Plato (Gr.? Platoon), eigenlijk? Aristocles (Athene 428/427 aldaar 348/347 v.c.).

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Plato (Gr.? Platoon), eigenlijk? Aristocles (Athene 428/427 aldaar 348/347 v.c.)."

Transcriptie

1 Scriptie door een scholier woorden 2 mei ,2 67 keer beoordeeld Vak Filosofie Plato (Gr.? Platoon), eigenlijk? Aristocles (Athene 428/427 aldaar 348/347 v.c.). Plato schreef zijn filosofische werken in de vorm van dialogen, in navolging van zijn leermeester Socrates. In deze dialogen voert hij Socrates vaak op als gespreksleider. Socrates' strategie is om zijn tegenstanders net zolang te ondervragen over wat zij menen te weten, tot zij moeten toegeven dat zij niet weten wat zij dachten te weten. In de eerste fase van zijn werk onderzoekt Plato op deze manier een aantal ethische begrippen (zie ethiek) zoals rechtvaardigheid, matigheid en vriendschap. In de tweede fase van zijn filosofie laat Plato deze onderzoekende en analyserende methode van de dialoog los en gaat hij opbouwender te werk. Hij behandelt zaken als de onsterfelijkheid van de ziel en ontwerpt zijn beroemde Ideeënleer waarin hij stelt dat de wereld een afspiegeling is van, en gevormd is naar de eeuwige en volmaakte wereld van de Ideeën. In zijn werk de Politeia beschrijft hij de staat als bestaande uit dezelfde drie grondkrachten als waar de menselijke ziel uit is opgebouwd (driftleven, doorzettingsvermogen en rede). De grootste onder de Griekse filosofen, was minder encyclopedisch dan zijn leerling Aristoteles, maar diepzinniger dan deze, bovendien een groot literair kunstenaar. Hij stamde uit een voorname familie, zijn belangrijkste leermeester was Socrates, verder was hij leerling van Cratylus van Athene en (na de dood van Socrates [399]) van Euclides van Megara; ook werd hij beïnvloed door de pythagoreeërs en de Eleaten. Hij leerde op zijn reizen Dionysius I van Syracuse kennen, aan wiens hof hij vertoefde, stichtte ca. 387 een school te Athene, de Academie, en reisde nog tweemaal naar Sicilië, waar hij vergeefs trachtte zijn ideale staat te verwerkelijken. Na zijn dood werd hij opgevolgd in de Academie door zijn neef Speusippus, terwijl Aristoteles zijn eigen weg ging. Door overlevering zijn alle geschriften van Plato bewaard. Het zijn dialogen (hoewel soms, als in de Apologie van Socrates en in de Timaeus, het dialogisch element relatief onbelangrijk is), door twee of meer personen gevoerd, waarin meestal Socrates, wiens wijsgerige methode van gesprek-voeren door Plato is vereeuwigd, de leiding heeft. De latere dialogen hebben een meer technisch-filosofisch karakter, waardoor de dramatische vorm meer een formele zaak wordt. Ook is er een aantal brieven, waarvan de echtheid nog altijd niet vaststaat; beroemd en biografisch belangrijk is de Zevende Brief. 1. Werken uit de eerste periode Plato geeft in zijn nagelaten oeuvre geen afgerond systeem, maar een methode van denken en bepaalde theoretische overwegingen. In de ontwikkeling hiervan laten zich drie hoofdperioden onderscheiden. In de eerste periode, die van de socratische dialogen, onderzoekt hij in het voetspoor van zijn meester ethische begrippen als rechtvaardigheid, matigheid, dapperheid, vriendschap en de vraag of men de deugd (Gr.? aretè) kan aanleren. Het gesprek zoekt naar de reële definitie van deze waardebegrippen, waarbij Pagina 1 van 24

2 verondersteld is dat deze definitie reeds onbewust in alle mensen leeft. Het bewust maken van het ene begrip dat in onbegrensd vele gevallen zijn toepassing vindt, is een zaak van theorie en praktijk beide. Immers Socrates-Plato is overtuigd dat een juist bewustzijn aangaande het goede zowel onmisbare voorwaarde als afdoende waarborg voor goed handelen is (ethisch intellectualisme, in latere perioden getemperd). De dialoog geeft verschillende pogingen tot definitie van een begrip, die, wanneer ze aan voorbeelden uit de ervaring worden getoetst, soms geen van alle blijken op te gaan. Een bepaald resultaat wordt meestal niet bereikt, maar de ondervraagde gaat heen met meer zelfkennis; hij weet dat hij niet weet wat hij meende te weten. Zo handelt de dialoog Laches over de dapperheid, Charmides over de bezonnenheid, Euthyphro over heilige plichten, Crito over gehoorzaamheid aan de wetgeving. In Hippias maior komt de vraag naar het wezen van het schone aan de orde, in Hippias minor wordt de paradox behandeld dat men niet vrijwillig het kwade kan doen. Drie dialogen uit deze periode zijn gewijd aan de bestrijding van de sofistiek (zie sofisten), die de geldigheid van algemene normen bestrijdt (Protagoras van Abdera, Gorgias van Leontini, Euthydemus). Overigens komt Plato soms al tot een meer positieve standpuntbepaling? in Cratylus en Meno over het kennen, in Gorgias, Lysis en Euthydemus over de zin van het bestaan. 2. Werken uit de tweede periode De methode van Socrates legde door haar inductief en vragend karakter beperkingen op aan Plato's denken, die hij op den duur doorbrak. Hij moge zich in de socratische dialogen een meester der analyse tonen, zijn diepere aanleg was constructief, en hiervan geven de werken uit de tweede periode blijk. Een van de belangrijkste is het Symposium (Gastmaal), dat over de Eros (liefdesdrang) handelt. Nadat verschillende beschouwingen over de Eros gehouden zijn, culmineert het gesprek in de rede van Socrates, die zegt zijn wijsheid aan een priesteres te danken. Plato beschrijft bij monde van Socrates de Eros als een drang tot vereeuwiging, die van de zinnelijke liefde opstijgt tot de hoogste Schoonheid in kennen en handelen. De kans dat de Eros zich in de omgang van de mensen op het allerhoogste zal richten, is volgens Plato groter in een gemeenschap van mannen dan in die van de beide geslachten (zie voorts erotiek). Phaedo behandelt de onsterfelijkheid van de ziel en haar bestaan vóór de geboorte. Reeds in de eerder geschreven Meno komt de leer der anamnèsis (herinnering) voor, volgens welke de ziel vóór het aardse bestaan kennis heeft verworven, die door de zintuiglijke waarneming wordt opgewekt, maar die hier niet uit voortkomt. In Phaedo wordt deze theorie van een zuivere kennis in een vorig bestaan verbonden met die van de onreinheid, die de ziel door het contact met het lichaam overkomt. Object van de kennis die eigen is aan de ziel, zijn de eeuwige en onveranderlijke voorbeelden van datgene in en aan de dingen wat wij door middel van begrippen kunnen onderkennen en onderscheiden. Deze voorbeelden worden door Plato Ideeën, d.i. (vormende, structurerende) 'Gestalten', genoemd; zij hebben een zelfstandig bestaan, onafhankelijk van onze voorstelling ervan en onafhankelijk van hun weerslag in de zintuiglijk waarneembare wereld. Er zijn dus om zo te zeggen twee 'werelden'? die van de volmaakte Ideeën en onze wereld, een onvolmaakte afspiegeling van de wereld van de Ideeën. De Ideeënleer met alles wat zij aan oplossingen en problemen impliceert, is de meest fundamentele bijdrage van Plato aan de filosofie. Symposium en Phaedo zijn ook voorbereidingen tot Plato's kenleer in de Politeia (Staat). Deze bestaat uit tien boeken, waarvan het eerste de bepaling van het begrip gerechtigheid nog geheel in de trant van de socratische dialogen voltrekt. Vanaf het tweede boek wordt de methode echter constructief? het beeld van de gerechtigheid, dat zich in de individuele menselijke ziel moeilijk laat bepalen, laat zich als Pagina 2 van 24

3 in groot schrift lezen bij beschouwing van het grote organisme van de menselijke samenleving. De maatschappij is opgebouwd uit drie standen? werkende stand (ambachtslieden, boeren, handelaars), 'wachters ' (politie en soldaten) en regenten. Deze standen komen overeen met de drie grondkrachten van de ziel? het epithumètikon (driftleven), het thumoeides (doorzettingsvermogen) en het logistikon (redenerend en kennend verstand). De mens is rechtschapen wanneer ieder van deze delen van de ziel zijn eigen functie vervult en niet een andere, en wanneer de hoogste vermogens leiding geven aan de lagere. Daartoe dient het logistikon in contact te staan met de sfeer van de Ideeën. Plato schildert uitvoerig de opvoeding van de drie standen. De regenten zijn wijsgeren, die door hun wetenschappelijke vooropleiding en hun inzicht in de structuur van het Ideële, in staat zijn het goede en redelijke in de menselijke gemeenschap te verwezenlijken. Deze elite wordt uit de stand van de 'wachters' geselecteerd. Bij de bespreking van de opleiding van de wijsgeren-regenten ontvouwt Plato opnieuw zijn Ideeënleer, waarbij hij de hoogste Idee, die van het goede, vergelijkt met een zon, waarvan alle andere ideeën uitgaan (boek 6 en 7 van de Politeia). De kennende geest klimt, evenals de Eros, op uit de lagere kennis die de zintuiglijke wereld verschaft, tot de Ideeën en van deze tot de hoogste Idee, die van het Goede. 3. Werken uit de derde periode Na de Politeia schreef Plato de dialogen Parmenides, Theaetetus, en Sophistes, die handelen over de grondslagen van de kennis en waarin het probleem van de verbinding tussen de Ideeën onderling en hun verbinding met de zintuiglijk waarneembare wereld tot de meest ingewikkelde onderzoekingen voert. Theaetetus formuleert de vraag naar het kennen zonder deze afhankelijk te stellen van de hypothese van de Ideeën. Hoewel een definitief antwoord uitblijft, wordt duidelijk dat het kennen ten dele propositioneel gestructureerd is (in de Sophistes wordt dit nader uitgewerkt, zie hierna). In de Sophistes wordt de al even in Phaedrus genoemde dialectische methode (die bijv. ook in de Politicus wordt toegepast) ontwikkeld. De dialectiek volgt twee wegen? synopsis (samenzien) en dihaeresis (onderscheiden). Om een Idee begripsmatig te definiëren, moet haar plaats worden aangegeven onder een hogere Idee, waarmee zij in samenhang staat; door hierna, van dit hogere uitgaande, op de juiste plaatsen onderscheidingen aan te brengen, kan men afdalen tot naar de oorspronkelijk als uitgangspunt genomen Idee toe. Hoogste genera, dwz. de Ideeën die gemeen zijn aan alle andere Ideeën, c.q. hun onderlinge betrekkingen, zijn? Bestaan, Identiteit, Niet-zijn (in de zin van niet-dit-of-dat-zijn, dus Verschil-van), Rust en Beweging. Dus elke Idee bestaat, is aan zichzelf gelijk, is niet als alle andere, is onveranderlijk en wordt door de beweging van het kennen aangeraakt. De Sophistes geeft in dit verband een eerste aanloop tot een theorie van de propositie, door naar criteria te zoeken voor een ware c.q. onware verbinding van onderwerp en gezegde in een zin, die mede afhankelijk gesteld wordt van de mogelijke c.q. uitgesloten samenhang tussen de Ideeën waarnaar deze termen verwijzen. Philebus ontwikkelt de verhouding van het goede tot het zingenot, Critias ontwerpt een beeld van de oorsprong van de samenleving aan de hand van een verhaal over het verdwenen Atlantis. In Plato's laatste werk, de Nomoi (Wetten), wordt een ideale staatsinrichting ontworpen, waarin meer rekening is gehouden met de menselijke onvolkomenheid dan in de Politeia. Een van de belangrijkste dialogen uit Plato's laatste periode is Timaeus, die een kosmologie geeft in de vorm van een kosmogonische analyse (zie kosmogenie). De zichtbare wereld is afgeleid uit Ideeën, die door bemiddeling van een goddelijk ambachtsman (Demiurg) tot uitdrukking worden gebracht in een daartoe ontvankelijk gemaakte, op zichzelf amorfe en irrationele, met metaforen aangeduide grondsubstantie. De Demiurg schept door verbinding van bepaalde Ideeën de Wereldziel, die het beginsel van rationaliteit in Pagina 3 van 24

4 het universum is en verantwoordelijk voor de bewegingen van en aan de hemel; uit hetzelfde mengsel maakt hij ook de mensenzielen, die evenals de Wereldziel hun beweging niet uit iets anders dan zichzelf afleiden. De elementen (aarde, water, lucht en vuur) zijn opgebouwd uit meetkundige figuren, waarvan de kleinste geometrische bestanddelen (uitgezonderd die van aarde) ook tot een molecule van een ander element kunnen bijdragen. Mathematische beschrijvingsmethoden worden zodoende dienstbaar gemaakt aan de fysica en aan alles wat daarop volgt? de beschrijving van de constitutie van het menselijk lichaam, van de zintuiglijke waarneming en wat dies meer zij, terwijl ook het psychische, o.m. door de analogie met de eveneens mathematisch geconstrueerde immanente Wereldziel, een duidelijke functie in de fysische realiteit krijgt. 4. De ongeschreven leer Van en via Plato's directe leerlingen vernemen wij, dat hij niet zijn gehele filosofie in de dialogen heeft neergelegd. Mondeling zekerheid bestaat omtrent een voordracht of een voordrachtenreeks Over het Goede, die hij waarschijnlijk pas op veel latere leeftijd heeft gehouden heeft Plato zijn leer van de eerste beginselen, het Hen (= Eén) en de Ahoristos duas (= Onbepaalde Twee, ook wel het Groot-en-Kleine genoemd), behandeld. Zowel de Ideeën als de zintuiglijk waarneembare dingen kunnen uiteindelijk herleid worden tot het Hen als beginsel van bepaling (het staat vermoedelijk gelijk met de uit de Politeia bekende Idee van het Goede) en de Onbepaalde Twee als beginsel van variatie en differentiatie; omgekeerd kan alles in een hiërarchisch gestructureerd systeem uit deze beginselen worden afgeleid, waarbij bijv. de Ideeën het Hen als oorzaken van bepaling kunnen vertegenwoordigen. Zoals uit de gebruikte termen blijkt, is deze leer een soort metamathematische metafysica. Plato's directe leerlingen, Speusippus en Xenocrates van Chalcedon, hebben bij deze leer aangeknoopt; ook Aristoteles spreekt erover; in de latere dialogen (o.m. Philebus, Timaeus) zijn passages die ermee in verband kunnen worden gebracht. In de Academie nam de belangstelling voor de ongeschreven leer snel af, maar postplatonische neopythagoreeërs hebben haar overgenomen en verder uitgewerkt. Zie voor de invloed van Plato's filosofie op het latere wijsgerige denken academie; neoplatonisme; platonisme; platonisten van Cambridge. Platonisme, benaming voor de filosofie van Plato (resp. bepaalde essentiële of als essentieel beschouwde onderdelen daarvan) of voor de invloed van Plato's filosofie voor zover deze in latere filosofieën domineert. Als essentieel kan men beschouwen het metafysisch karakter van de platonische filosofie, dwz. de overtuiging dat er behalve de empirisch waarneembare wereld nog een andere, hogere realiteit is, die van de Ideeën, waartoe in laatste reductie alle ideeën zijn te herleiden. Ideeën vertegenwoordigen een diepere werkelijkheid dan die van de verschijnselen. Zij kunnen als oerbeelden, maar ook als grondbegrippen worden opgevat. Om een Idee begripsmatig te definiëren moet haar plaats in de Ideeënhiërarchie worden aangegeven met behulp van een methode van analyse en synthese. De hoogste Idee is de Eros, een drang tot vereeuwiging, die van de zinnelijke liefde opstijgt tot de hoogste schoonheid in kennen en handelen. Het platonisme is rationalistisch in zoverre het ervan uitgaat dat de hogere, betere realiteit voor het verstand toegankelijk is en langs methodische wegen moet worden benaderd. Kenmerkend is ook, dat het platonisme een ethiek postuleert die afhankelijk is van de kennisname van deze hogere werkelijkheid. Overigens is bij Plato en bij latere volgelingen dit rationalisme soms duidelijk religieus getint. Zowel Plato's Pagina 4 van 24

5 directe als zijn indirecte invloed is niet te meten groot geweest. Hij beïnvloedde zowel direct als via het neoplatonisme het christelijk denken, bijv. Aurelius Augustinus, die op zijn beurt in de middeleeuwen grote invloed had. Ook de middeleeuwse strijd over de universalia (begrippen) gaat uiteindelijk op een platonische problematiek terug. In de Arabische wereld was zijn invloed eveneens groot (interessant is de belangstelling van de al-farabi [ca. 875 ca. 950] voor Plato's politieke filosofie). In de renaissance bloeide de Academia Platonica te Florence (zie Marsilius Ficinus). In de 17de eeuw bestonden in Engeland de Platonisten van Cambridge. Van de grote moderne Europese filosofen kan er geen genoemd worden die niet op een of andere wijze Plato's invloed heeft ondergaan. In de 20ste eeuw is zijn invloed aanwijsbaar bij o.a. Bertrand Russell en Alfred North Whitehead en de analytische filosofie. Aristoteles (Stagira 384 Chalcis 322 v.c.), is een van de belangrijkste wijsgeren uit de oudheid. Aristoteles was in de oudheid, waar filosofie en wetenschap nog niet van elkaar gescheiden waren, een veelzijdig wetenschapper. Vooral zijn logica heeft een grote invloed gehad op de latere filosofie. Het belangrijkste element van deze logica is de leer van de oordelen. Aristoteles ging ervan uit dat alle zintuiglijke kennis in principe waar is. Pas in ons verstand leggen wij echter verbanden tussen de ervaringen, in de vorm van oordelen. Wij zien bijvoorbeeld? vrouw, zwart haar. En we vormen ons vervolgens het oordeel, de vrouw heeft zwart haar. Waarover wij spreken (vrouw) is het subject, wat wij ervan zeggen (zwart haar) is het predikaat. Het meest algemene predikaat is 'zijn'. Van alle dingen kan men immers zeggen dat ze zijn. Verder introduceerde Aristoteles de termen syllogisme, inductie en deductie (zie hieronder). Van de logica zei Aristoteles overigens dat hij deze opvatte als een leerschool voor het denken. Het is de leer van de principes waarop ons denken gebaseerd moet zijn, willen wij de juiste conclusies trekken uit onze waarnemingen. Aristoteles hield zich ook bezig met biologie, hij heeft de natuur zeer uitgebreid bestudeerd. Ook dacht hij na over de wetmatigheid waaraan de natuur onderworpen is (hetgeen wij nu natuurkunde zouden noemen). Zo stelde hij bijvoorbeeld dat 'worden' niet de overgang is van niets naar iets, maar van potentie (het zaadje) naar verwerkelijking (de boom). 1. Leven Zijn vader Nicomachus, was lijfarts van Amyntas II van Macedonië, en schreef (thans verloren) boeken over medische en fysische onderwerpen. Aristoteles is vroeg wees geworden. Op zijn zeventiende jaar vertrok hij naar Athene en werd in de Academie van Plato opgenomen, die hij pas twintig jaar later, na Plato's dood (347), verliet. Daarna kwam hij aan het hoofd van een platonische gemeenschap in Assos te staan, trok echter spoedig naar Lesbos (waar hij met Theophrastus van Eresus samenwerkte), en werd in 342 door koning Philippus naar Macedonië ontboden om de opvoeding van de veertienjarige Alexander (zie Alexander [Macedonië]) te verzorgen (tot ca. 340). Hij keerde in 335 naar Athene terug, waar hij dertien jaar lang in de Peripatos (wandelgang) van het Lykeion heeft gedoceerd. Ten gevolge van een antimacedonische reactie na Alexanders dood (323) werd hij als collaborateur beschouwd en aangeklaagd wegens goddeloosheid. Anders dan Socrates, die de gifbeker dronk, verliet hij de stad, zeggende dat hij de Atheners een tweede vergrijp aan de filosofie wilde besparen. Een jaar later stierf hij in Chalcis. Persoonlijke bijzonderheden over hem zijn nauwelijks bekend. Uit zijn testament leren wij hem als een zorgzaam huisvader kennen en als een humaan meester voor zijn slaven. Van enkele vrienden weten wij alleen dat zij hem zijn leven lang trouw gevolgd hebben. De overgeleverde briefwisseling met Alexander Pagina 5 van 24

6 is vermoedelijk een vervalsing, en ongeloofwaardig is het bericht dat de koning zijn studies met een enorm bedrag steunde en op zijn expedities een staf van geleerden meenam om dieren en planten voor hem te verzamelen. De twee boeken die Aristoteles aan Alexander opdroeg, zijn verloren gegaan, maar wel is bekend dat hij daarin o.a. schreef dat het voor een koning niet nodig was om filosoof te zijn (dit tegen Plato), maar wel om naar het advies van een wijsgeer te luisteren. 2. Leer De wijsbegeerte van Aristoteles draagt een sterk speculatief karakter en toont voortdurend de invloed van Plato, maar daarnaast is een uitgesproken belangstelling voor de empirische werkelijkheid merkbaar, die hem ertoe bracht om vrijwel alle gebieden van wetenschap in zijn filosofie te betrekken (wis- en geneeskunde zijn opvallende uitzonderingen). 2.1 De logica De logica beschouwt Aristoteles zelf (in tegenstelling tot velen van zijn navolgers) niet als onderdeel van de filosofie? het is een leerschool voor het denken, en de daarop betrekking hebbende geschriften hebben later de naam Organon (= werktuig) gekregen. Evenals Plato heeft ook Aristoteles de sofisten bestreden, maar hij deed dat door een systematisch overzicht te geven van de oorzaken van hun valse redeneringen. Hij gaat ervan uit dat het oog de dingen ziet zoals zij zijn, dat het gehoor de werkelijke geluiden hoort, enz. Onze waarnemingen zijn op zichzelf waar, en zij geven ons een afbeelding van de werkelijkheid; fouten ontstaan doordat wij die waarnemingen verkeerd met elkaar verbinden en daardoor foute conclusies trekken. Voor een adequate kennis van de werkelijkheid moeten de begrippen in hun samenhang met de werkelijkheid overeenkomen. De niet verder te herleiden elementen van de kennis zijn de Categorieën, dwz. de verschillende vormen waarin men zich uitspreekt over het bestaande. Wanneer wij een oordeel uitspreken, is datgene waarover wij spreken 'subject ', wat wij ervan zeggen is het predikaat. Om dat predikaat tot uitdrukking te brengen beschikken wij over een aantal categorieën? de substantie (ousia), bijv. mens of paard; de kwantiteit, bijv. twee ellen lang; de kwaliteit, bijv. rood of blauw; de relatie, bijv. dubbel, groter; en verder de categoriën? plaats, tijd, handelen en ondergáán. Wanneer zij zonder verbinding gebruikt worden, drukken zij geen bevestigend of ontkennend oordeel uit (man, blank, gisteren); daartoe moeten zij verbonden worden (de man is blank), en het oordeel is waar of onwaar naarmate de verbinding overeenkomt met de verbindingen in de werkelijkheid. De eenvoudigste vorm van een oordeel is? A is B (kataphasis, bevestiging) of? A is niet B (apophasis, ontkenning). Uit twee oordelen (premissen genaamd), die één term (de 'middenterm') gemeen hebben, kan een syllogisme gevormd worden (= sluitrede, volgens de definitie een redenering waarin, als bepaalde dingen gegeven zijn, iets anders dan het gegevene noodzakelijk volgt), bijv. A is B; B is C?? A is C. De mogelijkheden van het syllogisme zijn door Aristoteles zorgvuldig afgebakend, en het zeer verfijnde systeem van vormen van syllogismen heeft zich nog tot na Immanuel Kant kunnen handhaven. Steeds gaat hij van het algemene naar het bijzondere (deductie). Van de omgekeerde weg, die van het bijzondere uitgaat om tot conclusies ten aanzien van het algemene te komen (inductie), heeft hij in zijn natuurwetenschappelijke geschriften gebruikgemaakt. Strikt genomen zou alleen volledige inductie, waarbij alle bijzondere gevallen bekend zijn, geldig zijn. Hij redeneert dat de afzonderlijke dingen uit algemene oorzaken zijn ontstaan; om ze te leren kennen moet men daarom eerst kennis van de algemene oorzaken verwerven. Die kennis is met het verstand door redenering te bereiken. De meest algemene oorzaken zijn onherleidbaar, anders zouden zij Pagina 6 van 24

7 een nóg algemenere oorzaak hebben, en zo tot in het oneindige voort. In overeenstemming daarmee zijn de eerste, algemene premissen onbewijsbaar; zij zijn echter zonder meer duidelijk. De voornaamste is het principium identitatis? A is A en kan niet op hetzelfde ogenblik en ten aanzien van hetzelfde niet-a zijn. Alleen dan is er sprake van een strikt bewijs als het syllogisme uitgaat van ware premissen. Dikwijls moet men echter uitgaan van meningen, waarvan de waarheid niet volstrekt zeker, maar wel waarschijnlijk is. De zgn. praktische filosofie, ethiek, politiek en redekunst, maakt van min of meer waarschijnlijke redeneringen gebruik, en kan daarom niet als strenge wetenschap gelden. 2.2 Ontologie Het meest algemene kenmerk van alle dingen is het Zijn (van alle dingen kan men in elk geval zeggen dat ze zijn), en het Zijn als zodanig is het onderwerp van wat Aristoteles de 'eerste filosofie' noemde, die thans metafysica heet. Het woord 'zijn' wordt in vele betekenissen gebruikt ( 'de man is blank'? koppelwerkwoord; 'de man is' duidt op het bestaan, enz.). Het blijkt dat kwaliteit, kwantiteit en alle andere categorieën niet kunnen zijn in de betekenis van bestaan? dat kan men alleen zeggen van een ousia (substantie, of wezen); een mens bestaat op zichzelf, maar blank op zichzelf bestaat niet. Nu is ons weten volgens Aristoteles afhankelijk van de waarneming die aan het weten voorafgaat. Wij nemen echter alleen afzonderlijke dingen waar (de eigenlijke substanties). Dus zou ons weten slechts betrekking kunnen hebben op afzonderlijke dingen. Plato had gesteld dat het algemene (de Idee) het wezenlijke was en dat de afzonderlijke dingen daar deel aan hadden. Volgens Aristoteles bestaat het algemene niet buiten de dingen (als idee), maar in de dingen; het is voor het verstand te begrijpen. 2.3 Natuurfilosofie De dingen om ons heen zijn in een voortdurend wordingsproces betrokken. Worden is een beweging van de ene toestand naar de andere. Fysica is de leer van de bewegingen en de oorzaken daarvan. Oorzaken (aitia) zijn materie, vorm, bewegende oorzaak en doel. Bij een huis kan men de vorm onderscheiden van het doel (beschutting van de bewoners), bij een levend wezen vallen vorm en doel samen. Anderzijds is de bewegende oorzaak van een huis de vorm in de gedachte van de architect, die dezelfde is als de actuele vorm van het huis. Vandaar dat de vier oorzaken vaak gereduceerd worden tot twee? vorm en materie. De eerste is actief, de tweede passief, en de ongevormde materie staat tot de gevormde als potentie, mogelijkheid (dynamis) tegenover actualiteit (energeia)? worden is een overgang (beweging) van potentialiteit naar actualiteit (zie ook act). Parmenides van Elea krijgt daardoor een afdoend antwoord? worden is niet de ondenkbare overgang van het niets naar het iets, maar van nog-niet-iets-zijn naar verwezenlijking. Uit zaad + voedsel ontstaat de actuele boom. Actualisering kan op verschillende niveaus plaatsvinden? de boom is potentieel hout, huis of standbeeld, maar ook? boom? hout? rottingsproduct? voedsel voor een nieuwe boom. De vier elementen? aarde (droog en koud), water (vochtig en koud), lucht (vochtig en warm), vuur (droog en warm) kennen ook voortdurende overgangen. Zij hebben hun eigen bewegingen? aarde en water rechtlijnig naar beneden, lucht en vuur evenzo naar boven, en daar zij ieder een eigen 'plaats' hebben, bestaat er een natuurlijke stratificatie. Door verandering van één van de twee eigenschappen (bijv. van koud naar warm) kunnen zij in elkaar overgaan. Die verandering wordt o.a. door reflectie van de zonnewarmte op aarde en door afkoeling in de hogere lagen veroorzaakt, en daardoor ontstaan de weersverschijnselen. Boven de sfeer van de maan heerst een ander element, de aether, dat niet verandert (de aether wordt ook 'vijfde lichaam' genoemd, de quinta essentia van de middeleeuwen). Pagina 7 van 24

8 Om die maansfeer heen ligt een groot aantal sferen, wier gecompliceerde kringlopen de voor ons ongelijkmatig schijnende bewegingen van de planeten veroorzaken; zij worden alle omsloten door de gelijkmatig bewegende uiterste sfeer van de vaste sterren, en het rustend middelpunt is de aarde. De hemellichamen, 'goddelijk' geheten, zijn uit aether gevormd, maar hun goddelijkheid is niet volmaakt, omdat zij bewegen. Beweging is altijd een overgang van potentialiteit naar actualiteit, en de godheid kan niets potentieels meer hebben? dat zou aan zijn volmaaktheid afdoen. God is dus buiten de sferen en Hij is indirect de oorzaak van hun bewegingen. De sferen bewegen zich uit verlangen naar God, die de Onbewogen Beweger is. De enige activiteit die God kan uitoefenen, is het denken. Niet aan andere dingen want dan zou Hij zich met materie bezighouden? Hij denkt de volmaakte actualiteit, en dat is Hij zelf? zijn denken is denken van het denken. Terwijl Aristoteles de ruimte als begrensd denkt door de buitenste hemelsfeer, poneert hij dat de tijd oneindig is. Daar tijd en beweging onafscheidelijk samengaan, heeft de beweging van de kosmos geen begin gehad en zal nooit ophouden. Deze leer van de eeuwigheid van de wereld is voor latere Aristotelici een schooldogma geweest, dat zowel in het christendom als in de islam aanleiding was tot polemieken. Hier op aarde kan door de beperkte mogelijkheden van de materie een ononderbroken kringloop niet plaatsvinden, maar de natuur tracht deze zo goed als het in haar vermogen ligt te imiteren. Door de zon is er dag en nacht, door de ecliptica (de cirkel aan de hemel die de zon in één jaar schijnt te doorlopen) de wisseling van de seizoenen. Vandaar de mutatie van elementen en de weersverschijnselen. Het leven kent opgang en neergang, geen complete kringloop, maar de ononderbroken opeenvolging van ontstaan en vergaan is de best mogelijke nabootsing daarvan. 2.4 Biologie In de levende natuur zijn de individuen vergankelijk, maar de soorten eeuwig en onveranderlijk. Wel kent Aristoteles de geleidelijke overgang van het net-niet-meer-levenloze, via planten, tussenvormen tussen planten en dieren, naar hogere dieren, tot de mens toe. Maar hij verwerpt de mogelijkheid van het ontstaan van nieuwe soorten? kruisingen, zoals muildieren, kunnen zich als soort niet handhaven. Lager en hoger gaan samen met de aard van de psychè (ziel, in de zin van levensbeginsel). De laagste vorm is de plantenziel (alleen voeding en voortplanting); dieren hebben de waarnemende ziel, de mens daarenboven het verstand. In de hogere ziel zijn de lagere altijd aanwezig. Centrum van de levensfuncties én van de waarneming is het hart? de (koude) hersenen dienen als regulateur om de bloedtemperatuur gelijkmatig te houden. Volgens Aristoteles is het mannelijke warm en actief, het vrouwelijke koud en passief. Bij de voortplanting is het mannelijke de vormgever, en in het sperma is de ziel in potentie aanwezig. Het vrouwelijke draagt alleen de materie bij. Toch weet Aristoteles van parthenogenese (voortplanting zonder bevruchting). In het algemeen komt hij in de nadere uitwerking vaak veel verder dan een star dogmatisme. Zo kon Charles Robert Darwin hem als een groot bioloog beschouwen. Hij heeft ruim 500 dieren beschreven en observaties gedaan die soms in onze eigen tijd pas bevestigd zijn, bijv. de beschrijving van de levendbarende gladde haai (Mustelus laevis). In zijn nauwkeurig uitgewerkte erfelijkheidstheorie anticipeert hij op Gregor Mendel met een goed begrip voor dominerende en recessieve factoren. Hij geeft een opmerkelijke schets van een indeling van de dierenwereld op grond van de embryologie. Ook heeft hij herhaaldelijk bepaalde soortkenmerken aangewezen, en is hij zijn tijd vooruit geweest door bijv. sponsen, zeeanemonen e.d. van planten, en walvisachtigen van vissen te onderscheiden. 2.5 Waarneming Pagina 8 van 24

9 Uitvoerig is de behandeling van de zintuigen, en vooral ook van de vraag hoe verschillende waarnemingen gecoördineerd worden (de waarnemingen van een roos bijv. gaan langs totaal verschillende wegen? men ziet de bloem, ruikt de geur en voelt de doornen). Volgens Aristoteles is dit coördineren het werk van een gemeenschappelijk waarnemingsorgaan. Het complex van de waarnemingen vormt het materiaal voor de herinnering. Opvallend is in dit verband zijn inzicht in het associatieproces. De mens beschikt niet over natuurlijke wapens (slagtanden, klauwen, horens) en ook het waarnemingsvermogen is slechter dan dat van sommige dieren. Maar alleen de mens bezit verstand. Zeer betwist is de leer van het passieve intellect dat de denkinhoud aan voorafgaande waarnemingen ontleent, en het actieve intellect, dat het denken activeert. Het passieve intellect is met de andere delen van de ziel aangeboren, maar het actieve 'komt van buiten af' en is alleen onsterfelijk. 2.6 Ethiek Het doel 'waarnaar alles streeft' is het goede, en het gemeenschappelijk einddoel is de eudaimonia, het geluk. Dat ligt niet in het verwerven van rijkdom, eer of genot, en ook niet in werkloosheid, maar in activiteit. Het hoogste goed is activiteit van de ziel in overeenstemming met haar eigen deugd, en als er meer deugden zijn, met de hoogste. Aristoteles' leer dat een deugd in het midden ligt tussen twee ondeugden (le juste milieu) is beroemd geworden. Dapperheid bijv. ligt tussen roekeloosheid (te veel) en lafheid (te weinig) in. Dapper zijn is niet? alles te wagen zonder vrees; men dient ook te weten wanneer men moet wijken. Wie goed wil handelen moet een keuze (prohairesis) maken, en wel een meervoudige keuze, die rekening houdt met persoon, tijd, plaats en omstandigheden. Boven de karakterdeugden staan de verstandelijke. De wijze kiest de hoogst mogelijke deugd die ligt in de intellectuele activiteit, dwz. contemplatie. Het zuivere denken plaatst hem boven het menselijke niveau? de mens bereikt dat niet als mens, maar door het goddelijke in hem. Op de hoge waarde van de vriendschap wordt veel nadruk gelegd, en sociale deugden, zoals de rechtvaardigheid, staan bovenaan, in overeenstemming met de opvatting dat de leer van de samenleving (politikè) in het verlengde van de ethiek ligt. De mens is een gemeenschapswezen (zooion politikon)? de staat streeft naar het geluk van de burgers. Aristoteles wil toezicht op het gezin met het oog op eugenese (verbetering van de erfelijke eigenschappen van het menselijk ras) en geboortebeperking, maar ziet anderzijds de slavernij als een door de natuur gegeven noodzakelijk instituut. Hij overweegt de voor- en nadelen van de verschillende mogelijke constitutievormen, maar blijft merkwaardigerwijze in de tijd waarin door de veroveringen van Alexander enorme statencomplexen ontstonden, staan bij de oude, beperkte stadstaat. 2.7 De retorica Deze ligt, als verhandeling over de redekunst, gedeeltelijk in het verlengde van de logica, maar komt herhaaldelijk op het terrein van de literatuurbeschouwing. Dit laatste onderwerp is uiterst beknopt behandeld in de Poetika, die van alle werken van Aristoteles het meest gelezen is, en vooral door de leer van de drie eenheden (tijd, plaats en handeling) een vérreikende invloed heeft gehad. 3. Werken Naar het voorbeeld van Plato schreef Aristoteles een aantal dialogen, die in de oudheid druk gelezen zijn, maar verdrongen werden door de wetenschappelijke werken (de fragmenten zijn verzameld door R. Walzer, 21963, en W.D. Ross, 1955). Ook van de grote, onder zijn leiding tot stand gebrachte Pagina 9 van 24

10 documentenverzamelingen (o.a. lijsten van opvoeringen van tragedies in Athene, staatsinstellingen van 158 steden, atlas van vergelijkende anatomie, en andere) is alleen een studie over de Staat van de Atheners in 1891 op een papyrus gevonden. De rest is, op een aantal meestal zeer korte fragmenten na, verloren gegaan (laatstelijk uitgegeven door V. Rose in 1886). Bewaard gebleven zijn de wetenschappelijke werken, die geen literair karakter dragen, maar als min of meer uitgewerkte leerstof voor zijn colleges dienden. Uit een aantal citaten naar niet meer vertegenwoordigde werken blijkt dat de door Andronicus geredigeerde verzameling niet volledig meer is, terwijl anderzijds dictaten en excerpten van leerlingen, geschriften van latere peripatetici (o.a. de Problemata) en opzettelijke vervalsingen (zoals De mundo) erin zijn opgenomen. De bewaard gebleven hoofdwerken van Aristoteles zijn de volgende? Logica? Categoriae; De interpretatione; Analytica priora en posteriora; Topica. Ontologie? Metaphysica. Natuurfilosofie? Physica; De caelo; De generatione et corruptione; Meteorologica; Historia animalium; De partibus animalium; De generatione animalium; De anima, Parva Naturalia. Praktische filosofie? Ethica Nicomachea; Politica; Rhetorica; Poetica. Aristotelisme, samenvattende benaming voor filosofische stromingen waarvan leer of beginselen aan Aristoteles ontleend zijn. Aristoteles' eigen school, de Peripatos (of Peripatetische school), richtte zich vnl. op de empirische wetenschappen. Met Alexander van Aphrodisias (3de eeuw n.c.) begon een reeks uitvoerige commentaren op Aristoteles, die aanvankelijk stoïsch, later neoplatonisch en ten slotte christelijk beïnvloed zijn. Omstreeks 500 begon Anicius Boëthius Aristoteles' Logica in het Latijn te vertalen. Omstreeks diezelfde tijd ontstond de Syrische vertaling van dezelfde geschriften, die later in het Arabisch werden vertaald. In het Oosten (centrum? Bagdad) zijn de overige geschriften niet vóór de 9de eeuw bekend geworden; in het Westen drongen zij pas vanaf de 12de eeuw door, in rechtstreekse vertalingen uit het Grieks en uit het Arabisch. In de middeleeuwen heeft het aristotelisme grote invloed gehad, met Thomas van Aquino als belangrijkste exponent. Tussen 1495 en 1498 werden de complete werken van Aristoteles in het Grieks gedrukt bij Aldus in Venetië. Na de middeleeuwen moest het aristotelisme geleidelijk het veld ruimen, maar voor Georg Wilhelm Friedrich Hegel kreeg het een eigen betekenis en in het neothomisme heeft het lange tijd op de voorgrond gestaan. Machiavelli, Niccolò (Florence 3 mei 1469 aldaar 22 juni 1527), Italiaans geschiedschrijver, werd ambtenaar van zijn vaderstad en in 1498 secretaris van de tweede kanselarij; hij ontwierp een reorganisatie van de burgermilitie, maakte vele gezantschapsreizen en vertoefde, als agent van Florence, enige tijd bij Cesare Borgia. Nadat in 1512 De'Medici waren hersteld, werd Machiavelli in 1513 verbannen. Zijn meest bekende werken, Il principe (De vorst, ook wel vertaald als De heerser) en Discorsi sopra la prima deca di Tito Livio (= Gesprekken over de eerste tien boeken van Titus Livius), die tijdens zijn ballingschap zijn geschreven, hebben beide betrekking op de vraag naar de oorzaken van verval en opkomst van staten, alsmede naar de wijze waarop staatslieden staten in stand kunnen houden. In De vorst, waarvan het eerste manuscript gereed was in 1513, betoogt hij dat een regering, om vóór alles te streven naar het handhaven van de macht, niet de regelen van de moraal behoeft toe te passen, maar dat haar alle middelen tot dit doel zijn geoorloofd. Politiek is volgens Machiavelli doel in zichzelf, t.w. behoud en vergroting van macht, met het succes daarin als enige maatstaf. Hij had geen behoefte aan een dienst aan een God en hij bestempelde de toenmalige religie als Pagina 10 van 24

11 een verzinsel en volksbedrog. Voor het verscheurde Italië van zijn tijd zag hij als oplossing de instelling van een absolute monarchie. In de Discorsi, die hij tussen 1516 en 1519 schreef, boog hij zich over de vraag welke staatsvorm steden grootheid bracht. Machiavelli koos hiervoor een republikeinse regeringsvorm. Voor staten die zich reeds geruime tijd hadden gevestigd, achtte hij evenwel een aandeel van het volk in het bestuur noodzakelijk. Machiavelli heeft geen systematische politieke theorie ontwikkeld, doch zijn politieke ideeën in de vorm van losse opmerkingen over bijzondere historische situaties en voorvallen naar voren gebracht. In 1519 keerde hij terug naar zijn vaderstad. Door bemiddeling van Giulio De' Medici kreeg hij de officiële opdracht voor een Geschiedenis van Florence. Hij schreef deze Istorie fiorentine (waarvan acht boeken gereed kwamen) geheel naar het antieke voorbeeld (Livius), om aan te tonen hoe noodlottig de verdeeldheid is. Hij geeft blijk van een ruime mensenkennis en van cynisme, door alles aan boze driften en eigenbaat toe te schrijven. Net als vele van zijn tijdgenoten stelde hij de Rooms-Katholieke Kerk verantwoordelijk voor de in Italië heersende politieke corruptie en het morele verval. Zijn stijl is voortreffelijk; hij staat kritisch ten opzichte van de bronnen. Als echt humanist (zie humanisme [geschiedenis]) nam Machiavelli ook actief deel aan het literaire leven van zijn dagen? men heeft van hem de uitstekende (lichtzinnige) komedie La mandràgola (ca. 1513), schitterend van observatie en karaktertekening; een tweede, La clizia (1525); de knappe novelle Belfagor Arcidiavolo; een onvoltooid gebleven satire L'asino d'oro; voorts prachtig geschreven brieven; ten slotte moet hij ook de auteur zijn van een aantal (anonieme) carnavalsliederen van zeer wuft karakter. Zie ook Renaissance. Een volledige editie van de middeleeuws-latijnse vertalingen wordt verzorgd door de Union Académique Internationale, onder de titel Aristoteles Latinus (I XXXIII; suppl. I II); Syrische vertalingen (vnl. van het Organon, ook? De mundo) zijn in de eerste helft van deze eeuw al verschenen. Na de Tweede Wereldoorlog is de uitgave van de Arabische vertalingen vrijwel voltooid. Vertalingen in moderne talen zijn van zeer ongelijke waarde. Vooral in Groot-Brittannië, waar een lange traditie een bruikbare terminologie opleverde, zijn voortreffelijke prestaties geleverd? The works of Aristotle translated into English (12 dln., ) omvatten alle werken van Bekkers editie. De Loeb Classical Library biedt bijna alle werken in het Grieks met vertaling. Hegel, Georg Wilhelm Friedrich (Stuttgart 27 aug Berlijn 14 nov. 1831) De Duitse filosoof Hegel is vooral bekend vanwege zijn uitwerking van de methode van de dialectiek. In zijn beroemde werk de Phänomenologie des Geistes (1807) probeert hij een systeem te ontwikkelen waarin door een dialectisch proces de gehele werkelijkheid uiteindelijk gekend kan worden. Wil een mens (in de filosofie meestal aangeduid met subject) de gehele werkelijkheid kennen, dan moet hij behalve de werkelijkheid in al haar details, ook zichzelf kennen (de mens maakt immers deel uit van de werkelijkheid), en zijn eigen kennen van de werkelijkheid in al haar details, en zijn eigen kennen van zichzelf die alles kent. Uiteindelijk eindigt deze beweging, die heen en weer gaat tussen een onmiddellijk bewustzijn van de werkelijkheid en een zelfbewustzijn, in het absolute kennen dat niet meer als het kennen van een subject begrepen kan worden maar dat Hegel karakteriseert als 'het absolute weten', of 'de Geest'. Hegel werkt dit systeem zeer gedetailleerd uit, op het niveau van het individu, van de geschiedenis en op het niveau van de Geest. 1. Leven Pagina 11 van 24

12 Hegel werd geboren in een orthodox-protestants ambtenaarsgezin, bezocht het gymnasium te Stuttgart en studeerde van 1788 tot 1793 filosofie en theologie te Tübingen. In zijn studententijd raakte hij bevriend met Hölderlin en Schelling, in wie hij filosofisch-gelijkgezinden ontdekte. Nadat hij was afgestudeerd, werd Hegel enige tijd huisleraar te Bern en daarna, door bemiddeling van Hölderlin, te Frankfurt. Al gedurende de laatste tijd van zijn verblijf in Tübingen, maar vooral in Bern en Frankfurt, hield hij zich bezig met theologische en politieke problemen, waarvan de neerslag in een aantal, meestal onvoltooid gebleven en niet gepubliceerde geschriften is te vinden. Pas in 1801, toen hij zich in Jena als 'privaatdocent' vestigde om er een universitaire loopbaan te gaan volgen, verscheen zijn eerste publicatie. Vanaf 1805 werd hij er buitengewoon hoogleraar en gaf, samen met Schelling, het Kritisches Journal für Philosophie uit. Hiervoor schreef hij verschillende artikelen, maar zijn voornaamste werk was het ontwerpen van zijn 'systeem', dat geleidelijk, ook in zijn colleges, gestalte kreeg. In 1807 verscheen zijn Phänomenologie des Geistes, aangekondigd als eerste deel van het systeem (een tweede deel is nooit gevolgd). Vlak voor de publicatie had Hegel Jena verlaten om de redactie van de Bamberger Zeitung op zich te nemen, waardoor hij nog meer gelegenheid had zich met de actualiteit bezig te houden. In 1808 werd hij benoemd tot rector van het gymnasium te Neurenberg, waar een van zijn voornaamste taken het onderwijs in de filosofie was. Uit deze vorm van onderwijs is later zijn overzicht over de gehele filosofie in zijn Enzyklopädie geresulteerd. In Neurenberg trouwde hij met de ruim twintig jaar jongere Marie von Tucher, uit welk huwelijk drie kinderen werden geboren. Bovendien nam hij zijn in Jena geboren onwettige zoon in zijn gezin op. In 1816, nadat zijn Logik in drie delen al verschenen was, werd hij hoogleraar in Heidelberg en twee jaar later in Berlijn. Hier overleed hij als slachtoffer van een cholera-epidemie. 2. Werk Hegels betekenis voor de filosofie is uitermate groot en zijn invloed is onmiskenbaar op nagenoeg alle terreinen van de filosofie. Behalve dat hij een totale visie gaf op het geheel van de filosofie, hield hij zich ook bezig met zeer concrete details. De spanning die er bij Hegel duidelijk bestond tussen totaliteit en momenten, heeft ertoe geleid, dat zijn navolgers de nadruk hetzij op het systeem, hetzij op de concrete methode hebben gelegd. Hegel zag als voornaamste taak van de filosofie de werkelijkheid te begrijpen zoals die is? hij had de vaste overtuiging dat de wereld, zowel in haar geheel als in haar delen, toegankelijk is voor redelijke doordenking en begrepen kan worden. 2.1 Werken voor 1806 In zijn jeugdgeschriften stelde Hegel zich kritisch op tegenover de in Duitsland heersende opvattingen over godsdienst en politiek. In zijn Theologische Jugendschriften (onder deze titel in 1907 door Nohl uitgegeven) verzette Hegel zich, uit naam van een redelijke religie, tegen elke autoritaire en positieve godsdienst. In de biografie van Jezus legde hij de nadruk op zijn gezindheid en elimineerde hij alle bovennatuurlijke elementen. Hij leverde daarin overigens ook kritiek op de gerichtheid van Jezus (en het christendom) op de enkeling in plaats van op de maatschappij. De noodzaak van een 'verzoening' met de werkelijkheid, die een grote rol zou gaan spelen in Hegels latere werk, komt hier al naar voren. Geleidelijk aan ging dan Hegels belangstelling zich verplaatsen naar puur filosofische onderwerpen. In zijn Differenz des Fichteschen und Schellingschen Systems (1801) bepaalde hij zijn eigen standpunt aan de hand van Schelling en Fichte? de filosofie moet alle tegenstellingen opheffen om de absolute totaliteit te bereiken; met behulp van de rede moet een systeem van de gehele werkelijkheid opgesteld worden. Nadat Hegel Pagina 12 van 24

13 zich verscheidene jaren in zijn colleges hiermee had beziggehouden, kwam de grote uitwerking van deze visie in zijn Phänomenologie des Geistes. 2.2 Werken na 1806 De Phänomenologie des Geistes verscheen in Het werk heeft een tweeledig doel? enerzijds is het inleiding tot het systeem, anderzijds is het de beschrijving van de ontplooiing van het systeem zelf. Zoals de titel aangeeft, is de opzet van het werk een beschrijving van de verschillende fenomenen van de geest, zoals deze zich op dialectische wijze uit elkaar ontwikkelen. (Het begrip geest heeft bij Hegel niet dezelfde betekenis als in de rest van de filosofie). De dialectische weg houdt in dat er geen rechtlijnige voortgang is, maar een voortdurend omslaan in het tegendeel, zodra een fase tot het einde toe doorlopen is. De waarheid van elke fase wordt ontkend, om daarna noodzakelijkerwijs tot een hogere waarheid te komen. De ontwikkeling van de twee telkens in andere gestalten optredende tegenspelers, nl. bewustzijn en zelfbewustzijn, voltrekt zich op drie verschillende niveaus? binnen de ontplooiing van het individu, op het vlak van de geschiedenis van de gehele mensheid en als weg van de Geest als zodanig. Als voornaamste stadia van deze 'Bildung' van de geest treden op? zintuiglijke zekerheid, waarneming, verstand, zelfbewustzijn, rede, geest, religie en het absolute weten. Elk stadium wordt door Hegel zeer concreet uitgewerkt aan de hand van historische voorbeelden. Het absolute weten heeft als laatste fase alle vorige in zich opgenomen en is als totaliteit de uiteindelijke waarheid. Wissenschaft der Logik ( ). Anders dan de titel doet vermoeden, is de eigenlijke logica maar een onderdeel van dit werk. Op een nieuwe wijze wordt de ontwikkeling van het gehele systeem ontvouwd, zonder het historische proces erbij te betrekken. Het boek bestaat uit drie onderdelen, t.w.? de leer van het Zijn, de leer van het Wezen, samen betiteld als 'objectieve logica', en de leer van het Begrip, aangeduid als 'subjectieve logica'. Volgens de dialectische methode wordt begonnen met het onbepaalde onmiddellijke, dwz. het Zijn. Dit moet via vele stadia van begrijpen, uiteindelijk, als de totaliteit van alle concrete elementen, eindigen als Absolute Idee, het absolute weten. Via vele tegenstellingen en opheffingen van tegenstellingen eindigt dit proces dus met de Absolute Idee als het tot zichzelf gekomen zijn van het begrepen onmiddellijke. Het einde is de eenheid van begrip en realiteit, wanneer het objectieve an-sich en het subjectieve für-sich in de eenheid van het anund-für-sich zijn opgenomen. Een eerste zeer bekend geworden voorbeeld van deze weg geeft Hegel in het begin van de Logik, als hij beschrijft hoe uit het stellen van het pure Zijn en het negeren hiervan door het Niets de negatie van de negatie, nl. het Worden, ontstaat. Een andere uiterst belangrijke analyse is die van de verhouding tussen de begrippen eindig en oneindig. Doordat in eerste instantie het oneindige tegenover het eindige wordt gesteld als negatie daarvan, is het oneindige eenzijdig; het kan pas werkelijk oneindig genoemd worden als het het eindige in zich heeft opgenomen en zo de totaliteit is van eindig en oneindig. Enzyklopädie (1817). Naast deze twee werken, die elk een bepaalde visie op het systeem geven, had Hegel behoefte aan een het gehele terrein der filosofie omvattend overzicht, waarin dan óók, zij het in gewijzigde versie, de Phänomenologie en de Logik terugkeren. Dit werk, dat een 'encyclopedie der filosofische wetenschappen' wilde zijn, werd, na de drie door Hegel zelf verzorgde drukken, na zijn dood aangevuld met collegedictaten en andere fragmenten en in die vorm System der Philosophie genoemd. In dit werk is een strikte driedeling doorgevoerd; de hoofddelen zijn? logica, natuurfilosofie en geestesfilosofie, die elk weer in drieën zijn ingedeeld, enz. De voortgang in de behandeling kan men het beste vergelijken met een spiraal? elk onderdeel ontwikkelt zich zó, dat het op zijn beginpunt terugkeert, zij het op een hoger niveau. Als voorbeeld moet hier genoemd worden de ontwikkeling van de geest van Pagina 13 van 24

Inhoud. 1. Protagoras Gorgias Thrasymachus, Callicles en Hippias 13

Inhoud. 1. Protagoras Gorgias Thrasymachus, Callicles en Hippias 13 Voorwoord XIII Deel 1 Oudheid Historische situering 1 I. De natuurfilosofen of presocratici Inleiding 3 Het veranderlijke en het blijvende 5 II. De sofisten en Socrates Inleiding 9 A. De sofisten 10 1.

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Ter inleiding (tot een inleiding)

Ter inleiding (tot een inleiding) Inhoud Voorwoord 3 Aanvullende lectuur 4 Ter inleiding (tot een inleiding) 1. Wijsbegeerte, haar begin(sel) en doelstelling 5 2. Waarom filosofie altijd een inleiding blijft 7 3. Waarom een historische

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Spinoza s Visie Dag 1 Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Opzet cursus Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Over God Over de mens Over het geluk Inleiding Hoe zit de wereld in elkaar? Hoe verhoudt de mens zich tot

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Ma Samenvatting door Sophie 1047 woorden 6 februari 2017 8,8 3 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Levensbeschouwing Mens & Ma Mensbeeld hoe je jezelf ziet, de

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie Geloven en redeneren Religie en filosofie Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Het begin

Nadere informatie

Wijsbegeerte: Extra documentatie: Filosofen door de eeuwen heen

Wijsbegeerte: Extra documentatie: Filosofen door de eeuwen heen Wijsbegeerte: Extra documentatie: Filosofen door de eeuwen heen Sir Isaac Newton 1 ste KAN Ind. Ing. Wijsbegeerte Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 1 Voorwoord Deze bundel dient als extra documentatie

Nadere informatie

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen Geschiedenis en politieke filosofie Geschiedenis Beschrijving feitelijke gebeurtenissen. Verklaring in termen van oorzaak en gevolg of van bedoelingen. Politieke

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben.

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben. 7,8 Aantekening door Sara 1516 woorden 2 keer beoordeeld 22 maart 2017 Vak Filosofie Methode Durf te denken Hoofdstuk 7 Sociale filosofie. Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

Lezing Dr. Ch. Hupperts nazomerconferentie vrijdag 20 september 2013

Lezing Dr. Ch. Hupperts nazomerconferentie vrijdag 20 september 2013 Lezing Dr. Ch. Hupperts nazomerconferentie vrijdag 20 september 2013 Twee vragen: 1. Hoe is de aanpak van Plato geweest bij het schrijven van zijn dialogen? Heeft hij (een groep van) de dialogen vanuit

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53

Immanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53 Ten geleide Kant en de grenzen van de rede 15 Geraadpleegde literatuur 39 Verantwoording bij de vertaling 41 Immanuel Kant aan Marcus Herz (21 februari 1772) Het 'geboorteuur' van de Kritiek van de zuivere

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen Ten geleide Kants derde Kritiek: hoe kan de vrijheid worden verwerkelijkt? 15 Geraadpleegde literatuur 46 Verantwoording bij de vertaling 49 Immanuel Kant aan Johann Friedrich Reichardt 51 Immanuel Kant

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Samenvatting

Geloven en redeneren. Samenvatting Geloven en redeneren Samenvatting Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Ontwikkelingen

Nadere informatie

Thomas van Aquino ( )

Thomas van Aquino ( ) Thomas van Aquino (1225-1274) inhoudsopgave Personalia Thomas van Aquino Uit het leven van Tegenstellingen Scholastiek Basis denken en wetenschap Meer Thomas van Aquino Tijdgenoten Hedendaagse toepassing

Nadere informatie

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 INHOUD VOORWOORD 11 INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 HOOFDSTUK 1. Op zoek naar een stabiele werkelijkheid. De Oudheid (6 de eeuw v.c. 6 de eeuw n.c.) 25 1. Het ontstaan

Nadere informatie

6.3. Boekverslag door B woorden 4 juni keer beoordeeld. Inleiding

6.3. Boekverslag door B woorden 4 juni keer beoordeeld. Inleiding Boekverslag door B. 3035 woorden 4 juni 2003 6.3 187 keer beoordeeld Vak Filosofie Inleiding In deze Praktische Opdracht ga ik het hebben over de drie bekende filosofen uit de oudheid: Socrates, Plato

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief.

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief. GELOOF EN WETENSCHAP Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief. 1. HET HARMONIEMODEL De leer van de twee boeken Het Ptolemaeïsche of Aristotelische wereldbeeld

Nadere informatie

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

Descartes schreef dat er geen ander land was où l'on puisse jouir d'une liberté si entière (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten) Verslag 25 mei 2018, Salon der Verdieping: Spinoza s politieke filosofie De bespreking van de politieke filosofie doe ik aan de hand van zijn belangrijkste politieke werk, te weten het Theologisch-politiek

Nadere informatie

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Het begin van de natuurfilosofie Filosofen beginnen zich dingen af te vragen, waar je gewoonlijk niet zo over na zou

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant

Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant Samenvatting Filosofie Berkely, Hume, Kant Samenvatting door een scholier 1736 woorden 8 juni 2003 6,5 67 keer beoordeeld Vak Filosofie George Berkeley (Ier, bisschop) Dacht dat de toenmalige filosofie

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding Zevende brief Nawoord Waarom filosofen moeten zwijgen Kleine bibliografie

Inhoud. Inleiding Zevende brief Nawoord Waarom filosofen moeten zwijgen Kleine bibliografie Inhoud Inleiding Zevende brief Nawoord Waarom filosofen moeten zwijgen Kleine bibliografie Inleiding Al zolang als mensen over het schrift beschikken, hebben zij langs die weg met elkaar berichten en gedachten

Nadere informatie

Van Bethlehem tot Golgotha

Van Bethlehem tot Golgotha Van Bethlehem tot Golgotha Het Mysterie van Inwijding Esoterische Begrippen Elly Lichtenberg De Bijbel, een mystiek verhaal of..? Deel I De Bijbel: een mystiek verhaal of..? Is het evangelieverhaal juist?

Nadere informatie

God zoeken met de zinnen?

God zoeken met de zinnen? Aurelius Augustinus God zoeken met de zinnen? De leefwijze van de kerk en de leefwijze van de manicheeërs [De moribus ecclesiae et de moribus manichaeorum] Ingeleid, vertaald en van aantekeningen voorzien

Nadere informatie

Werkstuk Filosofie Plato, rationalist

Werkstuk Filosofie Plato, rationalist Werkstuk Filosofie Plato, rationalist Werkstuk door een scholier 3011 woorden 25 februari 2008 6,8 54 keer beoordeeld Vak Filosofie PLATO Over zijn leven, het rationalisme en zijn ideeën. Zijn leven: Socrates

Nadere informatie

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis. De Stoa

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis. De Stoa Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april 2005 6,9 51 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Stoa De Stoa is een filosofische stroming die ontstaan is rond 300 v. Chr. in Athene. De grondlegger

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Mensbeelden

Samenvatting Filosofie Mensbeelden Samenvatting Filosofie Mensbeelden Samenvatting door Sophie 819 woorden 27 oktober 2015 8,9 4 keer beoordeeld Vak Filosofie Plato (427 347 v.chr.) Als we ons op individuele katten richten, komen we nooit

Nadere informatie

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie De menselijke natuur, week 9 De opkomst van de filosofische antropologie Overzicht van reeds behandelde mensbeelden en de mechanistische visie uit de late 19e eeuw Wat is de mens? - Context Plato / Descartes

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven! Filosofie Op het VWO Wat is Filosofie? Wetenschappen beantwoorden vragen: Over een eigen onderwerp (object van studie) Op een eigen manier (methode van bestuderen) Filosofie beantwoordt vragen die niet

Nadere informatie

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering 1 PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering In de periode dat Socrates in het Athene van de vijfde eeuw v.c. zijn filosofie met leerlingen zoals Plato deelde, was er ook een andere groep filosofische leraren actief:

Nadere informatie

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047 Geschiedenis Tijdvak 02 01 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 10 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/101047 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson De Jefferson Bijbel Thomas Jefferson Vertaald en ingeleid door: Sadije Bunjaku & Thomas Heij Inhoud Inleiding 1. De geheime Bijbel van Thomas Jefferson 2. De filosofische president Het leven van Thomas

Nadere informatie

Praktische opdracht Filosofie Plato

Praktische opdracht Filosofie Plato Praktische opdracht Filosofie Plato Praktische-opdracht door een scholier 3850 woorden 21 maart 2001 7,5 162 keer beoordeeld Vak Filosofie De persoon Plato Plato (zie afbeelding ), of in het Grieks Platwn

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Spinoza s Visie Dag 1 Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Opzet cursus Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Over God Over de mens Over het geluk Inleiding Hoe zit de wereld in elkaar? Hoe verhoudt de mens zich tot

Nadere informatie

Opgave 2 Politiek en emoties

Opgave 2 Politiek en emoties Opgave 2 Politiek en emoties 6 maximumscore 2 een weergave van Spinoza s opvatting over blijdschap aan de hand van wat Spinoza onder een hartstocht verstaat: een overgang naar een grotere volmaaktheid

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof

Hoofdstuk 2. Kennis en geloof Hoofdstuk 2 Kennis en geloof Kennis of dogma Is religieus geloof een vorm van kennis? Is het mogelijk een rationeel bewijs van het bestaan van God te geven? Is religieus taalgebruik betekenisvol? Vormen

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Wist Socrates iets..?

Wist Socrates iets..? Wist Socrates iets..? Inleiding door Karel van Haaften Filosofisch café Hoogeveen 25.09.2018 Wist Socrates iets? KvH sept 2018 1 Wat vooraf ging Inhoud Socrates Gespreksmethode Socrates - hoe en waarom

Nadere informatie

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus Toelichting Door deze ontmoeting met Heraclitus gaan we terug naar het begin van de westerse filosofie. Zo rond 600 voor Christus komen we in het KleinAziatische

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Ok, doen we dat. En nu even over tot de orde van de dag. Kunt u mij in grote lijnen uw levensloop vertellen?

Ok, doen we dat. En nu even over tot de orde van de dag. Kunt u mij in grote lijnen uw levensloop vertellen? Werkstuk door een scholier 1765 woorden 11 februari 2003 5,9 35 keer beoordeeld Vak Filosofie Ik ga vandaag de filosoof Georg Wilhelm Friedrich Hegel interviewen deze Duitse idealist leefde van 1770 tot

Nadere informatie

Wist Socrates iets wat wij niet weten? Inleiding door Karel van Haaften van Socratisch café Zwolle

Wist Socrates iets wat wij niet weten? Inleiding door Karel van Haaften van Socratisch café Zwolle Wist Socrates iets wat wij niet weten? Inleiding door Karel van Haaften van Socratisch café Zwolle Filosofisch café Zwolle 21.09.2015 Wist Socrates iets? KvH sept 2015 1 Wat vooraf ging Inhoud Socrates

Nadere informatie

DE VOLMAAKTE MENS? ARISTOTELES-NIETZSCHE-BRAIDOTTI

DE VOLMAAKTE MENS? ARISTOTELES-NIETZSCHE-BRAIDOTTI DE VOLMAAKTE MENS? ARISTOTELES-NIETZSCHE-BRAIDOTTI www.janflameling.nl DE VOLMAAKTE MENS? Aristoteles De vervolmaking van de mens Friedrich Nietzsche Voorbij de mens Rosi Braidotti Voorbij de mens: De

Nadere informatie

Filosofie en actualiteit. Tweede bijeenkomst

Filosofie en actualiteit. Tweede bijeenkomst Filosofie en actualiteit Tweede bijeenkomst Journalistieke vragen Over wat voor soort gebeurtenis hebben we het? Wat is de oorzaak? Wat gebeurt er verder? Hoe moeten we deze gebeurtenis beoordelen? Filosofische

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

Geluk & wijsheid. Zevende avond

Geluk & wijsheid. Zevende avond Geluk & wijsheid Zevende avond Schoonheid Wat heet mooi? Het belang van het overbodige De postmoderne waarheid De filosoof en de waarheid Goochelen Wat heet mooi? Kun je precies beschrijven wat je raakt?

Nadere informatie

INLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT

INLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT INLEIDING Plato's grot Filosofie en ideologie De hermeneutische cirkel DEEL 1. DE LOTGEVALLEN VAN DE FILOSOFISCHE RATIONALITEIT HOOFDSTUK 1. Wijsbegeerte binnen de antieke bestaanshorizon: zijn en worden

Nadere informatie

De leraar stelt de volgende vragen: wat weten jullie al over Plato? Kennen jullie de naam ergens van? Gezien bij Grieks bijvoorbeeld?

De leraar stelt de volgende vragen: wat weten jullie al over Plato? Kennen jullie de naam ergens van? Gezien bij Grieks bijvoorbeeld? Inleiding tot Plato Auteur: Emma Moormann Doelgroep: 3 de graad secundair onderwijs Duur: 50 min. LESDOELSTELLINGEN De leerlingen zien in dat Plato s filosofie weliswaar kadert in een antieke context,

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5

Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1742 woorden 4 juli 2010 4,3 21 keer beoordeeld Vak Filosofie Hoofdstuk 4 Denken over de mens Filosofische vragen

Nadere informatie

Galileo Galileï

Galileo Galileï Galileo Galileï 1564-1642 Waarom het conflict rond Galio Galileï geen conflict is tussen geloof en wetenschap of godsdienst en wetenschap! Geen conflict tussen geloof en wetenschap! 1. Galileo beschouwde

Nadere informatie

Inleiding in de Filosofie & de Ethiek

Inleiding in de Filosofie & de Ethiek Inleiding in de Filosofie & de Ethiek 1e Bijeenkomst 5 september 2006 Prof. Dr. Hub Zwart Afdeling Filosofie & Wetenschapstudies h.zwart@science.ru.nl http://www.filosofie.science.ru.nl Wat is filosofie?

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

"En Kaïn sprak met zijn broer Abel. En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde.

En Kaïn sprak met zijn broer Abel. En het gebeurde, toen zij op het veld waren, dat Kaïn zijn broer Abel aanviel en hem doodde. Les 1 voor 6 oktober 2018 De eenheid en harmonie die God voor de mensheid had gepland, werd verstoord door de zonde. God toonde echter Zijn liefde voor ons door een plan te ontwerpen om de eenheid te herstellen.

Nadere informatie

e-chrya visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De Wet van Een

e-chrya visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De Wet van Een visie door reflectie Workshop 25 mei 2014 De workshops van e-chrya zijn bedoeld om te verbreden, te ontwikkelen en te ontdekken. Als groep, als netwerk, komen we bij elkaar om elkaar te leren kennen en

Nadere informatie

De Verlichting. De Verlichting

De Verlichting. De Verlichting De Verlichting =18 de eeuwse filosofische stroming die de nadruk legt op rationaliteit (zelf nadenken), vrijheid en gelijkheid en dit toepast in alle maatschappelijke velden (politiek, economie, religie

Nadere informatie

Voorwoord 7. Inleiding 9. Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20

Voorwoord 7. Inleiding 9. Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20 Inhoud Voorwoord 7 Inleiding 9 Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20 David Hume 35 Hume en Kant 37 Het postume werk 45 Korte levensloop 49 James Boswell 59 Laatste

Nadere informatie

In het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde.

In het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde. In het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde. In het begin schiep God de hemel en de aarde. (Genesis 1:1) De hemel: De geestelijke,

Nadere informatie

Vier Uomo Universalis uit de Renaissance

Vier Uomo Universalis uit de Renaissance Vier Uomo Universalis uit de Renaissance magie alchemie astrologie Correspondentie (overeenstemming) van het natuurlijke en bovennatuurlijke (overeenkomsten, analogieën) De natuur wordt gezien als levende

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN

SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN Een leerling van Hazrat Inayat Khan (Een kopie van de uitgave van) The Sufi International Headquarters Publishing Society 1 Liefde ontwikkelt zich tot harmonie en uit harmonie

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Over de website en de boodschappen

Over de website en de boodschappen Over de website en de boodschappen De website De website is opgericht om een reeks goddelijke boodschappen te publiceren waarvan een getrouwde moeder van een jong gezin, woonachtig in Europa, zegt dat

Nadere informatie

ARISTOTELES. Ethica Nicomachea. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Charles Hupperts en Bartel Poortman

ARISTOTELES. Ethica Nicomachea. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Charles Hupperts en Bartel Poortman ARISTOTELES Ethica Nicomachea Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Charles Hupperts en Bartel Poortman INHOUD Woord vooraf 7 Inleiding 9 I. Hoofdzaken van het leven en werk van Aristoteles

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Spinoza s Visie Dag 3 Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur? Module 3 Herhaling Belangrijke lessen dag 1 en 2 Kennis is de bron van ons geluk. Kennis van het hoogst denkbare geeft het grootst mogelijke

Nadere informatie

LUCRETIUS, DICHTER EN PROPAGANDIST 11. BOEK l 32

LUCRETIUS, DICHTER EN PROPAGANDIST 11. BOEK l 32 LUCRETIUS, DICHTER EN PROPAGANDIST 11 DE NATUUR VAN DE DINGEN DE RERUM NATURA BOEK l 32 l 49 Gebed tot Venus 50 61 Eerste inhoudsaankondiging 62 79 Lofzang op Epicurus 80 101 Kritiek op de godsdienst 102

Nadere informatie

DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE

DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE ~~ ~ DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE DOOR Dr. G. S. ARUNDALE * Uitgave van de Theosofische Vereniging. Nederlandse Afdeling Amsteldijk 76. Amsterdam Z DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE In de Theosofische Vereniging

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

MIRARI Van kritiek naar dialoog. MIRARI Van kritiek naar dialoog. Door Tomas Serrien Verwondering is het begin van alle wijsheid. (Aristoteles) Mirari - 1 HET WAT en HET WAAROM: Het grondidee van Mirari. Het is tijd voor een filosofisch

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn

Nadere informatie

Christa Mesnaric. Aristoteles. voor. managers

Christa Mesnaric. Aristoteles. voor. managers Christa Mesnaric Aristoteles voor managers BBNC uitgevers Rotterdam, 2011 Inhoud Aristoteles een managementgoeroe in de 21 ste eeuw 9 Wie was Aristoteles? Een beknopte biografie 15 Succesformules in het

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo II

Eindexamen filosofie vwo II Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Opgave 2 Doen wat je denkt

Opgave 2 Doen wat je denkt Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen

Nadere informatie

Opdracht Grieks Plato en Herodotus Solon en Kroisos

Opdracht Grieks Plato en Herodotus Solon en Kroisos Opdracht Grieks Plato en Herodotus Solon en K Opdracht door een scholier 2535 woorden 9 november 2008 7,2 16 keer beoordeeld Vak Grieks 1. Biografie Plato Plato s Leven Plato is een bekende Griekse schrijver

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

Aristoteles: Inleiding

Aristoteles: Inleiding Aristoteles: Inleiding Inleiding 1: Aristoteles Leven 384: geboren te Stagira (de Stagiriet) als zoon van arts (Nicomachus) aan Macedonische hof 367: naar Athene, Plato s Academie ( Groot vriend van Plato,

Nadere informatie

Versluierde boodschappen van Jezus in het Thomas Evangelie (392, 406, 407, 408, 409)

Versluierde boodschappen van Jezus in het Thomas Evangelie (392, 406, 407, 408, 409) Versluierde boodschappen van Jezus in het Thomas Evangelie (392, 406, 407, 408, 409) 392. De versluierde boodschap van Jezus 22-02-2015 Deze preek is gebaseerd op het Evangelie van Thomas (Codex II, Boek

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

Wat beschrijft het eerste deel van Jesaja 11?

Wat beschrijft het eerste deel van Jesaja 11? De Messias en Zijn koninkrijk. Wat beschrijft het eerste deel van Jesaja 11? Jesaja 11:1-5 1 Want er zal een Twijgje opgroeien uit de [afgehouwen] stronk van Isaï, en een Loot uit zijn wortels zal vrucht

Nadere informatie

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil pagina 1 van 5 Home > Bronteksten > Plato, Over kunst Vert. Gerard Koolschijn. Plato, Constitutie (Politeia), Amsterdam: 1995. 245-249. (Socrates) Nu we [...] de verschillende elementen van de menselijke

Nadere informatie

Wie is GOD? Een studie over de bijbelse doctrine van God.

Wie is GOD? Een studie over de bijbelse doctrine van God. Wie is GOD? Een studie over de bijbelse doctrine van God. Introductie Charles Spurgeon Romeinen 11:33-36 O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen

Nadere informatie

In den beginne Studieblad 1

In den beginne Studieblad 1 -1- GODS PLAN MET MENSEN Dit is een uitgave van de Volle Evangelie Gemeente Immanuël Breda Auteur: Cees Visser (voorganger) In den beginne Studieblad 1 Inleiding In den beginne Uit Hem zijn alle dingen

Nadere informatie

Achtergrond bij het lezen van Schiller extra info:

Achtergrond bij het lezen van Schiller extra info: Achtergrond bij het lezen van Schiller extra info: De werkelijkheid wordt door Schiller op anders beschreven dan door Kant, hoewel hij sterk op Kant verder bouwt. Schiller gebruikt twee modellen: het model

Nadere informatie

discussiëren. Begrippen van hoofdstuk 1 die je moet kennen Schepping Evolutie Spontane waarneming Mythe Moraal TeNaCH Bijbel Koran

discussiëren. Begrippen van hoofdstuk 1 die je moet kennen Schepping Evolutie Spontane waarneming Mythe Moraal TeNaCH Bijbel Koran Kunnen scheppingsmythen vandaag nog iets voor ons betekenen? Sommige mensen zijn het hier mee eens, want ze leren ons lessen zoals in de schepping. Ook vinden ze dat er in scheppingsmythen een duidelijke

Nadere informatie

GENESIS JANUARI 2017, LUNTEREN Evert Jan Hempenius

GENESIS JANUARI 2017, LUNTEREN Evert Jan Hempenius EN GENESIS 1 21 JANUARI 2017, LUNTEREN Evert Jan Hempenius Welk plaatje past het beste bij een jongere en bij jou, kies telkens uit kleur / grijs deel de keuzes kort met elkaar. De ontgoddelijkte wereld

Nadere informatie

Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven

Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven 1892-1978 86 Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven 6 juni 1978 overleed Dirk Hendrik Theodoor Vollenhoven in de leeftijd van 86 jaar. Hij was vanaf 1926 hoogleraar in de wijsbegeerte

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 2. Over God en de Natuur

Spinoza s Visie. Dag 2. Over God en de Natuur Spinoza s Visie Dag 2 Over God en de Natuur Module 2 Herhaling dag 1 Over geluk, kennis en God Belangrijke lessen Streven naar eer, rijkdom en lust brengt niet het gewenste geluk. Denken, het opdoen van

Nadere informatie

Boekverslag Overigetaal De wereld van Sofie door Jostein Gaarder

Boekverslag Overigetaal De wereld van Sofie door Jostein Gaarder Boekverslag Overigetaal De wereld van Sofie door Jostein Gaarder Boekverslag door een scholier 1287 woorden 20 maart 2006 7 16 keer beoordeeld Auteur Jostein Gaarder Eerste uitgave 1994 Vak Overigetaal

Nadere informatie

Sessie 1 De eudaimonistische ethiek van Aristoteles

Sessie 1 De eudaimonistische ethiek van Aristoteles Sessie 1 De eudaimonistische ethiek van Aristoteles Wat vertelde Aristoteles lang geleden in Athene in zijn colleges aan het Lyceum over ethiek? Wat beschouwde hij als het doel van handelen? Wat verstond

Nadere informatie

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: deel hoofdstuk Ko René 1 I II.A II.B II.C III.A III.B IV V 2 I II III IV V VI VII VIII IX X Besluit 1 VIA GOD NAAR DE ANDER is een studie van Ko Steketee

Nadere informatie

Het brein geeft te denken

Het brein geeft te denken Het brein geeft te denken Eerste druk, oktober 2012 2012 G.D.J. Dingemans Cover: afbeelding van het werk Uitleg van de wereld (3) van SAGE www.sage-art.nl isbn: 978-90-484-2653-9 nur: 770 Uitgever: Free

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie