Veilig aan boord en op Zee

Transcriptie

1 Veilig aan boord en op Zee Bas den Braven KNRM station Dordrecht

2

3

4 Programma. K. N. R. M.. Aan boord van het schip. Risico verhogend. Reddingsmiddelen. Man Over Boord ( MOB ). Onderkoeling. Schip verlaten.

5

6 KNRM beleidsuitgangspunten Kosteloze hulpverlening Uitgevoerd door vrijwilligers Gefinancierd door vrijwillige bijdragen

7 Taken K.N.R.M. Redden en helpen op zee en ruime binnenwateren Radio Medisch Advies Medische evacuaties Kusthulpverlening Rampenbestrijding Voorlichting

8 KNRM organisatie 45 Redding stations vrijwilligers 75 reddingboten 10 beroepsschippers 37 personeel IJmuiden

9 SAR gebied Nederland Noordzee Wadden IJsselmeer Markermeer Randmeren Zeeuwse en Zuid Hollandse stromen

10 Aan boord De Schipper is de baas Kijk voor je eigen veiligheid aan boord waar de vluchtwegen zijn. Kijk waar de veiligheidsmiddelen zijn. Rook niet in je hut. Altijd een hand aan de reeling. Alles aan boord kan omvallen.

11 Risico verhogend. Zeeziekte. Plassen. Zonder Reddingvest. Even aan dek. Reven / overstag. Zeegang. Bellen

12 Redding Middelen Reddingvest Reddingboei ( met licht ) Reddinglijn Reddingvlot ( overlevingsvlot )

13 Reddingvest

14

15

16 Aan boord Aan dek Aantrekken in de haven Eigen vest Altijd dragen ( met kruisbanden ) Voor het grijpen Zorg voor goede pasvorm Activeerkoord bereikbaar Reddingvest altijd over de kleding dragen!!!!!!!!!

17 Reddingsmiddelen

18 Reddingvlot

19 Man Over Boord ( MOB ). Lokaliseer de drenkeling. Roep Zwem. Werp een reddingboei naar de drenkeling níet zelf naspringen.. Blijf wijzen naar de drenkeling

20 Opvarende(n) Alarmeer de schipper / stuurman Druk de M.O.B. op de GPS in Volg instructie van de bemanning op

21 Drenkeling. Blijf nuchter en optimistisch. Blijf zoveel mogelijk boven water. Schakel licht aan. Niet zwemmen. Neem de helphouding aan

22 Meerdere personen te water Zwem naar elkaar toe ( rug ) Vorm een kring ( zo klein mogelijk ) Eventueel gewonden in het midden Als je een schip of helikopter hoort maak je de kring zo groot mogelijk.

23 Alarmering door schipper. Noodbericht marifoon kanaal 16. Noodsein (mayday 3x). (DSC) distress knop. Kustwacht centrum alarm MOB, Positie, Tijd, Aantal personen

24 Kustwachtcentrum

25

26 Aan boord nemen: door u. Giek en schoot. Zeiltje. Zeereling kappen. Zwemtrap. Spiegelplatform

27 Slachtoffer binnenboord. LETOP!!!!! Onderkoeling kan levens bedreigend zijn:. Dus altijd horizontaal verplaatsen. Breng het slachtoffer naar binnen. Alleen een goed aanspreekbaar slachtoffer mag je warme drank geven.

28 Onderkoeling / kenmerken rillen 35º C uiterlijk, lijkt soms dood verlaagd bewustzijn trage polsslag nauwelijks voelbare polsslag trage en oppervlakkige ademhaling onderkoeling

29 Hydrostatisch drukverval onderkoeling

30 Behandeling van onderkoeling buiten het ziekenhuis verder afkoelen voorkomen: uit de wind toedekken afdrogen onderkoelingsbrancard geen alcohol niet wrijven onderkoeling

31 Reacties het lichaam zal proberen warmte vast te houden of te produceren door: kippenvel rillen bewegen vernauwing van de bloedvaten onderkoeling

32 Reactie lichaam bij dalende temperatuur koud gevoel, kippenvel rillen, actief bewegen, agitatie, dalend bewustzijn bewusteloosheid, spierzwakte trage hartslag en ademhaling spontane ventrikelfibrillatie hartstilstand onderkoeling

33 Windchill factor Windchill factor Windsnelheid Luchttemperatuur in graden Celsius Beaufort m/s windstil lichte bries 2, zachte bries 4, matige bries 6, matige bries 8, stevige bries krachtige wind krachtige wind harde wind Mate van risico klein risico groot risico

34 Kwetsbare groepen oude en jonge personen magere personen personen in slechte lichamelijke conditie personen in slechte psychische conditie personen die alcohol, drugs of medicijnen hebben gebruikt onderkoeling

35 Conclusie Kleed je behaaglijk aan Bedek je hoofd Blijf uit de wind Drink warm, maar geen borrel Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel! onderkoeling

36 Procedure verlaten schip Ten gevolge van aanvaring, lekraken of brand aan boord kunnen zich situaties voordoen dat noodzaak ontstaat dat men het schip moet verlaten. Volg de instructie van de bemanning op Draag warme kleding Draag geen laarzen of zware schoenen

37 Reddingvlot / overlevingsvlot Bij het lanceren van het overlevingsvlot rekening houden met: Bij voorbeeld lanceren aan de lijzijde Is er sprake van een brand situatie Is er sprake van slagzij Is de vanglijn bevestigd aan het schip Wind en stroming

38 Controleer of alles vrij is alvorens het vlot te lanceren. Als het vlot te water licht, het vlot door het uittrekken van de vanglijn openen. Het vlot naar het schip toe trekken Stap bij voorkeur direct in het vlot vanaf het schip. Eventueel met een touwladder. Op deze manieren blijft men droog. Spring nooit in het vlot. Let goed op voor hoeveel personen het vlot is..

39 Direct na de evacuatie Controleer of iedereen aanwezig is Zijn er nog andere overlevende Snij de vanglijn zo hoog mogelijk door Mes bevindt zich binnenzijde ingang vlot Verlaat het gevaar gebied Vloer droog maken Lees de instructie in het vlot

40 In het reddingvlot treft u aan Instructie reddingvlot, EHBO uitrusting, zaklantaarn, drinkwater 1 liter per persoon, 500 gram noodrantsoen per persoon, mes, sponzen, peddels, reparatie set, drijfanker, visgerei, vuurpijlen, handstakellichten, verlichting, hoosvat, thermodekens, fluit, anti-zeeziekte tabletten, set zeeziekte zakken.

41 Conclusie. Veel variabelen. Eén misser al rampzalig. Enorm veel geluk nodig. Liever voorzorg dan nazorg Durf elkaar aan te spreken als het over veiligheid gaat

42 Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij Wenst u een veilige Race

43 Zonder u redden we het niet! Een gift vandaag is morgen een redding.