De brandweer en de multiculturele samenleving. Allochtonen en brandveiligheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De brandweer en de multiculturele samenleving. Allochtonen en brandveiligheid"

Transcriptie

1 De brandweer en de multiculturele samenleving Allochtonen en brandveiligheid

2 Scriptie in het kader van de leergang Master of Crisis and Disaster Management/ Commandeursopleiding Jaargang Opgesteld door: Jan Kuipers September 2001

3

4 De brandweer en de multiculturele samenleving Allochtonen en brandveiligheid Scriptie in het kader van de leergang Master of Crisis and Disaster Management/ Commandeursopleiding Jaargang Opgesteld door: Jan Kuipers september 2001

5 VOORWOORD Deze scriptie is geschreven in het kader van de leergang Master of Crisis and Disaster Management/ Commandeursopleiding (jaargang 2000/2002) en dient tevens als toegang tot het commandeursexamen. In twee gebieden van Den Haag (Den Haag Zuid West en de Schildersbuurt) vinden momenteel pilots plaats gericht op een integrale gebiedsgerichte aanpak. De ambitie bij deze aanpak tussen hard en zacht is om de inspanningen van de gemeentelijke en niet-gemeentelijke partners in de sfeer van weten, wonen, werken, welzijn, leefbaarheid, veiligheid en samenlevingsopbouw met elkaar in samenhang te brengen. Met de pilot hoopt men een positief effect te bewerkstelligen op de leefbaarheid, de veiligheid en de mate van participatie van bewoners hebben. Als sectormanager van Brandweer Den Haag maak ik deel uit van de managementteams van de stadsdelen Escamp en Laak, waaronder het gebied Den Haag Zuid West valt. Binnen deze teams wordt in het kader van het project tussen hard en zacht regelmatig gesproken over onderwerpen die te maken hebben met de multiculturele samenstelling van de bevolking van Den Haag. Een belangrijk item hierbij is het anticiperen op de mogelijke migratie van allochtonen naar Den Haag Zuid West. Hierbij wordt ondermeer gekeken naar de stedenbouwkundige inrichting van het gebied (creëren van extra mogelijkheden tot buiten recreatie), voorzieningen (kleine middenstand, overdekte Hashiba), uitgangscentrum, woningbehoefte, etcetera. Voor de brandweer is het uiteraard ook van belang om zicht te krijgen op de mogelijke consequenties van de komst van allochtonen naar Den Haag Zuid West, zodat het beleid hierop kan worden bijgesteld, indien dit noodzakelijk blijkt. Dit is dan ook de reden dat ik dit onderwerp als thema voor mijn scriptie heb gekozen. Tijdens het schrijven van deze scriptie heb ik regelmatig een beroep kunnen doen op de ondersteuning van verschillende vrienden, kennissen en collega s, te veel om iedereen te vermelden. Toch wil ik langs deze weg een aantal van hen bedanken voor hun inbreng, het betreft de volgende personen: Eric Boulogne (Hulpverleningsregio Haaglanden), Rene Hagen (Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding), Carel Kleijn (docent wiskunde aan het stedelijk gymnasium in Schiedam), Jan Starmans (Dienst Stedelijke Ontwikkeling, afdeling Wonen), Sjaak Thijssen (afdelingshoofd Centraal Bureau Statistiek) en Richard Vermeulen (Dienst Stedelijke Ontwikkeling afdeling Wonen). In het bijzonder wil ik Hans Vermeulen (docent aan de Hoge School Rotterdam) bedanken voor de belangrijke bijdrage die hij heeft geleverd aan de opzet van het kwantitatieve deel van het onderzoek en de vele discussies die daaraan ten grondslag hebben gelegen en Kitty van Kampen die een belangrijk deel van haar vakantie heeft opgeofferd om mij in de gelegenheid te stellen om deze scriptie af te kunnen ronden. Als laatste maar zeker niet als minst belangrijke, wil ik Hans van der Kar bedanken voor de vakkundige maar vooral ook plezierige wijze waarop hij de scriptiebegeleiding heeft vormgegeven. Jan Kuipers Vlaardingen, september 2001.

6 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 4 Samenvatting... 6 Inleiding Internationale migratie en integratie Overeenkomsten allochtonen Push en pullfactoren van invloed op migratie Internationale migratie naar Nederland Migratie uit de voormalige Nederlandse koloniën Migratie als gevolg van werving goedkope arbeidskrachten Politieke vluchtelingen Migranten uit westerse landen Verschillen binnen de categorieën Generatie Nationaliteit Omvang van de groep Integratie van minderheden Integratie en binding Samenvatting hoofdstuk Allochtonen in Den Haag Etnische gemeenschappen binnen Den Haag Spreiding allochtonen binnen Den Haag Verkleuring van de wijken Ontwikkelingen in het kader van het Grote Steden Beleid Samenvatting hoofdstuk Kwantitatief onderzoek Onderzoeksgegevens Onderzoekseenheden Variabelen Operationaliseren van de variabelen Data-verwerking Opbouw data-matrix Selectie onderzoekseenheden Berekening correlaties Correlatie tussen allochtonen uit groep A en de brandratio Correlatie tussen allochtonen uit groep B en de brandratio Correlatie tussen allochtonen uit groep A en B en de brandratio Correlatie tussen inkomen en brandratio Correlatie tussen woningwaarde en brandratio Conclusies naar aanleiding van de gevonden waarden Nader onderzoek van de gevonden waarden Koppeling aan gegevens DSO Betrokkenheid van personen bij brand Betrokkenheid van huishoudens bij brand Samenvatting hoofdstuk Kwalitatief onderzoek Literatuuronderzoek...30

7 4.2 Ervaringen bij Nederlandse brandweerkorpsen Ervaringen bij buitenlandse brandweerkorpsen Community Fire Safety Samenvatting hoofdstuk Conclusies en aanbevelingen...33 Literatuuropgave...35 Bijlage 1 Allochtonen in Nederland naar geboorteland...36 Bijlage 2 Niet-Nederlanders naar nationaliteit...39 Bijlage 3 Data-matrix...41

8 SAMENVATTING Nederland heeft een lange geschiedenis op het gebied van immigratie. Dit heeft er toe geleid dat Nederland zich heeft ontwikkeld tot een multiculturele samenleving. Ook in de toekomst zal immigratie een belangrijk fenomeen blijven, omdat dit mogelijk een oplossing vormt voor de problemen op de arbeidsmarkt van een vergrijzende maatschappij. Centraal in dit onderzoek staat de vraag of dit multiculturele karakter invloed heeft op de brandveiligheid. Dit verkennend onderzoek heeft betrekking op de relatie tussen allochtonen en brandveiligheid. Naar aanleiding van een aantal bijzondere incidenten en de verdeling van branden over de Haagse wijken, is de vraag ontstaan of dit verband aanwezig en aantoonbaar is. Daarnaast staat Den Haag aan de vooravond van een aantal grote herstructureringsprogramma s die een mobiliteit teweeg zal brengen onder de allochtone gemeenschap, met als gevolg dat sommige wijken een sterke verkleuring zullen ondergaan. Centraal in dit onderzoek staat de vraag of een verandering in de bevolkingssamenstelling consequenties heeft voor de brandveiligheid in het betreffende gebied. In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op de internationale migratie in het algemeen en de migratie naar Nederland in het bijzonder. Hierbij wordt gekeken naar belangrijke overeenkomsten en verschillen tussen de individuele migranten en tussen de verschillende groepen. Tevens wordt gekeken naar push-factoren (vervolging, armoede, werkeloosheid, migratiecultuur) en pull-factoren (grootschalige werving, toelatingsbeleid en geografische ligging). Een andere factor die een belangrijke rol speelt bij migratie wordt gevormd door de historische koloniale banden. Op basis hiervan zijn ook de grote migratiestromen naar Nederland te verklaren. Met de Minderhedennota in 1983 heeft een belangrijke wijziging in het standpunt van de regering plaatsgevonden en gaat men uit van een permanente vestiging van allochtonen in Nederland, waarbij integratie een belangrijk element wordt. Struikelblok voor de integratie en het streven naar een volwaardig burgerschap vormt het geringe aantal of zelfs ontbreken van zwakke bindingen van leden van hechte gemeenschappen met de hun omringende samenleving. Net als alle andere grote steden, oefent Den Haag een grote aantrekkingskracht uit op allochtonen. Bij de vestiging van allochtonen zijn zowel de sociaal economische status als de sterke banden (familie, religie, ras en regio van herkomst) bepalende factoren voor de vorming van hechte gemeenschappen. Met name de Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse groepen vormen een hechte gemeenschap, hetgeen tot uiting komt in de concentratie binnen bepaalde wijken. De vestiging van de overige allochtonen laat een veel grotere spreiding zien. In het kwantitatieve gedeelte van dit onderzoek worden aan de hand van secundair bronnenmateriaal verschillende verkennende onderzoeken uitgevoerd. Allereerst is met behulp van correlatie- en regressietechnieken de correlatiecoëfficiënt bepaald tussen het percentage allochtonen per wijk en de brandratio (het aantal branden per inwoners). Als tweede heeft een nader onderzoek van de gegevens plaats gevonden om de invloed van het gemiddeld huishoudelijk inkomen en van de gemiddelde woningwaarde te bepalen. Daarnaast heeft nog een vergelijking plaatsgevonden tussen wijken die qua sociaal economische status in de zelfde groep vallen, maar qua verkleuring van elkaar verschillen. Deze onderzoeken hebben allemaal plaats gevonden op wijkniveau. Voor het laatste onderzoek zijn de gegevens van de brandweer gekoppeld aan het data-bestand van de Haagse Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Aan de hand van deze laatste gegevens zijn een aantal berekeningen uit gevoerd op het niveau van huishouden of zelfs individueel niveau. Hoewel het om een verkennend onderzoek gaat op basis van een beperkt aantal gegevens en het daarom moeilijk is om harde conclusies te trekken, kan wel gesteld worden dat de berekeningen geen aanleiding geven om de hypothese betreffende een predispositie voor branden bij allochtonen te verwerpen. Uit het kwalitatieve gedeelte van dit onderzoek blijkt dat er nog maar weinig literatuur bestaat of onderzoek is gedaan betreffende dit onderwerp. Uit een aantal reacties die zijn ontvangen van korpsen in Engeland, blijkt dat culturele verschillen niet echt als een apart probleem ervaren wordt, maar gezien wordt als onderdeel van de problematiek rond kwetsbare groepen in de samenleving. De landelijke campagne Community Fire Safety, probeert door gebruik te maken van een netwerk, in contact te komen met de kwetsbare groepen in de samenleving en door middel van intensieve

9 voorlichtingscampagnes en woningcontroles de brandveiligheid te verhogen. INLEIDING John Adams geeft in zijn boek Risk and the Royal Society aan dat risico s een culturele component hebben. Hij maakt hiervoor een vergelijking tussen het bewegen op ijs (voor kinderen een spel en voor ouderen een gewaagde onderneming). Tevens geeft Adams aan dat er een verschil bestaat tussen objectief meetbare risico s en het subjectieve risico-beleven. In Den Haag is ongeveer 40% van de bevolking van niet-nederlandse herkomst. Binnen deze categorie (ongeveer mensen), zijn grote verschillen waar te nemen in etnische en culturele achtergrond, leeftijd, opleiding, maatschappelijke positie, verblijfsduur in Nederland en in de mate van integratie. Het zicht op de integratie van allochtonen wordt bemoeilijkt door de constante stroom aan nieuwe starters met (nog) onvoldoende kennis van de Nederlandse taal en de Nederlandse arbeidsmarkt. Jaarlijks vestigen zich duizenden nieuwe Hagenaars rechtstreeks vanuit het buitenland in de stad (in 1998 ongeveer 8.000). Ook de Haagse brandweer wordt in haar dagelijkse taakuitoefening regelmatig geconfronteerd met de problemen van de multiculturele samenleving. Vaak uit zich dat in communicatieproblemen of bijzondere incidenten, waarvan de oorzaak is terug te voeren op etnische en culturele verschillen. Hierbij valt te denken aan: niet of gebrekkig doorgeven van de melding (taalbarrière); gebrekkige informatie-uitwisseling tussen bevelvoerder en bewoners (taalbarrière); onbekendheid met de werkzaamheden van de brandweer, waardoor de brandweer niet of te laat wordt ingeschakeld; geen toegang tot woningen voor vreemde mannen als de man des huizes niet thuis is; gebruik van zilverpapier i.p.v. zekeringen; barbecuen in huis; ritueel slachten in de woning; lichtjesfeest; gebrek aan ventilatie in huis; de aanwezigheid van een huisaltaar in combinatie met het gebruik van kaarsen; inwijdingritueel voor een nieuwe woning, waar eveneens veelvuldig gebruik gemaakt wordt van kaarsen/waxinelichtjes; groot aantal bewoners per woning (soms veroorzaakt door de aanwezigheid van illegalen); ander leefritme, bijvoorbeeld in de periode van de Ramadan; et cetera. Daarnaast vinden in Den Haag (in grote lijnen), in de wijken met een hoog aantal allochtonen, de meeste branden plaats. Deze combinatie van factoren, heeft geleid tot de vraag of risico s een culturele component hebben of dat culturele verschillen invloed kunnen hebben op de brandveiligheid. Het is echter maar de vraag of dit subjectieve gevoel, overeenkomt met de objectieve werkelijkheid. De incidenten waarvan de oorzaak terug te voeren is op etnische of culturele verschillen blijven vaak, door het bijzondere karakter van het incident, veel langer in het geheugen dan de doorsnee huis- tuin- en keukenbranden. Daarnaast zijn de wijken met het hoogste percentage allochtonen ook de wijken met de meeste inwoners, waardoor statistisch gezien de kans op brand groter is dan in andere wijken. In het kader van het Grote Steden Beleid, wil Den Haag komen tot het realiseren van beter concurrerende woonmilieus, hetgeen essentieel is voor het vergroten van het sociaal-economisch en maatschappelijk draagvlak van de stad. Behalve op gezinnen richt Den Haag zich op groepen met een stedelijke leefstijl die een bijdrage kunnen leveren aan het economische en sociale fundament van de stad. De komende jaren zal op hun woonwensen worden ingespeeld: groen, veilig, rustig en verzorgd wonen voor ouderen en een bruisend stadsleven voor jongeren, yuppen en tweeverdieners met of zonder kinderen. Door de bouw van ruime en comfortabele appartementen in de binnenstad en het historisch centrum kunnen deze groepen worden aangetrokken en vastgehouden. In het centrum en in Den Haag zuid-west zullen herstructureringsprogramma s worden uitgevoerd en het lijkt realistisch om te verwachten dat met name de verdeling van autochtoon/allochtoon in de wijken met veel sociaal woningbezit spectaculair zal

10 veranderen, als gevolg van het Grote Steden Beleid. In dit kader zal er een mobiliteit ontstaan van allochtonen vanuit het centrum (wijk Transvaalkwartier) naar Den Haag Zuid-West (wijk Bouwlust). De bevolking van de wijk Bouwlust zal in de toekomst bestaan uit meer dan 50% allochtonen. Gelet op bovenstaande ontwikkeling van een migratie en concentratie van allochtonen naar Den Haag Zuid-West, zal in dit onderzoek worden ingegaan op de volgende centrale vraag: Deze centrale vraag valt uiteen in de volgende deelvragen: In dit onderzoek zal in hoofdstuk 1 worden ingegaan op het ontstaan van internationale migratie en in het bijzonder de migratie met Nederland als bestemmingsland. Tevens wordt in dit hoofdstuk aandacht besteed aan enkele achtergronden van de allochtonen. In hoofdstuk 2 zal gekeken worden naar de vestiging van allochtonen in de gemeente Den Haag en de invloed die dit heeft op de verkleuring van de verschillende wijken. Aan de hand van de beschikbare gegevens van de Brandweer en de Dienst Stedelijke Ontwikkeling zal bekeken worden of er een statistisch aantoonbaar verschil bestaat betreffende brandveiligheid, tussen wijken met een hoog en een laag percentage allochtonen (hoofdstuk 3). Naast dit kwantitatief onderzoek zal in hoofdstuk 4 voorts worden bezien of op dit terrein literatuur beschikbaar is (zowel in Nederland als in het buitenland) en of er andere grootstedelijke korpsen zijn die ervaring hebben op dit terrein. Hierbij zal tevens gekeken worden naar het project Community Fire Safety van de Engelse brandweer. Dit onderzoek wordt afgesloten met conclusies en eventuele aanbevelingen voor brandweer Den Haag.

11 1 INTERNATIONALE MIGRATIE EN INTEGRATIE Centraal in dit onderzoek staat de vraag of een toename van het aantal allochtonen invloed heeft op de brandveiligheid in een gebied. In dit kader is het van belang om inzicht te hebben in de achtergronden van de migranten, de reden van hun migratie, overeenkomsten en verschillen zowel binnen als tussen de verschillende etnische gemeenschappen, etcetera. In dit hoofdstuk wordt geprobeerd een antwoord te geven op de eerste deelvraag: Wie zijn de allochtonen, waar komen ze vandaan en wat is hun achtergrond? Met behulp van deze kennis is het makkelijker om een verklaring te geven voor de positie die de allochtonen binnen de Nederlandse samenleving innemen. De migratie naar Nederland heeft een lange geschiedenis en kent grote verschillen in redenen van migratie. In 1999 telde Nederland volgens de laatste gegevens van het CBS ongeveer allochtonen van de eerste en tweede generatie, dit is 17,1% van de totale bevolking (zie bijlage 1). Ook in de toekomst zal immigratie een belangrijke rol blijven spelen. Op 6 juli jl. gaf premier Kok aan dat na het zomerreces een brainstormsessie zal plaatsvinden, betreffende het openstellen van de grenzen voor migranten als oplossing voor de tekorten op de arbeidsmarkt. In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de achtergronden van de verschillende migratiestromen. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van een recent onderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), waarin wordt ingegaan op de achtergronden van de migratiestromen van de laatste tien jaar, binnen Europa. Het NIDI-onderzoek heeft zich beperkt tot de migratie vanuit Turkije, Marokko, Egypte, Ghana en Senegal en gaat in op de overeenkomsten tussen de allochtonen. Tevens besteed het onderzoek aandacht aan de push- en pullfactoren die van invloed zijn op het ontstaan van migratie 1.1 Overeenkomsten allochtonen Onafhankelijk van het land van herkomst vertonen de migranten een aantal overeenkomsten. Veelal bestaat de groep migranten uit jonge alleenstaande mannen in de leeftijdscategorie tussen 20 en 30 jaar. Alleen de migranten uit Senegal vormen hierop een uitzondering door het relatief hoge percentage vrouwen dat migreert. In tegenstelling tot de mannen, zijn veel vrouwelijke migranten getrouwd op het moment van migratie. Dit is te verklaren door het feit dat vrouwen over het algemeen migreren in het kader van de gezinshereniging. Dit geldt met name voor de migratie uit Turkije en Marokko. Migratie van alleenstaande vrouwen uit Moslimlanden komt zelden voor. In vergelijking tot de West-Europese landen van bestemming, is het opleidingsniveau van de migranten laag. Vergeleken met de landen van herkomst hebben de migranten uit Turkije, Egypte en Ghana vaak een hoger opleidingsniveau dan de niet-migranten (de achterblijvers). In de vijf landen die betrokken zijn in het onderzoek van het NIDI, bleek dat de meeste migranten voor hun migratie een baan hadden en het dus niet alleen werklozen zijn die in het buitenland zoeken naar een verbetering van hun situatie. Werkloosheid blijft echter een belangrijke drijfveer achter migratie. Uit het onderzoek bleek dat in Marokko een groot deel van de jongeren werkloos is en ook geen moeite doet voor het vinden van een baan. Naast de beperkte mogelijkheden in Marokko speelt de migratiecultuur hier een belangrijke rol. Hierin geven jongeren de voorkeur aan migratie (zoals veel van hun familie, vrienden en kennissen hebben gedaan), boven het opbouwen van een eigen toekomst in Marokko. 1.2 Push en pullfactoren van invloed op migratie In het onderzoek van het NIDI is gekeken naar de factoren die bepalend zijn voor het vertrek van migranten uit hun land van herkomst. In grote lijnen wordt gesteld dat de migratiestromen primair bestaan uit mannen die op zoek zijn naar verbetering van hun positie (economische motieven) of uit politieke vluchtelingen die door migratie vervolging in het land van herkomst willen voorkomen. In tweede instantie wordt deze primaire migratiestroom gevolgd door vrouwen die migreren in het kader van de gezinshereniging of gezinsopbouw (familiegerelateerde motieven). Uit het onderzoek van het NIDI blijkt dat historische koloniale banden tussen landen (ook lang nadat deze beëindigd zijn) een belangrijke factor zijn bij de keuze van migranten. Belangrijk in dit kader is vaak de overeenkomst in taal en al reeds bestaande netwerken. Naast deze koloniale banden is de grootschalige werving van goedkope arbeidskrachten uit Turkije en Marokko, eind begin 1970, nog steeds van invloed op de huidige migratie stromen. Ook

12 onverwachte gebeurtenissen als oorlogen of interne (rassen)conflicten kunnen aanleiding zijn tot grootscheepse migratie van politieke vluchtelingen. Tevens geeft het NIDI aan dat (wijzigingen in) het toelatingsbeleid een belangrijke rol spelen. Als voorbeeld wordt verwezen naar recente pogingen in Italië en Spanje om over te gaan tot legalisering van specifieke groepen illegalen, hetgeen heeft geleid tot een grotere toestroom van migranten. Als laatste, maar zeker niet onbelangrijk, is de geografische ligging en afstand van het land van bestemming ten opzichte van het land van herkomst een belangrijke factor. 1.3 Internationale migratie naar Nederland Uitgaande van de push en pullfactoren uit het onderzoek van het NIDI is een groot deel van de migratie naar Nederland te verklaren Migratie uit de voormalige Nederlandse koloniën De migratie vanuit Suriname is volgens van Amersfoort al tijdens de 19 e eeuw op gang gekomen. In het begin was het vooral de elite, bestaande uit Sefardische Joden en de Creoolse gemeenschap, die hun kinderen voor opleiding naar Nederland stuurde. Door de slechte economische toestand in Suriname bleven vele Surinamers na hun studie in Nederland. Na 1954 kregen alle Surinamers de Nederlandse nationaliteit en was het door een krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt vooral voor verpleegkundigen en onderwijzend personeel aantrekkelijk om een carrière in Nederland op te bouwen. Tot 1965 was het voornamelijk de Creoolse gemeenschap die gebruik maakte van deze mogelijkheden. De migratie vanuit Suriname laat een sterke piek zien in 1975, hetgeen te verklaren is door de vlucht van vele Surinamers voor de onafhankelijkheid in Van Amersfoort geeft aan dat een groot deel van deze groep bestond uit ouderen en mensen met een agrarische achtergrond, die nauwelijks waren opgewassen tegen het leven in een geïndustrialiseerde maatschappij en zonder deze bijzondere omstandigheden nooit gemigreerd zouden zijn. Ondanks de grote verschillen in achtergrond van de Surinaamse migranten, is er in Nederland een stereotype ontstaan van de Surinamers als zijnde een ongeschoolde zwarte bevolkingsgroep. Vaak wordt er tevens een verband gelegd met de migratie uit de Mediterrane gebieden, die voornamelijk gebaseerd was op de behoefte aan goedkope arbeidskrachten. Veel Surinamers daarentegen arriveerden na 1973 toen er juist een afname was van deze behoefte. In een later stadium is ook de migratie vanuit de Nederlandse Antillen en Aruba op gang gekomen. Ook deze migratie is gerelateerd aan de historische banden tussen het land van herkomst en het land van bestemming. De dekolonisatie van Indonesië leidde tot de repatriëring van ongeveer Nederlanders en een grote groep mensen met de Indonesische nationaliteit. Een speciale groep werd gevormd door de oud-knil-militairen. Momenteel leven er in Nederland nog mensen met een Indonesische achtergrond waarvan de Indonesische nationaliteit hebben Migratie als gevolg van werving goedkope arbeidskrachten De migratie uit het Mediterrane gebied is op gang gekomen in de 60-er jaren toen Nederland, net als andere Europese landen, arbeidskrachten uit het buitenland begon aan te trekken. In het begin waren dit grotendeels arbeiders uit Italië en Spanje. Het betrof hier grote aantallen ongeschoolde, goedkope arbeidskrachten voor de oudere industrie als textiel, scheepsbouw en mijnbouw. De Turkse en Marokkaanse werknemers werden pas laat bij deze migratie betrokken. In 1965 waren er nog maar Turken en Marokkanen in Nederland. De Nederlandse regering ging uit van een tijdelijke situatie. Ook allochtonen gingen uit van een terugkeer na een aantal jaren van hard werken, waarna zij het opgebouwde kapitaal konden investeren in hun geboorteland. Na een aantal jaren veranderde echter de mening van de allochtonen en begonnen zij met het laten overkomen van hun familie. Na de oliecrisis van 1973 werden door de regering geen nieuwe

13 werkvergunningen meer afgegeven. De migratie als gevolg van gezinshereniging ging echter onverminderd door, met als gevolg dat grote aantallen migranten arriveerden in een periode dat de werkeloosheid toenam. Daarnaast betrof het een groep die voor een belangrijk deel bestond uit vrouwen en teenagers met weinig scholing. Deze laatste groep was te oud om nog van het Nederlandse schoolsysteem te profiteren en hadden daardoor weinig kansen in de Nederlandse samenleving Politieke vluchtelingen In tegenstelling tot de hier voor genoemde groepen, vormen de politieke vluchtelingen een bijzonder heterogene groep, omdat zij afkomstig zijn uit een groot aantal verschillende landen met ieder hun eigen cultuur en geloof. Daarnaast heeft deze groep veel minder de gelegenheid gehad om gebruik te maken van een reeds lang bestaand netwerk in het land van bestemming Migranten uit westerse landen Een vierde groep migranten, die niet is betrokken bij het onderzoek van het NIDI, maar op basis van de omvang voor Nederland wel van groot belang is, zijn de migranten uit de westerse landen. De aanwezigheid van deze migranten is mogelijk te verklaren vanuit de globalisering van de laatste jaren, waardoor de nationale grenzen vervagen. Deze groep is minder pregnant aanwezig als de overige groepen. Dit valt waarschijnlijk te verklaren doordat de culturele verschillen tussen het land van herkomst en het land van bestemming kleiner zijn, waardoor een betere integratie heeft plaatsgevonden. 1.4 Verschillen binnen de categorieën Naast de migratiemotivatie, die binnen de vier groepen redelijk overeenkomt, zijn er ook diverse verschillen waar te nemen. Belangrijke verschillen zijn bijvoorbeeld generaties, nationaliteit en omvang van de groep Generatie Bij allochtonen wordt een onderscheid gemaakt in allochtonen van de eerste en tweede generatie. Personen worden gerekend tot de eerste generatie, als zij zelf in het buitenland zijn geboren en als tenminste één van de ouders eveneens in het buitenland is geboren (bijvoorbeeld Prins Claus). Allochtonen behorende tot de tweede generatie, zijn zij die zelf in Nederland zijn geboren en van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren (bijvoorbeeld Prins Willem Alexander) Nationaliteit Een groot deel van de allochtonen heeft de Nederlandse nationaliteit. Uit het cijfers voor 1999 blijkt dat Nederland in dat jaar niet-nederlanders telde. Onder de niet-nederlanders wordt door het CBS verstaan alle in Nederland woonachtige personen die niet (of niet tevens) de Nederlandse nationaliteit bezitten. Het verschil met het aantal allochtonen is te verklaren omdat het gedurende een aantal jaren toegestaan was om een dubbele nationaliteit te hebben, hetgeen heeft geleid tot een groot aantal naturalisaties. Deze mogelijkheid is later weer ongedaan gemaakt, omdat een ondubbelzinnige keuze voor de nationaliteit van het nieuwe vaderland, beter geacht werd voor het inburgeringsproces. Onlangs is gebleken dat als gevolg van deze beleidswijziging het aantal naturalisatie met ongeveer 40% is teruggelopen ten opzichte van voorgaande jaren. Daarnaast hebben vele allochtonen uit de voormalige Nederlandse koloniën de Nederlandse nationaliteit Omvang van de groep De verdeling van allochtonen uit westerse en niet-westerse landen houdt elkaar redelijk in evenwicht ( / ). De verdeling per land van herkomst verschilt echter behoorlijk. De grootste allochtone gemeenschappen in Nederland zijn afkomstig uit:

14 Indonesië Duitsland Turkije Suriname Marokko België Nederlandse Antillen en Aruba Integratie van minderheden Tot 1983 is het officiële standpunt van de Nederlandse regering geweest dat de minderheden na verloop van tijd weer zouden terugkeren naar het land van herkomst. Tot die tijd zijn er diverse programma s geweest die deze terugkeer zouden moetenbevorderen. In 1983 is echter de Minderhedennota verschenen, waarin de regering afstand neemt van dit standpunt en uitgaat van een permanente vestiging van de minderheden in Nederland. Vanaf dat moment worden de terugkeer-programma s gestopt en gaat men meer aandacht besteden aan de sociale en politieke participatie door leden van etnische minderheden binnen de Nederlandse samenleving. Ook de Europese eenwording, waardoor een vrijer verkeer van personen mogelijk wordt, heeft in Europa geleid tot ingrijpende veranderingen in het denken over zaken als nationale identiteit en burgerschap. In 1998 heeft dat in Nederland geleid tot de invoering van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN). De basisgedachte bij de totstandkoming was, dat de meeste nieuwkomers in de Nederlandse samenleving elementaire vaardigheden missen om te kunnen participeren als volwaardige burgers en daarom scholing dienen te ontvangen in taal en maatschappijoriëntatie. Maar ook in het beleid dat gericht is op allochtonen die al langer in Nederland verblijven, is burgerschap een kernbegrip geworden. In de recente minderhedennota Kansen krijgen, kansen pakken, wordt de doelstelling als volgt omschreven: De primaire doelstelling van het integratiebeleid is de realisering van een actief burgerschap voor leden van etnische groepen. In het verleden is vaak geredeneerd dat een immigrant die wilde integreren zijn externe bindingen moest opgeven, niet alleen met de regering van zijn moederland, maar in bredere zin ook met de politiek en cultuur van dat land. Dergelijke bindingen zouden strijdig zijn met de verlangde nieuwe loyaliteit. Nieuwe middelen van transport en communicatie maken het voor allochtonen echter steeds makkelijker om grote afstanden en tijdsverschillen te overbruggen en intensieve contacten te onderhouden met verwanten en (voormalige) landgenoten. Ook is er een supranationale invulling van burgerschap ontstaan in de context van de Europese Gemeenschap, die weer vraagt om andersoortige bindingen en tegelijk nieuwe mogelijkheden biedt voor grensoverschrijdende transnationale bindingen. Daarbij is de vraag aan de orde welke invloed deze verschillende bindingen hebben op de loyaliteit aan en de solidariteit met de Nederlandse gemeenschap, op de gewenste participatie van burgers in de democratische praktijk en op de bereidheid en mogelijkheden een status na te streven van volwaardig burgerschap in Nederland. 1.6 Integratie en binding In het boek Management in netwerken wordt gesproken over functionele en extra-functionele relaties. Functionele relaties zijn voor een actor noodzakelijk voor het uitvoeren van zijn kerntaken, extrafunctionele relaties hebben geen directe invloed op de uitoefening van kerntaken. Daarnaast wordt gesproken over strong ties and weak ties. Volgens Mark Granovetters is de sterkte van een binding afhankelijk van een combinatie van het tijdsbeslag, de emotionele intensiteit, de intimiteit (wederzijds vertrouwen) en wederkerigheid van diensten en verplichtingen. In deze theorie behoren de banden van iemand in de sfeer van familie, religie, ras, regio van herkomst tot de sterke bindingen. Daarnaast bestaan er talrijke vormen van zwakkere bindingen, bestaande uit directe of indirecte relaties met meer of minder vage bekenden in de sfeer van bijvoorbeeld de school, het werk of de buurt. Granovetters gaat er van uit dat het juist de zwakkere bindingen zijn die de grootste waarde hebben voor de samenleving als geheel. Vanuit zijn optiek zijn het juist de weak ties die kunnen fungeren als een vorm van cement tussen de verschillende gemeenschappen. Voortbouwend op de lijn van Granovetters heeft Putnam in Making democracy work in meer concrete zin het belang van zwakke bindingen laten

15 zien voor de kwaliteit van de samenleving. Kwaliteit betekent in zijn opvatting het vermogen om de moderne waarden die met burgerschap verbonden zijn vorm en inhoud te geven en ook in economische zin succesvol te zijn. Volgens Putnam zijn gemeenschappen met sterke bindingen en een eenzijdige afhankelijkheid minder geneigd te investeren in de bredere samenleving Voor de beantwoording van de vraag hoe de Nederlandse overheid zou moeten omgaan met het bindingsvraagstuk in relatie tot haar streven naar volwaardige burgerschap, heeft de Raad voor het openbaar bestuur in het rapport Etniciteit, binding en burgerschap, verschillende bindingssferen onderzocht en vastgesteld dat deze bindingen doorgaans erg sterk zijn. Op de terreinen van familie en geboortegrond, religie, economie, media, reizen - vakanties, overheid - politiek en criminele relaties kan aan de hand van de criteria van Granovetters geconstateerd worden dat de binding met het land van herkomst voor veel allochtonen een groot tijdsbeslag vraagt, gekenmerkt wordt door emotionele intensiteit, gebaseerd is op een mate van intimiteit of wederzijds vertrouwen en vaak een zekere wederkerigheid van diensten en verplichtingen met zich brengt. De kracht en aard van deze bindingen van de in Nederland wonende minderheidsgroepen met hun landen en culturen van herkomst zorgen ervoor dat zij tamelijk hechte gemeenschappen of sub-gemeenschappen vormen. Naar aanleiding van het onderzoek en voortbordurend op de visie van Putnam, stelt de Raad zich op het standpunt dat de overheid zich in haar streven naar volwaardig burgerschap niet zozeer druk moet maken over het (voort)bestaan van deze sterke bindingen, maar wel over een eventueel te gering aantal - of zelfs absentie van - zwakke bindingen van leden van deze hechte gemeenschappen met de hen omringende samenleving. 1.7 Samenvatting hoofdstuk 1 In dit hoofdstuk is ingegaan op de achtergronden van de international migratie in het algemeen en de migratie naar Nederland in het bijzonder. Daarnaast is gekeken naar de integratie van allochtonen binnen de Nederlandse samenleving. Hierbij is gebruik gemaakt van verschillende rapporten, waarin aandacht wordt besteed aan de belangrijkste migratiestromen van de laatste 10 jaar naar Europa. Uit het onderzoek van het NIDI blijkt dat er een aantal overeenkomsten zijn binnen de verschillende groepen migranten. Deze overeenkomsten hebben te maken met sexe en leeftijd en opleidingsniveau ten opzichte van het land van bestemming. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de primaire migratie vaak tot stand komt op basis van economische of politieke motieven en dat de secundaire migratie is gebaseerd op familiegerelateerde motieven. Naast de push-factoren, die gebaseerd zijn op de situatie in het land van herkomst (vervolging, armoede, werkeloosheid, etc), zijn ook pull-factoren te onderkennen in het land van bestemming (grootschalige werving van goedkope arbeidskrachten, het toelatingsbeleid en de geografische ligging van het bestemmingsland). Tevens vormen historische koloniale banden een belangrijke factor bij de keuze van de migranten. Naast de overeenkomsten zijn er binnen de groepen allochtonen ook verschillen te onderkennen op basis van de lengte van het verblijf in Nederland (eerste en tweede generatie), de nationaliteit van de allochtonen en de grootte van de verschillende leefgemeenschappen. In Nederland zijn verschillende migratiestromen te herkennen. De migratie vanuit Indonesië, Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba is voor een belangrijk deel te verklaren vanuit de historische koloniale banden tussen de landen. Naast deze migratie heeft Nederland in de jaren 60 grote aantallen goedkope arbeidskrachten uit het buitenland aangetrokken. In eerste instantie waren deze afkomstig uit Italië en Spanje, maar later vooral uit Turkije en Marokko. De laatste jaren vormt de toestroom van politieke vluchtelingen ook een belangrijk onderdeel van de migratie naar Nederland. Een laatste groep migranten zijn de allochtonen uit de geïndustrialiseerde overwegend westerse landen. In 1983 heeft een belangrijke wijziging plaatsgevonden in het standpunt van de Nederlandse regering, die van grote invloed is op de integratie van allochtonen. Voor 1983 ging de Nederlandse regering er vanuit dat de allochtonen na verloop van tijd zouden terugkeren naar het land van herkomst. Echter met de invoering van de eerste Minderhedennota is dit standpunt gewijzigd en gaat men uit van een permanente vestiging van allochtonen in Nederland en wordt de integratie van minderheden van belang. Uit het onderzoek van de Raad voor het openbaar bestuur blijkt dat met name het geringe aantal of zelfs ontbreken van zwakke bindingen van leden van hechte gemeenschappen met de hun omringende samenleving het grootste probleem is voor het streven naar volwaardig burgerschap.

16 In hoofdstuk 2 wordt aandacht besteed aan de spreiding van allochtonen over de stad Den Haag en de consequenties die dat heeft voor het karakter van de verschillende wijken.

17 2 ALLOCHTONEN IN DEN HAAG In het vorige hoofdstuk is ingegaan op het begrip allochtonen en is antwoord gegeven op de eerste deelvraag: Wie zijn de allochtonen, waar komen ze vandaan en wat is hun achtergrond?. In dit hoofdstuk zal gekeken worden naar de etnische gemeenschappen binnen de gemeente Den Haag en zal een antwoord gegeven worden op de tweede deelvraag: Hoe is de spreiding van allochtonen over Den Haag en wat is het toekomstbeeld? 2.1 Etnische gemeenschappen binnen Den Haag Den Haag heeft, net als alle andere grote steden in Nederland, een bijzondere aantrekkingskracht op allochtonen. In 2000 bedroeg het aantal allochtonen in Den Haag op een totale bevolking van , hetgeen neer komt op 41% (zie bijlage 3). In Den Haag wordt een onderverdeling gemaakt naar land van herkomst conform de landelijke afspraken in het kader van het grote steden beleid. Etniciteit aantal Percentage van etnische bevolking Turks ,1 % 5,8 % Marokkaans ,0 % 4,5 % Surinaams ,0 % 9,5 % Antilliaans & Arubaans ,5 % 1,9 % Zuid-europees ,4 % 1,4 % Overige geïndustrialiseerde landen ,5 % 9,7 % Overige niet geïndustrialiseerde landen ,3 % 8,4 % Totaal % 41,0 % Tabel 1: Allochtonen naar etniciteit Percentage van totale bevolking Binnen deze verdeling zijn de Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse etnische groepen qua land van herkomst duidelijk te onderscheiden. In totaal maken deze etnische groepen 52,6 % uit van de etnische bevolking van Den Haag. De overige groepen (Zuid-europees, overige geïndustrialiseerde landen en de overige niet geïndustrialiseerde landen) hebben een zeer heterogene samenstelling voor wat betreft het land van herkomst. 2.2 Spreiding allochtonen binnen Den Haag In hoofdstuk 1 is al aangegeven dat een groot deel van de allochtonen naar Nederland is gekomen als ongeschoolde, goedkope arbeidskrachten, hetgeen consequenties heeft voor hun sociaal economische status. Als gevolg hiervan was dit deel van de bevolking aangewezen op het goedkopere segment van de woningmarkt. Daarnaast behoren volgens de theorie van Mark Granovetters de banden in de sfeer van familie, religie, ras en regio van herkomst tot de sterke bindingen en leggen deze bindingen op microniveau de grondslagen voor hechte gemeenschappen op macro-niveau. Uit de Kerncijfers wonen van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling blijkt een verschil in de spreiding van de Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen (groep A) aan de ene kant en de overige minderheidsgroepen, Zuid-europees, Overig geïndustrialiseerde landen en Overige niet geïndustrialiseerde landen (groep B) aan de andere kant. De combinatie tussen de factoren sociaal economische status, strong ties binnen de relatief homogene samenstelling van groep A, ten opzichte van de heterogene samenstelling van de overige groepen, verklaren wellicht voor een groot deel de verschillen in spreiding van de allochtonen in Den Haag. Uit onderstaande figuur (zie ook bijlage 3) is af te lezen dat de grootste concentraties van de gemeenschappen uit groep A te vinden is in de Schildersbuurt, Transvaalkwartier en Laakkwartier/Spoorwijk. De gemiddelde waarde van de woningen in deze wijken ligt in deze wijken ver beneden het Haagse gemiddelde van f ,=.

18 Wijk Gemiddelde Turken Marokkanen Surinamers Antill/Arub. woningwaarde Schildersbuurt % 33% 19% 12% Transvaalkwartier % 10% 10% 5% Laakkwartier/ Spoorwijk % 16% 15% 17% Tabel 2: Concentratie allochtonen uit groep A In onderstaande twee grafieken is de spreiding van groep A vergeleken met de spreiding van de groep B. Uit de grafieken blijkt dat groep A een grotere concentratie heeft in een beperkt aantal wijken. Groep B laat een evenwichtiger spreiding zien over een groter aantal wijken. Spreiding 4 grote migrantengroepen 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% wijken ur 1: Spreiding allochtonen uit groep A turken marokkanen surinamers antillianen en arubanen Figu

19 Spreiding overige migranten 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% ur 2: Spreiding allochtonen uit groep B Zuid-Europeanen overig geind. overig niet geind. Figu 2.3 Verkleuring van de wijken De spreiding van allochtonen over Den Haag heeft als gevolg dat er een groot verschil bestaat in verkleuring van de wijken. In onderstaande tabel wordt voor de 10 meest verkleurde wijken de verkleuring aangegeven als het percentage allochtonen ten opzicht van de totale bevolking. Nr Wijk Totale bevolking Aantal allochtonen uit groep A en B Mate van verkleuring 10 Zorgvliet % 24 Haagse Bos % 20 Valkenboskwartier % 4 Benoordenhout % 21 Regentessekwartier % 38 Laakkwartier en Spoorwijk % 27 Stationsbuurt % 37 Groente en fruitmarkt % 30 Transvaalkwartier % 29 Schildersbuurt % Tabel 3: Mate van verkleuring Haagse wijken Dit onderzoek richt zich op het verband tussen culturele verschillen en brandveiligheid. Omdat er een groot verschil bestaat in spreiding tussen groep A en groep B, zullen in het vervolg van dit onderzoek zowel gekeken worden naar groep A en naar groep B als aparte groepen, alsook voor de combinatie van deze twee groepen. Bovenstaande tabel uitgewerkt voor groep A en groep B laten de onderstaande beelden zien: Nr Wijk Totale bevolking Aantal allochtonen uit groep A Mate van verkleuring 36 Moerwijk % 31 Rustenburg/Oostbroek % 33 Bouwlust/Vrederust % 20 Valkenboskwartier %

20 21 Regentessekwartier % 27 Stationsbuurt % 38 Laakkwartier en Spoorwijk % 37 Groente en fruitmarkt % 30 Transvaalkwartier % 29 Schildersbuurt % Tabel 4: Mate van verkleuring op basis van allochtonen uit groep A Nr Wijk Totale bevolking Aantal allochtonen uit groep B Mate van verkleuring 11 Duinoord % 22 Zeeheldenkwartier % 6 Van Stolkpark en Sch. Bos % 5 Archipelbuurt % 23 Willemspark % 24 Haagse Bos % 1 Oostduinen % 10 Zorgvliet % 3 Westbroek/Duttendel % 4 Benoordenhout % Tabel 5: Mate van verkleuring op basis van allochtonen uit groep B 2.4 Ontwikkelingen in het kader van het Grote Steden Beleid In het kader van het Grote Steden Beleid wil Den Haag komen tot het realiseren van beter concurrerende woonmilieus, hetgeen essentieel is voor het vergroten van het sociaal-economisch en maatschappelijk draagvlak van de stad. Behalve op gezinnen richt Den Haag zich op groepen met een stedelijke leefstijl die een bijdrage kunnen leveren aan het economische en sociale fundament van de stad. De komende jaren zal op hun woonwensen worden ingespeeld: groen, veilig, rustig en verzorgd wonen voor ouderen en een bruisend stadsleven voor jongeren, yuppen en tweeverdieners met of zonder kinderen. Door de bouw van ruime en comfortabele appartementen in de binnenstad en het historisch centrum, kunnen deze groepen worden aangetrokken en vastgehouden. In het centrum en in Zuid-West Den Haag worden herstructurerings-programma's uitgevoerd. Het lijkt realistisch om te verwachten dat met name de verdeling van autochtoon/allochtoon in de wijken met veel sociaal woningbezit, als gevolg van het Grote Steden Beleid, spectaculair zal veranderen. In dit kader zal er een mobiliteit ontstaan van allochtonen vanuit het centrum (wijk Transvaalkwartier) naar Zuid- West Den Haag (wijk Bouwlust). Het aantal allochtonen in dit deel van Den Haag zal naar verwachting tot ver boven de 50% stijgen. 2.5 Samenvatting hoofdstuk 2 Net als alle andere grote steden heeft Den Haag een relatief hoge concentratie allochtonen (41 % tegen landelijk 17,1%). Bij de vestiging van allochtonen is de sociaal economische status van grote invloed. Daarnaast leggen de banden in de sfeer van de familie, religie, ras en regio van herkomst de grondslag voor hechte gemeenschappen. Met name de Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse groepen vormen een hechte gemeenschap, hetgeen tot uiting komt in de concentratie binnen bepaalde wijken. De vestiging van de overige allochtonen laat een veel grotere spreiding zien. De spreiding van de allochtonen over de Haagse wijken heeft als gevolg dat in sommige wijken van Den Haag de meerderheid van de bevolking allochtoon is, oplopend tot 86% in de Schildersbuurt. Omdat Den Haag aan de vooravond staat van een aantal hersturctureringsprojecten in het kader van het Grote Stedenbeleid, die grote invloed zullen hebben op spreiding van allochtonen, zal in het volgende hoofdstuk gekeken worden of er een correlatie bestaat tussen allochtonen en brandveiligheid. Indien dit aantoonbaar en significant is, zou dit aanleiding kunnen zijn om te zoeken naar mogelijkheden om de brandveiligheid onder de allochtone leefgemeenschappen te vergroten.

21 3 KWANTITATIEF ONDERZOEK De centrale vraag van dit onderzoek is gebaseerd op de vraag of er een verband bestaat tussen culturele verschillen en brandveiligheid, met andere woorden een verband tussen het percentage allochtonen per wijk en het aantal branden per inwoners. In dit hoofdstuk wordt gekeken of dit subjectieve gevoel kan worden ondersteund met objectieve gegevens op basis van een verkennend statistisch onderzoek om op die manier een antwoord te geven op de derde deelvraag: Is er een statistisch aantoonbaar verschil in brandveiligheid, tussen gebieden met een hoog en een laag percentage allochtonen?. Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de CBS-gegevens van Brandweer Den Haag en demografische gegevens van de gemeente Den Haag. Om dit onderzoek mogelijk te maken hebben een aantal koppelingen plaatsgevonden om deze gegevens voor verwerking geschikt te maken. Door gebruik te maken van correlatie- en regressietechnieken zal de relatie c.q. het verband tussen de variabelen etniciteit en brandveiligheid worden onderzocht. Hierbij zal gebruik gemaakt worden van de correlatiecoëfficiënt van Pearson. Naast de toepassing van correlatie- en regressietechnieken zal getracht worden de data te individualiseren door een koppeling aan te brengen met het databestand van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Doel van deze laatste bewerking is om te controleren of de waarden, die gevonden worden op basis van de correlatie- en regressietechnieken, door individualisering worden bevestigd. 3.1 Onderzoeksgegevens Voor het uitvoeren van het onderzoek wordt uitgegaan van de volgende gegevens: Onderzoekseenheden De gemeente Den Haag heeft haar grondgebied ingedeeld in stadsdelen, wijken en buurten. Omdat de meeste gegevens van de gemeentelijke diensten gebaseerd zijn op stadsdeel- en wijkniveau en niet op buurtniveau is voor het werken met correlatie en regressietechnieken het wijkniveau als onderzoekseenheid gekozen. Het betreft in totaal 40 wijken met in totaal inwoners. Van deze wijken is een selectie gemaakt voor wat betreft de woonwijken. Door een koppeling aan te brengen met de gegevens van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, is een beperkt aantal gegevens terug te brengen naar het niveau van huishoudens. Voor het uitvoeren van de tweede berekening wordt uitgegaan van dit niveau Variabelen Als variabelen voor de berekeningen met behulp van de correlatie- en regressietechnieken, wordt uitgegaan van de verhouding tussen het aantal allochtonen en het totaal aantal inwoners per wijk (variabele 1) en de brandveiligheid per wijk (variabele 2). De relatie tussen beide variabelen vormt de vraag of er een verband bestaat tussen het percentage allochtonen en de brandveiligheid per wijk. In het kader van dit onderzoek kan het percentage allochtonen gezien worden als de onafhankelijke variabele en de brandveiligheid als de afhankelijke variabele. De verhouding tussen het aantal allochtonen en autochtonen per wijk zal worden uitgedrukt in het percentage allochtonen per wijk. Deze waarde kan variëren van 0 tot en met 100%. De brandveiligheid zal worden uitgedrukt in de brandratio per wijk. Deze waarde geeft de verhouding aan tussen het aantal branden in een wijk en het aantal inwoners dat in de wijk gevestigd is (aantal branden per inwoners) Operationaliseren van de variabelen Binnen de gemeente Den Haag worden de bewoners, conform de afspraken in het kader van het Grote Steden Beleid, over de volgende acht etnische groepen verdeeld: Nederlands, Turks, Marokkaans, Surinaams, Antilliaans/Arubaans, Zuid-Europees, Overige geïndustriali-seerde landen en de Overige niet geïndustrialiseerde landen. In hoofdstuk 2.1 is ingegaan op de spreiding van de etnische minderheden over de Haagse wijken. Hierbij kwam naar voren dat de laatste drie minderheidsgroepen een heterogene samenstelling hebben die zich weerspiegelt in

De feiten: arbeidsmigratie door de jaren heen

De feiten: arbeidsmigratie door de jaren heen De feiten: arbeidsmigratie door de jaren heen Jeannette Schoorl Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Den Haag NIDI/NVD/CBS Seminar arbeidsmigratie 30 maart 2011 Onderwerpen Historische

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

Demografie in Schildersbuurt-Oost

Demografie in Schildersbuurt-Oost Aantal inwoners Demografie in Schildersbuurt-Oost De buurt Schildersbuurt-Oost ligt in stadsdeel 5 Centrum en heeft 7.332 inwoners. Aantal inwoners De gemeente Den Haag telde op 1 januari 2015 515.739

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Migrantenouderen in cijfers

Migrantenouderen in cijfers Migrantenouderen in cijfers Roelof Schellingerhout 1. Aantallen en demografie 2. Prognose 3. Inkomenspositie 4. Gezondheid en welzijn Aantallen en demografie Aantal (migranten) ouderen, 1 januari 2017

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Factsheet Demografische ontwikkelingen Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.

Nadere informatie

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni 2009 6,1 33 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand 2.1 Migratie Wat is migratie? migratie = van woonplaats veranderen Als je let op de

Nadere informatie

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen

Nadere informatie

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. MIGRATIE EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING kaarten 1 en 2 Spreiding allochtonen in Den Haag kaart 1 kaart 2 uit Indonesië totaal

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8 Samenvatting door Anne 1154 woorden 12 april 2017 6,3 46 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde BuiteNLand Paragraaf 2 Bevolkingsspreiding: de manier

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Oudere migranten in Nederland. Jeroen Ooijevaar NVD-seminar oudere migranten, 6 oktober 2017

Oudere migranten in Nederland. Jeroen Ooijevaar NVD-seminar oudere migranten, 6 oktober 2017 Oudere migranten in Nederland Jeroen Ooijevaar NVD-seminar oudere migranten, 6 oktober 2017 Inhoud Over het CBS Historie Stand Prognose Emigratie Verder onderzoek 2 Over het CBS 3 Even kennismaken 4 Het

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. MIGRATIE EN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING tekst 1 De gemeenschap van mijn overgrootvader vormt een van oudste minderheidsgroepen

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

Fact sheet Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Groei overige niet-westerse allochtonen, 1992-2005 (procenten)

Fact sheet Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Groei overige niet-westerse allochtonen, 1992-2005 (procenten) Fact sheet nummer 2 februari 2006 Overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam Tussen 1992 en 2005 is de groep overige niet-westerse allochtonen in Amsterdam met maar liefst 86% toegenomen. Tot deze

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland

De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland overig niet-westers De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Welke manier van kijken doet het meeste recht aan de diversiteit naar herkomst? Hoe is de huidige situatie ontstaan?

Nadere informatie

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren 2006-2009 1 Demografie 1.1 Marokkaanse Hagenaars van 12 tot en met 24 jaar Per 1 januari 2005 wonen in Den Haag 6.296 Marokkanen van

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 april 2003 6,2 29 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo Hoofdstuk 1 Paragraaf

Nadere informatie

11. Stijgende inkomens

11. Stijgende inkomens 11. Stijgende inkomens Tussen 1998 en 2000 is het gemiddelde inkomen van niet-westers allochtone huishoudens sterker toegenomen dan dat van autochtone huishoudens. De niet-westerse huishoudens hadden in

Nadere informatie

De positie van etnische minderheden in cijfers

De positie van etnische minderheden in cijfers De positie van etnische minderheden in cijfers tabel b.. Omvang van de allochtone bevolking in Nederland naar herkomst (00 en prognose voor 00 en 0), aantallen x 00, per januari Bron: CBS, Allochtonen

Nadere informatie

De politieke situatie in Oost-Europa leidt tot politieke decompartimentering: staten vallen uiteen in

De politieke situatie in Oost-Europa leidt tot politieke decompartimentering: staten vallen uiteen in Boekverslag door A. 1662 woorden 6 december 2002 6.7 99 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Aardrijkskunde Domein Migratie en Mobiliteit Hoofdstuk 1 Migratiestromen 1 Hoe vinden migratiestromen op wereldschaal

Nadere informatie

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen Mila van Huis 1) en Petra Visser 2) Regionale verschillen in vruchtbaarheid worden vooral bepaald door regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtone vrouwen. Grote verschillen komen voor. Er

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Vreemdelingenbeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Concentratie allochtonen toegenomen

Concentratie allochtonen toegenomen Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding szw0001052 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding Naar aanleiding van vragen over de hoge arbeidsongeschiktheidspercentages

Nadere informatie

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP) Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting door M. 1352 woorden 8 december 2016 6,3 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Multiculturele samenleving begrippen Hoofdstuk 1 Multiculturele

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 1: aanspraken naar geslacht en burgerlijke staat Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije vandegrift bouwen minder pensioen op via een werkgever dan mannen.

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

Van integratiebeleid naar samenlevingsbeleid

Van integratiebeleid naar samenlevingsbeleid Godfried Engbersen Van integratiebeleid naar samenlevingsbeleid Beleidsuitdagingen van de nieuwe verscheidenheid VNG bijeenkomst Diversiteit door migratie, Nieuwegein, 10 december 2018 Project migratiediversiteit

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning

Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning Part 1 Instructions LFS ad hoc module 2008 Aan: Interviewers Van: Wim Maassen Onderwerp:

Nadere informatie

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking

Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2006 Demografische ontwikkelingen in 2005: emigratie stopt groei Amsterdamse bevolking Na een aantal jaren van groei is door een toenemend vertrek

Nadere informatie

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020

Nadere informatie

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

14 Hoofdstuk 1: Politieke ruimte voor Nederlanders in het buitenland

14 Hoofdstuk 1: Politieke ruimte voor Nederlanders in het buitenland Inhoudsopgave 6 Inleiding 14 Hoofdstuk 1: Politieke ruimte voor Nederlanders in het buitenland 16 Frankrijk 19 Italië 22 Kroatië 25 Portugal 28 Zwitserland 33 Deelconclusies (I) 34 Hoofdstuk 2: Economische

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond Ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking bestaat uit niet-westerse allochtonen. Hoewel dit een aanzienlijk deel van de bevolking betreft, weten we nog weinig van de wegen die

Nadere informatie

CBS-berichten: Arbeidsmigratie naar en uit Nederland

CBS-berichten: Arbeidsmigratie naar en uit Nederland André Corpeleijn* Inleiding Arbeidsmigratie is de laatste tien jaar weer in de belangstelling gekomen. De uitbreiding van de Europese Unie en de komst van Oost-Europese werknemers naar Nederland hebben

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2006 - I Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING 1p 1 Het aantal asielaanvragen is sinds 2000 gedaald. Waardoor is het aantal asielzoekers in Nederland

Nadere informatie

Asielzoekers in Nederland

Asielzoekers in Nederland Asielzoekers in Nederland Hanneke Schuurman 5 6 Asielzoekers in Nederland Hanneke Schuurman Uitgeverij Heijink, Hardenberg 7 Auteur: Hanneke Schuurman ISBN: 9789463184496 Coverontwerp: Bertina Schuurman

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Den Haag 2016

Bevolkingsprognose Den Haag 2016 juni 2016 PSO is het strategisch advies- en onderzoeksbureau van DSO; PSO onderzoekt, verzamelt en ontsluit informatie en adviseert over strategie, innovatie en de programmering van DSO-projecten. Bevolkingsprognose

Nadere informatie

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De

Nadere informatie

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 SOCIAAL PERSPECTIEF sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 SOCIAAL PERSPECTIEF sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 De sociale ambitie: Zaanstad manifesteert zich binnen de metropoolregio Amsterdam

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel

1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel 1 De bevolking van de regio Gelre-IJssel De gezondheid van de bevolking hangt samen met demografische en sociaaleconomische factoren. Zo leven lager opgeleide mannen en vrouwen gemiddeld korter dan hoog

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2005 - II

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl 2005 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. DE MULTICULTURELE SAMENLEVING tekst 1 Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) werd opgeheven op 26 juli 1950. In maart en

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006

Signaal Rapport. Monitor IMAR 2006 Signaal Rapport Monitor IMAR 2006 Plan van Aanpak Impuls Marokkaanse Risicojongeren 2006-2009 MONITOR IMAR 2006 INHOUDSOPGAVE Inleiding 2 1 Demografie 3 1.1 Aantal Marokkaanse Hagenaars van 12 tot en met

Nadere informatie

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011

Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Bijlagen Jaarrapport integratie 2011 Redactie: Mérove Gijsberts Willem Huijnk Jaco Dagevos Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 4... 8 Bijlage bij hoofdstuk 5... 13 Bijlage bij hoofdstuk

Nadere informatie

Arbeidsmarkttransities van recente niet-westerse immigranten in Nederland

Arbeidsmarkttransities van recente niet-westerse immigranten in Nederland Arbeidsmarkttransities van recente niet-westerse immigranten in Nederland Jennissen, R.P.W. & Oudhof, J. (Reds.). 2007. Ontwikkelingen in de maatschappelijke participatie van allochtonen: Een theoretische

Nadere informatie

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Regionale VTV 2011 Bevolking Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Drs. S. van de

Nadere informatie

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)

Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website

Nadere informatie

Datum 19 februari 2010 Betreft Beantwoording Kamervragen over de demografische samenstelling van Nederland

Datum 19 februari 2010 Betreft Beantwoording Kamervragen over de demografische samenstelling van Nederland > Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Allochtonen in de politiek

Allochtonen in de politiek Allochtonen in de politiek In dit dossier kunt u informatie vinden over de participatie van allochtonen in de Nederlandse politiek. Wie heeft recht om te stemmen? Hoeveel allochtonen zijn volksvertegenwoordiger?

Nadere informatie

Maatschappijleer H5 Pluriformiteit

Maatschappijleer H5 Pluriformiteit Maatschappijleer H5 Pluriformiteit 1 NL Pluriforme samenleving: samenleving waarin mensen leven met verschillende tradities, culturen & leefstijlen. Een typisch cultuurkenmerk is bijvoorbeeld religie.

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

Inhoudsopgave hoofdstuk 2

Inhoudsopgave hoofdstuk 2 -46- Inhoudsopgave hoofdstuk 2 Samenvatting hoofdstuk 2 Tabellen: 2.1 Loop van de bevolking 2.2 Loop van de bevolking in Haaglanden per gemeente, Zuid-Holland en Nederland in 2013 2.3 Loop van de bevolking

Nadere informatie

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK

Sami Inal. Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK TJJ Tijdschrift voor Jeugdhulpverlening en Jeugdwerk Jaargang 7, nr. 12, december 1995 ONDERSCHEID TUSSEN BUURT EN STEDELIJK JONGERENWERK Belang van algemeen jongerenwerk voor positie van migrantenjongeren

Nadere informatie

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding

5.2. Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding Praktische-opdracht door een scholier 1531 woorden 18 september 2003 5.2 49 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Inleiding Ik wil wat vertellen over sommige bevolkingsgroepen die uit andere landen in ons lang

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Woningbezit De Goede Woning per 1 juli 2016 naar demografische kenmerken

Woningbezit De Goede Woning per 1 juli 2016 naar demografische kenmerken Woningbezit De Goede Woning per 1 juli 2016 naar demografische kenmerken Juridische Aangelegenheden en Bestuursondersteuning / Onderzoek en Statistiek Woningbezit De Goede Woning per 1 juli 2016 naar demografische

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit

Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit Samenvatting Aardrijkskunde Migratie & mobiliteit Samenvatting door een scholier 825 woorden 24 juli 2005 7,2 19 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: On the move 1. Waar het gras groener is

Nadere informatie

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk. Paraprofessionele functies Voor allochtone vrouwen zonder formele kwalificaties worden komende jaren paraprofessionele functies gecreëerd. Deze

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Allochtonen, 2013 Indicator 22 januari 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 woonden

Nadere informatie

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING

DE ETNISCHE SAMENSTELLING VAN DE BEVOLKING DEMOGRAFISCH PROFIEL SURINAMERS IN NEDERLAND Op een studiedag voor het Surinaams Inspraak Orgaan in juni 2011 heeft Prof. dr. Chan Choenni een inleiding verzorgd over de demografie van de Surinaamse gemeenschap

Nadere informatie

Wie hebben emigratieplannen?

Wie hebben emigratieplannen? Wie hebben emigratieplannen? -welk land? -terug? Arie de Graaf Inhoud presentatie -Achtergrond van de databron -Welke vragen zijn gesteld aan de respondenten -Emigratieplannen van autochtonen -Emigratieplannen

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1

Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1 Migranten in de Nederlandse Antillen Deel 1 Sabrina Dinmohamed In dit artikel wordt aandacht besteed aan de demografische kenmerken van de migrantenbevolking van de Nederlandse Antillen. De sociaal-economische

Nadere informatie

Hoe is de multiculturele samenleving ontstaan?

Hoe is de multiculturele samenleving ontstaan? Hoe is de multiculturele samenleving ontstaan? Multicultureel Nederland: vanaf 100 jaar geleden tot nu Soms lijkt het of Nederland in korte tijd veranderd is van een monoculturele tot een multiculturele

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2006 118.070 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Allochtonenprognose 2002 2050: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 2010

Allochtonenprognose 2002 2050: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 2010 Allochtonenprognose 22 25: bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen in 21 Maarten Alders Volgens de nieuwe allochtonenprognose van het CBS neemt het aantal niet-westerse allochtonen toe van 1,6 miljoen

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie