Rijnlandsdiepe jutten: drijflagen van cyanobacteriën, ondanks goede waterkwaliteit?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rijnlandsdiepe jutten: drijflagen van cyanobacteriën, ondanks goede waterkwaliteit?"

Transcriptie

1 Rijnlandsdiepe jutten: drijflagen van cyanobacteriën, ondanks goede waterkwaliteit? BRUCE MCHELSE, HOOGHEEMRAADSCHA RJLAD BAS BEGS, EDERLADS STTUUT VOOR ECOLOGSCH ODERZOEK - CETRUM VOOR LMOLOGE Her beheersgebied vanhethoogheemraadschap van Rijnland rek 17diepepurtendiezich van overigedelen van hetwatersysteem onderscheiden doordatze gedurende minimaal eendeelvanhet jaar meetbare tcmperatutirstratijicatic vertonen.stratificatie ishetopdelen van de waterkolomin lagen metverschillende temperatuur, metalsgevolg datdeuitwisselingtussenboven-en underlain] kleinwordt.dir beïnvloedtdewaterkwaliteit.allemetingen111 dediepeputten van Rijnland zijn geanalyseerdomecubeeldvande waterkwaliteit tekunnenschetsen en de vergelijking methetoverig oppervlaktewater 111 Rijnland mogelijk temaken.deresultaten hiervanzijn opvallend. Ondanksecu goedewaterkwaliteit komen111 dediepeputten veelcvanobaaeriè'nvoor.de vraag luidt nu ofhieraan ersredoenvalt. Doorhetgecombineerdeeffect vanstratificatieenverblijftijd treden verschillenop tussen diepe puttenende restvanhetoppervlaktewater:meerdoorzichtenminderalgenbiomassa,afhankelijk vandeverblijftijd. Daarentegen maakthetverschijnsel stratificatie diepe putten geschiktalshabitatvoorcyanobacteriè'n met drijfvermogen, waardoordegevoeligheidvan diepe puttenvoordrijflagen ookbijlage nutriëntgehalten aanwezigblijft. Eenbelangrijke vraagmetbetrekkingtotde nutennoodzaak van nutrientreductieindiepe putten isof de overlastdoordrijflagen, diezelfsoptreedt bij lage nutriëntgehalten, aanvullendebeheersmaatregelen verlangt.verderbestaat behoefte aankennisomdeafweging te kunnen maken tussen verondiepenof niet.dezekenniszalvoor eendeel uitde praktijk moetenwordenafgeleid,incombinatie met modeltoepassingen. Dediepe putten inhetgebiedvanhet Hoogheemraadschap vanrijnland gaan meestal tot15 à4 meterde grondin.zezijn ontstaandoorzand-, grind-of kleiwinningen kenmerkenzichdoorstratificatie inhet zomerhalfjaar. Discussieoverde herinrichting vandediepe putten vormdevoorhethoogheemraadschapvanrijnland een aanleiding tot hetuitvoeren vaneen studie naar eutrofiëringindiepe putten. Devolgende punten waren hierbij uitgangspunt: hetonderscheid tussen eutrofiëringvariabeleninde diepe putten inverhouding tot derestvanhetboezemsysteem vanrijnland, de sturendeprocessenvoorde waterkwaliteit indiepe putten endeimplicatiesvoor hetbeleid tenaanzienvande herinrichting vande diepe putten. Hiertoezijn allerelevante meetgegevens Tabel 1 Diepeut Oosterdulnmeer Valken burgse moei Mooie el Molenplas Tooien burg Doesheven Zwel land H bosplas Braassemmermeer 't Joppe V iet landen Westbroekpias Zoete rmeerseptas Zegerplas Broek vel den Vette broek Klinkenberger/voorhol. Ml ieuw a meer = stikstofllmitatie 3 fostorl imitatie stikstof en fosforlimitatle m nutrientlimitatle m geïsoleerde put = open put = niet qeisoleerde put Doorzicht -SO Tolaal g/m > Totaa g/m Chlororyl mo/ms utrient uitputting.,,.. vande waterkwaliteit inrijnlands diepe putten uitde periode1977-2opeenrijgezeten ishiervaneenanalyseuitgevoerd.hierin wordteenvergelijking gemaakt tussendediepe putten endeboezemkanalen en -meren. Overigens wordt mde analysenietgekeken naar toxische stoffen. Waterkwaliteit Rijnlands beheersgebied telt17diepe watersystemen waarinseizoensgebonden temperatuurstratificaticgedurendeenkele maanden optreedt.stratificatie resulteert in het scheidenvande waterkolomineenoppervlakkig epilimnion eneendiephypolimnion.temperatuurstratificatieontwikkeltzichwanneer eendoor zonnestralingoptredendeverticale temperatuurgradiënt nietkanwordenopgehevendoorwindmenging.n tabel 1isvoorde putten naasteen aantalrecentezomergemiddeldenvanwaterkwaliteitsparameters deeventueeloptredende nutriëntuitputting, maximalediepte,de inaantallen belangrijkste cyanobacteriën en hetvoorkomenvan drijflagengepresenteerd. utriënruirputting wordt aangenomen indiende concentraties opgeloste nutriënten gedurende hetgroeiseizoenonder de detectielimiet komen.ndekolom "isolatie" isaangegeven inwelke matedebetreffende put in verbindingstaatmet hetoverigeoppervlaktewater: "" betekentgeïsoleerd,dusnagenoeguitwisselingmethetoverigoppervlaktewater, ""betekent "nietgeïsoleerd" ofwel enige uitwisseling metoverigoppervlaktewateren "O" staatvoor "openputren", waarbijbedoeldwordt putten diezichinander oppervlaktewater bevinden.ditzijndiepe (stratificatie vertonende]delenvanboezemmeren.deverblijftijden zijnzonderanalyse en metingvandehydrologieniettebepalen.deze variërenvanweken (open putten) totvele jaren (geïsoleerde putten). Doorzicht Uitdetabelwordtduidelijk dathetzomer- Max Diepte S solatie Drijflagen Getalsmatig Belangrijkste Cyanobaclerie Mlcrosystis Mlcrosystls Aphanlzomen on/ml c roc y»t l s Anabaena/lanktothrlx/Mlcrocystis M i c r oc y st s/ap h a n i lomen rd A nabaena M i c r oc y st sy Ap ha n i to me n n/ A nabae na Aphanlzomanon/Anabaena/Mlcroeystis (loti 994) H2.O

2 :t ***** Afb. i: Gemiddeldebiomassavandrijflaagvormende ganohaaaim in diepeputtei inhetbeheersgebied vanhethoogheemraadschap vanrijnland. 5 s 5 i 4 i i i s * t i i i b & è 4 Afb.2: Resultatenvanheteenvoudigechloridcmodelopbasis van dewaterbalans vanbroekveldenvettenbroek. gemiddelde doorzicht tussen de putten verschillend is, maar in de meeste putten boven de zwemwaternorm van één meter uitkomt en altijd de MTR-norm van.5 meter haalt. Alle putten voldoen verder aan demtr voor chlorofyl, namelijk roo mg per kubieke meter. Twee verklaringen zijn er voor het - in verhouding tot het overige, ondiepere oppervlaktewater in Rijnland - hoge doorzicht in de diepe putten. Enerzijds leidt een verhoogde netto sedimentatie tot lagere concentraties zwevend stof inclusief fytoplankton. Anderzijds wordt in sommige putten de groei van het fytoplankton beperkt door licht als gevolg van een grotere mengdiepte. Dit resulteert in lagere chlorofylconcentraties. Een aanwijzing hiervoor vormt het lage chlorofylgehalte in sommige putten in combinatie met een overmaat aan opgeloste nutriënten en een lage zoöplanktonbiomassa (resultaten niet getoond). utriënten De fosfor- en stikstofgehalten zijn eveneens variabel in Rijnlands diepe putten. Totaalfosfor varieert van ondet de MTR-waarde (.15 g/mï) tot ver erboven. Voor totaal stikstof geldt hetzelfde: waarden zowel ver boven als onder het MTR-niveau (2.2 g/mi) komen voor. De concentratie van totaalnutriënten zegt weinig over de directe beschikbaarheid van nutriënten voor algengroei, maar stelt wel de limiet aan de 'carrying capacity' van het systeem. De concentratie van opgeloste nutriënten is het verschil tussen de concentratie totaalnutriënten en particulaire componenten. Algen kunnen alleen nutriënten in opgeloste vorm benutten voor groei. n het epilimnion treedt in sommige putten uitputting van opgeloste nutriënten op gedurende kortere of langere perioden in het jaar. Dit kan op nutriëntlimitatie van de groei van fytoplankton wijzen. Opvallend is dat in alle geïsoleerde plassen op enig moment uitputting van zowel opgelost fosfor als opgelost stikstof optreedt. Dit geldt slechts voor één van de nietgeïsoleerde en géén van de open putten. Stratificatie Het optreden van seizoensgebonden temperatuurstratificatie is in ederland, waar de meeste meren en plassen ondiep zijn, met name specifiek voor diepe putten. Overigens is in ondiepe systemen regelmatig sprake van microstratificatie. Deze is relatief zwak en zal door wind of afkoeling weer redelijk snel worden afgebroken, het overigens niet betekent dat microstratificatie onbelangrijk is voor algengroei. Met name cyanobacteriën benutten via hun drijfvermogen microstratificatie om tot bloei te komensi. De uitwisseling van opgeloste stoffen tussen epi- en hypolimnion wordt door stratificatie sterk verminderd. Door aërobe dan wel anaërobe afbraak neemt de hoeveelheid opgeloste nutriënten in de onderste laag toe. Door sedimentatie kan echter de verwijdering van particulair materiaal uit het epilimnion vergroot worden. Verder kunnen de temperatuurverschillen over de verticaal leiden tot het met verschillende snelheden verlopen van tcmperatuurafhankelijke processen in epi- en hypolimnion. Uit de metingen blij kt dat het epilimnion tijdens de periode met stratificatie tussen vier en 15 meter diep is. n de put in het Braassemmermcer en in het Joppe is het epilimnion dieper dan die in de overige putten. Dit is mogelijk te wijten aan het feit dat beide putten betrekkelijk goed gemengd zijn door de grotere strijklengtc. Uit de gegevens blijkt verder dat de put in het Braassemmermeer niet continu gestratificeerd is in de zomer, waarschijnlijk om dezelfde reden. Fytoplankton Het gemiddelde seizoensverloop van fytoplankton in Rijnlands diepe putten laat zien dat diatomeeën vroeg in het jaar domineren en eigenlijk het hele jaar door aanwezig zijn in het fytoplankton. Groenwieren kennen een kleine piek in maart. De fytoplanktonbtomassa is het hoogst in de (na)zomer, wanneer cyanobacteriën domineren. Voor zover bekend komen in de meeste - zoniet alle - diepe putten in Rijnland drijflagen voor van cyanobacteriën. Fytoplanktonsoorten met een positieve valsnelheid - een dichtheid groter dan die van water - zullen zeker in een min of meer stabiele waterkolom en de afwezigheid van resuspensie, zoals tijdens stratificatie aan de orde is, niet kunnen concurreren met cyanobacteriën in het bezit van drijfvermogen, zoalsapltamzomenon, Anabaena en. Gezien de ecologische niche die deze groep dus vervult, is het voorkomen ervan in diepe putten te verwachten. n afbeelding 1 is voor de bemonsterde locaties aangegeven wat de aantallen/ml zijn van potentieel drijflaagvormende cyanobacteriën (gemmiddeld over alle dagen waarop deze soorten zijn aangetroffen). Uit de afbeelding blijkt dat de geïsoleerde putten de laagste biomassa van drijflaagvormende cyanobacteriën hebben. Dit hangt samen met de betrekkelijk lage nutriëntgehalten in deze putten (zie verder).deze biomassa in combinatie met de mengdiepte van het water kan worden gebruikt om af te leiden waar de grootste drijflagen kunnen oprreden. De mengdiepte kan worden geschat op basis van diepteprofielen van de temperatuur. Tijdens drijflaagvorming concentreren de voorheen in oplossing voorkomende kolonies zich aan het wateroppervlak. De absolute hoeveelheid cyanobacteriën per vierkante meter wateroppervlak is dus maatgevend voor de potentiële intensiteit van drijflaagvorming, die zoals gesteld in geïsoleerde putten lager zal zijn dan in niet geïsoleerde en open putten Hydrologie De ontwikkeling van de waterkwaliteit in diepe putten hangt sterk samen met de ver- H

3 Chb'itle B*'eki>nü - Chloride Gtmswn Cfiiwide AarKiiim«! Aft), y. Resultaten vanlieteenvoudigechloridemodelopbasis vandewaterbalans vandezegerplas. Aft. 4: argemiddelde vanhetdoorzicht,de totaalnutriënten enhetzomergemiddelde aanchlorojy! inrijnland tussen 1977en2. blijftijd enerzijds, en de kwaliteit van het water waarmee doorstroomd wordt anderzijds. Om dit te illustreren zijn voor een geïsoleerde (Broekvelden Vettenbroek) en voor een niet geïsoleerde plas (Zegerplas) berekende en gemeten chlorideconcentraties weergegeven in afbeelding 2 en 3. Hiertoe zijn eenvoudige waterbalansen opgesteld op dagbasis. De plassen zijn als één compartiment gemodelleerd. Broekvelden Vettenbroek is een geïsoleerde plas. n de jaren na het ontstaan van deze put is de chloridcconcentratie gedaald. De daling van chloride is het gevolg van langzame verdunning van het oorspronkelijk grondwater in de plas na zandwinning door her neerslagoverschot. n de Zegerplas, die in open verbinding staat met Rijnlands boezem, valt op dat de chlorideconcentratie niet afneemt in de tijd maar variabel is en sterk wordt beïnvloed dooide samenstelling van het boezemwater. De invloed van kwel en wegzijging zijn niet noodzakelijk om het verloop te verklaren. Overigens zullen kwel en wegzijging wel degelijk van belang kunnen zijn voor de stoffenbalans van met name geïsoleerde putten; in mindere mate zal dit ook voor de waterbalans gelden. n deze studie is door gebrek aan gegevens echter aandacht aan kwel en wegzijging besteed. Vergelij king eutrofiëringvariabelen Om een beeld te geven van de waterkwaliteit in diepe putten in verhouding tot elkaar en tot de boezem van Rijnland, staan in afbeelding 4 de langjarige gemiddelden van chlorofyl, doorzicht, totaalstikstof en totaalfosfor. Hieruit vallen de volgende zaken af te leiden: Het doorzicht in geïsoleerde putten is het hoogst van alle systemen. Het doorzicht in open putten die onderdeel uitmaken van ondiepe boezemmeren, is hoger dan het algemene doorzicht in de deze boezemmeren en tevens hoger dan het doorzicht in niet geïsoleerde putten. De gehaltes chlorofyl nemen toe in de reeks geïsoleerde putten - met geïsoleerde putten - open putten - boezemmeren en - kanalen. Opvallend is dat niet geïsoleerde putten hogere nutriëntgehaltes laten zien dan open putten en grote ondiepe boezemmeren. De gehalten totaalnutriënt zijn in geïsoleerde putten het laagst. Met name totaalfosfor is in geïsoleerde putten opvallend laag. n de afbeeldingen 5a en 5bis te zien dat de geïsoleerde putten ook de laagste concentraties opgeloste nutriënten hebben. Het grootste deel van de totaalstikstof in de boezemkanalen zit blijkbaar in detritus en algen. Zo kan het dat de opgeloste concentratie van nitraat in de boezemkanalen niet hoger is dan die in niet geïsoleerde putten, terwijl de totaalconcentratie van stikstof dat wel is. Opmerkelijk is verder dat niet geïsoleerde putten hogere opgeloste nutriëntgehalten laten zien dan open putten en grote ondiepe boezemmeren. De opgeloste nutriëntgehalten zijn in geïsoleerde putten het laagst. Samenvattend: geïsoleerde putten hebben de laagste nutriënt- en chlorofylgehalten, boezemkanalen de hoogste. Daarmee samenhangend is het doorzicht het hoogste in de geïsoleerde diepe systemen en het laagst in de boezcmkanalen. n reeds nutriëntgelimiteerde putten zal een verdere afname van de hoeveelheid (opgeloste) nutriënten initieel een duidelijker positief effect hebben op het doorzicht, dan in niet nutriëntgelimiteerde putten. Verder is het aannemelijk dat ook de cyanobacteriebiomassa zal afnemen bij nutriëntreductie, maar zelfs in betrekkelijk nutriëntarme - geïsoleerde - putten blijken drijflagen nog voor te komen. Afb. 5a: Gemiddeldverloop vanopgeloste fosfor doorhetjaar heeninrijnland. A/b. 5b: Gemiddeldverloop vannitraatdoorhetjaarheen111 Rijnland. f 8.6 Geïsoleerde utten iet geïsoleerde putten w 2 1.S - iet geïsoleerd«putten Open putten 1 Boeiemkanalen 5 - Boezem kanalen //> />/ *///// // f*'* *///// H2O

4 Discussie Diepe putten vallen evenals de rest van Rijnlands polder- en boezemsystemen onder de nationaal en provinciaal geldende waterkwaliteitsdoelstellingen. Deze definiëren naast de MTR-waarden ook de gewenste eindsituatie in termen van waterkwaliteitsnormen (streefwaarden). Het beleid van het Hoogheemraadschap van Rijnland ten aanzien van ingrepen in diepe putten komt erop neer dat deze zijn toegestaan mits significante achteruitgang van de waterkwaliteit oprreedt als gevolg van de ingreep.bij de invulling van het begrip significantie is gebruik gemaakt van een gereduceerde versie van het ecologische beoordelingssysteem van STOWA. Met name de fysisch chemische parameters krijgen in de gereduceerde aanpak aandacht, om de simpele reden dat deze betrekkelijk efficiënt te meten zijn en in het verleden ook daadwerkelijk veel zijn gemeten. Grofweg twee belangrijke factoren bepalen de concentraties van stoffen in een watersysteem: enerzijds de binnenkomende concentraties en vrachten, anderzijds fysische (bijvoorbeeld sedimentatie), chemische (bijvoorbeeld adsorptie) en biologische (onder andere denitrificatie en primaire productie) processen die in het systeem werken. Zelfreinigend is in principe ieder systeem waar verwijderingprocessen optreden. De mare waarin dit effect resulteert in een schoon systeem, hangt echter af van de mate (lees: vracht) waarin het systeem weer verontreinigd wordt. Hydrologische en morfologische kenmerken die waarschijnlijk een positieve effect hebben op de waterkwaliteit van (geïsoleerde) diepe putten met betrekking tot de hierboven behandelde parameters zijn de lange verblijftijd en de grore diepte (sedimentatie als gevolg van stratificatie). De niet geïsoleerde putten worden grotendeels door de boezemkanalen gevoed. De geïsoleerde putten worden met name door neerslag en eventueel kwel gevoed. Kwel is sterk wisselend in kwaliteit. Afhankelijk van de locatie kan deze bijdragen aan een goede waterkwaliteit in de plas ofjuist verantwoordelijk zijn voor sterke eutrofiëring. De boezemkanalen hebben veel nutriënren, hoge chlorofylconcentraties en een laag doorzicht. De getoonde resultaten geven steun aan de volgende hypothese: Hoe langer de verblijftijd van het (diepe) deelsysteem, hoe schoner het systeem wordt ten opzichte van het eutrofe aanvoerwater. iet geïsoleerde putten zijn klein ten opzichte van de grotere boezemmeren. Door de relatief grote verblijftijd in boezemmeren zullen processen als sedimentatie en denitrificatie langer de kans hebben nutriënten te verwijderen. Dit verklaart mogelijk de verbetering van boezemmeren ten opzichte van het water in de boezemkanalen, waarmee ze 'gevoed' worden. De open putten worden volgens deze denkwijze op hun beurt gevoed met door de rest van het boezemmeer voorgezuiverd water voordat het de put bereikt. Door stratificatie in de put zal lokaal de sedimentatie hoger kunnen zijn, het bijdraagt aan de lagere chlorofylgehaltes en het hogere doorzicht ten opzichte van de boezemmeren waarvan ze deel uitmaken. Voorwaarde voor dit scenario is wel dat het deelsysteem van de diepe put hydrologisch gezien voldoende is geïsoleerd van het omringende open warer. Opvallend is derhalve dat ongeveer evenveel nutriënten in deboezemmeren als m de open putten voorkomen. iet geïsoleerde putten hebben waarschijnlijk een vergelijkbare (of grotere) verblijftijd dan open putten. Het aangevoerde water uit de boezemkanalen is echter van slechtere kwaliteit dan het water van de boezemmeren dat wordt aangevoerd in de open putten. Zoals uit de afbeeldingen blijkt, hebben niet geïsoleerde putten zowel een lager doorzicht als een lager chlorofylgehalte dan open putten. Dit wijst erop dat in niet geïsoleerde putten meer dood zwevend materiaal voorkomt. Vergelijking van metingen van zwevendstof bevestigt dit. Mogelijk is de oorzaak hiervan het afsterven van de grote concentratie algen uit de boezemkanalen door het verslechterde lichtklimaat, terwijl een deel van de hieruit ontstane detritus gemeten wordt als droogrest. De geïsoleerde putten hebben zowel het minst eutrofe aanvoerwater als de langste verblijftijd. Dit is de reden dat deze diepe putten het hoogste doorzicht hebben. Door de lage nutriëntgehalten kan worden verwacht dat de algenbiomassa van drijvende cyanobacterien het laagst is in geïsoleerde diepe putten. Dit wordt ondersteund door de gegevens. Als gevolg van eutrofiëring die een piek kende in de jaren zestig tot tachtig in de vorige eeuw is de hoeveelheid cyanobacterien toegenomen en is hun bloei intensiever en langduriger. n ondiepe systemen leidt eutrofiëring ook wel tot bloei van,aphanizomenon en Anabaena, maar is de draadvormende cyanobacterie lanktothrix toch kenmerkender. lanktotfirix vertoont niet of nauwelijks drijflaagvorming. n systemen met een intermediaire diepte, zoals het Jsselmeer, wisselen bloeien van lanktothrix en elkaar af (met de nadruk op de laatste soort). De eerste melding van bloei van cyanobacterien dateert al uit 1934, dus slechts twee jaar na de afsluiting van de Zuiderzee 2!. Ook hier geldt dat eutrofiëring niet de oorzaak van de bloei is, maar wel van de intensivering ervan. Ook uit de internationale literatuur is het voorkomen van giftige cyanobactenebloei in door eutrofiëring nog niet belaste, diepe systemen bekende. n de Klinkenbergerpias, één van de nutriëntarmste van Rijnland, wordt sinds 21 de cyanobacterie lanktothrixalbescens aangetroffen. Tegelijkertijd is een hoge concentratie cyanobacterietoxine (microcystine) gemeten die waarschijnlijk door deze soort is veroorzaakt. kent van nature min of meer kortstondige bloeien. Een probleem voor het waterbeheer is dat de soort niet talrijk hoeft te zijn om toch overlast te veroorzaken. Dit komt omdat een drijflaag ontstaat door het opstijgen van een groot deel van de cyanobacteriebiomassa vanuit diepere delen van de waterkolom. Door drijflaagvorming aan de oever - waar het contact met het water het meest intensiefis - kunnen lage aantallen toxische toch tot risico's voor zwemmers leiden. Drijflaagvorming kan aanleiding zijn de recreatie te beperken 1 ;. Een goed voorbeeld hiervan betreft het Veluwemeer, waar in 1998 een kleine bloei van optrad bij totaalfosforgehalten van omstreeks.6 gram per kubieke meter, maar waar toch sprake was van overlast aan zwemstranden. Hetzelfde verschijnsel doet zich waarschijnlijk ook voor in Rijnlands diepe putten. Het optreden van een zomergemiddelde abundantie van 29 procent van in Broekvelden Vettenbroek bij een zomergemiddelde totaalfosforgehalte van.46 gram per kubieke meter in 1999 wijst hierop. Door dit alles rijst de vraag of het bestrijden van cyanobacterien in diepe putten zinvol of logisch is, zoals dat wel voor de ondiepe systemen lijkt te gelden. Ondiepe meren gedragen zich anders dan diepe meren onder invloed van herstelmaatregelen. Ondiepe systemen hebben meer mogelijkheden voor vestiging van macrofyten en mosselen, die een positief effect op de helderheid van een systeem hebben. Dit maakt het optreden van alternatieve evenwichtssituaties beter mogelijk, waarbij een overgang van de troebele stabiele toestand naar de heldere stabiele toestand een sterke vermindering van de algenbiomassa kan mhoudens!. Een reductie van cyanobacterien m diepe putten met steile oevers, zoals veel voormalige zandwinputten, kan waarschijnlijk uitsluitend geleidelijk bereikt worden, waarbij niet kan worden uitgesloten dat een soort als aanwezig zal blijven (zij het in lagere dichtheden). Terug naar de uitgangspunten Alle geïsoleerde diepe putten vertonen uitputting van opgeloste nutriënten; De meest eutrofe putten zijn putten die direct in verbinding staan met de boezemkanalen; Alle diepe putten voldoen zowel wat 24 HzO» 17-22

5 betreft chlorofyl als doorzicht aan de MTRwaatde. Overigens is het goed nog eens vast te stellen dat een MTR van 1 mg/mï weinig tot niets zegt over de gezondheid van het aquatisch ecosysteem. Een meer met een zomergemiddclde chlorofylconcentratie van roo mg/mï is sterk geeutrofieê'rd, zal arm zijn aan ondergedoken waterplanten en zal naar alle waarschijnlijkheid aanzienlijke overlast door cyanobacterien kennen; Stratificatie in diepe putten levert in Rijnland nadeel op met betrekking tot de zuurstof- of nutriënt huishouding in vergelijking met overig oppervlaktewater in Rijnlands boezem; Alle diepe putten in Rijnland vertonen voor zover bekend een zekere mate van overlast (dtijflaagvorming en toxische bloeien) door cyanobacterien. Dit geldt ook voor de nutnéntarmere putten. Sturende processen Sedimentatie van levende en dode algen en overig particulair materiaal naar diepere delen van diepe putten zorgt waarschijnlijk voor een aanzienlijke mate van verwijdering van nutriënten uit de bovenste waterlagen van diepe putten. Verder schept stratificatie een milieu waarin cyanobacterien een sterke concurrentiepositie ten opzichte van andere algen hebben. mplicaties voor herinrichting diepe purteii Alhoewel de waterkwaliteit van diepe putten vaak relatief goed is met betrekking tot nutriënten en doorzicht, is het niet duidelijk voor de beheerder of deze voordelen van een diep watersysteem opwegen tegen de nadelen van drijflaagvormende en potentieel toxische cyanobacterien, die juist in diepere systemen hun niche vinden. Dit hangt af van de mate van overlast. Symptoombestrijding als kunstmatige menging is - hoewel zeer effectief tegen drijflagen - niet duurzaam. Geslaagde nutriëntreductie zal de ernst van overlast door drijflagen doen afnemen, maar kan deze niet uitsluiten. Als achterhaald kan worden ofverondieping werkelijk zal leiden tot ecologische gezonde watersystemen, met een hogere biodiversiteit (het primair afhankelijk is van de vestiging van ondergedoken waterplanten) dande huidige diepe putten kan het beleid hiermee een alternatief worden geboden. Op dit moment is de kennis te beperkt om sluitende uitspraken te doen. Om de effecten van een voorgenomen ingreep te toetsen is het cruciaal om vooraf een goede schatting te maken van de toekomstige situatie. Tijdens het schrijven van dit artikel werd modelmatig onderzoek uitgevoerd naar de te verwachten effecten van verschillende verondiepingscenario's op de waterkwaliteit van de Zegerplas. LTERATUUR: ; Chorus. en]. Bertram [1999]. Toxic eaynobaaena m water. A guide to their public helath consequences, monitoring and management. St. Edmundsbury ress. 2] Wibaut-sebree Moens. (1954). lankton: n 'Veranderingen tn dcflora en fauna van de Zuiderzee na de a/sharing in 19-1,1'. ederlands Dierkundige Vereniging 5' lbelmgs B. [199z). Cyanobacterial waterblooms: the role of buoyancy in watercolumns of varying stability. roefschrift Universiteit van Amsterdam. 4] Reynolds C. (1984}. The ecology offreshwarer plankton. Cambridge University ress. 5) Seheffer M. (1998). Ecology of Shallow Lakes. Chapman & Hall. 6; Van der Veer B. enj. Koedood (1995). Bestrijding algen ieuwe Meer. Eindrapportage van de stuurgroep Riolering en waterhuishouding Amsterdam/Hoogheemraadschap van Ri iilaud.

Epilimnion 100. Waterkwaliteit in Diepe Putten: Voorbeelden uit Rijnlands beheersgebied. Dood/mineralisatie. Primaire productie.

Epilimnion 100. Waterkwaliteit in Diepe Putten: Voorbeelden uit Rijnlands beheersgebied. Dood/mineralisatie. Primaire productie. Waterkwaliteit in Diepe Putten: oorbeelden uit Rijnlands beheersgebied Bruce Michielsen en Harm Gerrits Temperatuurgradient vs diepte Rijnlands Diepe Putten. Hoe onderscheiden DP n zich van overig water?

Nadere informatie

Hoogheemraadschap van Rijnland Onderzoek neveneffecten luchtmenginstallaties op diepe plassen

Hoogheemraadschap van Rijnland Onderzoek neveneffecten luchtmenginstallaties op diepe plassen Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Hoogheemraadschap van Rijnland Onderzoek neveneffecten luchtmenginstallaties op diepe plassen INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1. INLEIDING 1 1.1. Aanleiding 1 1.2. Doel

Nadere informatie

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10. is opgenomen III.2. Waterkwaliteit De meetpunten van het chemische meetnet liggen

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen 2. Waterkwaliteit De zomergemiddelden voor 2008 van drie waterkwaliteitsparameters

Nadere informatie

Helder water door quaggamossel

Helder water door quaggamossel Helder water door quaggamossel Kansen en risico s Een nieuwe mosselsoort, de quaggamossel, heeft zich in een deel van de Rijnlandse wateren kunnen vestigen. De mossel filtert algen en zwevend stof uit

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Hoe een watersysteemanalyse leidt tot slibmaatregelen

Hoe een watersysteemanalyse leidt tot slibmaatregelen Hoe een watersysteemanalyse leidt tot slibmaatregelen Welke vragen krijgen we als kwaliteitsbeheerders/ecologen? Onderliggende problemen met waterkwaliteit en ecologie Hoe beantwoorden we deze vragen?

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 14 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen

Vermesting in meren en plassen Indicator 16 december 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en

Nadere informatie

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018 1. Inleiding In het beheergebied van waterschap Zuiderzeeland liggen 18 KRW-waterlichamen (zie figuur 1 op volgende pagina). Deze waterlichamen worden zowel

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ. L. Peperzak (31) (0)

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ. L. Peperzak (31) (0) Werkdocument Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Aan Veerse Meer projectgroep Contactpersoon Doorkiesnummer L. Peperzak (31) (0)

Nadere informatie

Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool

Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool Kwantitatieve analyse effecten zonnepark Model en analysetool Rick Wortelboer, Sibren Loos Workshop STOWA 23 mei 2019 Directe effecten Conceptueel schema Ook indirecte effecten zijn van belang Hoe? - welke

Nadere informatie

Aquatische ecologie. Module 1: Ecologische principes van watersystemen. Lesdag 1. drs. M. Maessen (Grontmij)

Aquatische ecologie. Module 1: Ecologische principes van watersystemen. Lesdag 1. drs. M. Maessen (Grontmij) lesdag onderwerp docent(en) Module 1: Ecologische principes van watersystemen Lesdag 1 Ochtend - Watersysteem - Van mondiaal tot lokaal - Kringlopen en balansen - Hydrologische kringloop - Relatie grondwater

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten

Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten 21 3.12 KWALITEIT OPPERVLAKTEWATER P Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (2=1) 12 P landbouw N landbouw P huishoudens N huishoudens

Nadere informatie

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden

Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Functioneren van het voedselweb in het Eems estuarium onder gemiddelde en extreme omstandigheden Victor N. de Jonge, november 2013 Het Eems estuarium vormt ecologisch gezien één groot geheel, maar dat

Nadere informatie

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0

ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL. Westeinderplassen Archimedesweg 1 CORSA nummer: zie postadres: versie: 0 ACTUALISATIE ZWEMWATERPROFIEL Westeinderplassen - Archimedesweg CORSA nummer: zie. postadres: versie: postbus auteur: Piet van der Wee AD Leiden oplage: telefoon () datum: i telefax () projectnummer: Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

Ondiep water, meer leven. hoe gevaarlijk en diep water eenvoudig te veranderen in een levendige en veilige plas

Ondiep water, meer leven. hoe gevaarlijk en diep water eenvoudig te veranderen in een levendige en veilige plas Ondiep water, meer leven hoe gevaarlijk en diep water eenvoudig te veranderen in een levendige en veilige plas zoals het nu is Diep water is koud en stil Nederland kent vele diepe waterplassen die ontstaan

Nadere informatie

Kunnen we watervegetaties sturen en zo ja, welke kant gaan we dan op? Marcel van den Berg RWS Ruurd Noordhuis - Deltares

Kunnen we watervegetaties sturen en zo ja, welke kant gaan we dan op? Marcel van den Berg RWS Ruurd Noordhuis - Deltares Kunnen we watervegetaties sturen en zo ja, welke kant gaan we dan op? Marcel van den Berg RWS Ruurd Noordhuis - Deltares 1 oktober 2013 Waterplanten 2 Vissennetwerk 1 oktober 2013 Waarom niet blij met

Nadere informatie

Memo. ing. L. Dielen. ldielen@breijn.nl. Datum 1 juli 2011 Onderwerp Aanleg forellenvijver te Boerdonk Ons kenmerk 2411034. Van

Memo. ing. L. Dielen. ldielen@breijn.nl. Datum 1 juli 2011 Onderwerp Aanleg forellenvijver te Boerdonk Ons kenmerk 2411034. Van Memo Datum 1 juli 2011 Onderwerp Aanleg forellenvijver te Boerdonk Van ing. L. Dielen Telefoon +31 (0)73 658 22 51 Fax +31 (0)73 658 22 99 E-mail ldielen@breijn.nl Aan de heer C. Stelling, Planomar de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Inleiding Ondiepe meren zijn vaak sterk geëutrofieerd als gevolg van een hoge nutriënteninput via rivieren of via run-off van omliggende landbouwgronden. Ook in Nederland zijn

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2015 Samenstellers Afdeling

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas

Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas Wat kunnen we leren van de droogte van 1976 in relatie tot gevolgen van klimaatverandering? Casus Loenderveense plas Sebastiaan Schep sebastiaan.schep@witteveenbos.com Aanleiding voor mijn verhaal Ik maak

Nadere informatie

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014

Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaanderen is milieu Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Vlaamse MilieuMaatschappij www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Fysisch-chemische kwaliteit oppervlaktewater 2014 Samenstellers Afdeling

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel De Grote speelweide Amsterdamse Bos 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077462 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1

Nadere informatie

Troebel water verhelderd

Troebel water verhelderd Troebel water verhelderd Ellis Penning met dank aan o.a. Maarten Ouboter, Rob Uittenbogaard, Menno Gensebergen Over meren en plassen Troebelheid vaak centrale problematiek Waar komt troebelheid vandaan?

Nadere informatie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie

Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Waterkwaliteit 2: Natuur/chemie Prof. ir. Hans van Dijk 1 Afdeling Watermanagement Sectie Gezondheidstechniek Inhoud hydrologische kringloop kwalitatief 1. regenwater 2. afstromend/oppervlaktewater. infiltratie

Nadere informatie

Lesdag 1: woensdag 15 maart 2017

Lesdag 1: woensdag 15 maart 2017 Aristo Zalencentrum, Brennerbaan 150, 3524 BN Utrecht Laura Bon, (030) 60 69 415, laura.bon@wateropleidingen.nl Daniëlle Thomas (030) 60 69 402, danielle.thomas@wateropleidingen.nl Lesdag 1: woensdag 15

Nadere informatie

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde wat komt aan de orde Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer Symposium Diepe plassen Amersfoort, 11 september 2008 Mike van der Linden enkele inleidende opmerkingen diepe

Nadere informatie

Adapting to drought and salinisation in the coupled groundwater surface water system. Joost Delsman

Adapting to drought and salinisation in the coupled groundwater surface water system. Joost Delsman Adapting to drought and salinisation in the coupled groundwater surface water system Joost Delsman Onderzoek naar zoetwatervoorziening? Doel van het onderzoek Adaptating to drought and salinisation in

Nadere informatie

Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt. 1. Aanleiding

Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt. 1. Aanleiding Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt 1. Aanleiding In 2012 is het uwbp door de Verenigde Vergadering vastgesteld. Hierin is opgenomen om 5 KRW maatregelen uit het Waterbeheersplan 2009-2015

Nadere informatie

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Joke Nijburg 1 Inhoud: Aanleiding Beleid Uitvoeringsmethodieken Voor- en nadelen visstand Praktijkvoorbeelden Conclusies 2 Aanleiding Waterkwaliteit

Nadere informatie

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet Aanleiding Aanleg natuurvriendelijke oevers belangrijk in waterbeheer Bij aanleg mist vaak de relatie met de

Nadere informatie

Factsheet: NL43_11 Bussloo

Factsheet: NL43_11 Bussloo Factsheet: NL43_11 Bussloo -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst. Deze

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 13 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie

Kennisvraag: Wat zijn de fysisch chemische effecten van de wateroverlast voor de maand juni in vergelijking met andere jaren?

Kennisvraag: Wat zijn de fysisch chemische effecten van de wateroverlast voor de maand juni in vergelijking met andere jaren? Juni 2016 in vergelijking tot voorgaande jaren Kennisvraag: Wat zijn de fysisch chemische effecten van de wateroverlast voor de maand juni in vergelijking met andere jaren? Antwoord: Er zijn in verschillende

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Meijepark 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077470 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077479 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht De meerwaarde: een casus Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht Conclusies Wat is de meerwaarde van een systeemanalyse (ESF-analyse)? Diagnose: wat zijn de bepalende

Nadere informatie

Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied. Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos

Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied. Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos Naar een duurzaam beheer van het veenweidegebied Piet-Jan Westendorp Aquatisch ecoloog Witteveen+Bos Inleiding Is een duurzaam beheer mogelijk? Nederland veenland Huidige toestand veenweidegebied Streefbeeld

Nadere informatie

Blauwalgen in Nederland

Blauwalgen in Nederland Blauwalgen in Nederland Landelijk beeld 2-2 DG Water februari 21 Blauwalgen in Nederland Landelijk beeld 2-2 dossier : D32 registratienummer : WA-WN2141 versie : 1 DG Water februari 21 DHV B.V. Niets uit

Nadere informatie

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers

Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Niels Evers Waarom zijn er normen en waarom deze presentatie? Normen en waarden voor nutriënten (Van Liere en Jonkers, 2002) Normen om te weten of iets goed is of niet Wetenschap én politiek Er zit altijd ontwikkeling

Nadere informatie

Viral Lysis of Marine Microbes in Relation to Vertical Stratification K.D.A. Mojica

Viral Lysis of Marine Microbes in Relation to Vertical Stratification K.D.A. Mojica Viral Lysis of Marine Microbes in Relation to Vertical Stratification K.D.A. Mojica Mariene micro-organismen vertegenwoordigen het grootste reservoir van organische koolstof in de oceaan en hebben een

Nadere informatie

Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest

Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest eindrapport : BIM-2005 aantal blz. : 5 blz : 1 Eindrapport analyses controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk gewest - 2005 1. Staalname Staaknames werden uitgevoerd op: 19/05/05;

Nadere informatie

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetstrategie en methodiek macrofyten //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Resultaten onderzoek relatieve bronnen. B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse)

Resultaten onderzoek relatieve bronnen. B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse) Resultaten onderzoek relatieve bronnen B-ware en Royal Haskoning (proefsloten) HH Stichtse Rijnlanden en Aequator (polderanalyse) Overzicht Aanleiding Aanpak Vervolg Waterkwaliteit Lopikerwaard Welke bronnen

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

Growth and Functioning of the Microbial Plankton Community: Effects of Temperature, Nutrients and Light V.S. Brauer

Growth and Functioning of the Microbial Plankton Community: Effects of Temperature, Nutrients and Light V.S. Brauer Growth and Functioning of the Microbial Plankton Community: Effects of Temperature, Nutrients and Light V.S. Brauer Samenvatting 140 Plankton vormt de basis van de voedselketens in meren, zeeën en oceanen.

Nadere informatie

Ervaringen met de bestrijding van overlast door blauwalgen. Guido Waajen Waterschap Brabantse Delta 10 april 2008

Ervaringen met de bestrijding van overlast door blauwalgen. Guido Waajen Waterschap Brabantse Delta 10 april 2008 Ervaringen met de bestrijding van overlast door blauwalgen Guido Waajen Waterschap Brabantse Delta 10 april 2008 Inhoud Inleiding op waterschap Gerstestro Actief biologisch beheer Mengen Combinatie van

Nadere informatie

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009 Indicator 6 maart 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De meeste waterlichamen voldoen

Nadere informatie

Homogeen meetnet. Resultaten en beoordeling

Homogeen meetnet. Resultaten en beoordeling Homogeen meetnet Resultaten 2011-2013 en beoordeling Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Een balans van de waterkwaliteit... 5 2.1. Organische vervuiling en eutrofiëring... 5 2.2. Toxische vervuiling...

Nadere informatie

Waterplanten en Waterkwaliteit

Waterplanten en Waterkwaliteit Waterplanten en Waterkwaliteit Leon van den Berg Moni Poelen Monique van Kempen Laury Loeffen Sarah Faye Harpenslager Jeroen Geurts Fons Smolders Leon Lamers Platform Ecologisch Herstel Meren Vrijdag 11

Nadere informatie

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12.

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12. Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem Auteurs S. Janssen, S. Zierfuss Registratienummer 12.55095 17-12-12 Versie Status definitief

Nadere informatie

2007/

2007/ venijssel www.overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425 48 41 Uwkenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum

Nadere informatie

Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015)

Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015) Toestandsevaluatie Natuur 2015 (T2015) Belangrijkste toestand en trend resultaten thema s waterkwaliteit, leefomgeving, fauna en flora Opzet Evaluatie natuurlijkheid hoofdlijnen Thema waterkwaliteit Thema

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21

2 De zuivering van afvalwater Typen bedrijfsafvalwater De zuivering in vogelvlucht Afsluiting 21 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Waterverontreiniging: aard en omvang 9 1.1 Oorzaken van de waterverontreiniging 9 1.2 Om welke stoffen gaat het? 10 1.3 Kengetallen van waterverontreiniging 12 1.4 Afsluiting

Nadere informatie

Duurzame landbouw door bodemschimmels

Duurzame landbouw door bodemschimmels Duurzame landbouw door bodemschimmels Omdat er in natuurgebieden over het algemeen veel bodemschimmels leven, wordt vaak gedacht dat de aanwezigheid van schimmels in een akker of in grasland een kenmerk

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad

Chemisch wateronderzoek 1. klimaatstad. water leeft 2. Abio. klimaatstad Chemisch wateronderzoek 1 water leeft 2 Abio Chemisch wateronderzoek 2 Chemisch wateronderzoek 3 WATER LEEFT Chemisch wateronderzoek Een goede waterkwaliteit is van groot belang voor het leven van waterdieren

Nadere informatie

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Zwevende stof vormt een complex mengsel van allerlei verschillende deeltjes, en speelt een belangrijke rol

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

Praktijkproeven blauwalgenbestrijding in Noord-Brabant. Guido Waajen Miquel Lurling 3 november 2009

Praktijkproeven blauwalgenbestrijding in Noord-Brabant. Guido Waajen Miquel Lurling 3 november 2009 Praktijkproeven blauwalgenbestrijding in Noord-Brabant Guido Waajen Miquel Lurling 3 november 2009 Inhoud aanleiding, aanpak eerste voorlopige resultaten Aanleiding Eutrofiëring veel voorkomend probleem

Nadere informatie

Blauwalgen: biologie en toxines

Blauwalgen: biologie en toxines Blauwalgen: biologie en toxines Petra M. Visser Aquatic Microbiology IBED-Universiteit van Amsterdam Blauw- algen = cyanobacteriën Microcystis spp. Anabaena spp. Planktothrix spp. Verdeling op basis van

Nadere informatie

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer Factsheet: NL33HM Hondshalstermeer -DISCLAIMER- De informatie die in deze factsheet wordt weergegeven is bijgewerkt tot en met het moment van het aanmaken van deze factsheet, zoals vermeld in de voettekst.

Nadere informatie

Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen

Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen Aanwezigheid van een bijzondere veenreus Bart Schaub; Hoogheemraadschap van Rijnland Martin Hoorweg; Sportvisserij Nederland Samen met Gerrit van

Nadere informatie

Blauwalgenbestrijding met waterstofperoxide Resultaten experimenten 2009. Bart Reeze (ARCADIS) Hans Matthijs en Petra Visser (UvA)

Blauwalgenbestrijding met waterstofperoxide Resultaten experimenten 2009. Bart Reeze (ARCADIS) Hans Matthijs en Petra Visser (UvA) Blauwalgenbestrijding met waterstofperoxide Resultaten experimenten 2009 Bart Reeze (ARCADIS) Hans Matthijs en Petra Visser (UvA) 1 Inhoud presentatie Waar komt dit idee vandaan? Ontwikkelingsgeschiedenis

Nadere informatie

Samenvatting IJzeradditie als herstelmaatregel

Samenvatting IJzeradditie als herstelmaatregel Samenvatting IJzeradditie als herstelmaatregel De toename van voedingsstoffen in ondiepe meren heeft wereldwijd geleid tot een afname van de waterkwaliteit, waardoor heldere, door planten gedomineerde

Nadere informatie

Riegman & Starink. Consultancy

Riegman & Starink. Consultancy Riegman & Starink Consultancy Huidige vegetatie Knelpunt analyse Fysisch Chemisch Milieu Fysisch Chemisch Milieu Gewenste vegetatie -Voor alle KRW typen -Voor eigen gekozen plantengemeenschap Chemie 1

Nadere informatie

De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016.

De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016. De prestatie-indicatoren genoemd in de presentaties maken onderdeel uit van de begroting 2017, welke is geagendeerd voor de VV van november 2016. Mede ook naar aanleiding van de presentaties in de commissies,

Nadere informatie

LMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan

LMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan LMM e-nieuws 9 Juli 2009 Heruitgave november 2017 Inhoud Modelleren van grondwateraanvulling - Astrid Vrijhoef, RIVM Greppelwaterbemonstering in de veenregio - Arno Hooijboer, RIVM Ook de Engelsen meten

Nadere informatie

Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2006 Colofon Projectleider : Martijn Goffings Projectnummer : PMMG6367 Opdrachtgever : Brussels Instituut voor

Nadere informatie

Stad van de Zon Heerhugowaard

Stad van de Zon Heerhugowaard Stad van de Zon Heerhugowaard Nelen & Schuurmans 30 oktober 2008 Platform Herstel meren en Plassen Gert van Ee HHNK Danneke Verhagen Nelen & Schuurmans Stad van de Zon Heerhugowaard Ligging: ten oosten

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015

Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015 Actualisatie zwemwaterprofiel Vlietland (speelvijver) 2015 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

2 september Van Wet bodembescherming.. De handreiking beoordeling waterbodems: ook voor nutriënten! ... naar Waterwet

2 september Van Wet bodembescherming.. De handreiking beoordeling waterbodems: ook voor nutriënten! ... naar Waterwet Van Wet bodembescherming.. De handreiking beoordeling waterbodems: ook voor nutriënten! Leonard Osté Huidige praktijk: Sanering van Waterbodem vindt plaats in het kader van de Wet Bodembescherming (gewijzigd

Nadere informatie

Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan

Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan Investigations on the Nitrogen Cycle in the Coastal North Sea H. Fan Samenvatting Dit proefschrift gaat over de stikstofcyclus in het Nederlandse kustgebied, waarbij zowel de waterkolom als het sediment

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1

Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1 Prestatie-indicatoren Ecologie 1 december 2015 1 Prestatie-indicatoren ecologie 1. Wat zijn prestatie-indicatoren 2. Keuze prestatie-indicatoren 3. Frequentie rapportage 2 Wat zijn prestatie-indicatoren?

Nadere informatie

Bloei van de blauwalg

Bloei van de blauwalg Bloei van de blauwalg Blooms like it hot was een kop in het wetenschappelijke tijdschrift Science in april 2008. De onderzoekers Hans Paerl en Jef Huisman wijzen daarmee op een toename van de algenbloei

Nadere informatie

Rekentool voor opstellen waterbalans Miriam Collombon (STOWA- AWSA /Wetterskip Fryslân) Jeroen Mandemakers (Witteveen+Bos) 25 januari 2018

Rekentool voor opstellen waterbalans Miriam Collombon (STOWA- AWSA /Wetterskip Fryslân) Jeroen Mandemakers (Witteveen+Bos) 25 januari 2018 Rekentool voor opstellen waterbalans Miriam Collombon (STOWA- AWSA /Wetterskip Fryslân) Jeroen Mandemakers (Witteveen+Bos) 25 januari 2018 Inleiding werksessie: rekentool voor opstellen waterbalans Inhoud

Nadere informatie

Bepaling benodigd doorspoelregime Lijnbaansgracht

Bepaling benodigd doorspoelregime Lijnbaansgracht Doorspoelgemaal Lijnbaansgracht Contactpersoon Mirjam Hulsbos Datum 18 juli 2016 Kenmerk N001-1241330MHB-wga-V01-NL Bepaling benodigd doorspoelregime Lijnbaansgracht 1.1 Inleiding Onder het Kleine Gartmanplantsoen

Nadere informatie

25-3-2015. Sturen op Nutriënten. Sturen op Nutriënten. Doel. Sturen met Water. Sturen op Nutriënten. Waar kijken we naar. Bijeenkomst 19 februari 2015

25-3-2015. Sturen op Nutriënten. Sturen op Nutriënten. Doel. Sturen met Water. Sturen op Nutriënten. Waar kijken we naar. Bijeenkomst 19 februari 2015 Bijeenkomst 19 februari 2015 Jouke Velstra (Acacia Water) 4 Sturen met Water De basisgedachte is dat per perceel de grondwaterstand actief wordt geregeld. Onderwater drainage (OWD) geeft een directe relatie

Nadere informatie

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand?

Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Wat is de chemische toestand? Werkt kwaliteitsbaggeren ook voor de chemische toestand van de KRW? Dr. Jaap Postma Wat is de chemische toestand? Er zijn meerdere beschermingsdoelen voor oppervlaktewater i) Normen voor microverontreinigingen

Nadere informatie

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas. Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De zomer komt er weer aan. Nog even en we kunnen weer naar het strand of lekker zwemmen in het meer. Heerlijk van de zon genieten om vervolgens een verkoelende duik te nemen in

Nadere informatie

Blauwalgenprotocol. tweewekelijks monitoren* (celtellingen*) vanaf start badseizoen. Dagelijks beheer * afgesproken? Ja Nee.

Blauwalgenprotocol. tweewekelijks monitoren* (celtellingen*) vanaf start badseizoen. Dagelijks beheer * afgesproken? Ja Nee. Blauwalgenprotocol tweewekelijks monitoren* (celtellingen*) vanaf start badseizoen Nee drijflaag in of buiten zwemzone òf > 20.000 cellen/ml Ja Dagelijks beheer * afgesproken? Ja Nee drijflaag Dominante

Nadere informatie

Spiegelplas en Ankeveense plassen

Spiegelplas en Ankeveense plassen Spiegelplas en Ankeveense plassen Klankbordgroep Vechtplassen 9 dec 2016 tussenresultaten ecologische systeemanalyse Gerard ter Heerdt en anderen Spiegelplas Toestand: matig Spiegelplas Toestand Biologie

Nadere informatie

Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2009 Colofon Projectleider : Ing. Dieter Croonenborghs Opdrachtgever : Brussels Instituut voor Milieubeheer Publicatiedatum

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016

Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016 Actualisatie zwemwaterprofiel Peddelpoel 2016 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum: april 2016

Nadere informatie

Kwetsbaarheid veenbasis: labmetingen en modelmatige evaluatie. Rob Hendriks

Kwetsbaarheid veenbasis: labmetingen en modelmatige evaluatie. Rob Hendriks Kwetsbaarheid veenbasis: labmetingen en modelmatige evaluatie Rob Hendriks 27-3-2018 Inhoud presentatie 1. Hoe de veenbasis werkt 2. Metingen weerstand veenbasis 3. Wegzijging bij gemeten weerstanden 4.

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Veerplas

Actualisatie zwemwaterprofiel Veerplas Actualisatie zwemwaterprofiel Veerplas - 2017 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 18.077478 postadres: versie: 01 postbus 156 auteurs: P. v.d. Wee / D. Slot 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063

Nadere informatie

Stofstromen in de keten Effecten op lokaal oppervlaktewater. Hans Aalderink & Jeroen Langeveld ARCADIS & Royal Haskoning

Stofstromen in de keten Effecten op lokaal oppervlaktewater. Hans Aalderink & Jeroen Langeveld ARCADIS & Royal Haskoning Stofstromen in de keten Effecten op lokaal oppervlaktewater Hans Aalderink & Jeroen Langeveld ARCADIS & Royal Haskoning Insteek afgelopen decennia Basisinspanning gemengde riolering 7 mm + 2 mm + 0,7 mm/h

Nadere informatie

Actualisatie zwemwaterprofiel Haarlemmermeerse Bos 2016

Actualisatie zwemwaterprofiel Haarlemmermeerse Bos 2016 Actualisatie zwemwaterprofiel Haarlemmermeerse Bos 2016 Archimedesweg 1 CORSA nummer: postadres: versie: 01 postbus 156 auteur: Piet van der Wee 2300 AD Leiden oplage: 1 telefoon (071) 3 063 063 datum:

Nadere informatie

Vlaanderen is milieu. Jaarverslag Water 2016 syntheserapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ.

Vlaanderen is milieu. Jaarverslag Water 2016 syntheserapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ. Vlaanderen is milieu Jaarverslag Water 2016 syntheserapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be DOCUMENTBESCHRIJVING Titel Jaarverslag water 2016 Samenstellers Afdeling Rapportering Water, VMM Inhoud

Nadere informatie

LMM e-nieuws 12. Inhoud. Inleiding. Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater.

LMM e-nieuws 12. Inhoud. Inleiding. Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater. LMM e-nieuws 12 April 2010 Heruitgave november 2017 Inhoud Inleiding Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater - Eke Buis, RIVM Evaluatie van het LMM-programma

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

KRW en N2000. KRW: Doelen voor water en oever; Basisconditie: ecologisch gezond water:

KRW en N2000. KRW: Doelen voor water en oever; Basisconditie: ecologisch gezond water: fonteinkruiden KRW en N2000 KRW: Doelen voor water en oever; Basisconditie: ecologisch gezond water: Natura2000: Volledige verlandingsreeks van helder water, trilveen, veenmosrietland tot hoogveenbossen;

Nadere informatie

Enquête waterplanten en sportvisserij

Enquête waterplanten en sportvisserij Sportvisserij Nederland Leijenseweg 115, 37 AD Bilthoven T. -584 www.sportvisserijnederland.nl Rapport (exclusief bijlagen) Enquête waterplanten en sportvisserij Omvang van het probleem en probleemlocaties

Nadere informatie