Wijsbegeerte: Extra documentatie: Filosofen door de eeuwen heen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijsbegeerte: Extra documentatie: Filosofen door de eeuwen heen"

Transcriptie

1 Wijsbegeerte: Extra documentatie: Filosofen door de eeuwen heen Sir Isaac Newton 1 ste KAN Ind. Ing. Wijsbegeerte

2 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 1 Voorwoord Deze bundel dient als extra documentatie bij de cursus Wijsbegeerte van de eerste kandidatuur Industrieel Ingenieur. Dit werk bevat extra informatie over de filosofen die in de cursus behandeld worden. Het is interessant om deze bundel door te nemen vermits men op het examen iets meer kan vertellen over een bepaald filosoof, wat niet in de cursus staat en daardoor de slaagkansen vergroot. Onderschat het opleidingsonderdeel Wijsbegeerte niet, vooral de vragen van de tweede reeks op het mondelinge examen. Het is best dat u deze vragen een tijd voor het examen voorbereidt. Deze vragen dienen om de docent een oordeel te kunnen laten vellen of de persoon die hij examineert al of niet een eigen mening heeft die kritisch en onderbouwd is. D.w.z. indien u de vraag heeft getrokken: "Gelooft u in God" moet u duidelijk kunnen zeggen waarom u al of niet in God gelooft a.d.h. van zinvolle argumenten. U mag verwijzen naar de cursus maar hou wel in het achterhoofd dat het je eigen mening moet zijn en niet die van een (andere) filosoof. Bvb.: Waarom wel in God geloven. 1 Ik geloof in God maar niet volgens het Katholieke geloof. De Bijbel zegt: Gij zult geen evenbeeld van mij maken (iets in die aard). Maar ik ervaar dat de mensen mij vroeger dikwijls wijs maakten dat God een oude man was met een lange baard en die in de Hemel woonde. Aanvankelijk stond ik niet stil bij het al of niet bestaan van God maar bij het ouder worden vooral in de puberteit, waar men een eigen gedacht begint te vormen, besefte ik dat dit niet waar kon zijn (omwille van kennis, de wetenschap) en geloofde ik niet meer in God vanwege het kritisch denken. Ik geloofde vooral niet in God omwille van de paradoxen in de bijbel en de hypocriete houding van de kerk in de Middeleeuwen t.o.v. het gewone volk. Later op ongeveer 18-jarige leeftijd begon ik terug na te denken of God al of niet bestaat en zag dat ik God ook anders kan aanvaarden dan deze in de Bijbel. Toen kwam ik tot de conclusie dat de wetenschap niet alles kan verklaren en dat daar ook een reden voor moet zijn, een oorsprong, bvb. de materie. Hoe is de materie ontstaan? Men kan theorieën opstellen over het atoommodel, over elektronen, quarks,, de materie ontleden maar over het onstaan van het Heelal kan men enkel hypothesen en theoriën opstellen. Men kan er (volgens mij) enkel naar gissen. Door dit onverklaarbare, het ontstaan van het Heelal en nog andere onverklaarbare zaken kan ik nu wel in God geloven. God is volgens mij zelf niet vatbaar in materie, het geeft materie wel vorm, het heeft het leven doen ontstaan, het houdt het Heelal draaiende. Ik geloof net als Bruno dat God en schepping samen vallen (Pantheïsme) omdat elk deeltje iets goddelijks bevat en in ieder persoon iets goddelijks aanwezig is. God volgens de Bijbel bepaalt niet ons leven maar wijzelf en andere materie. Hiermee kan ik beter leven dan met het Godsbeeld van de Bijbel. Men heeft geen partieel examen van Wijsbegeerte. D.w.z. dat men de leerstof tegen het eindexamen moet kennen. Het examen verloopt mondeling d.w.z., alles wat men opschrijft heeft geen waarde, enkel wat men zegt. Men moet uit 2 reeksen een vraag trekken en eventueel nog één uit een derde reeks indien men niet in een werkgroep zit. de 1 ste reeks handelt over de leerstof. de 2 de reeks handelt over de eigen mening. de 3 de reeks handelt over de extra lectuuropdracht (af te raden) of de werkgroep. 1 Dit voorbeeld is afkomstig van mijn eigen ervaringen op het mondelinge examen in de 2 de zittijd en ik neem aan dat dit antwoord voldoende was vermits ik toen geslaagd was voor Wijsbegeerte.

3 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 2 De docent kan mogelijk een vraag stellen over de werkgroep (Voor zij die in een werkgroep zitten). Wat heb je daar gedaan, geef eens wat uitleg over het gekozen onderwerp, thema. Voor de 3 de reeks mag men wel gebruik maken van de eigen beschikbare documentatie van de werkgroep of van de lectuuropdracht. Het is aan te raden om in een werkgroep te stappen i.p.v. het "boekske" te lezen. Vergeet niet dat er voor iedereen verplichte lectuur is nl. "De ontstaansgeschiedenis van de mens", deze is te bekomen in de schoolbibliotheek. Men kan hier ook een vraag van trekken in de tweede reeks net als de vraag "Geef de ontstaansgeschiedenis van Rome". Voor beide vragen mag men de opgezochte documentatie gebruiken. Indien men vindt dat men geen goede vraag heeft getrokken mag men nog een extra vraag uit (slechts) één reeks trekken. Als men bij de docent gaat moet men de vragen afgeven en men kiest de 2 eventueel 3 beste vragen. De overschietende vraag geeft men gewoon af. Als men bij de docent komt kan men best eerst een schematisch overzicht geven over wat men komt vertellen zeker als men een grote vraag heeft (bvb: Aristoteles, Galilei, ) zodat de docent beter kan volgen wat in uw eigen voordeel speelt. Als u na uw uitleg nog bepaalde dingen vergeten bent zal de docent u daar op wijzen, u kan dan uw uitleg vervolledigen, dit wordt echter niet direct negatief beoordeelt. Als het examen toch niet zo goed geweest was kan de docent eventueel nog een bijvraag of bijvragen stellen. Dit komt als +1 of -1 bij het totaal van de punten. Ik zou er jullie nog op willen wijzen dat dit werk slechts een hulpmiddel is bij de studie van het vak wijsbegeerte. Deze documentatie heb ik zelf opgezocht wat wil zeggen dat sommige zaken abstact kunnen zijn, ze zijn beknopt en eenvoudig uitgelegd. Ik heb me beperkt tot enkele onderwerpen waardoor dit werk ver van volledig is. Beschouw dit werk dus niet als een officiële cursus maar als gewone documentatie voor het vak wijsbegeerte. Het is aan te raden zelf nog aanvullingen te doen en eventuele foute informatie te verbeteren. Alvast succes voor het academiejaar. Huyben Suresh 14 november 2000

4 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 3 Inhoudsopgave Voorwoord...1 Inhoudsopgave...3 Socrates...6 Plato...7 Werken uit de eerste periode...7 Werken uit de tweede periode...8 Werken uit de derde periode...9 De ongeschreven leer...10 Aristoteles...10 Leven...10 Leer...11 De logica...11 Ontologie...12 Natuurfilosofie...12 Biologie...13 Waarneming...14 Ethiek...14 De retorica...15 Werken...15 Ptolomaeus...16 Betekenis...16 Copernicus Nicolaus...17 Betekenis voor de astronomie...17 Brahe Tycho...18 Betekenis...18 Bruno, Giordano...19 Biografie...19 Werk...19 Werken...19 Galileo Galilei...19 Levensloop...20 Het conflict met de kerk...20 Kepler Johannes...21 Werk...21 Betekenis...22 Theologische kwesties...22 Vormen van omloopbanen...23

5 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 4 Descartes René...23 Leven...23 Werk...24 Newton Isaac...25 Betekenis voor de natuurwetenschappen...25 Overige wetenschappen...26 Feuerbach Ludwig...26 Marx Karl...27 Jeugd en opleiding...27 Parijse periode...27 Friedrich Engels...28 Communistisch manifest...28 Vertrek naar Engeland...28 Das Kapital...29 De Eerste Internationale...29 Betekenis van Marx...29 Nietzsche Friedrich...30 Freud Sigmund...32 Ontwikkeling neuroseleer...33 Internationale erkenning...33 Invloed op cultuur...33 Camus Albert...34 Woordverklaring...36 Extra documentatie Socrates...37 Plato...37 Zijn filosofisch werk...37 De leer van de ziel...38 Plato's Godsopvatting...38 Plato's Staatsleer...38 Plato en de dichtkunst...38 Plato's geschriften...39 Aristoteles...39 Biografie...39 Filosofie en wetenschap...39 Werken...41 Ptolemeus, Claudius...41 Descartes, René...42 Filosofie...42

6 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 5 Feuerbach, Ludwig...43 Hoofdwerken...43 Marx, Karl...43 Nietzsche, Friedrich...44 Filosofie...44 Werken...45 Freud, Sigmund...45 Camus, Albert...46 Leven...46 Moralist...47 Antieke mythe...47 Mens in opstand...47

7 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 6 Socrates Socrates (Gr.: Sokratès) (Athene 469 aldaar 399 v.c.), Grieks wijsgeer, zoon van Sophroniscus (beeldhouwer) en Phaenarete (vroedvrouw), is een van de grootste en fascinerendste figuren uit de geschiedenis van de filosofie. Filosoferen was voor hem de enige vorm van leven, groot is hij door de impulsen die hij aan het wijsgerig denken gaf en door het voorbeeld dat hij in leven en sterven aan anderen stelde. Geschreven heeft hij niets, maar hij leeft voort in enige geschriften van Xenophon (m.n. de Memorabilia, Herinneringen aan Socrates ) en vooral in de vele dialogen van Plato, waar hij sprekend ten tonele verschijnt (van dergelijke dialogen van andere volgelingen zijn slechts fragmenten over). Dat hij een publieke persoonlijkheid was, blijkt uit het feit dat Aristophanes hem als emblematische karikatuur van natuurfilosofie, sofistiek en mystiek de hoofdfiguur kon maken van zijn komedie De wolken (opgevoerd 423 v.c., bewerkt ca v.c.). Enkele opmerkingen over hem bij Aristoteles zijn zeer waardevol. Uit de verschillende bronnen kan een redelijk betrouwbaar beeld van Socrates worden gereconstrueerd. Op tal van punten zijn Plato en Xenophon in overeenstemming, en m.n. Plato's vroege dialogen vormen een betrouwbare bron. Socrates problematiek van uitgang was dezelfde als die van de sofisten. Hun oplossingen waren voor hem echter onaanvaardbaar, zoals trouwens ook de speculaties van de natuurfilosofen hem weinig te bieden hadden. De vraag die hem boven alles bezighield, is die naar de zo verantwoord mogelijke wijze van leven. Hij stelde deze vraag onophoudelijk in gesprekken met mensen van allerlei slag en stiel. Ons doen en laten is immers gemotiveerd. Kunnen we deze motieven beschrijven? Wat betekenen en waarnaar verwijzen woorden als dapperheid, vroomheid, rechtvaardigheid, zelfbeheersing? In zijn gesprekken onderzocht Socrates de voorbeelden die van de toepassing van dergelijke waardetermen gegeven kunnen worden en trachtte hij na te gaan wat daarin de gemeenschappelijke en typerende structuur (eidos) is en wat daarvan de functie. Het eidos moet reëel zijn en universele geldigheid impliceren, want alle mensen handelen ernaar; maar de definities die in de loop der discussie gegeven worden, blijken tegen nader onderzoek niet bestand. Deze gespreksmatige methode van onderzoek (elenchus) met haar ogenschijnlijk negatief resultaat (aporia) is kenmerkend voor Socrates. Zij bezorgt hem vele vijanden, maar ook vurige bewonderaars. Zijn pogingen tot begripsbepaling zijn een eerste aanloop tot een inductieve methode en hebben ook een andere kennistheoretische implicatie, nl. in zoverre voortdurend gestreefd wordt naar het weten van het gezochte begrip, dat rationeel moet kunnen worden verantwoord (logos). Socrates zag het handelen analoog aan het maken van dingen: een ambachtsman die iets goed maakt, weet wat hij maakt en waarvoor hij het maakt. Hiermee zijn ook Socrates positieve thesen verklaarbaar. Deugd moet net als een ambacht leerbaar zijn en is derhalve kennis, een zaak van het intellect. Goed is, wat deugdelijk is. Dit leidt tot de befaamde paradox dat niemand opzettelijk iets verkeerds doet: kennis is niet alleen een noodzakelijke, maar ook een voldoende voorwaarde voor correct handelen. Zorg voor de ziel (het intellect dat de eigenlijke persoonlijkheid vormt) is een dwingende noodzaak, voor wat Socrates zelf betreft ook een opdracht van de god. In zijn roeping werd hij bijgestaan door zijn daimonion, een bovenmenselijke innerlijke stem die hem waarschuwde, mocht hij iets verkeerds doen. Toch was hij niet in staat de ethisch-kentheoretische problemen tot een oplossing te brengen: het bleef bij elenchus en aporia, bij filosoferen ( streven naar inzicht ); zoals hij anderen voor hun bestwil deed ervaren dat zij eigenlijk niets wisten, kwam hij er ook zelf voor uit dat hij alleen iets wist in zoverre hij besefte niets te weten.

8 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 7 Wel werd steeds duidelijker wat niet belangrijk is en wat men niet moet doen: Socrates zelf gaf het voorbeeld door zijn ascetische levenswijze en door zijn onverzettelijke weigering iets te doen waarvan hij wist dat het niet juist was. Plato heeft op harmonieuze wijze Socrates' aanzet een metafysische onderbouw gegeven, terwijl Aristoteles de inductieve methode waardeert en de ethische paradoxen tempert. In 399 v.c. werd Socrates op de aanklacht nieuwe goden te hebben ingevoerd en de jeugd te hebben gecorrumpeerd, ter dood veroordeeld en een aantal weken later geëxecuteerd (gifbeker). De bedoeling van de aanklacht was ongetwijfeld alleen hem uit de weg te hebben, maar Socrates weigerde vóór het proces in vrijwillige ballingschap te gaan of tijdens het proces ballingschap als straf voor te stellen. Hij weigerde ook uit de gevangenis te ontvluchten. In zijn verdedigingsrede (magnifiek door Plato weergegeven in de Apologie) rechtvaardigde hij zijn levenslange opvatting van wat hij als plicht beschouwde. Weggaan uit Athene zou voor hem betekend hebben een schuld toegeven die hij niet voelde en alles waarvoor hij had geleefd vernietigen. De dood is geen ramp; immers óf wij zijn er niet meer, óf wij kunnen vol vertrouwen het leven in een andere wereld tegemoet zien (niet uitgesloten is dat Socrates in de onsterfelijkheid van de ziel geloofde en in één god, die het universum onder zijn hoede heeft) Plato Plato (Gr.: Platoon), eigenlijk: Aristocles (Athene 428/427 aldaar 348/347 v.c.), de grootste onder de Griekse filosofen, was minder encyclopedisch dan zijn leerling Aristoteles, maar dieper dan deze, bovendien een groot literair kunstenaar. Hij stamde uit een voorname familie, was leerling van Cratylus van Athene, vooral van Socrates en na diens dood (399) van Euclides van Megara; ook werd hij beïnvloed door de pythagoreeërs en de Eleaten. Hij leerde op zijn reizen Dionysius I van Syracuse kennen, aan wiens hof hij vertoefde, stichtte ca. 387 een school te Athene, de Academie, en reisde nog tweemaal naar Sicilië, waar hij vergeefs trachtte zijn ideale staat te verwerkelijken. Na zijn dood werd hij opgevolgd in de Academie door zijn neef Speusippus, terwijl Aristoteles zijn eigen weg ging. De overlevering heeft alle geschriften van Plato bewaard. Het zijn dialogen (hoewel soms, als in de Apologie van Socrates en in de Timaeus, het dialogisch element relatief onbelangrijk is), door twee of meer personen gevoerd, waarin meestal Socrates, wiens wijsgerige methode van gesprekvoeren door Plato is vereeuwigd, de leiding heeft. De latere dialogen hebben een meer technisch-filosofisch karakter, waardoor de dramatische vorm meer een formele zaak wordt. Ook is een aantal brieven over, waarvan de echtheid nog altijd niet vaststaat; beroemd en biografisch belangrijk is de Zevende Brief. Werken uit de eerste periode Plato geeft in zijn nagelaten oeuvre geen afgerond systeem, maar een methode van denken en bepaalde theoretische overwegingen. In de ontwikkeling hiervan laten zich drie hoofdperioden onderscheiden. In de eerste periode, die van de socratische dialogen, onderzoekt hij in het voetspoor van zijn meester ethische begrippen als rechtvaardigheid, matigheid, dapperheid, vriendschap en het probleem of men de deugd (Gr.: aretè) kan aanleren. Het gesprek zoekt naar de reële definitie van deze waardebegrippen, waarbij verondersteld is dat deze onbewust in alle mensen leeft. Het bewust maken van het ene begrip dat in onbegrensd vele gevallen

9 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 8 zijn toepassing vindt, is zaak van theorie en praktijk beide. Immers Socrates-Plato is overtuigd dat een juist bewustzijn aangaande het goede zowel onmisbare voorwaarde als afdoende waarborg voor goed handelen is (ethisch intellectualisme, in latere perioden getemperd). De dialoog geeft verschillende pogingen tot definitie van een begrip, die, aan voorbeelden uit de ervaring getoetst, soms geen van alle blijken op te gaan. Een bepaald resultaat wordt meestal niet bereikt, maar de ondervraagde gaat heen met meer zelfkennis; hij weet dat hij niet weet wat hij meende te weten. Zo handelt de dialoog Laches over de dapperheid, Charmides over de bezonnenheid, Euthyphro over heilige plichten, Crito over gehoorzaamheid aan de wetgeving. In Hippias maior komt de vraag naar het wezen van het schone aan de orde, in Hippias minor wordt de paradox behandeld dat men niet vrijwillig het kwade kan doen. Drie dialogen uit deze periode zijn gewijd aan de bestrijding van de sofistiek (zie sofisten), die de geldigheid van algemene normen bestrijdt (Protagoras, Gorgias, Euthydemus). Overigens komt Plato soms al tot meer positieve standpuntbepaling, in Cratylus en Meno over het kennen, in Gorgias, Lysis en Euthydemus over de zin van het bestaan. Werken uit de tweede periode De methode van Socrates legde door haar inductief en vragend karakter aan Plato's geest beperkingen op, die hij op den duur doorbrak. Hij moge zich in de socratische dialogen een meester der analyse tonen, zijn diepere aanleg was constructief, en hiervan geven de werken uit de tweede periode blijk. Een van de belangrijkste is het Symposium (Gastmaal), dat over de Eros (liefdesdrang) handelt. Nadat verschillende beschouwingen over de Eros gehouden zijn, culmineert het gesprek in de rede van Socrates, die zegt zijn wijsheid aan een priesteres te danken. Plato beschrijft de Eros als een drang tot vereeuwiging, die van de zinnelijke liefde opstijgt tot de hoogste Schoonheid in kennen en handelen. De kans dat de Eros zich in de omgang van de mensen op het allerhoogste zal richten, is volgens Plato groter in een gemeenschap van mannen dan in die van de beide geslachten (zie voorts erotiek). Phaedo behandelt de onsterfelijkheid van de ziel en haar bestaan vóór de geboorte. Reeds in de eerder geschreven Meno komt de leer der anamnèsis (herinnering) voor, volgens welke de ziel vóór het aardse bestaan kennis heeft verworven, die door de zintuiglijke waarneming slechts wordt opgewekt, maar niet uit deze afstamt. In Phaedo wordt deze theorie van een zuivere kennis in een vorig bestaan verbonden met die van de onreinheid, die de ziel door het contact met het lichaam overkomt. Object van de kennis die eigen is aan de ziel, zijn de eeuwige en onveranderlijke voorbeelden van datgene in en aan de dingen wat door ons begripsmatig als zodanig kan worden onderkend en onderscheiden. Deze voorbeelden worden door Plato Ideeën, d.i. (vormende, structurerende) Gestalten, genoemd; zij hebben een zelfstandig bestaan, onafhankelijk van onze voorstelling ervan en onafhankelijk van hun weerslag in de zintuiglijk waarneembare wereld. Er zijn dus om zo te zeggen twee werelden : die van de volmaakte Ideeën en onze wereld, een onvolmaakte afspiegeling daarvan. De Ideeënleer met alles wat zij aan oplossingen en problemen impliceert, is de meest fundamentele bijdrage van Plato aan de filosofie. Symposium en Phaedo zijn ook voorbereidingen tot Plato's kenleer in de Politeia (Staat), in tien boeken, waarvan het eerste de bepaling van het begrip gerechtigheid nog geheel in de trant van de socratische dialogen voltrekt. Van het tweede boek af echter wordt de methode constructief: het beeld van de gerechtigheid, dat zich in de individuele menselijke ziel moeilijk laat bepalen, laat zich als in groot schrift lezen bij beschou-

10 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 9 wing van het grote organisme van de menselijke samenleving. De maatschappij is opgebouwd uit drie standen: werkende stand (ambachtslieden, boeren, handelaars), wachters (politie en soldaten) en regenten, welke standen overeenkomen met de drie grondkrachten van de ziel: het epithumètikon (driftleven), het thumoeides (doorzettingsvermogen) en het logistikon (redenerend en kennend verstand). De mens is rechtschapen wanneer ieder van deze delen van de ziel zijn eigen functie vervult en niet een andere, en wanneer de hoogste vermogens leiding geven aan de lagere. Daartoe dient het logistikon in contact te staan met de sfeer van de Ideeën. Plato schildert uitvoerig de opvoeding van de drie standen. De regenten zijn wijsgeren, die door hun wetenschappelijke vooropleiding en hun inzicht in de structuur van het Ideële in staat zijn het goede en redelijke in de menselijke gemeenschap te verwezenlijken. Deze elite wordt uit de stand van de wachters geselecteerd. Bij de bespreking van de opleiding van de wijsgeren-regenten ontvouwt Plato opnieuw zijn Ideeënleer, waarbij hij de hoogste Idee, die van het goede, vergelijkt met een zon, waarvan alle andere ideeën uitgaan (boek 6 en 7 van de Politeia). De kennende geest klimt, evenals de Eros, op uit de lagere kennis die de zintuiglijke wereld verschaft, tot de Ideeën en van deze tot de hoogste Idee, die van het Goede. Werken uit de derde periode Na de Politeia schreef Plato de dialogen Parmenides, Theaetetus, Sophistes, die handelen over de grondslagen van de kennis en waarin het probleem van de verbinding tussen de Ideeën onderling en met de zintuiglijk waarneembare wereld tot de meest ingewikkelde onderzoekingen voert. Theaetetus formuleert de vraag naar het kennen zonder deze afhankelijk te stellen van de hypothese van de Ideeën. Hoewel een definitief antwoord uitblijft, wordt duidelijk dat het kennen ten dele propositioneel gestructureerd is (in de Sophistes wordt dit nader uitgewerkt). In de Sophistes wordt de al even in Phaedrus zo gedefinieerde dialectische methode (die bijv. ook in de Politicus wordt toegepast) ontwikkeld. De dialectiek volgt twee wegen: synopsis (samenzien) en dihaeresis (onderscheiden). Om een Idee begripsmatig te definiëren, moet haar plaats worden aangegeven onder een hogere Idee, waarmee zij in samenhang staat; door hierna, van dit hogere uitgaande, op de juiste plaatsen onderscheidingen aan te brengen, kan men afdalen tot naar de oorspronkelijk als uitgangspunt genomen Idee toe. Hoogste genera, dwz. de Ideeën gemeen aan alle andere Ideeën, c.q. hun onderlinge betrekkingen, zijn Bestaan, Identiteit, Niet-zijn (in de zin van niet-dit-of-dat-zijn, dus Verschil-van), Rust en Beweging: elke Idee bestaat, is aan zichzelf gelijk, is niet als alle andere, is onveranderlijk en wordt door de beweging van het kennen aangeraakt. De Sophistes geeft in dit verband een eerste aanloop tot een theorie van de propositie, door naar criteria te zoeken voor ware c.q. onware verbinding van onderwerp en gezegde in een zin, die mede afhankelijk gesteld wordt van de mogelijke c.q. uitgesloten samenhang tussen de Ideeën waarnaar deze termen verwijzen. Philebus ontwikkelt de verhouding van het goede tot het zingenot, Critias ontwerpt een beeld van de oorsprong van de samenleving aan de hand van een verhaal over het verdwenen Atlantis. In Plato's laatste werk, de Nomoi (Wetten), wordt een ideale staatsinrichting ontworpen, waarin met de menselijke onvolkomenheid in hoger mate rekening is gehouden dan in de Politeia. Een van de belangrijkste dialogen uit Plato's laatste periode is Timaeus, die een kosmologie geeft in de vorm van een kosmogonische analyse. De zichtbare wereld is afgeleid uit Ideeën, die door bemiddeling van een goddelijk ambachtsman (Demiurg) tot uitdrukking worden gebracht in een daartoe ontvankelijk gemaakte, op zichzelf amorfe en irrationele, met metaforen aangeduide grondsubstantie.

11 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 10 De Demiurg schept door verbinding van bepaalde Ideeën de Wereldziel, die beginsel van rationaliteit in het universum is en verantwoordelijk voor de bewegingen van en aan de hemel; uit hetzelfde mengsel maakt hij ook de mensenzielen, die evenals de Wereldziel hun beweging niet uit iets anders dan zichzelf afleiden. De elementen (aarde, water, lucht en vuur) zijn opgebouwd uit stereometrische figuren, waarvan de kleinste geometrische bestanddelen (uitgezonderd die van aarde) ook tot een molecule van een ander element kunnen bijdragen. Mathematische beschrijvingsmethoden worden zodoende dienstbaar gemaakt aan de fysica en aan alles wat daarop volgt: de beschrijving van de constitutie van het menselijk lichaam, van de zintuiglijke waarneming en wat dies meer zij, terwijl het psychische, o.m. door de analogie met de eveneens mathematisch geconstrueerde immanente Wereldziel, een duidelijke functie in de fysische realiteit krijgt. De ongeschreven leer Van en via Plato's directe leerlingen vernemen wij, dat hij niet zijn gehele filosofie in de dialogen heeft neergelegd. Mondeling zekerheid bestaat omtrent een voordracht of een voordrachtenreeks Over het Goede, waarschijnlijk pas op veel latere leeftijd gehouden heeft Plato zijn leer van de eerste beginselen, het Hen (= Eén) en de Ahoristos duas (= Onbepaalde Twee, ook wel het Groot-en-Kleine genoemd), behandeld. In laatste reductie kunnen zowel de Ideeën als de zintuiglijk waarneembare dingen herleid worden tot het Hen als beginsel van bepaling (het staat vermoedelijk gelijk met de uit de Politeia bekende Idee van het Goede) en de Onbepaalde Twee als beginsel van variatie en differentiatie; omgekeerd kan alles in een hiërarchisch gestructureerd systeem uit deze beginselen worden afgeleid, waarbij bijv. de Ideeën het Hen als oorzaken van bepaling kunnen vertegenwoordigen. Zoals uit de gebruikte termen blijkt, is deze leer een soort metamathematische metafysica. Plato's directe leerlingen, Speusippus en Xenocrates van Chalcedon, hebben bij deze leer aangeknoopt; ook Aristoteles spreekt erover; in de latere dialogen (o.m. Philebus, Timaeus) zijn passages die ermee in verband kunnen worden gebracht. In de Academie nam de belangstelling voor de ongeschreven leer snel af, maar postplatonische neopythagoreeërs hebben haar overgenomen en verder uitgewerkt. Zie voor de invloed van Plato's filosofie op het latere wijsgerige denken academie; neoplatonisme; platonisme; platonisten van Cambridge. UITG: Platonis opera, d. J. Burnet (5 dln., , steeds herdrukt); Budé-editie (m. Fr. vert.; 14 dln., , steeds herdrukt); Ned. vert. d. X. de Win, Verzameld werk (3 dln., ; 1980, 5 dln.); Verzameld werk Staat (1975; Nw. uitg. 1991), Symposium (1980, 1990), Socrates' verdediging (1991) d. G. Koolschijn. Aristoteles Aristoteles (Stagira 384 Chalcis 322 v.c.), is een van de belangrijkste wijsgeren uit de oudheid. Leven Zijn vader Nicomachus, was lijfarts van Amyntas II van Macedonië, en schreef (thans verloren) boeken over medische en fysische onderwerpen. Aristoteles is vroeg wees geworden. Op zijn zeventiende jaar vertrok hij naar Athene en werd in Plato's Academie opgenomen, die hij pas twintig jaar later, na Plato's dood (347), verliet.

12 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 11 Daarna kwam hij aan het hoofd van een platonische gemeenschap in Assos te staan, trok echter spoedig naar Lesbos (waar hij met Theophrastus van Eresus samenwerkte), en werd in 342 door koning Philippus naar Macedonië ontboden om de opvoeding van de veertienjarige Alexander (zie Alexander [Macedonië]) te verzorgen (tot ca. 340). Hij keerde in 335 naar Athene terug, waar hij dertien jaar lang in de Peripatos (wandelgang) van het Lykeion heeft gedoceerd. Ten gevolge van een antimacedonische reactie na Alexanders dood (323) werd hij als collaborateur beschouwd en aangeklaagd wegens goddeloosheid. Anders dan Socrates verliet hij de stad, zeggende dat hij de Atheners een tweede vergrijp aan de filosofie wilde besparen. Een jaar later stierf hij in Chalcis. Persoonlijke bijzonderheden over hem zijn nauwelijks bekend. Uit zijn testament leren wij hem als een zorgzaam huisvader kennen en als een humaan meester voor zijn slaven. Van enkele vrienden weten wij alleen dat zij hem zijn leven lang trouw gevolgd hebben. De overgeleverde briefwisseling met Alexander is vermoedelijk een vervalsing, en ongeloofwaardig is het bericht dat de koning zijn studies met een enorm bedrag steunde en op zijn expedities een staf van geleerden meenam om dieren en planten voor hem te verzamelen. De twee boeken die Aristoteles aan Alexander opdroeg, zijn verloren gegaan, maar wel is bekend dat hij daarin o.a. schreef dat het voor een koning niet nodig was om filosoof te zijn (dit tegen Plato), maar wel om naar het advies van een wijsgeer te luisteren. Leer De wijsbegeerte van Aristoteles draagt een sterk speculatief karakter en toont voortdurend de invloed van Plato, maar daarnaast is een uitgesproken belangstelling voor de empirische werkelijkheid merkbaar, die hem ertoe bracht om vrijwel alle gebieden van wetenschap in zijn filosofie te betrekken (wisen geneeskunde zijn opvallende uitzonderingen). De logica De logica beschouwt Aristoteles zelf (in tegenstelling tot velen van zijn navolgers) niet als onderdeel van de filosofie: het is een leerschool voor het denken, en de daarop betrekking hebbende geschriften hebben later de naam Organon (= werktuig) gekregen. Evenals Plato heeft ook Aristoteles de sofisten bestreden, maar hij deed dat door een systematisch overzicht te geven van de oorzaken van hun valse redeneringen. Hij gaat ervan uit dat het oog de dingen ziet zoals zij zijn, dat het gehoor de werkelijke geluiden hoort, enz. Onze waarnemingen zijn op zichzelf waar, en zij geven ons een afbeelding van de werkelijkheid; fouten ontstaan doordat die waarnemingen verkeerd verbonden worden. Voor een adequate kennis van de werkelijkheid moeten de begrippen in hun samenhang met de werkelijkheid overeenkomen. De niet verder te herleiden elementen van de kennis zijn de Categorieën, dwz. de verschillende vormen waarin men zich uitspreekt over het bestaande. Wanneer wij een oordeel uitspreken, is het iets waarover wij spreken subject, wat wij ervan zeggen is predikaat. Om dat predikaat tot uitdrukking te brengen beschikken wij over een aantal categorieën: de substantie (ousia), bijv. mens of paard; kwantiteit, bijv. twee ellen lang; kwaliteit, bijv. blank of gekleurd; relatie, bijv. dubbel, groter; verder: plaats, tijd, handelen en ondergáán. Zonder verbinding gebruikt drukken zij geen bevestigend of ontkennend oordeel uit (man, blank, gisteren); daartoe moeten zij verbonden worden (de man is blank), en het oordeel is waar of onwaar naarmate de verbinding overeenkomt met de verbindingen in de werkelijkheid.

13 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 12 De eenvoudigste vorm van een oordeel is: A is B (kataphasis, bevestiging) of: A is niet B (apophasis, ontkenning). Uit twee oordelen (premissen genaamd), die één term (de middenterm ) gemeen hebben, kan een syllogisme gevormd worden (= sluitrede, volgens de definitie een redenering waarin, als bepaalde dingen gegeven zijn, iets anders dan het gegevene noodzakelijk volgt), bijv. A is B; B is C: A is C. De mogelijkheden van het syllogisme zijn door Aristoteles zorgvuldig afgebakend, en het zeer verfijnde systeem van vormen van syllogismen heeft zich nog tot na Immanuel Kant kunnen handhaven. Steeds gaat hij van het algemene naar het bijzondere (deductie). Van de omgekeerde weg, die van het bijzondere uitgaat om tot conclusies ten aanzien van het algemene te komen (inductie), heeft hij in zijn natuurwetenschappelijke geschriften gebruikgemaakt. Strikt genomen zou alleen volledige inductie, waarbij alle bijzondere gevallen bekend zijn, geldig zijn. Hij redeneert dat de afzonderlijke dingen uit algemene oorzaken zijn ontstaan; om ze te leren kennen moet daaraan de kennis van de algemene oorzaken voorafgaan. Die kennis is met het verstand door redenering te bereiken. De meest algemene oorzaken zijn onherleidbaar, anders zouden zij een nóg algemenere oorzaak hebben, en zo tot in het oneindige voort. In overeenstemming daarmee zijn de eerste, algemene premissen onbewijsbaar; zij zijn echter zonder meer duidelijk. De voornaamste is het principium identitatis: A is A en kan niet op hetzelfde ogenblik en ten aanzien van hetzelfde niet-a zijn. Alleen dan is er sprake van een strikt bewijs als het syllogisme uitgaat van ware premissen. Dikwijls moet men echter uitgaan van meningen, waarvan de waarheid niet volstrekt zeker, maar wel waarschijnlijk is. De zgn. praktische filosofie, ethiek, politiek en redekunst, maakt van min of meer waarschijnlijke redeneringen gebruik, en kan daarom niet als strenge wetenschap gelden. Ontologie Het meest algemene kenmerk van alle dingen is het Zijn, en het Zijn als zodanig is het onderwerp van wat Aristoteles de eerste filosofie noemde, die thans Metafysica heet. Het woord zijn wordt in vele betekenissen gebruikt ( de man is blank : koppelwerkwoord; de man is duidt op het bestaan, enz.). Het blijkt dat kwaliteit, kwantiteit en alle andere categorieën niet kunnen zijn in de betekenis van bestaan: dat kan men alleen zeggen van een ousia (substantie, of wezen); een mens bestaat op zichzelf, maar blank op zichzelf bestaat niet. Nu is ons weten volgens Aristoteles afhankelijk van voorafgaande waarneming. Wij nemen echter alleen afzonderlijke dingen waar (de eigenlijke substanties). Dus zou ons weten slechts betrekking kunnen hebben op afzonderlijke dingen. Plato had gesteld dat het algemene (de Idee) het wezenlijke was en dat de afzonderlijke dingen daar deel aan hadden. Volgens Aristoteles bestaat het algemene niet buiten de dingen, maar in de dingen; het is voor het verstand te begrijpen. Natuurfilosofie De dingen om ons heen zijn in een voortdurend wordingsproces betrokken. Worden is een beweging van de ene toestand naar de andere. Fysica is de leer van de bewegingen en de oorzaken daarvan. Oorzaken (aitia) zijn materie, vorm, bewegende oorzaak en doel. Bij een huis kan men de vorm onderscheiden van het doel (beschutting van de bewoners), bij een levend wezen vallen vorm en doel samen. Anderzijds is de bewegende oorzaak van een huis de vorm in de gedachte van de architect, die dezelfde is als de actuele vorm van het huis.

14 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 13 Vandaar dat de vier oorzaken vaak gereduceerd worden tot twee: vorm en materie. De eerste is actief, de tweede passief, en de ongevormde materie staat tot de gevormde als potentie (dynamis) tegenover actualiteit (energeia): worden is een overgang (beweging) van potentialiteit naar actualiteit (zie ook act). Parmenides van Elea krijgt daardoor een afdoend antwoord: worden is niet de ondenkbare overgang van het niets naar het iets, maar van nog-niet-iets-zijn naar verwezenlijking. Uit zaad + voedsel ontstaat de actuele boom. Actualisering kan op verschillende niveaus plaatsvinden: de boom is potentieel hout, huis of standbeeld, maar ook: boom hout rottingsproduct voedsel voor een nieuwe boom. De vier elementen: aarde (droog en koud), water (vochtig en koud), lucht (vochtig en warm), vuur (droog en warm) kennen ook voortdurende overgangen. Zij hebben hun eigen bewegingen: aarde en water rechtlijnig naar beneden, lucht en vuur evenzo naar boven, en daar zij ieder een eigen plaats hebben, bestaat er een natuurlijke stratificatie. Door verandering van één van de twee eigenschappen (bijv. van koud naar warm) kunnen zij in elkaar overgaan. Die verandering wordt o.a. door reflectie van de zonnewarmte op aarde en door afkoeling in de hogere lagen veroorzaakt, en daardoor ontstaan de weersverschijnselen. Boven de sfeer van de maan heerst een ander element, de aether, dat niet verandert (de aether wordt ook vijfde lichaam genoemd, de quinta essentia van de middeleeuwen). Om die maansfeer heen ligt een groot aantal sferen, wier gecompliceerde kringlopen de voor ons ongelijkmatig schijnende bewegingen van de planeten veroorzaken; zij worden alle omsloten door de gelijkmatig bewegende uiterste sfeer van de vaste sterren, en het rustend middelpunt is de aarde. De hemellichamen, goddelijk geheten, zijn uit aether gevormd, maar hun goddelijkheid is niet volmaakt, omdat zij bewegen. Beweging is altijd een overgang van potentialiteit naar actualiteit, en de godheid kan niets potentieels meer hebben: dat zou aan zijn volmaaktheid afdoen. God is dus buiten de sferen en Hij is indirect de oorzaak van hun bewegingen. De sferen bewegen zich uit verlangen naar God, die de Onbewogen Beweger is. De enige activiteit die God kan uitoefenen, is het denken. Niet aan andere dingen want dan zou Hij zich met materie bezighouden: Hij denkt de volmaakte actualiteit, en dat is Hij zelf: zijn denken is denken van het denken. Terwijl Aristoteles de ruimte door de buitenste hemelsfeer begrensd denkt, poneert hij dat de tijd oneindig is. Daar tijd en beweging onafscheidelijk samengaan, heeft de beweging van de kosmos geen begin gehad en zal nooit ophouden. Deze leer van de eeuwigheid van de wereld is voor latere Aristotelici een schooldogma geweest, dat zowel in het christendom als in de islam aanleiding was tot polemieken. Hier op aarde kan door de beperkte mogelijkheden van de materie een ononderbroken kringloop niet plaatsvinden, maar de natuur tracht deze zo goed als het in haar vermogen ligt te imiteren. Door de zon is er dag en nacht, door de ecliptica de wisseling van de seizoenen. Vandaar de mutatie van elementen en de weersverschijnselen. Het leven kent opgang en neergang, geen complete kringloop, maar de ononderbroken opeenvolging van ontstaan en vergaan is de best mogelijke nabootsing daarvan. Biologie In de levende natuur zijn de individuen vergankelijk, maar de soorten eeuwig en onveranderlijk. Wel kent Aristoteles de geleidelijke overgang van het net-niet-meer-levenloze, via planten, tussenvormen tussen planten en dieren, naar hogere dieren, tot de mens toe. Maar hij verwerpt de mogelijkheid van het ontstaan van nieuwe soorten: kruisingen, zoals muildieren, kunnen zich als soort niet handhaven. Lager en hoger gaan samen met de aard van de psychè (ziel, in de zin van levensbeginsel). De laagste vorm is de plantenziel (alleen voeding en voortplanting); dieren hebben de waarnemende ziel, de mens daarenboven het verstand. In de hogere ziel zijn de lagere altijd aanwezig.

15 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 14 Centrum van de levensfuncties én van de waarneming is het hart: de (koude) hersenen dienen als regulateur om de bloedtemperatuur gelijkmatig te houden. Volgens Aristoteles is het mannelijke warm en actief, het vrouwelijke koud en passief. Bij de voortplanting is het mannelijke de vormgever, en in het sperma is de ziel in potentie aanwezig. Het vrouwelijke draagt alleen de materie bij. Toch weet Aristoteles van parthenogenese. In het algemeen komt hij in de nadere uitwerking vaak veel verder dan een star dogmatisme. Zo kon Charles Robert Darwin hem als een groot bioloog beschouwen. Hij heeft ruim 500 dieren beschreven en observaties gedaan die soms in onze eigen tijd pas bevestigd zijn, bijv. de beschrijving van de levendbarende gladde haai (Mustelus laevis). In zijn nauwkeurig uitgewerkte erfelijkheidstheorie anticipeert hij Gregor Mendel met een goed begrip voor dominerende en recessieve factoren. Hij geeft een opmerkelijke schets van een indeling van de dierenwereld op grond van de embryologie. Ook heeft hij herhaaldelijk bepaalde soortkenmerken aangewezen, en is zijn tijd vooruit geweest door bijv. sponsen, zeeanemonen e.d. van planten, en walvisachtigen van vissen te onderscheiden. Waarneming Uitvoerig is de behandeling van de zintuigen, en vooral ook van de vraag hoe verschillende waarnemingen geco??ördineerd worden (de waarnemingen van een roos bijv. gaan langs totaal verschillende wegen: men ziet de bloem, ruikt de geur en voelt de doornen). Volgens Aristoteles is dit coördineren het werk van een gemeenschappelijk waarnemingsorgaan. De waarnemingscomplexen vormen het materiaal voor de herinnering. Opvallend is in dit verband zijn inzicht in het associatieproces. De mens beschikt niet over natuurlijke wapens (slagtanden, klauwen, horens) en ook in waarnemingsvermogen staat hij ten achter bij sommige dieren. Maar hij alleen bezit verstand. Zeer controvers is de leer van het passieve intellect dat de denkinhoud aan voorafgaande waarnemingen ontleent, en het actieve intellect, dat het denken activeert. Het passieve intellect is met de andere zielendelen aangeboren, maar het actieve komt van buiten af en is alleen onsterfelijk. Ethiek Het doel waarnaar alles streeft is het goede, en het gemeenschappelijk einddoel is de eudaimonia, het geluk. Dat ligt niet in het verwerven van rijkdom, eer of genot, en ook niet in werkloosheid, maar in activiteit. Het hoogste goed is activiteit van de ziel in overeenstemming met haar eigen deugd, en als er meer deugden zijn, met de hoogste. Aristoteles leer dat een deugd in het midden ligt tussen twee ondeugden (le juste milieu) is beroemd geworden. Dapperheid bijv. ligt tussen roekeloosheid (te veel) en lafheid (te weinig) in. Dapper zijn is niet: alles te wagen zonder vrees; men dient ook te weten wanneer men moet wijken. Wie goed wil handelen moet een keuze (prohairesis) maken, en wel een meervoudige keuze, die persoon, tijd, plaats en omstandigheden in het oog vat. Boven de karakterdeugden staan de verstandelijke. De wijze kiest de hoogst mogelijke deugd die ligt in de intellectuele activiteit, dwz. contemplatie. Het zuivere denken plaatst hem boven het menselijke niveau: de mens bereikt dat niet als mens, maar krachtens het goddelijke in hem. Op de hoge waarde van de vriendschap wordt veel nadruk gelegd, en sociale deugden, zoals de rechtvaardigheid, staan bovenaan, in overeenstemming met de opvatting dat de leer van de samenleving (politikè) in het verlengde van de ethiek ligt. De mens is een gemeenschapswezen (zooion politikon): de

16 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 15 staat streeft naar het geluk van de burgers. Aristoteles wil toezicht op het gezin met het oog op eugenese en geboortebeperking, maar ziet anderzijds de slavernij als een door de natuur gegeven noodzakelijk instituut. Hij overweegt de voor- en nadelen van de verschillende mogelijke constitutievormen, maar blijft merkwaardigerwijze in de tijd waarin door de veroveringen van Alexander enorme statencomplexen ontstonden, staan bij de oude, beperkte stadstaat. De retorica Deze ligt, als verhandeling over de redekunst, gedeeltelijk in het verlengde van de logica, maar komt herhaaldelijk op het terrein van de literatuurbeschouwing. Dit laatste onderwerp is uiterst beknopt behandeld in de Poetika, die van alle werken van Aristoteles het meest gelezen is, en vooral door de leer van de drie eenheden (tijd, plaats en handeling) een vérreikende invloed heeft gehad. Werken Naar het voorbeeld van Plato schreef Aristoteles een aantal dialogen, die in de oudheid druk gelezen zijn, maar verdrongen werden door de wetenschappelijke werken (de fragmenten zijn verzameld door R. Walzer, , en W.D. Ross, 1955). Ook van de grote, onder zijn leiding tot stand gebrachte documentenverzamelingen (o.a. lijsten van opvoeringen van tragedies in Athene, staatsinstellingen van 158 steden, atlas van vergelijkende anatomie, en andere) is alleen een studie over de Staat van de Atheners in 1891 op een papyrus gevonden. De rest is, op een aantal meestal zeer korte fragmenten na, verloren gegaan (laatstelijk uitgegeven door V. Rose in 1886). Bewaard gebleven zijn de wetenschappelijke werken, die geen literair karakter dragen, maar als min of meer uitgewerkte leerstof voor zijn colleges dienden. Uit een aantal citaten naar niet meer vertegenwoordigde werken blijkt dat de door Andronicus geredigeerde verzameling niet volledig meer is, terwijl anderzijds dictaten en excerpten van leerlingen, geschriften van latere peripatetici (o.a. de Problemata) en opzettelijke vervalsingen (zoals De mundo) erin zijn opgenomen. De bewaard gebleven hoofdwerken van Aristoteles zijn de volgende: Logica: Categoriae; De interpretatione; Analytica priora en posteriora; Topica. Ontologie: Metaphysica. Natuurfilosofie: Physica; De caelo; De generatione et corruptione; Meteorologica; Historia animalium; De partibus animalium; De generatione animalium; De anima, Parva Naturalia. Praktische filosofie: Ethica Nicomachea; Politica; Rhetorica; Poetica. UITG: en VERT: De eerste kritische teksteditie is die van I. Bekker (2 dln., 1831), later o.a. aangevuld met de humanistische Latijnse vertalingen en de Index Aristotelicus van H. Bonitz (1870; herdr. d. Gignon, ). Bruikbaar is ook de Grieks-Latijnse uitgave van Didot ( ; herdr. 1973) met een eigen, zeer uitvoerige Latijnse index. Van deed de Pruisische Akademie de Griekse commentaren verschijnen (23 dln.). Een volledige editie van de middeleeuws-latijnse vertalingen wordt verzorgd door de Union Académique Internationale, onder de titel Aristoteles Latinus (I XXXIII; suppl. I II); Syrische vertalingen (vnl. van het Organon, ook: De mundo) zijn in de eerste helft van deze eeuw al verschenen. Na de Tweede Wereldoorlog is de uitgave van de Arabische vertalingen vrijwel voltooid. Vertalingen in moderne talen zijn van zeer ongelijke waarde. Vooral in Groot-Brittannië, waar een lange traditie een bruikbare terminologie opleverde, zijn voortreffelijke prestaties geleverd: The works of Aristotle translated into English (12 dln., ) omvatten alle werken van Bekkers editie. De Loeb Classical Library biedt bijna alle werken in het Grieks met vertaling.

17 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 16 Ptolomaeus Ptolemaeus, Claudius (ca. 100 ca. 170), Alexandrijns astronoom, geograaf, wiskundige en muziektheoreticus, was vnl. werkzaam in Alexandrië. Van zijn leven is vrijwel niets bekend (ook zijn geboorte- en sterfdatum niet), alleen zeker is dat hij van 127 tot 151 waarnemingen verrichtte. Hij schiep in zijn Syntaxis mathematica (door Arabische vertalers als almajisti [v. Gr. megistos = grootste] aangeduid; het was daardoor in de middeleeuwen bekend als Almagest) het samenvattende handboek van de antieke astronomie (zie Almagest). Hierin verdedigt hij o.a. het geocentrische wereldbeeld, sindsdien ook het stelsel van Ptolemaeus genoemd. Volgens hem zouden de planeten in epicykels om de stilstaande aarde bewegen, een theorie die hij vrijwel zeker overnam van Hipparchus. De Almagest bevat ook een behandeling van de antieke trigonometrie, die een fundamentele betekenis voor de geschiedenis van dit vak heeft. Hierin komt een koordentafel voor (het antieke equivalent van onze sinustafel), voor de berekening waarvan de naar hem genoemde stelling van Ptolemaeus gebruikt is. Andere werken waarin wiskundige hulpmiddelen voor de astronomie behandeld worden, zijn Analemna en Planisphaerium, die de hemelbol resp. in orthogonale en in stereografische projectie leren afbeelden, en Hypotheses planetarum, over de beweging van de planeten. Zijn Optica bevat metingen over lichtbreking en is van belang voor de geschiedenis van de natuurkunde; zijn Harmonica vormt, met het commentaar van Porphyrius, een van de belangrijkste bronnen voor de kennis van de antieke muziektheorie. De Tetrabiblos (Lat.: Quadripartitum) bleef eeuwenlang een bijbel voor de astrologen. Betekenis Tot in de 16de eeuw heeft Ptolemaeus met zijn Geographikè hyphègèsis (Lat.: Geographia of Cosmographia), een gids voor het maken van kaarten met een lijst van de geografische lengte en breedte van ca. 350 plaatsen, invloed uitgeoefend op ontdekkingen en op de cartografie. Aan de hand van dit werk kon men volgens een uniforme methode een serie kaarten tekenen die een systematisch beeld gaven van de hele, aan de auteur bekende wereld. In de renaissance was er grote belangstelling voor de Geographia; vóór 1600 werden er 31 Latijnse of Italiaanse edities van gedrukt, vaak aangevuld met nieuwe kaarten (tabula nova). Deze uitgaven vormden de eerste thans bekende wereldatlassen. UITG: Optica, d. G. Govi (1885); Claudii Ptolemaei, Opera quae exstant omnia, I. Syntaxis mathematica, II. Opera astronomica minora, d. J.L. Heiberg (3 dln., ; Duitse vert. d. K. Manitius, , 1963); Harmonica, m. commentaar v. Porphyrius, d. I. Düring (2 st., 1930, 1932); Geographia, in Eng. vert. d. E.L. Stevenson (1932); Tetrabiblos, m. Eng. vert. d. F.E. Robbins (1940, 1956); voorts: herdrukken v. renaissance-uitgaven, verschenen in Amsterdam ( ). Stelsel van Ptolemaeus In de 2de eeuw n.c. bracht Claudius Ptolemaeus een model naar voren waarbij de aarde het middelpunt van het heelal was. Alle hemellichamen verplaatsten zich in een kleine cirkel, de zogenaamde epicykel, waarvan het middelpunt weer een andere veel grotere cirkel om de aarde beschrijft, de deferent. Het model benaderde de bewegingen van de planeten behoorlijk goed, maar gaf er geen natuurkundige verklaring voor. Het stelsel van Ptolemaeus werd eeuwenlang geaccepteerd.

18 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 17 Copernicus Nicolaus Copernicus, Nicolaus, gelatiniseerde naam van Niklas Koppernigk (Torún, Polen, 19 febr Frauenburg 24 mei 1543), stichter van het Copernicaanse (heliocentrische) wereldbeeld en daarmede grondlegger van de moderne astronomie. Hij studeerde aanvankelijk (vanaf 1491) te Krakau wijsbegeerte en geneeskunde, maar legde zich ook toe op astronomie en wiskunde. Zijn oom Lucas Waczenrode, bisschop van Ermeland, had hem echter een kerkelijke functie toebedacht, liet hem tot kanunnik aan het domkapittel te Frauenburg verkiezen en stuurde hem voor verdere training naar Bologna om er kerkelijk recht te studeren (1497). In 1500 gaf hij astronomische voordrachten te Rome, studeerde vervolgens geneeskunde te Padua en rechtswetenschap te Ferrara, waar hij een doctorstitel in het kerkelijk recht behaalde (1503). Van 1506 tot 1512 was hij als arts te Heilsberg werkzaam. In 1512 vestigde hij zich definitief in het domkapittel te Frauenburg. Als vicaris-generaal en bestuurder van de goederen van het bisdom zorgde hij dat de koning van Polen de bezittingen teruggaf die hij aan de ridders van de Duitse Orde had ontroofd. Belangrijk waren zijn herleidingstabellen van alle in het koninkrijk gangbare munten. Betekenis voor de astronomie Gedurende zijn verblijf in Italië was reeds zijn belangstelling gewekt voor de zgn. ideeën van Pythagoras, die een van de sinds Ptolemaeus algemeen gangbare voorstellingen sterk afwijkende theorie van het zonnestelsel inhielden. Bij Copernicus vestigde zich de overtuiging, dat niet, zoals door Ptolemaeus geleerd was, de aarde zich in het middelpunt van het heelal bevond en zon, planeten en sterren om haar heen cirkelden, maar dat dit middelpunt door de zon gevormd werd, terwijl de aarde, evenals de andere planeten, zich in een cirkelbaan om de zon bewoog. Om de onregelmatige bewegingen van de planeten te kunnen verklaren moest Copernicus echter toch weer terugvallen op het systeem van epicykels en leidcirkels, al had hij er minder nodig dan Ptolemaeus. Deze heliocentrische theorie en uitvoerige argumentaties daarvoor zijn door Copernicus beschreven in zijn grote werk De Revolutionibus orbium coelestium (Over de omwentelingen der hemellichamen), dat in 1530 reeds in hoofdzaak gereed was en waarin hij ook uitvoerig betoogt dat de aarde om haar as wentelt. Hij kon er echter niet toe besluiten zijn boek uit te geven. Wel publiceerde hij enige stellingen en werd de inhoud van zijn werk bekend door een uitgebreid verslag, dat Joachim Rhaeticus ervan gaf (dit verslag werd in 1540 bekend onder de naam Narratio prima). Pas enige jaren voor zijn dood wisten zijn vrienden Copernicus over te halen tot publicatie; de eerste exemplaren van zijn gedrukte werk bereikten hem op zijn sterfbed. De uitgever, Osiander te Leipzig, had echter uit vrees voor theologische bezwaren van de zijde van de kerk een gewijzigd voorwoord geschreven, waardoor hij het liet voorkomen dat Copernicus zijn theorieën slechts als hypothesen bedoeld had. Een onveranderde tweede druk werd te Basel in 1566 uitgegeven, een derde druk met verklaringen verscheen te Amsterdam in In 1616, toen het conflict tussen het nieuwe wereldbeeld en de kerkleer zich ten gevolge van Galilei's publicaties toespitste, werd Copernicus werk op de Index geplaatst.copernicus verrichtte te Frauenburg ook astronomische waarnemingen. Met het oog op een voorgenomen verbetering van de kalender hield hij zich tevens speciaal bezig met een nauwkeurige bepaling van de omlooptijden van zon en maan. Deze bepalingen hebben later (eind 16de eeuw) ook als grondslag gediend voor de bekende kalenderhervorming van Gregorius XIII. Pas in het begin van de 18de eeuw zou het verbod van 1616 worden opgeheven. WERK: De Revolutionibus orbium coelestium (1543; 1566; 1617; 1854; 1873), Duitse vert. van C.L. Menzzer, Über die Kreisbewegungen der Weltkörper (1879; 1939), Franse vert. van Boek I door A. Koyré, Des révolutions des orbes célestes (1934).

19 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 18 Brahe Tycho Brahe, Tycho (Tyge) (Knudstrup, in Skåne [destijds Deens], 14 dec Praag 24 okt. 1601), Deens astronoom, is van grote betekenis voor de geschiedenis van de astronomie, vnl. wegens zijn werk als observator. Hij kwam uit een oud adellijk geslacht en was aanvankelijk door zijn oom en opvoeder bestemd voor de staatsdienst. Hij voelde zich echter veel meer tot de astronomie aangetrokken en begon reeds in 1563 in het geheim systematische waarnemingen te verrichten. Na enkele andere bezigheden was hij door de verschijning van een nova in 1572 in het sterrenbeeld Cassiopeia definitief voor de astronomie gewonnen. Vervolgens op zoek gaande naar een vestigingsplaats bracht hij o.a. een bezoek aan landgraaf Wilhelm IV van Hessen op diens slot en sterrenwacht te Kassel. Op diens aanraden stelde koning Frederik II van Denemarken hem in 1575 het eiland Hveen in de Sont ter beschikking. Hij bouwde daar twee sterrenwachten, Uraniborg en Stjerneborg, begon eind 1576 daar zijn waarnemingen, die hij tot 1596 met een staf van medewerkers systematisch voortzette. Toen zag hij zich genoodzaakt onder de regering van Christiaan IV Hveen te verlaten. Na enige omzwervingen vestigde hij zich in 1599 te Praag, waar keizer Rudolf II hem de gelegenheid verschafte zijn werk voort te zetten, onder medewerking van Johannes Kepler. Betekenis Tycho Brahe zag als een van de eersten in, dat alleen een systematisch georganiseerde, over een lange reeks van jaren voortgezette waarneming de gegevens kon verschaffen die tot verbetering van de bestaande planetentheorieën konden leiden. Dank zij zijn bijzonder waarnemingstalent en zijn grote vindingrijkheid in het construeren van meetinstrumenten en in het opsporen en elimineren van fouten kon hij de nauwkeurigheidsgrens van metingen, die bij Nicolaus Copernicus ca. 10 had bedragen, tot 2 verbeteren. Het door hem verzamelde waarnemingsmateriaal vormde het uitgangspunt voor de theoretische onderzoekingen van Kepler, die tot de opstelling van de juiste wetten voor de planetenbeweging hebben geleid. Daardoor ontwikkelde de astronomie zich echter wel in een geheel andere zin dan Tycho zich had voorgesteld. Zelf was hij op fysische en religieuze gronden een tegenstander van het stelsel van Copernicus; om echter de astronomische vereenvoudiging die deze in de theorie van de planetenbeweging had bereikt door de planeten te laten wentelen om punten in de nabijheid van de zon, te behouden, had hij een eigen stelsel ontworpen, dat als een overgangsvorm tussen de stelsels van Ptolemaeus en Copernicus kan worden beschouwd. Door het gebruik dat Kepler van zijn waarnemingen maakte, heeft Tycho indirect echter in hoge mate tot de overwinning van de heliocentrische gedachte bijgedragen. Van zijn eigen bijdragen tot de astronomie zijn nog te vermelden: de invoering van een correctie voor de atmosferische refractie, de ontdekking dat kometen geen atmosferische verschijnselen zijn en de ontdekking van twee ongelijkheden (variatie en jaarlijkse ongelijkheid) in de maanbeweging. WERK: Alle geschriften en brieven van Tycho zijn thans toegankelijk in de editie: Tychonis Brahe Dani Opera Omnia (15 dln., ); Tycho Brahe's description of his instruments and scientific work as given in Astronomiae Instauratae Mechanica; vert. door H. Raeder e.a. (1946).

20 Wijsbegeerte: Filosofen door de eeuwen heen 19 Bruno, Giordano Giordano (doopnaam: Filippo) Bruno werd geboren in 1548 te Nola bij Napels en is gestorven op 17 februari 1600 te Rome. Hij was een Italiaans filosoof en de belangrijkste vertegenwoordiger van de late renaissancefilosofie. Biografie Giordano Bruno studeerde in 1562 af aan de Studio Napolitano en trad in 1565 toe tot de orde der Dominicanen, maar deze orde moest hij in 1576 verlaten op grond van ketterij. Hij vluchtte naar Rome en van daaruit naar verschillende Italiaanse steden, waar hij lezingen hield. Via Gent, Tolouse en Parijs kwam hij in 1583 in Londen terecht. Vanaf 1585 zwierf hij door Noord-Europa en nam in 1591 een uitnodiging aan om naar Venetië te komen, maar werd daar door een leerling aan de inquisitie overgeleverd en in 1593 op de Engelsburg naar Rome gebracht. Na zeven jaar gevangenschap belandde hij op de brandstapel van Campo dei Fiori. Werk In Bruno's filosofie verenigen zich de natuurweten- schappelijke interesse van de beginnende Nieuwe Tijd met stoïsche en neoplatonische elementen. Ofschoon hij veel elementen uit het werk van Cusanus overnam, is Bruno's these van de oneindigheid van het universum tegelijk de basis van een nieuw godsbegrip, een pantheïstische godsvoorstelling die niets meer met persoonlijke projectie gemeen heeft, behalve dan dat de godheid zelf in talrijke gedaanten in de werkelijkheid voorkomt. God heeft zijn equivalent in de schepping: "niet op een maar op ontelbare tronen staalt zijne majesteit", "samenspraak van het oneindige alles". Met ongewone radicaliteit verdedigt Bruno de these van het decentrale en oneindige bezielde universum, van de onmetelijke ruimte waarin ontelbare wereldkogels zweven zoals die waarop wij leven en werken. Met deze fysische voorstelling gaat Bruno nog verder dan Copernicus en Kepler, en keert zich daarmee tegen de geocentrische these van de kerkelijke autoriteiten. Hij stichtte hiermee een soort relativistisch holisme waarbij het gehele werkelijkheidsbereik met een omvattend geheel van de natuur in verband werd gebracht. Het onderzoek naar de natuur was voor Bruno een verering van God, waarmee het scheppingsprincipe doorgrond werd. Niet de theologische openbaringskennis, maar de kennis over de natuur werd het primaire weten. Bruno's filosofie, die door de kerkelijke instituten afgewezen werd, had met haar pantheïstische voorstelling grote invloed op Leibniz, Herder, Goethe en de Duitse romantiek. Werken Over de oorzaak, het principe en het ene, Over de oneindigheid van de wereld en de werelden, De uitdrijving van de triomferende Bestie, Over het heroïsche lijden. Galileo Galilei Galilei, Galileo (Pisa 15 febr Arcetri 8 jan. 1642), Italiaans natuur- en sterrenkundige, vooral bekend door zijn conflict met de Kerk vanwege zijn sympathieën voor het wereldbeeld van Copernicus.

Galileo Galileï

Galileo Galileï Galileo Galileï 1564-1642 Waarom het conflict rond Galio Galileï geen conflict is tussen geloof en wetenschap of godsdienst en wetenschap! Geen conflict tussen geloof en wetenschap! 1. Galileo beschouwde

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Ter inleiding (tot een inleiding)

Ter inleiding (tot een inleiding) Inhoud Voorwoord 3 Aanvullende lectuur 4 Ter inleiding (tot een inleiding) 1. Wijsbegeerte, haar begin(sel) en doelstelling 5 2. Waarom filosofie altijd een inleiding blijft 7 3. Waarom een historische

Nadere informatie

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8

1 Korintiёrs 1:9. Marcus 10:45. Handelingen 4:12. Johannes 17:3. 1 Korintiёrs 3:16. Johannes 15:9,10. Psalm 32:8 [1] [2] [3] Johannes 3:16 1 Korintiёrs 1:9 Johannes 3:19 God wil met ons omgaan God wil met ons omgaan Zonde brengt scheiding [4] [5] [6] Romeinen 3:23 Marcus 10:45 Romeinen 5:8 Zonde brengt scheiding

Nadere informatie

Wetenschap hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Wetenschap hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/61310 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens

Nadere informatie

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het

Geloven is vertrouwen. Ik geloof het wel. de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het Geloven Geloven is vertrouwen GGeloven is ten diepste je vertrouwen hechten aan iets of iemand, de waarheid omtrent iets of iemand aannemen. Over het geloven in God zegt de Bijbel: Het geloof is de vaste

Nadere informatie

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief.

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief. GELOOF EN WETENSCHAP Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief. 1. HET HARMONIEMODEL De leer van de twee boeken Het Ptolemaeïsche of Aristotelische wereldbeeld

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing LV \'Over wondere feiten\' Hoofdstuk 1

Samenvatting Levensbeschouwing LV \'Over wondere feiten\' Hoofdstuk 1 Samenvatting Levensbeschouwing LV \'Over wondere feiten\' Hoofdstuk 1 Samenvatting door L. 887 woorden 16 juli 2013 7,1 10 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Samenvatting LV Over wondere feiten Hoofdstuk

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

Geloven en redeneren. Religie en filosofie Geloven en redeneren Religie en filosofie Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Het begin

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

Plato (Gr.? Platoon), eigenlijk? Aristocles (Athene 428/427 aldaar 348/347 v.c.).

Plato (Gr.? Platoon), eigenlijk? Aristocles (Athene 428/427 aldaar 348/347 v.c.). Scriptie door een scholier 13328 woorden 2 mei 1999 6,2 67 keer beoordeeld Vak Filosofie Plato (Gr.? Platoon), eigenlijk? Aristocles (Athene 428/427 aldaar 348/347 v.c.). Plato schreef zijn filosofische

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering 1 PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering In de periode dat Socrates in het Athene van de vijfde eeuw v.c. zijn filosofie met leerlingen zoals Plato deelde, was er ook een andere groep filosofische leraren actief:

Nadere informatie

Van Bethlehem tot Golgotha

Van Bethlehem tot Golgotha Van Bethlehem tot Golgotha Het Mysterie van Inwijding Esoterische Begrippen Elly Lichtenberg De Bijbel, een mystiek verhaal of..? Deel I De Bijbel: een mystiek verhaal of..? Is het evangelieverhaal juist?

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding Zevende brief Nawoord Waarom filosofen moeten zwijgen Kleine bibliografie

Inhoud. Inleiding Zevende brief Nawoord Waarom filosofen moeten zwijgen Kleine bibliografie Inhoud Inleiding Zevende brief Nawoord Waarom filosofen moeten zwijgen Kleine bibliografie Inleiding Al zolang als mensen over het schrift beschikken, hebben zij langs die weg met elkaar berichten en gedachten

Nadere informatie

SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN

SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN Een leerling van Hazrat Inayat Khan (Een kopie van de uitgave van) The Sufi International Headquarters Publishing Society 1 Liefde ontwikkelt zich tot harmonie en uit harmonie

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat Het begin van de natuurfilosofie Filosofen beginnen zich dingen af te vragen, waar je gewoonlijk niet zo over na zou

Nadere informatie

discussiëren. Begrippen van hoofdstuk 1 die je moet kennen Schepping Evolutie Spontane waarneming Mythe Moraal TeNaCH Bijbel Koran

discussiëren. Begrippen van hoofdstuk 1 die je moet kennen Schepping Evolutie Spontane waarneming Mythe Moraal TeNaCH Bijbel Koran Kunnen scheppingsmythen vandaag nog iets voor ons betekenen? Sommige mensen zijn het hier mee eens, want ze leren ons lessen zoals in de schepping. Ook vinden ze dat er in scheppingsmythen een duidelijke

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij

Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Maatschappij Samenvatting Levensbeschouwing Mens en Ma Samenvatting door Sophie 1047 woorden 6 februari 2017 8,8 3 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Levensbeschouwing Mens & Ma Mensbeeld hoe je jezelf ziet, de

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis?

Spinoza s Visie. Dag 1. Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Spinoza s Visie Dag 1 Wie is Spinoza en wat is ware kennis? Opzet cursus Dag 1 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Over God Over de mens Over het geluk Inleiding Hoe zit de wereld in elkaar? Hoe verhoudt de mens zich tot

Nadere informatie

TOEN GOD ALLES MAAKTE

TOEN GOD ALLES MAAKTE Bijbel voor Kinderen presenteert TOEN GOD ALLES MAAKTE Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: Byron Unger en Lazarus Aangepast door: Bob Davies en Tammy S. Vertaald door: Erna van Barneveld

Nadere informatie

De eerste zonde - ongehoorzaamheid

De eerste zonde - ongehoorzaamheid In de vorige studie is ingegaan op de rebellie in de hemel 1. De Bijbel openbaart niet wanneer deze rebellie heeft plaatsgevonden, maar die had wel zijn invloed op het leven van Adam en Eva in het paradijs

Nadere informatie

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? Les 5 - Redding Vier feiten die je moet kennen om het Evangelie goed te begrijpen In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? In

Nadere informatie

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten De gelijkenis van de twee zonen Lees : Mattheüs 21:28-32 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel

Nadere informatie

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson De Jefferson Bijbel Thomas Jefferson Vertaald en ingeleid door: Sadije Bunjaku & Thomas Heij Inhoud Inleiding 1. De geheime Bijbel van Thomas Jefferson 2. De filosofische president Het leven van Thomas

Nadere informatie

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw Art lll, Handboek, Kerk vd Nazarener: Wij geloven in de Heilige Geest, de derde Persoon van de Drieeenige Godheid; dat Hij voortdurend aanwezig is en doeltreffend

Nadere informatie

Filosofisch Café Socrates 2014. Dienstencentrum de Roos Beekstraat 29 Weert. Trefcentrum Stramproy Fr. Strouxstraat 53 Stramproy.

Filosofisch Café Socrates 2014. Dienstencentrum de Roos Beekstraat 29 Weert. Trefcentrum Stramproy Fr. Strouxstraat 53 Stramproy. Filosofisch Café Socrates 2014 Dienstencentrum de Roos Beekstraat 29 Weert Trefcentrum Stramproy Fr. Strouxstraat 53 Stramproy Informatie Het was in mei 2011 de eerste keer in Weert dat het Filosofisch

Nadere informatie

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof.

4. Welk geloof wordt bedoeld? Het gaat om het zaligmakende geloof. Dus niet om een historiëel, tijd- of wondergeloof. NGB artikel 1: DE ENIGE GOD Wij geloven allen met het hart en belijden met de mond, dat er een Enig en eenvoudig geestelijk Wezen is, dat wij God noemen: eeuwig, ondoorgrondelijk, onzienlijk, onveranderlijk,

Nadere informatie

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon

De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon De Heer Jezus Christus - Zijn Persoon 1.1 Wie is Christus? Deze vraag (Matth. 16:15) is de belangrijkste die je ooit onder ogen zult krijgen. Het Evangelie naar Johannes werd geschreven opdat u gelooft

Nadere informatie

Wist Socrates iets..?

Wist Socrates iets..? Wist Socrates iets..? Inleiding door Karel van Haaften Filosofisch café Hoogeveen 25.09.2018 Wist Socrates iets? KvH sept 2018 1 Wat vooraf ging Inhoud Socrates Gespreksmethode Socrates - hoe en waarom

Nadere informatie

Bijbelteksten Feest van Genade

Bijbelteksten Feest van Genade Week 1 Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar U, o God. (Psalm 42:2) Mozes sloeg steeds buiten het kamp, op ruime afstand ervan, een tent op die hij de ontmoetingstent noemde.

Nadere informatie

Vijf redenen waarom dit waar is

Vijf redenen waarom dit waar is Les 14 Eeuwige zekerheid Vijf redenen waarom dit waar is In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Is de echte (ware) gelovige voor eeuwig veilig en geborgen in Christus? Voor

Nadere informatie

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen

Immanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen Ten geleide Kants derde Kritiek: hoe kan de vrijheid worden verwerkelijkt? 15 Geraadpleegde literatuur 46 Verantwoording bij de vertaling 49 Immanuel Kant aan Johann Friedrich Reichardt 51 Immanuel Kant

Nadere informatie

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen GODS GEZIN Studielessen voor 4-7 jarigen 2003 Geschreven door Beryl Voorhoeve en Judith Maarsen Oorspronkelijk bedoeld voor studie in kleine groepen in de Levend Evangelie Gemeente Gebruikte Bijbelvertaling

Nadere informatie

Thomas van Aquino ( )

Thomas van Aquino ( ) Thomas van Aquino (1225-1274) inhoudsopgave Personalia Thomas van Aquino Uit het leven van Tegenstellingen Scholastiek Basis denken en wetenschap Meer Thomas van Aquino Tijdgenoten Hedendaagse toepassing

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4 Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 en 4 Artikel 1 t/m 4 Werkboek 7 Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 artikel 1 t/m 4 Hoofdstuk 3 en 4 gaat over de bekering. Hoofdstuk 3 en 4 heeft 17 artikelen. In dit werkboek

Nadere informatie

Want: In Hem (Jezus) hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom van zijn genade.

Want: In Hem (Jezus) hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom van zijn genade. Er zijn uitgebreide studies te schrijven over bekering en wat bekering in een mensenleven betekent. Deze studie beperkt zich echter tot de meest fundamentele betekenis van bekering. Toen de Zoon van God,

Nadere informatie

6.3. Boekverslag door B woorden 4 juni keer beoordeeld. Inleiding

6.3. Boekverslag door B woorden 4 juni keer beoordeeld. Inleiding Boekverslag door B. 3035 woorden 4 juni 2003 6.3 187 keer beoordeeld Vak Filosofie Inleiding In deze Praktische Opdracht ga ik het hebben over de drie bekende filosofen uit de oudheid: Socrates, Plato

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN

GELOOFSVRAGEN EN LEVENSVRAGEN WAAROM??? DAAROM!!! Soms sta je met je mond vol tanden, wanneer je kind je met een vraag overvalt. "Waarom zijn de bomen groen?", "Waarom regent het vandaag?" Waarom... waarom..., steeds weer waarom. De

Nadere informatie

Onderzoeksvraag: Welke ontwikkelingen in de Republiek stimuleerden de wetenschap en de cultuur?

Onderzoeksvraag: Welke ontwikkelingen in de Republiek stimuleerden de wetenschap en de cultuur? Onderzoeksvraag: Welke ontwikkelingen in de Republiek stimuleerden de wetenschap en de cultuur? De bijzondere plaats in staatskundig opzicht en de bloei in economische en cultureel opzicht van de Nederlandse

Nadere informatie

THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE

THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE TEKST 1 In een bijbels perspectief verschijnt de mens als faiblesse et promesse. Mensen zijn tezelfdertijd eindig onvolkomen en oneindig beloftevol. Beperkt, kwetsbaar,

Nadere informatie

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen Zondag 52 Zondag 52 gaat over de zesde bede. Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in der eeuwigheid. Amen. Lees de tekst

Nadere informatie

Luisteren naar de Heilige Geest

Luisteren naar de Heilige Geest Luisteren naar de Heilige Geest Johannes 14:16-17 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen,

Nadere informatie

376. Uitleg van het Scheppingsverhaal (1) 9-11-2014

376. Uitleg van het Scheppingsverhaal (1) 9-11-2014 Uitleg van het Scheppingsverhaal (376, 377, 378, 393, 394) 376. Uitleg van het Scheppingsverhaal (1) 9-11-2014 Deze preek is mede gebaseerd op Het Geheime boek van Johannes (Codex II, Boek 1, pag. 1 en

Nadere informatie

WIJ zijn hier gekomen niet alleen om jullie en alle anderen hier te

WIJ zijn hier gekomen niet alleen om jullie en alle anderen hier te SAMENVATTING VAN DE REDEVOERINGEN GEHOUDEN VOOR DE JEUGD IN SURINAME EN DE NEDERLANDSE ANTILLEN Willemstad, 19 oktober 1955, Oranjestad, 22 oktober 1955. Paramaribo, 5 november t 955 WIJ zijn hier gekomen

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13

INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 INHOUD VOORWOORD 11 INLEIDING Over verwondering, contingentie en denken-als-ordenen 13 HOOFDSTUK 1. Op zoek naar een stabiele werkelijkheid. De Oudheid (6 de eeuw v.c. 6 de eeuw n.c.) 25 1. Het ontstaan

Nadere informatie

Higgs-deeltje. Peter Renaud Heideheeren. Inhoud

Higgs-deeltje. Peter Renaud Heideheeren. Inhoud Higgs-deeltje Peter Renaud Heideheeren Inhoud 1. Onze fysische werkelijkheid 2. Newton Einstein - Bohr 3. Kwantumveldentheorie 4. Higgs-deeltjes en Higgs-veld 3 oktober 2012 Heideheeren 2 1 Plato De dingen

Nadere informatie

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen

In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen 14 In de eeuwigheid van het leven waarin ik ben is alles volmaakt, heel en compleet en toch verandert het leven voortdurend. Er is geen begin en geen einde, alleen een voortdurende kringloop van materie

Nadere informatie

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd 53 9 Vader Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd heeft. P Ik begin steeds beter te begrijpen dat het heel bijzonder is dat ik een kind van God, mijn

Nadere informatie

Met welk doel wil God Zijn kinderen leiden?

Met welk doel wil God Zijn kinderen leiden? Scholen die door Samuel zijn gesticht. Met welk doel wil God Zijn kinderen leiden? Psalm 23:3 3 Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam. De Here zelf

Nadere informatie

In het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde.

In het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde. In het vorige hoofdstuk werd de schepping van de hemel besproken. 1 In dit hoofdstuk gaat het over de schepping van de aarde. In het begin schiep God de hemel en de aarde. (Genesis 1:1) De hemel: De geestelijke,

Nadere informatie

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven. Doel B: Relatie met Jezus de Koning : studenten ontwikkelen zich, vanuit een persoonlijke overtuiging, als leerling, vertrouweling en toegewijde volgeling van Jezus op elk terrein van hun leven. Doel van

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Lezing Dr. Ch. Hupperts nazomerconferentie vrijdag 20 september 2013

Lezing Dr. Ch. Hupperts nazomerconferentie vrijdag 20 september 2013 Lezing Dr. Ch. Hupperts nazomerconferentie vrijdag 20 september 2013 Twee vragen: 1. Hoe is de aanpak van Plato geweest bij het schrijven van zijn dialogen? Heeft hij (een groep van) de dialogen vanuit

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus

reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus Toelichting Door deze ontmoeting met Heraclitus gaan we terug naar het begin van de westerse filosofie. Zo rond 600 voor Christus komen we in het KleinAziatische

Nadere informatie

Heeft God het Kwaad geschapen?

Heeft God het Kwaad geschapen? Heeft God het Kwaad geschapen? Zondagavond 22 september 2013 (Genade & Waarheid Preek) Inleiding A. Genade & Waarheid Preken (Soms) Ingewikkelde of wettisch toegepaste onderwerpen bekeken vanuit Genade

Nadere informatie

Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014

Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014 Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014 Groepsfoto van de Nederlandse Jaarvergadering op zondag 18 mei 14 Kees Nieuwerth vertelt

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Deel 1, Hoofdstuk 3 Dat de Natuur de oorzaak is. Rikus Koops 15 juni 2012 Versie 1.0 In de vorige toelichting heb ik de organisatie van de Natuur

Nadere informatie

geloof en wetenschap Prof.dr. Cees Dekker Kavli Institute of NanoScience Delft http://www.mb.tn.tudelft.nl

geloof en wetenschap Prof.dr. Cees Dekker Kavli Institute of NanoScience Delft http://www.mb.tn.tudelft.nl geloof en wetenschap Prof.dr. Cees Dekker Kavli Institute of NanoScience Delft http://www.mb.tn.tudelft.nl Utrecht, 16-6-2006 1. Is het waar, dat recente vondsten in de wetenschap Godsgeloof verzwakken?

Nadere informatie

Waarom zou ik geloven?

Waarom zou ik geloven? Waarom zou ik geloven? Een uitnodiging om na te denken over je geloof Philip Nunn - De Bron Deel #1: 1 nov 2015 Deel #2: 22 nov 2015 Mijn doel met de 2 toespraken Ik probeer je te laten zien dat het christelijke

Nadere informatie

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één De scholen van Catent - afzonderlijk en gezamenlijk - zijn als een

Nadere informatie

Liefde. De sociale leer van de Kerk

Liefde. De sociale leer van de Kerk Liefde De sociale leer van de Kerk De sociale leer van de Kerk Over de liefde Het evangelie roept ons op om ons in te zetten voor onze naasten. Maar hoe weet je nu wat er gedaan moet worden, zeker in een

Nadere informatie

OOGGETUIGE. Johannes 20:30-31

OOGGETUIGE. Johannes 20:30-31 1 januari OOGGETUIGE Johannes 20:30-31 Een nieuw jaar ligt voor ons. Wat er gaat komen, weten we niet. Al heb je waarschijnlijk mooie plannen gemaakt. Misschien heb je goede voornemens. Om elke dag uit

Nadere informatie

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON Wijs Worden werkboek deel 1 DAMON WW wb deel 1 mei2009.indd 1 5/25/09 10:33:45 AM Hoofdstuk 1 Over wat echt belangrijk is Paragraaf 1 Inleiding Opdracht 1, p.8 Hieronder staan twaalf standpunten over wat

Nadere informatie

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar Gemeente van de Heer Jezus Christus, Jongeren, ouderen, kinderen van God, Zoals ik voor de lezing al gezegd heb; het gaat vanmorgen niet over trouwen of getrouwd zijn, dat is alleen een voorbeeld verhaal.

Nadere informatie

Een hoop genavelstaar. Rijmcanon van de Oosterse wijsbegeerte

Een hoop genavelstaar. Rijmcanon van de Oosterse wijsbegeerte Een hoop genavelstaar Rijmcanon van de Oosterse wijsbegeerte Schrijver: Jaap van den Born Coverontwerp: Jaap van den Born ISBN: 9789461933676 Uitgegeven via: mijnbestseller.nl Print: Printforce, Alphen

Nadere informatie

Voorwoord Met oprechte blijdschap schrijf ik het voorwoord voor dit boek. Ik ken Henk Rothuizen al vele jaren en heb hem zien opgroeien tot een man van God, met een bediening die verder reikt dan zijn

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent De Bijbel Een geloofsboek EWe kunnen vele wegen gaan met de Bijbel. De één ervaart het vooral als een mooi kunstobject. Vele kunstenaars hebben er inspiratie in gevonden om een kunstwerk te maken. We kennen

Nadere informatie

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen Geschiedenis en politieke filosofie Geschiedenis Beschrijving feitelijke gebeurtenissen. Verklaring in termen van oorzaak en gevolg of van bedoelingen. Politieke

Nadere informatie

Wist Socrates iets wat wij niet weten? Inleiding door Karel van Haaften van Socratisch café Zwolle

Wist Socrates iets wat wij niet weten? Inleiding door Karel van Haaften van Socratisch café Zwolle Wist Socrates iets wat wij niet weten? Inleiding door Karel van Haaften van Socratisch café Zwolle Filosofisch café Zwolle 21.09.2015 Wist Socrates iets? KvH sept 2015 1 Wat vooraf ging Inhoud Socrates

Nadere informatie

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters,

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters, Ds. Arjan van Groos (1962-2014) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen Broeders en zusters, 1. Zingen : Gezang 25 : 1 en 3 2. Gebed voor de opening van het Woord 3. Bediening van de Heilige Doop

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn

Nadere informatie

De schepping van de mens Studieblad 6

De schepping van de mens Studieblad 6 -1- GODS PLAN MET MENSEN Dit is een uitgave van de Volle Evangelie Gemeente Immanuël Breda Auteur: Cees Visser (voorganger) De schepping van de mens Studieblad 6 Inleiding Mensbeeld Uitgangspunt Stof In

Nadere informatie

Henrik Bastijns en Joachim Nelis 22-4-2014

Henrik Bastijns en Joachim Nelis 22-4-2014 HEILIGE DRIEVULDIGHEIDSCOLLEGE Onderzoeksopdracht Stelling van Ptolemaeus Henrik Bastijns en Joachim Nelis 22-4-2014 Inhoudstafel Historische achtergrond Bewijs van de stelling van Ptolemaeus Toepassingen

Nadere informatie

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22. Inhoudsopgave Voorwoord 1. Een gebed bij het begin van het nieuwe jaar Ik ben met u 2. Gods hand 3. Zegen Vrede met God 4. In de kerk 5. Is Deze niet de Christus? Deze ontvangt zondaars 6. Echte vrienden

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I

Eindexamen filosofie vwo 2009 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;

Nadere informatie

Dit product wordt u aangeboden door ComputerBijbel (http://www.computerbijbel.com) ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/6

Dit product wordt u aangeboden door ComputerBijbel (http://www.computerbijbel.com) ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/6 ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/6 EEN MAN NAAR GOD'S HART. Handelingen 13:22 INTRODUCTIE. 1. In zijn toespraak in Antiochië, gaat Paulus kort in op de geschiedenis van Israël, hij citeert een

Nadere informatie

Wees wijs met licht. Leo Cheizoo. We begrijpen waarom kinderen bang zijn voor het donker, maar waarom zijn mensen bang voor het Licht?

Wees wijs met licht. Leo Cheizoo. We begrijpen waarom kinderen bang zijn voor het donker, maar waarom zijn mensen bang voor het Licht? Wees wijs met licht Leo Cheizoo We begrijpen waarom kinderen bang zijn voor het donker, maar waarom zijn mensen bang voor het Licht? Plato ISBN: 90-76564-63-9 NUR-code: 720 NUR-omschrijving: Esoterie algemeen

Nadere informatie

Inleiding in de Filosofie & de Ethiek

Inleiding in de Filosofie & de Ethiek Inleiding in de Filosofie & de Ethiek 1e Bijeenkomst 5 september 2006 Prof. Dr. Hub Zwart Afdeling Filosofie & Wetenschapstudies h.zwart@science.ru.nl http://www.filosofie.science.ru.nl Wat is filosofie?

Nadere informatie

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open 14-10-15

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open 14-10-15 De Bijbel open 14-10-15 Mijn hoop is op U Heer, G mijn kracht is in U Heer, mijn hart is van U Heer, van U. Ik prijs U met heel mijn hart, ik prijs U met al mijn kracht. Met heel mijn hart, met al mijn

Nadere informatie

Niveau 3 - Les 8: Het juiste gebruik van Gods wet Don Krow

Niveau 3 - Les 8: Het juiste gebruik van Gods wet Don Krow Niveau 3 - Les 8: Het juiste gebruik van Gods wet Don Krow Op een dag spraken Joe en ik met Bill en Steve bij het meer. De vraag werd gesteld: Hoe kunnen mensen bij God ter verantwoording worden geroepen

Nadere informatie

Intochtslied. Thema van de dienst : Schepping. Organist/piano : Jan Bremer. Mededelingen van de kerkenraad. Zondag 4 Augustus 2013

Intochtslied. Thema van de dienst : Schepping. Organist/piano : Jan Bremer. Mededelingen van de kerkenraad. Zondag 4 Augustus 2013 Zondag 4 Augustus 2013 Thema van de dienst : Schepping Voorganger : ds. J.W. Stam Organist/piano : Jan Bremer Mededelingen van de kerkenraad Lied: Ps. 19: 1 en 2 >> Intochtslied vers 2 >> 1 2. God heeft

Nadere informatie

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW Nieuwe geboorte in het koninkrijk les 1 DEEL 3 FOLLOW DE GEBOORTE Leven begint met een man en vrouw die elkaar liefhebben. Diep in het binnenste van de buik van de moeder ontstaat nieuw leven. Het duurt

Nadere informatie

Werkstuk Filosofie Plato, rationalist

Werkstuk Filosofie Plato, rationalist Werkstuk Filosofie Plato, rationalist Werkstuk door een scholier 3011 woorden 25 februari 2008 6,8 54 keer beoordeeld Vak Filosofie PLATO Over zijn leven, het rationalisme en zijn ideeën. Zijn leven: Socrates

Nadere informatie

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID Romeinen 8: 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. 14

Nadere informatie