Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Haarlemmermeer 2009
|
|
- Merel Lemmens
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 CVDR Officiële uitgave van Haarlemmermeer. Nr. CVDR16161_1 29 november 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Haarlemmermeer 2009 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Haarlemmermeer 2009 ONDERDEEL I ALGEMEEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Ondersteuningsvrager: de persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusief chronische psychische en psychosociale problemen aantoonbare beperkingen ondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden, bij het normale gebruik van de woning, bij het verplaatsen in en om de woning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten van medemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden. b. Compensatiebeginsel: de algemene verplichting aan het gemeentebestuur om personen met aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek door het treffen van voorzieningen een gelijkwaardige uitgangspositie te verschaffen, zodat ze zelfredzaam zijn en in staat tot maatschappelijke participatie. c. Zelfredzaamheid: het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke en financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken en de algemene dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren. d. Meerkosten: kosten die een ondersteuningsvrager extra moet maken en een niet-ondersteuningsvrager niet. e. Maatschappelijke participatie: de normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in en om de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deel te nemen aan het lokale maatschappelijke leven. f. Algemene voorziening : een voorziening die wordt geleverd op basis van directe beschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme en adequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt. g. Individuele voorziening: een voorziening die individueel wordt aangeboden indien een algemene voorziening geen adequate oplossing biedt. h. Woonwagen: een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst. i. Standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waaropvoorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten. j. Woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen. k. Ligplaats: een door de gemeente aangewezen ligplaats die door een woonschip wordt ingenomen. l. Hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar de ondersteuningsvrager zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven of zal staan ingeschreven, of het feitelijke woonadres als de ondersteuningsvrager iemand met een briefadres is. m. Gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van deondersteuningsvrager vanaf de toegang tot de woning te bereiken en ruimten die onder het gehuurde vallen en waarvan de ondersteuningsvrager gebruik moet kunnen maken. n. Woningaanpassing: ingreep die gericht is op het opheffen of verminderen van aantoonbare beperkingen die een ondersteuningsvrager ondervindt bij het normale gebruik van de woonruimte o. Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning; 1
2 p. Persoonsgebonden budget: een geldbedrag waarmee de ondersteuningsvrager een of meer aan hem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening en het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn. q. Financiële tegemoetkoming: een bijdrage in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager. r. Voorziening in natura: een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in de vorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt; s. Hulp bij het huishouden: ondersteuning bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van het voeren van het huishouden van een persoon dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort. t. Gebruikelijke zorg: de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden. u. Mantelzorg: zorg zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, onder b van de wet. v. Algemeen gebruikelijk: naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbare gebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als een ondersteuningsvrager behorend. w. Besluit: het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Haarlemmermeer Artikel 1.2 Besluit vervallen Artikel 1.3 Beperkingen 1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover: a. deze langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van het voeren van het huishouden, het normale gebruik van de woning, het verplaatsen in en om de woning, het uitvoeren van de algemene dagelijkse levensverrichtingen, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aangaan op te heffen of te verminderen; uitzonderingen hierop zijn hulp bij het huishouden en het aanvullend openbaar vervoer welke in sommige gevallen voor een korte duur kunnen worden geïndiceerd. b. deze in overwegende mate op het individu is gericht; c. deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de adequaat goedkoopste voorziening kan worden aangemerkt. 2. Geen voorziening wordt toegekend: a. als de voorziening voor een persoon als de ondersteuningsvrager algemeen gebruikelijk is; b. voor zover op grond van enige andere wettelijke regeling of enige privaatrechtelijke overeenkomst of verbintenis aanspraak op de voorziening bestaat; c. indien de ondersteuningsvrager niet woonachtig is in de gemeente Haarlemmermeer. d. voor zover er van de zijde van de ondersteuningsaanvrager geen sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd. 3. Bij het compenseren van beperkingen die een ondersteuningsvrager ondervindt in zijn maatschappelijke participatie wordt rekening gehouden met de keuzes die de ondersteuningsvrager maakt in het leven, waarbij verwacht mag worden dat eenondersteuningsvrager geschikte keuzes maakt rekening houdend met de beperkingen die horen bij de individuele omstandigheden van de ondersteuningsvrager. Artikel 1.4 Keuzevrijheid Een individuele voorziening kan worden verstrekt in natura, als financiële tegemoetkoming en als persoonsgebonden budget. Het college bepaalt in welke situaties die bij wet verplichte keuze tussen een voorziening in natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de in de beleidsregels neergelegde criteria. Hoofdstuk 2 Hulp bij het huishouden Artikel 2.1 Algemene omschrijving De door het College te verstrekken hulp bij het huishouden, ter compensatie van de beperkingen die een ondersteuningsvrager ondervindt bij het voeren van een huishouden bestaat uit: a. een algemene voorziening waaronder algemene hulp bij het huishouden 2
3 b. het in natura verstrekken van hulp bij het huishouden, waarvan de omvang in het Besluit is geregeld; dan wel c. het verstrekken van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden, waarvan de omvang en de hoogte in het Besluit is geregeld. Artikel 2.2 Recht op hulp bij het huishouden 1. De ondersteuningsvrager, kan voor de in artikel 2.1 sub a. genoemde voorziening in aanmerking worden gebracht indien a. aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek of b. problemen bij de uitvoering van de mantelzorghet zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk maken en de algemene hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen. 2. Een ondersteuningsvrager, kan voor de in artikel 2.1. onder b en c vermelde voorzieningen in aanmerking worden gebracht indien a. de in artikel 2.1. onder a vermelde voorziening een onvoldoende oplossing biedt of b. niet beschikbaar is. 3. Bij de bepaling van de omvang van hulp bij het huishouden wordt rekening gehouden met gebruikelijke zorg, zoals omschreven in de beleidsregels, die niet voor vergoeding in aanmerking komt, alsmede tijdsnormeringen,zoals opgenomen in het protocol Huishoudelijke Verzorging van het CIZ, Artikel 2.3 Levering 1. Het College verstrekt hulp bij het huishouden in natura op basis van een overeenkomst waarbij de gemeente afspraken heeft gemaakt met verschillende leveranciers waaruit de ondersteuningsvrager kan kiezen. 2. Het College kan in het Besluit regels vaststellen omtrent het persoonsgebonden budget als genoemd in artikel 2.1 sub c. Artikel 2.4. Mantelzorg 1.Als de persoon die mantelzorg verleent, zijn taken tijdelijk niet kan waarnemen, komt de ondersteuningsvrager in aanmerking voor hulp bij het huishouden. Hoofdstuk 3 Woonvoorzieningen Paragraaf 1 Algemene omschrijving Artikel 3.1 Type woonvoorzieningen 1. De door het College te verstrekken woonvoorziening, ter compensatie van de beperkingen die iemand ondervindt bij het normale gebruik van de woning en het uitvoeren van de algemene dagelijkse levensverrichtingen, kan bestaan uit: a. een algemene woonvoorziening b. een financiële tegemoetkoming in de kosten van verhuizing en inrichting; c. een persoonsgebonden budget voor een woningaanpassing d. een persoonsgebonden budget voor woonvoorzieningen van niet-bouwkundige ofwoontechnische aard en aanpassingen daaraan; e. een persoonsgebonden budget voor onderhoud, keuring,reparatie en verzekering; f. een persoonsgebonden budget voor tijdelijke huisvesting; g. een persoonsgebonden budget voor huurderving; h. een woonvoorziening in natura; i. een uitraasruimte 2. Van de in het vorige lid genoemde persoonsgebonden budgetten zijn uitgezonderd een persoonsgebonden budget voor voorzieningen in situaties zoals genoemd in de beleidsregels. 3. De in lid 1, sub c bedoelde kosten betreffen: a. de aanneemsom voor het treffen van de voorziening; b. het architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in De Nieuwe Regeling 2005 (DNR 2005) van de BNA; c. de kosten van toezicht op de uitvoering, tot een maximum van 2 % van de aanneemsom; 3
4 d. de leges; e. de verschuldigde en niet verrekenbare- of terugvorderbare omzetbelasting; f. renteverlies, in verband met betaling aan derden voordat de bijdrage is uitbetaald, voor zover dit verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen; g. de kosten in verband met technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing; h. de kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening; i. de door het College (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet voorzien hadden kunnen zijn; j. administratiekosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een voorzieningen voor de ondersteuningsvrager. Voor zover de kosten onder a t/m k meer dan het hierover in het Besluit genoemd bedrag bedragen, 10% van die kosten, met een maximum bedrag zoals opgenomen in het Besluit; indien en voor zover deze kosten noodzakelijkerwijs optreden. k. de prijs van de bouwrijpe grond als niet binnen het oorspronkelijke kavel gebouwd kan worden, gemaximeerd aan hetgeen gesteld is in het Besluit. 4. De hoogte van het persoonsgebonden budget is beschreven in het Besluit. 5. Het College kan in het Besluit nadere regels vaststellen omtrent het persoonsgebonden budget. Artikel 3.2 Uitbetaling persoonsgebonden budget 1. Het persoonsgebonden budget genoemd in artikel 3.1, eerste lid, onder c., e., en g., wordt uitbetaald aan de eigenaar van de woonruimte; 2. Het persoonsgebonden budget genoemd in artikel 3.1, eerste lid, onder c. en e., wordt uitbetaald aan de ondersteuningsvrager die huurder is van de woonruimte, als de woningeigenaar toestemming heeft gegeven aan de ondersteuningsvrager om de aanpassing zelf te regelen. 3. Het persoonsgebonden budget genoemd in artikel 3.1, eerste lid, onder d en f, wordt uitbetaald aan de hoofdbewoner van de woonruimte; Artikel 3.3 Woon-, verblijf- en gemeenschappelijke ruimten waarvoor geen woonvoorziening wordt verstrekt De bepalingen van hoofdstuk 3 zijn niet van toepassing op het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, verzorging- en verpleeghuizen, vakantiewoningen, tweede woningen, kamerverhuur en specifiek op mensen met beperkingen of problemen of op ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij (nieuw)bouw of renovatie, zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden. Paragraaf 2 Het recht op een woonvoorziening Artikel 3.4 Het recht op een woonvoorziening 1. Een ondersteuningsvrager kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 3.1., onder a. in aanmerking worden gebracht wanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebreke een aanpassing van de woning noodzakelijk maken en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kan oplossen. 2. Een ondersteuningsvrager kan voor een voorziening als bedoeld in artikel 3.1., eerste lid, onder b. in aanmerking worden gebracht indien aantoonbare beperkingen of problemen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken, de in het vorige lid genoemde oplossing niet aanwezig is of niet tot een snelle en adequate oplossing leidt en de kosten van de woonvoorziening als genoemd in artikel 3.1.eerste lid, onder c. d. en h. hoger zijn dan het bedrag als genoemd in het Besluit. 3. Een ondersteuningsvrager kan voor de in artikel 3.1, eerste lid, onder c. t/m h. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht,indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan de woning noodzakelijk maken en in de in de in het vorige lid genoemde voorziening niet mogelijk is of als de kosten van de woonvoorziening als genoemd in artikel 3.1 eerste lid, sub c., d. en h. lager zijn dan het bedrag zoals genoemd in het Besluit. 4. Een ondersteuningsvrager kan voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 3.1. onder i in aanmerking worden gebracht wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg, waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin deze persoon tot rust kan komen. 5. De in lid 1 t/m 5 genoemde beperkingen moeten in een direct oorzakelijk verband staan met de bouwkundige of woontechnische staat van de woning zelf, waaronder begrepen de toegankelijkheid. 6. De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in artikel 3.1 wordt geweigerd als: 4
5 a. de noodzaak tot het treffen van deze woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolge van ziekte of gebrek geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was; b. als de ondersteuningsvrager niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het College; c. de woonvoorziening wordt aangevraagd op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak; d. de ondersteuningsvrager is verhuisd vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden; e. de ondersteuningsvrager verhuisd is naar een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg; f. er in de verlaten woning geen probleem met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden; g. de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen. Paragraaf 3 Voorwaarden bij verlening van woonvoorzieningen Artikel 3.5 Hoofdverblijf 1. Het College verleent slechts een woonvoorziening als a. de ondersteuningsvrager zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen; b. de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen behoort tot het gebied van de gemeente; 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid, sub a., kan een woonvoorziening worden verleend voor het bezoekbaar maken van één woonruimte als de ondersteuningsvrager zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-inrichting; 3. Onder het in artikel 3.5. lid 2, genoemde bezoekbaar maken van de woonruimte wordt uitsluitend verstaan het middels een woonvoorziening bewerkstelligen dat de ondersteuningsvrager de woonruimte, de woonkamer en een toilet kan bereiken. 4. De aanvraag voor het bezoekbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aan te passen woning staat. Artikel 3.6 Aanvang werkzaamheden en inzicht in woning Het College verleent slechts een woonvoorziening als: a. niet reeds een begin is gemaakt met de werkzaamheden, waarop de voorziening betrekking heeft, zonder haar toestemming; b. door haar aangewezen personen toegang is verstrekt tot de woonruimte waar dewoningaanpassing wordt verricht; c. aan de onder b. genoemde personen inzicht wordt geboden in bescheiden en tekeningen, die betrekking hebben op de woningaanpassing; d. de onder b. genoemde personen de gelegenheid is geboden tot het controleren van de woningaanpassing. Artikel 3.7 Gereedmelding 1. Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden in verband met een woningaanpassing hoger dan een bedrag als genoemd in het Besluit, doch uiterlijk binnen twaalf maanden na het afgeven van de beschikking waarin het persoonsgebonden budget, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid onder b. van deze verordening, wordt verleend, verklaart de gerechtigde van dat persoonsgebonden budget schriftelijk aan het College dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid. 2. De gereedmelding is tevens een verzoek om vaststelling en uitbetaling van hetpersoonsgebonden budget. 4.De gereedmelding, bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van alle rekeningen en betalingsbewijzen en van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder het persoonsgebonden budget is verleend. 5
6 Artikel 3.8 Financiering van niet voor vergoeding in aanmerking komende deel van de kosten Het College verleent voor een bedrag hoger dan het bedrag als genoemd in het Besluit slechts een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onder c. en d., als in de financiering van het niet voor persoonsgebonden budget in aanmerking komende deel wordt voorzien. Artikel 3.9 Aanpassingen van gemeenschappelijke ruimten Het College kan een woonvoorziening verlenen voor het treffen van de volgende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte als zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de ondersteuningsvrager ontoegankelijk blijft: a. het verbreden van toegangsdeuren; b. het aanbrengen van elektrische deuropeners; c. aanleg van een hellingbaan van de openbare weg naar de toegang van het gebouw, mits de woningen in het woongebouw te bereiken zijn met een rolstoel; d. drempelhulpen of vlonders; e. het aanbrengen van een extra trapleuning bij een portiekwoning; f. een opstelplaats voor een rolstoel bij de toegangsdeur van het woongebouw. Paragraaf 4 Aanpassingen van woonwagens, woonschepen en binnenschepen Artikel 3.10 Aanpassingen van woonwagens Het College verleent slechts een persoonsgebonden budget in de aanpassingskosten van een woonwagen als: a. de technische levensduur van de woonwagen nog minimaal 5 jaar is; b. de standplaats niet binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt;en c. de woonwagen ten tijde van de indiening van de aanvraag voor een woonvoorziening bij de gemeente op de standplaats stond; Artikel 3.11 Aanpassingen van woonschepen Het College verleent slechts een persoonsgebonden budget in de aanpassingskosten van een woonschip als: a. de technische levensduur van het woonschip nog minimaal vijf jaar is; b. het woonschip nog minimaal vijf jaar op de ligplaats mag blijven liggen; Artikel 3.12 Beperkte gebruiksduur van aanpassingen Als de technische levensduur van de woonwagen of het woonschip minder dan vijf jaar is of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt of het woonschip niet tenminste nog vijf jaar op de ligplaats mag liggen, kan in uitzondering op artikel 3.10 en artikel 3.11 van deze verordening toch een persoonsgebonden budget verstrekt worden. De maximale aanpassingskosten mogen dan niet meer bedragen dan het bedrag zoals genoemd in het Besluit. Paragraaf 5 Verhuis- en (her)inrichtingskosten Artikel 3.13 Verhuis- en (her)inrichtingskosten 1.Het College kan een financiële tegemoetkoming verstrekken voor verhuis- eninrichtingskosten, als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onder b. aan a. de ondersteuningsvrager; b. de persoon, die op verzoek van het college en ten behoeve van de ondersteuningsvrager de woonruimte ontruimt. 2. De aanvraag om een financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onder b. wordt door het College geweigerd als a. de verhuizing heeft plaatsgevonden voordat het College op de aanvraag heeft beschikt, tenzij zij daar schriftelijk toestemming voor heeft verleend. b. de ondersteuningsvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen; c. als de ondersteuningsvrager verhuisd is op een moment dat op basis van leeftijd,gezinssituatie of woonsituatie de verhuizing algemeen gebruikelijk geacht zou zijn. 3. Het College kan nadere regels stellen omtrent de hoogte van de financiële tegemoetkoming, als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onder b. 6
7 Paragraaf 6 Overige woonvoorzieningen Artikel 3.14 Kosten in verband met onderhoud, keuring, reparatie en verzekering 1. Het College verleent slechts een woonvoorziening, als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onder e., als de betreffende woonvoorziening in het kader van deze verordening of het Besluit of op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten is verleend. 2. Het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld op de werkelijke kosten, doch ten hoogste op de gemaximeerde vergoeding als opgenomen in het Besluit Artikel 3.15 Kosten in verband met huurderving 1. In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan het bedrag als genoemd in het Besluit is aangepast, kan het College een persoonsgebonden budget verlenen aan de eigenaar van de woning in verband met derving van huurinkomsten voor de duur van maximaal 6 maanden, waarbij bij de bepaling van hoogte van het persoonsgebonden budget de eerste maand huurderving niet meegeteld wordt. 2. De hoogte van het persoonsgebonden budget zoals bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld op de werkelijke kosten per maand, doch maximaal op het bedrag van de maximale subsidiabele huur op grond van de Wet op de huurtoeslag. Artikel 3.16 Kosten in verband met tijdelijke huisvesting 1. Het College kan een persoonsgebonden budget voor de kosten van tijdelijke huisvesting verlenen die door de ondersteuningsvrager moeten worden gemaakt in verband met het aanpassen van: a. zijn huidige woonruimte; b. de door de ondersteuningsvrager nog te betrekken woonruimte. 2. Het persoonsgebonden budget als bedoeld onder a. en b. wordt verleend uitsluitend voor de periode dat de aan te passen woonruimte door het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de ondersteuningsvrager als gevolg daarvan voor dubbele woonlasten komt te staan. 3. Het College verleent slechts een persoonsgebonden budget voor de kosten van tijdelijke huisvesting als de ondersteuningsvrager redelijkerwijs niet kan voorkomen dat hij dubbele woonlasten heeft. 4. Het College verleent maximaal zes maanden een persoonsgebonden budget voor de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid. 5. Het College verleent uitsluitend een persoonsgebonden budget voor de kosten van tijdelijke huisvesting als bedoeld in het eerste lid als deze kosten gemaakt worden in verband met het a. tijdelijk betrekken van een zelfstandige woonruimte; b. tijdelijk betrekken van een niet-zelfstandige woonruimte, of c. langer moeten aanhouden van de te verlaten woonruimte. 6. De hoogte van het persoonsgebonden budget bedraagt de werkelijke kosten van huur van de ondersteuningsvrager voor de door hem bewoonde woonruimte (minus de huurtoeslag), doch maximaal het bedrag van de maximale subsidiabele huurprijs op grond van de Wet op de huurtoeslag. Paragraaf 7 Terugbetaling bij verkoop Artikel 3.17 Terugbetaling bij verkoop 1. De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen, waarvan het bedrag hoger is dan het bedrag zoals genoemd in het Besluit, en die binnen een periode van tien jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de akte het College hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan minus het deel van de kosten van getroffen voorzieningen, dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen, dient, geheel of gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald, tot maximaal het door de gemeente betaalde bedrag voor de in de woning getroffen voorzieningen. 2. De restitutie als bedoeld in het eerste lid bedraagt: voor het eerste jaar 100% van de meerwaarde, voor het tweede jaar 90% van de meerwaarde, voor het derde jaar 80% van de meerwaarde, voor het vierde jaar 70% van de meerwaarde, voor het vijfde jaar 60% van de meerwaarde, voor het zesde jaar 50% van de meerwaarde, voor het zevende jaar 40% van de meerwaarde, voor het achtste jaar 30% van de meerwaarde, voor het negende jaar 20% van de meerwaarde, 7
8 voor het tiende jaar 10% van de meerwaarde, Hoofdstuk 4 Rolstoelen Artikel 4.1 Algemene omschrijving De door het College ter compensatie van de beperkingen die een ondersteuningsvrager ondervindt bij het zich in en om de woning verplaatsen dan wel voor sportbeoefening te verstrekken voorziening, kan bestaan uit a. een algemene voorziening waaronder een algemene rolstoelvoorziening; b. het verstrekken van een rolstoel voor verplaatsing binnen of buiten dan wel voor verplaatsing binnen en buiten de woonruimte, dan wel een aanpassing daaraan; c. het verstrekken van een persoonsgebonden budget voor een rolstoel, genoemd in het vorige lid, waarvan de hoogte omschreven is in het Besluit, dan wel een aanpassing daaraan; d. het verstrekken van een persoonsgebonden budget voor, onderhoud, reparatie en verzekering van de rolstoel; e. het verstrekken van een financiële tegemoetkoming voor een sportrolstoel, dan wel een aanpassing daaraan. Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel 1. Een ondersteuningsvrager kan voor een in artikel 4.1. onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of en andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden. 2. Een ondersteuningsvrager kan voor een in artikel 4.1. onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of en andere wettelijke regeling geen adequate oplossing bieden 3. Een ondersteuningsvrager kan in aanmerking worden gebracht voor de in artikel 4.1. onder e. vermelde voorziening indien ondersteuningsvrager door aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek zonder sportrolstoel niet in staat is tot sportbeoefening en lid is van een sportvereniging. 4. In uitzondering op het gestelde in artikel 4.2. lid 2 komt een persoon die verblijft in een op grond van artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoel in aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel verstrekt op grond van de AWBZ Artikel 4.3 Levering 1. Wanneer het College een rolstoel op basis van een bruikleenovereenkomst verstrekt, zijn daarbij de kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering inbegrepen. 2. Het College kan in het Besluit regels vaststellen omtrent het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming als genoemd in artikel 4.1 lid c., d., en e. van deze verordening. Hoofdstuk 5 Vervoersvoorzieningen Artikel 5.1 Algemene omschrijving 1. 1.De door het College te verstrekken vervoersvoorziening, ter compensatie van de beperkingen die een ondersteuningsvrager ondervindt bij het lokaal kunnen verplaatsen per vervoermiddel, waardoor mede het ontmoeten van medemensen mogelijk wordt en op basis daarvan sociale verbanden aangegaan kunnen worden, kan bestaan uit: a. een algemene voorziening waaronder een collectieve vervoersvoorziening b. een voorziening in natura in de vorm van 1. een scootermobiel 2. een ander vervoermiddel; 3. een aanpassing aan een onder 1 en 2 genoemde voorziening; c. een persoonsgebonden budget voor de kosten van: 1. aanpassing van een eigen vervoermiddel; 2. aanschaf van een ander vervoermiddel; 3. reparatie, onderhoud en verzekering van een ander vervoermiddel; d. een financiële tegemoetkoming voor 1. gebruik van een taxi of eigen auto; 8
9 2. gebruik van een rolstoeltaxi; 3. gebruik van een bruikleen auto; 4. aanschaf van een fiets met trapondersteuning 2. vervallen Artikel 5.2 Het recht op een vervoersvoorziening 1. Een ondersteuningsvrager kan voor een vervoersvoorziening als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, sub a, in aanmerking worden gebracht indien en voor zover a. aantoonbare beperkingen of problemen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van het openbaar vervoer of het bereiken van dit openbaar vervoer onmogelijk maken; b. sprake is van een zelfstandige vervoersbehoefte 2. Een ondersteuningsvrager kan voor een vervoersvoorziening als in artikel 5.1, eerste lid, onder b, c, of d vermeld, in aanmerking worden gebracht indien en voor zover a. aantoonbare beperkingen of problemen als gevolg van ziekte of gebrek het gebruik van een collectief systeem als bedoeld onder artikel 5. eerste lid, onder a. onmogelijk maken; b. een collectief systeem als bedoeld onder artikel 5, eerste lid onder a. niet aanwezig is; c. er sprake is van een zelfstandige vervoersbehoefte en 3. Het College kan nadere regels stellen met betrekking tot het bepaalde in het tweede lid. 4. Er wordt geen financiële tegemoetkoming voor een vervoersvoorziening als bedoeld onder artikel 5.1, eerste lid, onder d, sub 1., 2. en 3. verstrekt als het inkomen van een ongehuwde ondersteuningsvrager of het gezamenlijke inkomen van een gehuwde of samenwonende ondersteuningsvrager meer bedraagt dan 1,5 maal de in het Besluit voor de diverse categorieën genoemde inkomensgrenzen. Artikel 5.3 Afstemming op behoefte 1. Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte uitsluitend rekening gehouden met de verplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven van alledag. 2. In afwijking op het gestelde in lid 1 wordt rekening gehouden met de vervoersbehoefte buiten de directe woon- en leefomgeving in een situatie waarin een bovenregionaal contact uitsluitend door de ondersteuningsvrager zelf bezocht kan worden, terwijl het bezoek noodzakelijk is voor de ondersteuningsvrager om dreigende vereenzaming te voorkomen. 3. De te verstrekken vervoersvoorziening zal maatschappelijke participatie door middel van lokale verplaatsingen met tenminste een omvang per jaar van 1500 kilometer met een bandbreedte tot 2000 kilometer mogelijk maken. 4. Voor zover de behoeften van echtgenoten niet samenvallen wordt niet meer dan anderhalf maal een enkele voorziening als bedoeld in artikel 5.1. eerste lid, sub d, onder 1.,2 en 3. toegekend. Artikel 5.4 Verstrekking 1. Het College verstrekt een vervoersvoorziening als genoemd in artikel 5.1 lid 1, sub b op basis van een bruikleenovereenkomst, waarbij kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering zijn inbegrepen. 2. Het College verstrekt een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 5.1 lid 1, sub c. onder 3. op jaarbasis 3. Het College verstrekt een financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 5.1 lid 1, sub d. onder 1., 2. en 3. op kwartaalbasis Hoofdstuk 6 Eigen bijdragen en eigen aandeel in de kosten van maatschappelijke ondersteuning Artikel 6.1 Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten van maatschappelijke ondersteuning 1. vervallen 2. De in een kalenderjaar verschuldigde eigen bijdrage en het eigen aandeel in de kosten van maatschappelijke ondersteuning waarvoor een tegemoetkoming wordt verleend mogen tezamen niet meer bedragen dan datgene wat hierover is opgenomen in het landelijke Besluit maatschappelijke ondersteuning. ONDERDEEL II PROCEDURES 9
10 Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van een voorziening Artikel 7.1 Toegang tot de voorzieningen Een aanvraag dient te worden ingediend bij het Wmo-loket, in welk loket zowel aanvragen voor voorzieningen inzake de wet als ook aanvragen zorg inzake de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten kunnen worden ingediend. Artikel 7.2 Gebruik aanvraagformulier Een aanvraag dient te worden ingediend door middel van een door het College ter beschikking gesteld formulier. Artikel 7.3. Gronden voor weigering Het College kan de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren: a. indien en voor zover op grond van de verstrekte gegevens niet kan worden vastgesteld dat recht op een voorziening bestaat; b. voor zover het een aanvraag betreft voor kosten die de ondersteuningsvrager voorafgaand aan het moment van beschikken heeft gemaakt; c. als een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft, reeds eerder krachtens deze dan wel krachtens de Verordening voorzieningen gehandicapten Haarlemmermeer 2002 dan wel de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Haarlemmermeer 2007 is verstrekt, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de ondersteuningsvrager zijn toe te rekenen. Artikel 7.4 Uitbetaling van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming 1. De uitbetaling van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming gebeurt binnen drie weken na afgifte van de beschikking, waarin het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming wordt toegekend, behalve als bijzondere voorwaarden zijn opgelegd waaraan eerst voldaan moet worden. 2. De uitbetaling van een periodiek persoonsgebonden budget of periodieke financiële tegemoetkoming geschiedt achteraf op een vast tijdstip. 3. De uitbetaling van een persoonsgebonden budget voor onroerende woonvoorzieningen gebeurt achteraf, tenzij dit tot financieringsproblemen leidt. 4. De financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten wordt uitbetaald aan de ondersteuningsvrager zodra deze verhuist naar een geschikte woning. 5. De financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten voor de persoon, bedoeld in artikel 3.13, lid 1 onder b. bedoelde persoon wordt uitbetaald aan die persoon zodra deze de woonruimte heeft ontruimd. 6. De uitbetaling van een persoonsgebonden budget voor rolstoelvoorzieningen, roerende woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen gebeurt vooraf. Hoofdstuk 8 Verplichtingen en bevoegdheden van de ondersteuningsvrager en het College Artikel 8.1 Inlichtingen, onderzoek, advies en beschikking 1. Het College is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend: a. op te roepen in persoon te verschijnen op een door het College te bepalen plaats en tijdstip en hem te ondervragen; b. op een door het College te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen ondervragen en/of onderzoeken. 2. Het College vraagt een daartoe door haar aangewezen adviesinstantie om advies als: a. het handelt om een aanvraag van een ondersteuningsvrager die nog niet eerder een aanvraag in het kader van deze of van de voorafgaande Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Haarlemmermeer 2007 heeft ingediend en het een voorziening betreft waarvan de kosten naar verwachting het bedrag als genoemd in het besluit te boven zal gaan; b. de gevraagde voorziening om medische redenen wordt afgewezen; c. het College dat overigens gewenst vindt. 3. Een ondersteuningsvrager is verplicht aan het College of de door haar aangewezen adviesinstantie die gegevens te verschaffen die noodzakelijk zijn voor de vaststelling van het recht op een voorziening. 10
11 4. Bij de advisering zoals genoemd in het eerste lid onder b, wordt door de adviseur gebruik gemaakt van de systematiek, zoals neergelegd in de International Classification of Functions, Disabilities and Impairments, de zogenaamde ICF Classificatie. 5. De beschikking vermeldt op welke wijze de genomen beschikking bijdraagt aan het behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale maatschappelijke participatie van mensen met een beperking of een chronisch psychische probleem en van mensen met een psychosociaal probleem Artikel 8.2 Samenhangende afstemming Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de ondersteuningsvrager laat het college onderzoek verrichten naar de situatie van de ondersteuningsvrager. Artikel 8.3 Wijzigingen in de situatie Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verleend, is verplicht aan het College mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening. Artikel 8.4 Intrekking van een besluit tot verlening van een voorziening 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien: a. de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken te zijn geweest dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen; b. ingeval van wijzigingen in de omstandigheden van de ondersteuningsvrager, als ten gevolge daarvan de noodzaak als bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, sub a van deze verordening, is komen te vervallen, dan wel als ten gevolge daarvan de ondersteuningsvrager in aanmerking dient te worden gebracht voor een andere voorziening, gelet op het bepaalde in artikel 1.3, eerste lid, sub c.; c. als achteraf blijkt dat een aanspraak als bedoeld in artikel 1.3, tweede lid, sub b., te gelde wordt of kan worden gemaakt; d. als niet is voldaan aan een of meer voorwaarden, gesteld bij of krachtens deze verordening. 2. Een besluit tot het verlenen van een voorziening wordt ingetrokken, als blijkt dat de ondersteuningsvrager zijn hoofdverblijf als bedoeld in artikel 1.1, sub l., niet meer in de gemeente Haarlemmermeer heeft. 3. Een besluit tot het verlenen van een financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken, als blijkt dat die binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor deze was verleend, behalve bij woningaanpassingen hoger dan een bedrag als genoemd in het Besluit. Artikel 8.5. Terugvordering 1. In geval het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd 2. In geval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken, kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens. ONDERDEEL III SLOT Hoofdstuk 9 Slotbepalingen Artikel 9.1 Afwijken van bepalingen: hardheidsclausule 1. Het College kan in bijzondere gevallen ten gunste van de ondersteuningsvrager of de woningeigenaar afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt. 2. Voorafgaande aan de toepassing van het eerste lid kan het College advies vragen aan een door haar aangewezen adviesinstantie of deskundigen. Artikel 9.2 Indexering vervallen Artikel 9.3 Beleidsregels Het College kan nadere regels vaststellen inzake de uitvoering van de verordening. 11
12 Artikel 9.4 Intrekking oude verordening De Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Haarlemmermeer 2007 wordt ingetrokken per 1 april Artikel 9.5 Citeertitel en inwerkingtreding 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, Gemeente Haarlemmermeer Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april Algemene toelichting op de verordening 1. Inleiding Dit is de tweede verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Haarlemmermeer. In deze verordening geeft de gemeente aan hoe zij door middel van het verstrekken van voorzieningen een alternatief biedt voor de beperkingen die iemand heeft om te kunnen participeren in de samenleving, zodanig dat de ontstane problemen zoveel mogelijk opgelost worden, daarbij uitgaande van de zelfredzaamheid van de burger. Hiermee is door de gemeente invulling gegeven aan het begrip compensatie zoals dat in artikel 4 van de Wmo is opgenomen. De verstrekking van voorzieningen is een complex proces. De verordening vormt hier de basis van; rechten en plichten zijn hierin opgenomen. Elementen die meer aan verandering onderhevig zijn, zoals financiële normen zijn opgenomen in een afzonderlijk besluit; het Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Haarlemmermeer Hierdoor wordt het mogelijk om via een eenvoudige procedure de regels aan te passen als dit op grond van de uitvoeringspraktijk of nieuwe inzichten nodig blijkt. Tot slot wordt in de beleidsregels maatschappelijke ondersteuning een gedetailleerde uitwerking van verordening en besluit gegeven ten behoeve van de uitvoering; het uitvoeringsbeleid. In deze verordening is het begrip compensatie een belangrijke term. In de algemene toelichting is dit nader toegelicht. Ook is een toelichting gegeven op het recht op het persoonsgebonden budget. Tot slot zijn de voorzieningen die op basis van de verordening verstrekt kunnen worden op een aantal belangrijke punten nader toegelicht. Belangrijk in het proces van het verstrekken van voorzieningen is maatwerk. In de verordening zijn de rechten en plichten van de burger vastgelegd. Bij de uitvoering zal dit steeds goed afgestemd moeten worden op de individuele burger. 2. Compensatieverplichting Onder compenseren wordt verstaan een alternatief bieden voor de beperkingen die iemand heeft om te kunnen participeren in de samenleving, zodanig dat de gevolgen van die beperkingen zoveel mogelijk worden opgeheven, daarbij uitgaande van de zelfredzaamheid van de ondersteuningsvrager. Hierbij zal het altijd gaan om zaken die leiden tot meerkosten; kosten die een ondersteuningsvrager wel heeft en die een niet-ondersteuningsvrager niet heeft. De oorzaak van de extra kosten moet het gevolg zijn van belemmeringen die gebaseerd zijn op beperkingen. Bij de compensatie gaat het om beperkingen in de zelfredzaamheid. Onder zelfredzaamheid wordt verstaan het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke en financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken. Bij het bepalen van de compensatie wordt rekening gehouden met - de persoonskenmerken van de ondersteuningsvrager - zijn/haar individuele mogelijkheden - relevante levensgebieden waaraan de ondersteuningsvrager participeert Uiteindelijk wordt beoogd de beperkingen waarmee de ondersteuningsvrager wordt geconfronteerd op te heffen, in die mate dat deze qua zelfstandigheid en participatie vergelijkbaar is met personen die geen maatschappelijke ondersteuning en hulpmiddelen nodig hebben Het staat de gemeente vrij om zelf te bepalen met welke voorzieningen zij de beperkingen compenseert, te weten hulp bij het huishouden, woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen. Hulp bij het huishouden geeft ondersteuning aan mensen die niet in staat zijn zelfstandig een huishouden te voeren. Met woonvoorzieningen wil de gemeente een normaal gebruik van de woning en het in en om de woning verplaatsen mogelijk maken. Rolstoelvoorzieningen en vervoersvoorzieningen maken het mogelijk zich te verplaatsen in en om de woning en lokaal per vervoermiddel. Rolstoel- en vervoersvoorzieningen kunnen bovendien bijdragen aan het ontmoeten van medemensen en het leggen van sociale contacten. 3. De meest adequaat goedkoopste voorziening Met adequaat goedkoopst wordt bedoeld dat een voorziening verantwoord moet zijn, hetgeen zo veel betekent als doeltreffend, doelmatig en ondersteuningsvragervriendelijk. Er is dus sprake van maatwerk binnen bepaalde grenzen. 12
13 Een voorziening kan slechts dan als adequaat worden aangemerkt, als die voorziening, dan wel de combinatie van voorzieningen, de beperkingen die de ondersteuningsvrager op een bepaald gebied ondervindt wegneemt, dan wel vermindert. Aldus gedefinieerd zal zich in de praktijk een breed scala van mogelijkheden voordoen die ieder voor zich of in combinatie met elkaar objectief beschouwd als 'adequaat' kunnen worden aangemerkt. De ondergrens voor het verstrekken van een voorziening wordt bepaald door de meest adequaat goedkoopste voorziening. Voor alle duidelijkheid zij hier gesteld dat de begrippen 'goedkoopst' en 'adequaat' in samenhang met elkaar moeten worden beschouwd. Een voorziening moet altijd adequaat zijn. Pas als er meerdere voorzieningen zijn, dan wel andere combinaties van voorzieningen zijn, die de toets van het adequaat zijn kunnen doorstaan, kan de meest goedkoopste oplossing worden gekozen. 4. Geen aanspraak op grond van een andere wettelijke bepaling. De compensatieplicht is ook van toepassing op personen waarbij een verblijfsindicatie is geïndiceerd. De zorg voor personen waarbij een verblijfsindicatie is geïndiceerd valt onder de AWBZ en niet onder de verplichting van de gemeente. De verblijfsindicatie is het criterium op grond waarvan iemand wel of niet onder de Wmo valt. Geen voorziening wordt toegekend voor zover op grond van enige andere wettelijke regeling of enige privaatrechtelijke overeenkomst of verbintenis aanspraak op de voorziening bestaat (artikel 2 Wmo). Hierop zijn allerlei landelijke, maar ook gemeentelijke regelingen van toepassing. 5. Eén loket en integrale beoordeling van aanvragen Er is een centraal loket dat op allerlei manieren te bereiken is. Het loket geeft toegang tot alle Wmovoorzieningen en ook de aanvragen om zorg op grond van de AWBZ kunnen daar worden ingediend. 6. Inkomensafhankelijkheid 6.1 Eigen bijdrage De gemeente heeft de mogelijkheid om een eigen bijdrage te vragen aan de ondersteuningsvrager. Door het rijk zijn de bovengrenzen daarvan vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning. Gekozen is voor het vragen van eigen bijdragen bij de hulp bij het huishouden, woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen. Bij een rolstoelvoorziening geldt geen eigen bijdrage. Ook wanneer een verhuisen herinrichtingskostenvergoeding wordt verstrekt aan een persoon die een woning ten behoeve van een ondersteuningsvrager vrijmaakt, geldt geen eigen bijdrage. De hoogte van de eigen bijdrage is bepaald in het besluit. 6.2 Inkomensgrens Voor een tegemoetkoming in de vervoerskosten of verstrekking van een auto of daarmee vergelijkbaar vervoermiddel komt men niet in aanmerking wanneer het inkomen de in de verordening genoemde inkomensgrens te boven gaat. Iemand met een dergelijk inkomen wordt geacht de kosten van het lokaal vervoer of bezit en gebruik van een auto zelf te kunnen dragen. 7. Keuze voor een naturavoorziening of een persoonsgebonden budget Keuzevrijheid is een belangrijk principe binnen de Wmo. Daarom is geregeld dat personen die aanspraak hebben op een individuele voorziening de keuze hebben tussen het ontvangen van een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar persoonsgebonden budget(pgb). Met inachtneming van de keuzevrijheid voor een pgb wil de gemeente stimuleren dat de ondersteuningsvragers de voor hen meest geschikte voorziening kiezen. Wel is het zo dat met het oog op hergebruik van (voor kortere tijd te verstrekken) voorzieningen het verstrekken van pgb s voor woonvoorzieningen, rolstoelvoorzieningen en vervoersvoorzieningen niet altijd wenselijk is. De gemeente denkt concreet aan de volgende situaties: -Kwaliteitsafspraken die de gemeente heeft gemaakt met leveranciers Bij het leveren van de voorzieningen die de gemeente in natura verstrekt, heeft de gemeente afspraken gemaakt met verschillende leveranciers die de voorzieningen in opdracht van de gemeente leveren. Hiermee is de ondersteuningsvrager gegarandeerd van een goede kwaliteit van de voorziening. Bij een persoonsgebonden budget is er niet altijd zicht op het kwaliteitsniveau van de leverancier die de ondersteuningsvrager kiest. -Serviceafspraken die de gemeente heeft gemaakt met leveranciers Als de voorziening verstrekt wordt door een leverancier waarmee de gemeente afspraken heeft gemaakt, is er sprake van een gegarandeerd hoog serviceniveau. Bij een persoonsgebonden budget is het nog maar de vraag, of de leverancier die de ondersteuningsvrager heeft uitgezocht voldoende service verleent. Bovendien kan de gemeente makkelijker de leverancier aanspreken waarmee afspraken zijn gemaakt als er problemen zijn met de voorziening. Bij een persoonsgebonden budget is dit niet mogelijk. -Prijs-/ Kortingsafspraken die de gemeente heeft gemaakt met leveranciers. Doordat er garantie is dat er meerdere voorzieningen gedurende het hele jaar afgenomen worden bij de leverancier, kan de gemeente prijs-/ kortingsafspraken maken. -Hergebruik van een voorziening. Een belangrijke afweging met betrekking tot persoonsgebonden budgetten is dat bij voorzieningen in natura gestuurd kan worden op hergebruik van voorzieningen, waardoor kapitaalvernietiging voorkomen kan worden. 13
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008
CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel
Nadere informatieModelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.
Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere
Nadere informatieB E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke
Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010
CVDR Officiële uitgave van Katwijk. Nr. CVDR88040_1 15 november 2016 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen VERORDENING VOORZIENINGEN
Nadere informatie(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR
(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 2 Inhoud pagina Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 5 Artikel 2 Beperkingen 6 Hoofdstuk Vorm van te
Nadere informatieHoofdstuk 1 Algemene bepalingen
DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juli 2006, nr. 20; b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Modelverordening maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal
CVDR Officiële uitgave van Roosendaal. Nr. CVDR10539_4 1 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening voorzieningen
Nadere informatieVerordening voorzieningen gehandicapten
Wettelijke grondslag: artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg); artikel 149 Gemeentewet Verordening voorzieningen gehandicapten HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen
Nadere informatieBetreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009
Raadsbesluit nr. 8 Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het besluit van burgemeester en wethouders van 29 juli
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Versie : 2 Datum : 23 november 2010 Samengesteld door : Maatschappelijke aangelegenheden Verordening voorzieningen maatschappelijke
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan
Nadere informatieVerordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007
Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Datum: augustus 2006 Status: definitief Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening
Nadere informatieVERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING
VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan
Nadere informatieIn deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, H-I- Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht. (Concept 16 oktober 2006) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008
CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR2865_1 15 mei 2018 Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 De raad van de gemeente Sittard-Geleen gezien het voorstel van burgemeester
Nadere informatieVerordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum
Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum De raad van de gemeente Bedum, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2006. Gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010
VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010 Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 17 december 2009, nummer R2009.0084, in werking getreden met ingang van 1 januari
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013
De raad van de gemeente Langedijk; - gelet op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning per 1 januari 2007; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Langedijk; besluit:
Nadere informatieVerordening Voorzieningen Gehandicapten 2005 gemeente Sliedrecht
Verordening Voorzieningen Gehandicapten 2005 gemeente Sliedrecht Verantwoordelijke afdeling Welzijn, Educatie en Zorg. telefoon (0184) 495912 De getoonde verordeningen zijn een weergave van de actuele
Nadere informatieVerordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009
Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK
Nadere informatieVerordening Individuele verstrekkingen In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Beek
In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Beek Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen... 6 Hoofdstuk 3 Hulp bij
Nadere informatieGewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo
Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet maatschappelijke
Nadere informatieVerordening Wmo gemeente Appingedam 2009
Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009 Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad gemeente Appingedam op 17 december 2009 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 3 Artikel 1. Begripsbepaling
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Verordening maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieRIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007
RIS139972B_01-SEP-2006 Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag 2007 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening
Nadere informatieWMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009
WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Noordenveld 2010 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Artikel 1.2 Artikel 1.3 Begripsbepalingen Primaat algemene en
Nadere informatieVerordening. Individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Maastricht. Artikelsgewijze toelichting
Verordening Individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 Gemeente Maastricht + Artikelsgewijze toelichting versie 29 mei 2012 Ingangsdatum 1 juni 2012 Inhoud: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN...
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012
VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 12 december 2011, nummer R2011.0080, gepubliceerd 21 december 2011, in werking getreden met ingang
Nadere informatieBesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012
Onderwerp: Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Duiven 2012 Ons kenmerk: Burgemeester en wethouders van de gemeente Duiven; gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
CVDR Officiële uitgave van Breda. Nr. CVDR139489_1 17 oktober 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning De Raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van het College, gelet op
Nadere informatieCVDR. Nr. CVDR300157_2. Wmo verordening 2013
CVDR Officiële uitgave van Neder-Betuwe. Nr. CVDR300157_2 22 mei 2018 Wmo verordening 2013 De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN
De raad van de gemeente Oude IJsselstreek, gelet op de Wet voorzieningen gehandicapten en artikel 149 van de Gemeentewet, besluit vast te stellen de VERORDENING VOORZIENINGEN GEHANDICAPTEN AFDELING I ALGEMEEN
Nadere informatieWmo-verordening Vlagtwedde 2011, tweede concept 10 november 2010
1 Nr. 21. De raad van de gemeente Vlagtwedde; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 december 2010, nr. ZA.10-8045/DV.10-203, afdeling Samenleving; gelet op de artikelen 4 en 5 van de
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Maasgouw 2010
CVDR Officiële uitgave van Maasgouw. Nr. CVDR77282_3 28 november 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Maasgouw 2010 Concept versie 15-12-09 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Nadere informatieRaadsbesluit. Steenwijk, 11 september 2007 Nummer: 2007/94. De raad van de gemeente Steenwijkerland;
Raadsbesluit Steenwijk, 11 september 2007 Nummer: 2007/94 De raad van de gemeente Steenwijkerland; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2007, nummer 2007/94; b e s l u i
Nadere informatieHOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING De raad van de gemeente Geldermalsen, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 mei 2011 nummer 4 gelet op artikel 5 van de Wet
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Onderwerp: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 09bwb00759 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op het overleg met de Cliëntenraad WMO van
Nadere informatieVerordening Individuele Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Halderberge 2011
CVDR Officiële uitgave van Halderberge. Nr. CVDR86389_1 29 januari 2019 Verordening Individuele Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Halderberge 2011 De raad van de gemeente Halderberge; gezien
Nadere informatieVerordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 1 e wijziging 1 juli 2011
Verordening voorzieningen Wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 Verwijderd: 6 Verwijderd: 5 Verwijderd: 7 Verwijderd: 6 Verwijderd: 8 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN... 4 Artikel
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Vs(27-06-2011) . De Raad van de gemeente Breda, gelezen het voorstel van het College, gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieFinancieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer
FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER 2012 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN...2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING...2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...2
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010
CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR23840_1 29 maart 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2010 Burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen; Gelet op de Wet
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENGELO
VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENGELO 2007 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 1 Artikel 1.1 Begripsbepalingen... 1 Artikel 1.2 Beperkingen... 2 Hoofdstuk
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1998, nr. 28;
Nr. 98.12.28-1 De raad van de gemeente Woensdrecht, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 1998, nr. 28; gelet op artikel 2 van de Wet voorzieningen gehandicapten Stb. 1993
Nadere informatieHoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2011 Nr. 73307 gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de Verordening maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieConcept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013
Concept: 4.3 (16-10-12) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE
Nadere informatieFINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012
FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Achtkarspelen 2012 Hoofdstuk 1. Eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten Artikel 1. Hoogte eigen bijdrage en eigen aandeel Lid 1. Bij het verstrekken
Nadere informatieCONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013
CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 4 Artikel
Nadere informatieStuknummer: bl08.02187
gemeente Den Helder Stuknummer: bl08.02187 Raadsvergadering d.d.: Raadsbesluit Besluit nummer: Onderwerp: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Helder 2009 De raad van de
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010
Jaar: 2010 Nummer: 6 Besluit: Gemeenteraad 12 januari 2010 Gemeenteblad VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester
Nadere informatieVERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 april 2011;
CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR102478_2 21 november 2017 VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; (GR. 11.2593780); gezien het voorstel van burgemeester
Nadere informatieGEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 12 MAART 2007 Commissie Samenleving 13 februari 2007
GEMEENTE HEERDE RAADSVERGADERING 12 MAART 2007 Commissie Samenleving 13 februari 2007 Afdeling: Samenlevingszaken/B. van Dijkhuizen/0578-696563 Portefeuille: A. Westerkamp Agendapunt: 6 Onderwerp: Verordening
Nadere informatieHoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2009 Nr. 49658 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,
Nadere informatieoverwegende dat het noodzakelijk is het verlenen van voorzieningen op het gebied van maatschappelijke ondersteuning bij verordening te regelen;
Jaar: 2006 Nummer: 61 Besluit: Gemeenteraad 3 oktober 2006 Gemeenteblad VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2007 De gemeenteraad van de gemeente Helmond, - gezien het voorstel van Burgemeester
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2007
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Drimmelen 2007 De raad van de gemeente Drimmelen, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Doetinchem
gemeente Doetinchem HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen (op alfabetische volgorde)... 2 HOOFDSTUK 2 COMPENSATIEPLICHT... 5 Artikel 2.1 Reikwijdte compensatieplicht gemeente...
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning 2012
Verordening maatschappelijke ondersteuning 2012 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen (op alfabetische volgorde)... 2 HOOFDSTUK 2 COMPENSATIEPLICHT... 5 Artikel 2.1 Reikwijdte
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 2 artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 2 HOOFDSTUK 2 PROCEDUREREGELS 2 artikel 2.1 Rechten en plichten 2
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013. 1 januari 2013
Besluit maatschappelijke ondersteuning Uitgeest 2013 1 januari 2013 Inhoudsopgave Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Artikel 2 Regels rond verstrekking en verantwoording 3 Artikel 3 Vaststelling bedrag persoonsgebonden
Nadere informatieFinancieel besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Boxmeer
FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BOXMEER HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN... 2 ARTIKEL 1.1 OMSCHRIJVING VAN DE VOORZIENING... 2 ARTIKEL 1.2 EIGEN BIJDRAGE...
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oude IJsselstreek 2013.
De raad van de gemeente Oude IJsselstreek; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 februari 2013; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en op artikel
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van
Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 citeertitel: Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Scherpenzeel vastgesteld bij besluit van Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 Onderwerp: besluit
Nadere informatieFinancieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014
CVDR Officiële uitgave van Sint Anthonis. Nr. CVDR329216_1 3 oktober 2017 Financieel Besluit Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Sint Anthonis 2014 HOOFDSTUK 1. VOORZIENINGEN GERICHT OP HET HUISHOUDEN
Nadere informatieEERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010
Jaar: 2010 Nummer: 68 Besluit: Gemeenteraad 6 juli 2010 Gemeenteblad EERSTE WIJZIGING VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING HELMOND 2010 De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning Diemen Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Diemen 2007.
CVDR Officiële uitgave van Diemen. Nr. CVDR42355_2 30 oktober 2018 Verordening maatschappelijke ondersteuning Diemen 2009 Opmerkingen m.b.t. de regeling Deze regeling vervangt de Verordening maatschappelijke
Nadere informatieVerordening voorzieningen gehandicapten 2005
Verordening voorzieningen gehandicapten 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Oosterhout Officiële naam regeling Verordening voorzieningen gehandicapten
Nadere informatieVerordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst
CVDR Officiële uitgave van Staphorst. Nr. CVDR259012_1 28 februari 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst De raad van de gemeente Staphorst; gelezen het voorstel van burgemeester
Nadere informatieV E R O R D E N I N G individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gilze en Rijen 2010. vastgesteld d.d.
V E R O R D E N I N G individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gilze en Rijen 2010 vastgesteld d.d. 22 februari 2010 Verordening WMO Gilze en Rijen 2010 1 DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE
Nadere informatiegehoord de adviescommissie Onderwijs en Welzijn d.d. 12 september 2006;
Nummer: 7 De raad van de gemeente Doesburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 september 2006; gehoord de adviescommissie Onderwijs en Welzijn d.d. 12 september 2006; gehoord de
Nadere informatieBurgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, alsmede de
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek 2013 Nr. 114031 Burgemeester en wethouders van de gemeente Oldebroek; gelet op het bepaalde in artikel 4 en 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012
CVDR Officiële uitgave van Noord-Beveland. Nr. CVDR183016_2 1 augustus 2017 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2012 Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Nadere informatieVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013
CVDR Officiële uitgave van Woensdrecht. Nr. CVDR84884_2 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning 2015
Besluit maatschappelijke ondersteuning 2015 2 december 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Rolstoelvoorzieningen en vervoer...4 Artikel 1.1 Persoonsgebonden budget bij een rolstoel...4 Artikel
Nadere informatieBesluit: Vast te stellen het navolgende Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013.
Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van het Besluit voorzieningen Wmo gemeente Waterland 2013. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, overwegende dat
Nadere informatiegelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012;
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel, nr 8502; gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Haren 2012; b e s l u i t : vast te stellen:
Nadere informatieHoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Onderwerp: Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk: 11BWB00081 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelezen de adviezen van de Cliëntenraad Wmo van
Nadere informatieTOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011
TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...2 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...3 HOOFDSTUK 3
Nadere informatieBesluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012
CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR130338_4 5 december 2017 Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Renkum 2012 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Nadere informatieArtikel 2.7 Persoonsgebonden budget hulpmiddelen en vervoersvoorzieningen... 5
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 4 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 4 HOOFDSTUK 2 PERSOONSGEBONDEN BUDGET... 4 Artikel 2.1 Verstrekking op verzoek... 4 Artikel 2.2 Geen persoonsgebonden
Nadere informatieWVG verordening Lelystad 2005
WVG verordening Lelystad 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling WVG verordening Lelystad 2005 Citeertitel WVG verordening
Nadere informatieVerordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011
Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Loon op Zand 2011 Afdeling I Algemeen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening en
Nadere informatieOp 17 december 2009 werd de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Uitgeest 2010 door uw Raad vastgesteld.
Raadsvoorstel no. R2011.0080 Agendapunt no. 16 Onderwerp Uitgeest, 18 oktober 2011 Vaststelling van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Uitgeest 2012 Aan de gemeenteraad
Nadere informatieWetstechnische informatie
Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp gemeente
Nadere informatieVerordening Wmo Winsum
Verordening Wmo Winsum De raad van de gemeente Winsum Gelezen het voorstel van het college Gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning Besluit Vast te stellen de volgende Verordening Wmo
Nadere informatieVERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING WEERT
VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING WEERT 2013 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Weert 2013 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen...
Nadere informatieBESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2016
BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2016 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Winterswijk; gelet op de artikelen 2, 13, derde en vierde lid, 16, derde en vierde lid, 17, tweede
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget.
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Grootegast Hoofdstuk 1. Bijzondere regels over het persoonsgebonden budget. Artikel 1. Regels rond verstrekking en verantwoording. 1. Verstrekking van een
Nadere informatieVERORDENING voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
VERORDENING voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lelystad Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is
Nadere informatieOverzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011
Overzicht aanpassingen Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 -> 2011 Tekst Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Waalwijk 2010 Artikel
Nadere informatieBesluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012
CVDR Officiële uitgave van Culemborg. Nr. CVDR158483_1 10 juli 2018 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Culemborg 2012 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg;
Nadere informatieBesluit individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010. Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo
Gemeente Tiel 2010 Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Hoofdstuk 1 Artikel 1 Algemene bepalingen...3 Begripsbepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming...4
Nadere informatieBesluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer
Besluit Maatschappelijke ondersteuning gemeente Zoetermeer Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig
Nadere informatieVERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013
VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving
Nadere informatieVerordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 De te bereiken resultaten...
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer: ;
2010 stuknr. categorie/agendanr. stuknr. Raad B. en W. Raadsbesluit De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., nummer: ; gelet op het bepaalde in ; besluit:
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2006;
De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 september 2006; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en gelet op artikel
Nadere informatie