriendinnetjes vinden van een fietshelm. 21,3%(13) van de kinderen denkt dat de vriendjes er een negatieve mening over heeft en slechts 9.9% (6) geeft aan dat de vriendjes/vriendinnetjes er een positieve mening over heeft of het veilig vind. Er is geen verschil tussen de verschillende puzzels in het benoemen van de mening van vrienden/vriendinnen.( χ 2 (5, N=61)=2.494; p>0.05) ook tussen de verschillende scholen bestond geen verschil (χ 2 (5, N=61)=6.279; p>0.05) Tabel 5 meningen van vriendjes/vriendinnetjes(gecategoriseerd) Controle Driekwart van de kinderen (73.8% of 45 kinderen) gaf aan dat de woorden in de puzzel iets met elkaar te maken hadden. Twee kinderen in de geprimede groep gaven aan dat de puzzel iets met helmen te maken had gehad. Deze kinderen behoorden allebei tot de eerste onderzochte school. Dit betekent dat de kinderen eerst de hele vragenlijst hadden doorlopen en pas daarna de vraag beantwoordden waar de puzzel over gegaan was. Bij de tweede school werd dit niet geantwoord, hier werd deze vraag als eerste gesteld. Van de kinderen die een helm op gezet hebben geeft één kind aan dat de puzzel met helmen te maken heeft, één kind zegt dat het iets met gevaar te maken heeft en de andere twee kinderen geven aan dat de puzzels wel iets met elkaar te maken hebben, maar weten niet wat.
9 4. Conclusies en aanbevelingen Het onderwerp priming blijkt een controversieel onderwerp. Hoewel de overheid er in blijkt te geloven (ministerie van algemene zaken, 2011) en ook verschillende adviesbureaus ermee aan de slag zijn gegaan (XTNT,2012; GoudappelCoffeng,2013) blijkt er wetenschap nog geen duidelijkheid te bestaan of het principe werkt of niet In het huidige onderzoek is onderzoek gedaan naar het principe priming binnen de verkeersveiligheid. Hiervoor is een experiment opgezet waaraan twee scholen in zeeland hebben deelgenomen. Deze scholen hadden een gelijke jongens-meisjes verdeling en de leeftijden varieerden tussen 6 en 10 jaar, de meeste kinderen waren 8 of 9 jaar oud. Van de onderzochte kinderen zetten vier kinderen een helm op, deze kinderen waren allemaal geprimed. Een Fisher s exact test geeft aan dat het verschil tussen de groep geprimede kinderen en niet geprimede kinderen niet significant is. Het verschil in de antwoorden op de vraag waarom de kinderen geen helm opzetten was wel significant. De meningen van vriendjes en vriendinnetjes (sociale component) is ook in beide groepen gelijk. Kinderen gaven wel na priming significant andere redenen gaven voor het niet opzetten van een helm. Er is dus een verandering in mening tussen de twee groepen, echter dit is niet omgezet in een actie: het opzetten van een helm, ze geven andere redenen of zetten de helm niet op zonder te weten waarom niet. In deze studie is gekozen voor een kleine groep deelnemers, dit kan ervoor gezorgd hebben dat de gevonden resultaten niet significant waren. Ook is ervoor gekozen kinderen in groep 5, die dus volgens eerder onderzoek net de helm niet meer op zouden moeten zetten (Bloks et al., 2006) Daarnaast is er slechts één vorm van priming onderzocht. Het is mogelijk te primen met geur (Dietz et al., 2010) en primeden Bargh, Chen en Burrows (1996) in hun onderzoek emoties. Tenslotte zijn er ook nog een onderdeel van het onderzoek die invloed gehad kunnen hebben op de resultaten. Er is niet gemeten hoe lang het duurde vanaf het moment dat de kinderen de puzzel hadden afgemaakt en het moment dat ze bij de helm kwamen. Wanneer er gekozen was voor een grotere groep deelnemers, was er wellicht wel een significant resultaat gevonden, echter het effect dat dan gevonden zou kunnen worden is erg klein en daardoor zijn er hoe dan ook vraagtekens te plaatsen bij de praktische toepasbaarheid. De keuze voor kinderen in groep 5 is wellicht ook van invloed geweest. Er is gekozen voor een leeftijd waarbij de kinderen normaal gesproken geen helm meer opzetten, wellicht was het effect anders geweest wanneer was gekozen voor een groep kinderen die al gewend was om een helm op te zetten. Daarnaast blijkt uit de literatuur dat het effect van priming wel eens zeer kort zou kunnen zijn (Dijksterhuis, 2008). Daarom is de tijd die tussen het maken van de puzzel en het uitvoeren van de oefening van belang. Wellicht was het effect groter geweest wanneer deze tijd korter was geweest. Tenslote kunnen ook negatieve attitudes van de kinderen en de sociale druk die daaruit voortkomt van invloed geweest zijn. Ook zou het kunnen dat het primen met woorden bij deze leeftijdscategorie niet zo veel invloed heeft of dat de kinderen de woorden in de puzzel niet goed hebben begrepen.
10 Op basis van deze resultaten is het aan te bevelen verder onderzoek te doen naar priming. De verschillen in redenen om een helm op te zetten geven aan dat er wel degelijk een verschillende attitude heerst binnen de twee groepen, echter dat deze nog niet is omgezet naar actie. In vervolgonderzoek kan onderzocht worden of andere vormen van priming meer effect hebben op het dragen van helmen, maar gezien de verandering in attitude kan beter onderzoek gedaan worden naar een ander thema binnen de verkeersveiligheid. Kinderen wisten in dit onderzoek rationele redenen te bedenken om geen helm te dragen. Wanneer gekozen wordt voor een onderwerp waarvan eigenlijk iedereen (onbewust) wel weet dat het niet verstandig is om er niet aan te houden (bijvoorbeeld fietsers die door rood rijden), is wellicht een groter effect haalbaar. Bronnen: ANWB (26 februari 2012), ANWB voor dragen fietshelm, geraadpleegd op 16 april 2013, Anderson, J.R.(1982), Acquisition of cognitive skill. Review,111(4), p Aronson,Wilson en Akert (2007), Sociale psychologie, Amsterdam, Pearson Education Bargh, J.A. (1997), The Automaticity of Everyday Life, Advances in social cognition, Vol. 10, p Bargh, J.A., Chen, M. & Burrows, L. (1996). Automaticity of social behavior: Direct effects of trait construct and stereotype activation on action. Journal of Personality and Social Psychology, vol. 71, p Bloks, L.A.M., et al. (2006), Fietshelmgebruik door jonge kinderen in Nederland: de rol van ouders, tsg tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, vol 84 Dijksterhuis, A.(2008), Het slimme onbewuste: denken met gevoel, Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker Doyen, S et al. (2012), Behavioral Priming: It s all in the Mind, but Whose Mind? PLoS ONE, vol. 7, nr. 1 p.e29081 Ministerie van Algemene Zaken (2011), Gedragsverandering via campagnes, Den Haag, Ministerie van Algemene Zaken, Dienst Publiek en Communicatie GoudappelCoffeng (2013) de waaier van gedrag, geraadpleegd op 28 maart 2013, Huttenlocher, J., Vasilyeva, M. & Shimpi, P. (2004) Syntactic priming in young children, Journal of Memory and Language, vol 50, p Kahneman, D (2011), Thinking, Fast and Slow, New York, Farrar, Straus and Giroux Shanks, D. R., Newell, B. R., Lee, E. H., et al. (2013). Priming intelligent behavior: An elusive phenomenon. PloS one, 8(4), e Simonsohn (2007), Clouds Make Nerds Look Good: Field Evidence of the Impact of Incidental Factors on Decision Making, Journal of Behaviaral Decision Making, vol. 20, p
11 SWOV (2011), factsheet Coole kop, helm op, Leidschendam, SWOV SWOV (2012), fietshelm, ja of nee?, SWOV artikel september 2012, Leidschendam, SWOV Tabula Rasa (2004), Positieve wegen tot gedragsbeïnvloeding: Motieven en interventies voor veilig verkeersgedrag, Den Haag, Tabula Rasa Tversky, A & Kahneman, D (1981), The Framing of Decisions and the Psychology of Choice, Science, vol. 211, p Veilig verkeer Nederland (z.d.), Fietshelm: wat vind veilig verkeer Nederland, geraadpleegd op 16 april 2013, XTNT (2012) Onbewuste invloeden op gedrag, Utrecht, XTNT
Het slimme onbewuste
Het slimme onbewuste SAMENVATTING Dus jij denkt dat je bewustzijn de touwtjes stevig in handen heeft daarboven in je brein? Dat je bewust keuzes maakt en meningen vormt? Niets is minder waar, toont psycholoog
Nadere informatieDraagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?
Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:
Nadere informatieOnderzoeksboekje. Klas: Namen:
Onderzoeksboekje Klas: Namen: De onderdelen van de onderzoekscyclus: 1. Introductie 2. Verkennen 3. Opzetten onderzoek 4. Uitvoeren onderzoek 5. Concluderen 6. Presenteren 7. Verdiepen/verbreden 2 Science
Nadere informatie2. Vertekeningen en heuristieken. 4. Drie manieren om te beslissen
2856 Euro 1 Beslissen 2 1. Ouderwets beslissen 2. Vertekeningen en heuristieken 3. Adaptieve heuristieken 4. Drie manieren om te beslissen 5. Een vijf fasen model Welke auto kies je? Subjective Expected
Nadere informatieWetenschappelijk Onderzoek
Wetenschappelijk Onderzoek Onderzoeker in de Klas Marlies van Nimwegen Radboud Ziekenhuis Nijmegen Wat gaan we doen vandaag Wie is wie Wetenschaps quiz Onderzoek naar vermoeidheid Experiment doen Afsluiting
Nadere informatieInvloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting
xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het
Nadere informatieSamenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte
Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht
Nadere informatieNa het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken.
Je hebt naar de Mythbusters video praten tegen planten gekeken. Het Mythbusterteam doet in deze video onderzoek naar de invloed van praten op de kiemsnelheid en groeisnelheid van planten. De Mythbusters
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK. Wat is dat? Eva van de Sande. Radboud Universiteit Nijmegen
WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Wat is dat? Eva van de Sande Radboud Universiteit Nijmegen EERST.. WETENSCHAPSQUIZ 1: Hoe komen we dingen te weten? kdsjas Google onderzoek boeken A B C 1: We weten dingen door
Nadere informatieSamenvatting. (Summary in dutch)
Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar
Nadere informatieTaal & Rekenen ThiemeMeulenhoff
Taal & Rekenen ThiemeMeulenhoff Aan: ThiemeMeulenhoff Door: MWM2 Onderzoek: Taal & Rekenen volgens MBO-respondenten Versie 1 Het auteursrecht van dit onderzoeksrapport berust bij ThiemeMeulenhoff. Het
Nadere informatieLeerlingenhandleiding
Leerlingenhandleiding Afsluitende module Van Nature tot Metro Van Nature tot Metro Inleiding Onderzoekers publiceren het verslag van hun onderzoek in wetenschappelijke bladen die internationaal verschijnen.
Nadere informatieSPA pilot St. Bonifatius College Utrecht i.s.m. Project-You! en MyPem
SPA pilot St. Bonifatius College Utrecht i.s.m. Project-You! en MyPem Nieuwe producten: de Student Profiel Analyse (SPA) en studiekeuzerichtlijnen In april 2015 lanceerde Thomas Education twee nieuwe producten:
Nadere informatie2.1 FaVoriete leestips
Verhalend 2.1 FaVoriete leestips Van klasgenoten heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften die mij leuk lijken: 1.... 2.... 3.... Van de leraar heb ik de volgende tips gekregen van boeken/tijdschriften
Nadere informatieTrendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar
- Factsheet - Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003 Inleiding Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol
Nadere informatieOnderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving
Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van
Nadere informatieRapport voor deelnemers M²P burgerpanel
Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie
Nadere informatieGEZICHTSVERMOGEN EN VEIDZEERSVEILIGHEID
GEZICHTSVERMOGEN EN VEIDZEERSVEILIGHEID R-88-9 Dr.ir. D.A. Schreuder Leidschendam, 1988 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV - 2 - I I I I I I I - 3 - VOORWOORD Op verzoek van het
Nadere informatieWorkshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data
Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat
Nadere informatieBEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN
BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN 0 AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je het onderwerp uit een zin bepalen. - Kun je het onderwerp van een tekst bepalen. - Kun je een soort tekst
Nadere informatieDe kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht
De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave
Nadere informatieCognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback
Cognitieve strategieën voor diepe verwerking en feedback Samenvatting van het artikel van Henry L. Roediger III, Mary A. Pyc (2012), Inexpensive techniques to improve education: Applying cognitive pgychology
Nadere informatieLeerlingtevredenheidsonderzoek
Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent
Nadere informatieSamenvatting. Dutch Summary.
Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,
Nadere informatieWat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?
Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid
Nadere informatieEvaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers
Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010
Nadere informatieRode Draad: Wat is Maatschappijleer?
Rode Draad: Wat is Maatschappijleer? MVE Fioretti College Inhoudsopgave... 0 Inleiding... 2 Planning en toetsing... 2 Hoe maak ik de rode draad-opdracht?... 2 Beoordeling... 3 Keuze-opdrachten... 3 Eisen
Nadere informatieLeerstijlentest van David Kolb Davy Jacobs, GDD1B
Leerstijlentest van David Kolb Davy Jacobs, GDD1B Inleiding Mensen, studenten dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Als je dat weet, begrijp je beter waarom een student iets aanpakt,
Nadere informatieJongeren en alcohol. Ouders aan het woord. Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014. Utrecht.nl/volksgezondheid
Jongeren en alcohol Ouders aan het woord Resultaten Bewonerspanel septemberpeiling 2014 Utrecht.nl/volksgezondheid 2 Inleiding Sinds 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens voor het in bezit hebben van alcohol
Nadere informatieIn bezit van een mobiel
Resultaten onderzoek Marie Montessori Op vrijdag 21 september 2012 zijn Floor en Steven naar bassischool Marie Montessori geweest om een onderzoek uit te voeren. Het onderzoek hebben we uitgevoerd onder
Nadere informatieJe doel behalen met NLP.
Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,
Nadere informatieOCAI. veelgestelde vragen
OCAI veelgestelde vragen OCAI, veelgestelde vragen OCAI online Vrouwenlaan 106 8017 HS Zwolle 038-2301503 www.ocai-online.nl OCAI online, september 2008 3 [ Over de uitslag Hoe kan het dat mijn collega
Nadere informatieWetenschappelijk Onderzoek: Experimenteel Onderzoek
Programma Wetenschappelijk Onderzoek: Experimenteel Onderzoek Pieter Wouters 1. Kenmerken van experimenten 2. Het selecteren van onderzoekseenheden 3. Experimentele designs 4. Validiteit van experimenten
Nadere informatieMOTIVATIE INTRODUCTIE
BINNENSTEBUITEN 12 MAART 2015, BÈTAPARTNERS Al meer dan 16 jaar een autoriteit op het gebied van jongerencultuur Jaarlijks contact met duizenden jongeren Research, trends, campagnes, lezingen, trainingen
Nadere informatieALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN
Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam
Nadere informatieEERLIJKE MENING: ANONIMITEIT: ONDERDELEN
Deze vragenlijst sluit aan op de vragenlijst die je eerder hebt ingevuld over wetenschap en techniek in het basisonderwijs. Door de eerste en de tweede vragenlijst van een groep leerkrachten te vergelijken
Nadere informatieRapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen
Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies
Nadere informatieSamenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6
Samenvatting Scores Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Zowel uit de beoordelingen in de vorm van een rapportcijfer als de aanvullende opmerkingen, blijkt dat de
Nadere informatiePostmaster opleiding systeemtherapeut
Postmaster opleiding systeemtherapeut mensenkennis In de context met cliënten, gezinnen en kinderen was dit leerzaam en direct bruikbaar in mijn werk. evaluatie deelnemer Postmaster opleiding systeemtherapeut
Nadere informatie27 juni 2015. Onderzoek: Maatregelen tegen eenzaamheid
27 juni 2015 Onderzoek: Maatregelen tegen eenzaamheid Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.
Nadere informatieDwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.
Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het
Nadere informatieHOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN
HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.
Nadere informatieInhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!
1 Wil je wel leren? Opdracht 1a Wat heb jij vanzelf geleerd? 7 Opdracht 1b Van externe naar interne motivatie 7 Opdracht 1c Wat willen jullie graag leren? 8 2 Kun je wel leren? Opdracht 2a Op wie lijk
Nadere informatieIdeeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf
Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend
Nadere informatieInspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014
Inspectie Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Samenvatting Opzet belevingsonderzoek naar klanttevredenheid De Inspectie heeft een belevingsonderzoek naar klanttevredenheid gedaan, om inzicht
Nadere informatieEen probleem in het hoger onderwijs: de prestatie, de motivatie, de inspiratie, de lol in het leren
Jelle Jolles Centrum Brein & Leren/AZIRE Vrije Universiteit Amsterdam Een probleem in het hoger onderwijs: de prestatie, de motivatie, de inspiratie, de lol in het leren 1 Toe naar een grootschalige aanpassing
Nadere informatieGESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een
Nadere informatieZichtbaar reinigen en beleving
Zichtbaar reinigen en beleving Het verwijderen van zwerfaval door straatreinigers vindt op dit moment vaak plaats op momenten dat er weinig burgers op straat zijn (bijvoorbeeld in de vroege ochtend). Onderzoek
Nadere informatieAdviezen voor studiekiezers op basis van de Startmonitor
Adviezen voor studiekiezers op basis van de Startmonitor Conclusies en aanbevelingen op basis van jaarlijks onderzoek naar studiekeuze en studiesucces Jules Warps ResearchNed mei 2012 2012 ResearchNed
Nadere informatie18 december 2013. 1 van 10. Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête
Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête Nierpatiënten Perspectief online is een internetpanel voor mensen met een nierziekte*, naasten van nierpatiënten en nierdonoren. Zij kunnen via
Nadere informatieWiskunde Lesperiode 1
Wiskunde Lesperiode 1 Proefwerk analyse & Voorbereiding op de herkansing of hoe je je wiskunde materiaal ook kunt gebruiken. Wat gaan we doen? Overzicht creëren. Planning maken. Fouten opsporen en verbeteren.
Nadere informatieUSERTESTING. Testplan Werking en interesse. Product. Testdoelen. Methodes
USERTESTING Testplan Werking en interesse Product Op de basisschool worden vooral vakken gegeven waarop de inspectie controleert. Veel vakken die ook belangrijk zijn worden hierdoor niet gegeven. Ons doel
Nadere informatie20/9/2011 NULMETING COSTIAN. Leerjaar 2011 propedeuse blok 1.1 Costian de Jonge
20/9/2011 COSTIAN NULMETING Leerjaar 2011 propedeuse blok 1.1 Costian de Jonge Dit verslag heeft als functie de basiskennis van de startende student vastleggen, het moment van de meting is begin september
Nadere informatieInformatiebrief over deelname aan het onderzoek Food2Learn
Informatiebrief over deelname aan het onderzoek Food2Learn Beste leerlingen, ouders en/of wettelijk vertegenwoordigers, Dat het eten van vis (rijk aan omega-3 vetzuren) goed is voor het functioneren van
Nadere informatieNatuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens.
Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les ent: Klas: Onderwerp: Materialen: Lokaal: Bord: Man 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens. Significante cijfers.
Nadere informatieGraffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing)
Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing) Dr. Gabry Vanderveen Onderzoek met medewerking van Funda Jelsma; in opdracht van en gefinancierd door CCV/ Ministerie van Veiligheid en Justitie
Nadere informatieTechniek? Dat is niks voor mij. Hoe kunnen scholen en bedrijven samen bijdragen aan een betere beeldvorming over en keuze voor bèta en techniek?
Techniek? Dat is niks voor mij. Hoe kunnen scholen en bedrijven samen bijdragen aan een betere beeldvorming over en keuze voor bèta en techniek? Juliette Walma van der Molen Center for Science Education
Nadere informatieSAMENVATTING. Een actueel perspectief op kinderen en jongeren met een chronische aandoening in Nederland
SAMENVATTING Een actueel perspectief op kinderen en jongeren met een chronische aandoening in Nederland TOEKOMST OMVANG, SAMENSTELLING EN PARTICIPATIE ZORG WERK Lineke van Hal Bas Tierolf Maaike van Rooijen
Nadere informatieOnderzoek naar elektrisch rijden
RAPPORTAGE Amsterdam, 03-11-2011 Onderzoek naar elektrisch rijden Hoofdrapportage Onderzoekstatistieken Verstuurde e-mails 972 Afgeronde vragenlijsten 510 Waarvan met open link 0 Laatste deelname 3 nov.
Nadere informatieEvaluatie Waterdag 17 maart 2015
Evaluatie Waterdag 17 maart 2015 Grafieken uitgedrukt in % Wat vond je van deze activiteit? Wat vond je het meest/minst leuke onderdeel van deze dag? Redenen meest/minst leuk: Workshop Meest Minst Super
Nadere informatieInformatie over de deelnemers
Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals
Nadere informatieRapport. Datum: 15 juli 2013. Rapportnummer: 2013/087
Rapport "Toch een voldoende voor de Toets Gesproken Nederlands" Rapport over een klacht over de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag. Datum: 15 juli 2013 Rapportnummer: 2013/087 2
Nadere informatieStadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek
B A S I S V O O R B E L E I D Stadjers over fietsen in Groningen Een Stadspanelonderzoek Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht
Nadere informatieDe invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention
De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van
Nadere informatie13-11-2014. Poster. Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: In duo s: 1. Persoonlijke belemmeringen
Poster Jacomijn Hofstra Onderzoeker lectoraat Rehabilitatie en docent Toegepaste Psychologie, Hanzehogeschool Groningen In duo s: Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: Wat hindert jongvolwassenen
Nadere informatieMeedoen met de Monitor
Meedoen met de Monitor met de Bibliotheek Een school die deelneemt aan de Monitor de Bibliotheek op school (Monitor dbos) wil doelgericht samenwerken met de Bibliotheek om de taalontwikkeling en de informatievaardigheden
Nadere informatieIndividueel verslag Timo de Reus klas 4A
Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van
Nadere informatieFactsheet persbericht
Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464
Nadere informatieTERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014
TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN WISKUNDE B VWO EERSTE TIJDVAK 2014 Inleiding Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het centraal
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieHet NLP communicatie model
Het NLP communicatie model Ontdek jouw communicatie waarnemingsfilters Leef je natuurlijk leiderschap 1 Inleiding Op het moment dat veranderingen in een organisatie plaatsvinden is communicatie één van
Nadere informatieWat iedere ouder moet weten over verkeersveiligheid Je kind in het verkeer
Wat iedere ouder moet weten over verkeersveiligheid Je kind in het verkeer Samen op pad Kinderen zijn kwetsbaar in het verkeer. Logisch dus, dat ouders hun kinderen graag zo snel mogelijk veilig verkeersgedrag
Nadere informatieTijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79
Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De
Nadere informatie3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?
Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat
Nadere informatieProfielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën
Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar
Nadere informatieEvaluatie hinder bij wegwerkzaamheden
Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL
Nadere informatie1 Ben je vroeg genoeg begonnen om je met je toekomst bezig te houden?
ACT in LOB Werkbladen Toolkit Checklist goed kiezen Met deze tool kun je checken of je jouw studiekeuze goed hebt aangepakt. Wanneer dat het geval is heb je een bevestiging dat je goed bezig bent geweest
Nadere informatieWerkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.
Les 6: Gezocht: een vriend Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten wat ze belangrijk vinden in een vriendschap; Kinderen kunnen een aantal kenmerken en voorwaarden benoemen waar een vriendschap aan moet
Nadere informatieRapportage. Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike
Rapportage Evaluatie onderzoek Het succes van de stimuleringsregeling E-bike In opdracht van: Stadsregio Arnhem Nijmegen Datum: 11 februari 2013 Projectnummer: 2012171 Auteurs: Ronald Steenhoek & Marieke
Nadere informatieLes 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?
Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het
Nadere informatieHBO statistiek Oefening
HBO statistiek Oefening Binomiale verdeling (inclusief uitgebreid antwoord) Copyright 2014 Alle rechten voorbehouden www.hbostatistiek.nl marilyn@hbostatistiek.nl Dit werkboek bevat een oefening voor HBO
Nadere informatieOntwerponderzoek Paper 4 Uitvoering
Ontwerponderzoek Paper 4 Uitvoering Student Graziella de Guytenaere (studentnummer: 0409170) Docent Abdul A. Rezaei Vakdidacticus Datum: 05 juli 2012, Amsterdam 1 Inhoudsopgave Blz. Inleiding 3 1. Samenvatting
Nadere informatieVoorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.
& OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren
Nadere informatieSabeth van der Voort GAR1B 30/01/2015. Research Docent: Harald Warmelink observatie creatieve mindset HER
Sabeth van der Voort GAR1B 30/01/2015 Research Docent: Harald Warmelink observatie creatieve mindset HER Inleiding Definitie van een ritueel De meeste rituelen die ik ben tegengekomen hadden veel te maken
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieAntreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant
RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen
Nadere informatieInfoavond 21 september groep 7a,
Infoavond 21 september groep 7a, Opening Juf Maureen, juf Petra, juf Sophie en juf Rieke stellen zich voor. Werkwijze instructie Op school werken we met het volgende instructiemodel; -korte instructie;
Nadere informatieUw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld
faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen sociale psychologie Uw mening over gaswinning uit het Groningen-gasveld Onderzoeksresultaten fase 1 Elisabeth Hoekstra Goda Perlaviciute Linda Steg onderzoekgaswinning@rug.nl
Nadere informatieWat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden
Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden Soorten vragen, vraagwoorden, signaal- en sleutelwoorden Schema 1 Soorten vragen Open vraag
Nadere informatieExamen Statistiek I Januari 2010 Feedback
Examen Statistiek I Januari 2010 Feedback Correcte alternatieven worden door een sterretje aangeduid. 1 Een steekproef van 400 personen bestaat uit 270 mannen en 130 vrouwen. Twee derden van de mannen
Nadere informatieHet gedragmodel. 1. Inleiding
Het gedragmodel 1. Inleiding Het gedragmodel is een NLP-techiek, ontwikkeld door Peter Dalmeijer (zie www.vidarte.nl) en Paul Lenferink. Het model leert ons feedback te geven waarbij we anderen op hun
Nadere informatieZelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W
Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument
Nadere informatieHet belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld
Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld, M. Heijmans, NIVEL, augustus 2013) worden gebruikt.
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieWanneer wel een zebra, wanneer niet? nieuw kader voor oversteekvoorzieningen binnen de bebouwde kom
(Bijdragenr. 25) Wanneer wel een zebra, wanneer niet? nieuw kader voor oversteekvoorzieningen binnen de bebouwde kom J.A.G. de Leur M.Sc. Gemeente Heerhugowaard F.J.Wildenburg Gemeente Heerhugowaard 1.
Nadere informatieZit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok
Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar
Nadere informatieSamenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht
Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen
Nadere informatieLeren leren : geschiedenis
Leren leren : geschiedenis A. In klas 1) actief meewerken Als je actief meewerkt in de klas, spaar je thuis heel wat tijd uit! = nadenken over vragen, proberen te antwoorden, vragen stellen over onderdelen
Nadere informatieExposé Beïnvloeden met een knipoog naar manipuleren PGM Open 6 februari 2014
Exposé Beïnvloeden met een knipoog naar manipuleren PGM Open 6 februari 2014 Introductie 1 Huishoudelijke mededeling Wilt u 45 minuten referaat waarin ik alleen vertel? Wilt u een interactieve sessie met
Nadere informatie