Asscher vs Klaver. Op zoek naar het verband tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes van een politiek leider.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Asscher vs Klaver. Op zoek naar het verband tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes van een politiek leider."

Transcriptie

1 Asscher vs Klaver Op zoek naar het verband tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes van een politiek leider. Door: Wiesje de Bruijn Klas: 6V3 Begeleidster: mevrouw Dickhoff Vak: Nederlands Datum: 19 oktober

2 Samenvatting In dit profielwerkstuk is onderzocht of er een verband is tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes van een politiek leider. Dit is onderzocht aan de hand van de analyse van twee speeches. Hierbij zijn de speeches van de grootste stijger (Jesse Klaver) en de grootste daler (Lodewijk Asscher) van de afgelopen verkiezingen gebruikt. Voorafgaand aan de analyses is er eerst een aantal deelvragen onderzocht, zoals: wat is retorica? en hoe wordt een speech juist geordend volgens de klassieke retorica? Op basis van deze deelvragen is duidelijk geworden hoe de speeches geanalyseerd zouden kunnen worden. De speeches zijn geanalyseerd op basis van twee factoren: de dispositio (ordening) en de elocutio (verwoording). Er zijn erg veel factoren die invloed hebben op de overtuigingskracht van een speech, maar behalve de dispositio en de elocutio zijn die achter wegen gelaten. Uit de uitgevoerde analyses is gebleken dat er inderdaad een verband is tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes van een politiek leider. Klaver hield meer rekening met de klassieke retorica dan Asscher en was ook op politiek gebied het meest succesvol. Daarmee leidt de uitkomst van het onderzoek tot bevestiging van de hypothese. 2

3 Inhoudsopgave Samenvatting... 2 Inleiding... 5 H1 Inleiding in de retorica Deelvraag: Wat is retorica? Deelvraag: Hoe is de argumentatietheorie ontstaan? H2 Kwaliteiten van een betoog Deelvraag: Welke factoren hebben invloed op de kwaliteit van een betoog? Ethos, pathos en logos Officia oratoris van Gorgias H3 de dispositio Deelvraag: Hoe wordt een speech juist geordend volgens de klassieke retorica? H4 de elocutio Deelvraag: Aan welke stijldeugden moet een speech voldoen? H5 Analyse van de speeches Analyse speech Lodewijk Asscher (gehouden op 15 januari 2017 te Maarssen) Samenvatting analyse speech Asscher Speech Lodewijk Asscher (De Redactie, 2017) Analyse speech Jesse Klaver (gehouden op 9 maart 2017 te Amsterdam) Samenvatting analyse speech Klaver Speech Jesse Klaver (Complete speech Jesse Klaver in AFAS Live "Stem voor verandering", 2017) Verschillen tussen de speeches De dispositio De elocutio H6 Is er een verband tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes van een politiek leider? Deelvragen Wat is retorica? Hoe is de argumentatietheorie ontstaan? Welke factoren hebben invloed op de kwaliteit van het betoog? Hoe wordt een speech juist geordend volgens de klassieke retorica? Aan welke vier stijldeugden moet een toespraak voldoen? Hoofdvraag Is er een verband tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes van een politiek leider? Suggesties voor vervolgonderzoek [discussie] Nawoord Literatuurlijst Logboek

4 Bijlagen Bijlage

5 Inleiding In januari 2018 ben ik begonnen met een pre-class aan de universiteit Leiden: recht, retorica en democratie. In deze pre-class leerde ik mijn spreekvaardigheden te verbeteren en leerde ik meer over de geschiedenis van de retorica. Ook kreeg ik een aantal gastcolleges en werden er veel filosofische discussies gevoerd. Ik heb voor deze pre-class gekozen, omdat ik zelf een N&T/N&G-profiel volg op school. Voor mijn vervolgopleiding ben ik er nog niet over uit welke richting ik op wil gaan. Daarom wilde ik met de pre-class iets totaal anders doen dan wat ik op school doe. Ik heb voor de cursus recht, retorica en democratie gekozen, omdat ik erg geïnteresseerd ben in de studie rechten en ik in eerste instantie dacht dat deze pre-class daarop aan zou sluiten. Echter bleek dit niet helemaal het geval; de pre-class ging namelijk meer over spreekvaardigheid. Ik ben door deze pre-class wel beter gaan nadenken over hoe speeches in elkaar zitten. Ik merkte dat ik het steeds interessanter vond om te letten op tekstconstructies van mensen en ik ging binnen die teksten dan ook steeds meer aspecten van de klassieke retorica herkennen. Tijdens een van de gastcolleges werden de speciale trucjes van Wilders behandeld. Wilders heeft namelijk een hele eigen manier van spreken. De professor heeft het er toen over gehad hoe je mensen in een bepaalde denkrichting kan sturen, alleen door bepaalde formuleringen. Zo kan een glas bijvoorbeeld half vol of half leeg zijn. Technisch gezien is dit natuurlijk hetzelfde, maar als mensen zouden moeten kiezen zouden vele voor het half volle glas kiezen, simpelweg omdat dit positiever klinkt. Wilders heeft hele stellige opvattingen over mensen met een niet-westerse afkomst. Een deel van deze mensen stemt echter wel op Wilders. Dit kan dus komen door zijn manier van formuleren en zijn slimme gebruik van de taal. Ik vond dit erg interessant en zo kwam dan ook de vraag bij me op of politiek succes beïnvloed kan worden door gebruik van de klassieke retorica. Brainstormend over dit onderwerp heb ik eerst een aantal deelvragen geformuleerd: - Wat is retorica? - Hoe is de argumentatietheorie ontstaan? - Welke factoren hebben invloed op de kwaliteit van het betoog? - Hoe wordt een speech juist geordend volgens de klassieke retorica? - Aan welke vier stijldeugden moet een toespraak voldoen? 5

6 Op basis van deze deelvragen is uiteindelijk de hoofdvraag geformuleerd: Is er een verband tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes van een politiek leider? Dit profielwerkstuk gaat over de relatie tussen het gebruik van de klassieke retorica en het succes en falen van politiek leiders. Het succes is hier gemeten aan de hand van de winst en het verlies van zetels bij de laatste verkiezingen voor de Tweede Kamer. Vervolgens worden de verkiezingsspeeches van de grootste daler en de grootste stijger bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen voor de Staten-Generaal geanalyseerd. Uit onderstaand figuur wordt duidelijk dat Jesse Klaver, met GroenLinks, de grootste stijger is en dat Lodewijk Asscher, met de PvdA, de grootste daler is. (PDC, 2017) De speeches zullen geanalyseerd worden op de dispositio (ordening) en de elocutio (verwoording). Dit is maar een klein deel van alle factoren die een rol spelen bij de overtuigingskracht van een speech. Er zijn namelijk meer factoren die een speech overtuigend kunnen maken. Naast verwoording en ordening zijn andere factoren: stemgebruik, intonatie, houding en inhoud van de speech. De analyses van de speeches in dit profielwerkstuk beperken zich dus tot de factoren: ordening en verwoording. De 6

7 overtuigende kracht van de inhoud, intonatie et cetera, zal hierbij dus buiten beschouwing blijven. De hypothese is dat er een verschil zal zijn in het gebruik van de klassieke retorica tussen de twee politici. Verwacht wordt dat Jesse Klavers gebruik van de retorica meer aansluit op de klassieke retorica. Hierbij zal hij dus een duidelijke ordening en opbouw hebben binnen zijn speech en zal hij veel gebruik maken van stijlfiguren en beeldspraak. Verwacht wordt dat Lodewijk Asschers gebruik van de retorica minder aansluit op de klassieke retorica. Dit wordt verwacht, omdat de klassieke retorica ervan uitgaat dat een speech meer overtuigingskracht heeft, naarmate de regels van de retorica beter zijn nageleefd. 7

8 H1 Inleiding in de retorica 1.1 Deelvraag: Wat is retorica? De retorica heeft eigenlijk niet één vaste betekenis. Veelal wordt gebruikt: de leer van de welsprekendheid of de leer van het overtuigend spreken. Deze leer is ontwikkeld in de klassieke oudheid; toen werden er voor het eerst handleidingen opgesteld voor het houden van een overtuigende toespraak (Braet, 2007). In 1.2 zal verder worden ingegaan op het ontstaan van de argumentatieleer. Retorici gaven adviezen over alle aspecten die retorisch relevant zijn: de inhoud, de ordening, de verwoording en de presentatie. Voor al deze aspecten bestaan retorische middelen of vormen van retoriek. Je zou dus kunnen zeggen dat de retorica de leer of theorie is van de retoriek (Braet, 2007). De retoriek staat voor de retorische middelen om een tekst doel- en publieksgericht te maken. Bij een betogende tekst gaat het om overtuigingsmiddelen. Dit zijn middelen om de tekst zo overtuigend mogelijk te maken voor het publiek. Voorbeelden zijn een sterke argumentatie en een bepaalde stijl. Een betoog kan ook voorgedragen worden; dan is het een speech (Braet, 2007). Het gebruik van deze middelen maakt dat een tekst bepaalde eigenschappen heeft. De retoriek is dus ook op te vatten als de retorische eigenschappen van een tekst. De belangrijkste retorische eigenschappen zijn: boeiendheid, duidelijkheid en aannemelijkheid (Braet, 2007). De spreker of schrijver moet ervoor zorgen dat de tekst boeiend is en dat mensen geconcentreerd blijven luisteren of lezen. Verder moeten de standpunten duidelijk uitgelegd worden en juist geformuleerd zijn en de argumenten moeten geheel aannemelijk, en dus geloofwaardig, zijn. De overtuigingskracht van een betoog hangt heel erg af van de keuzes die de spreker of schrijver maakt uit de beschikbare retorische middelen. Hiervoor moet de spreker of schrijver dus ten eerste weten wat de retorische middelen zijn. Retorische middelen zijn bijvoorbeeld stijlfiguren en beeldspraak: middelen die helpen bij het aantrekkelijk maken van de tekst. Als de spreker of schrijver weet welke middelen hij tot z n beschikking heeft, kan hij betere keuzes maken. Ook moet hij de retorische middelen kunnen herkennen in teksten. Ten 8

9 tweede moet de spreker of schrijver op basis van zijn retorische kennis en analysevaardigheid kunnen inschatten hoe groot de kans is dat het publiek overtuigd zal worden. Hij moet kunnen voorspellen hoe het publiek zal reageren, op basis van zijn kennis (Braet, 2007). Betogen kunnen beter beoordeeld worden als men verder kijkt dan alleen de schriftelijke tekst zelf. De mondelinge overdracht is evengoed belangrijk. Zo maakt het uit wie de spreker is. Een president van Amerika kan zich andere taal permitteren dan de minister-president van Nederland. Het publiek is nog een belangrijkere factor. Verschil in ontwikkeling en sociale stand moeten bijvoorbeeld verwerkt worden in het betoog om het overtuigend te maken. Zo spreekt een spreker anders op de volksvergadering dan voor de elitaire senaat. De spreekgelegenheid en het medium zijn daarbij ook nog belangrijk (Braet, 2007). De genoemde omstandigheden maken dus uit voor de eisen die gelden voor het betoog. Communicatiesituaties maken ook uit voor de beste manier van overtuigen. Je hebt de mondelinge en de schriftelijke communicatiesituaties, bijvoorbeeld een brief of een gesprek. Er kan een tweepartijensituatie zijn of een situatie met meerdere partijen. Een gesprek over hoe laat dochter thuis mag komen van moeder is een tweepartijensituatie. Bij een briefinzending naar een krant (in dit voorbeeld even de Volkskrant) zijn er drie partijen: de Volkskrant, de briefschrijver en de krantenlezer. Deze derde partij is hier dan wel onpartijdige beoordelaar. In de tweepartijensituatie proberen moeder en dochter elkaar te overtuigen. In de situatie van de krant richten de argumenterende partijen zich niet tot elkaar, maar tot een derde instantie (de krantenlezer en dus de beoordelaar). De argumenterende partijen proberen deze partij voor zich te winnen (Braet, 2007). Samenvattend luidt het antwoord op de vraag wat de retorica is: De retorica wordt verschillend gedefinieerd, omdat het geen vaste betekenis heeft. Veelal wordt als betekenis de leer van het overtuigend spreken of de leer van de welsprekendheid gebruikt. Voor het uitoefenen van de retorica kunnen verschillende retorische middelen gebruikt worden. Hierbij worden hulpmiddelen bedoeld om een speech aantrekkelijker te maken. Ook maakt het uit voor het effect dat men wil behalen, wie er spreekt en in welke situatie of omstandigheid er gesproken wordt. 9

10 1.2 Deelvraag: Hoe is de argumentatietheorie ontstaan? Om beter te begrijpen hoe de retorische regels tot stand zijn gekomen, kan men zich eerst verdiepen in de geschiedenis van de retorica. Oorspronkelijk was er in de klassieke Griekse samenleving geen plaats voor argumentatie en discussie. De systemen die toentertijd bestonden werden gezien als onveranderlijk, die door de goden zo gewild waren. In de 5 e en 6 e eeuw voor Christus veranderde dat. Er werd naar verklaringen gezocht voor natuurverschijnselen. Deze verklaringen verschilden echter van elkaar en dit lokte discussie uit. Zo ontstond er later ook discussie over andere kwesties. Er kwamen zo dus meningsverschillen en deze meningsverschillen riepen vragen op als: Wat is een goede mening? en Wanneer is iets waar? (van Eemeren & Grootendorst, 1993). Het ontstaan van deze interesses is erg belangrijk geweest voor het ontstaan van de argumentatietheorie. Men zou kunnen zeggen dat de ontwikkeling van de argumentatietheorie gestimuleerd is door twee ontwikkelingen: 1. Het vergelijken van tegengestelde meningen en visies, leidde tot de vraag wat goede argumentatie is; 2. De noodzaak om in politieke en juridische zaken tot toereikende besluiten te komen, leidde tot de vraag wat effectieve argumentatie is. (van Eemeren & Grootendorst, 1993) Toen men meer wilde leren over de argumentatie waren daar de sofisten. De sofisten waren de eerste, die lesgaven in allerlei sociale en politieke vaardigheden, waaronder ook argumentatie. De interesse voor argumentatie werd steeds groter en heeft zich theoretisch uitgebreid naar de klassieke logica, dialectica en retorica (van Eemeren & Grootendorst, 1993). Een van deze sofisten was Aristoteles ( v.chr.). Aristoteles was de leerling van Plato. De klassieke logica die Aristoteles ontwikkeld heeft, heette bij hem analytica. (In de oudheid werd de logica ook nog wel eens aangeduid als dialectica.) Dialectica stond bij Aristoteles voor de kunst van debat (van Eemeren & Grootendorst, 1993). Volgens Aristoteles was de betekenis van retorica: het vermogen om in elke situatie in te zien wat overtuigend is. 10

11 Inzien is hierbij een belangrijk sleutelwoord. Inzien is namelijk al een kunst op zich. In situaties inzien wat het juiste is om te doen is moeilijk en niet iedereen kan dit. Dit maakt dat de retorica volgens Aristoteles erg complex is, doordat men moet kunnen inzien wat in een bepaalde situatie overtuigend is. Uiteindelijk werd het binnen de samenleving van de oude Grieken dus erg belangrijk dat men welbespraakt was. Politieke beslissingen werden genomen in de volksvergaderingen. Alle volwassen mannen maakten hier deel vanuit. Er was hier dus sprake van directe democratie. De burgers stemden op deze volksvergaderingen zelf over wetsvoorstellen en de uitkomst werd bepaald door de meerderheid. De vergaderingen en debatten werden gehouden op pleinen in de stad, maar er waren ook erg veel burgers die ervoor kozen om niet mee te doen aan deze vergaderingen (Verkiezingen bij de oude Grieken, sd). Toespraken waren bij meer gelegenheden zeer gebruikelijk en dus was het belangrijk dat men vaardig was in het spreken. Hier hielpen de sofisten bij. De sofisten waren leraren die tegen betaling lesgaven in ethiek, logica en retorica. Deze leraren waren erg populair. De sofisten konden gelijk krijgen, alleen al door hun goede redevoering. Bekende sofisten waren Gorgias, Socrates, Plato en Aristoteles. Veel ambitieuze Grieken kozen ervoor om lessen te volgen bij een sofist. Gorgias (ca v.chr.) wordt ook wel gezien als de vader van de retorica. Volgens hem was retorica de kunst van het overtuigen. Hij ging als een van de eersten zijn teksten versieren. Hij gebruikte hierbij mooie woorden en kwam met nieuwe retorische figuren. Gorgias is de grondlegger van de officia oratoris. Deze vijf officia zullen in aan bod komen (Antieke retoriek: stijlvol overtuigen samenvatting, Academisch jaar 2014/2015). Uiteindelijk verschoof het zwaartepunt van de retorica naar Rome, waar onder andere Cicero ( v.chr.) leefde. Hij schreef een belangrijk boek over stijl: Orator. De argumentatietheorieën hebben zich verder ontwikkeld en in deze periode zijn er veel nieuwe sofisten bij gekomen. In de loop der jaren zijn er veel meer theorieën bedacht en zo zijn uiteindelijk ook de moderne argumentatietheorieën gevormd. Samenvattend luidt het antwoord op de vraag hoe de argumentatietheorie is ontstaan: 11

12 Het ontstaan van de argumentatietheorie is begonnen in de oudheid. Meer mensen gingen nadenken over de verklaringen voor natuurverschijnselen. De verklaringen van mensen lagen echter uit elkaar en er ontstonden discussies. Deze discussies riepen op hun beurt de vraag op wat goede argumentatie was. Er kwamen sofisten die lesgaven in onder andere argumentatie. De argumentatietheorieën hebben zich gedurende de eeuwen ontwikkeld en zo zijn uiteindelijk de moderne argumentatietheorieën tot stand gekomen. 12

13 H2 Kwaliteiten van een betoog 2.1 Deelvraag: Welke factoren hebben invloed op de kwaliteit van een betoog? Ethos, pathos en logos Volgens Aristoteles zijn er drie manieren waarop men kan overtuigen. Door deze drie manieren te combineren komt men tot een speech. Ethos houdt in dat het publiek wordt overtuigd door het karakter van de spreker. De spreker moet hierbij aantonen dat hij beschikt over praktische kennis, een deugdzaam karakter en een goede wil. Pathos houdt in dat de spreker inspeelt op de emoties van het publiek. Een spreker moet hierbij rekening houden met de emotie die in het publiek leeft en moet het betoog hier dan ook op afstemmen. Een politicus kan dit bijvoorbeeld doen door een verhaal over zijn jeugd te delen. Bij logos gaat het om de overtuigingskracht van de argumentatie. Hierbij worden er vooral feiten gedeeld om de argumenten te ondersteunen (Overtuigtip De middelen van overtuiging volgens Aristoteles, 2017) Officia oratoris van Gorgias De vijf officia zijn de vijf taken van de redenaar. Dit zijn de vaardigheden en competenties die een redenaar helpen om effectief te zijn in zijn redevoeringen. De eerste drie officia gaan vooral over de voorbereiding en de laatste twee gaan vooral over de presentatie. Hieronder zullen deze vijf officia nader toegelicht worden: 1. Inventio vinding Bij de inventio gaat het om de vinding van de argumentatie. Hierbij gaat het dus om het onderwerp en de juistheid van de argumenten: de inhoud van de speech (Mansilla, 2015). 2. Dispositio ordening Het doel van de dispositio is het juist ordenen van de ideeën die zijn opgedaan bij de inventio. Dit kan vergeleken worden met de opstelling van soldaten tijdens een gevecht. Een juiste opstelling van de soldaten is belangrijk om de kracht van de soldaten optimaal te gebruiken 13

14 (zie 3.1). Dit is ook het geval bij argumenten: de argumenten moeten juist geordend worden, om zo veel mogelijk indruk op het publiek te maken. De dispositio zal verder worden toegelicht in hoofdstuk 3 (Mansilla, 2015). 3. Elocutio verwoording Bij de elocutio is het doel om zo gepast mogelijk gebruik te maken van de taal. Dit kan bijvoorbeeld door figuurlijk taalgebruik of een bepaalde stijl te gebruiken. Het is belangrijk dat men de elocutio aanpast op zijn publiek. In hoofdstuk 4 zal verder worden ingegaan op de elocutio (Mansilla, 2015). 4. Memoria onthouden Bij de memoria gaat het erom dat de redenaar zorgt dat zijn publiek hem onthoudt. Hierbij zijn verschillende factoren belangrijk. De redenaar kan gebruik maken van middelen om het onthouden makkelijker te maken, maar daarbij is ook de presentatie belangrijk (Mansilla, 2015). 5. Actio voordracht Bij de actio gaat het om de presentatie van de redenaar. Het is belangrijk dat de redenaar een goede houding heeft en op een juiste manier contact maakt met zijn publiek. Dit kan effect hebben op de memoria (Mansilla, 2015). Samenvattend luidt het antwoord op de vraag welke factoren invloed hebben op de kwaliteit van een betoog: Volgens Aristoteles waren er drie manieren waarop men kon overtuigen: ethos (karakter), pathos (emotie) en logos (argumentatie). Verder hebben de officia oratoris ook effect op het succes van de speech: de inventio (vinding), dispositio (ordening), elocutio (verwoording), memoria (onthouden) en de actio (presentatie). In het kader van dit profielwerkstuk richt men zich op de effecten van de elocutio en de dispositio. Deze komen in de volgende hoofdstukken aan bod. 14

15 H3 de dispositio 3.1 Deelvraag: Hoe wordt een speech juist geordend volgens de klassieke retorica? Nadat de inhoud van een speech vastgesteld is, is het belangrijk om deze inhoud strategisch te ordenen. Onder ordenen wordt hier verstaan: het geven van de volgorde die de inhoudselementen in de lopende tekst krijgen (Braet, 2007). Klassieke retorici waren van mening dat ze het beste hun betoog zo konden ordenen, dat er wordt begonnen met een sterk argument, gevolgd door een middenstuk van de zwakkere argumenten en vervolgens weer te eindigen met een sterk argument. Met het eerste sterke argument pakt men de aandacht. Hierdoor wordt het publiek nieuwsgierig om verder te luisteren. Er volgen zwakkere argumenten en door te eindigen met het sterkste argument blijft dit het beste hangen. Dit wordt ook wel de nestoriaanse opstelling genoemd, omdat in de Ilias beschreven werd door Homerus hoe Nestor zijn zwakste soldaten in het midden plaatste en zijn sterkste soldaten aan de flanken (Dekker, 2013). Deze opstelling werd gebruikt om de kracht van de soldaten optimaal te benutten. Zoals Nestor zijn sterkere en zwakkere soldaten opstelde, zo kunnen ook sterkere en zwakkere argumenten gerangschikt worden in een speech. Dit is de reden dat dit de nestoriaanse opstelling wordt genoemd. Bij het ordenen van de inhoud is het belangrijk dat er zoveel mogelijk aandacht, begrip en aanvaarding wordt verkregen. Dit wordt vaak gedaan door gebruik te maken van de standaard opbouw, maar men kan ook afwijken van deze opbouw. Daar zijn vier mogelijkheden voor: toevoeging, weglating, verplaatsing en vervanging. Dit kan verder uitgelegd worden aan de hand van een cijferreeks. Toevoeging: 1, 2, 3, 4, 7 Weglating: 1, 2,, 4 Verplaatsing: 1, 3, 2, 4 Vervanging: 1, 2, 5, 4 (Braet, 2007) Een klassiek betoog heeft de volgende opbouw: 1. Exordium 2. Narratio 3. Propositio 15

16 4. Partitio 5. Argumentatio 5.1 Confirmatio 5.2 Refutatio 6. Digressio 7. Peroratio 7.1 Recapitulatie 7.2 Emotionering 1. Exordium Het exordium is ook wel de inleiding. In de inleiding moet de aandacht getrokken worden; er moet een positieve indruk gewekt worden; het publiek moet gunstig gestemd worden en welwillend gemaakt worden (captatio benevolentiae); en de relevantie van het betoog moet aangetoond worden. Er is een aantal eisen voor deze inleiding: De spreker plaatst de discussie in een algemene context, om zo de relatie tussen de context en het debat duidelijk te maken; De spreker toont zijn motivatie voor het betoog, om zo zijn relatie tot het debat duidelijk te maken; De spreker probeert het publiek bij het betoog te betrekken, om zo zijn relatie met het publiek te versterken; De spreker plaatst zichzelf tegenover zijn tegenstander, om zo de relatie met zijn tegenstander te verduidelijken; De spreker laat het slot (peroratio) aansluiten op de inleiding (exordium), om zo het betoog tot een samenhangend geheel te krijgen (dit is dan een cirkelstructuur) (Verplaetse). Er is een aantal veel gebruikte middelen om de aandacht te trekken in het exordium: - Anekdote: er wordt een kort amusant verhaaltje verteld, om het publiek juist te stemmen. Bijvoorbeeld: een grap over een man die in de trein zijn hond gaat borstelen, kan een betoog over het toestaan van dieren in de trein inluiden. 16

17 - Actualiteit: er wordt ingespeeld op de actualiteit, om het belang van het onderwerp aan te kaarten. Bijvoorbeeld; er wordt een nieuwsbericht over Syrië gebruikt, om een tekst over oorlog in te leiden en de ernst ervan aan te duiden. - (Radicale) stelling: er wordt een radicale stelling gebruikt, om het publiek wakker te schudden. Bijvoorbeeld: alle kinderen van het van het vmbo zijn dom kan een betoog inleiden die dit bevestigt, of juist weerlegd. - Retorische vraag: er wordt een retorische vraag gesteld om het publiek alvast na te laten denken over het onderwerp. Bijvoorbeeld: hoe vinden we nou werkelijk dat het gaat met de economie? kan een betoog inleiden dat ingaat op de economie van Nederland. 2. Narratio In de narratio wordt men geïnformeerd over de feiten van de discussie, bij voorkeur in chronologische volgorde. De chronologische volgorde zorgt voor verduidelijking van de zaak. De narratio wordt vaak weggelaten, maar wordt wel vaak gebruik als het gaat over een misdrijf om een duidelijk beeld te schetsen. Er is een aantal eisen voor de narratio: Het is bondig. Dit betekent dat alleen de noodzakelijk informatie gedeeld wordt; Het is helder. Dit betekent dat de feiten op een duidelijke manier uiteengezet worden; Het is constructief. Dit betekent dat de feiten zo gepresenteerd worden dat de argumentatie daarop voortbouwt; Het is handig als het subtiel partijdig is. Dit betekent dat de spreker de feiten licht in zijn voordeel presenteert; Het is psychologisch aannemelijk. Dit betekent dat de spreker een verhaal geloofwaardig vertelt (Verplaetse). 3. Propositio De propositio is de stellingname. Het hoofdstandpunt wordt hier geformuleerd. Er is een aantal eisen voor de propositio: 17

18 De spreker is stellig. Hiermee wordt bedoeld dat de spreker overtuigd is van zijn eigen standpunt; De spreker is helder. Hiermee wordt bedoeld dat de spreker duidelijk is over wat zijn standpunt; De spreker is zich bewust van het controversiële karakter van zijn betoog en zal het publiek indien nodig geruststellen (Verplaetse). 4. Partitio In de partitio wordt de indeling van de argumentatie duidelijk. De hoofdonderdelen van de argumentatie worden hier opgesomd. Er is een aantal eisen voor de partitio: Het is algemeen. Dit houdt in dat de spreker tijdens het overzicht nog geen details deelt; Het is duidelijk. Dit houdt in dat de spreker ervoor zorgt dat het publiek de argumentatie nodig heeft om deze samenvatting te begrijpen (zo wordt een vicieuze cirkel tussen samenvatting en argumentatie vermeden); Het is bondig, maar niet monotoon. Dit houdt in dat de spreker zich bewust is dat dit deel saai kan zijn en het dus kort houdt en er wellicht een verrassend element in verwerkt; De tegenpartij wordt gerespecteerd. Dit houdt in dat de argumenten gelijk worden aangekondigd als de weerlegde argumenten; Het belang van de argumenten wordt gewogen. Dit houdt in dat de argumenten op belangrijkheid zijn geschikt; Technische taal wordt vermeden. Dit houdt in dat de partitio in natuurlijke taal wordt gesproken (Verplaetse). 5. Argumentatio In de argumentatio wordt het publiek overtuigd van het standpunt. De argumentatio bestaat uit twee onderdelen: 5.1 Confirmatio In de confirmatio worden alle argumenten voor het hoofdstandpunt gedeeld. 18

19 Er is een aantal eisen voor de confirmatio: Er is een vaste volgorde tussen confirmatio en refutatio, vaak wordt de confirmatio als eerste behandeld en de refutatio volgt (dit kan echter andersom afhankelijk van publieke opinie en sterkte van de te weerleggen argumenten); Er wordt sterk begonnen en geëindigd. Hierbij wordt er gewerkt met de nestoriaanse opstelling (zie blz. 15); de volgorde is logisch. Dit houdt in dat de volgorde volgens de aard van de argumenten is (van algemeen naar bijzonder etc.); Er wordt gewerkt met het miniatuur- of fractaalprincipe. Dit houdt in dat ieder argument is opgebouwd volgens de opbouw van een klassiek betoog (Verplaetse). 5.2 Refutatio In de refutatio worden de (belangrijkste) tegenargumenten weerlegd. Er zijn twee eisen voor de refutatio: Er wordt een juiste samenvatting van de tegenargumenten gegeven; Er wordt een beperkte selectie gemaakt van tegenargumenten. Hierbij moeten alleen de belangrijkste tegenargumenten worden weerlegd (Verplaetse). 6. Digressio De digressio is ook wel de uitweiding. In de digressio wordt het publiek voor zich gewonnen. Het is niet per se betogend, eerder beschrijvend. De strakheid van het betoog wordt daardoor doorbroken en het thema wordt levendig voor het publiek, daardoor speelt men in op de gevoelens van het publiek (Verplaetse). 7. Peroratio De peroratio is ook wel het slot en bestaat uit twee delen: 7.1 Recapitulatie Tijdens de recapitulatie wordt het betoog samengevat. De hoofdargumenten worden hierbij herhaald en het hoofdstandpunt wordt bewezen verklaard (Braet, 2007). 7.2 Emotionering Bij de emotionering wordt het publiek via emotie voor zich gewonnen. 19

20 Er zijn twee eisen voor de emotionering: Er is sprake van een cirkelstructuur. Hierbij zorgt de spreker ervoor dat het slot aansluit bij de inleiding; De spreker moet geloofwaardig blijven (Verplaetse). Er kunnen aanpassingen gedaan worden aan deze klassieke ordening. Zo wordt in politieke toespraken vaak de narratio weggelaten, omdat de spreker geen uiteenzetting van een misdrijf hoeft te geven. Wel worden er andere informatieve passages toegevoegd, met betrekking tot oud beleid en nieuw beleid bijvoorbeeld. De overige onderdelen (exordium peroratio) worden wel gebruikt. De inhoud van deze onderdelen kan per situatie verschillen. In politieke toespraken beroept men zich bijvoorbeeld in het slot vaak op emoties als bezorgdheid of angst (als het beleid niet verandert, dan ), terwijl bij strafrechtelijke zaken er vaak wordt beroepen op emoties als verontwaardiging en medelijden (Braet, 2007). Wat ook vaak gebeurd is dat in gelegenheidsredes de narratio en de argumentatio gecombineerd worden. Daarbij worden gelegenheidsredes en politieke toespraken ook vaak gecombineerd. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de troonrede, die koning Willem- Alexander elk jaar houdt. Politieke en gerechtelijke redes worden ook wel gecombineerd, maar minder vaak (Braet, 2007). Ook in reclameboodschappen is de klassieke ordening vaak verwerkt. Hierbij wordt vaak de zogenaamde AIDA-formule gehanteerd. Eerst moet de reclameboodschap Attention opwekken (vergelijk met exordium), vervolgens Interest voor het aangeboden product, (vergelijk met informatieve functie van narratio) om vervolgens Desire op te wekken (vergelijk met argumentatio) om tot Action over te gaan (vergelijk met peroratio), om het product ook daadwerkelijk aan te schaffen (Braet, 2007). Samenvattend luidt het antwoord op de vraag wat de juiste ordening is voor een speech volgens de klassieke retorica: Binnen de klassieke retorica is er een vaste indeling van de speech. Deze bestaat uit een exordium, een narratio, een propositio, een partitio, een argumentatio (bestaat uit een 20

21 confirmatio (argumenten voor het standpunt) en een refutatio (tegenargumenten worden weerlegd)), een digressio en de peroratio (het slot, dat bestaat uit een recapitulatie (samenvatting) en een emotionering (overtuiging op basis van emotie)). 21

22 H4 de elocutio Binnen de retorica is het niet alleen belangrijk wat de overtuigende argumenten zijn, maar ook hoe deze argumenten verwoord zijn. De verwoording kan men bekijken op grotere en op kleinere schaal. Zo kan men kijken naar de woordkeuze, zinsbouw of zelfs de stijl van alinea s. Er zijn veel stijlschalen waaruit gekozen kan worden. Zo kan men kiezen voor een informeel, makkelijk betoog, of een formeel, moeilijk betoog. Hierbij wordt er onderscheid gemaakt tussen de uitersten van de schalen, terwijl het er eigenlijk om gaat dat het juiste evenwicht gevonden wordt. Verder is het ook zo dat de stijlmiddelen in het exordium en de peroratie anders zijn dan de stijl in de narratio en de argumentatio. Bij een strafzaak zijn er ook andere stijlmiddelen effectief dan bij een politiek betoog (Braet, 2007). Cicero ( v.chr.) heeft een belangrijk boek geschreven over stijl: Orator. Hij was ervan overtuigd dat zijn succes als redenaar meer het gevolg was van zijn stijl dan van zijn argumentatie. Toch bestaat er ook zoiets als de drogreden effort justification. Dit houdt in dat Cicero meer aandacht en moeite in zijn stijl heeft gestopt dan in de argumentatie en dat hij daarom misschien wel ten onrechte dacht dat de stijl meer effect veroorzaakte (Braet, 2007). Als waar Cicero van overtuigd was, waar zou zijn, dan zou er ook een gevaar aan een perfecte elocutio kunnen zitten. Bij een goede verwoording bestaat er een kans dat relatief slechte argumenten als goed worden beoordeeld, omdat de verwoording is aangepast op het te bereiken publiek. De verwoording kan in dat geval zo goed zijn dat de beoordelaars daardoor beïnvloed worden en de argumentatie niet meer op waarde kunnen schatten. 22

23 4.1 Deelvraag: Aan welke stijldeugden moet een speech voldoen? Het taalgebruik moet aan vier stijldeugden (virtutes dicendi), oftewel eisen, voldoen: latinitas, perspicuitas, ornatus en decorum. Dit zijn de Latijnse termen voor: correctheid, duidelijkheid, aantrekkelijkheid en passendheid. In de volgende alinea s zullen deze termen toegelicht worden (Braet, 2007). Latinitas (correctheid) De Latinitas staat voor grammaticale correctheid (Vermeulen, sd). De woordkeuze en de zinsbouw moeten foutloos zijn. In de context van dit profielwerkstuk houdt dit dus correct gebruik van de Nederlandse taal in. Bij een geschreven betoog wordt hier ook gelet op juiste spelling en bij een mondelinge overdracht wordt hier ook gelet op juiste uitspraak. Deze stijldeugd is een basisvoorwaarde en staat los van het doel of van het publiek. Als men voldoet aan deze voorwaarde is er niet per se eer mee te behalen, maar als men niet aan deze voorwaarde voldoet is er wel verlies te behalen (Braet, 2007). Perspicuitas (duidelijkheid) De perspicuitas staat voor duidelijk gebruik van de taal (Vermeulen, sd). Dit is belangrijk om begrepen te worden door het publiek. Het begrip begrijpelijkheid is dus nauw aan deze deugd verbonden. Duidelijkheid heeft invloed op de woordkeuze en op de zinsbouw. Zo moet de woordkeuze aangepast worden aan het publiek. Zo kan men bijvoorbeeld bij een groep professoren andere termen gebruiken dan bij een groep middelbare scholieren. Wat betreft zinsbouw, gaat het vooral om de lengte en de bouw van de zin. Een zin moet niet te lang zijn, omdat men dan zijn concentratie verliest. Gedurende de jaren zijn zinnen korter geworden (wellicht omdat mensen hun concentratie minder lang kunnen bewaren). Een voorbeeld is de Troonrede, die steeds korter is geworden in de loop van de vorige eeuw. In de zinsbouw is het belangrijk dat de kern van de zin duidelijk is en dat daar niet al te veel omheen gedraaid wordt (Braet, 2007). Ornatus (aantrekkelijkheid) De ornatus staat voor de verfraaiing of versiering (Vermeulen, sd). Dit deel van de elocutio krijgt over het algemeen de meeste aandacht. Bij de ornatus gaat het om de afwijkende vormen van het taalgebruik. Deze verfraaiende vormen maken het betoog aantrekkelijker voor het publiek. De afwijkende vormen worden ook wel figurae genoemd en splitsen in 23

24 twee categorieën: tropi (beeldspraak) en de figurae in engere zin (stijlfiguren). Bij beeldspraak benoemt men iets/iemand niet direct, maar wordt er gebruik gemaakt van een beeld om iets/iemand te typeren (IBLUX, sd). Stijlfiguren worden gebruikt om indruk te maken op het publiek, hierbij wordt hetgeen men wil zeggen sterker of treffender uitgedrukt (IBLUX, Stijlfiguren, sd). Volgens Quintilianus ( n. Chr.) kon de ornatus bijdragen aan de aanvaarding. Hij dacht dat als men met genoegen en plezier luisterde, men beter oplette en zo ook beter bereid is een stelling aan te nemen en zo dus met zijn/haar bewondering wordt meegesleept (Braet, 2007). Het is wel zo dat de verfraaiing natuurlijk moet blijven: het moet aansluiten bij de gelegenheid. Bij de analyse van de speeches is er geanalyseerd op basis van de ornatus. Decorum (passendheid) Het decorum staat voor de passendheid van de verwoording. Fijngevoeligheid is hier vereist, omdat men goed moet kunnen aanvoelen wat kan en wat niet kan in bepaalde situaties. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee vormen van passendheid: een tekst-interne en een tekst-externe vorm. - Voor de tekst-interne vorm geldt dat de formulering moet passen bij de context. Zo moet een woord in de zin passen en de zin weer passen bij de zinnen om hem heen. Ook moet de stijl passen bij het deel van het betoog (exordium en argumentatio verschillen bijvoorbeeld van stijl) en het genre van het betoog. - Voor de tekst-externe vorm geldt dat de formulering moet passen bij de spreker, het onderwerp, het publiek en de gelegenheid. Zo kan bijvoorbeeld een burgemeester zich andere dingen veroorloven dan de president van de Verenigde Staten. (Braet, 2007) Samenvattend luidt het antwoord op de vraag aan welke stijldeugden een speech moet voldoen: De vier stijldeugden zijn de latinitas, de perspicuitas, de ornatus en het decorum. De latinitas staat voor de grammaticale correctheid; de perspicuitas staat voor duidelijk gebruik van de taal; de ornatus staat voor de verfraaiing of de versiering en het decorum staat voor de passendheid van de verwoording. 24

25 Er zijn dus heel veel verschillende stijlfiguren en soorten beeldspraak. Hieronder zullen behandeld worden die in de geanalyseerde speeches verwerkt zijn: Aanspreking: Het aanspreken van het publiek door middel van je/u. Alliteratie: De beginklanken van woorden die niet te ver van elkaar verwijderd staan zijn gelijk. Anafoor: Herhaling van een woord of woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinsdelen of zinnen. Anekdote: Een grappig of opmerkelijk verhaal dat vooral in de inleiding gebruikt wordt om de aandacht van het publiek te krijgen. Antithese: Als tegengestelde begrippen of gedachten tegenover elkaar geplaatst zijn. Drieslag: Opsomming van drie woorden, zinsdelen of zinnen. Dubitatie: Door de spreker gewende twijfel aan het eigen kunnen om de taak waarvoor hij op dat moment staat te volbrengen. Ellips: Het weglaten van een of meer woorden in een zin die er eigenlijk wel zouden moeten staan om de zin compleet te maken en de betekenis helemaal duidelijk te krijgen. Epitheton: Het toevoegen van een karakteriserende bepaling bij een begrip. Dit is dan een bijvoeglijke bepaling bij een naamwoord, maar een bijwoordelijke bepaling kan dezelfde functie hebben. Fictio personae: Het gebruik maken van persoonsnamen in een speech. inclusief we: Het gebruiken van we in de betekenis van ik (spreker) en jullie (publiek). Metafoor: De bedoelde zaak wordt vervangen door het vergelijkende beeld. Hierbij staan zaak en beeld niet allebei in de tekst. Opsomming: Een opsomming van woorden, woordgroepen en zinnen. Parallellisme: Zinsdelen of zinnen die grammaticaal op dezelfde wijze zijn opgebouwd. Personificatie: Metafoor waarbij abstracties/levenloze dingen als levende wezens worden voorgesteld of eigenschappen van levende wezens krijgen. Prolepsis: Het grammaticaal geïsoleerd vooropplaatsen van een woord of woordgroep waar men nadruk op wil leggen. Quaestie: Een reeks van twee of meer vragen, die vaak retorisch zijn of door de spreker zelf beantwoord worden. Retorische vraag: Een emotionele uiting in vraagvorm. Totum pro parte: Het omgekeerde van een pars pro toto. Hierbij wordt het geheel gebruikt om een deel aan te tonen. 25

26 Understatement: Er wordt een te zwakke uitdrukking gebruikt om iets groters aan te duiden. Dit is het tegenovergestelde van een hyperbool, waar overdreven wordt. Vergelijking: Een metafoor waarbij de te verbeelden zaak en het vergelijkende beeld beide worden genoemd. Zaak en beeld worden hierbij dus allebei genoemd. Dit kan met of zonder verbindingswoord. (Braet, 2007) 26

27 H5 Analyse van de speeches 5.1 Analyse speech Lodewijk Asscher (gehouden op 15 januari 2017 te Maarssen) Om te beginnen zullen de eerste vijfhonderd woorden worden geanalyseerd op de verwoording. Op basis van de eerste vijfhonderd woorden zal de speech ook beoordeeld worden op de verwoording. De beeldspraak en stijlfiguren zullen hierbij aangekaart worden. Verder zal er in de speech aangegeven staan hoe het geordend is. Allereerst volgt een samenvatting van de opvallende aspecten van de speech Samenvatting analyse speech Asscher De klassieke ordening is moeilijk te herkennen in deze speech. Een duidelijke opbouw mist. Asscher maakt gebruik van drie exordia. Hierbij deelt hij dus zijn speech op in drie delen. In deze drie delen probeert hij telkens een ander aspect aan te kaarten. Verder gebruikt hij geen narratio. Ook maakt hij maar één keer gebruik van de partitio. Hierin geeft hij (in het derde deel van de speech) een aantal argumenten achter elkaar weer. De propositio komt vaker voor in de speech. Er zijn meerdere stellingnames gedurende de speech. Deze staan redelijk op zichzelf en dus niet direct na de partitio, zoals het geval zou zijn bij de ordening volgens de klassieke retorica. Ook maakt hij weinig gebruik van de confirmatio en veel van de refutatio. Dit houdt dus in dat hij vooral veel tegenargumenten weerlegt. Opvallend is dat de speech dus bestaat uit meerdere delen, maar niet elk deel eindigt met een peroratio. Asscher maakt binnen zijn speech veel gebruik van metaforen, zoals niet lukken zonder kleerscheuren in regel 25. Door veel gebruik te maken van metaforen, prikkelt hij de geest van het publiek. Door de metaforen gaat men in beelden denken en zo kan dit helpen bij het opwekken van het gewenste effect. Het publiek zal hierdoor ook beter de aandacht erbij houden. Hij maakt ook veel gebruik van de antithese, zoals winst of verlies in regel 6. Dit is een stijlfiguur, waarbij tegengestelde begrippen gecombineerd worden om ze meer te benadrukken. De boodschap die overgebracht dient te worden, krijgt zo meer effect. Ook worden in deze speech vaak begrippen of aspecten in drievoud verkondigd. Dit heeft eenzelfde soort effect als de drieslag, die overigens ook gebruikt wordt in regel 8 ( vrolijk, hoopvol, trots ). Ons kortetermijngeheugen kan maar beperkt dingen onthouden. Het beste 27

28 kan men drie dingen onthouden. Als men begrippen dus combineert in drievoud, onthoudt men dit sneller. Daarbij herkent men het getal drie als een patroon. Als de spreker iets in drievoud presenteert kent men sneller samenhang toe en wil men dit als patroon onthouden (Communicatie, 2014). Over het algemeen heeft Asscher dus de verschillende onderdelen van de klassieke speech veelal door elkaar gebruikt en staat weinig in de juiste klassieke volgorde. Wel probeert Asscher aansluiting te vinden op zijn publiek. Hij maakt veel gebruik van persoonlijke passages over zichzelf en zijn kinderen. Zo vertelt hij over zijn zaterdagochtend langs het voetbalveld en over een herkenbare situatie op vakantie, waar mensen reageren op het feit dat hij uit Nederland komt. Hij probeert eenheid te creëren. Dit doet hij ook door veel het begrip samen te gebruiken. Dit begrip is dan ook geel gehighlight in de tekst. Ook gebruikt hij veel het inclusief we. Door veel over wij en ons te praten vergroot hij het gevoel van eenheid en verkleint hij het autoritaire verschil tussen hem en zijn publiek. 28

29 5.1.2 Speech Lodewijk Asscher (De Redactie, 2017) Net als veel ouders sta ik vaak op zaterdagochtend langs het voetbalveld. Soms al heel vroeg. Kou kleumend kijk ik naar de jongens van de F5: Het voetbalteam van mijn zoon van 9. Zie ze hollen over het bedauwde veld in hun blauw-witte tenues. Abel, Cem, Jaap, Mouad, Justin, Luca en Anass. Ze spelen samen, winnen samen, en soms: of eigenlijk best vaak verliezen ze samen. Maar winst of verlies, Kou of zonneschijn, ik sta te genieten. Te genieten van dat nonchalante, het vrolijke en die vanzelfsprekende vriendschap. Dan voel ik me vrolijk. Hoopvol. Trots. Maar hoe gaat het straks? Krijgen die jongens straks allemaal dezelfde kansen? Leren we ze samenwerken? Of leren we ze elkaar te wantrouwen als ze groter worden? Ik hoop het eerste, maar vrees het laatste. Kunnen we het eigenlijk nog samen? Dit is een land waarin samenwerken ons altijd vooruit heeft gebracht. Nu hoor je daar vooral cynisch geschamper over. De bereidheid om naar elkaar te luisteren is verdacht. Maar wat eraan dat idee ten grondslag lag, is de bereidheid om ondanks grote verschillen in overtuiging en achtergrond, altijd gelijke grond te zoeken. Het zit in ons DNA, in ons beroemde Polder Model, in de manier waarop we onze kinderen opvoeden. Het is zo typisch Nederlands. Want we wisten: Om iets te bereiken, zal je samen moeten werken. In je eentje hou je het water niet tegen. Samenwerken, ook als de omstandigheden verre van ideaal zijn, en ook als het is met iemand - of met een partij - met wie je wel verantwoordelijkheidsgevoel voor Nederland deelt, maar verder nagenoeg niets. Dat maakt ook dat ik zo trots ben op de PvdA en mijn collega s. Toen het economisch heel slecht ging met Nederland, zijn wij niet aan de kant blijven staan. Maar hebben wij onze verantwoordelijkheid genomen. We hebben onze mouwen opgestroopt om het land weer vooruit te helpen. Dat past in onze traditie. 29

30 Het was geen makkelijke opdracht. Het is ook niet gelukt zonder kleerscheuren. Maar ik ben trots dat wij niet alleen toeschouwers of commentatoren zijn gebleven. In de ergste economische crisis in decennia, ben ik als Minister van Sociale Zaken naar Den Haag gekomen. Vier jaar lang ben ik daarbij mijn morele kompas blijven volgen en heb ik tegenwicht geboden aan de Ieder Voor Zich -filosofie van de VVD. In de krant lees ik dat de VVD me onbuigzaam noemt. Ik noem het liever principieel. Iedereen die mij kent, weet dat ik voor mijn afspraken sta, maar je dient je wel te beseffen dat ik nooit onderhandel voor mezelf, maar voor de mensen die wij vertegenwoordigen. Ik heb gestreden voor onze idealen: Het terugbrengen van de werkloosheid in tijden van crisis, voor jong en oud, het bouwen aan meer zekerheid voor werknemers, in een economie die razendsnel verandert, of ze nu op zoek zijn naar een vaste baan of als zelfstandige hun ambities willen waarmaken. We hebben, als een team, de PvdA in Kamer en Kabinet, belangrijke resultaten geboekt. De banken werden aan strenge (500 WOORDEN) regels onderworpen. Roekeloos gedrag door sprinkhaan investeerders is aan banden gelegd en bonussen en topbeloningen gaan fors omlaag. Voor honderdduizenden jongeren gaat hun minimumjeugdloon juist omhoog. 120 duizenden leerlingen in het beroepsonderwijs krijgen eindelijk een OV-kaart. En kinderen in arme gezinnen kunnen weer gratis sporten, naar het theater of muziekles. Om de planeet voor onze kinderen te beschermen bouwen we windmolens en sluiten we kolencentrales. Nederland maakt een ongekende inhaalslag op het gebied van energie en duurzaamheid. Van mensen die het goed hebben vroegen we iets extra s. Zodat we mensen met een laag inkomen in de crisis konden steunen. De werkloosheid daalt. De economische groei neemt toe. En het aantal vaste contracten stijgt, voor het eerst in vele jaren. En daar mogen we met recht trots op zijn. Nederland staat er veel beter voor dan bij de start van dit kabinet. Maar, dames en heren, ik zal de eerste zijn om toe te geven: er is nog heel veel werk te doen. Er is onvrede. Een onzekerheid die het soms bemoeilijkt om nog naar elkaar te luisteren. Velen van ons leven met de angst langzaam te verliezen wat we hebben en wie we zijn. Onze 30

31 vrijheid, onze openheid. Door de blijvende dreiging van de terreur van IS, door het gevaar van radicaliserende jongeren van Syrië-gangers, die nota bene hier als Nederlander zijn geboren en opgegroeid, door criminelen uit veilige landen die ten koste van echte vluchtelingen, misbruik maken van ons asielsysteem wordt de wil om uit te blijven gaan van het goede soms behoorlijk op de proef gesteld. Nederland kan alleen een sociaal land zijn als we een veilig land zijn. Ik zal nooit aarzelen om onze veiligheid te verdedigen als dat nodig is. Door krachtig op te treden tegen extremisten en wapens in te zetten tegen terroristen. Veel van ons voelen een knagende angst dat de door ons bevochte vrijheid en gelijkheid langzaam maar zeker wegglipt. Dat als we niet ingrijpen het straks heel gewoon is om je in bepaalde buurten onveilig te voelen als vrouw, als homo, als jood. Dat zal ik nooit accepteren. Maar velen van ons leven ook met de angst dat je hier als tweederangsburgers wordt behandeld. Dat je nooit geaccepteerd wordt. Dat je wordt uitgesloten, hoe goed je je best ook doet. Doordat de mensen die in iedere Ahmed een gevaar zien, de macht grijpen. Daarom ik zeg u: Echte problemen lossen we op. Maar zondebokpolitiek kan niet, en zal niet en mag nooit ons antwoord zijn. Dát, is de ideologische strijd waar het om gaat deze verkiezingen: Politiek gaat over de vraag in wat voor land je wilt leven. Wat delen wij met elkaar? Wie willen we zijn? Ligt de toekomt van Nederland in angst, in beperken van vrijheden, in het afbreken van rechten, of ligt de toekomst van Nederland in samenwerking, opkomen voor elkaar en vooruitgang? Ik ben er van overtuigd dat verreweg de meeste van de zeventien miljoen eigenzinnige eigenwijze Nederlanders weten dat we verder komen als we het samen doen. Tegenover al het geschamper en geschreeuw, wil ik die mensen een stem geven! Dames en heren, Heeft u ook wel eens gehad dat je op vakantie in het buitenland iemand vertelt dat je uit Nederland komt. Hoe bewonderend en enthousiast mensen dan reageren. Dat aardige en soms 31

32 een beetje malle land, met die goeie voetballers. Cruijff, Gullit, Rijkaard. Dat land waar de mensen open zijn, vrij, waar je als je op straat loopt zo bij de mensen naar binnen kan kijken. En waar je anders mag denken en anders mag zijn en er toch gewoon bij hoort. Dat land waar de mensen voor elkaar zorgen, met een ongekend stelsel van sociale en medische voorzieningen. Allemaal voor elkaar gebokst omdat mensen wisten dat we samen meer voor elkaar konden krijgen dan alleen. Die trots. Die staat onder druk. Het is zo kwetsbaar. Zo fragiel. Het zou mooi zijn als we weer net zo hoopvol, en weer net zo overtuigd en ongegeneerd trots zijn op ons land. Dat kan ook. Toen ik vorig jaar terug vloog uit Irak, waar ik als vicepremier onze dappere troepen had bezocht, voelde ik het heel intens. Wij hebben hier alles in handen om van Nederland het mooiste land van de wereld te maken. We zijn het onze kinderen verplicht. Er zijn hier zoveel dingen zo goed geregeld. En tegelijk kan het zoveel beter. Een mooie en hoopvolle toekomst vraagt dat we NU de juiste keuzes maken. Het alternatief zien we om ons heen. Aanstaande vrijdag wordt Trump geïnstalleerd als president van de Verenigde Staten. Hij wordt daarmee de machtigste man ter wereld. Hij wil Amerika weer great maken. Ik houd mijn hart voor vast wat hij allemaal kapot kan maken. Voor mij is een land pas great als het een land is waar iedereen trots op kan zijn. Waar we ons niet uit elkaar laten spelen en niet toestaan dat het wederzijds wantrouwen en de onverdraagzaamheid het winnen. Wilders surft op die golf van angst en speelt mensen uit elkaar. Ik ben boos dat Wilders nog altijd bedreigd wordt omdat hij zijn mening uit. Wie het op hem gemunt heeft, heeft het op ons gemunt. Zijn recht zich uit te spreken zal ik altijd verdedigen. Maar ik ben het hartgrondig met hem oneens en zal hem met woorden bestrijden. Wilders slogan is: Nederland weer van Ons. Maar als je ziet op wie hij allemaal spuugt: Nederlanders met een Turkse achtergrond, Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond, Nederlanders met enig andere niet-westerse achtergrond, moslims, rechters, wetenschappers, journalisten, Kamerleden, en iedereen die het met hem oneens is. Dan ga je je afvragen: Wie is dat Ons waar hij het over heeft? Bedoelt hij met Ons niet gewoon Zichzelf? Tegen hem zeg ik: 32

Maar winst of verlies, Kou of zonneschijn, ik sta te genieten. Te genieten van dat nonchalante, het vrolijke en die vanzelfsprekende vriendschap.

Maar winst of verlies, Kou of zonneschijn, ik sta te genieten. Te genieten van dat nonchalante, het vrolijke en die vanzelfsprekende vriendschap. Net als veel ouders sta ik vaak op zaterdagochtend langs het voetbalveld. Soms al heel vroeg. Kou kleumend kijk ik naar de jongens van de F5: Het voetbalteam van mijn zoon van 9. Zie ze hollen over het

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Module 9

Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4

Nadere informatie

Ruim baan voor retorica. Carel Jansen, Groningen,

Ruim baan voor retorica. Carel Jansen, Groningen, Ruim baan voor retorica Carel Jansen, Groningen, 20-1-2017 Een jaar geleden gelanceerd: Manifest Nederlands op school Een van de aanleidingen: Nederlands wordt door veel leerlingen gezien als een van de

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting door een scholier 1653 woorden 13 februari 2011 6 16 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting H1,2,3,4,5 paragraaf 1,2,(3) Schrijfdoelen

Nadere informatie

Begin met een beeld te vormen van uw luisteraars hun achtergrond en verwachtingen en ga na wat uw centrale boodschap moet zijn.

Begin met een beeld te vormen van uw luisteraars hun achtergrond en verwachtingen en ga na wat uw centrale boodschap moet zijn. Schrijven 4 Een uitgeschreven toespraak is een handig hulpmiddel bij presentaties en een probaat middel tegen spreekangst. Maar zo n toespraak moet wel natuurlijk klinken en de relatie met het publiek

Nadere informatie

STIJLFIGUREN. Otto Wijnen Otto Wijnen Speaker & Coach Versie 1, juli 2016 Bijlage bij de basisgids Help! Ik moet spreken

STIJLFIGUREN. Otto Wijnen Otto Wijnen Speaker & Coach Versie 1, juli 2016 Bijlage bij de basisgids Help! Ik moet spreken Otto Wijnen Otto Wijnen Speaker & Coach Versie 1, juli 2016 Bijlage bij de basisgids Help! Ik moet spreken INLEIDING KLASSIEKE RETORICA De Romeinse politicus Cicero stelt dat met de volgende vijf stappen

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2 Samenvatting door D. 1002 woorden 2 april 2014 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Topniveau 3 Soorten publiek We kunnen 4 soorten publiek onderscheiden:

Nadere informatie

Opgave 2 Politiek en emoties

Opgave 2 Politiek en emoties Opgave 2 Politiek en emoties 6 maximumscore 2 een weergave van Spinoza s opvatting over blijdschap aan de hand van wat Spinoza onder een hartstocht verstaat: een overgang naar een grotere volmaaktheid

Nadere informatie

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl)

Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl) Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) en Nederlands (nieuwe stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 16 mei 9.00 12.00 uur 20 01 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Hoe kom je geloofwaardig over en speel je in op emotie?

Hoe kom je geloofwaardig over en speel je in op emotie? Hoe kom je geloofwaardig over en speel je in op emotie? Leerdoelen! Je vertelt in eigen woorden wat de begrippen ethos, pathos en logos inhouden en herkent praktijkvoorbeelden van deze drieslag.! Je demonstreert

Nadere informatie

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door

Lesideeën. Hedendaagse Propaganda Analyseren. uitgewerkt door Lesideeën uitgewerkt door Hedendaagse Propaganda Analyseren Activiteiten als aanvulling op de leerervaring bij het online Mind Over Media platform www.mindovermedia.be 1 Les 2: Propagandatechnieken herkennen

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Top niveau -

Samenvatting Nederlands Top niveau - Samenvatting Nederlands Top niveau - Samenvatting door een scholier 1412 woorden 6 april 2005 5,5 6 keer beoordeeld Vak Nederlands Nederlands: 3.5 Uiteenzetting herkennen Uiteenzetting (tekst) geef je

Nadere informatie

De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel

De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel Een theoretisch onderzoek PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Tilburg, op gezag van de rector magnificus

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

HANDLEIDING Leerkracht

HANDLEIDING Leerkracht Lesbrief Onderwerp: verkiezingen maart 2017 HANDLEIDING Leerkracht Tijd Doelgroep Doelen 60 minuten VO Uw leerlingen leren: - Wat verkiezingen inhouden. - Wat een democratie is. - Wat stemmen is. Introductie

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

Argumenteren en debateren. Publiek spreken (2) Publiek spreken. Brengen van een argument. Publiek spreken (3) Wie is er bang van publiek spreken?

Argumenteren en debateren. Publiek spreken (2) Publiek spreken. Brengen van een argument. Publiek spreken (3) Wie is er bang van publiek spreken? Argumenteren en debateren Wie is er bang van publiek spreken? 1.Spreken in het openbaar 40.6% 2.Hoogtes 30.0% 3.Insekten en torren 22.1% 4.Financiële problemen 22.0% 5.Diep water 21.5% 6.Ziekte 18.8% 7.Dood

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben.

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben. 7,8 Aantekening door Sara 1516 woorden 2 keer beoordeeld 22 maart 2017 Vak Filosofie Methode Durf te denken Hoofdstuk 7 Sociale filosofie. Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe

Nadere informatie

Kern Visie 1 Argument 1 Men is in staat conclusies te trekken uit logische gebeurtenissen, want logica zelf is namelijk al een overredingsmiddel.

Kern Visie 1 Argument 1 Men is in staat conclusies te trekken uit logische gebeurtenissen, want logica zelf is namelijk al een overredingsmiddel. Opdracht door een scholier 2582 woorden 17 juni 2002 5.1 21 keer beoordeeld Vak Nederlands V6 Module 2, opdracht 7 Het bouwplan Inleiding Onderwerp: Welsprekendheid is een overredingskunst die al in ons

Nadere informatie

Hoe zorgt een politicus voor applaus?

Hoe zorgt een politicus voor applaus? Hoe zorgt een politicus voor applaus? Leerdoelen! Je herkent claptraptechnieken in speeches.! Je demonstreert aan de hand van bestaande transcripten hoe claptraps werken. Kijkopdracht In het volgende

Nadere informatie

Werkstuk Filosofie De invloed van muziek op reclame

Werkstuk Filosofie De invloed van muziek op reclame Werkstuk Filosofie De invloed van muziek op re Werkstuk door een scholier 1649 woorden 3 februari 2004 4,9 72 keer beoordeeld Vak Filosofie Inleiding Wij hebben voor levensbeschouwing een opdracht gekregen

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg Boekverslag door een scholier 1665 woorden 24 april 2006 6,4 82 keer beoordeeld Auteur Genre Yvonne Kroonenberg Jeugdboek Eerste uitgave 2004 Vak

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage Examen HAVO 2009 tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage Dit examen bestaat uit 21 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode

HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode HAVO 4 presenteren + debat + betoog periode 3 2018-2019 In deze periode kies je in groepjes een onderwerp, houd je een presentatie, debatteer je tegen andere groepen en schrijf je een betoog over je eigen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken? >> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Nadere informatie

Professioneel pitchen

Professioneel pitchen Professioneel pitchen 400 dagvoorzitterschappen per jaar, o.a. voor bedrijven, ministeries en NGO s 5000 cursisten in overtuigingskracht per jaar, vanuit overheid en bedrijfsleven 20.000 scholieren per

Nadere informatie

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren

Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren Handleiding Werkvormen Overtuigend presenteren Inhoud 1. Inleiding 2. Zeg geen Uhm 3. De emotionele bus 4. Boos op een mandarijntje 5. Levend memory Lichaamstaal 1. Inleiding In een debat is het geven

Nadere informatie

Retorica en drogredenen. Lucas Beerekamp, 2017

Retorica en drogredenen. Lucas Beerekamp, 2017 Retorica en drogredenen Lucas Beerekamp, 2017 Logicapuzzel Which answer in this list is the only correct answer to this question? A. All of the below. B. None of the below. C. All of the above. D. One

Nadere informatie

Docentenhandleiding Schrijven bij geschiedenis

Docentenhandleiding Schrijven bij geschiedenis Docentenhandleiding Schrijven bij geschiedenis In deze docentenhandleiding vindt u meer informatie over de schrijfinstructie-les, die aansluit bij de lessenserie Nederland als democratie. Het doel van

Nadere informatie

4. Controleer na het lezen van de tekst jullie voorspelling. Klopte de voorspelling met de inhoud van de tekst?

4. Controleer na het lezen van de tekst jullie voorspelling. Klopte de voorspelling met de inhoud van de tekst? Tekst lezen 1. Lees de uitleg. Als je een tekst gaat lezen, dan kun je de volgende leesstrategieën inzetten: De buitenkant van de tekst bekijken, voorspellen waar het over kan gaan en je voorkennis activeren.

Nadere informatie

7 maart 2019 Auteur: Petra Klapwijk. Onderzoek PvdA-kiezers over koers partij

7 maart 2019 Auteur: Petra Klapwijk. Onderzoek PvdA-kiezers over koers partij 7 maart 2019 Auteur: Petra Klapwijk Onderzoek PvdA-kiezers over koers partij PvdA-kiezers: 'PvdA moet partij voor gewone man op links worden' De PvdA kan kiezers terug winnen als ze zich profileren op

Nadere informatie

N A Ï S I S S U E N O. 1. NaïS Zine. Download tijdelijk gratis INSPIRATIE STORYTELLING B2P BUSINESS TO PERSONAL

N A Ï S I S S U E N O. 1. NaïS Zine. Download tijdelijk gratis INSPIRATIE STORYTELLING B2P BUSINESS TO PERSONAL N A Ï S 2 0 1 7 I S S U E N O. 1 T I J D E L I J K G R A T I S NaïS Zine Download tijdelijk gratis Nieuw INSPIRATIE STORYTELLING B2P BUSINESS TO PERSONAL Inhoud 1 2 : Waarom jij niet zonder deze zes geheimen

Nadere informatie

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: lezen Lesperiode: 1 Nieuw Nederlands 1 en 2 De leerling kent en herkent vaste tekststructuren. De leerling kent de besproken tekststructuren. (probleem/oplossingstructuur, verklaringstructuur,

Nadere informatie

Hoe eerlijker en nauwkeuriger u deze lijst invult, hoe meer waarde hij zal hebben.

Hoe eerlijker en nauwkeuriger u deze lijst invult, hoe meer waarde hij zal hebben. Beïnvloedingsstijlen Vooraf: De uitkomst van deze beweringenlijst geeft u inzicht in de wijze waarop u door anderen wordt ervaren als u in situaties bent waarin u anderen wilt beïnvloeden. Hoe eerlijker

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari 2005 5,9 76 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming Democratie bestaat uit 2 basisprincipes: Vrijheid

Nadere informatie

Overtuigend spreken in het openbaar

Overtuigend spreken in het openbaar Overtuigend spreken in het openbaar Cursus Overtuigend spreken in het openbaar Nederlands Debat Instituut www.debatinstituut.nl 400 dagvoorzitterschappen per jaar, o.a. voor bedrijven, ministeries en NGO

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1,2,3 par 1 en 2: algemene theorie en lezen Samenvatting door L. 1007 woorden 25 juni 2013 4,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Taaldomein hoofdstuk 1 1.1 Schrijfdoel

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 47 punten

Nadere informatie

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN Er zijn verschillende beïnvloedingsstijlen te onderscheiden. De stijlen kunnen worden onderverdeeld in: TEGENBEWEGENDE STIJLEN MEEBEWEGENDE STIJLEN = duwen = trekken Tegenbewegende

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden

Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden Samenvatting Nederlands Domein A: leesvaardigheid en domein D: argumentatieve vaardigheden Samenvatting door Denise 1323 woorden 7 mei 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Alle

Nadere informatie

Annette Koops: Een dialoog in de klas

Annette Koops: Een dialoog in de klas Annette Koops: Een dialoog in de klas Als ondersteuning bij het houden van een dialoog vindt u hier een compilatie aan van Spreken is zilver, luisteren is goud : een handleiding voor het houden van een

Nadere informatie

Boekverslag Engels Genesis and catastrophe, a true story door Roald Dahl

Boekverslag Engels Genesis and catastrophe, a true story door Roald Dahl Boekverslag Engels Genesis and catastrophe, a true story door Roald Dahl Boekverslag door een scholier 1232 woorden 12 juni 2002 6,4 89 keer beoordeeld Auteur Genre Roald Dahl Kort verhaal Eerste uitgave

Nadere informatie

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus Toelichting Door deze ontmoeting met Heraclitus gaan we terug naar het begin van de westerse filosofie. Zo rond 600 voor Christus komen we in het KleinAziatische

Nadere informatie

Het meisje in mijn hoofd. Naam: Emma Oude Weernink Klas: 3T2 Docent: Mevrouw Scholten

Het meisje in mijn hoofd. Naam: Emma Oude Weernink Klas: 3T2 Docent: Mevrouw Scholten Het meisje in mijn hoofd. Naam: Emma Oude Weernink Klas: 3T2 Docent: Mevrouw Scholten Inhoudsopgave: Zakelijke gegevens Samenvatting van het boek Over de auteur Over het boek Leeservaringen Onderwerp Gebeurtenissen

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

TIPS & TRICKS VOOR DOCENTEN

TIPS & TRICKS VOOR DOCENTEN TIPS & TRICKS VOOR DOCENTEN INLEIDING Onderwijs over tolerantie kan soms uitdagend zijn. Naast het ontwikkelen van kennis over tolerantie en gerelateerde begrippen zoals vrijheid en identiteit, is het

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

18 oktober Onderzoek: Amerikaanse presidentsverkiezingen: Clinton en Trump

18 oktober Onderzoek: Amerikaanse presidentsverkiezingen: Clinton en Trump 18 oktober 2016 Onderzoek: Amerikaanse presidentsverkiezingen: Clinton en Trump Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten

Nadere informatie

1. Dit gedicht is iets minder dan die van Remco Campert. Dat komt omdat ik het verhaaltje over het fietsen op die berg niet echt interessant vind.

1. Dit gedicht is iets minder dan die van Remco Campert. Dat komt omdat ik het verhaaltje over het fietsen op die berg niet echt interessant vind. Praktische-opdracht door een scholier 1924 woorden 12 februari 2004 4,1 49 keer beoordeeld Vak Nederlands Opdracht A. 1. Het gedicht vind ik wel leuk. Zelf hou ik niet van gedichten. Maar het verhaal over

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven Samenvatting Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven door Luzia Helfer aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen Verdedigd op 9 december

Nadere informatie

Duur van de les Introductie (video en gesprek) 15 minuten Kern (gesprek over bronnen) 15 minuten Afsluiting (werkblad en themabepaling) 30 minuten

Duur van de les Introductie (video en gesprek) 15 minuten Kern (gesprek over bronnen) 15 minuten Afsluiting (werkblad en themabepaling) 30 minuten Les3 Cultureel burgerschap Organisatie Dit heeft u nodig: Digibord (hyperlink Nieuwsmediaportal) Landelijke en regionale dagbladen via de Nieuwsservice Pennen NieuwsMakers Toolkit Werkblad Cultureel burgerschap

Nadere informatie

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3

Samenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3 Samenvatting Nederlands Cursus 1,2 en 3 Samenvatting door J. 1308 woorden 6 december 2012 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland Zakelijke teksten > eenduidige teksten met als doel informatie

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

Masterclass de vrouw als spreker"

Masterclass de vrouw als spreker Masterclass de vrouw als spreker" 400 dagvoorzitterschappen per jaar, o.a. voor bedrijven, ministeries en NGO s 5000 cursisten in overtuigingskracht per jaar, vanuit overheid en bedrijfsleven 20.000 scholieren

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

6,3. Mijn hoofdvraag is: Deelvragen: Hypothese. Internet. Documentatie map: Praktische-opdracht door een scholier 1325 woorden 23 juni 2002

6,3. Mijn hoofdvraag is: Deelvragen: Hypothese. Internet. Documentatie map: Praktische-opdracht door een scholier 1325 woorden 23 juni 2002 Praktische-opdracht door een scholier 1325 woorden 23 juni 2002 6,3 276 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Dit werkstuk gaat over zinloos geweld. Er staat in vermeld wat zinloos geweld is,

Nadere informatie

De werking van de democratie

De werking van de democratie De werking van de democratie Naar: Kompas Leeftijd: 9-12 jaar Duur: 45 minuten Doelen Samenwerking aanmoedigen Nadenken over omstreden aspecten binnen een democratische samenleving Luistervaardigheid,

Nadere informatie

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.

Wat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt. Hoofdstuk 7 Emoties Nu is het tijd om door te gaan. Je hebt je dwarslaesie, je bent hopelijk klaar met al de medische dingen, nu is het tijd om ook je gevoelens aandacht te geven. Dus: ga lekker zitten,

Nadere informatie

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid.

Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei keer beoordeeld. Nederlands. Samenvatting Nederlands leesvaardigheid. Samenvatting door Manou 656 woorden 24 mei 2016 6 24 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Samenvatting Nederlands leesvaardigheid Leesvaardigheid Schrijfdoelen en Tekstsoorten Er zijn

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal Handboek Politiek Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid van de Derde Kamer der Staten-Generaal, Gefeliciteerd! Deze week ben jij een politicus. Je gaat samen met je klasgenoten discussiëren over

Nadere informatie

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING CASUS: AMINA Alle vrijheid die ik in Turkije had verdwijnt. Ik voelde me opgesloten en depressief. Toen ik mijn man leerde kennen ben ik misschien te veel van dingen uitgegaan en heb ik te weinig gevraagd.

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4 Handleiding profielwerkstuk Mavo 4 2019 2020 Inleiding: Je gaat dit jaar een profielwerkstuk maken. Het doel van het profielwerkstuk is dat je leert op een zelfstandige manier onderzoek te doen. Daarnaast

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

Kinderboeken in de klas. Begeleidingsbrochure voor leerkrachten

Kinderboeken in de klas. Begeleidingsbrochure voor leerkrachten Kinderboeken in de klas Begeleidingsbrochure voor leerkrachten 1 Wie is Oscar Brenifier? Oscar Brenifier is een Canadese filosoof en pedagoog. Al enkele jaren werkt hij met kinderen rond filosofie. Aan

Nadere informatie

Functieprofiel Young Expert

Functieprofiel Young Expert 1 Laatst gewijzigd: 20-7-2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Ervaringen opdoen... 3 1.1 Internationale ervaring in Ontwikkelingssamenwerkingsproject (OS)... 3 1.2 Nieuwe vaardigheden... 3 1.3 Intercultureel

Nadere informatie

Gedichtbespreking Literatuurkunde Marco Borsato - De Speeltuin (Onderweg)

Gedichtbespreking Literatuurkunde Marco Borsato - De Speeltuin (Onderweg) Gedichtbespreking Literatuurkunde Marco Borsato - De Speeltuin (Onderweg) Gedichtbespreking door een scholier 1383 woorden 3 maart 2003 6,4 110 keer beoordeeld Vak Methode Literatuurkunde Eldorado Speeltuin

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9

Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting Nederlands Blok 8 en 9 Samenvatting door een scholier 1705 woorden 14 januari 2006 6,5 11 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 8 We onderscheiden de volgende tekstdoelen (wat de schrijver met

Nadere informatie

Oorlogswinter. Denice Surink

Oorlogswinter. Denice Surink Oorlogswinter Inhoud 1. Zakelijke gegevens... 3 2. Samenvatting... 3 3. Over de auteur... 3 4. Over het boek... 4 5. Leeservaringen... 4 6. Recensie.... 5 1. Zakelijke gegevens A. Het boek heet oorlogswinter.

Nadere informatie

Filmverslag Nederlands De kleine blonde dood (Boudewijn Büch)

Filmverslag Nederlands De kleine blonde dood (Boudewijn Büch) Filmverslag Nederlands De kleine blonde dood (Boudewijn Büch) Filmverslag door een scholier 1871 woorden 8 juni 2011 4,3 4 keer beoordeeld Vak Nederlands Inhoudelijke vragen tijdens het kijken van de film

Nadere informatie

111 super waardevolle quotes

111 super waardevolle quotes Stel jezelf eens een doel waar je zowel zenuwachtig als enorm enthousiast van wordt. Je mag er natuurlijk even over nadenken, maar deel wel hieronder welk doel jij jezelf hebt gesteld! Je leert het meeste

Nadere informatie

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig

Hele fijne feestdagen en een gezond en vrolijk 2017! Raymond Gruijs. BM Groep ARBO West Baanzinnig De tijd vliegt voorbij en voor je weet zijn we al weer een jaar verder. Ik zeg wel eens: mensen overschatten wat je in een jaar kunt doen, maar onderschatten wat je in 3 jaar kan realiseren. Laten we naar

Nadere informatie

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Seksualiteit: Grenzen en Wensen IJBURGCOLLEGE.NL Seksualiteit: Grenzen en Wensen Leerlingen handleiding Michiel Kroon Lieve leerling, Het is belangrijk om op een open en goede manier over seks te kunnen praten. De lessenserie die in

Nadere informatie

Kijktip: NOS Persconferentie Rutte en Samsom over regeerakkoord

Kijktip: NOS Persconferentie Rutte en Samsom over regeerakkoord Kijktip: NOS Persconferentie Rutte en Samsom over regeerakkoord Korte omschrijving werkvorm: De leerlingen bekijken een filmpje van de NOS, van maandag 29 oktober. Daarna beantwoorden ze vragen over dit

Nadere informatie

LESSUGGESTIES TJERK WORDT EEN BERK

LESSUGGESTIES TJERK WORDT EEN BERK LESSUGGESTIES TJERK WORDT EEN BERK VERHALEN, DEBATTEREN EN SPELEN Jolan Van de Waeter onderwijzend in cultuuronderwijs 2017 2018 De rijkdom van kunst. Met een voorbeeld uit de hedendaagse kunst over de

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen

Lezen. Doelgroep Lezen. Omschrijving Lezen Lezen Het programma is met name geschikt voor groepen waarin grote niveauverschillen bestaan en voor leerlingen die het gewone oefenen met teksten niet interessant meer vinden. Doelgroep Lezen Muiswerk

Nadere informatie

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind

1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind 1.1 Vragenlijst: Wat ik leuk Vind 1. Wat kijk je graag op tv? 2. Wat is je lievelingsfilm? 3. Wat doe je op internet? 4. Welke games speel je? 5. Waar praat je over op facebook, twitter, enzo? 6. Wat doe

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands

Examen HAVO. Nederlands Nederlands Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen

Nadere informatie

ROUTE ROOD 1. Van klagen naar kracht

ROUTE ROOD 1. Van klagen naar kracht ROUTE ROOD 1 STAP 1 Wat zijn de energievreters en -gevers? Inventariseren wat energie geeft of vreet in het werk. voor elkaar nemen. Een groep collega s, liefst een voltallig team. Post-its, stiften. Je

Nadere informatie

Persuasion & Presentation techniques

Persuasion & Presentation techniques Persuasion & Presentation techniques Medtronic Leadership Program Wednesday 4 th October 2017 13:00 17:00 hours Donatello Piras, Trainer, presenter & moderator www.debatinstituut.nl 20.000 scholieren elk

Nadere informatie

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting Boekverslag door F. 1662 woorden 8 juni 2016 7 7 keer beoordeeld Auteur Ted van Lieshout Genre Psychologische roman, Jeugdboek Eerste uitgave 1996 Vak Nederlands Gebr. Ted van Lieshout Floor van de Ven,

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo I

Eindexamen filosofie havo I Opgave 2 Boer zoekt vrouw 8 maximumscore 2 een uitleg van Boer zoekt Vrouw als uiting van emocultuur aan de hand van de twee volgende kenmerken: onbezonnen heftige emoties (teken van oppervlakkigheid)

Nadere informatie

20 tips voor een goed debat!

20 tips voor een goed debat! 20 tips voor een goed debat! Moedig elkaar aan tijdens de voorbereidingen met suggesties. Laat elkaar weten waar de sterktes en zwaktes van het argument zitten en help elkaar te anticiperen op tegenargumenten.

Nadere informatie