Dun. Toelichting gezondheidsaspecten aanvraag omgevingsvergunning Locatie: Frankenstraat 2, 5089 NE Haghorst TER INZAGE. Ulicoten,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dun. Toelichting gezondheidsaspecten aanvraag omgevingsvergunning Locatie: Frankenstraat 2, 5089 NE Haghorst TER INZAGE. Ulicoten,"

Transcriptie

1 Dun A d v i e s Ruimtelijke ordening Bouwkunde Milieukunde Ontwerp Toelichting gezondheidsaspecten aanvraag omgevingsvergunning Locatie: Frankenstraat 2, 5089 NE Haghorst Ulicoten, Kenmerk: TJ/06035.D024 In deze notitie wordt een toelichting gegeven op de effecten van de ontwikkeling van de veehouderij op de volksgezondheid. Hiervoor is de Handreiking veehouderij en volksgezondheid als richtlijn gehanteerd. Afhankelijk van de ligging van het bedrijf in de omgeving kan een advies worden aangevraagd bij de GGD met betrekking tot de ontwikkeling. In de Handreiking is hiervoor een stappenplan opgenomen. Het opvragen van een advies bij de GGD is volgens het stappenplan nodig indien: - de veehouderij binnen 250 meter van de bebouwde kom of een specifiek gevoelig object is gelegen. Met een specifiek gevoelig object worden scholen, kinderdagverblijven of verzorgingstehuizen bedoeld. Burgerwoningen in het buitengebied zijn niet aan te merken als een specifiek gevoelig object. - er na de ontwikkeling sprake is van een overbelasting met betrekking tot geur of een significante toename van concentratie fijnstof (PM10). Een significante toename is een toename van meer dan 1,2 ug/m 3. - er op de veehouderij bedrijfsmatig geiten worden gehouden - er sprake is van het gecombineerd houden van varkens en pluimvee - de afstand tussen inrichtingsgrenzen van een varkensbedrijf en een pluimveebedrijf minder dan 100 meter bedraagt - er sprake is van mestbewerking als nevenactiviteit bij de veehouderij of zelfstandige activiteit - bij omwonenden sprake is van ongerustheid over de volksgezondheid als gevolg van veehouderijen Voor onderhavig initiatief is het wel nodig om een advies bij de GGD aan te vragen. Onderhavige locatie is namelijk een (melk-)geitenhouderij in het buitengebied van de gemeente Hilvarenbeek. Om een zorgvuldige advisering van de GGD mogelijk te maken is in deze notitie de 'Ontvankelijkheid voor gezondheidstoets' ingevuld. TER INZAGE 1

2 Ontvankelijkheid voor gezondheidstoets Dit document beschrijft de informatie die Bureau GMV nodig heeft om een advies te kunnen opstellen over de gezondheidsaspecten die de gemeente moet meewegen in haar considerans van vergunningaanvragen voor veehouderij. Deze informatie is gebaseerd op het 'Aanvullend toetsingsinstrument' 1 dat Bureau GMV heeft ontwikkeld samen met de gemeenten Oirschot, Reusel-De Mierden en Gemert-Bakel. Hiermee kunnen gezondheidsaspecten worden afgewogen bij besluitvorming over individuele veehouderijbedrijven. Het eindresultaat is een maatschappelijk gedragen en wetenschappelijk onderbouwd toetsingsinstrument bestaande uit een checklist met verschillende gezondheidskundige criteria waarop bedrijfsuitbreidingen van veehouderijen beoordeeld kunnen worden. Voor het doel van dit document zijn de gezondheidskundige criteria opgesplitst in 'toetsingscriteria' en 'maatregelen'. De tabellen 'toetsingscriteria' beschrijven de gegevens waarvoor gezondheidskundige advieswaarden worden gehanteerd. In de kolom toelichting staat een korte uitleg over de relevantie voor volksgezondheid. Voor een uitgebreide onderbouwing kunt u het aanvullend toetsingsinstrument raadplegen. De tabellen 'maatregelen' bevatten de maatregelen die in het toetsingskader vermeld staan. Om advies uit te kunnen brengen he eft bureau GMV graag inzichtelijk wat een ondernemer voor maatregelen met betrekking tot gezondheid toepast op het bedrijf. Dit kan de ondernemer laten zien door middel van een beschrijving van deze maatregelen, en een korte toelichting waarom dergelijke maatregelen wel of niet toegepast zijn. De tabellen 'maatregelen' kunnen hier richting aan geven. 1 Aanvullend toetsingsinstrument. Een risico-inventarisatie en -evaluatie voor gezondheid bij veehouderij. Nijdam, et.al, Pagina 2 van 51

3 Algemeen Toetsingscriteria algemeen Toelichting Invullen door ondernemer 1 Welke diersoort(en) worden bedrijfsmatig gehouden?» Vergunde (huidige) situatie» Aangevraagde (toekomstige) situatie Als er meerdere diersoorten op één bedrijf zijn kan dit een risico vormen voor de verspreiding van zoönosen. Dit voor zowel de vergunde als aangevraagde situatie. In de huidige situatie worden er bedrijfsmatig enkel geiten op het bedrijf gehouden, in de beoogde situatie wordt het bedrijf uitgebreid met een stal voor het houden van dezelfde diersoort. 2 Wat is de omvang van het bedrijf (in dieraantallen)?» Vergunde (huidige) situatie» Aangevraagde (toekomstige) situatie Het is in het kader van dier- en volksgezondheid belangrijk om te weten hoeveel dieren er op een bedrijf (beroepsmatig) gehouden worden, en of er sprake is van een toe- of afname in dierenaantallen ten opzichte van de vergunde situatie. Voor de locatie is een vergunning verleend voor het houden van geiten ouder dan 1 jaar, 360 opfokgeiten van 61 dagen tot één jaar en 200 opfokgeiten en afmestlammeren tot en met 60 dagen. In de beoogde bedrijfsopzet worden er 292 stuks geiten ouder dan één jaar en 64 stuks opfokgeiten tot één jaar méér gehouden op het bedrijf. 3 Wat zijn de afstanden van het bedrijf tot nabijgelegen gevoelige bestemmingen?» Vergunde (huidige) situatie» Aangevraagde (toekomstige) situatie 4 Hoe is het bedrijf gelegen ten aanzien van gevoelige bestemmingen (kaart van de omgeving)? Tot gevoelige bestemmingen worden gerekend woningen (niet zijnde bedrijfswoningen), scholen, zorginstellingen, etc. Het RIVM (Maassen, 2012) concludeert dat door toenemende afstand verdunning van agentia in het milieu plaats vindt waardoor blootstelling lager wordt. Het hanteren van een bepaalde afstand tussen veehouderijbedrijf en woningen heeft daardoor een gunstig effect op de blootstelling van omwonenden aan geur, fijn stof, endotoxinen en zoönotische agentia. Bureau GMV vraagt om een kaart van de omgeving, omdat zo de ligging van het bedrijf ten opzichte van gevoelige bestemmingen en andere veehouderijen inzichtelijk wordt. In de beoogde bedrijfsopzet bedraagt de afstand van de stallen tot de dichtstbijzijnde woning ca 81 meter. Dit is een woning gelegen in het buitengebied (Lage Haghorst 19). De dichtstbijzijnde bebouwde kom (Haghorst) is gelegen op een afstand van circa 700 meter. Door de gewenste ontwikkeling neemt de afstand van de emissiebron tot de omliggende woningen af omdat er sprake is van centrale afzuiging aan de achterzijde van de stal (westzijde). Een kaart van de omgeving is opgenomen in de Bijlage 2. Pagina 3 van 51

4 Geur Gezondheidseffecten Geur kan verschillende gezondheidseffecten oproepen bij de mens: (ernstige) hinder, verstoring van gedrag en activiteiten en stress gerelateerde somatische gezondheidsklachten (bijvoorbeeld hoofdpijn). Het meest voorkomende en beschreven (gezondheids)effect van geur is (ernstige) hinder. De beoordeling van geur is subjectief en individueel bepaald. Hoe hinderlijk mensen een geur vinden hangt onder meer af van de aangenaamheid, de duur, frequentie en intensiteit van de geur. Ook de gewenning, het tijdstip en de vermijdbaarheid van de blootstelling spelen hierbij een belangrijke rol. Uiteraard beïnvloeden ook persoonsgebonden eigenschappen de ervaren hinder. Of de hinder ook tot andere gezondheidsklachten leidt, is persoonsgebonden en afhankelijk van de persoonlijke 'stressverwerking' ofwel 'coping'. Toetsingscriteria Het uitgangspunt van Bureau GMV is dat het recht op het verspreiden van geur samen dient te gaan met de verantwoordelijkheid om te werken volgens het ALARA-principe: 'as low as reasonably achievable'. Daarnaast hanteert Bureau GMV bij de beoordeling van geur gezondheidskundige adv ieswaarden. De maximaal toegestane geurbelasting is (uitgedrukt als effectmaat) maximaal 120/0 hinder in bebouwde kom (overeenkomend met redelijke goede milieukwaliteit conform bijlage 6/7 wgv) en maximaal 20 O hinder in het buitengebied (boven 200 is sprake van een (tamelijk) slechte milieukwaliteit conform bijlage t/7 WGV). Uit de tabel in bijlage 6/7 van de wet geurhinder en veehouderij kan afgeleid worden welke geurbelasting dan nog acceptabel is afhankelijk van het gebiedstype (concentratie of niet concentratiegebied) en afhankelijk of het gaat om voorgrond- of achtergrondbelasting. Toetsingscriteria geur Toelichting Invullen door ondernemer 1 Overzichtstabel van geur (voorgrond en achtergrond) voor omliggende gevoelige bestemmingen (binnen 2 km)» Voor de vergunde (huidige) situatie» Voor de aangevraagde (toekomstige) situatie 1a In de overzichtstabel van geur moeten in ieder geval de volgende gegevens aanwezig zijn: Wat is de voorgrondbelasting geur (in OU/m 3 ) op de hoogst belaste gevoelige bestemmingen in het buitengebied en Met een overzichtstabel kan Bureau GMV direct zien wat de huidige geurbelasting is en wat de geurbelasting zal zijn in de aangevraagde situatie. Met de tabel wordt inzichtelijk welke gevoelige bestemmingen betrokken zijn, en hoe de geurbelasting (voor zowel voor- als achtergrond) verandert voor iedere gevoelige bestemming. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen de belasting in de woonkern en het buitengebied. De waarden worden getoetst aan de gezondheidskundige advieswaarden zoals door de GGD gehanteerd. De voorgrondbelasting is de geurbelasting die de veehouderij veroorzaakt bij de omliggende gevoelige bestemmingen. Het is voor Bureau GMV belangrijk Van de huidige vergunde situatie en beoogde bedrijfsopzet is een geurberekening gemaakt. De invoergegevens en rekenresultaten zijn als Bijlage 3 toegevoegd. In onderhavige situatie is sprake van een afname van geurbelasting op alle omliggende woningen. In Bijlage 3 is een overzichtstabel van de vergunde en Pagina 4 van 51

5 woonkern?» Voor de vergunde (huidige) situatie» Voor de aangevraagde (toekomstige) situatie om de voorgrondbelasting mee te nemen, omdat deze hinder kan veroorzaken bij omwonenden. De mate van hinder kan ingeschat worden op basis van de berekende geurbelasting. Om het verschil in de voorgrond geurbelasting in de huidige versus de aangevraagde situatie inzichtelijk te krijgen, dient deze voor beide situaties aangeleverd te worden. beoogde situatie weergegeven. In de huidige situatie bedraagt de voorgrondbelasting maximaal 14,0 oue/m 3. Deze belasting wordt berekend op een woning in het buitengebied (Lage Haghorst 19). In de beoogde situatie bedraagt voorgrondbelasting op deze woning 10,0 oue/m 3. Er is derhalve sprake van een afname van 4,0 oue/m 3. In de bebouwde kom is de depositie in de beoogde situatie het hoogste op de Emmerseweg 29. In de huidige situatie bedraagt de voorgrondbelasting maximaal1,1 oue/m 3 en in de uitgangssituatie is sprake van een voorgrondbelasting van 0,9 oue/m 3. Er is derhalve sprake van een afname van 0,2 oue/m 3. 1b Wat is de achtergrondbelasting geur (in OU/m 3 ) op de hoogst belaste gevoelige bestemmingen in het buitengebied en woonkern?» Vergunde (huidige) situatie» Aangevraagde (toekomstige) situatie Met de achtergrondbelasting wordt de cumulatieve geurbelasting bedoeld. Alle veehouderijen uit de omgeving dragen hier aan bij. Ook de achtergrondbelasting kan hinder veroorzaken. De mate van hinder kan ingeschat worden op basis van de berekende geurbelasting. De relatie tussen de geurbelasting is verschillend voor de voorgrond- en achtergrondbelasting. Ook voor de achtergrondbelasting is het nodig om voor zowel de vergunde als de aangevraagde situatie de geurbelasting aan te leveren. De gewenste ontwikkeling voldoet in de beoogde situatie op alle omliggende geurgevoelige objecten aan de gemeentelijke geurverordening. In de vergunde situatie is dit niet het geval. In onderhavige locatie neemt de geurbelasting op alle omliggende geurgevoelige objecten af. In de Bijlage 3 is een overzichtstabel weergegeven met de vergunde en beoogde achtergrondbelasting. De achtergrondbelasting bedraagt op de dichtstbiiziinde woning in de huidige situatie 14,50 oue/m 3. In de beoogde situatie is de achtergrondbelasting op deze woning 10,62 oue/m 3. In de beoogde situatie neemt de geurbelasting af met 3,88 oue/m 3. Uit de berekeningen die gemaakt zijn om de cumulatieve geurbelasting op omliggende woningen te berekenen blijkt dat één punt overbelast is. Dit overbelaste punt is de Emmerseweg 23 te Haghorst. Deze woning is op grote afstand gelegen van Pagina 5 van 51

6 onderhavig bedrijf. De provincie Noord-Brabant heeft in de Vr 2014 ontwikkelingsmogelijkheden voor veehouderijen opgenomen waarin sprake is van een overbelasting. Hierbij wordt bepaald of een bedrijf substantieel bijdraagt aan de overbelasting. Voor onderhavige situatie blijkt dat de ontwikkeling aan de Frankenstraat 2 te Haghorst niet substantieel bijdraagt omdat de ontwikkeling niet bij de bedrijven hoort die 800 of meer bijdragen aan de overbelasting. Daarnaast wordt als voorwaarde gesteld dat de voorgrondbelasting op het overbelaste object niet mag toenemen op voorgrondbelasting. In onderhavige situatie is geen sprake van een toename t.o.v. de vergunde situatie. Er is sprake van een afname. Derhalve kan geconcludeerd worden dat de beoogde bedrijfsopzet voldoet aan de regels uit de Verordening ruimte * Voor diersoorten waarvoor geen geuremissienormen zijn vastgesteld kan de tabel Toetsingscriteria niet worden ingevuld. Maatregelen Er zijn verschillende maatregelen mogelijk om de geuremissie te beperken. Door de vragen uit de tabel te beantwoorden kan de ondernemer aangeven en onderbouwen welke maatregelen worden genomen binnen het bedrijf. Indien er extra maatregelen worden genomen die niet in de lijst vermeld staan, kunnen deze natuurlijk worden toegevoegd. Maatregelen geur Aanvullende informatie Invullen door ondernemer 1 Wat is de verandering in de geurbelasting (in OU/m 3 ) die plaatsvindt ten gevolge van de ontwikkeling? Indien er toename in geurbelasting plaatsvindt, wordt dan vermeld:» Hoeveel extra blootgestelden er zijn?» Of deze blootgestelden in de woonkern of het buitengebied wonen?» Of er (compensatie)maatregelen worden genomen? Uitgangspunt van Bureau GMV is dat het recht op het verspreiden van geur samen dient te gaan met de verantwoordelijkheid om te werken volgens het ALARA-principe: 'as low as reasonably achievable'. Indien de geurbelasting redelijkerwijs niet verder verlaagd kan worden, vraagt Bureau GMV om een beschrijving van de maatregelen die de ondernemer neemt om de In de gewenste situatie is sprake van een afname in geurbelasting t.o.v. de vergunde situatie. De maatregelen die getroffen zijn om de geurbelasting ten positieve te veranderen betreffen het verplaatsen van het emissiepunt waardoor de afstand tot omliggende woningen wordt vergroot, het verhogen van de uittreedsnelheid en het verhogen van de emissiepunthoogte. Pagina 6 van 51

7 geurbelasting van zijn bedrijf zo laag mogelijk te houden. 2 Is er sprake van emissiearme huisvesting en stalinrichting?» Zo ja, welk type?» Zo nee, waarom niet? Voor geitenhouderijen zijn geen emissiearme huisvestingsystemen beschikbaar. Maatregelen specifiek voor gesloten stalsystemen 3 Zijn de emissiepunten geplaatst aan die zijde van het gebouw waarmee omwonenden het minst belast worden? 4 In hoeverre kan de schoorsteenhoogte (verder) verhoogd worden om zo geuroverlast te verminderen? Het is mogelijk dat de emissie uit de schoorsteen door gebouwinvloed onvoldoende opstijgt, en daardoor in de directe omgeving van het bedrijf veel geuroverlast veroorzaakt, ondanks eerdere geurberekeningen. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat de ondernemer aan alle vergunningen voldoet, maar er desondanks toch geuroverlast ontstaat. In het algemeen geldt dat gebouwinvloed geen rol speelt als de schoorsteen 2,5 keer zo hoog is (vanaf maaiveld) als de hoogste obstakels of gebouwen in de omgeving. 2 De GGD adviseert daarom in knelpuntsituaties om de gebouwinvloed mee te nemen in de berekeningen en vooral om ook de mogelijkheden te onderzoeken van het (verder) verhogen van de schoorsteenhoogte. Deze uitgebreidere modellering biedt meer inzicht in de lokale verspreiding van geur en biedt inzicht in mogelijke knelpunten. Zie vorige punt. Invullen door ondernemer De emissiepunten zijn zo ver mogelijk van de dichtstbijzijnde woningen geplaatst. Om de verspreiding zo gunstig mogelijk te maken is reeds rekening gehouden met de uitvoering van het ventilatiesysteem. Doordat er sprake is van een hoge uitlaatopening en een hoge uitstroomsnelheid wordt de geurbelasting naar de omgeving beperkt. Verdere verhoging van de uitlaatopening is ruimtelijk niet gewenst. 5 In hoeverre zijn lokale geografische aspecten (gebouwinvloed) meegenomen voor het bepalen van de geuroverlast? (zoals de relatie met gebouwhoogte en ligging van het bedrijf t.o.v. de bebouwing in relatie tot de heersende windrichting in beeld in de geurmodellering) Voor de berekening van de geurverspreiding is gebruik gemaakt van het programma V-stacks. In dit rekenprogramma wordt rekening gehouden met de gebouwinvloeden, meteorologie en terreinruwheid. 6 Loopt de ventilatie-uitstroom verticaal in plaats van Een verticale uitstroom zorgt ervoor dat geur en Om de verspreiding zo gunstig mogelijk te 2 Voor meer informatie zie Infomil: 0/ invloed van/ Pagina 7 van 51

8 horizontaal? 7 Is de opslag brijvoeder en bewerking brijvoeder/bijvoerkeuken aangesloten op een aparte luchtwasser?» Zo ja, welk type luchtwasser?» Zo nee, waarom niet? 8 Wordt er gebruik gemaakt van technieken die maximale emissiereductie brengen, en waarom wel/niet? 9 Worden BBT ook ingezet voor de bestaande (nietemissiearme) gebouwen (in plaats van intern salderen), en waarom wel/niet? 10 Is het mogelijk een sluis aan te brengen en onderdruk te creëren bij het openen van de deuren, en waarom wel/niet? 11 Wordt de inzet en het gebruik van de luchtwassers inzichtelijk gemaakt, met behulp van computergestuurde monitoringsystemen, en waarom wel/niet? Inzichtelijk maken van de inzet en gebruik van luchtwassers, met behulp van computergestuurde monitoringsystemen. Maatregelen specifiek voor diersoorten waar geen emissiefactoren zijn vastgesteld 12 Welke afstanden worden aangehouden bij de ontwikkeling met dieren zonder (wettelijke) emissiefactor? Wordt er voldaan aan de afstanden uit de Maatlat Duurzame veehouderij, en waarom wel/niet? Communicatie omgeving 13 Hoe worden activiteiten (zoals mestrijden/mixen) aangekondigd bij de bewoners in de lokale omgeving? fijn stof zich meer verspreidt in de omgeving t.o.v. horizontale uitstroom. Vraag advies over de effectiviteit luchtwassers. In de praktijk blijkt tevens dat in brijvoercomponenten een ander soort bacterie voorkomt die een negatieve invloed kan hebben op de werking van de bacteriën in een biologische luchtwasser. Gevolg is dat de geur vanuit de dierverblijven niet meer of minder wordt gereduceerd. Er zijn inmiddels veel technieken beschikbaar die verder reduceren dan de BBT die vallen onder het besluit huisvesting. Maakt het bedrijf gebruik van dergelijke technieken? De luchtwasser dient 1000 van de tijd te voldoen. Elektronische monitoring van nieuwe luchtwassers is wettelijk verplicht per Voor bestaande luchtwassers per Afstanden houden geen rekening met cumulatie van meerdere bedrijven. Bij grote veehouderijen (bv 150 of meer melkkoeien) een grotere vaste afstand aanhouden. maken is reeds rekening gehouden met de uitvoering van het ventilatiesysteem. Bij de centrale uitstroming is sprake van een verticale uitstroming Er wordt op het bedrijf geen brijvoer gebruikt. Voor de reductie van geur zijn in de geitenhouderij geen geschikte technieken beschikbaar. N.v.t. Om de ventilatie van de stallen zo optimaal mogelijk te houden is het niet wenselijk om deuren open te laten staan. Er worden geen luchtwassers geplaatst. n.v.t. Vanuit het bedrijf wordt geen mest uitgereden of gemixt. Verder wordt de mest gedurende de gehele opslagperiode Pagina 8 van 51

9 14 Hoe worden afspraken gemaakt over activiteiten, zoals tijdstippen van uitrijden mest en rekening houden met weersomstandigheden? 15 Wat voor een klachtenprotocol heeft het bedrijf?» Is de ondernemer het aanspreekpunt voor (geur)klachten, en waarom wel/niet? 16 Wordt er bij aanhoudende klachten samen met de gemeente een klachtenanalyse uitgevoerd (met bijbehorend onderzoek, bijvoorbeeld geurrendementsmetingen, elektronische monitoring en eventuele optimalisatie die daarin mogelijk is)? Door het uitvoeren van een klachtenanalyse wordt duidelijk wat mensen als hinderlijk ervaren (beleving van omwonenden) en zijn gerichtere maatregelen mogelijk. afgedekt opgeslagen op de achterzijde van het erf op een zo groot mogelijke afstand tot omliggende woningen. De bijbehorende vervoersactiviteiten vinden plaats in de dagperiode. Er is derhalve geen sprake van pieken van geur. Het uitmesten van de stallen wordt zoveel mogelijk met regenachtig weer uitgevoerd. Dit ook om verwaaiing van stof te voorkomen. Bij klachten vanuit omwonende is de ondernemer altijd bereid om in gesprek te gaan en de klacht op te lossen (indien mogelijk). Voor de beoogde bedrijfsopzet zal een vergunning worden verleend door de gemeente Hilvarenbeek. In deze vergunning zijn voorschriften opgenomen om te garanderen dat wordt voldaan aan de geurnormen. Indien er klachten zijn kan worden bekeken hoe de klacht kan worden voorkomen. Pagina 9 van 51

10 Fijn stof Gezondheidseffecten Veehouderijen leveren een belangrijke bijdrage aan verhoging van fijn stofbelasting zowel regionaal als lokaal. In de nabijheid van veehouderijbedrijven zijn verhoogde concentraties endotoxinen gemeten die tot effecten op de luchtwegen kunnen leiden 3. Of dergelijke blootstelling ook leidt tot specifieke effecten op de gezondheid van omwonenden is zeer beperkt onderzocht. Deze studies wijzen met name op het meer voorkomen van zelf gerapporteerde klachten van luchtwegen, verminderd welbevinden, acute klachten van ogen, neus en bovenste luchtwegen gerelateerd aan aanwezigheid van veehouderijbedrijven of hogere blootstelling aan fijn stof of endotoxinen. Toetsingscriteria De norm voor PM10 ligt op 40 ug/m 3 en maximaal 35 overschrijdingsdagen met een belasting van 50 ug/m 3. Zoals de Gezondheidsraad ook concludeert, is deze norm voor PM10 niet een goede parameter om de blootstelling van veehouderijbedrijven te toetsen. Bovendien treedt ook onder de PM10-norm gezondheidseffecten op. Daarom hanteert Bureau GMV in dezen het voorzorgbeginsel en acht elke significante toename van de bijdrage van het bedrijf aan PM10 concentratie ^ 1,2 ug/m 3 ) ten opzichte van de huidige situatie niet acceptabel. Toetsingscriteria fijn stof Toelichting Invullen door ondernemer 1 Overzichtstabel van fijn stof (PM10) op omliggende gevoelige bestemmingen (binnen 2 km) voor de huidige situatie» Vergunde (huidige) situatie» Aangevraagde (toekomstige) situatie Deze tabel geeft inzicht in de fijn stofbelasting in de vergunde versus de aangevraagde situatie. En ook welke gevoelige bestemmingen betrokken zijn, en hoe de fijn stof belasting (voor zowel voor als achtergrond) verandert voor iedere gevoelige bestemming. In de aanvraag omgevingsvergunning milieu zijn berekeningen gemaakt om de verspreiding van fijnstof (PM10) inzichtelijk te maken. De rekenresultaten zijn als Bijlage 4 toegevoegd. 1a In de overzichtstabel van fijn stof moeten in ieder geval de volgende gegevens aanwezig zijn: Wat is de totale fijn stof (PM10) concentratie (in ug/m 3 ) op de hoogste belaste gevoelige bestemmingen?» Voor de vergunde (huidige) situatie» Voor de aangevraagde (toekomstige) situatie De totale fijn stof (PM10) concentratie bestaat uit de bijdrage van het bedrijf aan de fijn stof concentratie plus achtergrondconcentratie fijn stof. Door de totale fijn stof (PM10) concentratie aan te leveren voor vergunde en aangevraagde De hoogste concentratie aan fijnstof in de vergunde en beoogde situatie wordt berekend op de woning aan Lage Haghorst 19 en 21. De berekende belasting in de vergunde situatie bedraagt 22,0 ug/m 3 en de berekende belasting in de beoogde situatie 3 Heederik DJJ, IJzermans CJ. (Redactie) Mogelijke effecten van intensieve-veehouderij op de gezondheid van omwonenden: onderzoek naar potentiële blootstelling en gezondheidsproblemen. IRAS Universiteit Utrecht, NIVEL, RIVM, 7 juni Pagina 10 van 51

11 1b Wat is de bijdrage van het bedrijf aan de fijn stof (PM10) concentratie (in ug/m 3 )?» Voor de vergunde (huidige) situatie» Voor de aangevraagde (toekomstige) situatie situatie worden de veranderingen in het gebied inzichtelijker. Een toename van de fijn stof concentratie kan leiden tot een toename van effecten op de luchtwegen. De bijdrage van het bedrijf aan de fijn stof (PM10) concentratie moet dus worden aangeleverd voor zowel de vergunde situatie als de aanvraag. bedraagt 21,99 ug/m 3. Er is derhalve sprake van een afname. In de beoogde situatie wordt de hoogste bronbijdrage van de veehouderij berekend op de woningen aan de Lage Haghorst 19, 21 en 23. De fijnstof belasting in de beoogde situatie bedraagt slechts 0,01 ug/m 3. In Bijlage 4 is een overzichtstabel van de vergunde en beoogde situatie weergegeven. Hieruit blijkt dat op alle woningen sprake is van een afname van dan wel een gelijkblijvende fijnstofbelasting. Maatregelen Voor elk agrarisch bedrijf geldt dat het belangrijk is om, mét de uitstoot van fijn stof, ook de daaraan gekoppelde biologische agentia te beperken. Met het recht om de voorgestelde activiteiten uit te voeren komt ook de verantwoordelijkheid om te werken volgens het ALARA-principe: 'as low as reasonably achievable'. De ondernemer dient te onderbouwen welke maatregelen genomen worden om de uitstoot te beheersen volgens het ALARA-principe. Door de vragen uit de tabel te beantwoorden kan de ondernemer aangeven en onderbouwen welke maatregelen worden genomen binnen het bedrijf. Indien er extra maatregelen worden genomen die niet in de lijst vermeld staan, kunnen deze natuurlijk worden toegevoegd. Maatregelen fijn stof Aanvullende informatie Invullen door ondernemer 1 Wordt het aantal dieren in traditionele huisvestingsystemen verminderd (bijv. door oude stal niet meer te gebruiken voor veehouderij na gereedkomen nieuwe stal of oude stal aan te passen aan nieuwe eisen), en waarom wel/niet? Minder dieren in traditionele, niet-emissiearme huisvesting leidt tot minder blootstelling van omwonenden aan fijn stof. In de gewenste situatie is sprake van een afname in fijnstofbelasting t.o.v. de vergunde situatie. De maatregelen die getroffen zijn om de fijnstofbelasting ten positieve te veranderen betreffen het verplaatsen van het emissiepunt waardoor de afstand tot omliggende woningen wordt vergroot, het verhogen van de uittreedsnelheid en het verhogen van de emissiepunthoogte. 2 Welke maatregelen worden genomen om de uitstoot van fijn stof te reduceren? Enkele voorbeelden zijn: Een ondernemer kan zelf de Maatlat duurzame veehouderij - eisen hanteren. Hiervoor is een subsidiemaatregel beschikbaar. Voor geiten zijn geen emissiearme stalsystemen beschikbaar. De dieren worden in allen traditioneel gehuisvest. Pagina 11 van 51

12 » Aangepast strooisel bij pluimvee.» Aanpassing lichtschema's.» Oliefilm drukleidingen» Droogfilterwand» Ionisatiefilter» Warmtewisselaar 3 Worden technieken (luchtwassers) met maximale emissiereductie ingezet, in combinatie met de inzet van emissiearme systemen, en waarom wel/niet? 4 Wordt er gebruik gemaakt van technieken (BBT's) die maximale emissiereductie brengen, en waarom wel/niet?» Inzet luchtwasser» Inzet technieken in de stal (zie boven). 5 Wordt de inzet en het gebruik van de luchtwassers inzichtelijk gemaakt, met behulp van computergestuurde monitoringsystemen, en waarom wel/niet? 6 Wordt de ventilatie-uitlaat verhoogd, en waarom wel/niet? Stroomt de ventilatie-uitlaat verticaal uit, en waarom wel/niet? Per diercategorie kunnen maatregelen variëren. Het rendement in emissiereductie wat met een luchtwasser behaald kan worden hangt af van het type. Met combiluchtwassers worden de hoogste rendementen behaald (800) terwijl met waterwassers of chemische luchtwassers de rendementen veel lager zijn (30-350). Er is geen gezondheidskundige drempelwaarde voor fijn stof. De norm van 40 ug/m 3 beschermt onvoldoende tegen gezondheidseffecten. Daarom adviseert Bureau GMV om te sturen op maximale emissiereductie, ook al voldoet het bedrijf zonder BBT ook aan de norm. De luchtwasser dient 1000 van de tijd te voldoen. Elektronische monitoring van nieuwe luchtwassers is wettelijk verplicht per Voor bestaande luchtwassers per Door verhoging en verticale uitstroom van de lucht treedt er een grotere verdunning op van de concentraties op leefniveau. Als de uitstroomopening van 5 meter naar 10 meter wordt verhoogd wordt de fijn stofconcentratie op 50 meter afstand ca. 7x, op 100 meter ca. 3x en op 250 meter ca. 1,5x zo laag. Kanttekening is wel dat stoffen hiermee, hoewel in lagere concentraties, verder verspreid worden in de leefomgeving. Voor geiten zijn geen emissiearme stalsystemen beschikbaar. De dieren worden in allen traditioneel gehuisvest. Zie punt 2. Er worden geen luchtwassers geplaatst. Om de verspreiding zo gunstig mogelijk te maken is reeds rekening gehouden met de uitvoering van het ventilatiesysteem. Doordat er sprake is van een hoge uitlaatopening en uittreedsnelheid wordt de fijnstofbelasting naar de omgeving beperkt. Verdere verhoging van de uitlaatopening is ruimtelijk niet gewenst. Pagina 12 van 51

13 Zoönosen Gezondheidseffecten Zoönosen zijn infectieziekten die van dieren op mensen kunnen overgaan. Per diersoort kunnen verschillende ziekten voorkomen die zich via de lucht verspreiden naar mensen, via direct contact tussen dier en mens of via voedsel. Voor omwonenden zijn vooral de via de lucht overdraagbare aandoeningen van belang. De belangrijkste zijn Q-koorts en influenza (vogelgriep, varkensgriep). De aanwezige veehouderijbedrijven zorgen voor een (mogelijke) verhoogde blootstelling aan via de lucht overdraagbare zoönosenverwekkers en antibioticaresistente bacteriën die leiden tot een verhoogd risico op infectieziekten of onbehandelbare infecties. Het is nog niet goed inzichtelijk vanaf welke concentraties of binnen welke afstand tot aan veehouderijen het risico verhoogd is. Alleen bij een uitbraak met Q-koorts is er, op basis van wetenschappelijk onderzoek, een verhoogd risico op besmetting en ziekte bij omwonenden, in relatie tot afstand van woonhuis en melkgeitenbedrijven tot een afstand van 5 kilometer 4. Verder zijn er aanwijzingen dat bij enkele zoönosenverwekkers zoals Coxiella burnetti (veroorzaker Q-koorts), Campylobacter (veroorzaker darminfecties) en veegerelateerde MRSA, de bedrijfsgrootte een risicofactor is voor de werknemers binnen het bedrijf zelf om besmet te raken. Of deze bedrijfsgrootte ook een risico is voor besmetting bij omwonenden is onbekend, behalve bij Q-koorts. Maatregelen Met behulp van diverse maatregelen kan de verspreiding en uitstoot van deze zoönosenverwekkers en bacteriën voorkomen dan wel beheerst worden. Om een inschatting te kunnen maken van de risico's, is het nodig dat de afdeling Infectieziektenbestrijding van de GGD weet welke maatregelen er op dit gebied door de ondernemer genomen worden. Het is hierbij belangrijk dat de maatregelen zo precies mogelijk beschreven worden. Maatregelen zoönosen 5 Aanvullende informatie Invullen door ondernemer Huisvesting 1 Wordt er een huisvestingsysteem gebruikt dat gericht is op beheersing van introductie en verspreiding van micro organismen, en waarom wel/niet? Beschrijving van huisvesting systeem. Bij sommige huisvesting systemen in de kans op insleep en verspreiding veel minder dan bij andere stallen; bijvoorbeeld dichte en open stallen. Op het bedrijf is sprake van een traditioneel huisvestingsysteem voor het houden van geiten. Er is geen sprake van een uitloop voor de dieren waardoor de ziekte-insleep wordt beperkt. Verder worden maatregelen genomen om ziekte-insleep tot een minimum te beperken. In de Bijlage 5 treft u een overzicht van de maatregelen welke worden genomen op onderhavige bedrijfslocatie. 4 Maassen CBM, van Duijkeren E, van Duynhoven YTHP, Dusseldorp A, Geenen P, de Koeijer AA, Koopmans MPG, Loos F, Jacobs-Reitsma WF, de Jonge R, van de Giessen AW. Infectierisico's van de veehouderij voor omwonenden. RIVM Rapport , Maatregelen richten zich op preventie en beheersing van risico's bij normale bedrijfsvoering. Uitbraken van dierziekten worde n via aparte protocollen/regelgeving afgehandeld. Pagina 13 van 51

14 2 Is de professionele expertise van een dierenarts betrokken bij het stalontwerp (ontwikkeling van stal en huisvestingssysteem), en waarom wel/niet? 3 Wordt er gebruik gemaakt van compartimentering (scheiding leeftijdsgroepen en afdelingen), en waarom wel/niet? De dierenarts heeft kennis van preventie van dierziekten Bij compartimentering voorkom je dat micro-organismen verspreiden van de ene (leeftijds)groep dieren naar de andere groep 4 Hoe zijn de punten voor mestafzuiging gesitueerd? De punten voor mestafzuiging niet onder luchtinlaatplaatsen situeren om zo de overdracht van ziektekiemen van extern te beperken. 5 Welke veterinaire adviezen zijn opgenomen? Opnemen van veterinaire adviezen voor de verbetering van interne en externe biosecurity. 6 Waarom is er sprake van gesloten of open bedrijfsvoering? Het advies is om een (zo veel mogelijk) gesloten bedrijfsvoering te hanteren om insleep van micro-organismen te verminderen Een dierenarts komt regelmatig op het bedrijf. Bij het ontwerp van de stal is overleg gevoerd met verschillende specialisten op verschillende takken zoals klimaat, stalontwerp, voer- en watergebruik en ook diergezondheid Bij de geiten worden verschillende leeftijden, vooral in het eerste jaar, gescheiden gehouden. Hierdoor worden in het kritische eerste jaar de verspreiding van micro-organismen tot een minimum beperkt. Daarnaast is in de nieuwe stal voor melkgeiten ook sprake van een compartimentering tussen de hoog- laag productieve groep. Er is geen sprake van drijfmestputten op het bedrijf. Hierdoor is overdracht van ziektekiemen tot een minimum beperkt. Het uitrijden van de vaste mest wordt verder zo veel mogelijk bij regenachtig weer uitgevoerd en de mest wordt gedurende de gehele opslagperiode afgedekt gehouden ter voorkoming van verwaaiing. Verder ziet initiatiefnemer erop toe dat de mest bij het vervoer via de openbare weg enkel getransporteerd wordt in goed afgesloten en afgedekte containers. Regelmatig wordt met de dierenarts de gezondheidssituatie op het bedrijf geëvalueerd. Indien nodig worden de adviezen van de dierenarts opgevolgd om de dieren gezond te houden. Op het bedrijf worden eigen lammeren geboren. De lammeren blijven op het bedrijf totdat deze geschikt zijn voor de productie van melk of ze worden Pagina 14 van 51

15 7 Kwalitatieve beschrijving Welk type zoönosen komt voor bij de diersoort op het bedrijf en welke extra maatregelen zijn gericht op de bestrijding van deze zoönosen? Het is belangrijk om te weten welke zoönosen op het bedrijf kunnen voorkomen, voor de veehouder zelf, maar ook voor andere mensen die in de stallen komen. Bij inzicht in de relevante zoönosen krijgt men ook inzicht op welke wijze de zoönosen voorkomen kunnen worden en welke maatregelen men dus kan nemen. afgevoerd voor de slacht. Doordat er tussentijds geen dieren worden aangevoerd, komen er ook geen nieuwe micro-organismen op het bedrijf. Om besmetting van zoönosen te voorkomen wordt in de stallen bedrijfskleding gedragen en worden laarzen bij iedere stal ontsmet. Bij het aflammeren wordt hygiënekleding en wegwerphandschoenen gebruikt. In de lammertijd worden de ligplaatsen ingestrooid met desinfectiekalk om zo de infectiedruk zo laag mogelijk te houden. Daarnaast vindt er op het bedrijf ongediertebestrijding plaats om insleep van ziekten zo veel mogelijk te beperken. Elke zes weken komt er een erkend ongediertebestrijdingsbedrijf om het bedrijf te controleren op ongedierte en de bestrijding van ongedierte. Tevens worden op het bedrijf elke zes weken de ligplaatsen behandeld met madedood ter Opleidingseisen eigenaar/personeel 8 Wat voor een opleidingsplan voor personeel (inclusief eigenaar) is op het bedrijf aanwezig? Zijn hierin de volgende punten opgenomen:» zoönosen» hygiënemaatregelen» het houden van dieren» herkenning dierziektes» te nemen maatregelen In welke mate is er in het opleidingsplan aandacht voor periodieke bijscholing? Om de kennis over zoönosen en preventiemaatregelen actueel te houden is het van belang dat de veehouder en eventuele medewerkers zich regelmatig laten bijscholen. Invullen door ondernemer De ondernemer houdt zijn kennis op peil door regelmatig bijeenkomsten bij te wonen en overleg te voeren met specialisten zoals vertegenwoordigers en dierenarts. Pagina 15 van 51

16 Hygiëne 9 In welke mate is er een scheiding tussen het schone en niet-schone bedrijfsgedeelte? 10 Is er een spoelplaats aanwezig voor de dieren, en waarom wel/niet? 11 Is er een aparte opvang beschikbaar voor zieke dieren, en waarom wel/niet? 12 Hoe wordt verzekerd dat in het bedrijfsgedeelte geen andere (landbouw)huisdieren kunnen komen? 13 Welke maatregelen zijn getroffen om watervervuiling te voorkomen? 14 Welke beschermingsmaatregelen worden toegepast als bezoekers de stal ingaan? Met extra aandacht voor hygiëne wordt insleep, verspreiding en uitstoot van zoönosen beheerd. De andere aspecten van hygiëne zijn ook voor de werknemers belangrijk. De inrichting van een bedrijf is van belang voor uitstoot naar de buitenomgeving en kan ook de gezondheid van de dieren in belangrijke mate - positief of negatief beïnvloeden Door zieke dieren in een aparte ruimte te plaatsen voorkomt men verdere verspreiding van de ziekte. Bacteriën/ virussen kunnen worden verspreidt door huisdieren. Het waterleidingsysteem blijkt te vaak ziektekiemen en resistente bacteriën te verspreiden. Dit heeft invloed op antibioticaresistentie en de ontwikkeling van zoönosen. In de praktijk worden veel (chemische) middelen ingezet om de microbiologische kwaliteit te verbeteren, maar dit heeft negatieve gevolgen voor de kwaliteit van het drinkwater. Ter preventie van overdracht van ziekteverwekkers naar dieren en vice versa De scheiding tussen het schone en nietschone bedrijfsgedeelte is gelegen op de rand van de stallen. Voordat iemand de stallen bezoekt moet bedrijfskleding worden gedragen en worden bij iedere stal de laarzen ontsmet. N.v.t. Op het bedrijf worden zieke dieren apart gezet van de rest van de groep. Hiermee wordt verdere verspreiding voorkomen. Op het bedrijf worden enkel geiten gehouden. Virussen en bacteriën worden daarom niet verspreidt door huisdieren. De leidingen worden regelmatig schoon gespoeld. Gebruik van (chemische) middelen is niet uit te sluiten, wel wordt hier terughoudend mee omgegaan. Op het bedrijf is een hygiënesluis, dan wel de mogelijkheid, aanwezig zodat bezoekers zich kunnen wassen en bedrijfskleding kunnen aantrekken. De stallen zijn alleen toegankelijk na toestemming van de eigenaar. Daarnaast zorgt dhr. Paulissen ervoor dat naast hijzelf, tevens de loonwerkers en mesthandelaren en andere betrokken Pagina 16 van 51

17 15 Welke eisen zijn opgenomen voor de opslag van voermiddelen, ongediertebestrijdingsmiddelen, gewasbeschermingsmiddelen en mest? 16 Wordt er een actief ongediertebestrijdingsbeleid gevoerd, en waarom wel/niet? Diergezondheid 17 Wordt het bedrijf begeleid door een vaste dierenarts (vermeld hierbij bij voorkeur de naam van de dierenarts)? 18 Hoe vaak vindt er bedrijfsbegeleiding door de dierenarts plaats? I.v.m. veiligheid van belang dat de middelen in afgesloten ruimte staan. Is de mest afgedekt of wordt het meteen afgevoerd? Ongedierte kan zorgen voor insleep en verspreiding van ziekteverwekkers Begeleiding van een vaste dierenarts geeft aan hoe vaak de gezondheid van de dieren op het bedrijf gecontroleerd wordt. Hierbij vragen we de naam van de dierenarts bij wijze van borging. Minimaal 1x maand bedrijfsbegeleiding door dierenarts personen bij de bedrijfsvoering op de hoogte zijn van het hygiëneprotocol. De heer Paulissen ziet erop toe dat deze maatregelen worden nageleefd Het voer wordt opgeslagen in de daarvoor bestemde voersilo's. De heer Paulissen koopt zijn stro enkel aan bij handelaren die GMP-gecertificeerd zijn. Hierdoor is de hoge kwaliteit van het stro gegarandeerd. Hiermee wordt de ziekte-insleep beperkt. De mest wordt gedurende de gehele opslagperiode afgedekt ter voorkoming van versleping door vogels en verwaaiing van deeltjes. De heer Paulissen ziet er verder op toe dat de mest bij het vervoer via de openbare weg enkel getransporteerd wordt in goed afgesloten en afgedekte containers. Bestrijdings- en reinigingsmiddelen worden in een afgesloten kast bewaard. Elke zes weken komt er een erkend ongediertebestrijdingsbedrijf om het bedrijf te controleren op ongedierte en de bestrijding van ongedierte. Tevens worden op het bedrijf elke zes weken de ligplaatsen behandeld met madedood ter voorkoming van vliegen. De ondernemer werkt samen met een vaste dierenartsenpraktijk. Regelmatig vindt er bedrijfsbegeleiding door de dierenarts plaats. Pagina 17 van 51

18 19 Is er een bedrijfsgezondheid- en behandelplan op het bedrijf aanwezig, en wat houden deze in? 20 Welke maatregelen worden genomen om de verspreiding van zoönosen bij de aan- en afvoer van dieren te voorkomen?» Is er een IKB-geregistreerde aan- en afvoer van dieren, en waarom wel/niet? In het bedrijfsgezondheid- en bedrijfsbehandelplan staan de preventieve maatregelen die het bedrijf neemt t.a.v. dierziekten en welke medicijnen worden voorgeschreven. Zie IKB-eisen en IKB-rapportage. Een verwijzing naar een certificaat maakt niet altijd duidelijk welke maatregelen er daadwerkelijk, op het bedrijf, genomen worden. Beschrijf daarom expliciet de maatregelen die worden genomen en of de situatie in de aanvraag verandert. In samenwerking met de dierenarts wordt een bedrijfsgezondheid- en behandelplan geschreven. Hierin wordt opgenomen welke medicijnen er op het gebruikt kunnen worden bij ziekte van een dier. Het bedrijf neemt deel aan het certificeringssysteem Kwaligeit. Daarnaast is het bedrijf CL- en CAE-vrij De certificering CL- en CAE-vrij betekend dat deze twee ziekten niet op het bedrijf voorkomen, door middel van periodiek (controle)onderzoek wordt gemonitord of het bedrijf nog steeds Cl- en CAE-vrij is. Kwaligeit staat voor het welzijnsniveau van de geiten. Hierbij wordt aandacht besteed aan huisvesting, hygiëne, geneesmiddelen gebruik en het voorkomen van calamiteiten. Maatregelen specifiek voor gesloten stalsystemen: 21 Is toegang tot het schone bedrijfsdeel alleen mogelijk via een hygiënesluis, en waarom wel/niet? 22 Welke eisen zijn er gesteld aan de hygiënesluis en omkleedruimte? 23 Is er op het bedrijf een vaste werkverdeling (bijvoorbeeld per dag één werknemer per compartiment), en waarom wel/niet? Bij een hygiënesluis is het duidelijk dat men zich moet omkleden, handen wassen en eventueel douchen voordat de bezoeker de stal betreedt Bijvoorbeeld een nieuwe overall/ schoenen als je in ander compartiment/ stal komt om niet de micro-organismen mee te nemen van de ene plaats naar de andere, handen wassen, douchen i.v.m. verspreiding van micro-organismen via de werknemer/ veehouder tussen de verschillende compartimenten of diergroepen Het bedrijf zal ook in de toekomst er alles aan doen om deze status(sen) te behouden. Ja, bezoekers moeten zich eerst melden alvorens door de hygiënesluis toegang krijgen tot het schone bedrijfsgedeelte. Bij alle stallen is een hygiënevoorziening aanwezig waardoor er altijd sprake is van een scheiding tussen het schoneen vuile bedrijfsdeel. In de hygiënesluis is bedrijfskleding aanwezig. Bezoekers die in de stal moeten zijn mogen enkel de stal betreden nadat bedrijfskleding is aangetrokken. Er wordt niet met personeel gewerkt. De ondernemer en familie is de enige persoon die dagelijks de stallen betreed. Pagina 18 van 51

19 Maatregelen specifiek voor gemengde bedrijven 24 Hoe wordt op het bedrijf voorkomen dat virussen zich tussen de twee diersoorten kunnen uitwisselen? Maatregelen specifiek voor pluimveehouderijen 25 Hoe wordt het pluimvee gehuisvest?» Binnenhuisvesting» Buitenhuisvesting met overkapping» Buitenhuisvesting met extra monitoring» Buitenhuisvesting Maatregelen specifiek voor geitenhouderijen 26 Maatregelen ter voorkoming van verspreiding Q-koorts zijn vastgelegd in een factsheet van 24 november 2011 en richten zich onder andere op vaccinatie, tankmelkonderzoek, mestbeleid en hygiëne. Bedrijven met dieren en publieksfunctie 27 Wordt er deelgenomen aan GD keurmerk zoönosen, en waarom wel/niet? Met name de combinaties varkens en pluimvee, verwante soorten als rundvee en kleine herkauwers (schapen/geiten), en kleine herkauwers onderling brengen risico's m.b.t. zoönosen met zich mee. Het gaat om een maatregel ter voorkoming op bewezen verhoogd risico op besmetting pluimvee via externe bronnen (trekvogels). Afhankelijk van de beoogde locatie en aantal omwonenden vindt hier afweging plaats tussen dierenwelzijn en gezondheid. Zie voor meest recente informatie: koorts Voor meer informatie over eisen en certificering: http7awww.capraovis.nladocs^r9620gd flver9620zoönosen(schoon).pdf Er zijn geen meerdere diersoorten op het bedrijf bedrijfsmatig aanwezig. n.v.t. In de Bijlage 5 treft u een nadere onderbouwing van de maatregelen die genomen worden om de verspreiding van Q-koorts te voorkomen. Op het bedrijf is geen direct contact tussen bezoekers en de dieren. De bezoekers die in de stal komen (zoals dierenarts) hebben voldoende kennis om voorzorgsmaatregelen te nemen om besmetting van dier op mens te voorkomen. Daarnaast worden op het bedrijf diverse maatregelen getroffen, zoals bedrijfskleding, om overdracht van zoönosen te voorkomen. Pagina 19 van 51

20 Transport Gezondheidseffecten Transportbewegingen van en naar het bedrijf kunnen een negatief effect hebben op de omgeving door middel van geluid, geur, het risico op ongevallen en de uitstoot van fijn stof. Het is hierbij belangrijk op welke tijden transport plaatsvindt ('s avonds of overdag), en de routing van vrachtverkeer (binnen of buiten bebouwde kom). Tra nsport (uit toetsingsinstrument) Maatregelen Opnemen in eisen vergunningaanvraag: Toetsing of weging Aanvullende informatie Invullen door ondernemer Maatregelen gericht op de activiteit: Routing vrachtverkeer met levende dieren en mesttransport buiten bebouwde kom omleiden. Bij uitbraak zoönosen wegen afsluiten zodat diertransport en mesttransport buiten de bebouwde kom omgeleid wordt. Toetsing Weging Verkeers- en vervoersplan gemeente Verkeers- en vervoersplan gemeente Het verkeer van en naar het bedrijf zal de snelste weg nemen. Dit is de route vanaf het bedrijf naar de N395. Deze route gaat niet via de bebouwde kom van Haghorst en Hilvarenbeek. Zoals reeds aangegeven rijdt het vrachtverkeer niet door de bebouwde kom. Inventariseer of er knelpunten zijn voor de verkeersveiligheid bij het voorgenomen initiatief. Neem maatregelen door: Scheiding langzaam- en vrachtverkeer Type wegverharding sluit aan bij vrachtverkeer Ligging voet- en fietspaden en oversteekplaatsen Goede verlichting wegen Maximale toegestane snelheid Parkeerplaatsen op terrein zelf of aparte plaatsen aanwijzen waar opleggers met dieren tijdelijk kunnen staan. Toetsing Verkeers- en vervoersplan gemeente. De wegen zoals hierboven beschreven hebben voldoende capaciteit voor de afwikkeling van het verkeer. De Frankenstraat is een plattelandsweg die wordt gebruikt door personenauto's, vrachtverkeer en langzaam verkeer (tractoren). Door de aanwezigheid van een brede oprit zal de verkeersveiligheid niet in het geding komen. Op het bedrijf is voldoende parkeergelegenheid en manouvreerruimte aanwezig voor de vrachtwagens waardoor overlast op de Pagina 20 van 51

21 Maatregelen gericht op uitstoot: Inpandige laad- en/of afleverplaats (laad-, afleverplaats zijn aan minimaal drie zijden en van bovenaf gesloten) Maatregelen gericht op blootstelling: Weging openbare weg tot een minimum is beperkt. Het lossen van lossen en laden van de dieren gebeurd inpandig. Tijdstip transportbewegingen: Regel de tijdstippen voor het laden en lossen bij aanen afvoer van: - Diervoeders - Mest - Dieren - Kadavers - Tankwagen (melk) - Eieren - Aanvoer grondstoffen Niet voor 7 uur in de ochtend en na 19 uur in de avond. Toetsing Bij vergunningsplichtige bedrijven kun je hier eisen aan stellen. Bij bedrijven die vallen onder activiteitenbesluit zijn geen aanvullende eisen te stellen. Wel de Beperkte milieutoets omgeving vergunning (BOMR): verzoek om extra gegevens ivm eigen gemeentebeleid. De meeste transportbewegingen voor het bedrijf vinden in de dagperiode plaats. Incidenteel komt het voor dat het vullen van de voersilo's in de avond plaatsvind, dit is afhankelijk van de drukte bij de voerleverancier. Alle andere activiteiten vinden in de dagperiode plaats. Pagina 21 van 51

22 Landschappelijke inpassing Gezondheidseffecten Landschappelijke inpassing heeft een directe relatie met gezondheid. Bomen en struiken hebben een positief effect op gezondheid door de invloed op geluid. Een groen uitzicht vermindert de hinder die lawaai kan opleveren hoewel het feitelijk geluidniveau niet word verlaagd door beplanting 6. Daarnaast is de hoeveelheid groen in de woonomgeving van mensen positief geassocieerd met de ervaren gezondheid van bewoners, zowel in stedelijke en plattelandse woonomgeving. De positieve bijdrage van groen wordt veroorzaakt door het optreden van verkoeling en vermindering van hitte-stress (stedelijk). Ook kan de aanwezigheid van lokaal groen zou de concentraties luchtverontreinigende stoffen in de lucht kunnen verlagen, doordat de verontreinigingen op de vegetatie worden gedeponeerd of geabsorbeerd. Een negatief effect wordt veroorzaakt door pollen en schimmelsporen afkomstig van bomen. Deze stoffen kunnen de gezondheid van allergische en/of astmatische personen negatief beïnvloeden. Landschappelijke inpassing (uit toetsingsinstrument) Maatregelen Opnemen in eisen van vergunning-aanvraag; toetsing of weging Aanvullende informatie: Alle maatregelen kunnen worden opgenomen in bestemmingsplan en/of milieuwetgeving Invullen door ondernemer Maatregelen gericht op uitstoot en verspreiding: Patronen Openheid:» afstand tussen bouwblokken» afstand bouwblok tot de weg Perceelsranden:» Inzet van singels Weging Weging Welke criteria aan de maatregelen worden gegeven, staat beschreven in de Maatlat Duurzame Veehouderij. De afstand tot het dichtstbijzijnde andere bouwvlak aan dezelfde zijde is gelegen op 13 meter. Het bouwvlak is gelegen naast de openbare weg. De nieuwe stal stallen worden op ca. 25 meter van de weg gerealiseerd. Voor het bedrijf is een inpassingsplan gemaakt om het gehele bedrijf landschappelijk in te 6 Informatieblad Groen en Geluid GGD werkgroep groen en gezondheid, 2012 Pagina 22 van 51

23 passen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van streekeigen bomen. Kavelstructuur Inzet van water, bijv. poelen, wadi's en sloten Erfverharding:» Percentage verharding» Soorten erfverharding Weging Weging Erfbeplanting Weging Bij erfbeplanting dient bij keuze voor soorten ook een afweging gemaakt worden in effectiviteit voor gezondheid en ecologie. Bebouwing algemeen Bedrijfsbebouwing Woonbebouwing Woning losgekoppeld van bedrijfsbebouwing Afstand tot de weg:» Stallen» Mestopslag» Voeropslag Bebouwing haaks op de as van de weg Bouwhoogte Kleurgebruik Woonbebouwing qua positie ruim voor de Weging Weging n.v.t. Er wordt niet meer erfverharding aangelegd dan strikt noodzakelijk is. Door voldoende manouvreerruimte aan te leggen wordt voorkomen dat vrachtwagens achteruit het bedrijf moeten betreden. In het inpassingplan is een lijst met planten opgenomen. Dit zijn allen streekeigen planten en bomen en passend in de omgeving. Door deze planten op te nemen in de erfbeplanting wordt geen afbreuk gedaan aan de ecologische waarden van de omgeving. De woning op Frankenstraat 2 is vanuit historisch perspectief direct gelegen aan bedrijfsbebouwing. In deze bedrijfsbebouwing worden echter geen dieren gehouden. De beoogde uitbreiding betreft een stal welke haaks is gelegen op de Frankenstraat. Aan de achterzijde van het bouwvlak word ruwvoer en vaste mest opgeslagen. Door bestaande en nieuw te beplanten bomenrijen worden de bedrijfsgebouwen aan het zicht onttrokken. De woning heeft een uitstraling passend bij het agrarisch bedrijf. Pagina 23 van 51

24 bedrijfsbebouwing; Woonbebouwing heeft landelijk karakteristiek. Door de woning voor de stallen te realiseren ontstaat een duidelijke structuur op het erf. Bijlagen Bijlage 1: Diertabellen beoogde en vergunde situatie Bijlage 2: Kaart van de omgeving Bijlage 3: Geurberekeningen vergunde en beoogde bedrijfsopzet Bijlage 4: Rekenresultaten fijnstof PM10 Bijlage 5: Maatregelen t.b.v. Gezondheid en hygiëne voor de geitenhouderij aan de Frankenstraat 2 Pagina 24 van 51

25 Bijlage 1: Diertabellen Tabel: vergunning , wekke op milieuneutraal is gewijzigd Huisvestingssysteem Ammoniak Geur (OU^s) Fijnstof (g/jaar) Stal Dier- Aantal Aantal dierplaatsen Kg NH 3 Totaal kg Totaal g/dier Totaal nr. Cod e Houderij/hoktype categorie dieren per dier NH3 O U E / S /dier OUE/s /jaar gram 3 C3.100 Overige huisvestingsystemen opfokgeiten en afmestlammere n tot en met 60 dagen ,200 40,000 5, , C2.100 Overige huisvestingsystemen opfokgeiten van 61 dagen tot één jaar , ,000 11, , C1.100 Overige huisvestingsystemen geiten ouder dan 1 jaar 5 C1.100 Overige huisvestingsystemen geiten ouder dan 1 jaar ,900 28,500 18,80 282, , ,000 18, , totaal NH3 2864,500 totaal OUE/s , 0 0 totaal gram Tabel: Beoogde situatie Huisvestingssysteem Stal nr. C od e Houderij/hoktype Diercategorie 3 C3.100 Overige huisvestingsystemen opfokgeiten en afmestlammere n tot en met 60 dagen 4 C2.100 Overige huisvestingsystemen opfokgeiten van 61 dagen tot één jaar Aantal dieren Ammoniak Geur (OU^s) Fijnstof (g/jaar) Aantal dierplaatsen Kg NH 3 per dier Totaal kg O U E / S /dier Totaal OUE/s g/dier /jaar Totaal gram ,200 40,000 5, , , ,000 11, , C1.100 Overige huisvestingsystemen geiten ouder dan 1 jaar 4 C2.100 Overige huisvestingsystemen opfokgeiten van 61 dagen tot één jaar ,900 28,500 18,80 282, ,800 51,200 11,30 723, C1.100 Overige huisvestingsystemen geiten ouder dan 1 jaar , ,800 18, , totaal NH ,500 totaal t o t a a l OUE/s t o t a a l ,80 gram Pagina 25 van 51

26 Bijlage 2: Kaart van de omgeving Situatietekening Beoogde situatie i 23 T. î 1 0 E 3 4 2' E Situatie beoogde bedrijfsopzet Legenda Bronnen A Reken puntengeur Dun : - : - Pagina 26 van 51

27 Bijlage 3: Geurberekeningen vergunde en beoogde bedrijfsopzet - Overzichtstabel individuele geurbelasting - Overzichtstabel cumulatieve geurbelasting - V-stacks vergunning vergund - V-stacks vergunning beoogd - Tabel met invoergegevens van vergund en beoogd voor eigen bedrijf - rekenresultaten (object geur) vergund V-stacks gebied - rekenresultaten (object geur) beoogd V-stacks gebied Tabel: Overzichtstabel individuele geurbelasting Volg Adres nr. Individuele geurbelasting vergunde situatie Individuele geurbelasting beoogde situatie Verschil tussen vergunde en beoogde situatie 1 Lage Haghorst 19 14,0 10,0-4,0 2 Lage Haghorst 21 12,1 8,4-3,7 3 Lage Haghorst 23 9,4 7,6-1,8 4 Lage Haghorst 25 3,4 2,9-0,5 5 Witvenstraat 22 5,4 4,2-1,2 6 Witvenstraat 18 1,9 1,5-0,4 7 Witvenstraat 31 2,1 1,8-0,3 8 Witvenstraat 23a 1,0 0,8-0,2 9 De Haan 1 1,3 1,1-0,2 10 Sint Josephstraat 7 1,0 0,8-0,2 11 Sint Josephstraat 12 1,0 0,8-0,2 12 Emmerseweg 29 1,1 0,9-0,2 13 Emmerseweg 25 1,2 0,8-0,4 14 Emmerseweg 23 1,3 0,8-0,5 15 Lage Haghorst 17 4,8 3,5-1,3 16 Lage Haghorst 15a 3,6 2,6-1, 0 17 Lage Haghorst 13 1,5 0,9-0,6 18 Beneficiestraat 11 1,2 0,7-0,5 19 Frankenstraat 6 2,2 1,5-0,7 20 Lage Haghorst 8 1,6 1,0-0,6 21 Lage Haghorst 12 7,0 5,6-1,4 22 Lage Haghorst 14 7,2 5,5-1,7 23 Lage Haghorst 16 5,3 4,9-0,4 24 Beneficiestraat 4 1,7 1,1-0,6 Pagina 27 van 51

28 Tabel: Overzichtstabel cumulatieve geurbelasting Volg Adres Geurbelasting Geurbelasting Verschil tussen nr. achtergrond vergunde achtergrond vergunde en beoogde situatie beoogde situatie situatie 1 Lage Haghorst 19 14,50 10,62-3,88 2 Lage Haghorst 21 12,88 9,10-3,78 3 Lage Haghorst 23 10,53 8,43-2,10 4 Lage Haghorst 25 7,98 6,99-0,99 5 Witvenstraat 22 7,28 6,28-1,00 6 Witvenstraat 18 4,92 4,15-0,77 7 Witvenstraat 31 5,06 4,24-0,82 8 Witvenstraat 23a 4,13 3,10-1,03 9 De Haan 1 7,56 7,03-0,53 10 Sint Josephstraat 7 5,40 4,05-1,35 11 Sint Josephstraat 12 7,03 6,41-0,62 12 Emmerseweg 29 8,63 7,93-0,70 13 Emmerseweg 25 15,86 14,87-0,99 14 Emmerseweg 23 29,51 29,06-0,45 15 Lage Haghorst 17 10,64 9,54-1,10 16 Lage Haghorst 15a 12,94 12,28-0,66 17 Lage Haghorst 13 12,61 11,39-1,22 18 Beneficiestraat 11 13,12 12,57-0,55 19 Frankenstraat 6 7,62 6,62-1,00 20 Lage Haghorst 8 13,46 12,54-0,92 21 Lage Haghorst 12 8,49 7,51-0,98 22 Lage Haghorst 14 8,55 6,87-1,68 23 Lage Haghorst 16 7,39 6,66-0,73 24 Beneficiestraat 4 7,85 6,87-0,98 Pagina 28 van 51

29 V-stacks vergunning beoogd Naam van de berekening: Beoogde situatie Gemaakt op: :07:20 Rekentijd: 0:00:06 Naam van het bedrijf: D027 Frankenstraat 2 Haghorst Berekende ruwheid: 0,17 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Gem.geb. EP EP Uittr. E- Hoogte hoogte Diam. snelh. Aanvraag 1 Stal ,5 3,4 0,48 4, Stal ,0 4,4 0,63 4, Stal ,0 5,7 1,96 5, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 Lage Haghorst ,0 10,0 5 Lage Haghorst ,0 8,4 6 Lage Haghorst ,0 7,6 7 Lage Haghorst ,0 2,9 8 Witvenstraat ,0 4,2 9 Witvenstraat ,0 1,5 10 Witvenstraat ,0 1,8 11 Witvenstraat 23a ,0 0,8 12 De Haan ,0 1,1 13 Sint Josephstraat ,0 0,8 14 Sint Josephstraat ,0 0,8 15 Emmerseweg ,0 0,9 16 Emmerseweg ,0 0,8 17 Emmerseweg ,0 0,8 18 Lage Haghorst ,0 3,5 19 Lage Haghorst 15a ,0 2,6 20 Lage Haghorst ,0 0,9 21 Beneficiestraat ,0 0,7 22 Frankenstraat ,0 1,5 23 Lage Haghorst ,0 1,0 24 Lage Haghorst ,0 5,6 25 Lage Haghorst ,0 5,5 26 Lage Haghorst ,0 4,9 27 Beneficiestraat ,0 1,1 Pagina 29 van 51

30 D027 Frankenstraat 2 Haghorst Y EŨŪ ŨŨ ŨŨ Pagina 30 van 51

31 V-stacks vergunning vergund Naam van de berekening: Huidige situatie milieuvergunning d.d Gemaakt op: :12:58 Rekentijd: 0:00:05 Naam van het bedrijf: D027 Frankenstraat 2 Haghorst (vergund) Berekende ruwheid: 0,17 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord. Y-coord. EP Gem.geb. EP EP Uittr. E- Hoogte hoogte Diam. snelh. Aanvraag 1 Stal ,5 3,4 0,48 4, Stal ,0 4,4 0,63 4, Stal ,5 5,6 0,63 4, Geur gevoelige locaties: Volgnummer GGLID Xcoordinaat Ycoordinaat Geurnorm Geurbelasting 4 Lage Haghorst ,0 14,0 5 Lage Haghorst ,0 12,1 6 Lage Haghorst ,0 9,4 7 Lage Haghorst ,0 3,4 8 Witvenstraat ,0 5,4 9 Witvenstraat ,0 1,9 10 Witvenstraat ,0 2,1 11 Witvenstraat 23a ,0 1,0 12 De Haan ,0 1,3 13 Sint Josephstraat ,0 1,0 14 Sint Josephstraat ,0 1,0 15 Emmerseweg ,0 1,1 16 Emmerseweg ,0 1,2 17 Emmerseweg ,0 1,3 18 Lage Haghorst ,0 4,8 19 Lage Haghorst 15a ,0 3,6 20 Lage Haghorst ,0 1,5 21 Beneficiestraat ,0 1,2 22 Frankenstraat ,0 2,2 23 Lage Haghorst ,0 1,6 24 Lage Haghorst ,0 7,0 25 Lage Haghorst ,0 7,2 26 Lage Haghorst ,0 5,3 27 Beneficiestraat ,0 1,7 Pagina 31 van 51

32 D027 Frankenstraat 2 Haghorst (vergund) Y G00 Pagina 32 van 51

33 Tabel met invoergegevens van vergund en beoogd voor eigen bedrijf Tabel: Invoergegevens beoogde situatie BronbestandbedrijfA SThoogte ST- E- E- IDNR XJľOORD YJľOORD GemGebH ST-diam uittree Vergund maxverg Pagina 33 van 51

34 Pagina 34 van 51

35 Pagina 35 van 51

36 Pagina 36 van 51

37 Pagina 37 van 51

38 Pagina 38 van 51

39 Pagina 39 van 51

40 Pagina 40 van 51

41 Tabel: Invoergegevens vergunde situatie SThoogte E- E- IDNR X COORD Y COORD GemGebH ST-diam ST-uittree Vergund maxverg Voor de vergunde situatie zijn dezelfde invoergegevens van de bronnen van de omliggende veehouderijen gebruikt. Pagina 41 van 51

42 Rekenresultaten (object geur) beoogd V-stacks gebied Uitvoergegevens beoogde bedrijfsopzet: Cumulatieve geurbelasting op receptor zoals berekend Recep- ID X-coor Y-coor Geurnorm Geurlasting [OU/mrâ] , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,87 Pagina 42 van 51

43 Rekenresultaten (object geur) vergund V-stacks gebied Uitvoergegevens beoogde bedrijfsopzet: Cumulatieve geurbelasting op receptor zoals berekend Recep- ID X-coor Y-coor Geurnorm Geurlasting [OU/rrrâ] , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,12 Pagina 43 van 51

44 Bijlage 4: Rekenresultaten fijnstof PM10 - Overzichtstabel vergunde en beoogde situatie - DAT-bestand van alleen de woningen die zijn opgenomen in de berekening van de beoogde situatie - DAT-bestand van alleen de woningen die zijn opgenomen in de berekening van de vergunde situatie - ISL3a-uitdraai beoogde situatie - ISL3a-uitdraai vergunde situatie Tabel: Overzichtstabel fijnstofbelasting beoogde situatie PM10 Nr. Bestaande Beoogde individuele individuele Verschil tussen bronbijdrage bronbijdrage bestaande en Adres* van het bedrijf van het bedrijf beoogde situatie 1 Lage Haghorst 19 W 0,02 0,01-0,01 2 Lage Haghorst 21 W 0,02 0,01-0,01 3 Lage Haghorst 23 W 0,01 0,01 0,00 4 Lage Haghorst 25 W 0,00 0,00 0,00 5 Witvenstraat 22 W 0,01 0,01 0,00 6 Frankenstraat 4 W 0,01 0,00-0,01 7 Lage Haghorst 17 W 0,01 0,00-0, ,97 0,02 0, , , ,99 21,97 0,02 0, , , ,99 21,97 0,01 0, , , ,98 21,97 0,00 0, ,0007 0, ,98 21,97 0,01 0, , , ,98 21,97 0,01 0, , , ,98 21,97 0,01 0, ,0012 0,00405 Tabe:: DAT-bestand vergunde situatie IDpoint RD x- coor RD y- coor Totconc GCN Brontot bron 1 bron 2 bron 3 Tabel: DA T-bestand beoogde situatie IDpoint RD x- coor RD y- coor Totconc GCN Brontot bron 1 bron 2 bron ,99 21,97 0,01 0, , , ,99 21,97 0,01 0, , , ,98 21,97 0,01 0, , , ,98 21,97 0,00 0, ,0007 0, ,98 21,97 0,01 0, , , ,98 21,97 0,00 0, , , ,98 21,97 0,00 0, ,0012 0,00151 Pagina 44 van 51

45 J v v v : ISL3a-uitdraai beoogde situatie 3t»-tFMrc m*t JLĪÌ -. rut 23'i5- -. R ««- h i t R» «u t tizcls o:.1. 3L Gebiedsgegevens Naamvanc?!? :ere^e - -g: te3 :įc:e si:uatie Frankenstraat 2 Berekend op: 2Ū16Í1ŪJİ9 lā Project: ĽĈ335 Frans-s:-a5.: 2 Paulissen ļd X coord inaaľ 4 ODD Lengte X: CCJ ní.rta îjrdd.rtfì,\: 4C coördinaat: aas 6 Breedte Y:1DD0 -.aita :j'ic:lile" r: 4C Eigen ruwheid fn Eigen ruwheid: ũ.ũũ Fype Berekening: PM 10 ļekenjaanüoie Soon Berekening: Omhullende :?ts.vs:and:.- C Onderiinge afetand: 15 Jitvoer directory: F:.Onze Dccj ehenarclĵls :-KZ 35 öei.rc-ereíe- -g B-V * Ve'orcer rg RLr-te-.-.rstof- o-?a23 1 ŗ Plŕ '0 Te beschermen ohject X CoDrd D T Cūor Concentrate jverschnjdin [microgramŕm3] ;dagen] Lage haghorst 1 3 W Lage haghorst 1 3 T f Lage haghorst 31 W 141 e-e 339 4CĒ ī\9ď Lage haghorst 31 T 4 57 ÎSİ Lage haghorst 23 W 1-1 İ İ-- 33;4-? t.98 Lage haghorst 23 T 1-1 Ć ; Ī-.98 Lage haghorst 25 W 1-1 5M ÎES ':E: Lage haghorst 25 T I-- 7ľ.ŕ?3j 47f vv tve-isľaat 22 T 1- - ':4? ÎB6 44Ē 'ES Frí."kerstr^.í.t 4 vv I- - 33d 1 :Ē 'ES Frí."kerstrí.í.t 4-55C 2.93 Lage haghorst 17 W 41 7'9 333 ' Lage haghorst 17 T I -1 ŌŌC Brongegevens Naam : Slal 3 Type: AB RD X Coord.: 141 E44 RD ï Coord 3B9 344 Em s??: hūūgte van emissiepunt: 3.BD verticale uihreesnelheid: -.DC hoogte van gebouw: 3.8 diameter van emissiepunt ;.47; X-coDrd. zwaartepunt van gebouw: temperatuur van emisstroom: cocrd. zwaartepunt van gebouw: 3BG 323 lengte van gebouw: 71.SO breedte van gebouw: orien:a"je van gebouw se.00 Haam : Slal 4 Type: AB RD X Coord.: 141 Ē45 RD Y Coord 3 3żlt3 Em ss?: hoogte van emissiepunt: ĩ.30 verticale uihreesnelheid: -.DC hoogte van gebouw: 3 El diameter van emissiepunt C.S3 X-coord. zwaartepunt van gebouw: temperatuur van emisstroom: cocrd. zwaartepunt van gebouw: 3BG 323 lengte van gebouw: breedte van gebouw: orien:a - üe van gebouw Be.oo Haam : Slal 5 Type: AB RD X Coord.: RD ï Coord 3B8 303 Em ss?: hoogte van emissiepunt: S.3Ū verticale uirjeesnelheid: í.41- hoogte van gebouw: 5.7 diameter van emissiepunt 1 66 X-coDrd. zwaartepunt van gebouw: 141 4BS temperatuur van emisstroom 2Ŭ5.00 -coord. zwaanepun: van gebouw: 3S6 311 Pagina 45 van 51

46 Gegenereerd met ISLĴa Versie , Rekenhart Release 3 juli 2D1G (c}dnv GL lengte van gebouw: breedte van gebouw: orien:a-je van gebouw: 53.BŪ 17S.0Ľ 33O000 - F reject: 06Ū35 Frankenstraat 2 Pajlissen - Berekening: Beoogde situatie Frankenstraat 2 Grenswaarde y Ē *7 11S 7 3S34ŪŪ - j^^^^ Z^a\ 3E9Z00 ^Äļp^ļ^ 3B9ÎD0-388BŨ0 - # # 38861)0 -I ŪĒ0Ū Ē0O } 1422M Date: Time: 16:3.3:28 Page 2 Pagina 46 van 51

47 ISL3a-uitdraai vergunde situatie Gegenereerd met ISLSĵ Versie 2Ū16-1, Refcenhart Release o juli 2Ũ16 Gebiedt gegevens Naam van deze berekening: D9ti35 Vergunde situatie Berekend op: SDIGŕlDVIS Project: ŪM35 vergund RDX coardinaaľ 141 ODD Lengte X: 1D-M Aantal Gridpunten X: 4Ū RD Y coördinaat: 33E 311 Breedte Y:1ŪM Aantal Gridpunten V": 4D Berekende ruwheid: CD3 Eigen ruwheid I I Eigen ruwheid: Ū.Oíi Type Berekening: PM1Ū Rekenjaan2D1B SoDrtBerekening: Omhullende Toets a*s":and: 7C Onderiinge afstand: I S Uitvoer directory: F:ļOnze Doōumenten\ArïïGIE\Ū6D35\Geu toerekening BZV + V/erordening Ruimte Ui jn-e.trjftfm 2,5 Te beschermen object RD X Coord. RD Y Coord. Concentratie Overschrijding Naam: [m] M [microg ramftnĵļ [dagen] Lage haghorst 16 W Ū Lage Haghorst 16 T Lage haghorst 21 W LV.Í i 19.0 Lage Haghorst 21 T ŪD 19.0 Lage haghorst 23 W LV.Í i 19.0 Lage Haghorst 23 T '.ĩ ; 19.0 Lage Haghorst 25 W '.SB 19.0 Lage Haghorst 25 T '.9B 19.0 Witvenstraat 22 W '.SB 19.0 Witvenstraat 22 T '.ĩ ; 19.0 Franken straat 4 W '.9B 19.0 Franken straat 4 T Lage haghorst 17 W '.SB 19.0 Lage Haghorst 17 T D '.SB 19.0 Brongegevens K;.ain S:í. i Type: AB R Ū X Coord.: RD Y Coord. 3B9 344 Em i; ĵ: hoogte van emissiepunt: 3.50 verticale ui-jeesnelheid: 4.00 hoogte van gebouw: 3.6 diameter van emissiepunt: Í.4E X-coord. zwaartepunt van gebouw: temperatuur van emisstroom: 2S5.09 v -coord. zwaanepun: van gebouw: lengte van gebouw: breedte van gebouw: oriëntatie van gebouw Bfl.DD K;.ain S:ī 4 Type: AB RD X Coord.: RD Y Cooid. 3 3vĽĚ3 E m s?? : hoogte van emissiepunt: f.dc verticale uittxeesnelheid: 4.00 hoogte van gebouw: 3.6 diameter van emissiepunt X-coord. zwaartepunt van gebouw: temperatuur van emisstroom: 2S5.00 '-'-coord, zwaanepun: van gebouw: lengte van gebouw: breedte van gebouw: oriëntatie van gebouw Bfl.DD Kí.aTi 3:-? 5 Type: AB RD X Coord.: RD Y CMHd. 3B9 395 Em i??: C.D00SC hoogte van emissiepunt: ;.50 verticale uirjeesnelheid: 4.00 hoogte van gebouw: 5.7 diameter van emissiepunt X-coord. zwaartepunt van gebouw: temperatuur van emiaatroorn: 2B5.09 Y-cbord. zwaanepun: van gebouw: Date: Time: 14:43:47 Page 1 Pagina 47 van 51

48 Gegenereerd met ISLĴa Versie Rekenhart Release 6 juli (e) DNV GL lengte van gebouw: 7Ū.10 breedte van gebouw: oriŕn:ade van gebouw: 17S.ŪC Project: vergund - Berekening: 0603S Vergunde situatie Grenswaarde # # Ĵ-7 389E00 - \130ŚŞ 6 Z ^?^ 3E9Z00 ^^^^^^jl^^^ ŌBB00 -- # ^ I Ū * W Dale: 1B-10-2D16 Time: 14:43:47 Page 2 Pagina 48 van 51

49 Bijlage 5: Maatregelen t.b.v. Gezondheid en hygiëne voor de geitenhouderij aan de Frankenstraat 2 In onderhavige bijlage wordt a.d.h.v. 5 vragen, een passend antwoord voorzien waaruit blijkt dat op het bedrijf voldoende positieve maatregelen worden genomen om de risico's op de volksgezondheid weg te nemen. A. Welke positieve maatrege/en zijn er genomen in het kader van de volksgezondheid. De heer R.T.A. Paulissen is bekend met het hygiëneprotocol zoals is overeengekomen tussen het ministerie en de Land en Tuinbouworganisatie (LTO) en de wettelijke bepalingen uit de Gezondheidsen welzijnswet voor dieren (GWWD) en de bijbehorende Regeling. De maatregelen in het kader van het hygiëneprotocol hebben betrekking op algemene hygiëne, mestopslag, vervoer en uitrijden van mest en de aflammerperiode. Een deel van deze maatregelen gelden voor alle (dus ook de vrije) bedrijven. Het bedrijf aan de Frankenstraat 2 te Haghorst betreft een vrij bedrijf en heeft dus te maken met een deel van deze maatregelen. Een aantal maatregelen zijn wettelijk vastgelegd in de 'Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten' (hierna: regeling). Sinds de opstelling van het hygiëneprotocol hebben er wijzigingen/versoepelingen plaatsgevonden doordat inmiddels alle dieren gevaccineerd zijn. Het bedrijf voldoet aan de gestelde voorwaarden uit de regeling voor wat betreft vaccinatie. Op het geitenbedrijf worden de dieren jaarlijks geënt waarbij voldaan wordt aan de in de regeling gestelde eisen. Tevens vindt het aan- of afvoeren en insemineren van dieren plaats conform de regeling. De uitvoering van de verplichte maatregelen zijn nader toegelicht in punt B. BB. Hoe wordt uitvoering gegeven aan de verpiichte maatrege/en in het kader van het hygiëneprotocol? De maatregelen die het bedrijf treft komen deels uit het hygiëneprotocol en deels uit de wettelijke voorschriften van de regeling. Hierbij kan een opsplitsing gemaakt worden tussen verplichte maatregelen en vrijwillige maatregelen. Het geitenbedrijf van de heer Paulissen voldoet aan de gestelde voorwaarden. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende maatregelen: - Het hygiëneprotocol geeft aan: Een verbod op het uitmesten van de stal vanaf de aanvang van de lammerperiode tot 30 dagen na afloop daarvan. Op deze manier zakken de bacteriën welke vrijkomen met het lammeren in de mest, de kans op verwaaiing van de bacteriën is hierdoor kleiner. Deze regel is niet meer verplicht en derhalve niet opgenomen in de regeling. Dit wordt derhalve niet toegepast. - Het hygiëneprotocol geeft aan dat na het uitmesten de mest op vrije bedrijven gedurende 90 dagen afgedekt dient te worden opgeslagen. Inmiddels is deze periode teruggebracht naar 30 dagen zoals is opgenomen in de regeling. Op het bedrijf aan de Frankenstraat 2 wordt de mest dan ook gedurende 30 dagen opgeslagen. - Het verzamelen van nageboorten en verworpen vruchten in emmers of bakken zodat deze lekvrij kunnen worden afgevoerd. Deze verplichting geldt conform de regeling enkel voor verdachte of besmette bedrijven, maar wordt desondanks ook aan de Frankenstraat 2 toegepast. - Ongedierte moet adequaat worden bestreden. Deze verplichting geldt conform de regeling enkel voor verdachte of besmette bedrijven. Echter het voorkomen en eventueel bestrijden van ongedierte vormt een vast aspect in de bedrijfsvoering op de Frankenstraat 2. Regelmatige inspectie, het vaststellen van eventuele problemen en het zoeken naar de beste bestrijdingsmethoden maken hier onderdeel van uit. - De houder moet een administratie bijhouden van de data waarop de stal is uitgemest en van de data van het afvoeren en laten afvoeren, uitrijden of laten uitrijden van de mest. Op het bedrijf is een administratie aanwezig waarin tevens de hoeveelheden mest staan geregistreerd. Deze administratie wordt gedurende twee jaar bewaard. - Abortussen dienen gemeld te worden bij de NVWA. Op grond van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD) zijn veehouders, dierenartsen en andere betrokkenen verplicht om verschijnselen, zoals een hoger aantal abortussen dan normaal, van een besmettelijke dierziekte te melden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Eventuele verschijnselen van dierziekten zullen worden gemeld. Pagina 49 van 51

50 Daarnaast bevat de regeling regels ten aanzien van monitoring. Alle melkgeitenhouders moeten verplicht meedoen aan het monitoringsonderzoek van tankmelk. De Gezondheidsdienst voor Dieren voert dit onderzoek uit. De NVWA en het Centraal Veterinair Instituut (CVI) bepalen of de Q- koortsbacterie (Coxiella burnetii) aanwezig is in de melk. De monitoring wordt op het bedrijf aan de Frankenstraat 2 uitgevoerd conform de regeling. Onderhavige locatie is voor bezoekers alleen op afspraak toegankelijk. Bij het betreden van het bedrijf is daarnaast bedrijfskleding verplicht. Dit zorgt ervoor dat samen met de hierboven genoemde maatregelen de gezondheidsrisico's voor zowel de dieren op het bedrijf als de omgeving zoveel mogelijk worden beperkt. Er is tevens geen sprake van een publieksfunctie, evenementen, tentoonstellingen en keuringen op het bedrijf. De aanvullende voorschriften uit de regeling zijn op dit bedrijf, omtrent dit onderwerp, derhalve niet van toepassing. C Hoe wordt uitvoering gegeven aan de vrijwlliige f overige maatregelen? Naast de wettelijke verplichte maatregelen zijn er in het hygiëneprotocol ook een aantal vrijwillige hygiënemaatregelen opgenomen. De heer Paulissen voert de volgende vrijwillige maatregels uit: - Bij veel werkzaamheden wordt stofvorming zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee wordt voorkomen dat er een verdere verwaaiing van de Q-koortsbacterie via stofdeeltjes plaatsvindt. Dit wordt bewerkstelligd door de volgende handelingen: o Het uitmesten wordt zoveel mogelijk met regenachtig weer uitgevoerd; o Bij de dag van het uitmesten niet op te strooien; o Op het bedrijf wordt er binnen en buiten de stallen alles schoon gehouden ter voorkoming van stofverwaaiing; o De mest gedurende de gehele opslagperiode afgedekt houden i.p.v. de verplichtte 30 o dagen ter voorkoming van versleping door vogels en verwaaiing van deeltjes; Geen buitenopslag van losse materialen die kunnen verwaaien en/of stof kunnen verspreiden. - De heer Paulissen koopt zijn stro enkel aan bij handelaren die GMP-gecertificeerd zijn. Hierdoor is de hoge kwaliteit van het stro gegarandeerd. Hiermee wordt de insleep en verspreiding van Q- koorts beperkt. - De heer Paulissen zorgt ervoor dat naast hijzelf, tevens de loonwerkers en mesthandelaren en andere betrokken personen bij de bedrijfsvoering op de hoogte zijn van het hygiëneprotocol. De heer Paulissen ziet erop toe dat deze maatregelen worden nageleefd. - Het materiaal dat dat bij het leegrijden van de potstal is gebruikt wordt eerst schoongemaakt, alvorens het bedrijf verlaten wordt. Ook hiermee wordt de kans op verdere verspreiding verkleind. - De heer Paulissen ziet erop toe dat de mest bij het vervoer via de openbare weg enkel getransporteerd wordt in goed afgesloten en afgedekte containers. - Bij de assistentie bij het aflammeren wordt hygiënekleding en wegwerphandschoenen gebruikt. In de lammertijd worden de ligplaatsen ingestrooid met desinfectiekalk om zo de infectiedruk zo laag mogelijk te houden. Los van het hygiëneprotocol zijn er nog een aantal maatregelen die de heer Paulissen toepast, waardoor de kans op een verdere verspreiding beperkt wordt, te weten: - Elke zes weken komt er een erkend ongediertebestrijdingsbedrijf om het bedrijf te controleren op ongedierte en de bestrijding van ongedierte. Tevens worden op het bedrijf elke zes weken de ligplaatsen behandeld met madedood ter voorkoming van vliegen. - Het bedrijf voldoet aan het BRC protocol inzake de productie van levensmiddelengrondstoffen. De melkfabriek waar de melk altijd heen gaat, werkt volgens dit protocol. De BRC vereist dat een kwaliteitssysteem aanwezig is, dat HACCP toegepast wordt en dat de omgeving, product, proces en personeel in dit systeem opgenomen zijn. Inmiddels heeft de Europese Retail Organisatie (CIES) de standaard erkend. Inhoudelijk is de BRC-norm te vergelijken met de Toetsingscriteria van het Centraal College van Deskundigen HACCP, maar dan aangevuld met concrete eisen t.a.v. bedrijfsinrichting, hygiënisch werken, persoonlijke hygiëne, etc. Pagina 50 van 51

Handreiking veehouderij en volksgezondheid. Conceptversie d.d

Handreiking veehouderij en volksgezondheid. Conceptversie d.d Handreiking veehouderij en volksgezondheid Conceptversie d.d. 24-03-2015 Handreiking veehouderij en volksgezondheid Opgesteld vanuit het BPO-speerpunt Transitie Zorgvuldige Veehouderij in Noord-Brabant

Nadere informatie

Bijlage: Ontvankelijkheid voor gezondheidstoets

Bijlage: Ontvankelijkheid voor gezondheidstoets Bijlage: Ontvankelijkheid voor gezondheidstoets Dit document beschrijft de informatie die Bureau GMV nodig heeft om een advies te kunnen opstellen over de gezondheidsaspecten die de gemeente moet meewegen

Nadere informatie

Ontvankelijkheid voor gezondheidsadvies bij individuele veehouderijen

Ontvankelijkheid voor gezondheidsadvies bij individuele veehouderijen Ontvankelijkheid voor gezondheidsadvies bij individuele veehouderijen Dit document beschrijft de informatie die Bureau GMV nodig heeft om een advies te kunnen opstellen over de gezondheidsaspecten die

Nadere informatie

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Zoönosen aandachts punt voor GGD Streefwaarden 10 ou woonkernen

Nadere informatie

Risico-inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij. Mastdreef 19 Breda

Risico-inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij. Mastdreef 19 Breda Risico-inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij Mastdreef 19 Breda Risico-inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij Datum: 13 oktober 2016, aangepast 9 januari 2017

Nadere informatie

Datum: 15 juli 2015 A.S.G. van Dam

Datum: 15 juli 2015 A.S.G. van Dam Hart voor Brabant Gezondheid telt! Gemeente Landerd Postbus 35 5410 AA ZEELAND t.a.v. T.R.J. Reijnen Kenmerk: Behandeld door: Onderwerp: UIT-15034397 Datum: 15 juli 2015 A.S.G. van Dam E-mail: milieu@ggd-bureaugmv.nl

Nadere informatie

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid

Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Toetsingsinstrument veehouderij en gezondheid 2013 Theo vd Ven Gemeente Oirschot Renske Nijdam GGD Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Inhoud Toelichting toetsingsinstrument Proces Keuze indicatoren

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid Veehouderij & Gezondheid stand van zaken april 2015 Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 22 april 2015 Stand van zaken Uitkomsten geuronderzoek GGD Tussentijdse uitkomsten Veehouderij Gezondheid

Nadere informatie

GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013

GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013 GGD advies bij vergunningaanvraag Polderweg 25a te Oostwold Herziene versie Jantien Noorda, 29 januari 2013 Aanleiding Gemeente Oldambt heeft contact opgenomen met GGD Groningen naar aanleiding van de

Nadere informatie

Beleid toetsen Volksgezondheid bij procedures voor veehouderijen

Beleid toetsen Volksgezondheid bij procedures voor veehouderijen CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR460739_1 1 mei 2018 Beleid toetsen Volksgezondheid bij procedures voor veehouderijen De raad van de gemeente Gemert-Bakel, gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Veehouderij & Gezondheid. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid Veehouderij & Gezondheid Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 13 januari 2015 Wat ga ik vertellen? Gezondheid & veehouderij Mogelijkheden om gezondheid mee te wegen in de discussie veehouderij Casus

Nadere informatie

UIT Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van Dam Onderwerp:

UIT Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van   Dam Onderwerp: / r^/0i Gemeente Meierijstad De heer C. van den Boogaard Postbus 10.001 5460 DA VEGHEL Kenmerk: Behandeld door: UIT-17038236 Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van E-mail: m.scholtes@ggdgmv.nl

Nadere informatie

CCD, Bureau Gezondheid, Milieu S Veiligheid GGD'en Brabant I Zeeland

CCD, Bureau Gezondheid, Milieu S Veiligheid GGD'en Brabant I Zeeland CCD, I I GEMEENTE REUSEL-DE MIERDEN ingek: - 9 NOV 2D15 REG.NR.: BESTEMD VOOR 15ik.06180 Gemeente Reusel-de Mierden J. van der Heijden Postbus 11 5540 AA REUSEL Kenmerk: Behandeld door: Onderwerp: UIT-15034920

Nadere informatie

Handreiking veehouderij en volksgezondheid. Een stappenplan om te beoordelen of nadere advisering vanuit de GGD wenselijk is

Handreiking veehouderij en volksgezondheid. Een stappenplan om te beoordelen of nadere advisering vanuit de GGD wenselijk is Handreiking veehouderij en volksgezondheid Een stappenplan om te beoordelen of nadere advisering vanuit de GGD wenselijk is Definitieve versie 03 maart 2016 Colofon Dit rapport is opgesteld in opdracht

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten

Nadere informatie

Ontvangen 3 0 JUNI Gemeente Dongen. M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant. t.a.v. M. Boonekamp Postbus GE DONGEN

Ontvangen 3 0 JUNI Gemeente Dongen. M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant. t.a.v. M. Boonekamp Postbus GE DONGEN Ontvangen M Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant 3 0 JUNI 2017 Gemeente Dongen Gemeente Dongen t.a.v. M. Boonekamp Postbus 10153 5100 GE DONGEN Kenmerk: UIT-17038706 Datum: 28 juni 2017 Behandeld door:

Nadere informatie

Checklist voor toetsing van gezondheidsrisico s

Checklist voor toetsing van gezondheidsrisico s Checklist voor toetsing van gezondheidsrisico s van veehouderijen In dit hoofdstuk is voor de geselecteerde indicatoren per indicator in een tabel de oorzaakeffectketen in beeld gebracht inclusief de te

Nadere informatie

Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden

Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden Vervolggesprekken over leefbaarheid in en om Heusden Programma 20.00 uur inloop 20.15 uur welkom door wethouder Martens presentaties van Fred Stouthart (OZOB) en Renske Nijdam (GGD) over geur, fijnstof

Nadere informatie

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp 8 5431 SP Cuijk Postbus 88 5430 AB Cuijk 0485-338300 info@odbn.nl www.odbn.nl Datum 22 maart 2016 Aan Gemeente Haaren, de heer Van Nuland Van De heer

Nadere informatie

Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL

Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus AA BLADEL Gemeente Bladel Heer C. van Hintum Postbus 11 5530 AA BLADEL Kenmerk: UIT-17039450 Datum: 28 november 2017 Behandeld door: M. Stijntjes E-mail: m.stijntjes@ggdgmv.nl Onderwerp: GGD advies n.a.v. woningbouw

Nadere informatie

Die zienswijzen die betrekking hebben op het onderdeel milieu betreffen, kort samengevat, het volgende.

Die zienswijzen die betrekking hebben op het onderdeel milieu betreffen, kort samengevat, het volgende. Zienswijzen Het ontwerpbesluit is op 19 oktober 2017 gepubliceerd op de gemeentelijke website, op Overheid.nl en in de Staatscourant en is vanaf deze datum tot en met 29 november 2017 ter inzage gelegd.

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Veehouderij en geur Ontwerp geurgebiedsvisie en geurverordening 2016 Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten Asten Historie: reconstructie, afwaartse beweging ammoniakreductie prioriteit

Nadere informatie

Aanvullend toetsingsinstrument. Een risico-inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij

Aanvullend toetsingsinstrument. Een risico-inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij Aanvullend toetsingsinstrument Een risico-inventarisatie en evaluatie voor gezondheid bij veehouderij Tilburg, september 2013 Drs. R. Nijdam, adviseur milieu en gezondheid, Bureau Gezondheid, Milieu &

Nadere informatie

Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw. Moleneind 25, Loon op Zand

Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw. Moleneind 25, Loon op Zand Geuronderzoek omgekeerde werking bij woningbouw Moleneind 25, Loon op Zand Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T: 013-519 9458 F: 013-519 9727 E: info@vandunadvies.nl www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009

Intensieve veehouderij en gezondheid. Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009 Intensieve veehouderij en gezondheid Henk Jans, arts MG/chemicus Renske Nijdam 15 juni 2009 Inhoud presentatie Actualiteit Componenten Beleving Kansen en bedreigingen Onderzoeksvoorstel Actualiteit Handtekeningenactie

Nadere informatie

Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij

Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij Fred Stouthart Workshop Eerste hulp voor gemeente Volksgezondheid en veehouderij Symposium 13 maart 2019 Verspreiding stoffen uit stallen 2 Veehouderij en volksgezondheid VGO 1, 2, 3 meer luchtwegklachten

Nadere informatie

GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL

GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL Colofon Geurverspreidingsonderzoek Projectnummer: 04.261 Versie: 1 Datum: 13-12-2012 Opdrachtnemer Agrifirm Exlan Poort van Veghel 4949 Postbus 200 5466

Nadere informatie

Intensieve veehouderij en gezondheid

Intensieve veehouderij en gezondheid Intensieve veehouderij en gezondheid Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 3 december 2015 Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid Samenwerkingsverband GGD en Brabant/Zeeland Arts, toxicologen, milieugezondheidkundigen,

Nadere informatie

De Marke III te Hengevelde

De Marke III te Hengevelde Onderzoek geurhinder veehouderijbedrijven De Marke III te Hengevelde Gemeente Hof van Twente Datum: 26 november 2013 Projectnummer: 120218 Auteur: Projectleider: Project: SAB Postbus 479 Projectnummer:

Nadere informatie

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014

Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Factsheet luchtkwaliteit over het jaar 2014 Achtergrondinformatie Fijnstof is een vorm van luchtverontreiniging die een negatief effect kan hebben op de gezondheid van de mens. Kortstondige blootstelling

Nadere informatie

Ontwerp besluit UV

Ontwerp besluit UV Ontwerp besluit UV 20160070 Aanvraag en verzoek Op 3 mei 2016 is voor het adres Aan 't Ven 6 te Nederweert ingekomen: 1. Een omgevingsvergunning aanvraag voor het veranderen van een pluimveehouderij (OBM)

Nadere informatie

4.3. Fijn stof en NO 2

4.3. Fijn stof en NO 2 geurgevoelige objecten in het buitengebied, die volgens de Wgv beschermd moeten worden, is dus 8,0 Ou en voor geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom is deze 2,0 Ou. De geuremissie van het bedrijf

Nadere informatie

Onderzoek geurbelasting Wet geurhinder en veehouderij. Schaiksedijk 12, Riethoven

Onderzoek geurbelasting Wet geurhinder en veehouderij. Schaiksedijk 12, Riethoven Onderzoek geurbelasting Wet geurhinder en veehouderij Schaiksedijk 12, Riethoven Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober 2015. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid

Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober 2015. Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid Veehouderij & Gezondheid stand van zaken onderzoek oktober 2015 Renske Nijdam Adviseur milieu & gezondheid 20 oktober 2015 Danielle van Oudheusden Arts M&G, Infectieziektebestrijding GGD Brabant-Zuidoost

Nadere informatie

Onderzoek geurbelasting in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij

Onderzoek geurbelasting in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij Onderzoek geurbelasting in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij Opdrachtgever: Vermeulen VOF Schellebaan 2 5133 NP Riel Locatie van de inrichting: Schellebaan 2 Riel Kadastraal bekend: Gemeente:

Nadere informatie

Veehouderij en volksgezondheid

Veehouderij en volksgezondheid Veehouderij en volksgezondheid Stand van zaken wetgeving en jurisprudentie Peter Bokelaar Inleiding Gezondheidseffecten veehouderij nog steeds een actueel thema. Q-koorts uitbraak in 2008/2009: bewustwording

Nadere informatie

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch Onderzoek geur Veehouderijen Schoolstraat ong. te Wijbosch te Wijbosch pagina 1 INHOUD pagina 1 INLEIDING 2 2 WETTELIJK KADER 3 3 ONDERZOEKSLOCATIE 5 3.1 Planlocatie 5 4 ONDERZOEK GEUR VEEHOUDERIJEN 6

Nadere informatie

Seminar Veehouderij en volksgezondheid

Seminar Veehouderij en volksgezondheid Seminar Veehouderij en volksgezondheid Dick Heederik Universiteit Utrecht (IRAS) Fred Stouthart Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Paul Bodden Hekkelman Advocaten Doorn 3 november 2016 Programma Seminar

Nadere informatie

Ons kenmerk: RJ/97127-AA017

Ons kenmerk: RJ/97127-AA017 Gemeente Bladel T.a.v. de Gemeenteraad Postbus 11 5530 AA Bladel Someren, 22 november 2017 Uw kenmerk: Onderwerp: Ons kenmerk: RJ/97127-AA017 Omgevingsvergunning (1 e fase) voor het afwijken van het bestemmingsplan

Nadere informatie

Bijlage 11 Omgevingsdialoog

Bijlage 11 Omgevingsdialoog Bijlage 11 Omgevingsdialoog INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMENE INFORMATIE 1 2 VOORBEREIDING 1 3 OMGEVINGSDIALOOG 2 4 VRAGEN VANUIT DE BUREN 3 1 ALGEMENE INFORMATIE Overzicht Locatie Gespreksverslag omgevingsdialoog

Nadere informatie

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus

Intensieve veehouderij en. hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus Intensieve veehouderij en gezondheid hoe groot zijn de risico s? HWA Jans, arts Maatschappij en Gezondheid, profiel medische milieukunde en chemicus 14 februari 2012 Historie 1997/98: varkenspest: virus

Nadere informatie

VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING

VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING VORMVRIJE M.E.R.-BEOORDELING HOOGSTRAAT UDEN GEMEENTE Colofon Vormvrije m.e.r.-beoordeling Projectnummer: Versie: 1 Datum: 2 augustus 2016 Opdrachtnemer Agrifirm Waalkade 33 5347 KR Oss Locatie 17 Uden

Nadere informatie

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht

Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Welk inzicht hebben we in de relatie veehouderij en gezondheid? Dick Heederik IRAS Universiteit Utrecht Emissies veehouderij Primair fijnstof voer, mestdeeltjes, haren, huidschilfers, veren,.. bacterien

Nadere informatie

Brochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG. 15 december

Brochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG. 15 december Brochure INFORMATIE VOOR OUDERS MET KINDEREN BIJ AGRARISCHE KINDEROPVANG 15 december 2017 www.vggm.nl Informatie voor ouders met kinderen bij agrarische kinderopvang INHOUDSOPGAVE INFORMATIE VOOR OUDERS...

Nadere informatie

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets 1. Procedurele overwegingen 1.1. Gegevens aanvrager Wij hebben op 3 december 015 een aanvraag ontvangen voor een omgevingsvergunning als bedoeld in

Nadere informatie

Geuronderzoek nieuw te realiseren woning. Kievitsham GE Hoenzadriel

Geuronderzoek nieuw te realiseren woning. Kievitsham GE Hoenzadriel Geuronderzoek nieuw te realiseren woning Kievitsham 66 5333 GE Hoenzadriel Geuronderzoek realisatie woning Kievitsham 66 5333 GE Hoenzadriel Rapportnummer: Naam opdrachtgever: M154108.001/TCR de heer

Nadere informatie

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven

Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Fred Stouthart Volksgezondheid en veehouderij: handelingsperspectieven Studiedag Hekkelman, Doorn, 3 november 2016 Zijn we uit een droom wakker geworden. We dachten dat de lucht in het buitengebied schoon

Nadere informatie

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING Plangebied Schoolstraat-Oost te Gameren Gemeente Zaltbommel Opdrachtgever: Contactpersoon: Arcadis Nederland BV mevrouw E. Timmermans-Boele Documentnummer:

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Veehouderij en geur geurgebiedsvisie en geurverordening 2015 Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Geursituatie 2015 Overbelaste locaties Heusden Ommel Concentratie Intensieve veehouderij ten zuiden van

Nadere informatie

cm, f GEMEENTE SINT-OEDENRODE TEAM: INGEK. 2 2 DEC 2016 Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant ZAAK NR.: DOC NR.:

cm, f GEMEENTE SINT-OEDENRODE TEAM: INGEK. 2 2 DEC 2016 Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant ZAAK NR.: DOC NR.: cm, f Gezondheid, Milieu en Veiligheid Brabant GEMEENTE SINT-OEDENRODE TEAM: INGEK. 2 2 DEC 2016 ZAAK NR.: DOC NR.: Gemeente Sint-Oedenrode t.a.v. dhr. C. van den Boogaard Postbus 44 5490 AA SINT-OEDENRODE

Nadere informatie

Veehouderij en gezondheid omwonenden

Veehouderij en gezondheid omwonenden Veehouderij en gezondheid omwonenden Hebben veehouderijen effect op de gezondheid van mensen die in de omgeving wonen? Dat was de centrale vraag in het onderzoek VGO. In deze brochure vindt u de belangrijkste

Nadere informatie

Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013

Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid. 5 november 2013 Stand van zaken duurzaam veehouderijbeleid 5 november 2013 Inhoud Rijksoverheid provincie Noord Brabant Beleid Oirschot Toetsingsinstrument gezondheid bij veehouderijen Beleid rijksoverheid Dierrechten/mestoverschot

Nadere informatie

Met deze brief willen de GGD en in Noord-Brabant u informeren over nieuwe inzichten in het dossier geurhinder van veehouderijen.

Met deze brief willen de GGD en in Noord-Brabant u informeren over nieuwe inzichten in het dossier geurhinder van veehouderijen. Aan de wethouders Volksgezondheid en wethouders Milieu van de gemeenten in Noord-Brabant Kenmerk: UIT-15033471 Z-14016606 Datum: 10 maart 2015 Behandeld door: L. Geelen E-mail: l.geelen@ggd-bureaugmv.nl

Nadere informatie

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid Bijlage 2 Bij statenmededeling Brabants Mestbeleid d.d. 15 november 2016 CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid 1. Definities Hokdierenhouderij Het houden

Nadere informatie

Onderzoek luchtkwaliteit. Elsendorpseweg 99, Elsendorp

Onderzoek luchtkwaliteit. Elsendorpseweg 99, Elsendorp Onderzoek luchtkwaliteit Elsendorpseweg 99, Elsendorp Van Dun Advies BV Dorpsstraat 54 5113 TE Ulicoten T 013-519 9458 Postel 8 5711 ET Someren T 0493 745 015 E info@vandunadvies.nl I www.vandunadvies.nl

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

Achterstraat 13a en 15, Randwijk Onderzoek agrarische geurhinder Achterstraat 13a en 15, Randwijk De Milieuadviseur Datum: 18 mei 2017 Projectnummer: 17034 Samenvatting Op de locatie Achterstraat 13a-15 te Randwijk wordt voormalige agrarische

Nadere informatie

Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt

Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt Geuronderzoek Urlingsestraat 11A Oeffelt Opdrachtgever: H.G.J. Haerkens Urlingsestraat 11A 5441 XJ Oeffelt datum: 12 oktober 2010 opgesteld door: A.B. Verhage Specialist ROMB ZLTO Advies Inhoudsopgave

Nadere informatie

Geachte mevrouw Vork,

Geachte mevrouw Vork, Bezoekadres Mien Ruysweg 1 9408 KA Assen Postadres Postbus 144 Stalbouw.NL T.a.v. mw. Iris Vork Kosterijland 7 3981 AJ Bunnik T 0592-306300 F 0592-314248 Einfo@ggddrenthe.nl I www.ggddrenthe.nl Datum:

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Nr

Raadsinformatiebrief Nr gemeente Hilvarenbeek *16int03478* 16int03478 Zaaknummer: Raadsinformatiebrief Nr. 2016-78 Aan : Raad Van : College van B&W Behandeld in collegevergadering van : 19 juli 2016 Datum : 12 juli 2016 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

Beoordelingsrapport milieuonderdelen Verordening ruimte 2014 en Brabantse Zorgvuldigheidsscore Galgestraat 6 te Teteringen

Beoordelingsrapport milieuonderdelen Verordening ruimte 2014 en Brabantse Zorgvuldigheidsscore Galgestraat 6 te Teteringen Beoordelingsrapport milieuonderdelen Verordening ruimte 2014 en Brabantse Zorgvuldigheidsscore Galgestraat 6 te Teteringen Aan: gemeente Breda Van: Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Datum: 11 maart

Nadere informatie

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof

Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Provincie Noord-Brabant Veehouderij 2012 Bedrijfsontwikkelingen, ammoniak, geur en fijnstof Auteur U.M.Henkel Datum 1 april 2014 2 Samenvatting De Rapportage Veehouderij 2012 bevat informatie over de ontwikkelingen

Nadere informatie

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve ADVIESMEMO Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve Bestemd voor : Gemeente s-hertogenbosch, de heer B. Coppens Afkomstig van : mevrouw L. van Beek Datum : 31 mei 2016 Inleiding U heeft ons verzocht voor het plangebied

Nadere informatie

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER)

1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) 1 De gemeente Gemert-Bakel wil een nieuw bestemmingplan voor het buitengebied vaststellen. Belangrijk uitgangspunt is om de inhoud af te stemmen op de provinciale

Nadere informatie

Rapportage geur Project Buitenkans, Vrouwboomweg te Horst

Rapportage geur Project Buitenkans, Vrouwboomweg te Horst Rapportage geur Project Buitenkans, Vrouwboomweg te Horst Juni 2013 2 PROJECTGEGEVENS Opdrachtgever Naam : Willems Melderslo BV Adres : Hoebertweg 15 Postcode, plaats : 5966 ND America Colofon rapportage

Nadere informatie

Memo. Vragen gemeenteraadsfractie Partij voor de Dieren. aan

Memo. Vragen gemeenteraadsfractie Partij voor de Dieren. aan Memo aan onderwerp van directie afdeling telefoon datum Raadsfractie Partij voor de Dieren Vragen Partij voor de Dieren n.a.v. Regionaal risicoprofiel De burgemeester mo Veiligheid en wijken 0182-588725

Nadere informatie

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015 Rode draad van deze toelichting In dit overleg focus op actualisatie gemeentelijke

Nadere informatie

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon

Geuronderzoek. Bandijk 33 datum 7 oktober BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon Geuronderzoek opdrachtgever VOF Den Hartog Van Beek status Definitief Bandijk 33 datum 7 oktober 2014 6988 BK Lathum opsteller ing. D.J. (Dick) Hengeveld locatie Bandijk 33a telefoon 088 888 66 61 Lathum

Nadere informatie

Hygiëneprotocol voor melkgeiten- en schapenhouderijen

Hygiëneprotocol voor melkgeiten- en schapenhouderijen Hygiëneprotocol voor melkgeiten- en schapenhouderijen 6 februari 2009, gewijzigd op 15 april, 10 juli 2009 en 19 oktober 2009 en 8 februari 2010. Met de Land en Tuinbouworganisatie (LTO) is een hygiëneprotocol

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20130168 Aanvraag Op 06 december 2013 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij (OBM) op het adres Hennesweg 41 te Ospel.

Nadere informatie

GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK

GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK ONDERZOEK NAAR DE BELASTING 28 oktober 2015-2 - GEUR EN FIJN STOF IN DE GEMEENTE HILVARENBEEK ONDERZOEK NAAR DE BELASTING In opdracht van gemeente Hilvarenbeek

Nadere informatie

Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid

Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid Q&A Q&A geitenhouderij en gezondheid Kennisbericht ter ondersteuning van GGD Bureau GMV in Noord-Brabant in verband met de mogelijke vestiging van een geitenhouderij in de gemeente Gemert/Bakel Versie

Nadere informatie

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING PROVINCIALEWEG 4 TE T VELD Ing. L. Polinder Augustus 2015 Bijlagen bij de melding Omgevingsvergunning MELDER: VOF A. Groen Provincialeweg 4 1735 ET T Veld Onderstaande bijlagen

Nadere informatie

Toelichting * 4 4 284 7* Inleiding. Bestemmingsplan en ruimtelijk beleid

Toelichting * 4 4 284 7* Inleiding. Bestemmingsplan en ruimtelijk beleid * 4 4 284 7* Inleiding Toelichting De heer Van de Kamp heeft een verzoek ingediend voor het aanpassen van de bestemming van het perceel Knapzaksteeg 15. Het plan is om hier de volgende dieren te gaan houden:

Nadere informatie

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' 'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, TWEEDE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen. Datum: 13-05-14 Onderwerp Evaluatie geurverordening veehouderij Boxtel Status Besluitvormend Voorstel De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014

Nadere informatie

Agrarische kinderopvang en gezondheid

Agrarische kinderopvang en gezondheid Agrarische kinderopvang en gezondheid GGD en in Nederland krijgen regelmatig vragen van gemeenten over de gezondheidsaspecten bij situering van een agrarische kinderopvang in het buitengebied. In dit beleidsadvies

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (OBM)

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (OBM) EINDADVIES aan Gemeente Zeist t.a.v. Mevrouw D. van der Kraan coördinator de heer M. Middelbos telefoon 088-022 51 14 datum 3 april 2018 uw kenmerk OV20170737 ons kenmerk Z-2017-47989 / 64252 olo-nummer

Nadere informatie

Het onderzoek is uitgevoerd in verband met het plan tot wijziging van de agrarische bestemming van deze gronden naar een bedrijfsbestemming.

Het onderzoek is uitgevoerd in verband met het plan tot wijziging van de agrarische bestemming van deze gronden naar een bedrijfsbestemming. Notitie 20130256-02 Geuronderzoek Kruisstraat 9/9a te Rosmalen Datum Referentie Behandeld door 22 april 2013 20130256-02 R. Schoonbrood/AAE 1 Inleiding In opdracht van bureau Verkuylen heeft Cauberg-Huygen

Nadere informatie

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen voor de inrichting gelegen aan Molenhuisweg 10 Vlierden Vlierden INHOUDSOPGAVE 1 GEGEVENS INRICHTING 1 2 GEGEVENS VERANDERING (NIET TECHNISCH) 1 3 MER-(BEOORDELINGS)PLICHT

Nadere informatie

Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21

Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21 Berekening geuremissie contouren Boonkweg 21 GEMEENTE HAAKSBERGEN ZWOLLE, 28 AUGUSTUS 2008 MILCURA OVERHEIDSADVISERING B.V. HAAKSBE003VR BEREKENING GEUREMISSIE CONTOUREN BOONKWEG 21 datum 28 AUGUSTUS 2008

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE MET BETREKKING TOT (AGRARISCH) KINDERDAGVERBLIJF EN BUITENSCHOOLSE OPVANG

BELEIDSNOTITIE MET BETREKKING TOT (AGRARISCH) KINDERDAGVERBLIJF EN BUITENSCHOOLSE OPVANG BELEIDSNOTITIE MET BETREKKING TOT (AGRARISCH) KINDERDAGVERBLIJF EN BUITENSCHOOLSE OPVANG Definitief, versie 4 1 Inhoudsopgave Titel Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang

Nadere informatie

Het Veluws Ontwerpburo heeft Omgeving Manager opdracht gegeven de bovengenoemde aspecten te onderzoeken.

Het Veluws Ontwerpburo heeft Omgeving Manager opdracht gegeven de bovengenoemde aspecten te onderzoeken. Adres Burgemeester J. Schipperkade 10A Postcode 8321 EH - Urk Telefoon 0527-680 870 Fax 0527-690 609 E-mail info@omgevingmanager.nl MEMO aan : A. van den Berg, Veluws Ontwerpburo van : W. Foppen bijdrage

Nadere informatie

OMGEVINGSTOETS GEURBELASTING Jonkers Advies Weldsehei WR VELDHOVEN

OMGEVINGSTOETS GEURBELASTING Jonkers Advies Weldsehei WR VELDHOVEN OMGEVINGSTOETS GEURBELASTING Jonkers Advies Weldsehei 4 5508 WR VELDHOVEN Locatie: Woningen Mariëndonkstraat, Elshout Manager Bouw J.S.M. de Groot 06 20 42 38 96 Datum 01-11-2016 DLV Bouw, Milieu en Techniek

Nadere informatie

Geachte heer Landeweerd,

Geachte heer Landeweerd, I'@I+'" Gelderland-M idden Omgevingsdienst De Vallei T.a.v. de heer H. Landeweerd Postbus 9024 6710 HM EDE Datum 15 juni 2016 Uw kenmerk Ons kenmerk 160615-0003 Contactpersoon Chris Zwerver Telefoonnummer

Nadere informatie

Inzake: Wind, Slappedel 8a Woudenberg Betreft: reactie op aanvullende stukken

Inzake: Wind, Slappedel 8a Woudenberg Betreft: reactie op aanvullende stukken Griffier gemeente Woudenberg T.a.v. Gemeenteraad gemeente Woudenberg Postbus 18 3930 EA Woudenberg Inzake: Wind, Slappedel 8a Woudenberg Betreft: reactie op aanvullende stukken Barneveld, 24 oktober 2017

Nadere informatie

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening'

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening' 'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, eerste herziening' Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT, EERSTE HERZIENING Aanleiding. Op 22 april 2014 heeft de gemeenteraad

Nadere informatie

Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Geachte mevrouw Dijksma,

Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Geachte mevrouw Dijksma, Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Geachte mevrouw Dijksma, Met veel genoegen bied ik u de resultaten aan van de bestuurlijke

Nadere informatie

RAPPORT GEUR. Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel

RAPPORT GEUR. Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel RAPPORT GEUR Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel Opdrachtgever: Contactpersoon: Croonen Adviseurs De heer D. Rüter Documentnummer: 20110139 C01 Datum:

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV 20140031

Omgevingsvergunning OV 20140031 Omgevingsvergunning OV 20140031 Aanvraag Op 28 februari 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een paardenhouderij (inclusief camping) op het adres Grasdijk

Nadere informatie

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter

BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF. Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter BIJLAGEN OBM Melkvee- en loonbedrijf De Molswaerd Heulenslag 36 A 2971 VG BLESKENSGRAAF Projectleider Bouw Rundvee C. de Ruijter 06 53 16 91 75 Datum 31-05-2017 Inhoudsopgave 1. Rubriek Gegevens inrichting...

Nadere informatie

Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek

Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek Veehouderij & Gezondheid uitkomsten onderzoek 2016-2017 Renske Nijdam adviseur milieu & gezondheid Regio Hart van Brabant Wat speelt lokaal Landelijke onderzoeken naar effecten veehouderij op gezondheid

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Gemeenteraad Raadsvergadering van 9-2-2017. Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel Samenvatting: Uw raad heeft in 2008 een geurgebiedsvisie en geurverordening

Nadere informatie

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Kollenburgweg 3 in Didam (gemeente Montferland)

Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Kollenburgweg 3 in Didam (gemeente Montferland) Berekening V-Stacks Gebied Toepassen Wet geurhinder en veehouderij Berekening in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het perceel Kollenburgweg 3 in Didam (gemeente Montferland) Rapportnummer 08198

Nadere informatie

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum

Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Uitbreiding pluimveehouderij Buijs VOF te Emmer-Compascuum Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 november 2016 / projectnummer: 3157 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Landbouwbedrijf

Nadere informatie

Vermeerderaar in de. En wat komt er nog aan: Wat staat er komend jaar te gebeuren: veranderende wereld van de wet- en regelgeving.

Vermeerderaar in de. En wat komt er nog aan: Wat staat er komend jaar te gebeuren: veranderende wereld van de wet- en regelgeving. Vermeerderaar in de veranderende wereld van de wet- en regelgeving Wim Hoeve Hoeve Advies BV 0522-291635 06-53610995 20-11-2013 Wat staat er komend jaar te gebeuren: Introductie PAS programmatische aanpak

Nadere informatie

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32

Betreft : Quickscan geur ontwikkelingslocaties 01 t/m 05, 10 t/m 12, 18,23 en 32 Hoevestein 20b Postbus 4156 4900 CD Oosterhout tel.: 0162-456481 fax.: 0162-435588 email: info@ageladviseurs.nl internet: www.ageladviseurs.nl Memo Datum : 8 maart 2011 Bestemd voor : Gemeente Landerd

Nadere informatie

Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie

Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie Bijlage 12a Berekening voorgrond geur vergunde situatie Invoergegevens berekening geur bij berekening vergunde situatie Berekende ruwheid: 0,13 m Meteo station: Eindhoven Brongegevens: Volgnr. BronID X-coord.

Nadere informatie