Verkenningen veenweide Analyse van de waterhuishoudkundige inrichting van de Friese veenweidegebieden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verkenningen veenweide Analyse van de waterhuishoudkundige inrichting van de Friese veenweidegebieden"

Transcriptie

1 Verkenningen veenweide 2050 Analyse van de waterhuishoudkundige inrichting van de Friese veenweidegebieden Projectgroep Verkenning Friese Veenweidegebieden Wetterskip Fryslân Mei 2011

2 Inhoudsopgave - Samenvatting van de belangrijkste conclusies over de ontwikkeling van de kosten voor het waterbeheer 3 Inhoudsopgave Inleiding Aanleiding Doelstelling Probleemstelling/vraagstelling Leeswijzer De selectie van de onderzoeksgebieden Inleiding Bodemopbouw Ruilverkavelingen Ontwikkeling van de waterhuishoudkundige inrichting in de Friese veenweidegebieden Inleiding Methode van onderzoek Resultaten gebied De Veenpolders Ontwikkeling gemiddeld waterpeil De Veenpolders Ontwikkeling aantal peilvakken en peilvakgrootte De Veenpolders Resultaten gebied Oldelamer Ontwikkeling gemiddeld waterpeil Oldelamer Ontwikkeling aantal peilvakken en peilvakgrootte Oldelamer Resultaten gebied Hommerts-Oppenhuizen Ontwikkeling gemiddeld waterpeil Hommerts Ontwikkeling aantal peilvakken en peilvakgrootte Hommerts Resultaten gebied Koudum Ontwikkeling gemiddeld waterpeil Koudum Ontwikkeling aantal peilvakken en peilvakgrootte Koudum Representativiteit onderzoeksgebieden Ontwikkeling van de kosten voor het waterbeheer in de Friese veenweidegebieden Inleiding Kengetallen voor kostenberekeningen Kosten Veenweidegebieden situatie Vergelijking met klei- en zandgebieden Kosten Veenweidegebieden situatie Discussie en aanbevelingen

3 Samenvatting van de belangrijkste conclusies over de ontwikkeling van de kosten voor het waterbeheer In de Verkenningen 2050 ligt de nadruk op de ontwikkeling van de waterhuishoudkundige inrichting en de kosten voor het beheer en onderhoud daarvan. De hiermee verkregen inzichten zullen worden gebruikt bij het bepalen van oplossingsrichtingen voor huidige knelpunten.en het opstellen van een lange termijnvisie. De extra kosten voor het waterbeheer die veroorzaakt worden door maaivelddaling in de veenweidegebieden hebben betrekking op: extra peilregulerende kunstwerken ( stuwen, dammen, onderbemalingen etc, ) extra kosten voor het onderhoud van hoogwatersloten ( zomeronderhoud en baggeren ) extra kosten door de noodzaak lokale waterkeringen aan te leggen langs hoogwatervoorzieningen extra kosten voor de aanleg en het onderhoud van boezemwaterkeringen extra energiekosten voor bemaling Voor alle bovengenoemde posten worden ook kosten gemaakt in andere gebieden, waar geen sprake is van maaivelddaling. Het is dus belangrijk goed te kijken naar de omvang en oorzaken van deze extra kosten bij maaivelddaling. Uit de Verkenningen 2050 blijkt hierover het volgende: De jaarlijkse kosten voor peilregulerende kunstwerken en het jaarlijks onderhoud van hoogwatervoorzieningen nemen in het gebied bij Oldelamer (veengebieden zonder kleidek) tot 2050 toe met ca per 1000 ha. Dat is in dit gebied een stijging van 33% voor deze kostenpost en van ruim 3% van de totale kosten voor het waterbeheer in 2010 in dit gebied. In het studiegebied de Veenpolders, waar de veenlaag inmiddels zo dun is dat de versnippering tot stilstand is gekomen en tot 2050 door samenvoeging een kostenreductie mogelijk van ca per 1000 ha. Dat is in dit gebied voor deze kostenpost een afname van 8% en een afname van 1,5% van de totale kosten voor het waterbeheer in In de studiegebieden Hommerts en Koudum (veengebieden met kleidek) nemen de jaarlijkse kosten voor peilregulerende kunstwerken en het jaarlijks onderhoud van hoogwatervoorzieningen tot 2050 toe met ruim 5000 per 1000 ha. Dit wordt veroorzaakt door de hier optredende langdurige maaivelddaling als gevolg van de dikke veenlagen onder de kleiafzetting. Dat is voor deze studiegebieden een stijging van ca. 12% voor deze kostenpost en van ca. 2% van de totale kosten voor het waterbeheer in Een veel grotere stijging van de jaarlijkse kosten vanwege maaivelddaling treedt op door de noodzaak om voor peilhandhaving in de toekomst langs hoogwatervoorzieningen waterkerende stroken aan te leggen en te onderhouden. De kosten hangen nauw samen met de dichtheid van bebouwing ( lintbebouwing versus verspreide bebouwing). In de onderzochte gebieden zullen hiervoor vanaf 2010 jaarlijkse kosten gemaakt moeten worden die in 2050 zijn opgelopen tot gemiddeld per 1000 ha ( variërend van tot ). Dit betreft een nieuwe kostenpost die gemiddeld voor alle veengebieden gelijk is aan de kostenpost voor peilregulerende kunstwerken en ca. 18% bedraagt van de huidige totale kosten voor het waterbeheer in deze gebieden. De door maaivelddaling veroorzaakte extra jaarlijkse kosten vanwege steeds grotere afmetingen van de boezemkeringen bedragen in 2050 gemiddeld per 1000 ha. Dat is een stijging van gemiddeld 15% voor deze kostenpost en van ruim 8% van de totale kosten voor het waterbeheer in 2010 in deze gebieden. Deze stijging is het grootst in de veengebieden met een kleidek. Dit wordt veroorzaakt door de hier optredende langdurige maaivelddaling als gevolg van de dikke veenlagen onder de kleiafzetting. De door maaivelddaling veroorzaakte extra jaarlijkse energiekosten vanwege de groter wordende opvoerhoogte van gemalen bedragen in 2050 gemiddeld 1250 per 1000 ha. De stijging van deze kostenpost varieert van ca. 10% in de Veenpolders waar het veen al grotendeels verdwenen is tot 30% in de veengebieden waar de maaivelddaling de komende

4 decennia doorgaat. De stijging is gemiddeld 0,6% van de totale kosten voor het waterbeheer in 2010 in deze gebieden. Samenvattend gaat het in de onderzochte gebieden om de volgende kostenontwikkeling tot 2050: onderdeel toename van de jaarlijkse kosten in 2050 per 1000 ha toename in % van de kostenpost t.o.v toename in % van de totale kosten voor het waterbeheer t.o.v Peilregulerende kunstwerken en jaarlijks onderhoud hoogwatervoorzieningen tot % tot + 33% - 1,5% tot + 3% 2. lokale keringen langs hoogwatervoorzieningen tot nieuw 18 % 3. grotere afmetingen boezemwaterkeringen % 8% 4. extra energiekosten bemaling % 0,6% Totaal gemiddelde schatiing ca. 30% Er zijn verschillende kostenposten, die in eerste instantie ook met maaivelddaling lijken samen te hangen, maar die daar feitelijk niet aan gerelateerd zijn en die in dezelfde mate kunnen optreden in andere gebieden. Dat geldt voor: 1. versnippering van peilvakken, zoals hierboven genoemd die in alle gebieden optreedt waar tegelijk met omschakeling naar diepere ontwatering in delen van het gebied hogere peilen worden aangehouden. Met name in het greidegebied is dit vaak het geval. 2. kosten voor de aanleg en onderhoud van bemalingen, die overwegend gerelateerd zijn aan de benodigde capaciteit om de piekbelasting bij extreme neerslag af te voeren en die voor alle bemalen gebieden in dezelfde orde van grootte ligt. Deze kostenpost bepaalt in de onderzochte gebieden 15 tot 35 % van de totale kosten voor het waterbeheer 3. aanleg en onderhoud van boezemwaterkeringen, die overwegend bepaald worden door de ter plaatse voorkomende inrichting van het boezemstelsel. In de klei-op-veengebieden (die nooit verveend zijn ) is sprake van een meer vertakt stelsel van boezemvaarten en zijn de kosten voor de boezemwaterkeringen beduidend hoger dan in de ( ooit verveende en ontgonnen) veengebieden zonder kleidek. Ditzelfde geldt voor het greidegebied. Concluderend kan gesteld worden dat in de onderzochte gebieden de toename van de jaarlijkse kosten voor het waterbeheer die gerelateerd zijn aan de voortgaande maaivelddaling in 2050 globaal per 1000 ha hoger zijn dan in Dit is voor deze gebieden een stijging van ca. 30% van de totale kosten voor het waterbeheer t.o.v In deze studie is duidelijk geworden dat we ook in de kleigebieden met veen in de ondergrond rekening moeten houden met extra kosten door maaivelddaling. Het totale gebied waar extra kosten door maaivelddaling zullen ontstaan wordt hier globaal geraamd op ha. Wanneer we de onderzochte gebieden representatief achten voor het Friese veenweidegebied en rekenen met het gemiddelde van de gevonden bedragen dan gaat het bij deze oppervlakte in 2050 om extra kosten die ruim 3-3,5 miljoen per jaar bedragen. 4

5 Met aangepast beleid is het mogelijk de snelheid van maaivelddaling met ca % te vertragen. Dit zou in 2050 een kostenreductie kunnen geven van ca. 1 1,5 miljoen per jaar. Er kan geconcludeerd worden dat er andere kostenposten in het waterbeheer zijn, waarop door aanpassing van het beleid beduidend meer bespaard kan worden dan mogelijk is met beperking van maaivelddaling in de veenweidegebieden. Daarbij moet allereerst gedacht worden aan een beperking van de lengte aan boezemwaterkeringen door een andere inrichting van het boezemstelsel, waarbij gedeelten worden afgekoppeld en bemalen gaan worden, waardoor een lager waterpeil kan worden ingesteld. Het kosten reducerend effect van het verminderen van de lengte aan wateren met een hoger peil dan de directe omgeving ( zoals het geval is bij de boezemvaarten) wordt duidelijk geïllustreerd met de mogelijkheid een grote kostenbesparing te realiseren met een aangepast peilbeleid voor de hoogwatervoorzieningen. Wanneer het peilbeleid wordt aangepast en het waterpeil in de hoogwatervoorzieningen mee daalt met de optredende maaivelddaling in de aangrenzende percelen wordt voorkomen dat in 2050 sprake zou zijn van een kostenstijging van ca. 18% in de kosten van het waterbeheer voor deze gebieden, een jaarlijkse besparing van gemiddeld per 1000 ha. Over het totale gebied van ha worden daarmee voorkomen dat de kosten voor de hoogwatervoorzieningen in 2050 met 2 miljoen per jaar toenemen. 5

6 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De veenweidegebieden kenmerken zich door de daar optredende maaivelddaling. Daardoor zijn voortdurend peilaanpassingen noodzakelijk. De voortdurende noodzaak tot aanpassingen roept het beeld op van een lastig en moeilijk beheersbaar gebied. Ook bij de behandeling van peilbesluiten blijkt dat er vaak sprake is van tegenstrijdige belangen en regelmatig is het voor het waterschap onmogelijk meerdere functies tegelijk goed te bedienen. Er is behoefte aan een duidelijke schets van de feitelijke toestand. Vaak worden beelden gebruikt die onvoldoende zijn gebaseerd op een zorgvuldige analyse van de gegevens uit deze gebieden. Zo is een veel uitgesproken verwachting dat de kosten voor het waterbeheer in de veenweidegebieden in de toekomst zo hoog worden dat ze niet langer maatschappelijk verantwoord zijn. Het is dus nodig de feitelijke gegevens te verzamelen en te analyseren. Een aantal processen zijn eenvoudig te herkennen. Zo noodzaakt maaivelddaling tot de instelling van steeds lagere slootpeilen en grondwaterstanden. Het peilbeheer leidt tot een toename van peilvakken met de daarbij behorende toename van peilregulerende kunstwerken als stuwen, onder- en opmalingen. Er kan schade ontstaan aan houten paalfunderingen van gebouwen en wegen en leidingen kunnen verzakken. Om dit te beperken zijn hoogwatervoorzieningen aangelegd. De voortgaande maaivelddaling maakt regelmatige investeringen noodzakelijk in de inrichting van de veenweidegebieden. In een aantal gebieden gaat dit gepaard met hoge kosten (b.v. extra gemalen, grotere grondbehoefte bij kadeherstel, toenemende lengte van hoogwatervoorzieningen). Bovenstaande ontwikkelingen hebben met elkaar te maken want ze zijn allemaal een afgeleide van het fysieke proces van maaivelddaling in deze gebieden. Dit proces wordt sterk beïnvloed door landgebruik en waterbeheer. Daarbij heeft de waterbeheerder een cruciale rol. Het is dan ook nodig dat vanuit deze verantwoordelijkheid een samenhangend perspectief wordt ontwikkeld op het gewenste waterbeheer in de veenweidegebieden. Omdat het waterbeheer een grote invloed heeft op de gebruiksmogelijkheden van deze gebieden zal de ontwikkeling van een lange termijn perspectief in nauw overleg met de provincie plaatsvinden. Bij de aanpak van bovenstaande knelpunten is een goed inzicht vereist in de eigenschappen en kenmerken van de veenweidegebieden en de ontwikkelingen in het waterbeheer die zich hebben voorgedaan en die voor de toekomst te verwachten zijn. Dit inzicht vormt de noodzakelijke basis om te kunnen werken aan beleidsontwikkeling voor het gebied. 1.2 Doelstelling Het waterschap onderkent het probleem van de voortdurende maaivelddaling in de veenweidegebieden en de gevolgen daarvan voor het peilbeheer en het beheer en onderhoud. Het waterschap wil daarom werken aan de ontwikkeling van een lange termijnvisie voor het waterbeheer in de veenweidegebieden. Daarvoor zijn verschillende studies in gang gezet. Eén van de bouwstenen is een analyse van de ontwikkelingen in de waterhuishoudkundige inrichting van de veenweidegebieden in de afgelopen jaar. Met die kennis kan een inschatting worden gemaakt van de te verwachten inrichting in Het doel van deze studie is om de ontwikkeling van de waterhuishoudkundige inrichting te beschrijven en inzicht te geven in de kosten van beheer en onderhoud voor 2010 en voor de te verwachten situatie in

7 1.3 Probleemstelling/vraagstelling Ten behoeve van dit onderzoek zijn volgende hoofdvragen geformuleerd: 1. Welke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in de waterhuishoudkundige inrichting van de Friese veenweidegebieden in de periode en welke trends kunnen daar voor de toekomst uit worden afgeleid? 2. Wat zijn de kosten voor beheer en onderhoud van de waterhuishoudkundige infrastructuur in 2010 en hoe zullen deze zich naar verwachting ontwikkelen tot 2050? 1.4 Leeswijzer Om deze vragen te beantwoorden zijn vier onderzoeksgebieden geselecteerd. Hoofdstuk 2 gaat nader in op de selectie van de onderzoeksgebieden. In hoofdstuk 3 wordt de methode van onderzoek beschreven en wordt besproken hoe in de onderzochte gebieden de waterhuishoudkundige inrichting in de afgelopen 100 jaar is veranderd. In hoofdstuk 4 wordt de kostenontwikkeling beschreven. Het rapport wordt afgerond met een aantal conclusies en aanbevelingenconclusies welke in hoofdstuk 5 staan weergegeven. Het onderzoek is uitgevoerd door een projectteam van Wetterskip Fryslân, waarin diverse disciplines vertegenwoordigd zijn. Het projectteam is ondersteund door Ingenieursbureau Oranjewoud. 7

8 2. De selectie van de onderzoeksgebieden 2.1 Inleiding De eerste stap in het onderzoek betreft het selecteren van onderzoeksgebieden die voldoende representatief zijn voor de verschillende delen van het veengebied en waarmee een redelijk betrouwbaar totaalbeeld kan worden geschetst. De selectie van onderzoeksgebieden heeft plaatsgevonden door middel van twee criteria namelijk : 1. voldoende verschillen in de bodemopbouw 2. voldoende historische informatie Ad 1. De bodemopbouw is van belang omdat veen zowel in samenstelling als dikte verschilt. In het zuidwesten en midden wordt het veenpakket bovendien afgedekt door een kleilaag met verschillende dikte. (zie paragraaf 2.1). Binnen de veenweidegebieden worden dan ook verschillende bodemtypen onderscheiden. Ad 2. Om te kunnen beschikken over zo volledig mogelijke en recente informatie is gekozen voor gebieden waar enkele decennia geleden een ruilverkaveling is uitgevoerd (zie paragraaf 2.2) Dit zijn belangrijke momenten geweest voor de inrichting van gebieden waarvan vaak veel gegevens bewaard zijn gebleven. 2.2 Bodemopbouw Op basis van de bodemkaart ( waarbij een veenondergrond met een kleidek dikker dan 40 cm niet wordt meegrekend) hebben de Friese veenweidegebieden hebben een totale oppervlakte van ca hectare. De veenweidegebieden vormen een brede strook langs de rand van het Drents plateau. De veengebieden liggen tussen de klei- en zandgebieden in Friesland (zie figuur 2.1) waarbij in het oosten sprake is van uitgeveende voormalige hoogveengebieden ( de z.g. veenpolders, die anno 2011 het diepst liggen ) en waarbij gaande naar het westen de voormalige zeeinvloed te herkennen valt aan een geleidelijk steeds dikker worden kleipakket op de onderliggende veenlagen. Figuur 2.1 De bodemkaart uit het Waterbeheerplan

9 Zoals gezegd is het veen in Fryslân niet overal gelijksoortig qua dikte en opbouw. Ten behoeve van dit onderzoek is de volgende 4-deling gemaakt: 1. veengronden met een dikte van cm 2. diepveengronden met een dikte groter dan 120 cm 3. klei-op-veengronden met een dunne kleilaag, geringer dan 40 cm 4. klei-op-veengronden met een dikke kleilaag groter dan 40 cm 2.3 Ruilverkavelingen Op basis van de Ruilverkavelingswet 1954 is in Nederland in de periode in veel gebiden de inrichting veranderd. Ook in Fryslân hebben diverse ruilverkavelingen en landinrichtingen plaatsgevonden. De betreffende gebieden zijn cultuurtechnisch opnieuw ingericht, waarbij meestal ook de waterbeheersing verbeterd is. Over deze periode is relatief veel documentatie beschikbaar. Daarom zijn in deze studie de ruilverkavelingsgebieden geselcteerd als voorbeelgebieden. Onderzoeksgebieden Op basis van verschillen in bodemtype en beschikbaarheid van gegevens zijn de volgende vier onderzoeksgebieden geselecteerd (alle vier vernoemd naar de daar uitgevoerde ruilverkaveling): 1. Oldelamer 2. Koudum 3. Hommerts-Oppenhuizen 4. De Veenpolders Figuur 2.2 geeft een overzicht van deze vier onderzoeksgebieden. Het is de vraag of deze vier onderzoeksgebieden voldoende representatief zijn om een totaalbeeld te geven van de veengebieden in Fryslân met eenzelfde bodemopbouw. Er is onderzocht of dit werkelijk zo is, wat wordt beschreven in par In onderstaande tabel 2.1 enkele kenmerken van de vier onderzoeksgebieden. Tabel 2.1 Indeling onderzoeksgebieden Bodemsoort/ Ruilverkaveling Grootte Grondgebruik klasse onderzoeksgebied Veen cm De Veenpolders 4200 ha Overwegend grasland Diepveen (> 120 cm) Oldelamer 2200 ha Overwegend grasland < 40 cm klei op veen Hommerts 1490 ha Overwegend grasland cm klei op veen Koudum 2190 ha Overwegend grasland 9

10 Figuur 2.2 De ligging van de geselecteerde ruilverkavelingsgebieden Figuur 2.3 De ligging van de geselecteerde onderzoeksgebieden (selectie binnen de ruilverkavelingsgebieden) 10

11 3. Ontwikkeling van de waterhuishoudkundige inrichting in de Friese veenweidegebieden 3.1 Inleiding Het doel is om uitspraken te doen of een trend weer te geven voor de ontwikkelingen in de waterhuishoudkundige infrastructuur in de Friese veenweidegebieden voor de periode Daarvoor is geïnventariseerd hoe het waterbeheer zich in de vier onderzoeksgebieden in de periode heeft ontwikkeld. Op basis van de gegevens uit deze periode wordt geprobeerd een ontwikkeling te schetsen voor de komende 40 jaar tot In paragraaf 3.2 wordt de methode van onderzoek geschetst, waarna vervolgens de resultaten voor de vier onderzoeksgebieden worden besproken (par. 3.3 t/m 3.6). Par.3.7 gaat in op de representativiteit van de onderzochte gebieden. 3.2 Methode van onderzoek Binnen de ruilverkavelingsgebieden van figuur 2.2. zijn deelgebieden gekozen met een uniforme bodemopbouw. Er zijn gebieden geselecteerd met een grootte van ha. Op basis van kaartmateriaal is vervolgens een analyse gemaakt van het waterbeheer in de vier onderzoeksgebieden. Hierbij zijn data verzameld voor een aantal kenmerken zoals grootte van peilgebieden, waterpeilen, aantal gemalen, aantal stuwen, aantal meters boezemwater, aantal meters hoofdwatergang, etc. De analyse is gedaan voor de periode Deze (lange) periode valt onder te verdelen in twee subperiodes: en De periode is de periode voor de digitalisering van waterschapsgegevens. Van deze periode is alleen 'analoog' kaartmateriaal voorhanden. Door het 'bekijken' van waterstaatskaarten van Fryslân is het waterbeheer geïnventariseerd. Van de waterstaatskaarten zijn vier edities uitgebracht. Daarnaast is gebruik gemaakt van (historische) atlassen en gegevens uit ruilverkavelingsdocumenten. Alle gegevens over te onderzoeken kenmerken zijn handmatig afgeleid van de kaarten. De periode is de periode waarin gegevens over het waterbeheer door het waterschap digitaal zijn opgeslagen. Met behulp van Arc-GIS is een analyse voor de jaren 1993 en 2010 gemaakt. Met de vier edities van de waterstaatskaarten en de twee jaren uit het 'digitale tijdperk' zijn er per onderzoeksgebied ca. 6 ijkpunten beschikbaar. De navolgende paragrafen beschrijven per onderzoeksgebied de geïnventariseerde gegevens. Een belangrijke constatering vooraf is dat de beschikbaarheid van gegevens steeds beter is geworden. Met andere woorden, voor het jaar 1875 zijn aanmerkelijk minder betrouwbare gegevens beschikbaar dan voor het jaar Van de maaiveldhoogtes zijn onvoldoende gegevens gevonden, op basis waarvan een juiste weergave van de maaivelddaling te geven. In dit rapport wordt op basis van de waargenomen waterpeilen afgeleid hoe de ontwikkeling van de maaivelddaling is geweest. 11

12 3.3 Resultaten gebied De Veenpolders Het gebied De Veenpolders ligt ten noordoosten van Heerenveen. Het gebied wordt begrensd door de Nieuwe Vaart, de snelweg A7 en het stroomkanaal. Het gebied is ruim 4200 ha groot. Het gebied is bodemkundig geclassificeerd als veen (dikte veenlaag cm, geen kleidek). De jaren waarvoor gegevens zijn geanalyseerd zijn 1876,1920,1947,1967,1993 en De peilenkaart 2010 van het gebied staat in onderstaande figuur 3.1. Figuur 3.1 Kaart van het onderzoeksgebied De Veenpolders, situatie Ontwikkeling gemiddeld waterpeil De Veenpolders Voor het bepalen van de ontwikkeling van het waterpeil is gekozen voor het gewogen gemiddelde van het aantal bekende waterpeilen in een bepaald jaar. De weging is gebaseerd op de relatieve oppervlakte van elk peilvak, waardoor grote peilvakken zwaarder meewegen in het gemiddelde dan kleine peilvakken. Van latere jaren zijn meer gegevens bekend dan van vroegere jaren. In De Veenpolders zijn peilgegevens beschikbaar van 1920, 1947, 1967, 1975, 1993 en Soms is het moeilijk de waterpeilen met elkaar te vergelijken, omdat de aanduiding door de jaren heen telkens wijzigt. Er wordt gesproken over peil, polderpeil, winterpeil en zomerpeil. Van de laatste twee jaartallen (1993 en 2010) is het winterpeil als uitgangspunt genomen. Figuur 3.2 geeft de ontwikkeling van het gemiddelde waterpeil in De Veenpolders. Hierin is een overwegend neergaande trend te zien van NAP -1,87m tot NAP -2,87 m. Gezien de daling van het waterpeil moet de ontwikkeling van de maaivelddaling min of meer vergelijkbaar zijn geweest. Rond 1947 is een (zeer) geringe stijging te zien. Het waterpeil blijft in de periode vrijwel constant. Tussen 1967 en 1975 daalt het waterpeil zeer snel. De uitvoering van de ruilverkaveling was in dit gebied juist net na 1975, tussen 1976 en Waarschijnlijk zijn vooruitlopend op de uitvoering van de ruilverkaveling reeds diepere peilen ingesteld (diepontwatering). Het waterpeil is in 90 jaar ca. 100 cm gezakt, grofweg 1 cm per jaar. In figuur 3.2 is tevens de verwachte trend tot het jaar 2050 weergegeven. In het gebied de Veenpolders komt door vervening en maaivelddaling naar verwachting nog gemiddeld 25 cm veen voor in de bodem. Dit gegeven gecombineerd met de conclusie dat het waterpeil gemiddeld 1 cm per 12

13 jaar daalt wordt ingeschat dat de daling van het maaiveld nog ca. 25 jaar doorgaat, maar dat de situatie zich daarna stabiliseert In 2050 bedraagt het gemiddelde waterpeil dan ca. NAP -3,10 m. Dit is de verwachting bij ongewijzigd beleid. Gewogen gemiddeld waterpeil Veenpolders (veen cm) Uitvoering ruilverkaveling , m NAP -1,5-2 -2,5-3 Peil (incl. natuurgebieden) Peil (excl. Natuurgebieden) -3,5 Jaar Figuur 3.2 Gewogen gemiddeld waterpeil in de periode in het onderzoeksgebied De Veenpolders Ontwikkeling aantal peilvakken en peilvakgrootte De Veenpolders Het aantal peilvakken en de grootte van peilvakken geeft een beeld van de ontwikkelingen in het waterbeheer. Om de gegevens ut de verschillende jaren ( en ook tussen de onderzoeksgebieden) beter vergelijkbaar te maken wordt in deze studie steeds gewerkt met aantallen per 1000 ha. Onderstaande figuren 3.3 en 3.4 geven een beeld van deze ontwikkeling voor de Veenpolders. In de periode is het aantal peilvakken vrij constant, dit schommelt tussen de 4 en 11 peilvakken. Tussen 1975 en 1993 stijgt het aantal peilvakken sterk, waarschijnlijk ten gevolge van de detailontwatering. Tussen 1993 en 2010 neemt het aantal peilvakken weer iets af. Dit is niet verder onderzocht. Een mogelijke verklaring is dat vanwege de steeds geringer wordende veendikte en het bereiken van de onderliggende zandlaag, de ongelijkheid in maaiveldhoogte afneemt,. Daardoor is het mogelijk peilvakken weer samen te voegen. Ook is het beleid inmiddels meer gericht op het beperken van het aantal peilvakken. 13

14 Aantal peilvakken (1000 ha) Veenpolders (veen cm) Aantal Aantal peilvakken Aantal peilvakken/1000 ha Jaar Figuur 3.3 Aantal peilvakken (per 1000 ha) in de periode in het onderzoeksgebied De Veenpolders Gemiddelde peilvakgrootte Veenpolders (veen cm) Ha Gemiddelde peilvakgrootte Jaar Grafiek 3.4 Gemiddelde peilvakgrootte in de periode in het onderzoeksgebied De Veenpolders In 1876 kende het gebied diverse vijzelwatermolens (10 stuks) en kleine watermolens (26 stuks). Van 1920 tot 1975 werd het gebied door 1 gemaal bemalen, nu in 2010 zijn dat er 6. Wat verder opvalt is een sterke toename van het aantal stuwen, onderhoudsdammen en duikers in Resultaten gebied Oldelamer Het gebied Oldelamer ligt in het zuidoosten van het beheergebied van het waterschap ten westen van Wolvega. Het gebied wordt begrensd door de Tjonger, Schipsloot, Helomavaart en de hoofdweg door Oldelamer. Het gebied is ongeveer 2200 ha groot, waarvan ca. 450 ha natuurgebied is.het gebied Oldelamer is bodemkundig geclassificeerd als diepveen (dikte veenlaag > 120 cm, geen kleidek). De jaren waarvoor gegevens zijn geanalyseerd zijn 1875,1926,1957,1974,1993 en De huidige peilenkaart van het gebied staat in onderstaande figuur

15 Figuur 3.5 Peilenkaart van het onderzoeksgebied Oldelamer, situatie Ontwikkeling gemiddeld waterpeil Oldelamer De ontwikkeling van het waterpeil wordt ook hier weer weergegeven als de verandering van het gewogen gemiddelde van het aantal bekende waterpeilen in een bepaald jaar. Van latere jaren zijn meer gegevens bekend dan van vroegere jaren. Van het waterpeil in Oldelamer zijn geen gegevens bekend uit Het is moeilijk de waterpeilen met elkaar te vergelijken, omdat de aanduiding door de jaren heen telkens wijzigt. Er wordt gesproken over peil, polderpeil, winterpeil en zomerpeil. Van de laatste twee jaren (1993 en 2010) is het winterpeil als uitgangspunt genomen. Onderstaande figuur 3.6 geeft de ontwikkeling van het gemiddelde waterpeil in Oldelamer. Gewogen gemiddeld waterpeil Oldelamer (diepveen > 120 cm) Uitvoering ruilverkaveling ,5 m NAP -1-1,5-2 Peil (incl. natuurgebieden) - Peil (excl. Natuurgebieden) - -2,5-3 Jaar Figuur 3.6 Gewogen gemiddeld waterpeil in de periode voor het onderzoeksgebied Oldelamer 15

16 Bovenstaande figuur 3.6 geeft een duidelijke neergaande trend van NAP -1,16 m in 1926 tot NAP m in 2010, een daling van het waterpeil van meer dan 1 cm per jaar. Gezien de daling van het waterpeil is de ontwikkeling van de maaivelddaling vergelijkbaar geweest. Een duidelijke daling is zichtbaar vanaf In de periode zijn de waterbeheersingswerken van de ruilverkaveling Oldelamer uitgevoerd. De ruilverkaveling ging gepaard met schaalvergroting en diepere ontwatering. De introductie van diepontwatering (met de mogelijkheid voor drainage) verklaart voor een groot deel de sterke daling van het waterpeil. De diepontwatering ging gepaard met het instellen van hoogwatervoorzieningen langs woningen en wegen. In het gebied Oldelamer ligt een aanzienlijke oppervlakte natuur. In natuurgebieden wordt vaak een hoger peil gehandhaafd in verband met natuurdoelstellingen. Wanneer de natuurgebieden worden meegenomen in de analyse dan stijgt het gemiddelde waterpeil weer in Worden de natuurgebieden buiten de analyse gelaten (alleen landbouwgebieden) dan daalt het gemiddelde waterpeil (roze lijn). In deze studie is de analyse zoveel mogelijk gericht op landbouwgebieden omdat die een beter beeld geven van de langjarige trends. In figuur 3.6 is tevens de verwachte trend tot het jaar 2050 weergegeven. Op basis van de conclusie dat het waterpeil gemiddeld 1 cm per jaar daalt en het gegeven dat in Oldelamer op sommige plekken nog diepe veenpakketten voorkomen, wordt ingeschat dat de gemiddelde daling zich de komende 40 jaar voorzet. In 2050 bedraagt het gemiddelde waterpeil dan ca. NAP -2,70 m. Dit is de verwachting bij ongewijzigd beleid Ontwikkeling aantal peilvakken en peilvakgrootte Oldelamer Het aantal peilvakken en de grootte van peilvakken geeft een beeld van de ontwikkelingen in het waterbeheer. Onderstaande figuren 3.7 en 3.8 geven een beeld van deze ontwikkeling. Ook hier geldt net als bij het waterpeil dat er van de jaren 1875 en 1926 minder gegevens voor handen waren. Daarnaast waren met name in 1875 grote delen van het gebied nog niet ingepolderd. Om de gegevens ut de verschillende jaren ( en ook tussen de onderzoeksgebieden) beter vergelijkbaar te maken wordt in deze studie steeds gewerkt met aantallen per 1000 ha. Het algemene beeld is dat tot de uitvoering van de waterbeheersingswerken van de ruilverkaveling (jaar ) de peilvakken klein in omvang waren en dat het aantal peilvakken groter was dan na de ruilverkaveling. Met de uitvoering van de ruilverkaveling daalt het aantal peilvakken per 1000 ha naar 4 en bereikt de gemiddelde peilvakgrootte een maximum van 280 ha. Opvallend is de sterke stijging van het aantal peilvakken tussen 1974 en 1993 en de sterke daling van de gemiddelde grootte in die periode Het is bekend dat in de jaren 80 door het toenmalige waterschap in dit gebied veel vergunningen voor onderbemalingen zijn verleend. Tot 2010 toe neemt het aantal peilvakken weer af en neemt de gemiddelde grootte weer toe. Dit zal bij latere peilbesluiten gebeurd zijn en past in het huidige beleid van het streven naar grotere peilvakken. 16

17 Aantal peilvakken (1000 ha) Oldelamer (diepveen > 120 cm) Aantal Jaar Aantal peilgebieden Peilgebieden/1000 ha Figuur 3.7 Aantal peilvakken (per 1000 ha) in periode in het onderzoeksgebied Oldelamer Het aantal kunstwerken maakt eenzelfde type ontwikkeling door als het aantal peilvakken. Hier is logischerwijze sprake van een sterke correlatie. In de eerste periode na de ontginning van dit veengebied waren veel kunstwerken (windmolens en later (stoom)gemalen) nodig. Met de ontwikkeling van de techniek en de daaruit voortkomende schaalvergroting neemt het aantal kunstwerken weer af. Wanneer tussen 1974 en 993 het aantal peilvakken weer groter wordt, neemt ook het aantal kunstwerken weer toe. Het betreft dan met name stuwen, peilscheidende duikers en onderbemalingen. Wat verder opvalt is een zeer sterke toename van het aantal onderhoudsdammen en duikers. Het grote aantal kunstwerken voor 1950 kan worden verklaard door het feit dat de kunstwerken tot dan toe te weinig capaciteit hadden om grote percelen te kunnen bemalen. Daarnaast was ook de landbouw veel kleinschaliger. Het huidige grote aantal kunstwerken is waarschijnlijk een gevolg van de (ongelijke) maaivelddaling, wat de behoefte aan maatwerk heeft doen toenemen. 17

18 Gemiddelde peilvakgrootte Oldelamer (diepveen > 120 cm) Ha Gemiddelde peilvakgrootte (excl. natuur) Jaar Figuur 3.8 Gemiddelde peilvakgrootte in de periode in het onderzoeksgebied Oldelamer 3.5 Resultaten gebied Hommerts-Oppenhuizen Het gebied Hommert-Oppenhuizen (hierna: Hommerts) ligt ten zuiden van IJlst en Sneek. Het gebied wordt begrensd door de Wijde Wijmerts, Wijnsloot, Het Zouw, Kerksloot Nauwe Wijmerts, Ooster Wijmerts, Prinses Margrietkanaal en Jeltesloot. Het gebied is ca ha groot. Het gebied is bodemkundig geclassificeerd als ' klei op veen met kleidikte geringer dan 40 cm.'. De jaren waarvoor gegevens geanalyseerd zijn: 1873, 1922, 1947, 1972, 1993 en De huidige peilenkaart wordt weergegeven in Figuur 3.9. Figuur 3.9 Peilenkaart van het onderzoeksgebied Hommerts, situatie

19 3.5.1 Ontwikkeling gemiddeld waterpeil Hommerts Het gemiddeld waterpeil betreft het gemiddelde van het aantal bekende waterpeilen in het betreffende jaar. Van latere jaren zijn meer gegevens bekend dan vroegere jaren. Van het waterpeil in Hommerts zijn gegevens beschikbaar uit de onderzochte jaren 1922, 1947, 1972, 1993 en Het is moeilijk de waterpeilen met elkaar te vergelijken, omdat de aanduiding door de jaren heen telkens wijzigt. Er wordt gesproken over peil, polderpeil, winterpeil en zomerpeil. Van de laatste twee jaartallen (1993 en 2010) is het winterpeil als uitgangspunt genomen. Onderstaande figuur 3.10 geeft de ontwikkeling van het gewogen gemiddelde waterpeil in Hommerts. Gewogen gemiddeld waterpeil Hommerts (< 40 cm klei op veen) Uitvoering ruilverkaveling , m NAP -1-1,5 Peil (incl. natuurgebieden) Peil (excl. Natuurgebieden) -2-2,5 Jaar Figuur 3.10 Gemiddeld waterpeil in de periode voor het onderzoeksgebied Hommerts Figuur 3.10 geeft een overwegend neergaande trend van NAP -0,99 m tot NAP -1,92 m. In de periode is een stijging van het gemiddelde waterpeil zichtbaar, van gemiddeld ca. 20 cm. Gezien het geringe oppervlak natuur is dit geen verklarende factor voor deze stijging. Op dezelfde wijze als in Koudum is ook in dit gebied sprake geweest van het inpolderen van voor de boezem liggende gebieden en dit verklaart dat het gemiddeld peil dan wat hoger wordt. Deze polders liggen ook nu nog hoger dan de eerdere polders. Het waterpeil is in 90 jaar ca. 100 cm gezakt, grofweg 1 cm per jaar Opvallend is de sterke daling in de periode Dit is een direct gevolg van de uitvoering van de waterbeheersingsplannen van de ruilverkaveling in de jaren In dit gebied kon sterk ingespeeld worden op de in de jaren 80 in opkomst geraakte diepontwatering met droogleggingen tot 1 meter en soms zelfs meer. Dit maakte het mogelijk om te percelen te voorzien van drainage op een diepte van 80 cm of dieper. In figuur 3.10 is tevens de verwachte trend tot het jaar 2050 weergegeven. Op basis van de constatering dat het waterpeil gemiddeld 1 cm per jaar daalt en het gegeven dat in Hommerts op sommige plekken nog behoorlijke veenpakketten voorkomen, wordt ingeschat dat de gemiddelde daling zich de komende 40 jaar voorzet. In 2050 bedraagt het gemiddelde waterpeil dan ca. NAP - 2,32 m. Dit is de verwachting bij ongewijzigd beleid Ontwikkeling aantal peilvakken en peilvakgrootte Hommerts Onderstaande figuren 3.8 en 3.9 geven een beeld van de ontwikkeling van de grootte van de peilvakken. Van 1873 tot 1947 is een geringe daling van het aantal peilvakken zichtbaar. Vanaf 1972 loopt het aantal peilvakken weer met een grote sprong op richting 1993 met een afnemende groei richting Al vroeg in de 20 e eeuw neemt de gemiddelde peilvakgrootte toe tot 430 ha. Dit blijft constant tot de jaren 50 om vervolgens af te nemen tot ca. 30 hectare. De gemiddelde grootte van 430 ha wordt 19

20 veroorzaakt door 1 groot peilvak (1800 ha) en een aantal kleinere. Dit grote peilvak blijft bestaan tot 1972 en om vervolgens versnipperd te worden. Aantal peilgebieden (1000/ha) Hommerts (< 40 cm klei op veen) Aantal Aantal peilgebieden Aantal peilgebieden/1000 ha Jaar Figuur 3.11 Aantal peilvakken (per 1000 ha) in de periode in het onderzoeksgebied Hommerts Gemiddelde peilvakgrootte Hommerts (< 40 cm klei op veen) Ha Gemiddelde peilvakgrootte Figuur 3.12 Gemiddelde peilvakgrootte in de periode in het onderzoeksgebied Hommerts Het onderzoeksgebied kende door de jaren heen tot 1972 slechts 1 of 2 gemalen voor afwatering op de Friese boezem. Tot 2010 zien we een sterke toename naar 10 gemalen, waarschijnlijk veroorzaakt door individuele wensen voor een betere detailontwatering. Tot 1972 waren er echter nog wel windmolens en vijzelwatermolens ten behoeve van de ontwatering. Wat verder opvalt is een sterke toename van het aantal stuwen, onderhoudsdammen en duikers in

21 3.6 Resultaten gebied Koudum Het gebied Koudum ligt in het uiterste zuidwesten van het beheergebied van het waterschap, ten oosten van Workum bij het Heidenskip. Het gebied wordt begrensd door de Horsa, Klifrak, Lange Vliet, Korte Vliet, Inthiemasloot, Fluessen, Dijkvaart, Nieuwe Vaart en de Koudumervar. Het gebied is ca ha groot. Het gebied is bodemkundig geclassificeerd als '40-80 cm klei op veen'. De jaren waarvoor gegevens geanalyseerd zijn 1873, 1922, 1947, 1972, 1993 en De huidige peilenkaart van het gebied wordt weergegeven in onderstaande figuur Figuur 3.13 Kaart van het onderzoeksgebied Koudum, situatie Ontwikkeling gemiddeld waterpeil Koudum Het waterpeil in Koudum zijn gegevens beschikbaar over de periode Van de laatste twee jaartallen (1993 en 2010) is het winterpeil als uitgangspunt genomen. Onderstaande figuur 3.14 geeft de ontwikkeling van het gewogen gemiddelde waterpeil in Koudum. Figuur 3.14 geeft een diffuus beeld, waarbij wel een neergaande trend zichtbaar is, meer er ook twee perioden zijn dat het gemiddelde waterpeil stijgt, namelijk in de periode en in de periode De neergaande trend ontwikkelt zich van NAP -0,33 in 1873 tot NAP -1,93 in Gezien het geringe oppervlak natuur is dit geen verklarende factor voor één van deze stijgingen. De stijging tussen 1947 en 1972 wordt verklaard doordat er toen veel gebieden die vrij voor de boezem lagen zijn ingepolderd. Deze polders hebben ook nu nog steeds een gemiddeld hoger peil dan de vroegere polders. Over het geheel genomen is het waterpeil in het gebied Koudum in ca. 140 jaar zo n 160 cm gedaald, dus ruim 1 cm per jaar. In figuur 3.14 is tevens de verwachte trend tot het jaar 2050 weergegeven. Op basis van de constatering dat het waterpeil gemiddeld 1 cm per jaar daalt en het gegeven dat in Koudum op sommige plekken nog diepe veenpakketten voorkomen, wordt ingeschat dat de gemiddelde daling zich de komende 40 jaar voorzet. In 2050 bedraagt het gemiddelde waterpeil dan ca. NAP -2,33 m. Dit is de verwachting bij ongewijzigd beleid. 21

22 Gewogen gemiddeld waterpeil Koudum (40-80 cm klei op veen) Uitvoering ruilverkaveling , m NAP -1-1,5 Peil (incl. natuurgebieden) Peil (excl. Natuurgebieden) -2-2,5 Jaar Figuur 3.14 Gemiddeld waterpeil in de periode in het onderzoeksgebied Koudum Ontwikkeling aantal peilvakken en peilvakgrootte Koudum Onderstaande figuren 3.15 en 3.16 geven een beeld van de ontwikkeling van het aantal peilvakken in dit gebied. Het algemene beeld is (figuur 3.15) dat in de eerste 120 jaar ( ) het aantal peilgebieden (per 1000 ha) vrij constant is, ook met de uitvoering van de ruilverkaveling Koudum. In 2010 vindt er een sterke stijging van het aantal peilgebieden plaats. De hiermee samenhangende peilvakgrootte (grafiek 3.16) laat een ontwikkeling zien die hierbij aansluit. Dit houdt waarschijnlijk verband met de detailontwatering die de afgelopen 20 jaar gerealiseerd is. Na de ruilverkaveling zijn bij het waterschap veel verzoeken binnengekomen om de waterhuishouding op perceelsniveau beter te regelen. Ook is hier sprake van zeer verspreid liggende en geisoleerde hoogwatervoorzieningen. Dat deze ontwikkeling naar verdere versnippering niet eerder in de cijfers voorkomt wordt waarschijnlijk deels ook verklaard door een peilbesluit van 1993 dat niet compleet was. Hier waren veel hoogwatervoorzieningen niet in verwerkt. Door de gehele periode heen heeft het gebied Koudum een vrij constant aantal kunstwerken voor bemaling. Met het voortschrijden van de stand der techniek vind wel een ontwikkeling plaats van windmolens naar motorgemalen. Opvallend is de afname van het aantal gemalen van 18 in 1972 naar 3 in Dit heeft vermoedelijk te maken met de uitvoering van de ruilverkaveling die in dit gebied vrij laat is uitgevoerd (afronding 1992). De ruilverkaveling heeft gezorgd voor een schaalvergroting waarbij het aantal gemalen sterk is gereduceerd. Wat hier ook opvalt is sterke toename van het aantal stuwen, onderhoudsdammen en duikers tussen 1993 en Daarnaast kent het gebied vrij veel hoogwatercircuits (ca. 35 km) met de daarbij behorende voorzieningen. Opvallend is dat de hoogwatervoorzieningen in Koudum zeer verspreid voorkomen. Dit in tegenstelling tot De Veenpolders en Oldelamer, waar de circuits linten vormen langs bebouwing en wegen. Dit verschil wordt veroorzaakt door de ontwikkeling van de gebieden. De gebieden Oldelamer en Veenpolders zijn verveend met de daarbij kenmerkende lintbebouwing. Koudum is vanwege de bedekking met een kleilaag niet verveend en in deze gebieden komt de bebouwing veel meer verspreid voor in het landschap. 22

23 Aantal peilvakken (1000 ha) Koudum (40-80 cm klei op veen) Aantal Jaar Aantal peilvakken Aantal peilvakken/1000 ha Figuur 3.15 Aantal peilvakken (per 1000 ha) in de periode in het onderzoeksgebied Koudum Gemiddelde peilvakgrootte Koudum (40-80 cm klei op veen) Ha Gemiddelde peilvakgrootte Jaar Figuur 3.16 Gemiddelde peilvakgrootte in de periode in het onderzoeksgebied Koudum 23

24 3.7 Representativiteit onderzoeksgebieden Het is van belang te weten in hoeverre de geselecteerde onderzoeksgebieden een goede afspiegeling zijn van de verschillende type veengebieden in het beheergebied. Daarvoor is een nadere globale analyse gemaakt van de kenmerken van vergelijkbare gebieden. In onderstaande tabel worden de resultaten daarvan samengevat: Tabel 3.1 Resultaten van de vergelijking van de 4 geselecteerde studiegebieden met andere veengebieden Grootte peilvakken Lengte boezemkeringen (m per 1000 ha) Bodemtype VEENPOLDERS met dun veenpakket Trijegaaster veenpolder zand Haskerveenpolder zand Polder 6e en 7e Veendistrict zand Polder 4e en 5e Veendistrict zand Ontginning veen/zand Veenpolder Ter Idzard zand/veen Noordwolder (veen)polder kleidek Groote Sint johannesgaaster veenpolder zand Groote veenpolder Opsterland en Small. veen Gemiddeld Studiegebied RVK Veenpolders VEENPOLDERS met dik veenpakket Groote veenpolder stellingwerf veen Delfstrahuizen veen Echtener veenpolder veen Polder Oosterzee veen Oldelamer veen Gemiddeld Studiegebied RVK Oldelamer VEENGEBIEDEN met dun kleidek Lemsterpolders veen De Deelen klei op veen Hommerts Jutrijp klei op veen Akmarijp veen Gemiddeld Studiegebied RVK Hommerts VEENGEBIEDEN met dik kleidek Greonterp-Nijhuizum dik klei op veen Sneeker Oudvaart dik klei op veen * Studiegebied RVK Koudum * inclusief kaden langs Oudvaart en opvaarten 24

25 Uit deze vergelijking blijkt het volgende wat betreft de representativiteit van de geselecteerde gebieden: 1. Het studiegebied rvk de Veenpolders is een goed voorbeeld van de meer oostelijk gelegen grootschalige veenpolders van het 4 e en 5 e, resp. 6 e en 7 e veendistrict. Echter, de meeste veenpolders met een dunne (rest-)veenbodem zijn wat kleinschaliger met gemiddeld kleinere peilvakken en met grotere lengten boezemkering per 1000 ha 2. Het studiegebied rvk Oldelamer is wat betreft peilvakgrootte zeer representatief voor de dikkere veengronden. Het studiegebied heeft een wat grotere lengte aan boezemkaden dan gemiddeld voor dit type gebieden. 3. Het studiegebied rvk Hommerts is beduidend sterker versnipperd dan het gemiddelde voor de klei-op-veengebiede met een dun kleidek. De lengte aan boezemkaden is wel representatief. 4. Het studiegebied rvk Koudum geeft voor zowel het aantal peilvakken als de lengte aan boezemkaden iets te hoge waarden voor dit type gebieden. Wanneer we voor het bepalen van gemiddelden voor de 4 type gebieden gaan werken met correctiefactoren voor bovengenoemde afwijkingen, verdwijnt voor wat betreft de mate van versnippering van peilvakken voor een groot deel het onderscheid tussen de 4 type gebieden. De conclusie is dan ook dat voor wat betreft de grootte van peilvakken en de kosten van peilscheidende kunstwerken andere factoren dan de bodemopbouw van veel groter belang zijn. Zo bepaalt de structuur van de bebouwing ( lintbebouwing versus verspreide geïsoleerde bebouwing) in belangrijke mate het aantal peilvakken (i.v.m. hoogwatersloten) evenals het aantal benodigde peilscheidende voorzieningen per peilvak. Verschillen blijven er wel in de lengte aan boezemwaterkeringen, maar die heeft geen relatie met het bodemtype en wordt geheel bepaald door de voorkomende structuur van het boezemstelsel. Deze is in het westen van het beheergebied fijnmaziger dan in het oosten. 25

26 4. Ontwikkeling van de kosten voor het waterbeheer in de Friese veenweidegebieden 4.1 Inleiding Om een lange termijn perspectief voor de Friese veenweidegebieden te schetsen is het belangrijk inzicht te hebben in de kosten van het waterbeheer van deze gebieden. Er wordt algemeen aangenomen dat de veenweidegebieden in Fryslân duurder zijn qua waterbeheer dan de klei- en zandgebieden in deze provincie. Daarnaast wordt verwacht dat binnen de veenweidegebieden de veen- en diepveengebieden duurder zijn dan de klei-op-veengebieden. De kosten zijn gebaseerd op een aantal kengetallen (zie paragraaf 4.2) waarmee de kosten voor de vier studiegebieden zijn bepaald in Euro's per 1000 ha per jaar. Dit is gedaan voor de situatie 2010 (paragraaf 4.3) en de situatie 2050 (paragraaf 4.5). De vergelijking met klei- en zandgebieden (situatie 2010) is terug te vinden in paragraaf Kengetallen voor kostenberekeningen Voor de kostenberekeningen is gebruik gemaakt van een aantal kengetallen namelijk: - arbeidskosten voor onderhoud, bediening kunstwerken en toezicht; - afschrijvingskosten van kunstwerken als stuwen, peilscheidende duikers en onderbemalingen; - afschrijvingskosten van de boezemkaden - afschrijvingskosten en exploitatiekosten van de boezemgemalen; - baggeren van de hoofdwatergangen; - zomeronderhoud aan de hoogwatervoorzieningen Voor bovenstaande kengetallen zijn eenheidsprijzen verzameld die binnen het Wetterskip gangbaar zijn en worden gehanteerd in projecten en andere kostenramingen. Dit leidt tot onderstaande tabel 4.1 Tabel 4.1 Eenheidsprijzen voor kostenberekeningen veen-, klei- en zandgebieden Eenheidsprijzen Arbeidskosten arbeidskosten 72 per uur Kunstwerken - stuwen Kosten aanleg: 15000/st Afschrijving: 25 jaar Kosten/j: 600 * - peilscheidende duikers Kosten aanleg: 1500/st Afschrijving: 15 jaar Kosten/j 100 * - onderbemaling Kosten aanleg 75000/st Afschrijving: 25 jaar Kosten/j: 3000* Baggeren hoofdwatergangen Kosten/m1 0,80 Cyclus: 1/9 jaar Onderhoud HW-circuits 80% van sloten wordt gehekkeld Kosten/m1: 0,31-0,37 Boezemgemalen - afschrijving investering 50000/ha/jaar (uitgaande van norm van 12 mm/d) - energiekosten op basis van kosten gemaakt in 2010 Boezemkaden - klei-akker Kosten/m1: 150 Afschrijving: 50 jaar - klei-gras Kosten/m1: 250 Afschrijving: 40 jaar - veen: polderpeil = NAP -3,00 m Kosten/m1: 350 Afschrijving: 25 jaar - veen: polderpeil = NAP -2,00 m Kosten/m1: 250 Afschrijving: 25 jaar - klei-op-veen: polderpeil = NAP -2,50 m Kosten/m1: 300 Afschrijving: 25 jaar - klei-op-veen:polderpeil = NAP -1,50 m Kosten/m1: 200 Afschrijving: 25 jaar Aanleg kaden HW-circuits Kosten/m1 : 75 Afschrijving: 25 jaar Kosten/m1/j: 3 Zoals aangegeven betreft het voor de kunstwerken alleen de afschrijving op investering bij de aanleg van deze werken. Daarbij is voor de met * aangegeven kosten geen rekening gehouden met rentelasten. Bij een rente van 4% zijn de hier genoemde kosten in werkelijkheid 50% hoger. 26

27 In bovenstaande kengetallen zitten twee posten die in het bemalen deel van het beheergebied van het waterschap een belangrijke kostenpost zijn, namelijk kosten van de boezemkaden en de kosten voor boezemgemalen. Deze kosten komen ook in de niet-veenweidegebieden voor, waarbij de kengetallen voor de verschillende type gebieden overigens wel verschillend zijn. Zoals uit tabel 4.1 blijkt zijn voor de vergelijking tussen veengebieden en klei- en zandgebieden dan ook verschillende eenheidsprijzen gehanteerd. Belangrijk is de constatering dat de afschrijvingskosten op de investering van de bouw van de gemalen in alle gebieden in Fryslân ongeveer gelijk is. De capaciteit is immers gebaseerd op een afvoer van ca. 12 mm dag en die norm geldt praktisch overal. Bij de gemalen is ook gekeken naar de energiekosten, die samenhangen met de totaal uit te malen hoeveelheden water. Globaal bedragen die bij het gebied de Veenpolders het dubbele van de andere drie gebieden, hetgeen een gevolg is van de relatief grote kwelhoeveelheden in deze polder aan de rand van het Drents plateau. 4.3 Kosten Veenweidegebieden situatie 2010 Op basis van de eenheidsprijzen uit tabel 4.1 zijn de kosten voor de vier studiegebieden - Oldelamer, Koudum, Hommerts, Veenpolders - voor de situatie 2010 berekend. Dit is weergeven in onderstaande tabel 4.2. De kosten zijn uitgedrukt in Euro's per 1000 ha per jaar en zijn inclusief BTW. Tabel 4.2 Kosten 2010 voor de vier onderzoeksgebieden in de geselecteerde veenweidegebieden ( /1000 ha/j, incl. BTW) Referentiegebied De Veenpolders Oldelamer Hommerts Koudum Type veenweidegebied Veen cm Diepveen > 120 cm < 40 cm klei op veen cm klei op veen Loonkosten beheer Kunstwerken Baggeren hw-gangen Hoogwatercircuits subtotaal Boezemkaden Hoofdgemalen - afschrijving investering energiekosten Wat opvalt aan tabel 4.2 is: dat de versnippering in Hommerts en Koudum ( beiden zijn klei-op-veengebieden) tot aanmerkelijk hogere kosten leidt dan in de Veenpolders en in Oldelamer (beiden veengebieden). Dit terwijl de verwachting andersom was. Echter, wanneer we corrigeren voor de mate van representativiteit ( zie par. 3.7 ) zijn de verschillen beduidend kleiner. dat het bovengenoemde verschil in kosten met name wordt veroorzaakt door het grote aantal kunstwerken. dat er een zeer sterke relatie is tussen het aantal kunstwerken en de arbeidskosten voor de rayonbeheerder. dat de onderlinge verschillen voor de posten hoofdwatergangen en hoogwatercircuits minimaal zijn en dat deze kosten maar voor een klein deel bijdragen aan de totale kosten. dat de kosten voor de boezemkaden feitelijk de grootste kostenpost vormen. Ten aanzien van de arbeidskosten is het interessant te weten dat gemiddeld over de vier gebieden een rayonbeheerder gemiddeld 50% van zijn tijd kwijt is aan onderhoud en bediening van de 27

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN

PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN PEILVERHOGING IN HET VEENWEIDEGEBIED; GEVOLGEN VOOR DE INRICHTING EN HET BEHEER VAN DE WATERSYSTEMEN JOS SCHOUWENAARS WETTERSKIP FRYSLÂN VEENWEIDE SYMPOSIUM 11 APRIL 2019 OPZET PRESENTATIE 1. Wat is de

Nadere informatie

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE 30-3-2015 1 INTRODUCTIE Andrea Suilen Planvormer bij Wetterskip Fryslân o.a. betrokken bij; Uitvoeringsplan Veenweidevisie Waterbeheersingsprojecten veenweidegebied

Nadere informatie

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen 14.52044 De peilvoorstellen en afwegingen van het ontwerp-peilbesluit voor de Zuid- en Noordeinderpolder worden hier gegeven. Dit ontwerppeilbesluit is opgesteld

Nadere informatie

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Theunis Osinga, Wetterskip Fryslân Wiebe Terwisscha van Scheltinga, Wetterskip Fryslân Johan Medenblik, Provincie Fryslân Leeuwarden,

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Peilbesluit Rietveld 2017

Peilbesluit Rietveld 2017 Peilbesluit Rietveld 2017 Vast te stellen door het algemeen bestuur op 04-10-2017 Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden Titel: Peilbesluit Rietveld 2017 Dm: #1259444 Auteur: Linda Nederlof Datum: juni

Nadere informatie

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard)

Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard. (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Toetsing peilafwijkingen IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard (behorend bij ontwerp peilbesluit IJsselmonde-Oost en Zwijndrechtse Waard) Instemming Dijkgraaf en Heemraden met ontwerp peilbesluit (voor

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Vlietpolder - peilgebied VLP III Vlietpolder

Toelichting partiële herziening peilbesluit Vlietpolder - peilgebied VLP III Vlietpolder Toelichting partiële herziening peilbesluit Vlietpolder - peilgebied VLP III Vlietpolder Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman

Een route naar een. Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling. 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman Een route naar een Programmatische aanpak duurzame veenweideontwikkeling 12 april 2017 Siem Jan Schenk/ Ruud Maarschall Derk Jan Marsman Uitgangspunten Gebiedscommissie Laag Holland (MKBA in 2009) Bodemdaling

Nadere informatie

Omschrijving wijziging

Omschrijving wijziging peilvak code opper vlakte (ha.) Zuidermeer Polder West vigerend peil (m NAP) GA-336 105,5 ZP -2,10 WP -2,25 ZP -2,20 WP -2,35 Groote Warnser- en Zuiderpolder-West GA-346 442,5 ZP -1,40 ZP -1,20 ZP -1,20

Nadere informatie

Notitie. Watersysteem Planvorming en Realisatie. Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder. 14 februari 2013. J.J.

Notitie. Watersysteem Planvorming en Realisatie. Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder. 14 februari 2013. J.J. Aan Wetenschappelijke begeleidingscie gebiedsproces Horstermeerpolder Kopie aan Projectteam Waternet Contactpersoon J.J. Hofstra Doorkiesnummer 020 608 36 14 Onderwerp Analyse van het open water in het

Nadere informatie

Bestuursnota Veenweide. Van reageren naar anticiperen

Bestuursnota Veenweide. Van reageren naar anticiperen Bestuursnota Veenweide Van reageren naar anticiperen Wetterskip Fryslan, versie 5 november 2014 1 Inhoud 1. Inleiding... 4 Aanleiding... 4 Doel van de nota... 4 De te behandelen onderwerpen in de nota...

Nadere informatie

Verslag op hoofdlijnen informatiebijeenkomsten veenweidevisie. Inleiding

Verslag op hoofdlijnen informatiebijeenkomsten veenweidevisie. Inleiding Verslag op hoofdlijnen informatiebijeenkomsten veenweidevisie Inleiding Begin 2015 is door de provincie Fryslân de veenweidevisie vastgesteld. In de visie is als hoofddoel benoemd: een duurzaam ontwikkelingsperspectief

Nadere informatie

Toelichting Peilbesluit Westerhornermolenpolder Polder De Oude Leij

Toelichting Peilbesluit Westerhornermolenpolder Polder De Oude Leij Toelichting Peilbesluit Westerhornermolenpolder Polder De Oude Leij Afbeelding plangebied Datum: 19-1-2017 Status: definitief Wetterskip Fryslân Postbus 36, 8900 AA Leeuwarden Telefoon 058-292 22 22 Fax:

Nadere informatie

Bodemdaling door grondwaterwinning

Bodemdaling door grondwaterwinning Bodemdaling door grondwaterwinning Grondwaterwinning in en nabij Groningen Op de rand van het Drents plateau wordt op een viertal locaties grondwater gewonnen ten behoeve van de drinkwatervoorziening:

Nadere informatie

een onopgelost probleem

een onopgelost probleem Projectendag Kennis voor Klimaat Hotspot ondiepe meren en veenweidegebieden Klimaatverandering en waterkwaliteit een onopgelost probleem Theo Claassen Amersfoort 7 april 2011 Clusterbuien en wateroverlast

Nadere informatie

Toelichting bij de inzending

Toelichting bij de inzending Toelichting bij de inzending Door de diepe ontwatering van de Friese veenweiden oxideert het veen waardoor het maaiveld daalt. Dat proces gaat door zolang de polderpeilen aan het dalende maaiveld wordt

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: Datum:

Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: Datum: Antwoordnota bij zienswijzen op ontwerp peilbesluit Sint Philipsland Documentnummer: 2013026410 Datum: 18-10-2013 Het ontwerp peilbesluit van Sint Philipsland heeft van 27 augustus tot en met 14 oktober

Nadere informatie

Waterbeheer. Semester 3 periode 1, minor water. Docent: E. Jonker. Datum: Gemaakt door: Lútsen Bonekamp. Johannes Woudsma.

Waterbeheer. Semester 3 periode 1, minor water. Docent: E. Jonker. Datum: Gemaakt door: Lútsen Bonekamp. Johannes Woudsma. Waterbeheer Semester 3 periode 1, minor water Docent: E. Jonker Datum: 4-11-12 Gemaakt door: Lútsen Bonekamp Johannes Woudsma Liekele Dijkstra Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1.Inleiding 3 2.Afwatering 4

Nadere informatie

Toelichting GGOR Schieveen

Toelichting GGOR Schieveen Toelichting GGOR Schieveen Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden (AGOR)

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland

Nadere informatie

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd. partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

Nota beantwoording zienswijzen

Nota beantwoording zienswijzen Beantwoording van de ingediende zienswijzen op het Peilbesluit (13.24210) en het Watergebiedsplan (13.23911). Auteur W.J. Nijdam Registratienummer 13.45106 2 1. Milieufederatie Stationsstraat 38 1506 DH

Nadere informatie

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010 Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond 1 januari 2010 Welkom Inleiding doel van de avond Terugkoppelen resultaten Voorstel maatregelen Bespreken resultaten en maatregelen Sluiting (rond 22.00 uur)

Nadere informatie

Advies interim boezempeil

Advies interim boezempeil Advies interim boezempeil Aanleiding, waarom interim boezempeil Sinds 1998 geldt in de boezem een zomerpeil van NAP-0,42 m. en een winterpeil van NAP-0,47m. Het lagere winterpeil is ingesteld om de kans

Nadere informatie

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland Definitief Gemeente Kampen Grontmij Nederland bv Zwolle, 29 november 2005 @ Grontmij 11/99014943, rev. d1 Verantwoording Titel : Bergingsberekeningen

Nadere informatie

factsheets VEENWEIDEVISIE fryslân

factsheets VEENWEIDEVISIE fryslân factsheets VEENWEID VEENWEIDEVISIE fryslân veenweidevisie Het maaiveld in het Friese veenweidegebied daalt. Dit leidt tot allerlei knelpunten, die bij veel mensen nauwelijks bekend zijn. Doordat de daling

Nadere informatie

Toelichting partiële herziening peilbesluit Abtswoude - peilgebied ABW X

Toelichting partiële herziening peilbesluit Abtswoude - peilgebied ABW X Toelichting partiële herziening peilbesluit Abtswoude - peilgebied ABW X Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 1. Inleiding Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte

Nadere informatie

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005) Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005) Registratienummer 12.15043 Datum 20 maart 2012 Samenvatting Aanleiding Door een

Nadere informatie

Effecten van klimaatverandering op maaivelddaling en grondwater- standen

Effecten van klimaatverandering op maaivelddaling en grondwater- standen Effecten van klimaatverandering op maaivelddaling en grondwater- standen in Friesland Theunis Osinga, Wiebe Terwisscha van Schel5nga (we7erskip Fryslân), Johan Medenblik (provincie Fryslân), Peter Jansen

Nadere informatie

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft

Nadere informatie

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder Plangebied Kaart 1 Stichtse Ankeveense Plassen Spiegelplas Poldergrenzen grens Bos Bebouwing Huizenblok Hoofdwegen Regionale wegen e wegen polder Vecht Meeruiterdijkse polder IB2002 1 Kortenhoefse Plassen

Nadere informatie

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII Toelichting op partiële herziening peilbesluit Groeneveldse polder peilgebied XII 1 1. Inleiding Het beheergebied van Delfland heeft een oppervlakte van ruim 38.000 hectare en bestaat uit circa 75 polders

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker

Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker Bijlage I: Raamplan Kern Pijnacker Karakteristiek van het gebied De kern van Pijnacker ligt in twee polders, de Oude Polder van Pijnacker (inclusief Droogmaking) en de Nieuwe of Drooggemaakte Polder (noordelijk

Nadere informatie

Documentnummer AMMD

Documentnummer AMMD MEMO Kopie aan V. Friedrich-Drouville Van H. Meuwese Onderwerp impact aanleg Oeverdijk en peilbeheer Tussenwater op grondwaterstand dijk en achterland Datum 20 december 2016 Inleiding In dit memo is de

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP]

huidig praktijk peil (AGOR) [m NAP] TOELICHTING INDICATIEVE SCENARIOBEREKENING Voor het herstel van de natuur in de N2000 gebieden zijn enkele indicatieve scenarioberekeningen uitgevoerd ter verkenning van het effect op het (kwantitatieve)

Nadere informatie

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen

Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen Samenvatting peilvoorstellen en afwegingen De peilvoorstellen en afwegingen van de ontwerp-peilbesluiten voor de Polder Nieuwkoop en de Polder Nieuwkoop en Noorden worden hier gegeven. Beide ontwerp-peilbesluiten

Nadere informatie

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Lage Abtswoudschepolder Peilgebied V

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Lage Abtswoudschepolder Peilgebied V Toelichting op partiële herziening peilbesluit Lage Abtswoudschepolder Peilgebied V Partiële herziening peilbesluit Cluster Delft - peilgebied V Lage Abtswoudsche polder 1 Inleiding Het beheergebied van

Nadere informatie

WILCK & WIERICKE. Afd. v.». i < f van: Hierbij ontvangt u het ontwerp peilbesluit voor de Polder Steekt/Binnenpolder.

WILCK & WIERICKE. Afd. v.». i < f van: Hierbij ontvangt u het ontwerp peilbesluit voor de Polder Steekt/Binnenpolder. W A T E R S C H A P WILCK & WIERICKE V"" GEMEENTE!p 0ll nng ALPHEN AAN DEN RIJN INGE' r 6 MEI m "V E Gemeentehuis Alphen aan den Rijn t.a.v. ter inzage balie Postbus 13 2400 AA ALPHEN AAN DEN RIJN Afd.

Nadere informatie

Toelichting GGOR Akkerdijksche polder

Toelichting GGOR Akkerdijksche polder Toelichting GGOR Akkerdijksche polder Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt In deze notitie wordt een beeld geschetst van de recente ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting 2. Achtergrond

Nadere informatie

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Opdrachtnummer : 1220128 Opdrachtgever : Wooncorporatie ProWonen Postbus 18 7270 AA BORCULO Coördinaten: X = 218.040 Y = 457.210 Datum : 14 december

Nadere informatie

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding 17 Peilafwijking 17.1 Inleiding Rijnland is als waterbeheerder verantwoordelijk voor het beheer van het waterpeil. In peilbesluiten legt Rijnland vast welk peil in het betreffende gebied door Rijnland

Nadere informatie

Toelichting GGOR polder Berkel

Toelichting GGOR polder Berkel Toelichting GGOR polder Berkel Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen

Kaart 1 Overzichtskaart. Legenda. Duurswold. Veenkoloniën. Hunze. Drentse Aa. Peilbesluit Paterswolde en stad Groningen Duurswold Veenkoloniën Hunze Drentse Aa Peilbesluit en stad Kaart 1 Overzichtskaart 0 500 1.000 2.000 3.000 4.000 Schaal: 1:100.000 Datum: 4-11-2014 O:\Peilbesluit\Pr ojects\_stad groningen\kaarten 1646

Nadere informatie

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens

Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject N381 Drachten Drentse grens Update Geohydrologisch onderzoek wegenproject 381 Drachten Drentse grens Rapportage Auteur: C.H. van Immerzeel 15 oktober 2010 - IDO-Doesburg B.V. 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Uitgangspunten en

Nadere informatie

Reactie op ingediende zienswijze tegen het ontwerp-peilbesluit

Reactie op ingediende zienswijze tegen het ontwerp-peilbesluit NOTA VAN BEANTWOORDING Reactie op ingediende zienswijze tegen het ontwerp-peilbesluit De Wijk 17.066346 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Overzicht zienswijzen... 3 3 Beantwoording zienswijze... 4 Bijlage

Nadere informatie

Bij het indienen van claims kan de afhandeling in vier fases worden onderverdeeld.

Bij het indienen van claims kan de afhandeling in vier fases worden onderverdeeld. MEMO Op 12 november is er toegezegd dat het rapport Onderzoek bodemdaling gemeente Dongeradeel, fase 1 aan de raadscommissie zal worden aangeboden. Dit rapport is in opdracht van de gemeente Dongeradeel,

Nadere informatie

Antwoordnota inspraakreacties ontwerp-watergebiedsplan Zuidelijke veenpolders. versie 14 mei 2018 WFN

Antwoordnota inspraakreacties ontwerp-watergebiedsplan Zuidelijke veenpolders. versie 14 mei 2018 WFN Antwoordnota inspraakreacties ontwerp-watergebiedsplan Zuidelijke veenpolders versie 14 mei 2018 WFN1602928 Inleiding Watergebiedsplan Zuidelijke veenpolders heeft ter inzage gelegen van 23 november 2015

Nadere informatie

Toelichting GGOR Zuidpolder van Delfgauw

Toelichting GGOR Zuidpolder van Delfgauw Toelichting GGOR Zuidpolder van Delfgauw Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west

Nota van Wijzigingen. Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west Nota van Wijzigingen Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp- Watergebiedsplan Holland, Sticht en Voorburg-, Het Honderd- en Breukelerwaard west September 2011 Nota van Wijzigingen Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker

Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker Toelichting GGOR Oude Polder van Pijnacker Inleiding Om het GGOR te kunnen bepalen is de GGOR-systematiek gevolgd (zie figuur 1). Op basis van een analyse met een grondwatermodel zijn de actuele grondwaterstanden

Nadere informatie

Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Peilvak Noortheylaan

Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder. Peilvak Noortheylaan Partiële herziening Peilbesluit Duivenvoordse- en Veenzijdsepolder Peilvak 2.15.1.11 Noortheylaan Archimedesweg 1 postadres: postbus 15 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 03 03 telefax (071) 5 123 91 CORSA

Nadere informatie

Toelichting Peilbesluit Hijlaardermieden

Toelichting Peilbesluit Hijlaardermieden Toelichting Peilbesluit Hijlaardermieden Ligging plangebied Datum: 08-03-2016 Status: Definitief Wetterskip Fryslân Postbus 36, 8900 AA Leeuwarden Telefoon 058-292 22 22 Fax: 058-292 22 23 1 1 INLEIDING...

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt In deze notitie wordt een beeld geschetst van de recente ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting 2. Achtergrond

Nadere informatie

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden

REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden REACTIENOTA zienswijzen Peilbesluit De Onlanden 1. Familie Willems, Roderwolde Functies beekdal Hoger peil toename kwel rand effecten (onkruid / vliegen) Grenzen peilbesluit komen overeen met de vastgestelde

Nadere informatie

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen

Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen Toepassing van onderwaterdrains in stad en land: mogelijkheden en kansen Workshop 1.4 Kennisconferentie Deltaprogramma Jan van den Akker Alterra / Wageningen UR janjh.vandenakker@wur.nl Bodemdaling Component

Nadere informatie

Beheer- en onderhoudsplan Vledders en Leijerhooilanden

Beheer- en onderhoudsplan Vledders en Leijerhooilanden Beheer- en onderhoudsplan Vledders en Leijerhooilanden Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter Van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl

Nadere informatie

Ruimte voor het veen! Zwolle, 24 november 2016 Peter de Ruyter, landschapsarchitect

Ruimte voor het veen! Zwolle, 24 november 2016 Peter de Ruyter, landschapsarchitect Ruimte voor het veen! Zwolle, 24 november 2016 Peter de Ruyter, landschapsarchitect Eerste Laag Boskoop Alle Hosper, landschapsarchitect (1943-1997) Dokkum Leeuwarden Harlingen Drachten Sneek Heerenveen

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Watergebiedsplan Ambachtspolder. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet

Watergebiedsplan Ambachtspolder. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet Watergebiedsplan Ambachtspolder Projectnummer: 91855 (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet Archimedesweg 1 postadres: Corsanummer: 13.66818 postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071)

Nadere informatie

Peilgebied Winterpeil (m t.o.v. NAP) Zomerpeil (m t.o.v. NAP)

Peilgebied Winterpeil (m t.o.v. NAP) Zomerpeil (m t.o.v. NAP) Peilbesluit Walcheren Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie : Waterschap Scheldestromen Officiële naam regeling : Peilbesluit Walcheren Vastgesteld door : Algemene vergadering Registratienummer

Nadere informatie

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D

PROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.

Nadere informatie

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W

De heer D. Verweij. Ambtshalve intrekkingsbesluit. Onderbemalingsvergunning met kenmerk juni 2015 W De heer D. Verweij Datum 2 juni 2015 Casecode W-14.03094 Kenmerk 14.116186 Ambtshalve intrekkingsbesluit Onderbemalingsvergunning met kenmerk 26.04.88.20 Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370

Nadere informatie

Natuur in het Friese veengebied van de toekomst. Eddy Wymenga, Marion Brongers, Wibe Altenburg Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek

Natuur in het Friese veengebied van de toekomst. Eddy Wymenga, Marion Brongers, Wibe Altenburg Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek Natuur in het Friese veengebied van de toekomst Eddy Wymenga, Marion Brongers, Wibe Altenburg Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek Friese veenweidegebied KLEI ZAND 26 mei 2016 Biologiysk Wurkferbân

Nadere informatie

Partiële herziening Peilbesluit Zuid- en Noordeinderpolder: peilvak OR (voormalig peilvak OR OOST)

Partiële herziening Peilbesluit Zuid- en Noordeinderpolder: peilvak OR (voormalig peilvak OR OOST) Partiële herziening Peilbesluit Zuid- en Noordeinderpolder: peilvak OR-4.12.1.17 (voormalig peilvak OR-4.12.1.3-OOST) Onderdeel van Watergebiedsplan Nieuwkoop eo. Corsanummer: 17.112673 Archimedesweg 1

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

AGENDA TOEKOMSTBESTENDIG WATERBEHEER

AGENDA TOEKOMSTBESTENDIG WATERBEHEER AGENDA TOEKOMSTBESTENDIG WATERBEHEER 2 INHOUDSOPGAVE Project Toekomstbestendig waterbeheer 5 1. Methodiek TBW 7 2. Pilot Greidhoeke 8 3. Pilot Tsjonger en De Lende 10 4. Dialoog met het gebied 11 5. Vervolg

Nadere informatie

Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek

Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek Situatie Nieuw-Schoonebeek Nieuw-Schoonebeek ligt in het zuidoosten van de gemeente Emmen, ten oosten van Schoonebeek. Het dorp bestaat overwegend

Nadere informatie

VERKENNEND ONDERZOEK WATERHUISHOUDING ZUIDWENDING ANALYSE EN MAATREGELEN CONSORTIUM AARDGASBUFFER ZUIDWENDING WATERSCHAP HUNZE EN AA'S

VERKENNEND ONDERZOEK WATERHUISHOUDING ZUIDWENDING ANALYSE EN MAATREGELEN CONSORTIUM AARDGASBUFFER ZUIDWENDING WATERSCHAP HUNZE EN AA'S VERKENNEND ONDERZOEK WATERHUISHOUDING ZUIDWENDING ANALYSE EN MAATREGELEN CONSORTIUM AARDGASBUFFER ZUIDWENDING WATERSCHAP HUNZE EN AA'S maart 2005 110204/NA5/083/000525/010 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Aanpak

Nadere informatie

Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid. September 2015

Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid. September 2015 a Reactienota zienswijze over het ontwerpprojectplan Restontwerpen fase 1 IJsseldelta-Zuid September 2015 2 Inhoudsopgave I. Onderwerp... 5 II. Toelichting... 5 III. Zienswijzen en beantwoording... 6 IV.

Nadere informatie

Allereerst zal per deelgebied een analyse gemaakt worden. Deze worden aan het eind samengevoegd tot een totaal beeld.

Allereerst zal per deelgebied een analyse gemaakt worden. Deze worden aan het eind samengevoegd tot een totaal beeld. Factsheet Algemeen: Deze factsheet is een document waar randvoorwaarden en uitgangspunten zijn opgenomen die in het gebiedsproces naar voren komen. Deze zijn uitgewerkt naar concrete uitwerkingen en voorstellen.

Nadere informatie

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Nieuwe of Drooggemaakte polder peilgebied VIII

Toelichting op partiële herziening peilbesluit Nieuwe of Drooggemaakte polder peilgebied VIII Toelichting op partiële herziening peilbesluit Nieuwe of Drooggemaakte polder peilgebied VIII Toelichting partiële herziening peilbesluit Nieuwe of Drooggemaakte polder - peilgebied VIII 1 Inleiding Het

Nadere informatie

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel

Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Gemeente Goirle projectnr. 219713 revisie 3.0 12 juli 2010 Opdrachtgever Gemeente Goirle Afdeling Realisatie en beheer Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave

Nadere informatie

Projectplan Holsdiek Orvelte

Projectplan Holsdiek Orvelte Projectplan Holsdiek Orvelte Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer: 088 2331200 Datum:

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1 Kaarten Waterbelangen DM: 303052 1 Wateropgaven 2015 / 2027 Kaart 1. Gebieden met een WB21 wateropgave In 2005 is een studie wateropgave uitgevoerd (conform

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2001

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2001 Dienst Landelijk Gebied Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2001 Inleiding. In deze notitie wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van de agrarische grondprijzen

Nadere informatie

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 Sparrenheuvel, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Zevende ronde ICT Benchmark Gemeenten 2011 3 1.2 Waarom

Nadere informatie

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied uit: Riet Moens / Bouwrijp maken http://team.bk.tudelft.nl/publications/2003/earth.htm Uit: Standaardgidsen (1999) 1.7.3 Uitwerking voor stedelijke functies De

Nadere informatie

Ontwerp peilbesluit Rietveld 2017

Ontwerp peilbesluit Rietveld 2017 Ontwerp peilbesluit Rietveld 2017 Vast te stellen door het algemeen bestuur op 2017 Verantwoording Titel: Document nummer: Afdeling: Peilbesluit Rietveld 2017 DM 892353 Ontwikkeling,

Nadere informatie

Nota beantwoording zienswijzen

Nota beantwoording zienswijzen Beantwoording van de ingediende zienswijzen op het Peilbesluit (13.24510) en het Watergebiedsplan (13.24514). Auteur W.J. Nijdam Registratienummer 13.44837 2 1. LTO Noord Noordmeer 1 1151 CW Broek in Waterland

Nadere informatie

Legger Wateren. tekstuele deel

Legger Wateren. tekstuele deel Legger Wateren tekstuele deel januari 2015 Inhoud Bepalingen Legger Wateren 5 1. Algemene bepalingen 5 Artikel 1. Begripsomschrijvingen 5 2. Onderhoudsplichtigen 6 Artikel 2.1. Onderhoudsplichtigen van

Nadere informatie

Maatregelen en voorontwerp Peilbesluit Walcheren. 5 september 2017

Maatregelen en voorontwerp Peilbesluit Walcheren. 5 september 2017 Maatregelen en voorontwerp Peilbesluit Walcheren 5 september 2017 Luc Mangnus (Dagelijks bestuurslid - waterschap Scheldestromen) WELKOM Doel Informeren over de maatregelen en het voorontwerp peilbesluit;

Nadere informatie

Hierbij ontvangt u ons antwoord met een kopie van de schriftelijke vragen van de heer Snoek.

Hierbij ontvangt u ons antwoord met een kopie van de schriftelijke vragen van de heer Snoek. Gemeenteraad Postbus 41 3417 ZG MONTFOORT Uw kenmerk: Zaaknummer: 405794 Onderwerp: Artikel 39 vragen PAK oplopende kosten veenbodemdaling : Datum verzending: 2 8 FEB. 20)7 Geachte raadsleden, Op 5 januari

Nadere informatie

Plangebied. Watergebiedsplan Bethunepolder. Kaart 1. Sloot Zes. Zeldenrustwetering. Veenderijsloot oost. Westelijke Veenkadesloot

Plangebied. Watergebiedsplan Bethunepolder. Kaart 1. Sloot Zes. Zeldenrustwetering. Veenderijsloot oost. Westelijke Veenkadesloot ± Plangebied Kaart 1 A Gemalen Hoofdwateren Sloot Zes Veenderijsloot oost Zeldenrustwetering Eerste Dwarssloot noord Veenderijsloot west Westelijke Veenkadesloot Tweede Dwarssloot noord A Kleine Tocht

Nadere informatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons

Nadere informatie

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen.

Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en oppervlaktewaterpeilen. Blad 95 van 127 Bijlage E: Peilvakken en de gewenste grond- en en. Zie ook de bijgevoegde Peilvakkenkaart op A0. Afweging en uitgangspunten peilenplan Terwolde De belangrijkste afweging bij de totstandkoming

Nadere informatie

Watergebiedsplan Verenigde Groote en Kleine Polders. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.

Watergebiedsplan Verenigde Groote en Kleine Polders. Projectnummer: (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5. Watergebiedsplan Verenigde Groote en Kleine Polders Projectnummer: 92855 (Ontwerp)projectplan op basis van artikel 5.4 van de Waterwet Archimedesweg 1 postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071)

Nadere informatie

Bijlage VIII - Land- en tuinbouw Provincie Noord-Brabant

Bijlage VIII - Land- en tuinbouw Provincie Noord-Brabant Westelijke Langstraat Bijlage VIII - Land- en tuinbouw Provincie Noord-Brabant 11 maart 2019 Project Opdrachtgever Westelijke Langstraat Provincie Noord-Brabant Document Bijlage VIII - Land- en tuinbouw

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018 In gesprek over het water(peil) in De Haak, Zegveld en alternatieven voor het toekomstig waterpeil Programma Welkom

Nadere informatie