Datum van inontvangstneming : 14/02/2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum van inontvangstneming : 14/02/2013"

Transcriptie

1 Datum van inontvangstneming : 14/02/2013

2 Vertaling C-564/12-1 Zaak C-564/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 december 2012 Verwijzende rechter: Tribunal d'instance d'orléans (Frankrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing: 30 november 2012 Verzoekende partij: BNP Paribas Personal Finance SA Facet SA Verwerende partij: Guillaume Delmatti [OMISSIS] VERZOEKSTER: TRIBUNAL D'INSTANCE D'ORLÉANS VONNIS VAN 30 NOVEMBER 2012 SA BNP PARIBAS PERSONAL FINANCE, rechtsopvolger van SA CETELEM, gevestigd te Parijs [OMISSIS]. SA FACET gevestigd te Levallois Perret [OMISSIS]. NL

3 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-564/12 VERWEERDER: Monsieur DELMATTI Guillaume wonende te Orléans [OMISSIS]. [OMISSIS] UITEENZETTING VAN HET GESCHIL Vaststaande en relevante feiten 1 Op 27 mei 2011 heeft Guillaume DELMATTI, via een handelaar, bij de onderneming FACET ingetekend op een doorlopend krediet voor een bedrag van 1000 EUR tegen een debetrentevoet van 17,81 % per jaar en een vastgesteld jaarlijks kostenpercentage van 19,49 %, met verzekering en een betaalkaart. Tevens werd een promotie overeengekomen, bestaande uit een krediet van 441,06 EUR tegen een nominale rentevoet van 7,21 % per jaar, aflosbaar in een enkele maandelijkse afbetaling op 20/08/ Op 1 juli 2011 heeft Guillaume DELMATTI, via een handelaar, bij de onderneming BNP Paribas Personal Finance, handelend onder de naam CETELEM, op een doorlopend krediet ingetekend voor een bedrag van 1500 EUR tegen een debetrentevoet van 17,70 % per jaar en een vastgesteld jaarlijks kostenpercentage van 19,36 %, met inbegrip van een betaalkaart. Tevens werd een bijzonder gebruik afgesproken van het krediet van 329 EUR tegen een debetrentevoet van 0 % per jaar, aflosbaar in 20 maandelijkse afbetalingen. 3 Op 13 juli 2011 heeft Guillaume DELMATTI, via dezelfde handelaar als ten tijde van het krediet van 1 juli 2011, opnieuw bij de onderneming BNP Paribas Personal Finance, handelend onder de naam CETELEM, ingetekend op een doorlopend krediet voor een bedrag van 1500 EUR tegen een debetrentevoet van 17,70 % per jaar en een vastgesteld jaarlijks kostenpercentage van 19,36 %. Tevens werd een bijzonder gebruik afgesproken van het krediet van 300 EUR tegen een debetrentevoet van 0 % per jaar, aflosbaar in 20 maandelijkse afbetalingen. 4 Vanaf 6 september 2011 staakte Guillaume DELMATTI de aflossing van deze leningen. Procedure 5 Bij gerechtsdeurwaardersexploot van 17 april 2012 hebben de ondernemingen BNP Paribas Personal Finance en FACET Guillaume DELMATTI gedagvaard voor dit Tribunal tot betaling van het saldo van de op basis van de drie verleende kredieten verschuldigde bedragen. 2

4 BNP PARIBAS PERSONAL FINANCE EN FACET 6 Bij vonnis van 6 juli 2012, heeft het Tribunal d'instance d'orléans op basis van artikel van de code de la consommation (consumentenwetboek) ambtshalve volgende rechtsgronden opgeworpen: - het eventuele verval van het recht op rente van de kredietgevers overeenkomstig artikel L van het consumentenwetboek om de volgende redenen: - geen afgifte aan de kredietnemer van het formulier met precontractuele informatie, - niet-nakomen van de informatieplicht: ontbreken van een voorstel aan de kredietnemer om in te tekenen op een aflosbaar in plaats van een doorlopend krediet, - ontbreken van bewijs dat is voldaan aan de plicht tot evaluatie van de kredietwaardigheid van de kredietnemer, - geen raadpleging van het bestand met de terugbetalingsincidenten inzake kredieten aan particulieren in het kader van de evaluatie van de kredietwaardigheid, - ontbreken van een herroepingsformulier of geen overeenstemming daarvan met de bepalingen van het consumentenwetboek. [OMISSIS] Vorderingen en middelen van partijen 7 [OMISSIS] De ondernemingen BNP Paribas Personal Finance en FACET verzoeken de rechtbank, op basis van de artikelen L en volgende van het consumentenwetboek, om: - het verval van de drie kredietovereenkomsten uit te spreken vanaf de afgifte van de dagvaarding, - Guillaume DELMATTI te veroordelen tot betaling aan de onderneming FACET van het bedrag van 1606,36 EUR in hoofdorde, met inbegrip van de rente tegen de contractuele rentevoet tot de betaling van het volledige bedrag, - Guillaume DELMATTI te veroordelen om aan de onderneming BNP Paribas Personal Finance te betalen: - met betrekking tot het op 1 juli 2011 afgesloten doorlopende krediet, het bedrag van 3214,07 EUR in hoofdorde, met inbegrip van de rente tegen de contractuele rentevoet tot de betaling van het volledige bedrag, 3

5 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-564/12 - met betrekking tot het op 13 juli 2011 afgesloten doorlopende krediet, het bedrag van 1677,96 EUR in hoofdorde, met inbegrip van de rente tegen de contractuele rentevoet tot de betaling van het volledige bedrag, - overeenkomstig artikel 1154 van de code civil (burgerlijk wetboek) de capitalisatie van de rente te gelasten, [OMISSIS] 8 Ter ondersteuning van hun vorderingen betogen BNP en FACET dat over de gevorderde bedragen rente verschuldigd is tegen de contractuele rentevoet en dat het Tribunal de sanctie van het verval van het recht op rente niet mag uitspreken. 9 Wat betreft de formulieren Europese standaardinformatie, wijzen de kredietinstellingen erop dat deze documenten niet zijn bewaard en dat zij ze dus niet kunnen overleggen in de debatten. Zij beroepen zich op een informatieformulier dat door de consument wordt ondertekend en niet deze Europese standaardinformatie maar de volgende vermelding bevat: Ik verklaar de nodige informatie te hebben ontvangen die mij in staat stelt om te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst aan mijn behoeften en mijn financiële situatie beantwoordt, alsook het formulier precontractuele standaardinformatie inzake consumentenkrediet. 10 De kredietgevers zijn tevens van mening dat zij hebben voldaan aan hun informatieplicht die vereist dat de consument een aanbod van een aflosbaar krediet heeft kunnen genieten in plaats van een doorlopend krediet waarvan de rentevoet hoger is. Zij voeren aan dat het bewijs van de uitvoering van deze verplichting is vervuld - zonder evenwel het voorgestelde aanbod van een aflosbaar krediet over te leggen - aangezien de consument het toelichtingsformulier heeft ondertekend dat de vermelding bevat: Ik verklaar overigens dat mij mogelijkheid werd geboden om een overeenkomst te sluiten voor een aflosbaar in plaats van een doorlopend krediet. 11 Betreffende de evaluatie van de kredietwaardigheid, wijzen de kredietgevers erop dat zij geen sporen bewaren van de raadpleging van het bestand met terugbetalingsincidenten inzake kredieten aan particulieren, maar dat deze verplichting moet worden geacht te zijn vervuld door het aan de overeenkomsten gehechte inlichtingenformulier dat de inkomsten en lasten van de kredietnemer, zijn identiteit en zijn beroep vermeldt en dat door hem is ondertekend. 12 Ten slotte verklaren de kredietgevers dat het aan de kredietnemer overhandigde formulier met het oog op het uitoefenen van het herroepingsrecht in overeenstemming is met de bepalingen van het consumentenwetboek, hoewel dit document niet werd overgelegd werd in de debatten, nu de door de kredietnemer ondertekende overeenkomst het volgende beding bevat: Ik erken dat ik in het bezit blijf van een exemplaar van dit aanbod dat vergezeld gaat van een afscheurbaar herroepingsformulier. Zij beroepen zich op de arresten van de Cour 4

6 BNP PARIBAS PERSONAL FINANCE EN FACET de cassation van 12 juli 2012 volgens welke de inhoud van het herroepingsformulier regelmatig wordt geacht wanneer de kredietnemer de kredietovereenkomst heeft ondertekend die de overhandiging van het herroepingsformulier bevestigt, en het komt bijgevolg toe aan de kredietnemer om het bewijs over te leggen dat het herroepingsformulier niet overeenstemt met de bepalingen van het consumentenwetboek door zijn eigen exemplaar van de kredietovereenkomst en het herroepingsformulier over te leggen. 13 [OMISSIS] [nationale procedure] 14 [OMISSIS] [nationale procedure] 15 Dit geschil heeft betrekking op een krediet dat is onderworpen aan de bepalingen van wet nr van 1 juli 2010 [OMISSIS], tot omzetting van richtlijn 2008/48, zodat de artikelen van het consumentenwetboek zullen worden toegepast volgens hun nummering en opstelling van na 1 mei 2011, datum van inwerkingtreding van deze wet. I- Prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie 16 [OMISSIS] [aanhaling van artikel 267 VWEU] A- Toepasselijke bepalingen I- Relevant gemeenschapsrecht 17 Kredietovereenkomsten voor consumenten worden in de Europese Unie geregeld door richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad. 18 Artikel 5 van de richtlijn verplicht het verstrekken van precontractuele informatie: 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet in bijlage II. [...] 5

7 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-564/12 6. De lidstaten zien erop toe dat de kredietgevers en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaars de consument een passende toelichting verstrekken om hem in staat te stellen te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt, zo nodig door de ingevolge lid 1 te verstrekken precontractuele informatie, de voornaamste kenmerken van de voorgestelde producten en de specifieke gevolgen hiervan voor de consument toe te lichten, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt. De lidstaten kunnen de wijze waarop en de mate waarin dergelijke bijstand wordt verleend, [...] aanpassen [...] 19 Artikel 8 van de richtlijn voorziet een verplichting om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen: 1. De lidstaten zorgen ervoor dat de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument voor het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. Lidstaten van wie de wetgeving van kredietgevers vereist dat zij de kredietwaardigheid van consumenten op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand beoordelen, kunnen dit vereiste behouden. 20 Artikel 22 van de richtlijn preciseert het dwingend karakter van deze bepalingen: 2. De lidstaten dragen er zorg voor dat de consument geen afstand kan doen van de rechten die hem worden toegekend krachtens de bepalingen van het nationale recht die uitvoering geven aan of overeenstemmen met deze richtlijn. 3. De lidstaten dragen er tevens zorg voor dat de bepalingen die zij ter uitvoering van deze richtlijn vaststellen, niet kunnen worden omzeild door overeenkomsten een bijzondere vorm te geven [...] 21 Artikel 23 van de richtlijn heeft betrekking op de sancties: De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die gelden voor inbreuken op de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen, en nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. 22 Artikel 3 van richtlijn 93/13/EG van de Raad betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten definieert de oneerlijke bedingen: I - Een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, wordt als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. 6

8 BNP PARIBAS PERSONAL FINANCE EN FACET 2- Relevante nationale bepalingen 23 Richtlijn 2008/48/EG is in het Franse recht omgezet door wet nr van 1 juli 2010, die deze bepalingen in de artikelen L en volgende van het consumentenwetboek heeft ingevoegd. 24 De verplichting om het formulier Europese standaardinformatie te verstrekken is bepaald in artikel L van het consumentenwetboek: I. - Voor het sluiten van de kredietovereenkomst verstrekt de kredietgever of de kredietbemiddelaar aan de kredietnemer op papier of op een andere duurzame drager de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken die de kredietnemer in staat stelt om, rekening houdend met zijn voorkeuren, duidelijk de omvang van zijn verbintenis te begrijpen. [...] II. - Wanneer de consument vraagt dat de kredietovereenkomst wordt gesloten in een verkooppunt, ziet de kredietgever erop toe dat het onder I vermelde informatieformulier in het verkooppunt wordt verstrekt. 25 De plicht tot het verstrekken van precontractuele informatie wordt gedefinieerd in artikel L van het consumentenwetboek: De kredietgever of de kredietbemiddelaar verstrekken de kredietnemer de toelichting die hem in staat stelt te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt, met name op basis van de informatie in het in artikel L vermeld formulier. Hij vestigt de aandacht van de kredietnemer op de voornaamste kenmerken van het voorgestelde krediet(en) en de gevolgen die het krediet kan hebben op zijn financiële situatie, met inbegrip van de gevolgen indien hij niet betaalt. Deze toelichting wordt, in voorkomend geval, gegeven op basis van de door de kredietnemer kenbaar gemaakte voorkeur. Wanneer het krediet in een verkooppunt wordt voorgesteld, ziet de kredietgever erop toe dat de kredietnemer deze toelichting volledig en op gepaste wijze ontvangt in het verkooppunt zelf en in omstandigheden die de vertrouwelijkheid van het contact waarborgen. 26 Artikel L van het consumentenwetboek legt een bijzondere modaliteit neer van de plicht tot het verstrekken van informatie en bijstand aan de kredietnemer voor het aangaan van een, zoals in dit geval, doorlopend krediet: Wanneer een kredietgever of een kredietbemiddelaar de consument in het verkooppunt of middels een techniek voor verkoop op afstand een kredietovereenkomst voorstelt voor de financiering van de aankoop van producten of van particuliere dienstverrichtingen voor een bedrag dat een bij decreet vastgestelde drempel overschrijdt, dient de consument te beschikken over de 7

9 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-564/12 mogelijkheid om een overeenkomst te sluiten voor een aflosbaar in plaats van voor een doorlopend krediet. Deze drempel is door artikel D van het consumentenwetboek vastgesteld op 1000 EUR. 27 De in artikel L van het consumentenwetboek neergelegde verplichting om de kredietwaardigheid te beoordelen omvat een verplichte raadpleging van het bestand van de terugbetalingsincidenten inzake kredieten aan particulieren: Voor het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de kredietnemer op basis van toereikende informatie, daaronder begrepen informatie die de kredietnemer heeft verstrekt op vraag van de kredietgever. De kredietgever raadpleegt het in artikel L bedoelde bestand onder de voorwaarden van het in artikel L vermelde decreet. Het in artikel L bedoelde decreet van 26 oktober 2010 bepaalt met name de modaliteiten volgens welke de kredietgevers de bewijzen moeten bewaren van de raadpleging van het gegevensbestand teneinde deze te kunnen overleggen ingeval van een geschil of een audit. 28 Artikel L van het consumentenwetboek heeft voor krediettransacties die in het verkooppunt of op afstand worden gesloten voorzien in het opstellen van een inlichtingenformulier dat met name informatie bevat die betrekking heeft op het inkomen en de lasten van de kredietnemer, alsook, in voorkomend geval, op de lopende kredieten die hij heeft gesloten. Dit door de kredietnemer ondertekend formulier helpt bij de in artikel L bepaalde beoordeling van zijn kredietwaardigheid door de kredietgever. Wanneer dit krediet 3000 EUR overschrijdt, somt artikel D van het consumentenwetboek de bewijsstukken op die het inlichtingenformulier moeten staven (bewijsstuk van de identiteit, de verblijfplaats en het inkomen). 29 Artikel L van het consumentenwetboek voorziet in een niet-gemotiveerd herroepingsrecht voor de kredietnemer binnen een termijn van 14 dagen vanaf de aanvaarding van het aanbod van de overeenkomst. De tekst preciseert dat teneinde de uitoefening van dit herroepingsrecht mogelijk te maken, zijn exemplaar van de kredietovereenkomst wordt vergezeld van een afscheurbaar formulier. De overhandiging van dit formulier is dus een voorwaarde voor de mogelijkheid tot herroeping door de kredietnemer. Het door de kredietgever overhandigde afscheurbare formulier dient bovendien de in artikel R van het consumentenwetboek neergelegde vormgeving na te leven, en dient met name in overeenstemming te zijn met het standaardmodel vastgelegd in de bijlage. 30 De Franse wetgever heeft ervoor gekozen om de niet-nakomingen van de kredietgever voor de burgerlijke rechtbanken te doen bestraffen door het van rechtswege vervallen verklaren van het recht op rente, wat in bepaalde gevallen 8

10 BNP PARIBAS PERSONAL FINANCE EN FACET door de rechter kan worden aangepast. In het kader van vorderingen tot betaling van de kredietgevers heeft de rechter bijgevolg als taak om de naleving van de consumentenwetgeving door de kredietgevers te beoordelen. Artikel L van het consumentenwetboek bepaalt de gevallen van verval van het recht op rente, waaronder nalatigheden met betrekking tot het formulier met precontractuele informatie, de informatieplicht, de plicht tot beoordeling van de kredietwaardigheid en het afscheurbare herroepingsformulier. 31 De Cour de cassation heeft in drie arresten van 12 juli 2012 geoordeeld over de draagwijdte van een standaardbeding waarin de kredietnemer erkende dat hij het herroepingsformulier had ontvangen. Daaruit kan worden afgeleid dat dit beding de rechtmatigheid van zijn inhoud doet vermoeden, waarbij het aan de kredietnemer staat om de onjuiste of leugenachtige aard van het beding of de onregelmatigheid van het formulier aan te tonen door zijn eigen exemplaar over te leggen: Na te hebben vastgesteld dat de kredietnemers, door het voorafgaande aanbod te ondertekenen, uitdrukkelijk hebben erkend in het bezit te blijven van een exemplaar van dit aanbod dat vergezeld gaat van een afscheurbaar formulier, (...) heeft het Hof van beroep daaruit, zonder de bewijslast om te keren, correct afgeleid dat de kredietnemer de onjuistheid van een dergelijke formule of de onregelmatigheid van het herroepingsformulier dient aan te tonen door het in zijn bezit gebleven originele exemplaar van het aanbod over te leggen zodat de kredietgever geen verval van het recht op interesten kan worden tegengeworpen (Cass. Civ., Eerste kamer, 12 juli 2012, nr ). B- Noodzaak van prejudiciële vragen ter beslechting van het geschil 1) Geldigheid van het beding houdende erkenning door de consument van de uitvoering van de verplichtingen door de kredietgever 32 Richtlijn 2008/48/EG heeft als doel om de regels inzake consumentenkrediet in de Europese Unie te harmoniseren, om te waarborgen dat alle consumenten in de Gemeenschap een hoog en gelijkwaardig niveau van bescherming van hun belangen genieten en om een echte interne markt te creëren (overweging 9). Aldus gelast zij de lidstaten om passende maatregelen te nemen ter bevordering van verantwoordelijke praktijken in alle stadia van de kredietrelatie (overweging,26). 33 Richtlijn 2008/48/EG en de nationale omzettingswet van 1 juli 2010 leggen kredietgevers met name een informatie- en toelichtingsplicht ten laste om de kredietnemer in staat te stellen om een doordachte keuze te maken met betrekking tot het opnemen van het krediet. De verplichting om de kredietwaardigheid van de kredietnemer te beoordelen is tevens bedoeld om de kredietgever volledige informatie te verzekeren over de financiële situatie van de kredietnemer zodat hij 9

11 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-564/12 op een verantwoordelijke manier kan beslissen om het krediet al dan niet toe te kennen. Deze verplichtingen gaan vergezeld van bepalingen die erop toezien elke omzeiling van de aan de consument geboden bescherming te vermijden. Artikel 22 bepaalt met name: 2. De lidstaten dragen er zorg voor dat de consument geen afstand kan doen van de rechten die hem worden toegekend krachtens de bepalingen van het nationale recht die uitvoering geven aan of overeenstemmen met deze richtlijn. 3. De lidstaten dragen er tevens zorg voor dat de bepalingen die zij ter uitvoering van deze richtlijn vaststellen, niet kunnen worden omzeild door overeenkomsten een bijzondere vorm te geven [...] Artikel 14 van richtlijn 87/102/EG stelde reeds vergelijkbare principes, zoals het Hof van Justitie in zijn arrest van 4 oktober 2007, Rampion en Godard/Franfinance, C-429/05, 46 tot en met 50, in het bijzonder in 49, heeft herinnerd: lid 2 van dit artikel [verzet] zich er onder meer tegen dat een nationale regeling de kredietgever in staat stelt om door middel van het loutere verzuim om de gefinancierde goederen of diensten te vermelden te verhinderen, dat de consument rechten jegens hem geldend maakt krachtens artikel 11, lid 2, van richtlijn 87/ Nu er in dit geval geen bewijsstukken zijn, heeft de Tribunal ambtshalve op het verzuim van de kredietgevers gewezen met betrekking tot de verplichtingen om de kredietnemer precontractuele informatie (Europese standaardinformatie, passende toelichting) te verschaffen, de kredietwaardigheid van de kredietnemer te beoordelen en een met het standaardmodel overeenstemmend formulier te overhandigen dat is bedoeld om het herroepingsrecht uit te oefenen. In antwoord daarop leggen de kredietgevers geen bewijzen over van de uitvoering van hun verplichtingen, maar beroepen zij zich op bedingen die in het contract of in bijgevoegde documenten zijn vervat en volgens welke de consument erkent dat hij de precontractuele informatie, een aanbod voor een aflosbare in plaats van een doorlopende lening en het herroepingsformulier heeft ontvangen en volgens welke de consument zijn verklaarde inkomsten en lasten als correct heeft bevestigd. 35 Mogen kredietgevers dergelijke bedingen in kredietovereenkomsten opnemen rekening houdend met, in het bijzonder, artikel 22 van richtlijn 2008/48/EG? De uitlegging die de kredietgevers aan de overeenkomst en het toepasselijke recht geven lijkt in strijd te zijn met de bewoordingen van artikel 22, leden 2 en 3, van richtlijn 2008/48 die vereisen dat de lidstaten er zorg voor dragen dat de consument geen afstand kan doen van zijn rechten en dat de overeenkomsten de wetgeving niet kunnen omzeilen. Dergelijke omzeiling lijkt het gevolg te kunnen zijn van deze bedingen, en wel om de redenen die hieronder worden uiteengezet. 10

12 BNP PARIBAS PERSONAL FINANCE EN FACET 36 Ten eerste beschikken consumenten niet over de technische vaardigheden die hen in staat stellen om te bevestigen dat de bepalingen van richtlijn 2008/48/EG en het nationale recht zijn nageleefd. Bij het sluiten van een kredietovereenkomst zijn de consumenten eisers van de verplichtingen tot het verstrekken van precontractuele en contractuele informatie zodat zij niet tezelfdertijd de autoriteit kunnen zijn die de naleving van de consumentenwetgeving door de kredietgevers controleert. Richtlijn 2008/48/EG die vereist dat lidstaten erop toezien dat de kredietgevers hun verplichtingen naleven en dat zij ervoor zorgen dat de niet-uitvoering van deze verplichtingen wordt bestraft, heeft geen rol toegekend aan de consument, die partij is bij de contracten. Het Hof van Justitie heeft hierop al gewezen in het reeds aangehaalde arrest Rampion en Godard, 59-65, in het bijzonder 65: [Het doel om de consument te beschermen] kan niet op doeltreffende wijze worden bereikt, indien de consument verplicht is zelf het recht in te roepen om rechten tegen de kredietgever geldend te maken krachtens de nationaalrechtelijke bepalingen ter omzetting van artikel 11, lid 2, van richtlijn 87/102, onder meer wegens het niet geringe risico dat de consument niet op de hoogte is van zijn rechten of op moeilijkheden stuit bij de uitoefening daarvan. Zoals de advocaatgeneraal in punt 107 van zijn conclusie heeft opgemerkt, wettigt het feit dat het hoofdgeding is ingeleid door de echtelieden Rampion en zij door een advocaat worden vertegenwoordigd, geen andere conclusie, omdat het probleem moet worden opgelost los van de concrete omstandigheden van deze zaak. 37 Ten tweede staat het consumenten niet vrij om de inhoud van de bedingen in kredietovereenkomsten te bepalen aangezien dit toetredingsovereenkomsten zijn. In deze zin dient eraan te worden herinnerd dat het door richtlijn 93/13 uitgewerkte beschermingsstelsel berust op de gedachte dat de consument zich tegenover de verkoper in een zwakke onderhandelingspositie bevindt en over minder informatie dan deze beschikt, wat ertoe leidt dat hij met de tevoren door de verkoper opgestelde voorwaarden instemt zonder op de inhoud daarvan invloed te kunnen uitoefenen (arresten van het Hof van Justitie van 27 juni 2000, Océano Grupo Editorial en Salvat Editores, C-240/98 C-244/98, Jurispr. blz. I-4941, punt 25; 26 oktober 2006, Mostaza Claro, C-168/05, Jurispr. blz. I-10421, punt 25; 6 oktober 2009, Asturcom Telecomunicaciones, C-40/08, Jurispr. Blz. I-9579, punt 29; 14 juni 2012, Banco Espanol de Crédito SA, C-168/10, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie, punt 39). De kredietgever is de enige die bedingen kan opstellen die bevestigen dat hij zijn verplichtingen is nagekomen, zelfs al is hij ten aanzien van de consument schuldenaar van informatieverplichtingen. Zelfs in de veronderstelling dat de consument een grondige kennis heeft van de consumentenwetgeving, beperkt zijn vrijheid zich ertoe om in te tekenen op het krediet en het geheel van de in de overeenkomst vervatte clausules te aanvaarden of om er niet op in te tekenen. De consument kan de gewenste financiering niet genieten wanneer hij weigert om de kredietgever kwijting te geven van de naleving van zijn wettelijke verplichtingen. 11

13 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-564/12 38 Ten slotte, terwijl richtlijn 2008/48/EG een hoog beschermingsniveau voor de consument beoogt, creëert het standaardbeding waarin de consument de uitvoering van de verplichtingen door de kredietgever erkent, het vermoeden dat het contract regelmatig tot stand is gekomen en keert het de bewijslast om in het nadeel van de consument. Het standaardbeding kan bijgevolg de uitoefening van het recht van de consument om de volledige uitvoering van de verplichtingen door de kredietgever te betwisten, bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken. Zo kan de consument die het formulier Europese standaardinformatie niet heeft ontvangen ondanks de aanwezigheid van het zoals in onderhavig geval opgestelde beding de overhandiging van dit formulier niet betwisten aangezien dit een onmogelijk bewijs inhoudt. Deze consument kan evenmin aantonen dat de inhoud van het formulier Europese standaardinformatie niet overeenstemt met de richtlijn en het nationale recht. Het standaardbeding kan een afschrikkend effect hebben op de consument, die zou kunnen afzien van de niet-nakoming van de verplichtingen van de kredietgever of deze niet-nakoming zelfs zou kunnen goedkeuren omdat de bewijslast in verband met onregelmatigheden op hem rust. 39 Teneinde het voor deze rechtbank hangende geschil te beslechten is het nodig om de uitlegging van richtlijn 2008/48/EG te kennen over de vraag of de in kredietovereenkomsten opgenomen standaardbedingen die erkenning inhouden door de consument van de uitvoering van de verplichtingen van de kredietgever, verboden bedingen vormen in de zin van artikel 22 van de richtlijn. Deze bedingen kunnen er immers toe leiden dat de consument afziet van zijn recht om de niet-naleving van de verplichtingen van de kredietgever te doen bestraffen of kunnen een omzeiling beogen van de dwingende bepalingen van nationaal recht die de richtlijn omzetten. Wat betreft bedingen die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een afzonderlijke onderhandeling, kan richtlijn 2008/48/EG worden uitgelegd in het licht van richtlijn 93/13/EEG. 2) Bewijswaarde van het beding houdende erkenning door de consument van de uitvoering van de verplichtingen door de kredietgever 40 In onderhavig geval kennen de kredietgevers bewijskracht van de uitvoering van hun verplichtingen toe aan de standaardbedingen die voorkomen in de overeenkomst. Deze bedingen ontheffen hen er aldus van om de door hen opgestelde en aan de consument overhandigde stukken (formulier Europese standaardinformatie, aanbod van een aflosbare in plaats van een doorlopende lening, herroepingsformulier) over te leggen aan de rechtbank, die bevoegd is om de niet-nakoming door de kredietgevers te bestraffen door de vervallenverklaring van het recht op rente. 41 Evenwel maken de bedingen houdende erkenning door de consument van de uitvoering van de verplichtingen door de kredietgever het niet op zichzelf mogelijk om zich te verzekeren van de daadwerkelijke uitvoering ervan. De bedingen hebben immers betrekking op een feit, te weten de overhandiging van 12

14 BNP PARIBAS PERSONAL FINANCE EN FACET een bepaald document maar ze impliceren niet dat hun inhoud in overeenstemming is met het consumentenwetboek. Zo stelt het beding volgens hetwelk DELMATTI erkent dat hij de Europese standaardinformatie heeft ontvangen de Rechtbank niet in staat om te evalueren of de overgemaakte informatie op alle punten in overeenstemming was met de vereisten van de nationale wet tot omzetting van richtlijn 2008/48/EG. Zo ook stelt het beding volgens hetwelk de consument bevestigt een aanbod voor een aflosbaar krediet te hebben ontvangen alvorens op een zwaarder, doorlopend krediet in te tekenen het gerecht niet in staat om zich ervan te vergewissen dat de kredietgever een dergelijk krediet daadwerkelijk aan de consument heeft voorgesteld, of om na te gaan of dergelijk voorstel eerlijk was en de kredietnemer niet dwong om zijn keuze te laten vallen op een doorlopend krediet. Er zou immers kunnen worden nagegaan of het voorgestelde aflosbare krediet tevens een bijzonder of promotioneel gebruik inhield zonder rente, zoals voor twee van de afgesloten doorlopende kredieten. 42 De in richtlijn 2008/48/EG bepaalde verplichtingen hebben slechts zin als hun niet-naleving daadwerkelijk kan worden bestraft en als, zoals artikel 22 bepaalt, geen enkele afstand daarvan of omzeiling mogelijk is door de overeenkomst. Zo bepaalt de richtlijn dat de lidstaten moeten toezien op de doeltreffendheid van de sancties, die zij zelf kunnen kiezen. Als het bestaan van standaardbedingen in de kredietovereenkomsten toelaat om het bewijs op te leveren van de uitvoering van de verplichtingen van de kredietgevers, valt te vrezen dat de gerechten geen echt toezicht meer kunnen houden op de naleving daarvan en de door het nationaal recht bepaalde sancties zouden bijgevolg niet doeltreffend zijn. Deze bedingen zouden een vermoeden van regelmatigheid van de overeenkomst en de uitvoering van de verplichtingen van de kredietgever inhouden dat enkel de consument zou kunnen omkeren. Evenwel dient te worden opgemerkt dat vele geschillen zich, zoals in dit geval, afspelen zonder de kredietnemers. In dergelijke gevallen zouden de vermoedens van regelmatigheid onweerlegbaar worden aangezien de rechter geconfronteerd zou worden met door de consument ondertekende bedingen als bewijs van de uitvoering van de verplichtingen door de kredietgevers zonder andere bewijsstukken te kunnen eisen en hij zou de niet-nakoming van hun verplichtingen door de kredietgevers nooit kunnen bestraffen. 43 Ten slotte kan de praktijk van de standaardbedingen houdende erkenning door de consument van de uitvoering van de verplichtingen door de kredietgever kunnen lijden tot concurrentievervalsing. Zij zou bepaalde kredietgevers ertoe kunnen aanzetten om zich te onttrekken aan de strikte naleving van de wetgeving nu het de taak van de consument is zijn om aan te tonen dat het standaardbeding dat hij bij de ondertekening van de overeenkomst heeft aanvaard, onnauwkeurig of onjuist is. Deze kredietgevers zouden bijgevolg een onmiskenbaar concurrentievoordeel hebben op de kredietgevers die de gehele consumentenwetgeving naleven zonder te rekenen op een aan de consument opgelegd beding teneinde de sanctie voor de niet-nakoming van hun verplichtingen te ontlopen. 13

15 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-564/12 44 De naleving van de regels inzake consumentenkrediet vereist dat kredietgevers uitgaven doen voor de vorming van hun tussenpersonen, voor de opvolging en de controle van de kredietbemiddelaars, voor het opstellen en uitgeven van de verplichte documenten, voor het bewaren van de stukken die de opvolging van de wettelijke verplichtingen aantonen, enz. Door het bewijs van de uitvoering van hun verplichtingen vast te stellen aan de hand van verklaringen van de consument, kunnen kredietgevers trachten dergelijke kosten uit te sparen. In dit geval erkennen de ondernemingen FACET en BNP Paribas Personal Finance dat zij de bewijzen van de raadpleging van het gegevensbestand ten behoeve van de evaluatie van de kredietwaardigheid van de consument niet bewaren terwijl andere kredietgevers wel de kosten dragen voor de bewaring van deze documenten. Bovendien heeft de onderneming BNP Paribas Personal Finance, door de kredietnemer bij het aangaan van het krediet van 13 juli 2011 het door haar opgestelde inlichtingenformulier te laten ondertekenen, zich onttrokken aan de daadwerkelijke uitvoering van haar plicht tot evaluatie van de kredietwaardigheid. Zo wordt er geen enkele andere lening ten laste van de consument vermeld, terwijl de kredietgever op 1 juli 2011 zelf een ander doorlopend krediet had toegekend. 45 Om te bepalen of de standaardbedingen in de kredietovereenkomsten het bewijs kunnen opleveren van de uitvoering van de verplichtingen van de kredietgever, dan wel of het noodzakelijk is dat de kredietgevers de door hen opgestelde stukken overleggen die de daadwerkelijke uitvoering van hun verplichtingen aantonen, blijkt het noodzakelijk dat het Europees Hof van Justitie richtlijn 2008/48/EG uitlegt teneinde de nationale rechter in staat te stellen om vast te stellen of de kredietgevers al dan niet hun verplichtingen zijn nagekomen. [OMISSIS] BESLISSING Het tribunal d'instance d'orléans stelt het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende prejudiciële vragen: 1) Verbiedt artikel 22 van richtlijn 2008/48/EG, van het Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten, uitgelegd in het licht van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, het bestaan en de toepassing van standaardbedingen in kredietovereenkomsten die een erkenning door de consument inhouden dat de kredietgever zijn verplichtingen is nagekomen? 2) Verzetten het algemeen doeltreffendheidsbeginsel van het gemeenschapsrecht en de artikelen 22 en 23 van richtlijn 2008/48/EG zich ertegen dat de kredietgever het bewijs van zijn precontractuele en contractuele verplichtingen kan leveren uitsluitend aan de hand van de standaardbedingen in de kredietovereenkomsten die erkenning door de consument inhouden van de 14

16 BNP PARIBAS PERSONAL FINANCE EN FACET uitvoering daarvan, zonder het gerecht de door hem opgestelde en aan de kredietnemer overhandigde documenten over te leggen? [OMISSIS] 15

Datum van inontvangstneming : 25/01/2013

Datum van inontvangstneming : 25/01/2013 Datum van inontvangstneming : 25/01/2013 Vertaling C-565/12-1 Zaak C-565/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 december 2012 Verwijzende rechter: Tribunal d'instance d'orléans

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/07/2013

Datum van inontvangstneming : 01/07/2013 Datum van inontvangstneming : 01/07/2013 Vertaling C-298/13-1 Zaak C-298/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2013 Verwijzende rechter: Tribunal d instance d Orléans (Frankrijk)

Nadere informatie

Vertaling C-298/13-1. Zaak C-298/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Tribunal d instance d Orléans (Frankrijk) BNP Paribas Personal Finance SA

Vertaling C-298/13-1. Zaak C-298/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Tribunal d instance d Orléans (Frankrijk) BNP Paribas Personal Finance SA Vertaling C-298/13-1 Zaak C-298/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2013 Verwijzende rechter: Tribunal d instance d Orléans (Frankrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/04/2014

Datum van inontvangstneming : 01/04/2014 Datum van inontvangstneming : 01/04/2014 Vertaling C-96/14-1 Zaak C-96/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 februari 2014 Verwijzende rechter: Tribunal de grande instance de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/03/2013

Datum van inontvangstneming : 18/03/2013 Datum van inontvangstneming : 18/03/2013 Vertaling C-77/13-1 Zaak C-77/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 februari 2013 Verwijzende rechter: Tribunal d instance de Quimper

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2018

Datum van inontvangstneming : 18/09/2018 Datum van inontvangstneming : 18/09/2018 Vertaling C-453/18-1 Zaak C-453/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juli 2018 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia n.º

Nadere informatie

Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (BS 9 juli 1991) zoals gewijzigd bij wet van 13 juni 2010 (BS 21 juni 2010).

Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (BS 9 juli 1991) zoals gewijzigd bij wet van 13 juni 2010 (BS 21 juni 2010). Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (BS 9 juli 1991) zoals gewijzigd bij wet van 13 juni 2010 (BS 21 juni 2010). Art. 11 1 Te gelegener tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/05/2013

Datum van inontvangstneming : 20/05/2013 Datum van inontvangstneming : 20/05/2013 Samenvatting C-143/13-1 Zaak C-143/13 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Resumé C-571/11-1 Zaak C-571/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/02/2013

Datum van inontvangstneming : 15/02/2013 Datum van inontvangstneming : 15/02/2013 Vertaling C-460/12-1 Zaak C-460/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2012 Verwijzende rechter: Krajský súd v Prešove Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 november 2002 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 november 2002 * ARREST VAN 21. 11. 2002 ZAAK C-473/00 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 21 november 2002 * In zaak C-473/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Tribunal d'instance de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2012

Datum van inontvangstneming : 22/05/2012 Datum van inontvangstneming : 22/05/2012 Vertaling C-123/12-1 Datum van indiening: 6 maart 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-123/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Tribunalul Giurgiu (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-110/14-1 Zaak C-110/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 maart 2014 Verwijzende rechter: Judecătoria Oradea (Roemenië) Datum van de verwijzingsbeslissing: 25 februari

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/02/2015

Datum van inontvangstneming : 03/02/2015 Datum van inontvangstneming : 03/02/2015 Vertaling C-610/14-1 Zaak C-610/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 december 2014 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 C-211/12-1 Zaak C-211/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 mei 2012 Verwijzende rechter: Corte d'appello di Roma (Prima Sezione civile)

Nadere informatie

EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET ARTIKEL 1. IDENTITEIT EN CONTACTGEGEVENS VAN DE KREDIETGEVER/KREDIETBEMIDDELAARS

EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET ARTIKEL 1. IDENTITEIT EN CONTACTGEGEVENS VAN DE KREDIETGEVER/KREDIETBEMIDDELAARS EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET ARTIKEL 1. IDENTITEIT EN CONTACTGEGEVENS VAN DE KREDIETGEVER/KREDIETBEMIDDELAARS Kredietgever Adres Telefoonnummer E-mailadres Webadres : Kedin Consumenten

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Vertaling C-312/14-1 Zaak C-312/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 juli 2014 Verwijzende rechter: Ráckevei Járásbíróság (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015

Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Datum van inontvangstneming : 11/08/2015 Vertaling C-332/15-1 Zaak C-332/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 juli 2015 Verwijzende rechter: Tribunale di Treviso / Italië Datum

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Date de réception : 07/02/2012

Date de réception : 07/02/2012 Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/03/2019

Datum van inontvangstneming : 13/03/2019 Datum van inontvangstneming : 13/03/2019 Vertaling C-66/19 1 Zaak C-66/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2019 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 4 oktober 2007 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 4 oktober 2007 * ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 4 oktober 2007 * In zaak C-429/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Tribunal d'instance de Saintes (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/03/2017

Datum van inontvangstneming : 14/03/2017 Datum van inontvangstneming : 14/03/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 1. 2. 2017 ZAAK C-63/17 Aangezien verscheidene vervaldagen zonder betaling zijn voorbijgegaan, heeft de kredietinstelling

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

EUROPESE OVEREENKOMST OVER EEN VRIJWILLIGE GEDRAGSCODE BETREFFENDE VOORLICHTING IN DE PRECONTRACTUELE FASE INZAKE WONINGKREDIETEN ("DE OVEREENKOMST")

EUROPESE OVEREENKOMST OVER EEN VRIJWILLIGE GEDRAGSCODE BETREFFENDE VOORLICHTING IN DE PRECONTRACTUELE FASE INZAKE WONINGKREDIETEN (DE OVEREENKOMST) EUROPESE OVEREENKOMST OVER EEN VRIJWILLIGE GEDRAGSCODE BETREFFENDE VOORLICHTING IN DE PRECONTRACTUELE FASE INZAKE WONINGKREDIETEN ("DE OVEREENKOMST") Deze Overeenkomst is tot stand gekomen door onderhandelingen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/12/2018

Datum van inontvangstneming : 10/12/2018 Datum van inontvangstneming : 10/12/2018 Vertaling C-679/18-1 Zaak C-679/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 november 2018 Verwijzende rechter: Okresní soud v Ostravě (Tsjechië)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/09/2014

Datum van inontvangstneming : 23/09/2014 Datum van inontvangstneming : 23/09/2014 Samenvatting C-372/14-1 Zaak C-372/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing in de zin van artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

MOSTAZA CLARO. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 oktober 2006 *

MOSTAZA CLARO. ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 oktober 2006 * MOSTAZA CLARO ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 26 oktober 2006 * In zaak C-168/05, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de Audiencia Provincial

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op: Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/12/2012

Datum van inontvangstneming : 03/12/2012 Datum van inontvangstneming : 03/12/2012 Vertaling C-482/12-1 Zaak C-482/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 oktober 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 C-373/12-1 Zaak C-373/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 augustus 2012 Verwijzende rechter: Krajský súd v Prešove Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Vertaling C-319/13-1 Zaak C-319/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juni 2013 Verwijzende rechter: Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Datum van inontvangstneming : 09/10/2015 Vertaling C-478/15-1 Zaak C-478/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014

Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Datum van inontvangstneming : 30/07/2014 Vertaling C-310/14-1 Zaak C-310/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juni 2014 Verwijzende rechter: Helsingin hovioikeus (Finland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/07/2015

Datum van inontvangstneming : 28/07/2015 Datum van inontvangstneming : 28/07/2015 Samenvatting C-311/15-1 Zaak C-311/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015

Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Datum van inontvangstneming : 02/06/2015 Samenvatting C-186/15 1 Zaak C-186/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 C-176/12-1 Zaak C-176/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2012 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

Conclusie: - LJN: - Noot: - Roepnaam: Perenicova/Perenic

Conclusie: - LJN: - Noot: - Roepnaam: Perenicova/Perenic RCR 2012/40: Consumentenbescherming. Oneerlijke bedingen in een consumentenovereenkomst leiden op grond van de richtlijn 93/13/EEG niet per definit... Klik hier om het document te openen in een browser

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. HOOGTE WETTELIJKE BASIS BEREKENING WETTELIJKE RENTEVOET Voor het jaar 2015: 2,5% Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 30/01/2015. -Wet van 05/05/1865 betreffende de lening

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 SEPTEMBER 2011 C.11.0072.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0072.F AXA BANK EUROPE, naamloze vennootschap, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. B. en 2. D.

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014

Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Datum van inontvangstneming : 18/03/2014 Vertaling C-650/13-1 Zaak C-650/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2013 Verwijzende rechter: Tribunal d instance de Bordeaux

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Datum van inontvangstneming : 19/06/2012 Vertaling C-218/12-1 Zaak C-218/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 mei 2012 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

Krediet KMO Wet KMO Financiering Informatieverplichting Wederbeleggingsvergoeding Zekerheden Onrechtmatig beding

Krediet KMO Wet KMO Financiering Informatieverplichting Wederbeleggingsvergoeding Zekerheden Onrechtmatig beding Krediet KMO Wet KMO Financiering Informatieverplichting Wederbeleggingsvergoeding Zekerheden Onrechtmatig beding Mrs. Régine Feltkamp Mr. Gerrit Hendrikx Advocaat-Avocat-Attorney Professor V.U.B. Junior

Nadere informatie

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. HOOGTE WETTELIJKE RENTEVOET Voor het jaar 2015: 2,5% Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 30/01/2015. WETTELIJKE RENTEVOET IN DE HANDELSTRANSACTIES - Eerste semester

Nadere informatie

Date de réception : 18/10/2011

Date de réception : 18/10/2011 Date de réception : 18/10/2011 Resumé C-463/11-1 Zaak C-463/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN. HOOGTE WETTELIJKE RENTEVOET Voor het jaar 2014: 2,75% Mededeling in het Belgisch Staatsblad van 20/01/2014. WETTELIJKE RENTEVOET IN DE HANDELSTRANSACTIES - Eerste semester

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2017

Datum van inontvangstneming : 22/05/2017 Datum van inontvangstneming : 22/05/2017 Vertaling C-186/17-1 Zaak C-186/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 april 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Datum van inontvangstneming : 08/07/2016 Vertaling C-278/16-1 Zaak C-278/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 mei 2016 Verwijzende rechter: Landgericht Aachen (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Vertaling C-672/13-1 Zaak C-672/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 december 2013 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

OVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE DIENSTVERLENING

OVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE DIENSTVERLENING OVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE DIENSTVERLENING TUSSEN: wonende te handel drijvende onder de naam en ingeschreven in de KBO met nummer. De vennootschap.. en ingeschreven in de KBO met nummer. vertegenwoordigd

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Vertaling C-106/14-1 Datum van indiening: 6 maart 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-106/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Kedin Consumenten Financieringen B.V. Coolsingel AG Rotterdam

Kedin Consumenten Financieringen B.V. Coolsingel AG Rotterdam [EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET] 1. Identiteit en contactgegevens van de kredietgever Kredietgever Adres E-mailadres Website info@kedin.nl www.kedin.nl Kredietbemiddelaar Adres

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Bijlage: Europese Standaardinformatie inzake consumentenkrediet (ESIC) versie juli 2013

Bijlage: Europese Standaardinformatie inzake consumentenkrediet (ESIC) versie juli 2013 Bijlage: Europese Standaardinformatie inzake consumentenkrediet (ESIC) versie juli 2013 De kredietofferte van iedere aanbieder bevat dit standaard informatieblad. Met dit blad kunt u onze offerte gemakkelijk

Nadere informatie

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende

N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, MH/SL/LC A D V I E S. betreffende N HANDELSPR Fin. diensten A 03 Brussel, 18.05.2005 MH/SL/LC A D V I E S betreffende DE OMZETTING IN BELGISCH RECHT VAN TWEE EUROPESE RICHTLIJNEN INZAKE FINANCIËLE DIENSTEN OP AFSTAND (bekrachtigd door

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/08/2015

Datum van inontvangstneming : 27/08/2015 Datum van inontvangstneming : 27/08/2015 Samenvatting C-397/15-1 Zaak C-397/15 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/05/2017

Datum van inontvangstneming : 29/05/2017 Datum van inontvangstneming : 29/05/2017 Samenvatting C-179/17-1 Zaak C-179/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Informatieblad Credivance - DK [EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET]

Informatieblad Credivance - DK [EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET] Informatieblad Credivance - DK [EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET] 1. Identiteit en contactgegevens van de kredietgever Kredietgever Adres Telefoonnummer E-mailadres Website Kosterijland

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Samenvatting C-632/17-1 Zaak C-632/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET. Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent)

BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET. Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent) BOEK VII WER: CAPITA SELECTA INZAKE CONSUMENTEN- EN HYPOTHECAIR KREDIET Prof. Dr. Reinhard Steennot (Instituut Financieel recht, Ugent) INLEIDING OVERZICHT Toepassingsgebied Informatieverplichtingen: bewijslast

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Vertaling C-327/16-1 Zaak C-327/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

B67 Consumentenkrediet

B67 Consumentenkrediet MONOGRAFIEËN BW B67 Consumentenkrediet Mr. drs. J.W.A. Biemans Kluwer a W olters Kluwer business Deventer - 2013 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Afkortingenlijst / XIII Verkort aangehaalde literatuur / XV

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015 Datum van inontvangstneming : 27/07/2015 Vertaling C-303/15-1 Zaak C-303/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 juni 2015 Verwijzende rechter: Sąd Okręgowy w Łodzi (Polen) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/12/2015

Datum van inontvangstneming : 08/12/2015 Datum van inontvangstneming : 08/12/2015 Vertaling C-568/15-1 Datum van indiening: Verwijzende rechter: Zaak C-568/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing 5 november 2015 Landgericht Stuttgart (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/11/2018

Datum van inontvangstneming : 22/11/2018 Datum van inontvangstneming : 22/11/2018 Vertaling C-649/18-1 Zaak C-649/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2018 Verwijzende rechter: Cour d appel de Paris (rechter

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Vertaling C-41/14-1. Zaak C-41/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-41/14-1. Zaak C-41/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-41/14-1 Zaak C-41/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 januari 2014 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van de verwijzingsbeslissing: 22 januari

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Vertaling C-74/17-1 Zaak C-74/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Date de réception : 01/03/2012

Date de réception : 01/03/2012 Date de réception : 01/03/2012 Vertaling C-44/12-1 Zaak C-44/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2012 Verwijzende rechter: Court of Session, Scotland (Verenigd Koninkrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Vertaling C-533/15-1 Zaak C-533/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 oktober 2015 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/08/2016

Datum van inontvangstneming : 01/08/2016 Datum van inontvangstneming : 01/08/2016 Vertaling C-355/16-1 Zaak C-355/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017

Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Datum van inontvangstneming : 20/12/2017 Vertaling C-647/17-1 Zaak C-647/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 november 2017 Verwijzende rechter: Högsta förvaltningsdomstolen

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2010 C.09.0563.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0563.N D. W. E., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie