Datum van inontvangstneming : 10/12/2018

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Datum van inontvangstneming : 10/12/2018"

Transcriptie

1 Datum van inontvangstneming : 10/12/2018

2 Vertaling C-679/18-1 Zaak C-679/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 5 november 2018 Verwijzende rechter: Okresní soud v Ostravě (Tsjechië) Datum van de verwijzingsbeslissing: 25 oktober 2018 Verzoekende partij: OPR-Finance s.r.o. Verwerende partij: GK BESCHIKKING De Okresní soud v Ostravě (rechter voor het district Ostrava, Tsjechië) [OMISSIS], heeft in de zaak tussen verzoekster: OPR-Finance s.r.o., [OMISSIS] gevestigd te [OMISSIS] Nusle, Praag 4 [OMISSIS] verweerster: GK, geboren op 18 augustus 1994, en woonachtig te [OMISSIS] Vítkovice, Ostrava tot betaling van CZK, vermeerderd met rente het volgende beslist: NL

3 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-679/18 De Okresní soud v Ostravě (rechter voor het district Ostrava, Tsjechië) verzoekt het Hof van Justitie van de Europese Unie krachtens artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen: 1) Staan de gecombineerde bepalingen van artikel 8 en artikel 23 van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad in de weg aan nationale wetgeving die bepaalt dat indien de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument niet beoordeelt voor het sluiten van een kredietovereenkomst, de kredietovereenkomst nietig is en de consument verplicht is de hoofdsom aan de kredietgever terug te betalen wanneer zijn financiële draagkracht dit toelaat, waarbij voornoemde sanctie (de nietigheid van de kredietovereenkomst) echter alleen van toepassing is indien de consument deze inroept (en zich dus op een exceptie van nietigheid in verband met de overeenkomst beroept) binnen een verjaringstermijn van drie jaar? 2) Moet een nationale rechter op grond van de gecombineerde bepalingen van artikel 8 en artikel 23 van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad de sanctie die in de nationale wetgeving is vastgelegd ingeval de kredietgever zijn verplichting om de kredietwaardigheid van de consument voor het sluiten van de kredietovereenkomst te beoordelen niet nakomt, ambtshalve toepassen (dat wil zeggen indien de consument de sanctie zelf niet inroept)? Motivering: I. Feiten van het geschil, procedure tot op heden en beknopte beoordeling 1 Bij verzoekschrift, ingekomen bij de verwijzende rechter op 7 juni 2018, heeft verzoekster een rechtsvordering ingesteld tegen verweerster tot betaling van CZK vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2017 tot de datum van betaling. In haar verzoekschrift stelde verzoekster dat zij op 21 april 2017 een doorlopende kredietovereenkomst had gesloten met verweerster (hierna: kredietovereenkomst ) uit hoofde waarvan zij aan verweerster een bedrag van in totaal CZK heeft verstrekt. De vergoeding voor de kredietverstrekking bedroeg 20 % van de hoofdsom, in totaal 980 CZK: volgens de kredietovereenkomst maakte deze vergoeding vanaf het einde van elke kalendermaand deel uit van de hoofdsom. Aan het einde van elke kalendermaand moest verweerster ten minste een derde van het bedrag betalen dat zij op de laatste dag van de kalendermaand ervoor verschuldigd was (met een minimum van 300 CZK). Daarnaast waren de partijen een rentevoet van 20 % per maand overeengekomen voor de periode vanaf de eerste dag van de tweede maand na de kalendermaand waarin de middelen waren verstrekt, tot de datum van 2

4 OPR-FINANCE terugbetaling ervan. Indien verweerster gedurende meer dan twee maanden in gebreke bleef om de lening terug te betalen, zou de schuld [Or. 2] uit hoofde van de voorwaarden van de kredietovereenkomst automatisch invorderbaar worden en zou er vervolgens rente van 15 % per jaar op worden aangerekend. De partijen waren voorts overeengekomen dat de rente op het einde van elke kalendermaand deel zou uitmaken van de hoofdsom. Op grond van de kredietovereenkomst was verweerster ook verplicht aan verzoekster een contractuele boete van 121 CZK te betalen per periode van dertig dagen of deel daarvan dat zij in gebreke bleef. Verzoekster verwierf het recht op betaling van de hoofdsom van CZK, de vergoeding voor kredietverstrekking van 980 CZK, rente van in totaal CZK en contractuele boetes van in totaal 363 CZK, waarvan verweerster slechts CZK heeft betaald. Bovendien heeft verweerster het verschuldigde bedrag evenmin betaald na ontvangst van een ingebrekestelling voorafgaand aan de instelling van de procedure. 2 Op 17 oktober 2018 heeft verzoekster schriftelijke opmerkingen ingediend, waarin zij zich verontschuldigde voor haar afwezigheid ter terechtzitting (maar niet verzocht om een verdaging) en zij, in wezen, hoofdzakelijk inging op de kwestie van via telecommunicatiemiddelen gesloten overeenkomsten (het type overeenkomst waaronder ook de kredietovereenkomst valt waaruit haar recht op terugbetaling voortvloeit). 3 Ter terechtzitting heeft verweerster bevestigd dat het feitenrelaas van verzoekster correct is. 4 Na bewijsverkrijging heeft de rechter geconcludeerd dat de feiten van de zaak inderdaad overeenstemden met de beweringen in het verzoekschrift en derhalve verwijst de rechter hier naar die gegevens. Wat de feiten van de zaak betreft, merkt de verwijzende rechter, zich daarbij niet alleen baserend op de beweringen in het verzoekschrift, echter ook op dat het jaarlijkse kostenpercentage (JKP) uit hoofde van de kredietovereenkomst tussen 368 % en 637 % bedroeg, afhankelijk van de datum van kredietopneming. Op basis van de kredietovereenkomst heeft verweerster in april CZK en in juni CZK opgenomen. Verzoekster heeft de contractuele boete van 121 CZK drie keer aan verweerster in rekening gebracht: in augustus, september en oktober Tijdens de procedure heeft verzoekster niet aangegeven laat staan bewezen dat zij de kredietwaardigheid van verweerster voor het sluiten van de kredietovereenkomst heeft beoordeeld, en omdat om redenen van tijdigheid het beginsel van concentratie van procedures is gehanteerd, kan verzoekster haar feitenrelaas nu niet meer aanvullen noch bewijzen aanvoeren. Anderzijds heeft verweerster geen exceptie van nietigheid ingeroepen in verband met de kredietovereenkomst op grond van het feit dat verzoekster haar kredietwaardigheid niet heeft beoordeeld of, in voorkomend geval, niet naar behoren heeft beoordeeld. 5 Voordat de rechter heeft beslist om het Hof van Justitie van de Europese Unie te verzoeken om een prejudiciële beslissing over de hieronder uiteengezette vragen, heeft hij de zaak vanuit juridisch oogpunt preliminair beoordeeld en is hij tot de 3

5 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-679/18 slotsom gekomen dat de overeenkomst tussen de partijen is gesloten onder de regeling van Zákon č. 257/2016 Sb., o spotřebitelském úvěru (wet nr. 257/2016 inzake consumentenkrediet). Gezien voornoemde argumenten van verzoekster verklaart de rechter ook van oordeel te zijn dat het feit dat een overeenkomst via een telecommunicatiemiddel is gesloten, zoals bij de kredietovereenkomst het geval is, op zichzelf niet de nietigheid van een kredietovereenkomst meebrengt. 6 Verweerster heeft ermee ingestemd prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie voor te leggen; verzoekster heeft hierover geen opmerkingen geformuleerd, aangezien zij haar recht om voor de rechter te verschijnen niet heeft uitgeoefend en niet aan de terechtzitting heeft deelgenomen. II. Relevante bepalingen van Unierecht 7 Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad 4 Artikel 8 1. De lidstaten zorgen ervoor dat de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument voor het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. Lidstaten van wie de wetgeving van kredietgevers vereist dat zij de kredietwaardigheid van consumenten op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand beoordelen, kunnen dit vereiste behouden. (...) Artikel In zoverre deze richtlijn geharmoniseerde bepalingen bevat, mogen de lidstaten geen bepalingen handhaven of invoeren in hun nationale wetgeving die afwijken van die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld. [Or. 3] 2. De lidstaten dragen er zorg voor dat de consument geen afstand kan doen van de rechten die hem worden toegekend krachtens de bepalingen van het nationale recht die uitvoering geven aan of overeenstemmen met deze richtlijn. (...) Artikel 23 De lidstaten stellen de regels vast inzake de sancties die gelden voor inbreuken op de ter uitvoering van deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen, en nemen

6 OPR-FINANCE de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze sancties worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. III. Relevante bepalingen van het nationale recht 8 [Artikel 586 van] Zákon č. 89/2012 Sb., Občanský zákoník (wet nr. 89/2012 houdende het burgerlijk wetboek) (1) Wanneer de nietigheid van een rechtshandeling de belangen van een bepaalde persoon beschermt, kan alleen die persoon een exceptie van nietigheid in verband met die rechtshandeling inroepen. (2) Indien een persoon die een exceptie van nietigheid in verband met een rechtshandeling mag inroepen, dit niet doet, wordt die rechtshandeling geacht geldig te zijn. 9 Richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad (hierna: richtlijn 2008/48 of de richtlijn ) is omgezet in Tsjechisch recht bij wet nr. 257/2016 inzake consumentenkrediet, die op 1 december 2016 in werking is getreden. 10 Wet nr. 257/2016 inzake consumentenkrediet 86 Beoordeling van de kredietwaardigheid (1) Voor het sluiten van een consumentenkredietovereenkomst of het wijzigen van een verplichting in de overeenkomst die het totale kredietbedrag aanzienlijk verhoogt, moet de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument beoordelen op basis van essentiële, betrouwbare, toereikende en evenredige informatie die is verkregen van de consument en, waar nodig, via raadpleging van een gegevensbestand op basis waarvan de kredietwaardigheid van de consument kan worden beoordeeld, of via andere bronnen. De kredietgever verstrekt het consumentenkrediet alleen indien uit de beoordeling van de kredietwaardigheid blijkt dat er geen gerede twijfel bestaat dat de consument het consumentenkrediet kan terugbetalen. (2) Bij de beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument gaat de kredietgever in het bijzonder na of de consument in staat is de overeengekomen regelmatige terugbetalingen van het consumentenkrediet uit te voeren, door de inkomsten van de consument te vergelijken met zijn uitgaven en middelen om eventuele bestaande schuldverplichtingen na te komen. Bovendien houdt hij rekening met eventuele goederen indien de kredietovereenkomst tot gevolg heeft dat het consumentenkrediet, geheel of gedeeltelijk, wordt terugbetaald met de opbrengst van de verkoop van deze goederen van de consument en niet door 5

7 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-679/18 middel van regelmatige terugbetalingen, of indien uit de financiële toestand van de consument blijkt dat hij het consumentenkrediet kan terugbetalen ongeacht zijn inkomen. 87 Gevolgen van de niet-nakoming van de verplichting om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen (1) Als een kredietgever een consumentenkrediet verstrekt aan een consument zonder te voldoen aan de verplichting uit hoofde van de tweede zin van 86, lid 1, is de overeenkomst nietig. De consument kan een exceptie van nietigheid inroepen binnen een verjaringstermijn van drie jaar vanaf de datum van sluiting van de overeenkomst. De consument moet, wanneer zijn financiële draagkracht dit toelaat, de hoofdsom van het verstrekte consumentenkrediet terugbetalen. (...) IV. Gronden voor het verzoek om een prejudiciële beslissing over de eerste vraag 11 Uit hoofde van artikel 8 van richtlijn 2008/48 moeten de lidstaten ervoor zorgen dat de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument voor het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt. Hoe de lidstaten hiervoor moeten zorgen, wordt in de richtlijn niet nader bepaald. In de richtlijn worden evenmin specifieke sancties vastgesteld ingeval de kredietgever zijn verplichting om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen niet nakomt. Uit hoofde van artikel 23 van de richtlijn moeten de lidstaten er wel voor zorgen dat de gekozen sancties doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. [Or. 4] 12 De sanctie die in 87, lid 1, van de wet inzake consumentenkrediet is vastgesteld en tot doel heeft ervoor te zorgen dat de kredietgever zijn verplichting nakomt om voor het sluiten van de kredietovereenkomst de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen, bestaat in de nietigheid van kredietovereenkomst en in de verplichting van de consument om (alleen) de hoofdsom aan de kredietgever terug te betalen wanneer zijn of haar financiële draagkracht dit toelaat (doorgaans na relatief lange tijd). Op het eerste gezicht is dit een vrij krachtige sanctie. De verwijzende rechter is echter van oordeel dat de keuze van relatieve nietigheid als sanctie als heel problematisch moet worden beschouwd. Het feit dat de nietigheid van de kredietovereenkomst als sanctie alleen van toepassing is indien de consument deze inroept, ondermijnt de kerndoelstelling van consumentenbescherming, namelijk het onevenwicht tussen consument en kredietgever verhelpen, niet alleen op het gebied van onderhandelingspositie en economische kracht, maar ook en in de eerste plaats van kennisniveau. In de beschreven omstandigheden merkt de verwijzende rechter volledigheidshalve nog 6

8 OPR-FINANCE op dat volgens de rechtspraktijk in Tsjechië een rechter een sanctie van relatieve nietigheid ambtshalve niet kan, maar ook niet mag inroepen (dat wil zeggen zonder dat een partij in het geding daarom verzoekt). Opgemerkt zij in dit verband bijvoorbeeld onderstaand commentaar op artikel 586 van wet nr. 89/2012 houdende het burgerlijk wetboek (hierna: burgerlijk wetboek ), dat relatieve nietigheid algemeen regelt: Een rechtshandeling is nietig indien zij niet voldoet aan een van de vastgestelde eisen en indien de niet-nakoming ervan volgens de wet resulteert in nietigheid. Het burgerlijk wetboek maakt een onderscheid tussen twee soorten nietigheid: absolute en relatieve nietigheid. 586 van het burgerlijk wetboek regelt de relatieve nietigheid van een rechtshandeling. Een relatief nietige rechtshandeling is een rechtshandeling die ontstaat en alle beoogde rechtsgevolgen sorteert tenzij een daartoe gerechtigde persoon een exceptie van nietigheid in verband met de betrokken rechtshandeling opwerpt (tenzij die persoon een beroep doet op de nietigheidsgrond). Ingeval een daartoe gerechtigde persoon een exceptie van nietigheid opwerpt, geldt de nietigheid van bij de aanvang (ex tunc) en wordt ervan uitgegaan dat de rechtshandeling nooit enige rechtsgevolgen heeft gesorteerd. Terwijl absolute nietigheid inhoudt dat de nietigheidsgevolgen automatisch in werking treden, ongeacht de wensen van de partijen bij de rechtshandeling, laat de wet in geval van relatieve nietigheid de persoon die door het gebrek van de rechtshandeling wordt benadeeld, de keuze door de rechtshandeling gebonden te blijven ondanks dit gebrek dan wel de nietigheid van de rechtshandeling in te roepen. [Zie Handlar, J., in Lavický, P., e.a., Občanský zákoník I. Obecná část ( 1-654). Komentář, Praag: C. H. Beck, 2014, blz ] 13 Misschien kan er realistisch gezien wel van worden uitgegaan dat de gemiddelde consument, in het kader van een gerechtelijke procedure, kan aanvoeren dat de overeengekomen rente (of vergoeding voor de kredietverstrekking) te hoog is (omdat zelfs personen zonder juridische opleiding weten dat er regels over buitensporige rentevoeten bestaan) of dat de vordering verjaard is (het bestaan van verjaringsregels wordt ook als algemeen bekend beschouwd). Redelijkerwijs kan echter moeilijk van een consument worden verwacht dat hij weet dat de kredietgever wettelijk verplicht is de kredietwaardigheid van een consument voor het sluiten van de kredietovereenkomst op een bepaalde manier te beoordelen en dat hij, indien de kredietgever die verplichting niet nakomt, als consument het recht heeft de nietigheid van de gesloten kredietovereenkomst in te roepen. Hoewel de verwijzende rechter maandelijks honderden vergelijkbare vorderingen behandelt, heeft hij sinds de inwerkingtreding van de wet inzake consumentenkrediet in feite slechts weet van drie gevallen waarin een niet door een rechtsbeoefenaar bijgestane consument (in de overgrote meerderheid van de gevallen wordt een consument in een geschil over een consumentenkrediet niet vertegenwoordigd door een advocaat) een exceptie van nietigheid heeft opgeworpen in verband met de overeenkomst op grond van het feit dat de kredietgever zijn of haar kredietwaardigheid niet had beoordeeld. In één geval had de consument bovendien een universitaire opleiding genoten en werkte hij voor 7

9 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-679/18 een vereniging zonder winstoogmerk die schuldadviesdiensten verleende. En hoewel in de twee overige gevallen de personen die de nietigheid van hun kredietovereenkomst hebben ingeroepen omdat hun kredietwaardigheid niet was beoordeeld, niet formeel werden vertegenwoordigd, bleek duidelijk uit hun verklaringen dat zij een advocaat of een andere rechtsbeoefenaar hadden geraadpleegd ter voorbereiding op de gerechtelijke procedure Volgens de verwijzende rechter kunnen bovenstaande conclusies ook worden getrokken op grond van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof van Justitie ). Een specifiek voorbeeld is te vinden in het arrest van 4 juni 2015, Faber/Autobedrijf Hazet Ochten BV (C-497/13, punt 42 en aldaar aangehaalde rechtspraak), waarin het Hof van Justitie heeft geconcludeerd dat de consument zich tegenover de verkoper in een zwakke onderhandelingspositie bevindt en over minder informatie dan de verkoper beschikt en dat er een niet te verwaarlozen gevaar bestaat dat de consument met name uit onwetendheid geen beroep zal doen op de rechtsregel die ertoe strekt hem te beschermen. Evenzo heeft het Hof van Justitie in zijn arrest van 21 april 2016, [Or. 5] Radlinger en Radlingerová/FINWAY a.s. (C-377/14, punt 66 en aldaar aangehaalde rechtspraak), geconcludeerd dat een effectieve consumentenbescherming niet zou kunnen worden bereikt indien de nationale rechter niet verplicht was ambtshalve te beoordelen of is voldaan aan de eisen die voortvloeien uit de Unierechtelijke normen inzake consumentenbescherming. 15 Samenvattend kan worden gesteld dat er gerede twijfel bestaat of de sanctie van relatieve nietigheid van een kredietovereenkomst zoals vastgelegd in 87, lid 1, van de wet inzake consumentenkrediet, voldoet aan de vereiste uit artikel 23 van richtlijn 2008/48 dat een sanctie doeltreffend en afschrikkend moet zijn. Derhalve legt de verwijzende rechter het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende prejudiciële vraag voor: 16 Staan de gecombineerde bepalingen van artikel 8 en artikel 23 van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van richtlijn 87/102/EEG van de Raad in de weg aan nationale wetgeving die bepaalt dat indien de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument niet beoordeelt voor het sluiten van een kredietovereenkomst, de kredietovereenkomst nietig is en de consument verplicht is de hoofdsom aan de kredietgever terug te betalen wanneer zijn financiële draagkracht dit toelaat, waarbij voornoemde sanctie (de nietigheid van de kredietovereenkomst) echter alleen van toepassing is indien de consument deze inroept (en zich dus op een exceptie van nietigheid in verband met de overeenkomst beroept) binnen een verjaringstermijn van drie jaar? 1 De rechter baseert zich hier op informeel onderzoek bij alle rechters die oordelen in geschillen met betrekking tot de wet inzake consumentenkrediet bij deze rechtbank; als arrondissementsrechtbank is de Okresní soud v Ostravě een van de grootste rechtbanken van eerste aanleg in Tsjechië. 8

10 OPR-FINANCE 17 Ingeval dat het Hof van Justitie van de Europese Unie deze prejudiciële vraag bevestigend beantwoordt, legt de verwijzende rechter ook onderstaande vraag voor. V. Gronden voor het verzoek om een prejudiciële beslissing over de tweede vraag 18 In het licht van de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie kan het nu als algemeen bekend worden beschouwd dat de nationale rechter de bepalingen van nationaal recht zo veel mogelijk moet uitleggen in het licht van de bewoordingen en het doel van de desbetreffende richtlijnen, teneinde het met een bepaalde richtlijn beoogde resultaat te bereiken; dit geldt zowel bij verticale als bij horizontale relaties [zie bijvoorbeeld de arresten van het Hof van Justitie van 13 november 1990, Marleasing SA (C-106/89); 27 juni 2000, Océano Grupo Editorial SA (C-240/98 C-244/98), en vele andere]. Aan de andere kant wordt de verplichting die op de nationale rechter rust om het nationaal recht in overeenstemming met het Unierecht uit te leggen, beperkt door algemene rechtsbeginselen en nationale uitleggingsmethoden, die ook een verbod inhouden op uitlegging contra legem. 19 In het arrest van 21 april 2016, Radlinger en Radlingerová/FINWAY a.s. (C-377/14), en meer bepaald in punt 70 ervan, is het Hof van Justitie tot de slotsom gekomen dat, aangezien de nationale rechter dus het nuttig effect moet verzekeren van de door richtlijn 2008/48 gewenste consumentenbescherming, [OMISSIS] de rol die het Unierecht hem aldus op het betrokken gebied toebedeelt, niet alleen louter de bevoegdheid [inhoudt] om uitspraak te doen over de naleving van die eisen, maar ook de verplichting om die kwestie ambtshalve te onderzoeken zodra hij over de daartoe noodzakelijke gegevens, feitelijk en rechtens, beschikt. In punt 77 van hetzelfde arrest heeft het Hof van Justitie er ook op gewezen dat [i]n casu de verplichting om ambtshalve te onderzoeken of bepaalde bedingen oneerlijk zijn en of een kredietovereenkomst verplichte informatie bevat, een voor de rechterlijke instanties, en niet voor een particulier, geldende procedureregel [vormt] [OMISSIS]. 20 In de hierboven beschreven omstandigheden is de verwijzende rechter van oordeel dat er gerede twijfel bestaat of de rechter gebonden is door de letterlijke bewoordingen van de nationale wetgeving, die voor de sanctie ingeval de kredietgever zijn verplichting om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen niet nakomt (de nietigheid van de kredietovereenkomst), als voorwaarde stellen dat de consument een exceptie van nietigheid opwerpt, dan wel of hij die sanctie daarentegen ambtshalve moet toepassen. Met andere woorden, de vraag rijst of de rechter op grond van een uitlegging van richtlijn 2008/48 die met het Unierecht in overeenstemming is, ambtshalve de sanctie mag toepassen die in 87, lid 1, van de wet inzake consumentenkrediet is vastgelegd, of dat die toepassing van de sanctie een uitlegging contra legem (door 9

11 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN ZAAK C-679/18 de rechter) vereist. Derhalve legt de verwijzende rechter het Hof van Justitie van de Europese Unie ook de volgende prejudiciële vraag voor: 21 Moet een nationale rechter op grond van de gecombineerde bepalingen van artikel 8 en artikel 23 van richtlijn 2008/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking [Or. 6] van richtlijn 87/102/EEG van de Raad de sanctie die in de nationale wetgeving is vastgelegd ingeval de kredietgever zijn verplichting om de kredietwaardigheid van de consument voor het sluiten van de kredietovereenkomst te beoordelen niet nakomt, ambtshalve toepassen (dat wil zeggen indien de consument de sanctie zelf niet inroept)? VI. Slotopmerkingen 22 Volledigheidshalve moet de rechter erop wijzen dat zijn beslissing op grond van het nationaal recht niet vatbaar is voor hoger beroep omdat het gevorderde bedrag niet meer dan CZK bedraagt [zie 202, lid 2, van Zákon č. 99/1963 Sb., Občanský soudní řád (wet nr. 99/1963 houdende het wetboek van burgerlijke rechtsvordering) [OMISSIS]]. In overeenstemming met artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie moest de rechter zich derhalve tot het Hof van Justitie van de Europese Unie wenden. 23 Niettegenstaande het feit dat dit uit het voorgaande duidelijk kan blijken, wil de rechter er tot slot toch op wijzen dat het antwoord van het Hof van Justitie op de prejudiciële vragen van belang zal zijn voor een zeer groot aantal geschillen. 24 [OMISSIS] [OMISSIS] [nationale procedure] Ostrava, 25 oktober 2018 [OMISSIS] [OMISSIS] [naam, stempel, handtekening] 10

Date de réception : 24/02/2012

Date de réception : 24/02/2012 Date de réception : 24/02/2012 Vertaling C-30/12-1 Zaak C-30/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 januari 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije) Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Datum van inontvangstneming : 13/11/2018 Vertaling C-629/18-1 Zaak C-629/18 Prejudiciële verwijzing Datum van ontvangst: 8 oktober 2018 Verwijzende rechter: Sofiyski gradski sad (Bulgarije) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Datum van inontvangstneming : 04/03/2013 Vertaling C-49/13 1 Zaak C-49/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2013 Verwijzende instantie: Úřad průmyslového vlastnictví

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Datum van inontvangstneming : 25/08/2014 Vertaling C-359/14 1 Datum van indiening: 23 juli 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-359/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Vilniaus miesto apylinkės teismas

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-110/14-1 Zaak C-110/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 maart 2014 Verwijzende rechter: Judecătoria Oradea (Roemenië) Datum van de verwijzingsbeslissing: 25 februari

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/02/2015

Datum van inontvangstneming : 03/02/2015 Datum van inontvangstneming : 03/02/2015 Vertaling C-610/14-1 Zaak C-610/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 december 2014 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov Datum van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Datum van inontvangstneming : 06/02/2014 Vertaling C-672/13-1 Zaak C-672/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 december 2013 Verwijzende rechter: Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Datum van inontvangstneming : 19/11/2015 Vertaling C-538/15-1 Zaak C-538/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2015 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017

Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Datum van inontvangstneming : 23/03/2017 Vertaling C-83/17-1 Zaak C-83/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 februari 2017 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Datum van inontvangstneming : 19/06/2015 Vertaling C-222/15-1 Zaak C-222/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 mei 2015 Verwijzende rechter: Pécsi Törvényszék (Hongarije) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Datum van inontvangstneming : 19/07/2016 Vertaling C-341/16-1 Zaak C-341/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 juni 2016 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/03/2019

Datum van inontvangstneming : 13/03/2019 Datum van inontvangstneming : 13/03/2019 Vertaling C-66/19 1 Zaak C-66/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 januari 2019 Verwijzende rechter: Landgericht Saarbrücken (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/09/2014

Datum van inontvangstneming : 19/09/2014 Datum van inontvangstneming : 19/09/2014 Samenvatting C-377/14-1 Zaak C-377/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Datum van inontvangstneming : 31/01/2013 Vertaling C-1/13-1 Datum van indiening: Zaak C-1/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 2 januari 2013 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Datum van inontvangstneming : 21/03/2017 Vertaling C-74/17-1 Zaak C-74/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 februari 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Datum van inontvangstneming : 23/07/2013 Vertaling C-338/13-1 Zaak C-338/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 juni 2013 Verwijzende rechter: Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013

Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Datum van inontvangstneming : 22/08/2013 Vertaling C-408/13-1 Zaak C-408/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 juli 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/10/2017

Datum van inontvangstneming : 13/10/2017 Datum van inontvangstneming : 13/10/2017 Vertaling C-537/17-1 Zaak C-537/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 september 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/05/2013

Datum van inontvangstneming : 20/05/2013 Datum van inontvangstneming : 20/05/2013 Samenvatting C-143/13-1 Zaak C-143/13 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2012

Datum van inontvangstneming : 22/05/2012 Datum van inontvangstneming : 22/05/2012 Vertaling C-123/12-1 Datum van indiening: 6 maart 2012 Verwijzende rechter: Zaak C-123/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Tribunalul Giurgiu (Roemenië) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 21/01/2019

Datum van inontvangstneming : 21/01/2019 Datum van inontvangstneming : 21/01/2019 Samenvatting C-762/18-1 Zaak C-762/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Datum van inontvangstneming : 11/12/2012 Vertaling C-508/12-1 Zaak C-508/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 november 2012 Verwijzende rechter: Landesgericht Salzburg (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Datum van inontvangstneming : 01/09/2015 Vertaling C-419/15-1 Zaak C-419/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 juli 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Datum van inontvangstneming : 19/03/2019 Vertaling C-86/19-1 Zaak C-86/19 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 februari 2019 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Mercantil n.º 9

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-330/17-1 Zaak C-330/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 2 juni 2017 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/02/2013

Datum van inontvangstneming : 15/02/2013 Datum van inontvangstneming : 15/02/2013 Vertaling C-460/12-1 Zaak C-460/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 oktober 2012 Verwijzende rechter: Krajský súd v Prešove Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2017

Datum van inontvangstneming : 22/05/2017 Datum van inontvangstneming : 22/05/2017 Vertaling C-186/17-1 Zaak C-186/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 12 april 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014

Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Datum van inontvangstneming : 25/07/2014 Vertaling C-304/14-1 Datum van indiening: 24 juni 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-304/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Upper Tribunal (Immigration and

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-120/13-1 Zaak C-120/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/03/2017

Datum van inontvangstneming : 14/03/2017 Datum van inontvangstneming : 14/03/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 1. 2. 2017 ZAAK C-63/17 Aangezien verscheidene vervaldagen zonder betaling zijn voorbijgegaan, heeft de kredietinstelling

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012

Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 Datum van inontvangstneming : 14/09/2012 C-373/12-1 Zaak C-373/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 augustus 2012 Verwijzende rechter: Krajský súd v Prešove Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Vertaling C-667/17-1 Zaak C-667/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Datum van inontvangstneming : 29/01/2018 Vertaling C-711/17-1 Zaak C-711/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 19 december 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014

Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Datum van inontvangstneming : 31/07/2014 Vertaling C-312/14-1 Zaak C-312/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 1 juli 2014 Verwijzende rechter: Ráckevei Járásbíróság (Hongarije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Datum van inontvangstneming : 26/05/2014 Vertaling C-189/14-1 Zaak C-189/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2014 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias

Nadere informatie

Date de réception : 16/12/2011

Date de réception : 16/12/2011 Date de réception : 16/12/2011 Resumé C-571/11-1 Zaak C-571/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Datum van inontvangstneming : 07/07/2017 Vertaling C-322/17-1 Zaak C-322/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2017 Verwijzende rechter: High Court (Ierland) Datum van de

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Datum van inontvangstneming : 28/02/2013 Vertaling C-45/13-1 Datum van indiening: Zaak C-45/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing 28 januari 2013 Verwijzende rechter: Oberste Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015

Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Datum van inontvangstneming : 13/08/2015 Vertaling C-365/15-1 Zaak C-365/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 juli 2015 Verwijzende rechter: Finanzgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2018

Datum van inontvangstneming : 18/09/2018 Datum van inontvangstneming : 18/09/2018 Vertaling C-453/18-1 Zaak C-453/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juli 2018 Verwijzende rechter: Juzgado de Primera Instancia n.º

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Vertaling C-327/16-1 Zaak C-327/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Datum van inontvangstneming : 14/06/2013 Vertaling C-258/13-1 Zaak C-258/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 mei 2013 Verwijzende rechter: Varas Cíveis de Lisboa (Portugal)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015

Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Datum van inontvangstneming : 31/08/2015 Vertaling C-417/15-1 Zaak C-417/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 juli 2015 Verwijzende rechter: Landesgericht für Zivilrechtssachen

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Datum van inontvangstneming : 02/02/2016 Vertaling C-690/15-1 Zaak C-690/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 december 2015 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Datum van inontvangstneming : 05/08/2014 Vertaling C-321/14-1 Zaak C-321/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 4 juli 2014 Verwijzende rechter: Landgericht Krefeld (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017

Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 Datum van inontvangstneming : 19/09/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING 9.8.2017 ZAAK C-491/17 2. De behandeling van de zaak te schorsen totdat het Hof van Justitie van de Europese Unie een prejudiciële

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 18. 10. 2016 ZAAK C-570/16 [OMISSIS] Wuppertal, verzoekster, verweerster in hoger beroep en verzoekster in Revision,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Vertaling C-106/14-1 Datum van indiening: 6 maart 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-106/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/12/2012

Datum van inontvangstneming : 03/12/2012 Datum van inontvangstneming : 03/12/2012 Vertaling C-482/12-1 Zaak C-482/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 oktober 2012 Verwijzende rechter: Okresný súd Prešov (Slowakije)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 26/04/2016

Datum van inontvangstneming : 26/04/2016 Datum van inontvangstneming : 26/04/2016 Vertaling C-161/16-1 Datum van indiening: Zaak C-161/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing 21 maart 2016 Verwijzende rechter: Attunda tingsrätt / Zweden Datum

Nadere informatie

Date de réception : 07/02/2012

Date de réception : 07/02/2012 Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)

Nadere informatie

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 april 2016 *

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 april 2016 * Jurisprudentie ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 21 april 2016 * Prejudiciële verwijzing Richtlijn 93/13/EEG Artikel 7 Nationale regels inzake de insolventieprocedure Schulden die voortvloeien uit een consumentenkredietovereenkomst

Nadere informatie

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012

Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 Datum van inontvangstne ming : 22/05/2012 C-176/12-1 Zaak C-176/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 16 april 2012 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk) Datum van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * ARREST VAN 8. 7. 1999 ZAAK C-186/98 ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 * In zaak C- 186/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/02/2016

Datum van inontvangstneming : 25/02/2016 Datum van inontvangstneming : 25/02/2016 Vertaling C-686/15-1 Zaak C-686/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 december 2015 Verwijzende rechter: Općinski sud u Velikoj Gorici

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Datum van inontvangstneming : 19/12/2016 Vertaling C-569/16-1 Zaak C-569/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 november 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013

Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Datum van inontvangstneming : 17/12/2013 Vertaling C-578/13-1 Zaak C-578/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 15 november 2013 Verwijzende rechter: Landgericht Kiel (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/01/2019

Datum van inontvangstneming : 28/01/2019 Datum van inontvangstneming : 28/01/2019 Vertaling C-785/18-1 Zaak C-785/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 december 2018 Verwijzende rechter: Conseil d'état (hoogste bestuursrechter,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13263/11 CONSOM 133

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13263/11 CONSOM 133 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 juli 2011 (OR. en) 13263/11 CONSOM 133 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 25 juli 2011 aan: het secretariaat-generaal van de Raad Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Datum van inontvangstneming : 10/10/2017 Vertaling C-532/17-1 Zaak C-532/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 september 2017 Verwijzende rechter: Landgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 11 juli 1985*

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 11 juli 1985* ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 11 juli 1985* In zaak 221/84, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 3 van het Protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/03/2013

Datum van inontvangstneming : 18/03/2013 Datum van inontvangstneming : 18/03/2013 Vertaling C-77/13-1 Zaak C-77/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 februari 2013 Verwijzende rechter: Tribunal d instance de Quimper

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 25/01/2013

Datum van inontvangstneming : 25/01/2013 Datum van inontvangstneming : 25/01/2013 Vertaling C-565/12-1 Zaak C-565/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 december 2012 Verwijzende rechter: Tribunal d'instance d'orléans

Nadere informatie

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * ARREST VAN 13. 11. 1990 ZAAK C-106/89 Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 * In zaak C-106/89, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Juzgado de Primera

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Datum van inontvangstneming : 07/08/2014 Vertaling C-334/14-1 Zaak C-334/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 juli 2014 Verwijzende rechter: Hof van beroep te Bergen (België)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015 Datum van inontvangstneming : 02/07/2015 Vertaling C-255/15-1 Zaak C-255/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 29 mei 2015 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 Datum van inontvangstneming : 18/06/2012 C-211/12-1 Zaak C-211/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 mei 2012 Verwijzende rechter: Corte d'appello di Roma (Prima Sezione civile)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Datum van inontvangstneming : 13/11/2015 Vertaling C-533/15-1 Zaak C-533/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 oktober 2015 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015

Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Datum van inontvangstneming : 02/10/2015 Vertaling C-460/15-1 Zaak C-460/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 augustus 2015 Verwijzende rechter: Verwaltungsgericht Berlin (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 13/06/2014

Datum van inontvangstneming : 13/06/2014 Datum van inontvangstneming : 13/06/2014 Vertaling C-223/14-1 Datum van indiening: 7 mei 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-223/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Juzgado de Primera Instancia nº 7

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Datum van inontvangstneming : 20/01/2017 Vertaling C-637/16-1 Zaak C-637/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 december 2016 Verwijzende rechter: Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015

Datum van inontvangstneming : 27/07/2015 Datum van inontvangstneming : 27/07/2015 Vertaling C-303/15-1 Zaak C-303/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 juni 2015 Verwijzende rechter: Sąd Okręgowy w Łodzi (Polen) Datum

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-21/17-1 Zaak C-21/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 18 januari 2017 Verwijzende rechter: Nejvyšší soud České republiky

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013

Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Datum van inontvangstneming : 12/07/2013 Vertaling C-319/13-1 Zaak C-319/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 juni 2013 Verwijzende rechter: Thüringer Oberlandesgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017

Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 Datum van inontvangstneming : 07/04/2017 Vertaling C-116/17-1 Zaak C-116/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 7 maart 2017 Verwijzende rechter: Amtsgericht Hamburg (Duitsland)

Nadere informatie

EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET ARTIKEL 1. IDENTITEIT EN CONTACTGEGEVENS VAN DE KREDIETGEVER/KREDIETBEMIDDELAARS

EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET ARTIKEL 1. IDENTITEIT EN CONTACTGEGEVENS VAN DE KREDIETGEVER/KREDIETBEMIDDELAARS EUROPESE STANDAARDINFORMATIE INZAKE CONSUMENTENKREDIET ARTIKEL 1. IDENTITEIT EN CONTACTGEGEVENS VAN DE KREDIETGEVER/KREDIETBEMIDDELAARS Kredietgever Adres Telefoonnummer E-mailadres Webadres : Kedin Consumenten

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Datum van inontvangstneming : 19/04/2013 Vertaling C-121/13-1 Zaak C-121/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 maart 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Wedding (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015

Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Datum van inontvangstneming : 28/12/2015 Vertaling C-618/15-1 Zaak C-618/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 23 november 2015 Verwijzende rechter: Cour de cassation (Frankrijk)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 15/05/2015

Datum van inontvangstneming : 15/05/2015 Datum van inontvangstneming : 15/05/2015 Vertaling C-163/15-1 Zaak C-163/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 april 2015 Verwijzende rechter: Oberlandesgericht Düsseldorf (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Datum van inontvangstneming : 08/05/2017 Samenvatting C-159/17-1 Zaak C-159/17 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013

Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Datum van inontvangstneming : 04/11/2013 Vertaling C-524/13-1 Zaak C-524/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 oktober 2013 Verwijzende rechter: Amtsgericht Karlsruhe (Duitsland)

Nadere informatie

I. Algemeen 1. DijkmansBergJeths Advocaten (hierna: DBJ ) is de handelsnaam van DijkmansBergJeths Advocaten B.V. gevestigd te Eindhoven.

I. Algemeen 1. DijkmansBergJeths Advocaten (hierna: DBJ ) is de handelsnaam van DijkmansBergJeths Advocaten B.V. gevestigd te Eindhoven. Algemene Voorwaarden van DijkmansBergJeths Advocaten I. Algemeen 1. DijkmansBergJeths Advocaten (hierna: DBJ ) is de handelsnaam van DijkmansBergJeths Advocaten B.V. gevestigd te Eindhoven. 2. Deze Algemene

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/07/2019

Datum van inontvangstneming : 09/07/2019 Datum van inontvangstneming : 09/07/2019 Samenvatting C-364/19-1 Zaak C-364/19 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 Datum van inontvangstneming : 20/06/2017 VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN 28. 4. 2017 ZAAK C-255/17 Société AIR FRANCE S.A. [OMISSIS] Roissy Charles de Gaulle, Frankrijk [OMISSIS] verweerster,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 20/09/2016

Datum van inontvangstneming : 20/09/2016 Datum van inontvangstneming : 20/09/2016 Vertaling C-447/16-1 Zaak C-447/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 11 augustus 2016 Verwijzende rechter: Bundesgerichtshof (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017

Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Datum van inontvangstneming : 06/02/2017 Vertaling C-684/16-1 Zaak C-684/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 december 2016 Verwijzende rechter: Bundesarbeitsgericht (Duitsland)

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Datum van inontvangstneming : 09/06/2015 Vertaling C-204/15-1 Datum van indiening: 4 mei 2015 Verwijzende rechter: Zaak C-204/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Augstākā tiesa (Letland) Datum van

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996"

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 7 maart 1996" In zaak C-192/94, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag van de Juzgado de Primera Instancia nr. 10 de Sevilla (Spanje), in

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 OKTOBER 2010 C.09.0563.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0563.N D. W. E., eiser, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Vertaling C-346/13-1. Zaak C-346/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Vertaling C-346/13-1. Zaak C-346/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing Vertaling C-346/13-1 Zaak C-346/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 25 juni 2013 Verwijzende rechter: Hof van Beroep te Bergen (België) Datum van de verwijzingsbeslissing: 7

Nadere informatie