Een Netwerkbenadering voor de Rol van Sociaal Gedrag bij de Kwaliteit van Leven voor Mensen met Autisme Spectrum Stoornis.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een Netwerkbenadering voor de Rol van Sociaal Gedrag bij de Kwaliteit van Leven voor Mensen met Autisme Spectrum Stoornis."

Transcriptie

1 Een Netwerkbenadering voor de Rol van Sociaal Gedrag bij de Kwaliteit van Leven voor Mensen met Autisme Spectrum Stoornis Tifenn de Jong Universiteit van Amsterdam Bachelorproject Studentnummer: Begeleider: Riet van Bork Aantal woorden abstract: 120 Aantal woorden: 4933 Inleverdatum: 27 mei 2016

2 Abstract In dit onderzoek werd gekeken naar de rol van sociaal gedrag bij de Kwaliteit van Leven (KvL) van mensen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Er waren 3 condities, namelijk een ASS-, controle- en kinderconditie. Er werd een netwerkbenadering gebruikt om interactie tussen domeinen van de Vragenlijst Inventarisatie voor Sociaal gedrag voor Volwassenen en de Quality of Life and Care te onderzoeken. Persoonlijke relaties, sociaal contact en verminderd contact stonden centraal in de ASS- en controlecondities. Opvallend was dat angst voor verandering wel centraler stond in het ASSnetwerk dan het controlenetwerk. Vervolgonderzoek naar causale verbanden tussen domeinen van sociaal gedrag en KvL is nodig om te weten op welke domeinen van sociaal gedrag er in behandeling het best gericht kan worden.

3 Bij benadering is 1.5 % van kinderen in ontwikkelde landen geclassificeerd met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) (Sealey et al., 2016). ASS is een ontwikkelingsstoornis waarbij er gedragsmatige tekortkomingen zijn op sociaal gedrag en communicatie als ook op repetitieve, vaste gedragspatronen, interesses en activiteiten (American Psychiatric Association (APA), 2013). Heftigheid van de problematiek varieert per persoon maar gedurende hun hele leven zijn er gedragsmatige tekortkomingen. Echter, afwijkend, autistisch, gedrag blijft niet gedurende het hele leven stabiel. De gedragsmatige tekortkomingen van ASS, namelijk repetitief gedrag en tekortkomingen in sociaal gedrag, nemen af met de tijd (Esbensen, Seltzer, Lam & Bodfish, 2009., Matson & Horovitz, 2010). Uit onderzoek blijkt dat er op beide tekortkomingen weliswaar afname is over tijd, maar dat vermindering van repetitief gedrag groter is dan vermindering in tekortkomingen op sociaal gedrag. Tekortkomingen in sociale wederkerigheid zijn dan ook de meest centrale en persistente gedragsmatige tekortkomingen van ASS (Shattuck et al, 2007). Met sociaal gedrag worden alle observeerbare activiteiten van een persoon die betrekking hebben op een sociale omgeving bedoeld. Opvallend is dat ondanks de afname van tekortkomingen op sociaal gedrag, mensen met ASS op jonge leeftijd, in de adolescentie en op latere leeftijd weinig sociale contacten en persoonlijke relaties rapporteren (Bellini, Peters, Benner & Hopf, , Cottenceau et al., , Howlin, Moss, Savage & Rutter, 2013). Het lijkt erop dat bepaalde aspecten van sociaal gedrag, namelijk sociale contacten en persoonlijke relaties, niet verbeteren over tijd. Hiernaast blijkt uit onderzoek dat mensen met ASS gedurende hun hele leven een lagere KvL rapporteren. Met KvL wordt het subjectieve welzijn van een individu bedoeld (Burgess & Gutstein, 2007 aangehaald in Heijst & Geurts, 2015). Van alle aspecten die meespelen bij een lage KvL blijkt dat sociaal functioneren de meeste invloed heeft op de lage KvL van mensen met ASS (Heijst & Geurts, 2015). Het is opvallend dat mensen met ASS

4 gedurende hun hele leven een lage KvL rapporteren ondanks genoemde afname van tekortkomingen in sociaal gedrag. Het is interessant om te onderzoeken hoe de constructen sociaal gedrag en KvL aan elkaar gerelateerd zijn bij mensen met ASS, ook aangezien de hulp die wordt geboden aan mensen met ASS, in de vorm van verschillende behandelingen, vaak wordt gericht op het bevorderen van sociaal gedrag (Frankel et al, 2010, Solomon, 2010). Daarbij wordt aangenomen dat verbeteringen in sociaal functioneren samengaan met verbeteringen van de KvL. In het huidig onderzoek naar ASS wordt voornamelijk gebruik gemaakt van latente variabele modellen. Een latente variabele is een variabele die niet direct observeerbaar is. Binnen de psychologie worden stoornissen geclassificeerd aan de hand van observeerbaar gedrag, waarbij een latente variabele model wordt toegepast. Hierbij wordt verondersteld dat gedrag een uiting is van een niet waarneembare, latente variabele. Echter, het gebruik van een latente variabele bij psychopathologie brengt problemen met zich mee. Het is immers niet mogelijk om het construct sociaal gedrag (latente variabele) van de sociale gedragingen te onderscheiden, iets wat bij medische problematiek wel mogelijk is; een persoon kan een hersentumor hebben zonder hersentumor gerelateerd gedrag te vertonen (Borsboom & Cramer, 2013). Binnen het psychopathologisch onderzoek worden echter twee latente variabele modellen, namelijk het formatieve- en reflectieve model, vaak toegepast (Schmittmann et al., 2013). Binnen het formatieve model worden de hier te meten constructen sociaal gedrag en KvL gezien als een resultaat van de geobserveerde variabelen. Een lage score op bijvoorbeeld domeinen van sociaal gedrag zou een lage score op de variabele sociaal gedrag moeten verklaren. Binnen het reflectieve model verklaren scores op de constructen sociaal gedrag en KvL juist de observeerbare variabelen. Een lage score op de variabele sociaal gedrag zou

5 moeten verklaren dat iemand laag scoort op bijvoorbeeld verminderd contact, een domein van sociaal gedrag. Zowel het formatieve- als reflectieve model meten niet hoe verschillende geobserveerde variabelen met elkaar interacteren, terwijl dit juist informatie zou kunnen opleveren over hoe domeinen van KvL en sociaal gedrag elkaar beïnvloeden. Een relatief nieuwe manier om geen gebruik te hoeven maken van latente variabele modellen en wel inzicht te krijgen in hoe geobserveerde variabelen met elkaar interacteren, is een netwerkbenadering (Borsboom, 2008). Een netwerk bestaat uit twee componenten, namelijk nodes en edges. Nodes zijn de geobserveerde variabelen en edges zijn verbindingen tussen de nodes die ontstaan doordat nodes met elkaar correleren. Bij ongewogen netwerken wordt er alleen gekeken naar de aanwezigheid van edges terwijl gewogen netwerken ook de sterkte van de interacties meeneemt in de edges (Constantini et al., 2015). Dit houdt dan in dat naar mate twee nodes sterker interacteren, de edge ertussen dikker wordt (Kossakowski et al., 2015). Nodes worden binnen een netwerk gezien als actieve bestandsdelen van het construct, wat betekent dat nodes elkaar direct beïnvloeden (McNally et al., 2015). Binnen de netwerkbenadering wordt het multidimensionele karakter van constructen behouden doordat ze niet gereduceerd worden tot een unidimensionele latente variabele. Voor elke node is uit te rekenen hoe centraal deze staat in het netwerk, wat informatie geeft over de dynamiek van de nodes ten opzichte van elkaar. Toegepast op het huidige onderzoek is het interessant om te onderzoeken welke domeinen van sociaal gedrag mogelijk sterk interacteren met welke domeinen van KvL. Een netwerk van sociaal gedrag en KvL geeft veel waardevolle kennis die onbereikbaar zou zijn met een latente variabele model. Onderzoek waarin een netwerkbenadering is gebruikt om interactie tussen symptomen van classificaties in kaart te brengen, is het onderzoek van McNally et al. (2015) waarin ze Post Traumatische Stress Stoornis in een causaal netwerk onderzochten. Ruzzano, Borsboom en Geurts (2014) paste een netwerkbenadering toe om repetitief gedrag van mensen met ASS

6 en mensen met een Obsessieve Compulsieve Stoornis te onderzoeken. Interessant is dat Kossakowski et al. (2015) een netwerkbenadering gebruikten om de interactie tussen items van het construct KvL te bekijken. Daarop voortbordurend kunnen ook domeinen van twee constructen, zoals sociaal gedrag en KvL, in een netwerk geplaatst worden om verschillen tussen mensen met en mensen zonder ASS classificatie te bekijken. Naast dat dit wetenschappelijke erg interessant is, lijkt het ook klinisch relevant om hier onderzoek naar te doen. Meer informatie over interactie tussen domeinen van sociaal gedrag en KvL kan naar behandelaren in de dagelijkse klinische praktijk worden gecommuniceerd. Zij kunnen dan in behandeling op verbetering van bepaalde domeinen van sociaal gedrag richten wat er mogelijk toe kan leiden dat mensen met ASS een verbeterde KvL rapporteren. Zoals gezegd is het duidelijk geworden dat (1) mensen met een ASS classificatie beperkingen hebben op het gebied van sociaal gedrag. Ook blijkt dat (2) bepaalde domeinen van sociaal gedrag, namelijk sociale contacten en persoonlijke relaties, laag blijven en (3) dat de KvL van mensen met ASS laag blijft gedurende hun hele leven. Om deze drie bevindingen in relatie tot elkaar te verhelderen, bekijkt dit onderzoek wat de rol van sociaal gedrag is in het kader van de KvL van mensen met een ASS classificatie. Er werd een netwerkbenadering gebruikt waarbij er netwerken werden gemaakt van sociaal gedrag en KvL van mensen met ASS classificatie en mensen zonder ASS classificatie. Alle participanten hadden twee vragenlijsten ingevuld die sociaal gedrag en KvL meten. In dit onderzoek zullen er gewogen netwerken gemaakt en centraliteitsmaten gebruikt worden om te bekijken welke domeinen centraal staan in de netwerken (Opsahl, Agneessens en Skvoretz, 2010). Gedacht werd dat sociaal gedrag een rol speelt bij KvL bij beide groepen. Verwacht werd dat verminderd contact (een domein van sociaal gedrag), sociaal contact en persoonlijke relaties (domeinen van KvL) centraler staat in het netwerk van mensen met ASS classificatie dan in

7 het netwerk van mensen zonder ASS classificatie. Daarnaast zal exploratief gekeken worden naar een netwerk van sociaal gedrag en KvL bij kinderen met ASS classificatie. Methoden Participanten Er waren twee condities met volwassenen, een conditie van volwassenen geclassificeerd met ASS en een controleconditie. De ASS conditie bestaat uit 549 participanten met een gemiddelde leeftijd van 29.9 (SD = 13.2). De controleconditie bestaat uit 383 participanten met een gemiddelde leeftijd van 23.2 (SD = 7.6). In deze conditie zaten participanten zonder ASS, voornamelijk eerstejaars psychologie studenten van de Universiteit van Amsterdam. Participanten uit de controleconditie die ooit in hun leven de diagnose ASS hadden gekregen, uitgesloten uit het onderzoek. Naast de twee condities met volwassenen, was er ook nog een derde conditie met kinderen geclassificeerd met ASS. Deze kinderconditie bestaat uit 693 kinderen en een gemiddelde leeftijd van 13.6 (SD = 2.6). Materialen De Vragenlijst voor Inventarisatie voor Sociaal gedrag van Volwassenen (VIS-V), is een Nederlandse verkorte versie van de Adult Social Behavior Questionnaire (VIS-V, ASBQ; Horwitz et al, 2016). De VIS-V is een zelf rapportage vragenlijst en werd door alle volwassen participanten ingevuld om hun mate van sociaal gedrag te meten. Deze vragenlijst was gebruikt bij de ASS conditie door het Dr Leo Kannerhuis, en is daarom ook voor de controleconditie gebruikt om de groepen goed te kunnen vergelijken. De vragenlijst bestaat uit 44 items die over zes domeinen zijn verdeeld. De domeinen zijn 1.Verminderd contact, 2. Verminderde empathie, 3. Overschrijden van sociale conventies, 4. Verminderd inzicht, 5. Stereotype gedrag en 6. Angst voor verandering. Door middel van een 4-punts Likert schaal werd per item aangegeven of de betreffende stelling (0) helemaal geen betrekking, (1) een

8 beetje betrekking of (2) helemaal betrekking had op de participant. Een voorbeelditem op de VIS-V is U neemt niet zelf het initiatief in contact met andere mensen. Er was een minimum score van 0 en een maximum score van 88. Een lage score op de VIS-V duidt op een hoge mate van sociaal gedrag en een hoge score duidt juist op een lage mate van sociaal gedrag. De interne consistentie (Cronbach s alpha) van de VIS-V ligt tussen de 0.60 en 0.86 (Horwitz et al, 2016). De Nederlandse Quality of Life and Care (QoLC; Wijngaarden, Meije, Fotiadis, Wennink & Kok, 2008) is ook een zelf rapportage vragenlijst en werd door alle volwassen participanten ingevuld om hun KvL te meten. Deze vragenlijst was gebruikt bij de ASS conditie door het Dr Leo Kannerhuis, en is daarom, eveneens als de VIS-V, ook voor de controleconditie gebruikt om zo de groepen goed te kunnen vergelijken. De vragenlijst maakt gebruik van 11 domeinen waarbij de participant op een schaal van 1 t/m 10 een rapportcijfer gevraagd wordt te geven. De domeinen zijn 1. Lichamelijk functioneren, 2. Zelfstandig functioneren, 3. Psychisch functioneren, 4. Woonsituatie, 5. Dagbesteding, 6. Financiële situatie, 7. Sociaal contact, 8. Persoonlijke relaties, 9. Seksuele activiteit, 10. Vrijetijdsbesteding en 11. KvL algemeen. Een voorbeeld item op de QoLC is Wat vindt u van uw sociale contacten?. Er was een minimum score van 11 en een maximum score van 110. Een lage score op de QoLC duidt op een lage KvL. De interne consistentie van de QoLC geeft een betrouwbaarheid van 0.81 (Wijngaarden et al., 2008). De Vragenlijst voor Inventarisatie voor Sociaal gedrag van Kinderen (VIS-K), is de Nederlandse verkorte versie van de Nederlandse Children s Social Behavior Questionnaire (VIS-K; COTAN, 2002 & CSBQ; Hartman et al, 2006). De VIS-K werd door de ouders van de kinderen met ASS ingevuld om de mate van sociaal gedrag te meten. De vragenlijst bestaat uit 49 items die over zes domeinen zijn verdeeld. De domeinen zijn 1. Niet afgestemd gedrag, 2. Terugtrekken, 3. Oriëntatie, 4. Niet snappen van sociale situaties, 5. Stereotype gedrag, 6.

9 Angst voor verandering. Eveneens als bij de VIS-V werd een 3-punts Likert schaal gebruikt en duidt een lage score op de VIS-K op een hoge mate van sociaal gedrag. Er was een minimum score van 0 en een maximum score van 98. De interne consistentie (Cronbachs s alpha) van de VIS-K ligt tussen de 0.76 en 0.90 (Hartman et al, 2006). De Nederlandse Kidscreen-27 (Robitail et al, 2007) werd door kinderen met ASS ingevuld om hun KvL te meten. De vragenlijst is een zelfrapportage vragenlijst en bestaat uit 27 items die over vijf domeinen zijn verdeeld. De domeinen zijn 1. Lichamelijke activiteit en gezondheid, 2. Gevoelens en zelfbeeld, 3. Autonomie en ouderrelatie, 4. Vrienden en 5. School en leren. Er werd een 5-punts Likertschaal gebruikt en een lage score op de Kidscreen- 27 duidt, net als bij de QolC, op een lage KvL. Er was een minimum score van 27 en een maximum score van 135. De interne consistentie (Cronbach s alpha) ligt tussen de 0.78 en 0.84 (Robitail et al, 2007). Procedure Data van de ASS conditie komen uit een bestaande dataset verkregen via het Dr. Leo Kannerhuis Nederland. Deze data verzameling heeft plaatsgevonden tussen 2010 en Mensen met ASS werden gevraagd om de VIS-V en QoLC in te vullen. Voor de kinderen met ASS verliep de procedure en dataverzameling op dezelfde manier en in hetzelfde tijdsbestek, alleen werden de ouders gevraagd de VIS-K in te vullen en hoefden de kinderen zelf alleen de Kiscreen-27 in te vullen. Een deel van de controleconditie was via social media benaderd om vrijwillig mee te doen aan het onderzoek. De rest van de participanten deden mee aan een verplichte testzitting van de Universiteit van Amsterdam. Voordat het onderzoek begon werden de participanten gevraagd een informed consent te lezen en bevestigen. De participanten werden ook gevraagd naar hun leeftijd, geslacht en of zij ooit gediagnosticeerd waren met ASS. Vervolgens vulden

10 de participanten de QoLC en VIS-V in. Het invullen van de vragenlijsten nam maximaal 10 minuten in beslag. Data analyse Er worden in totaal voor drie groepen analyses gedaan. De groepen zijn een ASS conditie, een controleconditie en een kinderconditie. Allereerst worden voor de ASS- en controleconditie twee standaardisatiechecks gedaan. De eerste standaardisatiecheck is om te controleren of de verhouding mannen en vrouwen tussen de groepen gelijk is. Hiervoor wordt de Pearson Chi Square toets gebruikt. De tweede standaardisatiecheck is om te controleren of de gemiddelde leeftijd tussen de groepen gelijk is. Hiervoor wordt de independent t-test gebruikt. Ten tweede worden er voor de groepen netwerken gemaakt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een R package, qgraph (Epskamp, Cramer, Waldorp, Schmittmann & Borsboom, 2012). De netwerken van de ASS- en controleconditie hebben beide zes VIS-V nodes en 11 QolC nodes. Het netwerk van de kinderconditie heeft zes VIS-K nodes en vijf Kidscreen-27 nodes. Hiermee worden per groep drie verschillende gewogen netwerken gemaakt, namelijk een correlatie netwerk, een partiele correlatie netwerk en een Graphical Lasso (Glasso) netwerk aangezien er in dit onderzoek alleen continue variabelen worden gebruikt. Voor elke conditie wordt eerst een correlatie netwerk gemaakt, waarbij een edge de correlatie tussen twee nodes representeert. In dit netwerk zijn alle nodes met elkaar verbonden, wat betekent dat alle nodes met elkaar interacteren. Hierbij geldt dat deste sterker de interactie, deste dikker de edge in het netwerk. Binnen een correlatie netwerk is het echter niet mogelijk om te controleren op spurieuze relaties. Een spurieuze relatie is een relatie tussen twee nodes die te verklaren is

11 doordat twee nodes allebei een verbinding hebben met een derde node. Voor elke conditie wordt dan ook een partiele correlatie netwerk gemaakt om dit probleem te ondervangen, aangezien er in partiële correlatienetwerken op alle andere nodes in het netwerk wordt gecontroleerd (Kossakowski et al., 2015). De edges die overblijven in dit netwerk, representeren partiële correlaties. Het laatste soort netwerk dat gemaakt zal worden, zijn Glasso netwerken. De gevonden edges in zowel het correlatie netwerk als het partiele correlatienetwerk zijn een schatting gebaseerd op data en zullen nooit exacte nul worden. Alle nodes in deze netwerken blijven verbonden met elkaar. Bij een Glasso netwerk wordt gebruik gemaakt van een lasso penalty zodat de edges met relatief weinig gewicht wel exact nul worden. Op deze manier blijven alleen de edges tussen nodes die sterk interacteren over in het netwerk en ontstaat er een spaarzamer netwerk (Constantini et al., 2015). Ten slotte worden van de ASS, controle- en kinderconditie voor de Glassonetwerken drie centraliteitsmaten berekend. Door centraliteitsmaten te berekenen kan geïdentificeerd worden welke nodes meer centraal in het netwerk liggen dan andere. Drie centraliteitsmaten genoemd in Opsahl, Agneessens en Skvoretz (2010) zijn strength (degree bij ongewogen netwerken), closeness en betweenness. De strength wordt bepaald door de gewichten van de edges van een node op te tellen. De closeness wordt bepaald door de gemiddelde afstand tussen een node en alle andere nodes. De betweenness wordt bepaald door het hoevaak een node op het kortste pad ligt tussen andere nodes en is belangrijk voor de verspreiding van activiteit in het netwerk. Hoe hoger een node scoort op de centraliteitsmaten, hoe meer centraal deze staat in het netwerk (McNally et al, 2015). Resultaten

12 Data van participanten die niet allebei de VIS-V/VIS-K en QolC/Kidscreen-27 volledig hadden ingevuld, werden niet gebruikt. Er waren geen participanten om andere redenen geëxcludeerd uit het onderzoek. In de controleconditie waren wel 15 participanten die meer dan drie standaard deviaties afweken van de gemiddelde leeftijd. Echter, omdat de ASS conditie een grote leeftijdsrange betrof is er voor gekozen om deze participanten uit de controle conditie wel te behouden zodat de condities meer op elkaar lijken en beter te vergelijken zijn. De ASS conditie bestond uiteindelijk uit 338 participanten (278 mannen en 60 vrouwen), de controleconditie uit 268 (81 mannen en 187 vrouwen) en de kinderconditie uit 536 participanten (442 jongens en 94 meisjes). Om te controleren of de mannen en vrouwen in de ASS- en controleconditie gelijk verdeeld waren, werd er een Chi-square test uitgevoerd aangezien er was voldaan aan alle assumpties. De Chi Square toets bleek significant, X² (1) = 165.4, p = < 0.001, dit geeft aan dat de verhouding mannen en vrouwen verschillend was in de twee condities. De ASS conditie bestond voornamelijk uit mannen terwijl de controleconditie voornamelijk uit vrouwelijke eerstejaars psychologiestudenten bestond. Tevens werd gecontroleerd of de leeftijd van de ASS conditie en controleconditie van elkaar verschilde. Hiervoor werd een independent t-test gedaan aangezien en er was voldaan aan alle assumpties. Deze bleek significant t(604) = 7.85, p < De leeftijd was in de ASS conditie hoger (M=30.2, SD= 13.1) dan in de controleconditie (M=23.2, SD=7.6). Voor de kinderconditie was er een gemiddelde leeftijd van 13.6 (SD= 2.5). Hieronder worden de partiële- en Glassonetwerken van de ASS, controle- en kinderconditie besproken. Er zal niet in worden gegaan op de correlatienetwerken van de condities aangezien deze de minst waardevolle informatie leveren. De correlatienetwerken zijn te zien in de Appendix als Figuren A1 t/m A3. In de legenda van de netwerken van Figuur 1 t/m 5 zijn de namen van de domeinen van de VIS-V en QolC en in de Figuren 7 en

13 8 zijn de namen van de domeinen van de VIS-K en Kidscreen-27 te zien. Domeinen van de VIS-V/VIS-K worden aangegeven met SociaalGedrag (SG) en domeinen van de QolC/Kidscreen-27 met KvL (KVL). In Tabel 1 t/m 3 in de Appendix is te zien welke items gebruikt zijn om de domeinen van de VIS-V, VIS-K en Kidscreen-27 te vormen. In de netwerken geven positieve (partiële) correlaties groene edges en negatieve (partiële) correlaties geven rode edges. De (partiële) correlaties in alle gevormde netwerken tussen de VIS-V/VIS-K en QolC/Kidscreen-27 domeinen zijn negatief gecorreleerd en geven dus rood gekleurde edges. Dit komt doordat lage score op de QolC/Kidscreen-27 duidt op een lage mate van KvL terwijl een lage score op de VIS-V/VIS-K, juist duidt op een hoge mate van sociaal gedrag. Netwerken van de ASS- en Controleconditie In Figuur 1 en 2 zijn de partiële correlatienetwerken van de ASS- en controleconditie afgebeeld. In beide netwerken staat sociaal contact zeer centraal en vormt een verbinding tussen de VIS-V en QolC domeinen. Voor de ASS conditie geldt dit ook voor persoonlijke relaties en angst voor verandering, terwijl voor de controleconditie dit juist voor financiële situatie geldt.

14 Figuur1. Partieel correlatienetwerk ASS conditie. Figuur 2. Partieel correlatienetwerk controleconditie. In Figuur 3 en 4 zijn de Glassonetwerken van de ASS- en controleconditie afgebeeld. In de figuren is te zien dat de nodes van de VIS-V sterk met elkaar interacteren, en hetzelfde geldt voor de nodes van de QolC. In beide netwerken zijn binnen de VIS-V angst voor verandering sterk verbonden met verminderd contact en verminderd inzicht, en stereotype gedrag sterk verbonden met sociale conventies en verminderd inzicht. Binnen de QolC zijn KVL algemeen sterk verbonden met persoonlijke relaties en psychisch functioneren en persoonlijke relaties sterk verbonden met sociaal contact. Verder staan in beide netwerken psychisch

15 functioneren en KVL algemeen centraal. Voor de ASS conditie is de centrale rol van angst voor verandering en persoonlijke relaties opvallend, terwijl bij de controleconditie verminderd contact en sociaal contact meer centraal staan. Opvallend is ook dat de centrale rol van financiële situatie in het Glassonetwerk van de controleconditie is verdwenen, en dat dagbesteding nu wel een centrale rol heeft. Figuur 3. Glasso netwerk ASS conditie. Figuur 4. Glasso netwerk controleconditie. In Figuur 5 is het Glassonetwerk van de controleconditie te zien, waarin de overgebleven edges beter te vergelijken zijn met het Glassonetwerk van de ASS conditie in Figuur 3. Binnen de netwerken zijn er met name drie sterkere verbindingen te zien die

16 domeinen tussen de VIS-V en QolC verbinden. Deze edges zijn tussen (1) angst voor verandering en psychisch functioneren, (2) verminderd contact en sociaal contact en (3) sociale conventies en financiële situatie. Dit impliceert dat bijvoorbeeld veel verminderd contact een lage waardering van sociaal contact voorspelt. Figuur 5. Glassonetwerk controleconditie beter vergelijkbaar met Glassonetwerk ASS conditie. In Figuur 6 zijn de geplotte centraliteitsmaten van de Glassonetwerken van de ASS en controleconditie voor strength, closeness en betweenness te zien. Voor beide condities zal niet gekeken worden naar KVL algemeen aangezien kennis over centraliteit van deze node geen informatie geeft over welke domeinen van de VIS-V en QolC belangrijk zijn in de netwerken. In beide condities scoren psychisch functioneren, sociaal contact, persoonlijke relaties en verminderd contact hoog op strength. Voor de ASS conditie valt op dat angst voor verandering ook hoog scoort op strength. Op closeness verschillen de beide condities weinig; voor beide condities scoren psychisch functioneren, sociaal contact, persoonlijke relaties, verminderd contact en angst voor verandering hoog.

17 Als laatst werd er gekeken naar verschillen in betweenness van de twee condities. Voor de controleconditie valt op dat sociaal contact, persoonlijke relaties en sociaal contact opvallend hoog scoren op betweenness, een groot verschil met de ASS conditie. Voor de ASS conditie scoorde angst voor verandering opvallend hoog. Figuur 6. Centraliteitsmaten Glassonetwerken ASS- en controleconditie.

18 Netwerken van de kinderconditie Exploratief zijn er nog netwerken gemaakt van kinderen met ASS aangezien het niet mogelijk bleek om de vragenlijsten voor sociaal gedrag en KvL van volwassenen te vergelijken met de vragenlijsten van sociaal gedrag en KvL van kinderen. Voor deze conditie werd er ook gekeken naar centraliteitsmaten. In Figuur 7 is het partiële correlatienetwerk van de kinderconditie te zien. De nodes van de VIS-V interacteren sterk samen, eveneens als de nodes van de Kidscreen-27. Interactie tussen de vragenlijsten is opvallend sterker tussen drie node paren; stereotype gedrag en school en leren, niet afgestemd en autonomie en ouderrelatie en als laatst terugtrekken en lichamelijke activiteit en gezondheid. Figuur 7. Partieel correlatienetwerk kinderconditie. In Figuur 8 is het Glassonetwerk te zien. Er is duidelijk te zien dat de nodes niet

19 afgestemd en autonomie en ouderrelatie het enige nodepaar zijn dat na de penalty nog een zichtbare edge heeft. Figuur 8. Glassonetwerk kinderconditie. In Figuur 9 zijn de geplotte centraliteitsmaten van het Glassonetwerk van de kinderconditie te zien. Opvallend is dat niet afgestemd, lichamelijke activiteit en gezondheid, autonomie en ouderrelatie en angst voor verandering hoog scoren op strength, closeness en betweeness.

20 Figuur 9. Centraliteitsmaten Glassonetwerk kinderconditie. Discussie In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van een netwerkbenadering om te onderzoeken wat de rol is van sociaal gedrag bij de KvL van mensen met ASS. Doordat een netwerkbenadering het multidimensionele karakter van de constructen sociaal gedrag en KvL

21 in tact laat en niet reduceert tot latente variabelen kan er inzicht worden verkregen in hoe domeinen van de VIS-V en QolC met elkaar interacteren. Uit de resultaten bleek dat de domeinen van de VIS-V sterk met elkaar interacteren, en hetzelfde geldt voor de domeinen van de QolC. Dit sluit aan bij het idee dat de interacties tussen items te verklaren zijn door directe interacties tussen de observeerbare variabelen in plaats van dat een latente variabele de gemeenschappelijke invloed verklaard, zoals aangenomen wordt in latente variabele modellen (Kossakowski et al, 2015). Er zijn ook interacties tussen domeinen van de VIS-V en QolC gevonden, waarover eerder verwachtingen waren gevormd. Verwacht werd namelijk dat het VIS-V domein verminderd contact en de QolC domeinen sociaal contact en persoonlijke relaties centraler zouden staan in het netwerk van de ASS conditie dan in het netwerk van de controleconditie. Het blijkt dat deze domeinen centraal staan in zowel het partieel correlatienetwerk als Glassonetwerk van de ASS conditie als van de controleconditie. Een hoge score op verminderd contact voorspelt voor beide condities verminderd sociaal contact, d.w.z. een hoge score op het losse domein verminderd contact voorspelt een lage score op de het domein sociaal contact. Opvallend is dat deze nodes voor beide condities hoog scoren op strength, closeness, terwijl op betweenness ze in de controleconditie opvallend hoger scoren. Voor de controleconditie liggen persoonlijke relaties, sociaal contact en verminderd contact relatief vaker centraal in de ASS conditie, en zijn erg belangrijk voor de verspreiding van activiteit in het netwerk. Persoonlijke relaties en KVL algemeen interacteren sterk met elkaar, wat betekent voor zowel de ASS- als controleconditie dat een lage waardering van persoonlijke relaties voorspellend is voor een lage waardering van de KVL algemeen. Ook komt naar voren dat angst voor verandering en psychisch functioneren sterker met elkaar interacteren en hoger scoren op de centraliteitsmaten in het ASS netwerk dan het

22 controlenetwerk. Angst voor verandering ligt relatief vaker centraal in de ASS conditie, en is erg belangrijk is voor de verspreiding van activiteit in het netwerk. Uit de exploratief gemaakte netwerken voor de kinderconditie blijkt dat de ouderrelatie vanaf jongs af aan belangrijk is bij de KvL van kinderen met ASS, terwijl dit niet geldt voor vrienden. Uit de literatuur blijkt dat mensen met ASS gedurende hun hele leven weinig sociale contacten en persoonlijke relaties rapporteren ondanks dat hun sociaal gedrag met de tijd verbetert. Uit dit onderzoek blijkt niet dat dit een opvallend sterke rol speelt bij de lage gerapporteerde KvL aangezien zowel in de ASS als controleconditie verminderd contact, sociaal contact en persoonlijke relaties een belangrijke rol spelen in het netwerk van sociaal gedrag en KvL. Angst voor verandering daarentegen kan mogelijk wel een belangrijkere rol spelen bij de lage KvL die mensen met ASS maar rapporteren dan bij de hoge(re) KvL die mensen zonder ASS rapporteren. De focus in behandeling op het verbeteren van sociaal gedrag, kan mogelijk leiden tot verbetering van KvL aangezien voor beide condities sociaal gedrag interacteert met KvL. Behandelaren zouden zich wellicht specifiek kunnen richten op verminderen van angst voor verandering, wat potentieel leidt tot een verbeterde KvL van mensen met ASS. Er is vervolgonderzoek nodig om mogelijke causale verbanden hiertussen te achterhalen. Dit onderzoek heeft echter een aantal tekortkomingen. Allereerst bleek dat de verhouding mannen en vrouwen niet gelijk was; in de ASS conditie zaten meer mannen en in de controleconditie meer vrouwen. Sociaal gedrag verschilt sterk tussen mannen en vrouwen, vrouwen empathiseren sneller terwijl mannen sneller systematiseren. Systematiseren is de neiging om een systeem te analyseren op achterliggende regelmatigheden (Baron-Cohen & Wheelwright, 2004). De neiging van mannen om te systematiseren en aan ontdekte

23 regelmatigheden vast te houden, zou mogelijk de centrale rol van angst voor verandering in de netwerken van de ASS conditie kunnen verklaren. Ook verschilden de ASS- en controleconditie in leeftijd van elkaar. De ASS conditie had participanten uit verschillende levensfasen terwijl de controleconditie voornamelijk uit participanten in de twintig bestond. In de adolescentie zijn mensen erg bezig met sociale relaties en komen mogelijke moeilijkheden op sociaal gebied aan het licht (Cottenceau et al, 2012). Het is goed mogelijk dat het verschil in levensfasen tussen de ASS- en controlegroep ook effect heeft gehad op de centraliteit van het domein verminderd contact in de netwerken. Ten derde is er geen informatie bekend over het IQ van de participanten. Het gros van de controleconditie zijn eerstejaars psychologie studenten, terwijl dit van de ASS conditie onbekend is. De aanmeldcriteria van het Leo Kannerhuis stellen dat een van de intelligentiefactoren boven de 85 en de verbale en performale intelligentie boven de 70 moeten zijn (Dr Leo Kannerhuis aanmeldcriteria, 2016). Ongeveer de helft van de mensen met ASS heeft een IQ van 70 of lager (Charman et al, 2011). Uit onderzoek blijkt dat voor mensen met ASS met verstandelijke beperking de KvL lager is gedurende hun leven dan voor mensen met ASS zonder verstandelijke beperking (Howlin, Goode, Hutton & Rutter, 2004). Het zou interessant zijn om in vervolgonderzoek te kijken naar de rol van sociaal gedrag bij de KvL van mensen met ASS en een verstandelijke beperking, aangezien dit mogelijk leidt tot een andere interactie tussen nodes van sociaal gedrag en KvL. Als laatste is er in dit onderzoek alleen gekeken naar partiële correlaties tussen nodes, waardoor er geen uitspraken gedaan kunnen worden over causaliteit. In de netwerkbenadering wordt er vanuit gegaan dat het ware netwerk causale relaties heeft, en dat de modellen die gemaakt worden de beste mogelijke fit ervoor zijn. Partiële correlaties zijn enkel een schatting van mogelijke causale relaties die er bestaan, maar zijn niet direct zo interpreteerbaar

24 aangezien er niet gecontroleerd wordt voor spurieuze relaties buiten het netwerk die mogelijk de interactie verklaren. Om causale conclusies te trekken, zal er experimenteel onderzoek moeten worden gedaan naar de invloed van sociaal gedrag op de KvL van mensen met ASS. Door hier onderzoek naar te doen kan er dan vanuit de wetenschap een duidelijke boodschap aan behandelaren worden gegeven over focus op specifieke domeinen van sociaal gedrag in behandeling mensen met ASS die mogelijk een verbeterde KvL kunnen geven. Al met al licht dit onderzoek een tip van de sluier op hoe de interactie tussen domeinen van sociaal gedrag en KvL er wellicht uit ziet.

25 Literatuurlijst American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental disorders, DSM-5 (5th ed.). Washington, DC: American Psychiatric Association. Baron-Cohen, S., & Wheelwright, S. (2004). The empathy quotient: an investigation of adults with asperger syndrome or high functioning autism, and normal sex differences. Journal of Autism and Developmental Disorders, 34(2), Bellini, S., Peters, J, K., Benner, L., & Hopf, A. (2007). A meta-analysis of school-based social skills interventions for children with autism spectrum disorders. Remedial and Special Education, 28(3), Borsboom, D. (2008). Psychometric perspectives on diagnostic systems. Journal of Clinical Psychology, 64, Charman, T., Pickles, A., Simonoff, E., Chandler, S., Loucas, T., & Baird, G. (2011). IQ in children with autism spectrum disorders; Data from the Special Needs and Autism Project (SNAP). Psychological medicin, 41(3), Constantini, G., Epskamp, S., Borsboom D., Perugini, M., Mõttus, R., Waldorp, L, J., & Cramer, A, O. (2015). State of the art personality research: A tutorial on n analysis of personality data in R. Journal of Research in Personality, 54, Cottenceau, H., Roux, S., Blance, R., Lenoi, P.,Bonnet-Brilhault, F. & Barthélémy, C., (2012). Quality of life of adolescents with autism spectrum disorders: Comparison to adolescents with diabetes. European Child & Adolescent Psychiatry, 21(5), Dr. Leo Kannerhuis (2016). Aanmeldcriteria. Gevonden op 10 Mei 2016 op: Epskamp, S., Cramer, A, O., Waldorp, L, J., Schmittmann, V, D. & Borsboom D., (2012). Qgraph: network visualizations of relationships in psychometric data. Journal of

26 Statistical Software, 48(4), Esbensen, A, J., Seltzer, M, M., Lam, K, S., & Bodfish, J, W. (2009). Age-related in restricted repetitive behaviors in autism spectrum disorders. Journal of Autisme and Developmental Disorders, 30(1), Frankel, F., Myatt, R., Sugar, C., Whitham, C., Gorospe, C, M., & Laugesone, E. (2010). A randomized controlled study of parent-assisted children s friendship training with children having autism spectrum disorder. Journal of Autism and Developmental Disorders, 40(7), Hartman, C, A., Luteijn, E., Serra, M., & Minderaa, R. (2006). Refinement of the Children s Social Behavior Questionnaire (CSBQ): An instrument that describes the diverse problems seen in milder forms of PDD. Journal of Autism and Developmental Disorders, 36(3), Heijst, van B, F, C., & Geurts, H, M. (2015). Quality of life in autism across the lifespan: A meta-analysis. Autism, 19(2), Horwitz, E, H., Scoevers, R, A., Ketelaars, C, E, J., Kan, C, C., van Lammeren, A, M, D, N., Meesters, Y., Hartman, C, A. (2016). Clinical assessment of ASD in adults using self-and other report: Psychometric properties and validity of the Adult Social Behavior Questionnaire (ASBQ). Research in Autisme Spectrum Disorders, 24, Howlin, P., Goode, S., Hutton, J., & Rutter, M. (2004). Adult outcome for children with autism. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 45(2), Howlin, P., Moss, P., Savage, S., & Rutter, M. (2013). Social outcomes in mid-to later adulthood among individuals diagnosed with autism and average nonverbal IQ as children, Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 52(6), Kossakowski, J, J., Epskamp, S., Kieffer, J, M., van Borkulo, C, D., Themtulla, M., & Borsboom, D. (2015). The application of a network approach to Health-Related

27 Quality of Life (HRQoL): Introducing a new method of assessing HRQoL in healthy adults and cancer patiënts. Quality of Life Research, Matson J, L., & Horovitz, M. (2010). Stability of autism spectrum disorders symptoms over time. Journal of Developmental and Physical Disabilities, 22(4), McNally, R, J., Robinaugh, D, J., Wu, G, W, Y., Wang, L., Deserno, M, K., & Borsboom, D. (2014). Mental disorders as causal Systems: A network approach to posttraumatic stress disorder. Clinical Psychological Science, 3(6), Opsahl, T., Agneessens, F., & Skvoretz, J. (2010). Node centrality in weighted networks: Generalizing degree and shortest paths. Social Networks, 32(3), Ruzzano, L., Borsboom, D., & Geurts, H, M. (2014). Repetitive behaviors in autism and obsessive-compulsive disorder: New perspectives from a network analysis. Journal of Autism and Developmental Disorders, 45, Schmittmann, V, D., Cramer, A. O., Waldorp, L, J., Epskamp, S., Kievit, R, A., & Borsboom, D. (2013). Deconstructing the construct: A network perspective on psychological phenomena. New Ideas in Psychology, 31(1), Sealey, L, A., Hughes, B, W., Sriskanda, A, N., Guest, J, R., Gibson, A, D., Johnson- Williams, L., Bagasra, O. (2016). Environmental factors in the development of autism spectrum disorders. Environment International, 88, Shattuck, P, T., Mailick Seltzer, M., Greenberg, J, S., Osmond, G, I., Bolt, D., Kring, S., & Lord, C. (2007). Change in autism symptoms and maladaptive behaviors in adolescents and adults with an autism spectrum disorder. Journal of Autism and Developmental Disorders, 37(9), Wijngaarden, B. van, Meije, D., Fotiadis, L., Wennink, H, J., & Kok, I (2008). Kwaliteit van leven en vervulling van zorgwensen: De ontwikkeling van de Quality of Life and Care (QoLC) vragenlijst. Trimbos-instituut,

28 Appendix Tabel A1 Itemnummers voor somscores waarmee domeinen zijn gevormd voor de Vragenlijst voor Inventarisatie voor Sociaal gedrag van Volwassenen (VIS-V). VIS-V Somscores van Itemnummers SG1: Verminderd contact 59, 75, 95, 110, 124, 132 en 147 SG2: Verminderde empathie 2, 60, 82, 97, 114, 115 en 129 SG3: Overschrijden van sociale conventies 15, 51, 62, 81, 84 en 141 SG4: Verminderd inzicht 3, 14, 25, 36, 39, 50, 83 en 90 SG5: Stereotiep gedrag 7, 18, 29, 54, 64, 133, 145 en 152 SG6: Angst voor verandering 6, 28, 42, 53, 63, 122, 144 en 151

29 Tabel A2 Itemnummers voor somscores waarmee domeinen zijn gevormd voor de Vragenlijst voor Inventarisatie voor Sociaal gedrag van Kinderen (VIS-K). VIS-K Somscores van Itemnummers SG1:Niet afgestemd gedrag 8, 30, 31, 32, 37, 38, 40, 42, 43 en 44. SG2: Terugtrekken 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 33, 34, 41 SG3: Oriëntatie 27, 28, 29, 36, 39, 48 en 49 SG4: Niet snappen 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 SG5: Stereotype gedrag 10, 11, 12, 22, 23, 24, 25 en 26 SG6: Angst voor verandering 45, 46 en 47

30 Tabel A3 Itemnummers voor somscores waarmee domeinen zijn gevormd voor de Kidscreen-27. Kidscreen-27 Somscores van Itemnummers KVL1: Lichamelijke activiteit en gezondheid 1 t/m 5. KVL2: Zelfbeeld en gevoelens 6 t/m 12 KVL3: Autonomie en ouderrelatie 13 t/m 19 KVL4: Vrienden 20 t/m 23 KVL5: School en leren 24 t/m 27

31 Figuur A1. Correlatienetwerk ASS conditie. Figuur A2. Correlatienetwerk controleconditie. Figuur A3. Correlatienetwerk kinderconditie.

Quality of Life en Autisme: een Netwerk Benadering Joya Smeets

Quality of Life en Autisme: een Netwerk Benadering Joya Smeets 1 Quality of Life en Autisme: een Netwerk Benadering Joya Smeets Bachelorproject Universiteit van Amsterdam 10359796 Onder begeleiding van Riet van Bork & Marie Deserno 5078 woorden 2 Inhoudsopgave Abstract

Nadere informatie

Een Netwerkbenadering voor Sociaal Gedrag bij Mensen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS)

Een Netwerkbenadering voor Sociaal Gedrag bij Mensen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) Een Netwerkbenadering voor Sociaal Gedrag bij Mensen met Autisme Spectrum Stoornis (ASS) Kimberley de Rijk Studentnummer: 10346570 Vak: Bachelorproject Klinische Psychologie Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Depressienetwerken: Verschillen tussen Mensen die Lijden aan Chronische Ziektes en Gezonde Mensen. Juernene Tholel. Universiteit van Amsterdam

Depressienetwerken: Verschillen tussen Mensen die Lijden aan Chronische Ziektes en Gezonde Mensen. Juernene Tholel. Universiteit van Amsterdam Depressienetwerken: Verschillen tussen Mensen die Lijden aan Chronische Ziektes en Gezonde Mensen Juernene Tholel Universiteit van Amsterdam Universiteit van Amsterdam Studentnummer: 10332960 Bachelorproject:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Geluks factoren bij autisme

Geluks factoren bij autisme Geluks factoren bij autisme Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Conclusies 1. De kwaliteit van leven (KvL) is bij mensen met autisme gedurende de levensloop relatief laag. 2.

Nadere informatie

Autisme en geluk. Peter Vermeulen

Autisme en geluk. Peter Vermeulen Autisme en geluk Peter Vermeulen Outcome studies Hoe stellen volwassenen met autisme het? Review: Magiati, I., Tay, X. W., & Howlin, P. (2014). Cognitive, language, social and behavioural outcomes in adults

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

Perceived Causal Relations (PCR) als Methode om een Causal Attitude Network (CAN) in. Kaart te Brengen. Martijn Verhoeven

Perceived Causal Relations (PCR) als Methode om een Causal Attitude Network (CAN) in. Kaart te Brengen. Martijn Verhoeven Perceived Causal Relations (PCR) als Methode om een Causal Attitude Network (CAN) in Kaart te Brengen Martijn Verhoeven Vak: Bachelorproject Sociale Psychologie Begeleider: Jonas Dalege Aantal Woorden:

Nadere informatie

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen

Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Obsessieve-compulsieve symptomen in eetstoornissen en autisme spectrumstoornissen Alexandra Dingemans, PhD Senior onderzoeker GGZ Rivierduinen Eetstoornissen Ursula Overlap Eetstoornissen (ES), Autisme

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) Instrument Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) De VISK is ontwikkeld om sociaal probleemgedrag van kinderen met (mildere) varianten van pervasieve ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c

Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1 Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c a Poli +, psychiatrie + verstandelijke beperking, Ir. Driessenstraat 94-G, 2312 KZ, Leiden b Cordaan, Postbus

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

SERIOUS GAMING : EFFECTIEF IN HET BEVORDEREN VAN EMPATHIE EN SENSITIVITEIT VAN PROFESSIONALS DR. PAULA STERKENBURG & DRS. MIRJAM WOUDA 22 APRIL 2016

SERIOUS GAMING : EFFECTIEF IN HET BEVORDEREN VAN EMPATHIE EN SENSITIVITEIT VAN PROFESSIONALS DR. PAULA STERKENBURG & DRS. MIRJAM WOUDA 22 APRIL 2016 SERIOUS GAMING : EFFECTIEF IN HET BEVORDEREN VAN EMPATHIE EN SENSITIVITEIT VAN PROFESSIONALS DR. PAULA STERKENBURG & DRS. MIRJAM WOUDA 22 APRIL 2016 INLEIDING - Om mensen met een beperking te ondersteunen

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1

Ines Volders 3 de licentie orthopedagogiek 1 AUTISME Autisme is een ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door problemen op het gebied van communicatie, sociale omgang, verbeelding en repetitief gedrag. Ongeveer 70% van de mensen met autisme

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Autisme in de levensloop. Conclusies. Overzicht. Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis

Autisme in de levensloop. Conclusies. Overzicht. Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis in de levensloop Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Conclusies 1. Het is! om in verschillende levensfases diagnostisch onderzoek te herhalen.. Het is! om comorbiditeit goed in

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Bij reguliere veroudering worden mensen

Bij reguliere veroudering worden mensen 3 Veroudering bij mensen met autisme: Versnelde achteruitgang? Hilde M. Geurts 1,2, P. Cédric Koolschijn 1 & Anne Geeke Lever 1 Stel u wordt wat trager in uw reacties, u heeft meer moeite om een gesprek

Nadere informatie

EEN NETWERKBENADERING

EEN NETWERKBENADERING EEN NETWERKBENADERING VOOR PSYCHOSE DE ROL VAN SYMPTOMEN EN TRAUMA dr. Hanneke Wigman Januari 2017 De Amsterdamse School DISCLOSURES (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De Invloed van Intelligentie op de. Symptomen van Autisme M. C. Gorter

De Invloed van Intelligentie op de. Symptomen van Autisme M. C. Gorter De Invloed van Intelligentie op de Symptomen van Autisme M. C. Gorter Bachelorthese Studentnummer: 10176535 Begeleid door: Anne Geeke Lever Datum: 12 juni 2014 Aantal woorden abstract: 126 Aantal woorden

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING

Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology NEDERLANDSE SAMENVATTING Risk factors for the development and outcome of childhood psychopathology EDERLADSE SAMEVATTIG 157 Het komt regelmatig voor dat psychiatrische klachten clusteren in families. Met andere woorden, familieleden

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

7 Nederlandstalige Samenvatting

7 Nederlandstalige Samenvatting 7 Nederlandstalige Samenvatting Autisme is een ontwikkelingsstoornis, waarvan de symptomen zich in de kindertijd voor het eerst manifesteren en gedurende het gehele leven in verschillende vormen aanwezig

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM

7-10-2013. Emotieherkenning bij CI kinderen en kinderen met ESM 7--3 Sociaal-emotioneel functioneren van kinderen met een auditieve/ communicatieve beperking Emotieherkenning bij kinderen en kinderen met Rosanne van der Zee Meinou de Vries Lizet Ketelaar Rosanne van

Nadere informatie

Running head: BEOORDELING VAN DE LEERLING-LEERKRACHT RELATIE VAN BEOORDELING VAN DE LEERLING-LEERKRACHT RELATIE VAN KINDEREN MET

Running head: BEOORDELING VAN DE LEERLING-LEERKRACHT RELATIE VAN BEOORDELING VAN DE LEERLING-LEERKRACHT RELATIE VAN KINDEREN MET Running head: BEOORDELING VAN DE LEERLING-LEERKRACHT RELATIE VAN KINDEREN BEOORDELING VAN DE LEERLING-LEERKRACHT RELATIE VAN KINDEREN MET AUTISME SPECTRUM STOORNIS Bachelorthesis Louise Stouthamer Onder

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Publications. Publications

Publications. Publications Publications Publications Publications De Bildt, A., Mulder, E.J., Scheers, T., Minderaa, R.B., Tobi, H. (2006) PDD, behavior problems and psychotropic drug use in children and adolescents with MR, Pediatrics

Nadere informatie

Autisme, wat weten we?

Autisme, wat weten we? Autisme, wat weten we? Matt van der Reijden, kinder- en jeugdpsychiater & geneesheer directeur Dr Leo Kannerhuis, Oosterbeek 1 autisme agenda autisme autisme en het brein: wat weten we? een beeld van autisme:

Nadere informatie

ROM in de ouderenpsychiatrie

ROM in de ouderenpsychiatrie Improving Mental Health by Sharing Knowledge ROM in de ouderenpsychiatrie Marjolein Veerbeek Richard Oude Voshaar, Anne Margriet Pot Financier: Ministerie van VWS 2 Routine Outcome Monitoring Definitie

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is:

LPFS SR NL. Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: LPRS SR NL Pagina1 LPFS SR NL Naam/ID: Instructies: Lees de volgende stellingen aandachtig en omcirkel in welke mate elke uitspraak op u van toepassing is: niet waar Een beetje waar Vaak waar 1 Ik kan

Nadere informatie

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1

TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1 TIJDSPERSPECTIEF EN GELUK GEDURENDE DE LEVENSLOOP 1 Tijdsperspectief en Geluk gedurende de Levensloop Time perspective and Happiness across the Lifespan L.K. Welp Open Universiteit Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling?

Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Afhankelijkheid binnen het therapeutische contact: Ongewenst of cruciaal ingrediënt van een succesvolle behandeling? Naline Geurtzen PhD-student Radboud Universiteit Behavioural Science Institute Nijmegen

Nadere informatie

Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar

Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar Kinder- en jeugdpsychiatrie Jeugdige zedendelinquenten een cohortstudie gedurende 12 jaar Lucres Nauta-Jansen Tom, 14 jaar 14 jaar Verdacht van plegen van ontuchtige handelingen met 6 jarig buurjongetje

Nadere informatie

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd

Het meetinstrument heeft betrekking op de volgende categorieën Lichaamsregio Overige, ongespecificeerd Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Utrechtse Coping Lijst (UCL) November 2012 Review: 1. A. Lueb 2. M. Jungen Invoer: E. van Engelen 1 Algemene gegevens Het meetinstrument heeft betrekking

Nadere informatie

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen

22/11/2011. Inhoud LITERATUUR BRUSSEN. Gezonde kinderen Een chronisch ziek kind in het gezin: Kwaliteit van leven van gezonde broers en zussen Trui Vercruysse Psychosociale oncologie, 25 november 2011 Inhoud Literatuur siblings/brussen Gezonde kinderen Zieke

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence Lezing voor de NVA Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog Ontwikkelingsstoornissen Dimence Waarom diagnostiek? Hoe doen we eigenlijk diagnostiek? De DSM 5 Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme

Nadere informatie

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst

Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst Diagnosestelling en de vernieuwde IADL-vragenlijst Congres Moderne Dementiezorg Sessie Vroegsignalering en diagnosestelling 28 november 2011 Prof. dr. Philip Scheltens Dr. Sietske Sikkes VU Medisch Centrum

Nadere informatie

Eenzaam ben je niet alleen

Eenzaam ben je niet alleen Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije

Nadere informatie

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD

Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Valerie Van Cauwenberghe en Prof. dr. Roeljan Wiersema Emotieregulatie bij kinderen en jongeren met ADHD Dit onderzoek werd uitgevoerd door: Prof. dr.

Nadere informatie

We hopen. ouders. bedankt. nogmaals. Allen. hartelijk. drs. Anke. Scheeren. Autism. Research. Amsterdam. aan dit onderzoek.

We hopen. ouders. bedankt. nogmaals. Allen. hartelijk. drs. Anke. Scheeren. Autism. Research. Amsterdam. aan dit onderzoek. Vervolgonderzoek Wij zijn erg benieuwd hoe de leerlingen zich verder zullen ontwikkelen op school en op sociaal gebied. We hopen daarom in de toekomst een vervolgonderzoek te doen. Wij hopen van harte

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor. Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS

Psychiatrie & Psychologie bij 22q11DS Studiedag Stichting 22Q11 19 november 2017 A.M. Fiksinski a.m.fiksinski@umcutrecht.nl Psycholoog & onderzoeker (PhD kandidaat) Department of Psychiatry, Rudolf Magnus Institute of Neuroscience, University

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk Dr. P. Remijnse, psychiater UWV Breda, 4-7-2017 Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor deze bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Overige (Overig, ongespecificeerd)

Overige (Overig, ongespecificeerd) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Voice Related Quality of Life Measure (V-RQOL) 21 oktober 2011 Review 1: T. Dassen, K. v Nes, N. v Wersch Review 2: M. Jungen Invoer: E. Van Engelen 1 Algemene

Nadere informatie

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Wie ben ik? Onderzoek ouderen. Vandaag: De ouder wordende cliënt met autisme. Aantal publicaties

Wie ben ik? Onderzoek ouderen. Vandaag: De ouder wordende cliënt met autisme. Aantal publicaties Wie ben ik? De ouder wordende cliënt met autisme Barbara van Heijst, 24 september 16 b.vanheijst@leokannerhuis.nl 2 3 4 Vandaag: onderzoek d Arc & anderen Belang voor workhome bewoners: resultaat niet

Nadere informatie

Nederlands Autisme Register, rapportage

Nederlands Autisme Register, rapportage Nederlands Register, rapportage 20 18 Auteurs: Sander Begeer, Marlies van Wijngaarden, Kawita Mataw en Bernadette Wijnker-Holmes Een initiatief van: Deelrapport 3: Wettelijk vertegenwoordigers over (jong)volwassenen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.

Nadere informatie

Autisme spectrum stoornissen: van molecuul tot maatschappij. Wouter Staal, 19 mei, 2017

Autisme spectrum stoornissen: van molecuul tot maatschappij. Wouter Staal, 19 mei, 2017 Autisme spectrum stoornissen: van molecuul tot maatschappij Wouter Staal, 19 mei, 2017 Autisme spectrum stoornissen: van molecuul tot maatschappij Kenmerken van autisme Genetica van autisme Hersenen en

Nadere informatie

Tot slot. 72 tot slot. M. Zeevalking, Autisme: hoe te verstaan, hoe te begeleiden?, DOI / , 2000 M.A. Zeevalking, Schiedam

Tot slot. 72 tot slot. M. Zeevalking, Autisme: hoe te verstaan, hoe te begeleiden?, DOI / , 2000 M.A. Zeevalking, Schiedam Tot slot Terwijl ik dit boekje over autisme en hulpverlening bij autisme schrijf, wordt me opnieuw duidelijk hoeveel er over dit onderwerp valt te vertellen en hoeveel er in dit bestek niet werd verteld.

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis. Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met een Psychotische Stoornis. The Effect of Assertive Community Treatment (ACT) on

Nadere informatie

Visual Analogue Scale for Fatigue (VAS-F)

Visual Analogue Scale for Fatigue (VAS-F) Visual Analogue Scale for Fatigue (VAS-F) Lee KA, Hicks G, Nino-Murcia G. (1991) Validity and reliability of a scale to assess fatigue. Meetinstrument Visual Analogue Scale for Fatigue (parfois Lee Fatigue

Nadere informatie

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten

Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten VGCT najaarscongres 2011 Believing is Seeing: Training van positieve sociale interpretaties in adolescenten Elske Salemink, Universiteit van Amsterdam In samenwerking met Reinout Wiers (Universiteit van

Nadere informatie

GENDER, COMORBIDITY & AUTISM Inleiding INHOUD Opzet en Bevindingen per onderzoek Algemene Discussie Aanbevelingen Patricia J.M. van Wijngaarden-Cremers Classifications & Gender Patient cohort 2004 Clusters

Nadere informatie

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015

6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 6 e Nieuwsbrief EPISCA onderzoek maart 2015 Het is al weer lang geleden dat jullie iets van ons hebben gehoord en dat komt omdat er veel is gebeurd. We hebben namelijk heel veel analyses kunnen doen op

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys Een reactie door Hilde M. Geurts Lezing Begeer, Keysar et al., 2010: Advanced ToM 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Autisme (n=34) Controle

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB)

De Nederlandse doelgroep van mensen met een LVB 14-12-2011. Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Zwakzinnigheid (DSM-IV-TR) Code Omschrijving IQ-range Van Basisvragenlijst LVB naar LVB-screeningsinstrument (screener LVB) Xavier Moonen Orthopedagoog/GZ-Psycholoog Onderzoeker Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

CURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS

CURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS CURRICULUM VITAE LIST OF PUBLICATIONS Curriculum Vitae Curriculum Vitae Barbara Wilhelmina Cornelia Zwirs werd geboren op 3 oktober 1977 in Alphen aan den Rijn. Daar behaalde zij in 1995 haar Gymnasiumdiploma

Nadere informatie

Beschrijvende statistieken

Beschrijvende statistieken Elske Salemink (Klinische Psychologie) heeft onderzocht of het lezen van verhaaltjes invloed heeft op angst. Studenten werden at random ingedeeld in twee groepen. De ene groep las positieve verhaaltjes

Nadere informatie

Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij

Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij Van Hé, hier ben ik tot Ha, daar ben jij Floortime: ontwikkelingsgerichte therapie, met ouders en het jonge kind aan het werk Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater & Ilse Vansant, psycholoog afdeling

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22748 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fagel, Selene Sofia Alexandra Agnes Title: Childhood psychopathology and development

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30)

Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Stroke-Adapted Sickness Impact Profile (SA-SIP-30) November 2017 Review: 1. M. Post, B Dijcks 2. Eveline van Engelen Invoer: Marsha Bokhorst 1 Algemene gegevens

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

De invloed van autistische eigenschappen van kind en ouder op de ouderlijke stressbeleving

De invloed van autistische eigenschappen van kind en ouder op de ouderlijke stressbeleving De invloed van autistische eigenschappen van kind en ouder op de ouderlijke stressbeleving T. Hordijk 0844578 Faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden Onder begeleiding van S. Van Rijn Ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Instrumenten screening/casefinding ASS bij volwassenen

Instrumenten screening/casefinding ASS bij volwassenen Instrumenten screening/casefinding ASS bij volwassenen Opbouw presentatie Signalering Screening Casefinding Eigen onderzoek Onderzoek Brugha et al. Arch. Gen. Psych. Mei j.l. ASS op volwassen leeftijd

Nadere informatie

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van Autisme-Spectrumstoornissen bij volwassenen

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van Autisme-Spectrumstoornissen bij volwassenen Oplossingen voor Autisme diagnostiek bij Ouderen Sylvia Heijnen-Kohl, psychotherapeut/gezondheidszorgpsycholoog i.o.t. klinisch psycholoog Mondriaan Ouderen Heerlen/Maastricht Diagnostiek van ASS Multidisciplinaire

Nadere informatie

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

SRS-A. Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum HTS Report SRS-A Screeningslijst voor autismespectrumstoornissen bij volwassenen ID 15890-3155 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vriendin INLEIDING SRS-A 2/6 Inleiding De SRS-A

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Een nieuw instrument voor sensorische gevoeligheid

Een nieuw instrument voor sensorische gevoeligheid EERSTE VERKENNINGEN Een nieuw instrument voor sensorische gevoeligheid Anne G. Lever en Hilde M. Geurts SAMENVATTING SUMMARY Binnen de DSM-5 wordt sensorische gevoeligheid opgenomen als één van de symptomen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie