Nat. Droog. Onderhoudsniveau s H Hoog B Basis L Laag

Transcriptie

1 regionale aan-/afvoerleiding lokale aan-/afvoerleiding EVZ met multifunctioneel peilbeheer landbouwwatergang in natuurgebied landbouwwatergang ruime landbouwwatergang water onder invloed van riooloverstort watergang in bebouwd gebied ruim(e) water(gang) in bebouwd gebied eigen terrein bij gemaal/stuw/sluis reg. aan- /afvoerleiding lok. aan- /afvoerleiding EVZ met multifunct. PB landbouwwg in nat.geb. landbouwwg Definitief maart 2004 Onderhoudsniveau s H Hoog B Basis L Laag 1 Nat Droog Nat profiel (opp.+ onder water) H H B B B B H B L - Waterbodem B B B B B B B B B - Kunstwerken H H B B B B B B B - Drijfvuil B B H H B H B H H H Onderhoudspad H H B B B B B H H B Onbeschoeid H H H B H B H H H - Licht beschoeid H H H L H H H H L - Zwaar beschoeid/ kade H H H H H H H H H - Zwerfvuil B B H H B H B H H H

2 NAT PROFIEL Bedekkinggraad nat profiel: - meer dan 50% aangesloten schoon van bodemwortelende vegetatie (waaronder waterpest); - meer dan 50% aangesloten schoon van drijvende waterplanten. Drijflaag wateroppervlak: - algen- en kroosbedekking Meer dan 50% aaneen-gesloten schoon; - algen en kroos verwijderen bij stankoverlast. De wateraan- en afvoer wordt niet belemmerd. reg. aan-/afvoerleiding lok. aan-/afvoerleiding water o.i.v. rioolov. Enige begroeiing toegestaan binnen het nat profiel met waterbodemwortelende planten, zoals waterpest. De wateraan- en afvoer wordt nergens belemmerd. 2 Het nat profiel bevat het wateroppervlak en het watervolume wat zich onder het oppervlak bevindt. NAT PROFIEL Bedekkinggraad nat profiel: - Meer dan 30% EVZ met multifunct. PB landbouwwg in nat.geb. landbouwwg ruime landbouwwg wg in beb. gebied aaneengesloten schoon van bodemwortelende vegetatie (waaronder waterpest); - Meer dan 30% schoon van drijvende waterplanten. Drijflaag wateroppervlak: - algen- en kroosbedekking Meer dan 20 % aaneen-gesloten schoon; - algen en kroos verwijderen bij stankoverlast in bebouwde omgeving. Het nat profiel is deels begroeid met waterbodemwortelende planten, zoals waterpest. De wateraan- en afvoer wordt in geringe mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. Bij uitvoering van maaiwerkzaamheden is een betere wateraan- en afvoer waarneembaar. 3

3 4 NAT PROFIEL Bedekkinggraad nat profiel: - Meer dan 10% aaneengesloten schoon van bodemwortelende vegetatie (waaronder waterpest); - Meer dan 10% schoon van drijvende waterplanten. Drijflaag: - algen- en kroosbedekking Meer dan 10% aaneen-gesloten schoon; - algen en kroos verwijderen bij hinderlijke stankoverlast in bebouwde omgeving. De wateraan- en afvoer wordt in enige mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. ruime wg in beb. gebied Het nat profiel is begroeid met uitgegroeide beplanting, waaronder waterpest en andere waterbodemwortelende planten. De wateraan- en afvoer wordt duidelijk zichtbaar belemmerd, waarbij peilverschillen zichtbaar zijn. Na uitvoering van maaiwerkzaamheden is een duidelijk waterstroming waarneembaar. WATERBODEM Baggerdikte: - bodembreedte > 3 meter: dikte van de baggerlaag minder dan 20 cm t.o.v. binnenonderkant duiker (bok); - bodembreedte 3 meter: dikte van de baggerlaag minder dan 10 cm t.o.v. bok. De wateraan- en afvoer wordt niet belemmerd. schone waterbodem. Baggerdikte: - bodembreedte > 3 meter: dikte van de baggerlaag tussen 20 en 30 cm t.o.v. binnenonderkant duiker (bok); - bodembreedte 3 meter: dikte van de baggerlaag tussen 10 en 20 cm t.o.v. bok. De wateraan- en afvoer wordt in geringe mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. Alle watergangen Enigszins begroeide waterbodem. Onderhoudsstaat: - bodembreedte > 3 meter: dikte van de baggerlaag niet meer dan 50 cm t.o.v. bok - bodembreedte 3 meter: dikte van de baggerlaag meer dan 20 cm t.o.v. bok De wateraan- en afvoer wordt in geringe mate belemmerd, maar nergens over de gehele breedte van het profiel. Begroeide waterbodem, waarbij het baggerslib voorkeursstromen veroorzaakt. 5 Voor de waterbodem is de dikte van de sliblaag (=baggerdikte) van belang. Deze kan gemeten worden door de sliblaag te meten ten opzichte van de binnenonderkant duiker (bok) van de aanwezige duikers.

4 Technisch en verzorgend onderhoud Technisch en verzorgend onderhoud 6 (KLEINE) KUNSTWERKEN reg. aan-/afvoerleiding lok. aan-/afvoerleiding Schade (gaten, scheuren, rotting en verzakkingen ) per kunstwerk < 10%; Verzorging: - graskanten zijn bijgemaaid; - rondom gemalen, stuwen en inlaten gras niet hoger dan 40 cm; - bestrating: voegbreedte < 2 cm. geen hoogteverschillen Duikers: > 75% schoon van doorstroom-profiel; Roosters: > 90% schoon; Kunstwerk ziet er schoon en netjes uit, waarbij geen of weinig schade zichtbaar is. De technische staat van kleine kunstwerken in de watergangen of onder onderhoudspaden (duikers met of zonder rooster en krooshekreinigers) wordt beoordeeld op duidelijk waarneembare schade en veiligheid. Onder schade worden gaten, scheuren, rotting en verzakkingen verstaan. (KLEINE) KUNSTWERKEN EVZ met multifunct. PB landbouwwg in nat.geb. Schade (gaten, scheuren, landbouwwg rotting en verzakkingen ) ruime landbouwwg per kunstwerk 10-25%; water o.i.v. rioolov. Verzorging: wg in beb. gebied - graskanten en voegen zijn ruim(e) wg in beb.geb. enigszins overgroeid; eigen terrein bij kwk - rondom gemalen, stuwen en inlaten gras niet hoger dan 60 cm; - bestrating: voegbreedte maximaal 5 cm. beperkte hoogteverschillen toegestaan Duikers: > 50% schoon van doorstroom-profiel; Roosters: > 60% schoon; Geringe ruimte tussen duikerelementen toegestaan, mits geen lekstromen ontstaan. 7 Kunstwerk ziet er goed uit, ondanks enkele beschadigingen. De beschadigingen hebben echter geen negatief effect op de wateraan- en afvoer.

5 Verzorgend onderhoud Technisch en verzorgend onderhoud (KLEINE) KUNSTWERKEN Schade (gaten, scheuren, rotting en verzakkingen ) per kunstwerk > 25%; Verzorging: - graskanten en voegen zijn volledig overgroeid; - rondom gemalen, stuwen en inlaten gras niet hoger dan 70 cm; - bestrating: voegbreedte maximaal 8 cm; hoogteverschillen toegestaan; Duikers: > 25% schoon van doorstroom-profiel; Roosters: > 30% schoon; Geringe lekstromen vanwege ruimte tussen duikerelementen toegestaan. 8 Kunstwerk ziet er onverzorgd uit, en de wateraan-en afvoer wordt in hoge mate belemmerd. Bestrating vertoont verzakkingen en reparaties zijn met ander materiaal en in een ander kleur uitgevoerd. DRIJFVUIL Een strook of gebied(je) waar niet of nauwelijks vuil drijft. (NLS- schoonheidsgraad 4) schoon. Een strook of gebied(je) waar incidenteel een beetje vuil drijft. (NLS- schoonheidsgraad 3) matig schoon. EVZ met multifunct. PB landbouwwg in nat.geb. ruime landbouwwg wg in beb. gebied ruim(e) wg in beb.geb. eigen terrein bij kwk reg. aan-/afvoerleiding lok. aan-/afvoerleiding landbouwwg water o.i.v. rioolov. Geen Een strook of gebied(je) waar veel beheercluster vuil in het water drijft. (NLSschoonheidsgraad 2) vuil en rommelig. 9 Drijfvuil bestaat voornamelijk uit verpakkingsmateriaal zoals blikjes en plastic of papieren zakken. Daarnaast kan ook organisch vuil voorkomen, bestaande uit bladeren en takken. Drijfvuil vervuilt niet alleen bodem, grondwater, sloten en

6 ONDERHOUDSPAD reg. aan-/afvoerleiding lok. aan-/afvoerleiding wg in beb. gebied ruim(e) wg in beb.geb. Geen sporen dieper dan 50 mm t.o.v. normale profiel; Gesloten grasmat, kale plekken max. 5 m 2 ; Geen houtachtige opslag; Het maaibeeld geeft zicht op kort gras (max. 40 cm hoog) wat gelijkmatig gemaaid is over de hele breedte van het onderhoudspad; Rond obstakels is bijgemaaid en graskanten zijn niet overgroeid; De onkruiddruk voor het omliggend gebied is minimaal. Het onderhoudspad is kort gemaaid en toont een egaal beeld zonder diepe kuilen. 10 Onderhoudspaden hebben als doel de watergang op een veilige en economische wijze te onderhouden. ONDERHOUDSPAD EVZ met multifunct. PB landbouwwg in nat.geb. landbouwwg ruime landbouwwg water o.i.v. rioolov. eigen terrein bij kwk Geen sporen dieper dan 100 mm t.o.v. normale profiel; Gesloten grasmat, kale plekken max. 10 m 2 ; Geen houtachtige opslag; Het maaibeeld geeft zicht op redelijk kort gras (max. 60 cm hoog) wat in landbouwgebied gelijkmatig gemaaid is over de hele breedte van het onderhoudspad. Buiten landbouwgebied zijn - buiten de maaibreedte - grassen en onkruid toegestaan met een hoogte van maximaal 70 cm; Enkele obstakels zijn niet bijgemaaid en graskanten zijn enigszins overgroeid; De onkruiddruk is enigszins merkbaar. 11 Het onderhoudspad wordt gemaaid en toont een egaal beeld zonder diepe kuilen.

7 ONDERHOUDSPAD Geen sporen dieper dan 150 mm t.o.v. normale profiel; Gesloten grasmat, kale plekken max. 20 m 2 ; Houtachtige opslag komt sporadisch voor; Het gras is niet kort en gelijkmatig gemaaid. Buiten de maaibreedte staan uitgegroeide en uitgebloeide grassen en onkruid; Propvorming door maaisel en grasresten veroorzaken schade aan het grasveld (kale plekken); Bij obstakels wordt gras langdurig niet meegemaaid en graskanten zijn structureel overgroeid; Onkruiddruk is sterk merkbaar. 12 Het onderhoudspad wordt nauwelijks gemaaid en toont een onrustig beeld met diepe kuilen. ONBESCHOEID reg. aan-/afvoerleiding lok. aan-/afvoerleiding EVZ met multifunct. PB Afwijking in leggerprofiel: Landbouwwg ruime landbouwwg (int.zijde) - bodembreedte en taludhelling voldoen minstens aan leggerprofiel. water o.i.v. rioolov. wg in beb. gebied ruim(e) wg in beb.geb. Een groter profiel is toegestaan minder dan 5 m 1 per 100 m 1 is afgekalfd; geen vegetatie - in de vorm van hoog gras of onkruiden - aanwezig langs de oever. Verzorgd beeld zonder ingezakte taluds. Taluds en onderhoudspad zijn op een veilige en goede manier toegankelijk voor iedereen. 13 Onbeschoeide oevers kunnen een nadelige invloed hebben op de beeldkwaliteit van een watergang door bijvoorbeeld afkalving. Als gevolg van deze afkalving kan vegetatie ontbreken. Deze afkalving is ook nadelig voor het behoud van het watervoerend profiel, welke behouden moet worden vanwege de waterberging. Hiervoor zijn de bodembreedte en taludhelling van groot belang.

8 ONBESCHOEID Afwijking in leggerprofiel: - bodembreedte maximaal 20% - taludhelling maximaal 1: 1½ landbouwwg in nat.geb. ruime landbouwwg (ext.zijde) minder dan 10 m 1 per 100 m 1 is afgekalfd, waarbij minder dan 5 m 1 aangesloten is afgekalfd; pleksgewijze vegetatie - in de vorm van hoog gras of onkruiden van maximaal 30 cm hoog - aanwezig langs de oever. Rustig beeld, overeenkomstig de omgeving. Taluds en onderhoudspad zijn op een veilige manier toegankelijk voor onderhoudsmaterieel. 14 ONBESCHOEID Afwijking in leggerprofiel: - bodembreedte maximaal 45% - taludhelling maximaal 1: 1 minder dan 20 m 1 per 100 m 1 is afgekalfd, waarbij minder dan 10 m 1 aangesloten is afgekalfd; veel vegetatie - in de vorm van hoog gras of onkruiden hoger dan 30 cm - aanwezig langs de oever. Rommelig en onverzorgd beeld. Talud en maaipad kunnen onbetrouwbaar zijn om machinaal te onderhouden. 15

9 LICHT BESCHOEID alle watergangen, behalve - landbouwwg in nat.geb. - ruime landbouwwg - ruim(e) wg in beb.geb. Onderhoudsstaat: - Scheefstand: max. 5 m 1 per 100 m 1 is schever dan de rest; - Bij gaten in de beschoeiing is max. 5 m 1 per 100 m 1 beschadigd; - Spoelgaten: max. 5 m 1 per 100 m 1 is weggespoeld achter beschoeiing; - Rotting of beschadiging van palen en/of planken is niet waar te nemen. Er is geen vegetatie (hoog gras of onkruiden) zichtbaar langs of tussen de beschoeiing wat hoger is dan de beschoeiing. Verzorgd beeld met goede technisch staat. 16 Beschoeide oevers zijn noodzakelijk voor behoud van het watervoerend profiel van een watergang. Een slechte staat kan de duurzame instandhouding van een oever nadelig beïnvloeden, met als gevolg dat het watervoerend profiel en een goede staat van het bovenliggend talud en onderhoudspad/ maaiveld in gevaar brengen. LICHT BESCHOEID Onderhoudsstaat: - Scheefstand:5 tot 15 m 1 per 100 m 1 is schever dan de rest; - Bij gaten in de beschoeiing is 5 tot 15 m 1 per 100 m 1 beschadigd; - Spoelgaten: 5 tot 15 m 1 per 100 m 1 is weggespoeld achter beschoeiing; - Rotting: 5 tot 15 m 1 per 100 m 1 van de beschoeiing is verrot of beschadigd. Vegetatie (gras of onkruiden van max. 30 cm hoog) wat hoger is dan de beschoeiing, is pleksgewijs zichtbaar langs of tussen de beschoeiing. Rustig beeld met redelijke technisch staat. Taluds en onderhoudspad zijn op een veilige manier toegankelijk voor onderhoudsmaterieel. 17

10 LICHT BESCHOEID landbouwwg in nat.geb. ruim(e) wg in beb.geb. Onderhoudsstaat: - Scheefstand: minder dan 50 m 1 per 100 m 1 is schever dan de rest; - Bij gaten in de beschoeiing is minder dan 50 m 1 per 100 m 1 beschadigd of ontbreekt; - Spoelgaten: minder dan 50 m 1 per 100 m 1 is weggespoeld achter beschoeiing; - Rotting: minder dan 50 m 1 per 100 m 1 van de beschoeiing is verrot of beschadigd. Er is veel hoge vegetatie (gras of onkruiden van max. 70 cm) zichtbaar langs of tussen de beschoeiing. 18 Rommelig beeld met slechte technisch staat.. Het talud is daardoor instabiel waardoor veel grond achter de beschoeiing wegzakt. Een aanwezig onderhoudspad is nog wel op een veilige manier toegankelijk voor onderhoudsmaterieel. ZWAAR BESCHOEID alle watergangen Onderhoudsstaat: - Scheefstand: max. 5 m 1 per 100 m 1 is schever dan de rest; - Bij gaten in de beschoeiing is max. 5 m 1 per 100 m 1 beschadigd; - Spoelgaten: max. 5 m 1 per 100 m 1 is weggespoeld achter beschoeiing - Rotting van materialen is niet waar te nemen. Verzorging: max. 5 m 1 per 100 m 1 van beschoeiing of damwand is bedekt met vegetatie (gras of onkruiden van max. 30 cm hoog). Verzorgd beeld met goede technisch staat. 19 Zwaar beschoeide kades of damwanden zijn dominant zichtbaar in de omgeving, en worden gezet ter bescherming van belangrijke infrastructurele werken (kanalen/ wegen). Een slechte staat kan de duurzame instandhouding nadelig beïnvloeden. Een goede verzorging houdt in dat deze in goede conditie, schoon en netjes is.

11 ZWAAR BESCHOEID Onderhoudsstaat: - Scheefstand:5 tot 15 m 1 per 100 m 1 is schever dan de rest; - Bij gaten in de beschoeiing is 5 tot 15 m 1 per 100 m 1 beschadigd; - Spoelgaten: 5 tot 15 m 1 per 100 m 1 is weggespoeld achter beschoeiing; - Rotting: maximaal 5 tot 15 m 1 per 100 m 1 van de beschoeiing is verrot Verzorging: max. 10 m 1 per 100 m 1 van beschoeiing of damwand is bedekt met vegetatie (gras of onkruiden van max. 40 cm hoog). Rustig beeld met redelijke technisch staat. 20 ZWAAR BESCHOEID Onderhoudsstaat: - Scheefstand: m 1 per 100 m 1 is schever dan de rest - Bij gaten in de oeverbescherming is minder dan 50 m 1 per 100 m 1 beschadigd of ontbreekt - Spoelgaten: minder dan 50 m 1 per 100 m 1 is weggespoeld achter de oeverbescherming - Rotting: minder dan 50 m 1 per 100 m 1 van de beschoeiing Verzorging: max. 20 m 1 per 100 m 1 van beschoeiing of damwand is bedekt met hoge vegetatie (gras of onkruiden van 70 cm hoog). 21 Rommelig beeld met slechte technisch staat.. De beschoeiing of wand staat scheef en is incompleet waarbij veel zichtbare beschadigingen en spoelgaten voorkomen. Rotting van palen en/of planken komt veelvuldig voor.

12 Verzorgend onderhoud Zwerfvuil Een strook of gebied(je) waar niet of nauwelijks zwerfvuil voor komt. (NLS-schooheidsgraad 4) schoon. EVZ met multifunct. PB landbouwwg in nat.geb. ruime landbouwwg wg in beb. gebied reg. aan- /afvoerleiding lok. aan- Een strook of gebied(je) waar incidenteel een beetje vuil waarneembaar /afvoerleiding is. (NLS-schooheidsgraad 3) landbouwwg matig schoon. Een strook of gebied(je) waar regelmatig veel vuil waarneembaar is. (NLS-schooheidsgraad 2) 22 vuil en rommelig. Zwerfvuil is 'afval dat door mensen bewust of onbewust is weggegooid of achtergelaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op die plaatsen is terecht gekomen.' Zwerfvuil is storend voor elke omgeving. Aanwezig zwerfvuil vervuilt niet alleen bodem, grondwater, sloten en plassen, het kan ook schade veroorzaken aan het onderhoudsmaterieel. Beschrijving onderhoudsniveaus maart 2004 Jan van der Laan