Nota van Inlichtingen SBIR Verduurzamen voedselproductie

Transcriptie

1 Nota van Inlichtingen SBIR Verduurzamen voedselproductie Versie 23 september 2014 Inhoudelijke vragen 1 Moet een project betrekking hebben op nieuwe technologie, of mag het ook een nieuwe aanpak in de ketens betreffen? Het project hoeft niet technisch van aard te zijn. Organisatorische veranderingen en sociale innovatie zijn ook toegestaan. Omdat SBIR gebruik maakt van een uitzondering in het aanbestedingsrecht, moet het project R&D activiteiten betreffen. Zie handleiding, paragraaf Is er een afbakening van de reststromen waarop het project betrekking moet hebben? Is bijvoorbeeld een reststroom uit het eigen bedrijf ook een mogelijk onderwerp? Dit is niet afgebakend. Reststromen uit het eigen bedrijf kunnen ook onderwerp van studie zijn 3 Is een restpartij van producten ook een reststroom? Ja 4 Is het toegestaan om toepassing van reststromen uit andere sectoren te onderzoeken? Ja, mits wordt voldaan aan voedselveiligheidseisen 5 Geldt dit ook als de restpartij niet wordt vermaakt tot nieuwe grondstof, maar in zijn geheel opnieuw wordt gebruikt? In theorie wel, als dit een nieuwe ontwikkeling is, maar de vraag is of het project dan nog een R&D project is 6 Wat wordt verstaan onder een grote impact? Dit is niet op voorhand te kwantificeren. Wat we wel kunnen zeggen is dat het groter moet zijn dan een verbetering van iets bestaands. We zijn nadrukkelijk op zoek naar een grote stap voorwaarts. 7 Mag de indiener een voedselproducent zijn die de ontwikkeling zelf in zijn proces inzet? Omdat hiermee de impact te klein is (namelijk alleen binnen één bedrijf) zal een dergelijk voorstel laag scoren op de criteria. Als er een ketenpartner meewerkt die de ontwikkeling verkoopt, of als de kennis wordt verkocht, is de impact groter en kan een dergelijk voorstel meer kans maken. 8 Ligt de focus in de beoordeling op de grootte van de impact, of is er nog een verdeling naar thema s? Focus ligt op impact. (deze vraag staat al ergens, zo even uitzoeken en evt samenvoegen) 9 Gaat het om impact in Nederland of mag het ook elders zijn? De impact in Nederland zal worden beoordeeld. Een extra impact in het buitenland kan het project wel sterker maken. 10 In de oproep wordt gesproken over 2 ketenpartners. Zijn er dan twee aannemers per project voor de SBIR opdracht? Er is 1 hoofdaannemer voor de uitvoering van de SBIR. De andere partij(en) moet(en) meewerken, deze kunnen een onderaannemer zijn of mogen voor eigen rekening en risico meedoen 11 De 2 benodigde ketenpartners, telt hierin de hoofdaannemer mee, of moet er een hoofdaannemer plus 2 ketenpartners zijn? 1 van 7

2 Er is één hoofdaannemer plus minimaal één andere partij nodig. 12 Mag een kennisinstelling ketenpartner zijn? Ja, dat kan, de vraag is in hoeverre deze partij strategisch bijdraagt aan bijvoorbeeld de opschaling of vermarkting van het uiteindelijke proces, product of dienst. 13 Mogen de ketenpartners in dezelfde procesfase zitten? Dit mag, de vraag ook hier is wat de meerwaarde van deze partij is bij bijvoorbeeld de opschaling of vermarkting van het uiteindelijke proces, product of dienst. 14 Wat is de definitie van een ketenpartner? Er is geen andere formulering beschikbaar dan die in de oproep staat. Van belang is dat het meewerken van de ketenpartner(s) een toegevoegde waarde heeft voor de uitvoering van het project. Een partner die meedoet omdat het moet is geen strategische ketenpartner. 15 In de presentatie van EZ wordt verwezen naar uitvoeringsagenda s, waar vind ik deze? Via deze link ( kunt u de ambities en het innovatiecontract van de topsector agri&food vinden. 16 Kunnen, naast voedings- en voedertoepassingen, ook hoogwaardige non-food onderwerpen een kans maken binnen deze SBIR? Als het een hoogwaardige toepassing is van reststromen uit de Agrofood-keten, die voldoende impact heeft, is dit mogelijk. Bijvoorbeeld mest als reststroom. 17 In oproep staat dat ketenpartner benodigd is. In MODEL PROJECTPLAN FASE 1 staat met eventuele partners tussen haakjes. Wat is leidend? 1. oproep is altijd leidend, zie ook SBIR handleiding 1.1 Aanbestedingsdocumenten [ ] Mochten er tegenstrijdigheden zitten tussen bovenstaande documenten dan gaat steeds het eerder genoemde document voor het later genoemde document. 18 Mag de ketenpartner binnen dezelfde groep als de indiener horen? Door betrokkenheid van meer ketenpartners is de verwachting dat projecten meer kans van slagen hebben om straks in de markt gezet te worden. Het gaat daarbij niet alleen om het aantal, maar vooral ook om de aanvullende kwaliteit die de ketenpartner inbrengt om dit te versnellen. Dit wordt beoordeelt bij het criterium ondernemerschap. In aanvulling op de handleiding, geldt bij dit criterium dat een voorstel beter scoort naarmate goede strategische ketenpartijen betrokken zijn en er verbinding is tussen de verschillende schakels in de keten. Hierbij zijn minimaal twee ketenpartijen vereist. 19 In de SBIR t.a.v. verduurzamen voedselproductie lijkt er een focus gelegd te worden op menselijke consumptie. Indien reststromen opgewaardeerd worden voor de dierlijke consumptie, heeft het project dan tenminste zoveel kans als wanneer een reststroom wordt opgewaardeerd voor menselijke consumptie? Ook voorstellen die reststromen opwaarderen voor dierlijke voedselketens passen binnen deze SBIR aanbesteding. Dierlijke consumptie wordt genoemd in de oproep: 1. het stimuleren van een hoogwaardig gebruik van overblijvende reststromen in de agrofoodketen: denk bijvoorbeeld aan o raffinage van reststromen tot nieuwe grondstoffen; en o hergebruik van reststromen in humane en dierlijke voedselketens. Deze toepassing is wel minder hoogwaardig en zal op dit aspect lager scoren dan een voorstel dat zich richt op menselijke consumptie. Als de verwachte impact en bijvoorbeeld mogelijkheden tot opschaling beter zijn dan voor een innovatie gericht op menselijke consumptie, dan kan een dergelijke innovatie wel degelijk een kans maken. 20 Kunnen reststromen uit het buitenland worden ingezet om hoogwaardige producten van in Nederland te ontwikkelen? 2 van 7

3 Bij reststromen uit het buitenland zal de impact op het verduurzamen van de voedselketen in Nederland zeer beperkt zijn en als gevolg daarvan zal een dergelijk project laag beoordeeld worden. 21 We willen wellicht nog met een extra partij gaan samenwerken, bovenop de huidige 2 partijen. Dient dit nu al te worden meegenomen of kan dit in een later stadium? Er kan later een partij aansluiten als dat dan nodig blijkt te zijn. Wel wordt het consortium beoordeeld voor de aanvang van het project, dus als er dan een noodzakelijke partij ontbreekt is dit niet gunstig voor de beoordeling. Procedurele vragen 1 Moeten de indiener en de ketenpartner(s) MKB zijn? Nee. Ook niet MKB bedrijven kunnen deelnemen aan SBIR. Als hoofdaannemer of als onderaannemer. SBIR is toegesneden op kleine bedrijven maar open voor grote ondernemingen (of andere organisaties). Zie hoofdstuk 10.1 van de SBIR handleiding (versie 2014) voor de eisen die we aan partijen stellen. 2 Kan een kennisinstelling een offerte indienen? Dat zou kunnen, in ieder geval is daar geen formele belemmering voor. Maar let wel, we beoordelen bij ondernemerschap op de geschiktheid van de indiener. Is die in staat om de innovatie te ontwikkelen en op de markt te brengen? Bij economisch perspectief beoordelen we of het idee zakelijk zin heeft. Zie hiervoor ook de beschrijving van de criteria in de SBIR handleiding in paragraaf 3.3. Een kennisinstelling lijkt niet de aangewezen partij om een product te ontwikkelen en op de markt te brengen. We adviseren daarom om een ondernemer de leiding te laten nemen. Op die manier willen we voorkomen dat we projecten financieren die stoppen wanneer de opdracht ophoudt. Een onderneming zal daarna nog de drive hebben om het product uit te ontwikkelen en op de markt te brengen. Overigens neemt dit niet weg dat een kennisinstelling veel van het onderzoek zou kunnen doen. Dat gezegd hebbende: als je aannemelijk zou kunnen maken dat je wel de juiste partij bent ook te zorgen dat het product op de markt komt (en hoe die route to market er dan uitziet), dan zou je een opdracht kunnen krijgen. Er zijn bijvoorbeeld wel eens voorstellen van stichtingen gehonoreerd. 3 Tot wanneer is het mogelijk vragen te stellen over het indienen van een voorstel? Dit is mogelijk tot 10 dagen voor sluiting van de indieningstermijn (2 september). Bij voorkeur via sbir@rvo.nl. Deze termijn is op dit moment dus verlopen. 4 Moet de indiener een Nederlandse partij zijn? Nee, een buitenlandse partij mag ook een voorstel indienen, maar deze moet wel gevestigd zijn binnen de EU, én het project moet wel een bijdrage leveren aan de Nederlandse economie (zie handleiding 10.1 Eisen aan partijen). 5 Mag de ketenpartner een buitenlandse partij zijn? Ja, hieraan zijn geen beperkingen verbonden, mits het project een bijdrage levert aan de Nederlandse economie. 6 Is er een onderverdeling in thema s waarover het beschikbare budget wordt verdeeld? Nee, binnen de kaders van de oproep is er één totaalbudget beschikbaar. Er zijn geen thema s die meer of minder kans maken om de aanbesteding te winnen. 7 Hoe groot is de slaagkans om de aanbesteding te winnen? Dit is niet van tevoren in te schatten. De (heel grove) schatting is dat er 4 tot 8 maal zoveel voorstellen kunnen binnenkomen dan waar budget voor is. 3 van 7

4 8 We hebben gemerkt dat elke belastinginspecteur anders omgaat met het al dan niet moeten afdragen van BTW. Wat is de invloed hiervan op het te offreren bedrag en de beoordeling? Wij beoordelen de offertes exclusief BTW, hierdoor zijn alle partijen in die zin gelijk. Bij een daadwerkelijke opdracht kan er per situatie bekeken worden hoe betaling en BTW geregeld moeten worden. 9 Worden de leden van de beoordelingscommissie bekend gemaakt? Nee, de namen zijn wel opvraagbaar bij RVO.nl. Bij de samenstelling van de commissie is expertise gezocht uit de agro-food en de financiële sector. 10 Hoe ziet de overgang van fase 1 naar fase 2 eruit? - We lezen de haalbaarheidsrapporten - Bij goedkeuring wordt de laatste 20% van de kosten uitbetaald - Bij positief resultaat ( het is haalbaar ) en vertrouwen in voortzetting volgt een offerteverzoek voor fase 2 - Alleen partijen met een offerteverzoek kunnen een offerte voor fase 2 indienen - Deze partijen krijgen de mogelijkheid hun offerte toe te lichten voor de commissie - Commissie beoordeelt en rangschikt de offertes - De minister besluit welke voorstellen een opdracht krijgen voor fase 2 11 Kunnen we een idee voor een project aan RVO.nl voorleggen om te toetsen? Ja, dit kan. Omdat wij zelf niet de beslissing nemen kunnen we slechts een mening geven over het voorstel, maar geen enkele garantie over hoe het voorstel zal scoren. 12 Kan een organisatie bij meerdere voorstellen tegelijk betrokken zijn? Ja, dit kan 13 Hoe wordt prijs beoordeeld? Bij de minimumprijs of lager krijgt een voorstel het maximum aantal punten voor prijs (5). Bij de maximumprijs krijgt een voorstel 0 punten voor prijs. Tussen minimum en maximum prijs worden punten met een lineaire schaal toegekend. Een voorstel met een prijs halverwege minimum en maximum krijgt dus de helft van de punten. De minimumprijs voor fase 1 is , de maximumprijs is (beiden ex. btw). 14 Is het mogelijk een voorstel in te dienen voor een project dat zich al in fase 1 bevindt? Ja, dit is mogelijk. We willen echter wel de mogelijkheid hebben, tijdens de uitvoering van fase 1, een oordeel te kunnen vellen over de wijze waarop u het project uitvoert. De reden hiervoor is dat dit een rol speelt in de beoordeling van een eventuele offerte voor fase Mag een brancheorganisatie ook als ketenpartner optreden? Ja. U dient wel aannemelijk te maken dat brancheorganisatie daadwerkelijk van strategisch belang is voor de opschaling 16 Is het voor de beoordeling van voorstellen zinvol om een eigen bijdrage van het indienende bedrijf wat betreft tijdbesteding expliciet te maken? Of wordt alleen gekeken naar de absolute hoogte van het gevraagde subsidiebedrag? Een eigen bijdrage is nuttig, het geeft de mogelijkheid meer werk te verrichten binnen een bepaald budget / verlaagt de prijs van de offerte. Prijs is één van de criteria waar de offerte op wordt beoordeeld. Het kan geen kwaad dit expliciet te maken, een eigen bijdrage toont immers ook betrokkenheid en ambitie aan, wat weer onder het criterium Ondernemerschap past. 17 Valt het indienen van een octrooiaanvraag onder de kosten van fase 1? ja, dat kan. Denk hierbij aan de volgende aandachtspunten: 1. realiseer dat deze kostenpost de prijs voor de offerte van fase 1 relatief hoog maakt: SBIR offertes concurreren immers ook op prijs 2. houd er verder rekening mee dat de offerte een totaalprijs geeft voor een eindresultaat, waarin meegenomen is dat de IE rechten bij de opdrachtnemer blijven (zie handleiding paragraaf 2.4) 3. de octrooiaanvraag dient van belang te zijn voor de vermarkting de innovatie, geef hierop een toelichting in het projectplan bij route to market 4 van 7

5 18 Een partij heeft eerder een SBIR-opdracht gekregen. Sluit dit hem uit voor een nieuwe opdracht? Bedrijven kunnen in principe meerdere SBIR opdrachten uitvoeren, dit is uiteraard wel afhankelijk van de beschikbare capaciteit (menskracht) bij het betreffende bedrijf. 19 Valt een SBIR-financiering ook onder de de minimis regelgeving? SBIR is een opdracht, een aanbesteding, dit gaat niet over staatssteun (subsidie) en de minimus is dus niet van toepassing. Een bedrijf dient geen subsidieverzoek, maar een offerte in. 20 Past het doen van verkennend onderzoek binnen deze SBIR? Een project dient zich te richten op een concrete toepassing die bijdraagt aan de uitdaging in de oproep. Na afloop van het tweejarig R&D-traject, dus begin 2018, dient er een demonstratie plaats te vinden van het geteste product, dienst of proces. 21 Moeten we in detail aan RVO.nl opsturen hoe onze innovatie werkt, met specificaties, etc.? Zie handleiding paragraaf 7.3: [ ] Op aanvraag wordt de volgende (achterliggende) documentatie beschikbaar gesteld om in te zien: een (technische) specificatie van het product of een beschrijving van de dienst; een testprotocol; een productieplan (plan voor de uitvoering van de dienst); technische documentatie, en het geactualiseerde businessplan.[ ] Wij vragen niet om in detail om technische specificatie van een product naar ons op te sturen. We willen wel zeker weten dat het bedrijf deze informatie goed vastlegt. Dat is ook in ons belang. Zeker bij twijfel zullen wij langskomen om de achterliggende documentatie te bekijken. 22 Er is sprake van een maximum prijs van excl. en een maximum offertebedrag van incl. btw. Hoe zit dat? Het maximum offertebedrag bedraagt euro inclusief btw. De maximum (en minimum) prijs worden uitsluitend gebruikt in de prijsformule voor het criterium prijs. 23 Hoe kan ik zelf de score voor prijs berekenen? Gebruikte formule: =5 5 / *(prijs offerte excl btw ). Offertes van euro ( maximum prijs ) en meer scoren nul punten; offertes van euro ( minimumprijs ) en minder scoren 5 punten. 24 De passage in 4.2 geeft aan dat het intellectueel eigendom van de opdrachtnemer gebruikt KAN gaan worden door de opdrachtgever. Kunt u misschien aangeven in hoeverre de kansen reëel zijn dat de opdrachtgever bovenstaande rechten daadwerkelijk gaat gebruiken? SBIR is een aanbesteding. Daarmee verwerft de overheid bepaalde rechten. In plaats van alle intellectuele eigendom te kopen, geeft SBIR de ondernemer de mogelijkheid zelf te ondernemen met de kennis, daarom verwachten we ook een lagere offerteprijs, dan wanneer we als overheid alle IE rechten zelf willen hebben. Indien u bedenkingen heeft tegen deze voorwaarden, dan past een SBIR aanbesteding wellicht niet bij uw onderneming. Het is niet mogelijk de kans aan te geven, dit is van meerdere factoren afhankelijk, zoals het type vinding, betreft het algemeen belang, verzoek van andere bedrijven met de opgebouwde kennis te willen ondernemen / voorkomen van ongewenste monopolie positie, etc. 25 Meestal stelt RVO randvoorwaarden t.a.v. het uurtarief. Ik kan daar niets over terugvinden. Hoe zit dat? We schrijven geen uurtarief voor, we werken bij SBIR immers op basis van offertes. Wel geven we aan, omdat we niet de intellectuele eigendomsrechten krijgen, deze zijn voor de indiener, dat we geen offertes verwachten op basis van commerciële uurtarieven. 5 van 7

6 Het is dus aan de indiener zelf een uurtarief te bepalen. Let op: prijs van de offerte is een van de criteria waarop het voorstel beoordeeld wordt. 26 Een van de ketenpartners ontvangt een subsidie voor een haalbaarheidsstudie, kan voor het deel van de andere partner een SBIR opdracht worden verkregen? Nee dit kan niet, omdat er in dat geval geen volledig project wordt aangeboden, zie handleiding 2.2 Eisen aan de offerte. [ ] De offerte biedt, op welke manier dan ook, een onderdeel van een project aan in plaats van een volledig project. [ ] 27 Volstaat het om de ketenpartners in de projectbeschrijving te noemen? Of is er nog een officiële verklaring hiervan nodig? In het aanvraagformulier wordt daar bijvoorbeeld niet om gevraagd. In de offerte moet worden onderbouwd waarom voor deze partij(en) is gekozen, zodat de commissie hierover een oordeel kan vellen. Er wordt in de oproep niet gevraagd om een samenwerkingsovereenkomst, dus dit is niet nodig. 28 Hoe moet ik het hypothetisch offertebedrag, waarom gevraagd wordt in de begroting, berekenen? Zonder een eigen belang zouden we het namelijk nooit uitvoeren. Het is een (geschat, fictief) bedrag dat aangeeft wat het project zou kosten, in het theoretische geval dat de partijen het uitvoeren zonder er zelf een belang bij te hebben. Het opgeven van het bedrag dient om te kunnen laten zien dat het gevraagde bedrag geen commercieel bedrag is. 29 Kan een organisatie in de huidige ronde twee offertes indienen? Meer dan 1 voorstel indienen mag. Als meer dan een voorstel wordt gegund, dan beoordeelt de commissie of de organisatie ook de capaciteit heeft om ze allemaal uit te voeren. Het kan zijn dat ze dan niet allen worden gehonoreerd. 30 Kan een bedrijf een onafhankelijke onderzoeksorganisatie/consultant inhuren voor het toetsen van de haalbaarheid in de markt? Een deel van het project mag worden uitbesteed. Het is wel van belang dat het project an sich wel echt van het bedrijf is dat de offerte indient. Wel geldt: hoe beter de hoofdaannemer past bij het voorstel hoe meer kans je maakt. 31 Mag een partij starten met het uitvoeren van het project voordat het contract rond is? Ja, dit kan. De kosten mogen worden opgevoerd vanaf de datum dat de offerte bij RVO is ingediend en daarna kan begonnen worden met de activiteiten. Let er wel op dat de kosten dan voor eigen rekening komen, als de opdracht niet aan u wordt gegund. Voor kosten die niet zijn opgevoerd in de begroting, maar wel tot het project behoren, geldt dat de bijbehorende activiteiten eerder begonnen mogen worden. Houd hierbij wel rekening met het antwoord dat gegeven is bij vraag 14 van de procedurele vragen in deze Nota. 32 Moet er in fase 1 al iets (bijvoorbeeld een prototype) gedemonstreerd worden? Nee, dit hoeft niet. Het mag wel, als men al zo ver is. 33 Als de uiteindelijke kosten lager uitvallen dan in de begroting is voorzien, moet het verschil dan terugbetaald worden? SBIR werkt met een resultaatverplichting waar een vast bedrag tegenover staat. (kleine) verschillen tussen offerte en realisatie hoeven niet verantwoord te worden. Wel wordt beoordeeld of de inspanning geleverd is die in het voorstel is beschreven. Let wel: de voorstellen concurreren met elkaar op prijs. Daarnaast zijn de voorwaarden voor verdeling van IPR gunstig voor de aanbieder. Over het algemeen bieden de winnende offertes een zeer scherpe prijs. Verwacht dus niet dat SBIR een makkelijke manier is voor de indiener wordt om geld te verdienen. 34 Als een ketenpartner tussentijds uit het project stapt, wat zijn de gevolgen voor de hoofdaannemer? Uiteraard is het niet de bedoeling dat een ketenpartner uit het project stapt. De hoofdaannemer is ervoor verantwoordelijk dat het project wordt uitgevoerd zoals in de offerte is aangeboden, inclusief de samenstelling van het consortium. Als alle inspanningen zijn verricht om de samenwerking voort te zetten maar het is een situatie van overmacht is het belangrijk dit zo snel mogelijk aan RVO te melden, en te kijken hoe dit op te lossen. De 6 van 7

7 gevolgen voor de hoofdaannemer zijn dus niet op voorhand te voorspellen. 7 van 7