Steven ten Rae beklaagde. 1 Om te erhouden de conclusie hier beneeden genomen sal uw edele kortelijk ratio facti gelieven geinformeert te weesen.

Transcriptie

1 1017 exhibetum Claaglibel in juditio voor den 14 november de hoogwelgeboren ge strenge heer A. baron Terminus van Raesfeld, landdrost ses weeken van Diepenheim en Haex- Jan Wolbers bergen claager ter eene verwalter richter op en tegens Steven ten Rae beklaagde ter ander sijde Weledele heer richter van Diepenheim 1 Om te erhouden de conclusie hier beneeden genomen sal uw edele kortelijk ratio facti gelieven geinformeert te weesen. 2 (Onder expres protest dese non allegando ad omis superflua probationis ) 3 Hoe dat de gedaagde via facti hebbe..

2 1018 hebbe konnen goevinden in die maand van july 1754 neffens twee bij sig hebbende persoonen de neiuwe sluise in het gerichte van Diepenheim geleegen. 4 Tegens de al oude gewoonte strijde te openen en hooge water daar voorstaande daardoor te laten loopen. 5 Jaa soodanig dat het geheele Stokkummerbroek daardoor is onder water gezet en dat de huysluiden aldaar genoodsaakt zijn geworden naar reets gemaaide gras om te hooyen, uit het water te sleepen om nae de hoogte brengen om verder te drogen en het nog staande gras in het water moeten maaien en soo op de hoogte buiten het broek te bren gen om soo mogelijk voor bedrerf te bewaren. 6

3 jae dat men is genoodzaakt sijn geworden haar vhee ( dat somers andersins seer overvloedige goede weide in dat broek heeft enhet geheele soomer daar weidet ) op de hooge veldgrond te brengen en aldaar laten gaan tot groot naedeel en schade, niet alleen van haer ingesetenen maar ook van haer vhee soo paerden, beesten en varkens 7 Door welke openinge van de neiuwe sluise in dat jaar van 1754 de ingesetenen van Stokkum en die daar hooglanden hebben in t.. om te weyden considerabele schade hebben geleeden die sij selfs niet kennen om de grootheid warderen. 8 Hebbende ten dieneinde de gezeyde ingesetenen van de boerschap Stokkum niet alleen daar over

4 1020 over aan de hoofdofficier geklaagd om redres te hebben, maar ook over den dader van het losmaken der neiuwe sluise, condschappen getrokken en deselve van de heer clager tot verificatie overgegeven ten fine om hem beklaagde te actioneren en te straffen. 9 Welke bewijsen men hier nae sal aenhaelen en hierbij connecteren met de nummers getekent 10 Dat ofschoon den dader en beklaagde Steven ten Rae overdit gepasseerde door de heer clager tegens den 14 november 1754 is geciteert geworden, om over het geperpetreerde fait met de heere drost of hoogheid compositie en afdragt te maken, edog tot hiertoe in gebreeke gebleven. 11

5 maar de beklaagde alwederom de stoutheid heeft genomen, van in dit jaar 1755 nae dat die sluise op de bestemde tijd nae ouder gewoonte wederom waer toegedaan en gesloten, die dan toe moste blijven tot den olden st. Marten daar aen volgende. 12 Die neuwe sluise te openen het water te laten ---- lopen en het Stokkummerbroek en hooylanden daarmede te inunderen en onder water te setten tot grote praejudicie en schade van die van Stokkum. 13 over welk feit wederom de gedaagde geciteert zijnde, tegens den 19 septemer deeses jaars 1755 om afdragt te maken, heeft dat selve fait ten overstaan van de heer verwalter drost en meer anderen..

6 1022 anderen gestendigt andersins bij inficatiehet bewijs in bedingende maer geen afdragt voor als noch gemaakt 14 En het factum sonnenklaar voor oogen gesteld hebbende 15 Sal nen nu de documenten hier voor alsnoch hiertoe dienende laten volgen en kortelijk aenhalen 16 Uit het document sub numero 1 consteert van oude onpartijdige menschen dat soo lange haer getuigen geheuge, dat de neuwe sluise achter Diepenheim op de Schipbeek geleegen altijd alle jaar door de geswoorens van Stokkum op de olde st Marten is geopont en op den 25 meert daeraen volgende door haar wederom gesloten of toegedaan wierde sonder

7 1023 sonder dat tussen beijden geopent te mogen worden gelijk sulx ook mede op een Holtinck of Goedsheerenvergadering in Stokkum bij de oude gewoonte is gepersisteert numero 2 waarven men de authentsatie is voorbehouden 17 Dat de beklaagde die meergemelde nieuwe sluis buiten den gewonen en ordinairen tijd hebben geopend om losgemaakt, het hoge water daar voor staande door laten loopen endaar door het Stokkummerbroek en hooylanden ondergeset sub numero 3 waarvan men dessnoods de beëdonge meede is inbedingende 18 En sub numero 4 en 5 geblijkt en consteert meededatt ddor dat open doen of losmaken van de gemelde nieuwe sluis net alleen het Stokkummerbroek maar ook de hooylanden sijn geinundeert en daardoor de ingesetenen..

8 1024 ingesetenen van de marque Stokkum zeer groote schade hebben moeten lijden 19 Vervolgens de gedaagde over dese sijn begane faitelijk heeden tot compositie en afdragt geciteert sijnde geweest van vernomen en gsien worden sub nummero 6 en 7 dog fruchteloos 20 Soo is de heer klager genoodsaakt geworden tot handhavinge van de justitie en tot preventie van diergelijke vuilaardige faitelijkheeden als meede in het vervolg diergelijke groote schande te beletten de beklaagde teegens heeden te doen citeren en dag leggen en vervolglijk ex dictis dicendis et nobili judicies oficio in omissis supplendis con- tendendo..

9 1025 contendendo concluderen dat bij definitive sententie van dit weledele gerichte de beklaegde over het geper petreerde sal worden gecondemneert in een boete van twee honderd specie silveren ducatons of in soo veel min of meer als de aankomstige heer referent secundum jus a justitium sal oordeelen te behooren ( onder expresse reserve van de boermannen van Stokkum haar actie) mitsgaeders in de kosten desen proceduire ofte als omni melion modo etcetera J.C. Pothoff doctor qqu

10 1026 Claag libel voor de hoogwelgeboren Gestrenge heer A. baron van Raesfelt drost van Diepenheim met d document sub. nummers 1, 2, 3, 4, 5, 6, en 7. Steven ten Rae

11 1027 Verklaren wij ondergetekenden ingesetenen van Gelster en der heerlijkheyt Borkulo voor de opregte waarheyt, dat ons zeer wel bewust en bekent is dat de nieuwe sluise op de Schipbeke, ter zijden of agter Diepenheym gelegen zoo lange als ons geheugt en ons ouders hebben horen zeggen altijt alle jaar voordat Lindeman deselve beke verdiept ende verbreet heeft op olde st Marten geopent wiert door de gesworenen van Stokkum en den vijfentwintstigsten meert daeraanvolgende wederom toegesloten off toegedaen wierde, zonder tusschenbeyden geopent te mogen worden opdat het Stokkummerbroek of hooilandt niet mogte ondergeset worden en vermits ook enige van ons in het Stokkummerbroek aen de beeke hooylandt hebben leggen. Verklaren mede dat door het openen van de nuwe sluize zoo in de maent van july 1754 gepassert mede schade dan door aennose hooilandt en broek geschiedt en daerdoor ondergelopen. Om te strekken naar behoren hebben wij deze tot stui der waarheyt ondertekent, eerbiedig zijnde des gerequireert wordende met ede te willen bekragtigen Actum den 21 february 1755 Jan de Nort sinde out 85 jaer ongever rotmester tot Gelseler Jan ten Brinkhuis aels schutte out ongever oalt 70 jaer Geert Rengerink als getuyge ongever 70 jaer Hermen Benninck ongever. Jannes ten Broek Hendrick ten. ongever 60 jaer.

12 1028 Egbert Stokinck rotmeijter zinde out 56 jer Harmen Konnig 70 jar 1029 Copia Holtinke gehouden in Stockum No 2 den 25 october 1746 Coram de hoger gestrenge heer Ripperda tot Weldam als erfmarkenrigter I> de hooggeboren gestrenge heer Sloet tot assessoren I Warmelo

13 I de hooggeboren heer Bentink tot I Diepenheim I> De heer erfmarkenrigter ter vergaderinge hebbende geproponeert dat de meijerluiden van Stockum en Herike sig seer komem te beklagen ter sacke eenen Henr. Lindeman burger vaandrig der Stad Deventer geduirende dit voorjaar en somer, hebbe onderstaan niet alleen een streep lands tusschen de Markelose beke en het Stockumerbroek, nooit te voren van hetzelve op eenige lande wijse gesepareert geweest zijnde, door middel van een sloot van voornoemde broek hebbe afgegraven, maar ook met geweld de sloten der bewuste bovenste of nieuwe sluise ( als ook die van de Louwsluise of Zielle) waermede volgens ouder gewoonte op den 25 maert die sluise door de gesworens van Stockum gesloten was geworden, af te slaan, en door deselve telkens schuiten te schutten, en also geduiriglijk open te setten. Contrariërende een verouderde gewoonte van meer dan 100 jaaren in kragte van welke van die sluise door de gesworens van Stockum altoos jaarlijks op den 25 maart tot met Martinus oude stijl is worden gesloten, en also gesloten gehouden, ten welken einde de sleutels van het slotdise sluise ook altoos bij de oudste der gesworens worden bewaard ( gelijk ook van die in den houw of Zielle bij de burgemeester van Diepenheim op t stadhuis ) die dan ook na het sluiten dier sluise jaarlijks gewoon waeren voor deselve een dam te leggen, en daardoor het 1030 openen van deselve ten eenemael te beletten sonder dat buiten consent ende goedvinden gesamentlijke gesworens daerdoor schuiten te schutten is worden gepermitteerd. Hij heer erfmarkenrigter sig oversulks niet langer hadde kunnen dispenseren om de heeren erfgenamen dese markte tegens leden te doen convoceren

14 om van desen allen aen deselve openingen comunicatie te geven, te meer en wel voonamentlijk om redenen waarmede de meijerluiden haar klagte adstrueren, van dat namentlijk door de handeling van gemelde Lindeman sig voorgevende sulx namens de heeren van de magistraat van welgenoemde stad Deventer te doen, geduirende dit somer sijn worden belet na gewoonte plaggen uit hun broek te haelen haar vee te weyden, vermits de landen meestentijds geinundeert zijn gewest, ende waerdoor de beesten aen de vreese voor gal nootsaekelijk geexponeertzijn geworden, ofte ook daarom eenig goed hooy te gewinnen, als dat uit het water hebbende moeten vischen, en op de berg of bij haer huisen moeten drogen, behalves dat ook door die afgraving haar beesten gefrustreert sijn geweest van de toegang to voornoemde beeke, ende het drinken uit deselve voor so verre het Stockumerbroek sig langs die nieuwe afgravinge komt te extenderen, allesints tot totale ruïne der respective meijerluiden die markte en also van de markte selfs, waerop gedelibereert en in consideratie genomen zijnde dat de gevolgen dies klagte so voor de klageren als bij consequentie voor de goedheeren selfs te gevaarlijk ende nadelig sijn, dan dar daartegens niet geremedieert en die gevolgen voor het toekomende voorgekomen soude worden. So is na deliberatie goed gevonden ende ende verstaan, dat het regt so de markte met relatie tot het sluiten en ontsluiten der bovenste nieuwe sluise als ook van die in den houw op tijd en invoegen voorschreven van ouds heer heeft gepostedeert endegecompeteerd tegens alle verderen attentaten dier ter contrarie gemaintineert ende voorts de

15 gegravene sloot wederom in te lijken ten einde de beesten als van ouds tot aen de beeke kunnen gaan weyden ende uit deselve drinken ter toe dat legaliter sal.. wesen gebleken de gepleegde attentater jure te wesen gedaan, so als dit een en ander goedgevonden en verstaan word mits desen, dat voorts consernerende die attentaten door die gemelde Lindeman en wel ( hoe ende onwaerschijnlijk ook) na sijn seggen, namens de heeren van die magistraat der stad Deventer reeds feitelijker wijse gepleagt welgemelde heeren van die magistraat in beleefde termen bij missive en extract deses sullen worden versogt deb meergemelde Lindeman daarover met nadruk te corrigeren ende allesints sodae dispositie te maeken, dat omtrent ofte den dick gedagte sluisen ter voorschreven tijd toe geen nieuwe attentaten gepleegt ende also de gevolgen ( so die andersints onvermijdelijk sullen moeten na sig slepen ende waeraen dese vergaderinge sig alsdan sal sal moeten ontschuldig houden ) voorgebouwt mogen worden niet alleen, maer dat ook die hiervoren bepaalde aengravinge en opwerpinge binnen den tijd van vier weken weder geremoveert ende ingesmeten

16 mogen worden, dat sulx voorgegaan ende onverhopentlijk van geen succes sijnde de gesworens behoorden te worden gelast, so als gelast worden mits desen niet alleen om die remotie ende insmijtinge voor soo verre hiervoren bepaalt na die tijd te effectueren, maar ook om alle verdere onverhoopte attentaten aen diek gedagte sluisen quovis meliori modo te resisteren, ende sig omtrent een en ander bij den marktregt en over oude possessie te mainteneren. Dese voorz. resolitie is met eenparigheid van stemmen der prasente heeren erfgenamen genomen uitgesondert de reserve van de heere burgemeester van Suchtelen als provisor van t..senhuis tot Deventer en.. Bos als verwalter landrentmeester van Twente die sij hebben gemaekt ende hier onder getekent is. De overige gecommitteerden worden gecontinueert en in de plaats van de overledene heeren de landrentmeester van 1033 van de Twente en de heer van Stoevelaer en de secretaris Dumbar van Deventer gesteld de tegenswoordige heer landrentmeester van de Twente ende

17 de heer van Stoevwelaer, sullende de heeren van Deventer in plaats van gemelde her Dumbar een ander nomineren, wordende gemelde gecommitteerde goedheeren geauthoriseert ingevolge vorige resolutien de aengegraven gronden te examineren alsmede bij die occasie ook te examineren de liggers van de verponden eende contributien deser markte en deselve op de bekwaamste wijse te redresseren op approbatie der gesamentlijke goedheeren was getekent M.C.G.W.Ripperda Arn. van Suchtelen als erfmarkenrigter onder protest van het eerste lid deser resolutie P.A. Sloet H.J.Bos versocht van t eerste lid dese resolutie copie E.W.Bentink om final besluit van sijn heer principal in te leveren A.D. van Coeverden D. van der Wijk Jan Henr. Gorkink P.T.Golts Klaas Kappers namens de stad van Diepenheim J.van Heek qqu voor de hwgeb. heer baron van Munster heer van Sourenborg J. van der Sluis 1034 Vraagarticulen om daarop ter instantie van de Houboer of Henrik Roelofsen en consorten als gesworens van Stokkum nae voorgaende citatie en erinneringe van de sware

18 straffe des meineedsste verhooren volgende getuigen Hendrik Holstege de vrouw wedewe vanroelof Luisink Jan Groothedde Jan Willem van den Belt Getuigen ouderdom en verwantschap af te vragen en of niet wettig geciteert sijn om contschap der waarheid te geven. Eerste getuige Hendrik Holstege segt oudt te weesen ongeveer dartigh jaren en niet verwant en wel en wettig gesittert om coschap der waarheid te geven Tweede getuige de vrouw widewe Roelof Luisink genaemt Trientjen Nilant 1035 Nijlant segt oud te weesen 29 jaaren niet verwant en wel wettig gecittert om conschap der waarheid te geven Derde getuige jan Groothedde segt oud te weesen ongeveer 28 jaar en niet verwant en wel en wettig gecittert om conschap der waarheid te geven. Vierde getuige Jan Willem van den Belt

19 segt oud te weesen ongeveer negentien jaar en niet verwant en wel en wettig gecittert om conschap der waarheid te geven. 2 Hebben getuigen niet geweest arbeiden bij de neuwe sluise of daaromtrent sijnde gelegen in t gerichte van Diepenheim en wel op den 22 van de gepasseerde maend juli deeses jaars 1754 Eerste getuige Hendrik Holstege segt ja omtrent die tijd bij de gemelde nuwe sluise weesen arbeiden om een kolhoop te willen besmieten maar kan de nette dag niet noemen. Tweede getuige segt jaa die tied wel bij het huis geweest warken, omdat sij ge gewassen had maar kan juist die nette dag niet bepalen Derde getuige Jan Groothedde segt jaa die tied daar geweest te hebben Vierde getuige Jan Willem van den Belt segt jaa die tijd daar geweest te hebben bij de nuwe sluise omtrent die tijd

20 weesen arbeiden maar kan de nette dag niet noemen 3 En hebben sij ook niet selfs doen gesien dat Steven te Rae wonende op de Oude Sluise die neuwe sluise geopent en los gemaakt heeft op den 22 juli 1754 schoon die om het water en nae ouder gewoonte motte gesloten en toe blijven en naederhand wederom toe gemaakt Eerste getuige Hendrik Holsteege seght jaa wel gesien te hebben dat sij die tijd sigh drien bent geweest de eene Steven te Rae en de twede heet Mannes en heeft die wel verschieden mael op op de beeke sijn varen maar weet niet waar hij woont en de derde gekent en heeft deselve sijn drayen om de sluise los te hebben en heeft deselve sluise los gesyn en het water syn loopen

21 Twede getuige segt jaa wel gesien te hebben dat Steven te Rae met nog twe bij sigh hebbende de een niet kennende en de andere heet Mannes woont te Haxbergen en hebben de gemelde nuwe sluise los gemaakt Derde getuige segt jaa wel gesien te hebben dat Steven te Rae bij sigh hebbende twe andere mensen die hij niet gekent heeft syn draijen aan de sluise om los te maken en heeft het water daarop door de beeke syn loopen Vierde getuige segt jae wel gesien te hebben dat Steven te Rae en nogh twe mensen bij sig hebbende die hij niet kende de voornoemde sluise hebben los gemaakt en het water in de beeke syn loopen met een sterke stroom

22 om wat tijd van den dag heeft Steven ter Rae deese nuwe sluise open gemaakt en naderhand toe gedaan en hoe lange heeft se open gestaen sulx te verklaren Eerste getuige Henderik Holstege segt dat het op den agter middag is geweest doe de sluise los gemaakt is maar kan de uire niet bepalen en den eigensten avond weder toe gemaekt door de selven Twede getuige de wedewe Roelof Luisink segt dat sij onder haar drien Steven ter Rae en Mannes en de derde niet gekent die gemelde sluise hebben los gemaakt op en agtermiddag maar niet gesien dat sij de selve weder toe gamaakt hebben Derde getuige Jan Groothedde segt 1039 segt dat de sluise door Steven te Rae en nog twe mensen bij sig hebbende op den agter middag geopent hebben en ook denselven avond weet toe gedaen maar wet de nette tied niet hoe lange de sluise open gestaen heeft

23 Vierde getuige Jan Willem van den Belt segt jae wel de sluise syn open maken door Steven te Rae met nog twe bij sig hebbende die hij niet heeft gekent op den agter middag maar kan de nette tijd of uire niet noemen en is door de selven den eygensten avont weeder toe gemaakt waarmeede de getuigen haar getuigenisse sluiten en weeten niet meer te deponeeren Ick Jan Wolbers verwalter richter van Diepenheim certificeere bij deesen dat nae voorgegane cittatie voor mij en ceurnoten als Gerrit Cuiper en Jan Arent Wolbers persoonlijk ge gecompareert sijn die voorgenoemde getuigen die nae voorgegane erinnerin-

24 ge van de sware straffe des meineeds den eedt hebben gedaen en daarop vervolgens op ieder vraeg articul geantwoort als daar onder staet geregistreert in kennisse der waarheid hebbe ick verwalter richter voornoemt deese getekent en gezegelt Actum Diepenheim de r5 augustus Anno 1754 Jan Wolbers verwalter richter 1041 Derck Slijgtman als getuige Jan Lubbers als getuige

25 Jan Kremers als getuige Gerrit Mensink als getuige Harmen Loijer als getuige Hendrijck Venger als getuyge Tonis Kubben als getuyge dyt ys het marck van Wander Yolynck Jan Haver Jan Honderynck 1042 No 5 Alsoo wij ondergeschreven klaghtigh sijn gevallen over het los doen van de nieuwe sluise in dit jaer 1754 wanneer ons hoyenogh gemayt en ongemayt in het hoyland, namentlijk het Stokumerbroek, stont. en alsoo wij de schade daer door geleden niet wel na behoeren kunnen taxeren om, redenen dat veel hoy bedorven en met veel moyte nogh is uitgewassen en daer en boven het runtvee sigh op t velt heeft moeten erneren, edogh

26 sterk vervallen, soodat bij ons onmoegelijk is in desen sulx meermalen geschiet is edogh niet hebben kunnen attrapperen den daeder van het los doen der nuiwe sluise, als voor dit mael, dewijle het onmegelijk is daer altoos op te passen alsoo de sluise een uur gaens van Stokkum is gelegen en dat de slueter self bij den daeder is, soo is dat wij noghmals versoeken dat hier in voorsien magh worden Stokkum den 4 december 1754 Jan Scholt Hoft Gerrit Kremers Garrijt Hoevynck Hendrik Harmsen Jan S Tonnijs Koster Savier Snellinck Jan Lubbers Jan Kondrynck Getru Hanses Henrick Roelofsen Henrick Siggers Wolter Hesselink Jan Olberinck Jan Welmers Derck Slijgmans Albert Sloot Hendyck Wannink.. Hesschap Jan Sackers Berent Retins Wolter Jansen Wander Jolinck Hendrick Gerrit Mensinck Rengerink Berent Sackers Gerrit de Netelaar 1043 Berend Schotynck Klaes Wennenck Hinnes Wanninck Jan Wansenck Gerrit Meenhgs Hermen Ickinck

27 Aarent Rensenck wylem Werdes 1044 Vermits mij ondergeschreven verwalter drost van Diepenhei mende Haxbergen genoti ficeert is dat Steven ten Rae wonende bij of op de soo genaamde Oude Sluise in de maand van van april deeses jars niet ontsien heeft meer als eens de neuwe sluise in t gerichte van Die-

28 penheim gelegen, tegens de aloude gewoonte eijgener autoriteit te openen en t water te laten lopen waerdoor de Stokkummerbroek en hooygronden aldaer gelegen heeft ondergeset tot grote schade van die gemeente van Stokkum, alsmede tot..pendentie van de voor afgegane citatie van den 10 november 1754 over de selve materie afgegaen welkes heids actie wel expres werd voorbehouden so is t dat uw ondergeschreven veralter drost gemelder Steven te Rae op vrijdag den 19 septembris deses jaars 1755 cikere om des morgens of voor de middag om elf uiren ten huyse van de verwalter richter Jan Wolbers te compareren om over dat ongepermitteerde los maken van de neuwe sluise daer over met mij te composeren en afdragt te maken sullende den onderrichter van Diepenheim een dubbelt deses aen Steven ten Rae overhandigen en op het ander ander te ralateren om te strekken als nae rechjte. Actum Diepenheim den 25 augusti 1755 G.J.van Munchhausen Relatere ik ondergeschrevene onderrigter van Diepenheim het dubbelt deses

29 te hebben ge insinueert aan Steven ter Rae op de Schibbeke. Actum Diepenheim den 18 september 1755 Jan Hendreck Broemmelhuyes 1046 No 7 Alsoo mij ondergeschreven landdrost van Diepenheim en Haxbergen, door de Stokkemer gesworens aangeklaagt is, dat Steven ten Raa wonende op de Oude S;uise hem niet ontsien heeft op de 22- van de maand july deses jaars 1754 bij sig hebbende twee andere persoonen, de neuwe sluise in t gerichte van Diepenheim gelegen tegens de oude gewoonte strijdende eygener autoriteit te ope-

30 nen en het hooge water daar door te laten loopen, waardoor de Stokkummer hooygronden in t broek aldaar gelegen sijn ondergeset en aan haar huysluiden groote schade veroorsaakt heeft, waaraan te veel heeft gedaan. Soo is t dat den selven Steven ten Raa om op donderdag den 19 november aanstaande binnen Diepenheim te compareren ten huise van de verwalter richter Jan Wolbers om tien uiren voor de middag om over die sake en feitelijkheid met mij drost afdragt en compositie te maken sullende ten dien fine den onderrichter van Diepenheim een dubbelt overhandigen en op het ander relateren om te strekken als nae rechte. Actum den 10 novembris 1754 J.V Raesfelt 1047 Relateert den onderrichter van Diepenheim Jan Hendrick Brummelhuis het dubbelt deeses te hebben geinsueert aan het huis van Steven te Rae op den 12 november 1754 en aan sijn suster overhandigt

31 Jan Wolbers Verwalter richter 1048 Origineel Citatie van afdragt an Steven ten Rae

32 1049 Alzoo dik ende menigmaal voor dezen alsmede nog voor onlancx tusschen die van Diepenheim ter eenre ende die van Markel ende Stokkum ter andere zijden questie ontstaan ende erreezen is over t water komende uitte Buirs-

33 beeke van Markfelt sustinerende jeder partije daardoor in hare broicken ende landerien verdronken te werden ende dat zodanige questien in der vrindschap ende met die gevoulickste middelen dienden geassopieerd ende hengelegt te zijn ende blijven, allet tot voorkominge van meerderen schaden, periculen ende onheilen soe andersins ende bij ontstentenisse geschapen waren tusschen den geinteressierde partien van tijt tot tijt meer ende meer te ontstaan. Zo is t dat tusschen den voornoemde partien door derzelve respective gecommitteerden ende gezwooren, met namen Hendrick Cremer, Arend Cuiper, Jan Meijer, ende Lambert ter Hofstede, alle van Diepenem eens, ende Jan Rooissinck, Hendrik Leefferink ende Jacob Wolbrinck wegen die van Marckel ende Stockum anderdeels, ten overstaan, ende door intercessie van den heeren drosten drosten van Twenthe ende Haxbergen mitsgaders Wilhelm Marienburgh der beiden regten doctor ende Hendrick Willemssen van Salck als burgemeester

34 in der tijd, wegen die stad Deventer, lieflick ende vrundlick verdragen ende geaccordeerd is, dat bij ofte vanwegen die stad van Deventervoorschreven boven die sluise aldaar liggende zal mogen werden gemaakt een overval omtrent den Leussenkamp, daar ende zulks een eerste magistraat derselver stad bevinden ende oirdeelen zal best, nutst ende bekwaamst te zijn ende dat soe hooge als die olde grond voor data van t graven geweest is. Dergestalt, dat zo wanneer het water daar kompt over te loopen, als dan die bewaarder van die voorschreven sluyse die deuren met verdrag ende goede ordre openen ende het water laaten lopen zal, zullende tot dieneinde die sleutel bij den bewaarder verblijven welke bewaarder van die van die heeren van Deventer belast ende bevolen zal worden, daarop goede opzigt te neemen ende dit alles eeuwiglik ende erffelik geduirende zonder dat dienaangaande t eenigen tijden bij 1051 bij den eenen ofte anderen eenige questie directelik ofte indirectelik gemoveerd zal worden, t welk die voornoemde gecommitteerden en gezworen in name ende vanwegen oire respective principalen alzo voor hen ende have succes-

35 seuren onverbrekelik na te leeven met hanttastinge an welgemelten heeren drosten angelavet hebben, allet zonder arg ofte list in oircunde zijn hier van drie alleensluidende instrumenten vervaardigd, bij den anwezenden respectivelik onderteikend ende tot meerdere confirmatie met uithangenden zegelen der welgedagte heeren drosten sampt der stad van Deventer, gecommitteerde en eeni ger der voornaamste erfgenaamen bevestigt. Gegeven binnen der Stad Deventer in den jaare onzes Heeren en Zaligmakers een duizend ses honderd een ende dartich den zeventienden augusti (Was getekend met verscheiden handen) Robert van Ittersum Jan van Laer Hendrik ter Spill Theod. Scheper jul ( Aan het origineel dezes waren zes uithangende zegelen van roden en groenen wasse) Pro vera copia M. van Doorninck secretaris 1755

36