Instrumentarium voor transitie naar een CO 2 neutrale glastuinbouw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Instrumentarium voor transitie naar een CO 2 neutrale glastuinbouw"

Transcriptie

1 Instrumentarium voor transitie naar een CO 2 neutrale glastuinbouw

2

3 Amsterdam, maart 2007 In opdracht van LTO Glaskracht en de Stichting Natuur en Milieu Instrumentarium voor transitie naar een CO 2 neutrale glastuinbouw Rob Aalbers Simon Bremer Michiel de Nooij

4 De wetenschap dat het goed is SEO Economisch Onderzoek doet onafhankelijk toegepast onderzoek in opdracht van overheid en bedrijfsleven. Ons onderzoek helpt onze opdrachtgevers bij het nemen van beslissingen. SEO Economisch Onderzoek is gelieerd aan de Universiteit van Amsterdam. Dat geeft ons zicht op de nieuwste wetenschappelijke methoden. We hebben geen winstoogmerk en investeren continu in het intellectueel kapitaal van de medewerkers via promotietrajecten, het uitbrengen van wetenschappelijke publicaties, kennisnetwerken en congresbezoek. SEO-rapport nr. 983 ISBN: Copyright 2007 SEO Amsterdam. Alle rechten voorbehouden. Het is geoorloofd gegevens uit dit rapport te gebruiken in artikelen en dergelijke, mits daarbij de bron duidelijk en nauwkeurig wordt vermeld.

5 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies... i 1 Inleiding Opzet van de studie Doelstelling, randvoorwaarde en transitiepad Aanpak van de analyse Uitgangspunten EU ETS Kenschets glastuinbouwketen Concepten in plaats van technieken Instrumentarium voor verduurzaming Pakket 1a: Eerste reductieslag Pakket 1b: Kennisontwikkeling technologie Pakket 1c: Kennisontwikkeling telen Pakket 2: Doorontwikkeling van kennis Pakket 3: Tweede reductieslag (optioneel) Waarom een aanvullend pakket? Beschrijving van pakket Is pakket 3 doelmatig? Pakket 4: Derde reductieslag (optioneel) Andere gevolgen van een CO 2 neutrale glastuinbouw Knelpunten...20 Bijlage A Bijlage B Overzicht Nederlandse regelingen...23 Markt- en overheidsfalen...37

6

7 INSTRUMENTARIUM VOOR TRANSITIE NAAR EEN CO 2 NEUTRALE GLASTUINBOUW i Samenvatting en conclusies In dit rapport is een instrumentarium ontwikkeld dat de transitie naar een CO 2 neutrale glastuinbouw mogelijk maakt. Om deze forse reductie te realiseren zijn inspanningen nodig op het gebied van kennisontwikkeling met betrekking tot teelt en technologie en op het gebied van de uitrol (diffusie) van duurzame concepten. 1 Figuur A geeft een overzicht van het benodigde instrumentarium. Figuur A Schema voor reductie CO 2 uitstoot in de glastuinbouw Pakket 1a: Eerste reductieslag (op basis van huidige techniek) Pakket 1b: Kennisontwikkeling technologie Pakket 1c: Kennisontwikkeling telen Pakket 2: Doorontwikkeling kennis in praktijktoepassingen Pakket 3: Tweede reductieslag (optioneel) 2020 Pakket 4: Derde reductieslag (optioneel) Met betrekking tot dit instrumentarium valt op twee manieren een onderscheid aan te brengen tussen de (deel)pakketten. Het eerste onderscheid betreft het doel waarop de pakketten gericht zijn. Een deel van de pakketten is gericht op de ontwikkeling van kennis over duurzame concepten (pakket 1b, 1c en 2), 3 terwijl een ander deel gericht is op de diffusie daarvan (pakket 1a, 3 en 4). Het tweede onderscheid betreft de timing van de pakketten. In het beginstadium vindt de diffusie van duurzame concepten plaats op basis van de deelname van de glastuinbouw aan de EU ETS (pakket 1a). Gelijktijdig vindt (verdere) kennisontwikkeling plaats met betrekking tot die duurzame concepten die op basis van de EU ETS nog (te) duur blijken te zijn (pakket 1b en 1c). Voor concepten die technisch uitontwikkeld zijn en dus het stadium van pakket 1b en 1c doorlopen hebben kan indien noodzakelijk een stimulering van de kennis in de praktijk van alle dag plaatsvinden (pakket 2). Afhankelijk van de ontwikkeling van de meerkosten en de prijs van emissierechten kan diffusie van die techniek alleen plaatsvinden op basis van de deelname van de glastuinbouw aan de EU ETS (pakket 1a) of één of twee additionele pakketten (pakket 3 en 4). Als de meerkosten van alle concepten onder de prijs van 1 We gebruiken hier het begrip concepten in plaats van technieken, omdat een duurzame glastuinbouw alleen gerealiseerd kan worden door te investeren in specifieke combinaties van technieken die op zich niet duurzaam hoeven te zijn. 2 De nummers van de pakketten geven de timing van de pakketten aan. 3 Een duurzaam concept is een samenstel van technologieën en brandstoffen die het voor een bepaald type teelt mogelijk maken om volledig CO 2 neutraal te telen.

8 ii emissierechten liggen, dan is het uitvoeren van de pakketen 3 en 4 niet nodig. Als de meerkosten van enkele belangrijke concepten hoger zijn dan de prijs van een emissierecht, dan is additioneel beleid pakket 3 en/of 4 gewenst. Hieronder lichten we de pakketten verder toe. Pakket 1a: Eerste reductieslag: opname glastuinbouw in de EU ETS Door opname van de glastuinbouw in de EU ETS (vanaf 2008) kan de glastuinbouw een substantiële daling van de uitstoot van CO 2 bewerkstelligen. Een verstorende factor daarbij is dat het conditioneel toekennen van gratis emissierechten fungeert als een subsidie voor technologieën die gebruik maken van fossiele brandstoffen. Een tuinder die investeert in ketels en WKK krijgt immers op basis van de huidige toewijzingmethodiek gratis rechten, terwijl diezelfde tuinder geen rechten krijgt als hij investeert in een duurzaam concept, zoals de gesloten kas. 4,5 Dit belemmert de doorbraak van duurzame concepten, omdat het conditioneel toekennen van emissierechten de kostprijs van concepten die gebruik maken van fossiele brandstoffen verlaagt (zie Box A). Daarom is het noodzakelijk dat vanaf 2012 een groter deel van emissierechten via een veiling wordt toegewezen en vanaf 2020 alle rechten volledig geveild worden. Box A Kosten en conditionele toekenning van emissierechten Stel een investering in een kolencentrale kost 100 euro en de brandstof kost 20 euro. De totale private kosten zijn dan =120 euro. Nu introduceert de overheid emissiehandel. De eigenaar van de centrale heeft voor 30 euro emissierechten nodig. Als de rechten geveild worden, stijgen de kosten van de kolencentrale naar = 150 euro. Ook als de rechten eeuwigdurend worden gegrandfathered (de eigenaar mag ze voor eeuwig houden), stijgen de (opportuniteits)kosten naar 150 euro. Om de kolencentrale te kunnen draaien, moet de eigenaar van de kolencentrale immers de emissierechten ter waarde van 30 euro gebruiken (opofferen). Bij de conditionele toekenning van rechten, i.e. de eigenaar krijgt alleen rechten toegewezen als hij de kolencentrale bouwt en geen rechten als hij de kolencentrale niet bouwt, zijn de kosten van de kolencentrale na de invoering van emissiehandel niet gelijk aan 150, maar aan 120 euro. De eigenaar van de centrale heeft weliswaar voor 30 euro emissierechten nodig, maar hij krijgt deze telkens als hij een centrale neerzet gratis toegewezen. Het is alsof de overheid zegt dat je 130 euro boete moet betalen als je door rood rijdt. Maar dat je, telkens als je door rood rijdt, 130 euro ter compensatie krijgt. Pakketten 1b en 1c: Kennisontwikkeling technologie en telen Gelijktijdig met pakket 1a wordt ingezet op de kennisontwikkeling van zowel technologie als het telen in een gesloten kas. Dit kan grotendeels gebeuren op basis van de huidige regelingen (EOS en UKR). Het kan raadzaam zijn om na te gaan of de kennisontwikkeling met betrekking tot het telen van gewassen niet (deels) gescheiden moet worden van de doorontwikkeling van de benodigde technologieën. Hierdoor kan de leercurve met betrekking tot het telen in een gesloten kas wellicht sneller en goedkoper worden doorlopen. 4 Overigens kent WKK ten opzichte van kolen- en gascentrales hetzelfde nadeel. 5 De GeslotenKas is een ontwikkeld concept van Innogrow. Hierop zijn ondertussen de nodige varianten in omloop. De term gesloten kas is in de sector echter een begrip geworden en wordt in deze studie dan ook als een containerbegrip gebruikt, waarmee alle vormen van semi-gesloten en gesloten telen worden aangeduid.

9 SAMENVATTING EN CONCLUSIES iii Pakket 2: Doorontwikkeling kennis in praktijktoepassingen Dit stadium van kennisontwikkeling onderscheidt zich op drie punten van de kennisontwikkeling in de pakketten 1b eb 1c. Ten eerste gaat het in dit stadium veel meer om kennis over de toepassing van duurzame concepten in de praktijk. Ten tweede is de schaal waarop dit plaatsvindt groter dan in de pakketten 1b en 1c. Er is echter nog geen sprake van een grootschalige uitrol (diffusie) van duurzame concepten. Ten derde is deelname van kennisinstellingen en marktpartijen geen voorwaarde om in aanmerking te komen voor regelingen die op de doorontwikkeling van kennis gericht zijn. 6 Het meest geschikte instrument voor de doorontwikkeling van kennis is een tenderregeling, tenzij de kosten verbonden aan het indienen van projectvoorstellen bezwaarlijk zijn. De voordelen van een tendersysteem boven andere instrumenten (groenlabel en subsidieregeling) zijn: het is geen open einderegeling, een tender biedt meer flexibiliteit in de honorering van voorstellen en een tendersysteem genereert meer informatie voor de overheid over de kosten van de verschillende opties. Merk op dat er vele verschillende soorten tenderregelingen zijn, zoals schoonheidswedstrijden, aanbestedingen en veilingen. Bij een schoonheidswedstrijd zijn de criteria vooraf niet uitputtend omschreven. Bij een veiling is dit wel het geval. Daardoor is een schoonheidswedstrijd veel meer geschikt om innovatie te bevorderen dan een veiling. Daarnaast kan de subsidie binnen een tender in de vorm van een bedrag ineens worden toegekend of in de vorm van een bedrag per eenheid bespaarde of geproduceerde energie gedurende een vooraf bepaalde periode. De optimale vormgeving van een tenderregeling is overigens een complex vraagstuk, waarop de uitspraak the devil is in the details van toepassing is. Het is dan ook raadzaam om van geval tot geval en in dit rapport van pakket tot pakket te bekijken wat de optimale vormgeving van de tender is. Grofweg kan gezegd worden dat de tenderregeling in pakket 2 richting een schoonheidswedstrijd zal gaan. Pakket 3: Tweede reductieslag (stimulering duurzame energie door subsidies) Nadat voldoende kennis is vergaard over duurzame concepten is de volgende stap de diffusie daarvan. De eerste vraag die beantwoord moet worden is of er in dat verband behoefte is aan een aanvullend pakket. Als de meerkosten van de duurzame concepten immers voldoende zijn gedaald en onder de prijs van een emissierecht liggen, dan volstaat deelname aan de EU ETS (pakket 1a). Als dit niet het geval is, dan is een additioneel instrumentarium nodig om de glastuinbouw in 2020 CO 2 neutraal te laten opereren. Dit instrumentarium kan bestaan uit een subsidieregeling, een groenlabel regeling of een grootschalig tendersysteem (dat dan in de richting van een veiling gaat). Geen van deze drie instrumenten lijkt een inherent voordeel boven de andere instrumenten te bezitten. Een tendersysteem heeft als grootste voordeel dat het geen open einde kent. Het grootste nadeel van een tenderregeling is het stop-en-go karakter: periodes met een grote vraag worden afgewisseld door periodes met een veel kleinere vraag. Daarnaast bestaat er bij een groenlabel en een subsidieregeling minder onzekerheid over de toekenning. Merk op dat in tegenstelling tot bij pakket 2 de voordelen van een tender ten opzichte van de overige 6 Het nieuwe Programma Energietransitie lijkt zich op deze doorontwikkeling van kennis te richten.

10 iv instrumenten geringer zijn. Dit komt omdat de concepten in dit stadium min of meer zijn uitontwikkeld. Zowel de techniek als de bijbehorende kosten zijn in grote lijnen bekend. Merk op dat pakket 3 niet leidt tot een extra daling van de uitstoot van CO 2 in de EU ETS. De uitgespaarde emissierechten zullen immers in de glastuinbouw of in andere sectoren of landen worden (her)gebruikt. Toch is pakket 3 voor de overheid een effectief instrument met een doelstelling op het gebied van duurzame energie. Het pakket draagt immers wel bij aan de doelstelling met betrekking tot duurzame energie. Dit pakket moet dan ook vanuit dit licht worden bezien. Uit indicatieve berekeningen in dit rapport blijkt dat de meerkosten van de in het DWA rapport genoemde duurzame concepten min of meer vergelijkbaar zijn met de meerkosten van het opwekken van duurzame elektriciteit onder de oude MEP (afgemeten aan het bedrag aan subsidie, dat werd toegekend aan de diverse technieken). Dit is een aanwijzing dat het stimuleren van de duurzame concepten in de glastuinbouw in termen van de duurzame energiedoelstellingen een efficiënte optie kan zijn. Pakket 4: Derde reductieslag (stimulering duurzame energie door energiebelasting) Het laatste pakket hoeft alleen toegepast te worden als een of meer van de duurzame concepten in de glastuinbouw zodanige meerkosten hebben, dat het (zelfs) vanuit de doelstelling voor duurzame energie niet efficiënt is om die duurzame concepten te stimuleren. Dit pakket omvat de geleidelijke introductie van een energiebelasting op alle warmte en elektriciteit die door glastuinders wordt verbruikt. Het gaat dus zowel om eigen productie als om inkoop. De inkoop van aardgas is vrijgesteld van energiebelasting. Deze energiebelasting heeft een tweeledig doel. Enerzijds vermindert hij de kosten van het stimuleren van de duurzame concepten op basis van pakket 3, omdat het gebruik van de huidige concepten duurder wordt. Anderzijds stimuleert het de clustering in de glastuinbouw, omdat een energiebelasting ook afnemers van warmte en elektriciteit een prikkel geeft om mee te werken aan bedrijfsoverstijgende oplossingen. De belangrijkste overweging om een energiebelasting in te voeren op het verbruik van warmte en elektriciteit en geen energiebelasting op de inkoop van aardgas is dat dit laatste zal leiden tot een sterke daling van de energiebesparing die door aardgasgestookte WKK gerealiseerd wordt.

11 INSTRUMENTARIUM VOOR TRANSITIE NAAR EEN CO2 NEUTRALE GLASTUINBOUW 1 1 Inleiding De Stichting Natuur en Milieu en LTO Glaskracht hebben de gezamenlijke ambitie ontwikkeld om de verduurzaming van de energievoorziening van de Nederlandse glastuinbouw aanzienlijk te versnellen. Hiertoe moet een agenda worden opgesteld die tot 2020 optimale prikkels geeft voor de transitie naar een duurzame en rendabele energievoorziening in de glastuinbouwsector. Daarbij staat de verdere ontwikkeling en groei van de Kas als Energiebron centraal. Deze en andere technologische ontwikkelingen moeten het op termijn voor de glastuinbouw mogelijk maken om CO 2 neutraal te opereren. De doelstelling die de Stichting Natuur en Milieu en LTO Glaskracht hanteren is: dat de glastuinbouw in 2020 volledig CO 2 neutraal opereert. Dit kan bijvoorbeeld door de nieuwbouw in de glastuinbouwsector plaats te laten vinden op basis van het semi-gesloten kasconcept. Om deze doelstelling te kunnen realiseren is het noodzakelijk om het energie-instrumentarium dat betrekking heeft op de glastuinbouw te herijken en vanaf 2008 aan te passen. Een belangrijke eis daarbij is dat het instrumentarium de (verdere) verduurzaming van glastuinbouw stimuleert: technische, financiële en organisatorische barrières voor volledige verduurzaming van de energievoorziening in de glastuinbouw dienen zo veel als mogelijk te worden geslecht. Als demarcatiegrens wordt in deze studie de glastuinbouw aangehouden. Het instrumentarium heeft dus alleen betrekking op regulering van glastuinbouwbedrijven. Wel wordt in deze studie rekening gehouden met eventuele uit- of inverdieneffecten van het nieuwe instrumentarium. Zo geeft een uniforme heffing op aardgas voor WKK weliswaar een stimulans voor verduurzaming, maar invoering daarvan zal tegelijkertijd kunnen leiden tot een forse daling van de energiebesparing die in de glastuinbouw door aardgasgestookte WKK gerealiseerd wordt. Het nieuwe instrumentarium zal met deze bijeffecten rekening houden.

12

13 INSTRUMENTARIUM VOOR TRANSITIE NAAR EEN CO2 NEUTRALE GLASTUINBOUW 3 2 Opzet van de studie In deze studie wordt nagegaan met behulp van welk instrumentarium de doelstelling van een volledige verduurzaming van de energievoorziening in de glastuinbouw in 2020 gehaald kan worden. Bij deze doelstelling hoort een transitiepad dat de glastuinbouw moet doorlopen voordat sprake is (kan zijn) van volledige verduurzaming. Aangegeven zal worden welke implicaties het doorlopen van het transitiepad heeft (moet hebben) voor het in te zetten instrumentarium. Bij de studie is de randvoorwaarde gehanteerd dat er voor de glastuinbouw als geheel geen negatieve effecten op de concurrentiepositie op mogen treden. 2.1 Doelstelling, randvoorwaarde en transitiepad De Stichting Natuur en Milieu en LTO Glaskracht hebben de gezamenlijke ambitie ontwikkeld om de verduurzaming van de energievoorziening van de Nederlandse glastuinbouw aanzienlijk te versnellen. De doelstelling daarbij is dat de glastuinbouw in 2020 volledig CO 2 neutraal opereert. Daarbij is door de Stichting Natuur en Milieu en LTO Glaskracht aangegeven dat er voor de glastuinbouw als geheel geen negatieve effecten op de concurrentiepositie op mogen treden. Dit sluit niet uit dat bepaalde teelten het in een duurzaam scenario erg moeilijk kunnen krijgen. Mocht daar echter sprake van zijn, dan dient het verlies aan concurrentiepositie voor bepaalde teelten goed gemaakt te worden door een minstens even grote winst bij andere teelten. Bij een doelstelling in de toekomst (2020) hoort een transitiepad. Bij het vaststellen van een instrumentarium voor verduurzaming is het van belang om expliciet aan te geven welke instrumenten op welk tijdstip ingezet moeten worden. Daarvoor zijn twee redenen aan te geven. De eerste reden is dat het voor een verduurzaming van de glastuinbouw noodzakelijk is om bepaalde technologieën (verder) te ontwikkelen. De tweede reden is dat een transitie van de glastuinbouw gepaard gaat met omvangrijke investeringen in nieuwe technologieën. Een te snel doorgevoerde transitie, i.e. een transitie die niet aansluit bij het natuurlijke investeringsmoment van glastuinders, zal een veel hogere inzet van instrumenten vergen. De meerkosten van het nieuwe concept (of technologie) moeten dan immers vergeleken worden met de marginale kosten van de huidige investering in plaats van met de (veel hogere) totale kosten van het op dat moment gangbare concept. De benodigde subsidiebedragen (en daarmee de kosten) zullen als gevolg daarvan sterk stijgen.

14 4 HOOFDSTUK Aanpak van de analyse De aanpak die in dit rapport gevolgd wordt, ziet er als volgt uit. Gegeven de doelstelling van een CO 2 neutrale glastuinbouw in 2020 wordt gezocht naar een doelmatig instrumentarium, dat is een instrumentarium dat de doelstelling tegen zo laag mogelijke kosten realiseert. 7 Met kosten worden hier de meerkosten bedoeld die gemaakt moeten worden om de sector volledig te verduurzamen. Deze kosten worden uitgedrukt in /ton CO 2, zodat een directe vergelijking met de bestrijdingskosten in een emissiehandelssysteem als de EU ETS mogelijk wordt. 8 Deze kosten kunnen worden bepaald op basis van de (meer)investeringen in diverse typen technieken verminderd met de besparing op fossiele brandstoffen en (eventueel) verminderd met de opbrengsten van warmtelevering en de eventuele extra inkomsten van teelten (alleen bij de gesloten kas 9 ). De kosten van de transitie van de huidige situatie naar een duurzame glastuinbouw worden grotendeels bepaald door de kosten van nieuwe technologieën en het tijdstip waarop de nieuwe technieken worden geïmplementeerd. Daarom staan we behalve bij het instrumentarium met betrekking tot de diffusie van technologieën ook stil bij het instrumentarium voor de kennisontwikkeling en de aansluiting daartussen. Het doel van het te ontwikkelen instrumentarium is tweeledig. Enerzijds dient de ontwikkeling van nieuwe technologieën tijdig gestimuleerd te worden om de kosten van die nieuwe technologieën (sterk) te verlagen. Anderzijds dienen de prikkels zodanig te zijn dat er op het juiste tijdstip geïnvesteerd kan worden in die duurzame technologieën. Mocht er namelijk te vroeg geïnvesteerd worden dan zullen de kosten (te) hoog zijn, terwijl als er te laat geïnvesteerd wordt het doel van een CO 2 neutrale glastuinbouw in 2020 niet wordt gehaald. 7 Doelmatigheid is gedefinieerd als de mate waarin de betreffende inspanningen en uitgaven daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van het beoogde doel of doelen (opbrengsten) en de kosten in verhouding staan tot de opbrengsten. 8 Omdat de randvoorwaarde is dat er voor de sector als geheel geen negatieve effecten op de concurrentiepositie mogen optreden vallen eventueel gemiste opbrengsten als gevolg van verduurzaming in dit geval niet onder de kosten. 9 De GeslotenKas is een ontwikkeld concept van Innogrow. Hierop zijn ondertussen de nodige varianten in omloop. De term gesloten kas is in de sector echter een begrip geworden en wordt in deze studie dan ook als een containerbegrip gebruikt, waarmee alle vormen van semi-gesloten en gesloten telen worden aangeduid.

15 INSTRUMENTARIUM VOOR TRANSITIE NAAR EEN CO2 NEUTRALE GLASTUINBOUW 5 3 Uitgangspunten 3.1 EU ETS We gaan er bij de analyse van uit dat de glastuinbouw vanaf 2008 volledig in het emissiehandelssysteem van de Europese Unie (EU ETS) of een equivalent systeem wordt opgenomen. Verder gaan we ervan uit dat de uitstoot van CO 2 in Nederland in 2020 zal zijn afgenomen met 30% ten opzichte van de uitstoot in Dit is een gemiddelde over alle sectoren in Nederland. Nederland heeft daarbij aangegeven, dat dit bij voorkeur in Europees verband dient plaats te vinden. Tabel 1 geeft een overzicht van de prijsontwikkeling met betrekking tot de voor de glastuinbouw belangrijkste energiedragers. Deze tabel dient puur als referentie en mag niet gezien worden als een voorspelling van prijzen. Verderop in het rapport zullen we uitgebreid ingaan op de gevoeligheid van de uitkomsten voor schommelingen in deze prijzen. Alle prijzen zijn reële prijzen van Tabel 1 Prijsontwikkeling energiedragers (in prijzen van 2007 en exclusief heffingen en BTW) Aardgas ( per m 3 ) 0,25 0,25 Bio-olie ( per ton) Houtsnippers ( per ton) Emissierecht ( per ton CO 2 ) Grijze elektriciteit ( per kwh) 0,08 0,08 Duurzame elektriciteit ( per kwh) 0,13 0,13 Bron: DWA (2007) Voor de toewijzing van emissierechten aan de glastuinbouw binnen de EU ETS wordt aangenomen dat deze conform de richtlijnen van de EU ETS plaatsvinden. 11 Voor de vormgeving van het instrumentarium is de toewijzingsmethodiek overigens niet van belang. De toewijzingsmethodiek kan echter wel van belang zijn met betrekking tot de intensiteit van het instrumentarium, maar alleen in die gevallen waarop de toewijzing geschiedt op basis van grandfathering. We komen hierop in paragraaf 4 bij de bespreking van het instrumentarium terug. 10 De prijs van emissierechten in 2020 bij een 20% lagere toewijzing aan de ETS sectoren in 2020 is geschat op basis van een bel- en mailrondje langs diverse experts. Bij deze inschatting is ervan uitgegaan dat de sectoren die deelnemen aan de emissiehandel evenredig worden gekort (in vergelijking met de sectoren die niet deelnemen aan de emissiehandel). Bij een doelstelling van 30% reductie ten opzichte van 1990 en een dito lagere toewijzing aan de ETS sectoren, zal de prijs van emissierechten hoger liggen dan 50 euro per ton. 11 Over de exacte interpretatie van deze richtlijn bestaat onduidelijkheid. Zie de discussie in N. van der Velden, 2006, Allocatie CO2-emissierechten Glastuinbouwsector volgens EU-ETS (vertrouwelijk).

16 6 HOOFDSTUK Kenschets glastuinbouwketen Verduurzaming van de glastuinbouw hangt niet alleen van de glastuinbouwbedrijven zelf af, maar ook van de activiteiten in de rest van de bedrijfskolom. Deze paragraaf bespreekt deze bedrijfskolom (zie Figuur 1), waarbij de nadruk ligt op die delen die voor energiebesparing en verduurzaming van belang zijn. Centraal in de keten staan de glastuinbouwbedrijven zelf. Eerder in de keten vinden we de belangrijkste toeleveranciers: industrie, energiebedrijven, installatiebedrijven, kennisinstellingen en overige leveranciers. Industrie en energiebedrijven zijn leveranciers van (rest)warmte, CO 2 en energie. De installatiebedrijven leveren technologieën, zoals kassen, WKK s en duurzame technologieën. Kennisinstellingen kunnen zowel direct samenwerken met de glastuinbouwbedrijven als met de installateurs om nieuwe technologieën te ontwikkelen (R&D) en door te ontwikkelen (pilot). De doorontwikkeling van technologieën kan ook in samenwerking met de tuinders plaatsvinden. Naast technologieën leveren kennisinstellingen ook kennis op het gebied van teeltwijzen, et cetera. Verderop in de bedrijfskolom heeft de glastuinbouw te maken met de verkoop van het primaire product (groenten, bloemen en planten) aan de detailhandel. Dit kan directe verkoop zijn, maar kan ook via de veiling plaatsvinden. Verder produceren glastuinbouwbedrijven elektriciteit die ze verkopen, bijvoorbeeld op de APX. Verder kunnen glastuinders met een warmteoverschot, bijvoorbeeld uit WKK of uit een gesloten kas, dit aan andere partijen (zoals naburige tuinders) met een warmtebehoefte leveren. Figuur 1 De energieketen in de glastuinbouwketen Energiebedrijven (gas, elektriciteit) Kennisinstellingen (technologie, teeltwijzen) Industrie (restwarmte,co 2 ) Installateurs (kassen, wkk s) Overige toeleveranciers Glastuinbouwbedrijven Afzet eindproduct Warmteafnemers (industrie, andere tuinders, kantoren, woningbouw) Elektriciteitsmarkt Elektriciteitsverbruikers

17 UITGANGSPUNTEN Concepten in plaats van technieken Hieronder wordt een kenschets gegeven van de voor de glastuinbouw relevante technologieën. Het gaat daarbij niet alleen om de op dit moment gebruikte technologieën, maar ook om het samenstel van technologieën (concepten) dat nodig is om de glastuinbouw in de toekomst te verduurzamen. Bij de beschrijving van deze technologieën en concepten is dankbaar gebruik gemaakt van DWA (2007). 12 Voor een nadere omschrijving van de gebruikte technologieën en concepten wordt verwezen naar dat rapport. Tabel 2 Overzicht van teelten en de bijbehorende huidige en duurzame teeltconcepten Type teelt Huidig concept Duurzaam (toekomstig) concept Onbelichte teelt Hoge temperatuur Hoge concentratie CO 2 Belichte teelt Onbelichte teelt Hoge temperatuur Lage concentratie CO 2 Onbelichte teelt Lage temperatuur Lage concentratie CO 2 Niet-gesloten kas Ketel en/of WKK op aardgas Niet-gesloten kas Ketel op aardgas WKK op aardgas Niet-gesloten kas Ketel of WKK op aardgas Niet-gesloten kas Ketel op aardgas Gesloten kas Ketel en/of WKK (piek) op bio-olie Energieopslag met warmtepomp Niet-gesloten kas Ketel op bio-olie WKK op bio-olie Niet-gesloten kas Ketel of WKK (piek) op bio-olie Energieopslag met warmtepomp Niet-gesloten kas Geothermie Ketel of WKK (piek) op bio-olie Tabel 2 bevat een overzicht van de huidige en toekomstige teeltconcepten voor de diverse typen teelt. De duurzame concepten zijn tot stand gekomen door voor elk type teelt na te gaan wat naar huidig inzicht de goedkoopste combinatie van technieken en brandstoffen zijn op basis waarvan de glastuinbouw volledig zou kunnen verduurzamen. Daarbij zijn een aantal opmerkingen van belang. De eerste opmerking is dat alleen van een concept in totaliteit, i.e. een samenstel van technieken en brandstoffen, vastgesteld kan worden of het al dan niet CO 2 neutraal is. Dit is namelijk afhankelijk van (i) de inkoop van energie (fossiel, biobrandstoffen of restwarmte); (ii) de verkoop van energiestromen aan derden (elektriciteit en warmte); en (iii) de mate waarin binnen het concept op een duurzame wijze energie wordt opgewekt en gebruikt (gesloten kas of geothermie). Tussen deze stromen kan compensatie optreden. Zo kan een bedrijf dat gebruik maakt van een gesloten kas, de warmte daarbij 100% benut door levering aan derden en grijze stroom inkoopt en toch 100% CO 2 neutraal opereren: de warmte levering aan derden compenseert dan de inkoop van grijze stroom. De tweede en aansluitende opmerking is dat de rentabiliteit van de investeringen alleen op conceptniveau, en niet op techniekniveau, kan worden bepaald. Zo heeft het begrip meerkosten van een gesloten kas geen betekenis los van de situatie waarin het wordt toegepast. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de rentabiliteit van een gesloten kas mede bepaald wordt door zowel het percentage warmte dat nuttig wordt aangewend als de meeropbrengst van de teelt. 12 DWA, 2007, Op weg naar een duurzame glastuinbouw, rapport in opdracht van LTO Glaskracht en Stichting Natuur en Milieu.

18 8 HOOFDSTUK 3 De derde en laatste opmerking is dat een duurzaam glastuinbouwbedrijf kan bestaan uit een combinatie van de concepten uit Tabel 2. Zo produceert een gesloten kas een overschot aan warmte. De rentabiliteit van een gesloten kas is daarmee sterk afhankelijk van de hoeveelheid warmte die aan derden geleverd kan worden. Voor de hand liggende opties zijn de levering van warmte aan woningen, bedrijven, andere tuinders of het eigen bedrijf. Vooral de levering van warmte aan het eigen bedrijf (of aan de buurman) is een interessante optie. Een dergelijk bedrijf zal dan bijvoorbeeld voor de helft kunnen bestaan uit een gesloten kas en voor de andere helft uit normale kassen waarin de warmte uit de gesloten kas nuttig kan worden aangewend.

19 INSTRUMENTARIUM VOOR TRANSITIE NAAR EEN CO2 NEUTRALE GLASTUINBOUW 9 4 Instrumentarium voor verduurzaming In deze paragraaf lichten we het instrumentarium toe waarmee het gestelde doel van een CO 2 neutrale energievoorziening in de glastuinbouw vanaf 2020 bereikt kan worden. De kernvragen daarbij zijn welke instrumenten ingezet moeten worden, op welk tijdstip dat moet gebeuren en waarom. Als vertrekpunt bij het beantwoorden van deze vragen nemen we de kostencurve uit het DWA-rapport (zie Figuur 2). Deze curve laat zien wat de relatie is tussen de meerkosten in per ton CO 2 en de mate van CO 2 -reductie in de glastuinbouw. Hoewel deze cijfers met onzekerheden zijn omgeven (een punt waar we later in deze paragraaf expliciet op terug komen) kunnen uit deze curve drie voor het instrumentarium relevante observaties worden gemaakt. De eerste observatie is dat de eerste 40% reductie van CO 2 tegen geringe meerkosten kan geschieden (maximaal 20 per ton CO 2 ). De tweede observatie is dat bij de huidige stand van de techniek de meerkosten snel oplopen tot boven de 120 per ton CO 2. De derde observatie is dat technologische ontwikkeling ertoe kan leiden (en noodzakelijk is) dat de meerkosten van een CO 2 neutrale glastuinbouw op termijn in lijn gebracht worden met de reductiekosten binnen de EU ETS (de prijs van een emissierecht in 2020). Figuur 2 Relatie CO 2 -reductie en meerkosten in de glastuinbouw Bron: Bron: DWA (2007) We lichten nu kort de opbouw van het instrumentarium toe om de glastuinbouw vanaf 2020 volledig CO 2 neutraal te laten opereren. Deze toelichting is kwalitatief van aard in die zin dat we een aantal instrumentenpakketten onderscheiden. Deze instrumentenpakketten sluiten aan bij de hierboven gemaakt drie observaties en de vaststelling dat de meerkosten uit Figuur 2 met belangrijke onzekerheden omgeven zijn. (zie Figuur 3). 13 Het eerst instrumentenpakket bestaat uit drie onderdelen. Pakket 1a heeft betrekking op de eerste reductieslag: tegen geringe meerkosten kan de uitstoot in de glastuinbouw substantieel worden 13 De nummers van de pakketten sluiten aan bij de timing van de pakketten. Pakket 1 kan vanaf 2008 worden ingevoerd, pakket 2 daarna, et cetera.

20 10 HOOFDSTUK 4 teruggebracht. De pakketten 1b en 1c richten zich op kennisontwikkeling met betrekking tot het telen in gesloten kassen en de ontwikkeling van nieuwe technologieën. Pakket 2 richt zich op het doorontwikkelen van deze kennis in praktijktoepassingen. Dit stadium van kennisontwikkeling onderscheidt zich van het vorige stadium doordat het nu meer gaat om het gebruik van de nieuwe kennis in de praktijk en de grotere schaal waarop de kennisontwikkeling plaatsvindt. De pakketten 3 en 4 zijn optioneel en richten zich op de verdere reductie de uitstoot van CO 2 in de glastuinbouw. Of pakket 3 nodig is, is afhankelijk van de verhouding tussen enerzijds de stimulans die uitgaat van pakket 1a en anderzijds de uiteindelijke meerkosten die verbonden zijn aan de reductie van CO 2 in de glastuinbouw. In het geval de meerkosten zodanig zijn gedaald dat een volledig CO2 neutrale glastuinbouw ook op basis van pakket 1a kan worden bereikt, is pakket 3 overbodig. Als dat niet het geval is dan kan pakket 3 gebruikt worden om het beleid te intensiveren. 14 Figuur 3 Schema voor reductie CO 2 uitstoot in de glastuinbouw Pakket 1a: Eerste reductieslag (op basis van huidige techniek) Pakket 1b: Kennisontwikkeling technologie Pakket 1c: Kennisontwikkeling telen Pakket 2: Doorontwikkeling kennis in praktijktoepassingen Pakket 3: Tweede reductieslag (optioneel) 2020 Pakket 4: Derde reductieslag (optioneel) Bij alle pakketten wordt alleen aandacht besteed aan de structuur van het instrumentarium. Er wordt geen uitspraak gedaan over de intensiteit waarmee het instrumentarium moet worden ingezet. Dit laatste is namelijk sterk afhankelijk van de op dit moment onbekende daling van de meerkosten die uiteindelijk gerealiseerd kan worden. De omvang van deze daling is afhankelijk de kennisontwikkeling op het gebied van teelt en techniek en de mate waarin de leveranciers van technieken schaalvoordelen kunnen behalen. 4.1 Pakket 1a: Eerste reductieslag 16 Pakket 1a houdt in dat de glastuinbouw vanaf volledig wordt opgenomen in de EU ETS 14 Hetzelfde geldt ook voor pakket 4 ten opzichte van pakket De nummers van de pakketten geven de timing van de pakketten aan. 16 De ratio achter pakket 1a is dat er sprake is van marktfalen ten aanzien van de uitstoot van CO 2 (zie voor meer uitleg hierover bijlage B).

21 INSTRUMENTARIUM VOOR VERDUURZAMING 11 (of een vergelijkbaar systeem). 17 De prijs van een emissierecht in de EU ETS bepaalt in dat geval de rentabiliteit van de maatregelen om de uitstoot van CO 2 in de glastuinbouw terug te dringen. Als deze prijs bijvoorbeeld 20 per ton CO 2 bedraagt, dan zijn alle maatregelen die minder dan 20 per ton CO 2 kosten rendabel voor een tuinder. Een verstorende factor daarbij is dat het conditioneel toekennen van gratis emissierechten fungeert als een subsidie voor de huidige concepten (die gebruik maken van fossiele brandstoffen) ten opzichte van duurzame concepten. Een tuinder die investeert in ketels en WKK krijgt immers op basis van de huidige toewijzingmethodiek gratis rechten, terwijl diezelfde tuinder geen rechten krijgt als hij investeert in een duurzaam concept. 18 Dit belemmert de doorbraak van duurzame concepten, omdat het conditioneel toekennen van emissierechten de kostprijs van concepten die gebruik maken van fossiele brandstoffen verlaagt (zie Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.). Vanaf 2012 wordt een substantieel deel van de emissierechten echter via een veiling toegewezen, waardoor de belemmering voor het investeren in duurzame concepten vermindert. Vanaf 2020 worden alle emissierechten geveild en is de belemmering opgeheven. Merk op dat deze belemmering alleen een effect heeft op de wijze waarop de emissiereductie wordt ingevuld. De totale emissies zijn onder de EU ETS (een cap en trade systeem) immers gegeven. Box 1 Kosten en conditionele toekenning van emissierechten Stel een investering in een kolencentrale kost 100 euro en de brandstof kost 20 euro. De totale private kosten zijn dan =120 euro. Nu introduceert de overheid emissiehandel. De eigenaar van de centrale heeft voor 30 euro emissierechten nodig. Als de rechten geveild worden, stijgen de kosten van de kolencentrale naar = 150 euro. Ook als de rechten eeuwigdurend worden gegrandfathered (de eigenaar mag ze voor eeuwig houden), stijgen de (opportuniteits)kosten naar 150 euro. Om de kolencentrale te kunnen draaien, moet de eigenaar van de kolencentrale immers de emissierechten ter waarde van 30 euro gebruiken (opofferen). Bij de conditionele toekenning van rechten, i.e. de eigenaar krijgt alleen rechten toegewezen als hij de kolencentrale bouwt en geen rechten als hij de kolencentrale niet bouwt, zijn de kosten van de kolencentrale na de invoering van emissiehandel niet gelijk aan 150, maar aan 120 euro. De eigenaar van de centrale heeft weliswaar voor 30 euro emissierechten nodig, maar hij krijgt deze telkens als hij een centrale neerzet gratis toegewezen. Het is alsof de overheid zegt dat je 130 euro boete moet betalen als je door rood rijdt. Maar dat je, telkens als je door rood rijdt, 130 euro ter compensatie krijgt. 17 Een alternatief voor opname in de EU ETS is een gesloten emissiehandelssysteem voor de glastuinbouw. In zo n gesloten systeem kan de overgang naar een CO 2 neutrale glastuinbouw eenvoudig vormgegeven worden door de cap geleidelijk te verlagen. De pakketten 3 en 4 komen dan te vervallen. Een eerste nadeel van een gesloten systeem is dat de prijs van een emissierecht veel sterker zal fluctueren dan in de EU ETS voornamelijk omdat de invloed van het weer veel groter is binnen een eigen handelssysteem. Stel bijvoorbeeld dat er drie strenge winters achter elkaar optreden. Dan zullen de prijzen binnen een eigen handelssysteem veel meer stijgen dan binnen de EU ETS. De reden hiervoor is dat de energievraag binnen de glastuinbouw voor het overgrote deel uit warmtevraag bestaat. Mochten er echter drie zachte winters op een rij zijn, dan zal de prijs sterk dalen, waardoor de prikkel tot verduurzaming vrijwel zal wegvallen. Dit nadeel kan slechts ten dele worden opgevangen door banking en dergelijke toe te staan. Een tweede nadeel is dat de positie van aardgasgestookte WKK onder druk kan komen te staan. Een (forse) verlaging van de cap zal immers leiden tot een afname van aardgasgestookte WKK en zal darmee een negatief besparingseffect uitlokken (zie ook paragraaf 4.6). Een voordeel is dat de toedeling van emissierechten beter geregeld kan worden dan in de EU ETS (dus geen conditionele toedeling zoals toedeling uit de New Entrants Reserve). 18 Overigens kent WKK ten opzichte van kolen- en gascentrales hetzelfde nadeel.

22 12 HOOFDSTUK 4 Flankerend beleid in pakket 1a (en pakket 3 en 4) kan bestaan uit het inzetten van investeringsen garantiefondsen. Het voornaamste doel hiervan is eventuele liquiditeitsproblemen zoveel als mogelijk te beperken. 4.2 Pakket 1b: Kennisontwikkeling technologie 19 Uit het DWA rapport blijkt dat voor een duurzame glastuinbouw de doorontwikkeling van de volgende technieken noodzakelijk is: Gesloten kas Bio-WKK (2 e generatie biobrandstoffen) Warmtepomp in combinatie met energieopslag voor de gekoelde teelt Ketels op bio-olie Reinigen van rookgassen uit biomassa-installaties (in verband met CO 2 dosering) Uit de gehouden interviews en analyse van de bestaande regelingen is gebleken dat er ten aanzien van de kennisontwikkeling van deze technieken geen noemenswaardige knelpunten bestaan. Zo kan gebruik worden gemaakt van EOS en UKR. Dit zijn tenderregelingen waaronder partijen een projectvoorstel in kunnen dienen. Dit voorstel wordt beoordeeld door een commissie aan de hand van bepaalde criteria. Er bestaan weliswaar richtlijnen voor de beoordeling van deze voorstellen, maar deze richtlijnen zijn niet uitputtend. EOS en UKS hebben dan ook het karakter van een schoonheidswedstrijd. 20 Deze regelingen stimuleren de ontwikkeling van nieuwe technologieën dus op projectbasis. In principe kunnen alle partijen meedoen, mits er ook kennisinstellingen en of niet-marktpartijen betrokken zijn bij het voorstel. De reden hiervan is dat het hier gaat om de ontwikkeling van (fundamentele) kennis. 4.3 Pakket 1c: Kennisontwikkeling telen 21 Een mogelijk verbeterpunt ten aanzien van de kennisontwikkeling met betrekking tot het telen in een gesloten kas is dat het efficiënt kan zijn om deze kennisontwikkeling te scheiden van de kennisontwikkeling over technologieën (klimaatcomputer, warmtepomp, energieopslag). Deze efficiëntiewinst komt voort uit het gegeven dat het met de traditionele technieken (gesloten kas, WKK en koelmachine) wel eens goedkoper kan zijn om teeltervaring op te doen dan met de 19 De ratio achter pakket 1b is dat er sprake is van marktfalen ten aanzien van de kennisontwikkeling met betrekking tot technologie als van marktfalen met betrekking tot de toegang tot de kapitaalmarkt (zie voor meer uitleg hierover bijlage B). 20 Er bestaan vele soorten tenderregelingen, zoals schoonheidswedstrijden, aanbestedingen en veilingen. Bij een schoonheidswedstrijd zijn de criteria vooraf niet uiputtend omschreven. Bij een veiling is dit wel het geval. Daardoor is een schoonheidswedstrijd veel meer geschikt om innovatie te bevorderen, dan een veiling. Zie voor een uitgebreid overzicht van de voor- en nadelen van de diverse mogelijkheden Janssen, M.C.W., A.P. Ros, N. van der Windt, 2001, De draad kwijt: onderzoek naar de gang van zaken rond de Nederlandse UMTS veiling, Erasmus Universiteit Rotterdam. 21 De ratio achter pakket 1c is er dat sprake is van marktfalen ten aanzien van de kennisontwikkeling met betrekking tot telen als van marktfalen met betrekking tot de toegang tot de kapitaalmarkt ( (zie voor meer uitleg hierover bijlage B).

23 INSTRUMENTARIUM VOOR VERDUURZAMING 13 nieuwe technieken (gesloten kas, warmtepomp, en energieopslag). 22 Hierdoor wordt de leercurve met betrekking tot het telen in een gesloten kas versneld doorlopen, waardoor de onzekerheid daalt met betrekking tot het investeren in dit duurzame concept. Vanzelfsprekend dient deze vorm van telen in een gesloten kas alleen aan de orde te komen om de kennis over telen in een gesloten kas te vergroten. Dat het van belang is om deze leercurve snel te doorlopen blijkt uit een gevoeligheidsanalyse op de cijfers uit het DWA rapport. Uit deze cijfers blijkt dat gegeven de gehanteerde aannames en uitgaande van een meeropbrengst van 10 per m 2 de meerkosten van de gesloten kas 204 per uitgespaarde ton CO 2 zijn. Bij een meeropbrengst van 5, 15 of 20 per m 2 zijn deze meerkosten respectievelijk 260, 148 en 93 per uitgespaarde ton CO 2. Met betrekking tot de kennisontwikkeling gaat het vooral om de spreiding van deze cijfers. De onzekerheid over de uiteindelijke meeropbrengsten van telen in de gesloten kas zal namelijk zonder overheidsmaatregelen leiden tot een verminderde investeringsbereidheid in de kennisontwikkeling. Door nu de kennisontwikkeling voor een hele range aan gewassen te stimuleren daalt de onzekerheid met betrekking tot het investeren in een gesloten kas, waardoor de investeringsbereidheid in de glastuinbouw zal stijgen (net zoals de bereidheid van banken om dit concept door middel van leningen te ondersteunen). Een sneller doorlopen leercurve heeft bovendien als voordeel dat de benodigde subsidies voor de diffusie van het gesloten kas concept fors lager zullen zijn. Deze vorm van kennisontwikkeling dient dan ook met spoed ter hand te worden genomen. Merk op dat pakket 1b en pakket 1c gelijktijdig kunnen worden uitgevoerd. Op dit moment zijn er geen regelingen waarmee de kennis over telen in een gesloten kas kan worden vergroot. De huidige regelingen zijn namelijk allemaal technologiegericht. De vormgeving van een regeling gericht op het vergroten van de kennis over telen kan aansluiten bij de vormgeving van de bestaande programma s voor de ontwikkeling van (kennis over) nieuwe technologieën, zoals EOS en UKR. 4.4 Pakket 2: Doorontwikkeling van kennis 23 Dit stadium van kennisontwikkeling onderscheidt zich op twee punten van de kennisontwikkeling onder de pakketen 1b en 1c. Het eerste punt van onderscheid is dat het in dit stadium veel meer gaat over kennis met betrekking tot het praktische gebruik van nieuwe kennis en (combinaties van ) nieuwe technologieën, dan om de ontwikkeling van nieuwe technologieën en kennis. Het tweede punt van onderscheid is dat de schaal waarop de kennisontwikkeling plaatsvindt, groter is. Er zijn meer bedrijven en instellingen bij betrokken dan in de pakketten 1b en 1c. Er is echter nog geen sprake van grootschalige toepassing. 22 Deze vorm van kennisontwikkeling levert relevante kennis op zolang de teeltomstandigheden in de duurzame versie van de Gesloten Kas nauwkeurig genoeg nagebootst kunnen worden. 23 De ratio achter pakket 2 is dat er zowel sprake is van marktfalen ten aanzien van de doorontwikkeling van kennis als van marktfalen met betrekking tot de toegang tot de kapitaalmarkt. Daarnaast kan er sprake zijn van overheidsfalen met betrekking tot de consistentie van het beleid en het realiseren van schaalvoordelen (zie voor meer uitleg hierover bijlage B).

24 14 HOOFDSTUK 4 Er zijn verschillende opties om zo n regeling vorm te geven. De eerste optie is een tenderregeling waarbij tuinders projectvoorstellen indienen, waarvan vervolgens een deel wordt gehonoreerd. 24 De tweede optie is een regeling waarbij alle tuinders die aan bepaalde voorwaarden voldoen automatisch in aanmerking komen voor deelname aan de regeling (denk hierbij aan het groenlabel systeem). 25 Voordelen van een tenderregeling boven een groenlabel regeling zijn dat: een tenderregeling geen openeinderegeling is: het budget is immers van te voren bekend. Bij een groenlabel regeling kan afhankelijk van de aanmeldingen een (forse) overschrijding plaatsvinden; 26 een tenderregeling meer flexibiliteit kent in de honorering van voorstellen en daardoor meer ruimte biedt voor creativiteit van de kant van de indiener. Onder een beauty contest bestaat immers meer flexibiliteit ten aanzien van honorering, dan onder een regeling waar van tevoren de voorwaarden zijn vastgelegd; een tenderregeling vanuit de overheid bezien meer informatie genereert: de indiener vraagt immers een bepaald budget (= hoogte van de gewenste subsidie). Bij een subsidieregeling moet de overheid van tevoren de hoogte van de subsidie bepalen. Dit is vooral van belang als de kosten van de diverse tenders fors kunnen variëren, bijvoorbeeld als gevolg van het type teelt en schommelingen in de aardgasprijs en/of de prijs van biomassa; 27 Het belangrijkste nadeel van een tenderregeling ten opzichte van een groenlabel systeem is dat tuinders projectvoorstellen in moeten dienen, waaraan relatief hoge kosten verbonden kunnen zijn. Een tweede nadeel is dat een tenderregeling onzekerheid over de toekenning van de gelden met zich meebrengt. Wel heeft een tuinder de mogelijkheid om in geval van een afwijzing in de volgende ronde van een tender opnieuw een (licht aangepast) voorstel in te dienen. De nieuwe regeling Programma Energietransitie lijkt zich te richten op deze fase. Deze regeling is namelijk primair gericht op tuinders. Zo ontbreekt de voorwaarde voor deelname van een kennisinstelling of niet-marktpartij in deze regeling (een eis die bij EOS en UKR wel wordt gesteld) Een tenderregeling kan op verschillende manieren worden ingericht. Zo is er bijvoorbeeld de keuze tussen een schoonheidswedstrijd of een veiling. Daarnaast kan ook de wijze van financiering verschillen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een bedrag ineens, van een bedrag per eenheid bespaarde CO 2 of van per eenheid geleverde warmte (of een combinatie daarvan). In het eerste geval is sprake van een (investerings)subsidie in het tweede van een (exploitatie)subsidie. De optimale vormgeving van een tenderregeling is een complex vraagstuk, waarop de uitspraak the devil is in the details van toepassing is. Het is dan ook raadzaam om van geval tot geval en in dit rapport van pakket tot pakket te bekijken wat de optimale vormgeving van de tender in elk geval is. Grofweg kan gesteld worden dat voor pakket 2 gezien het belang van innovatie aan een schoonheidswedstrijd moet worden gedacht. 25 Bij een groenlabel systeem wordt innovatie gestimuleerd door de eisen waaraan de investering moet voldoen voortdurend aan te scherpen. Hiervoor is het noodzakelijk dat de overheid een idee heeft van (i) de richting waarin de innovatie plaats moet vinden; (ii) het tempo van de innovatie. 26 Overstimulering kan tot budgettaire problemen leiden waardoor de regeling bijvoorbeeld wordt afgeschaft. Denk hierbij aan de recente opheffing van de MEP. 27 In economische terminologie: een tender geeft de overheid informatie over de daadwerkelijke kosten van de concepten en beperkt op die wijze de informatieachterstand van de overheid. 28 De details van deze regeling zijn nog niet bekend.

25 INSTRUMENTARIUM VOOR VERDUURZAMING Pakket 3: Tweede reductieslag (optioneel) 29 In deze paragraaf bespreken we de eerste van twee optionele pakketten om de doelstelling van een 100% CO 2 neutrale glastuinbouw in 2020 te bereiken. Het gaat in dit stadium altijd om de grootschalige diffusie van nieuwe technieken en concepten. Vanuit het perspectief van doelmatigheid moet de leercurve grotendeels doorlopen zijn. Als diffusie namelijk wordt ondernomen voordat de leercurve doorlopen is (en de meerkosten nog relatief hoog zijn), 30 dan zal dat leiden tot veel hogere kosten. Dit is maatschappelijk gezien niet doelmatig. Een bijkomend voordeel van een langzamere uitrol is dat kosten in termen van netto contante waarde lager uit zullen vallen. 31 Voordat we ingaan op het instrumentarium, gaan we in op de vraag, waarom een aanvullend pakket bovenop de opname in de EU ETS (pakket 1a) wenselijk is of zou zijn Waarom een aanvullend pakket? Onder pakket 1a (opname in de EU ETS met op termijn veiling van emissierechten) worden alle maatregelen gestimuleerd waarvan de (meer)kosten lager zijn dan de prijs van een emissierecht. DWA (2007) heeft onder een aantal aannames de meerkosten berekend van een aantal duurzame concepten (zie Tabel 2). Als de meerkosten lager zijn dan de prijs van een emissierecht in de EU ETS, dan zijn geen aanvullende maatregelen noodzakelijk om de glastuinbouw 100% CO 2 neutraal te laten opereren. Als de meerkosten hoger zijn, dan de prijs van een emissierecht in de EU ETS dan zijn aanvullende maatregelen daarentegen wel noodzakelijk. Ten aanzien van die meerkosten bestaat echter grote onzekerheid. 32 Die onzekerheid hangt samen met de prijs van aardgas en biobrandstoffen (bio-olie en houtsnippers), de meeropbrengsten van teelten in een gesloten kas, het percentage warmte van een gesloten kas dat effectief benut kan worden en de investeringskosten. Box 1 geeft een inzicht in het effect van deze onzekerheden op de meerkosten van de duurzame concepten. Daarnaast bestaat met betrekking tot de meerkosten op termijn onzekerheid als gevolg van de introductie van nieuwe technologieën (waarvan de meerkosten nu nog niet bekend zijn). Box 1 geeft aanleiding tot twee observaties. De eerste observatie is dat de meerkosten tussen de duurzame concepten fors variëren. De tweede observatie is dat afhankelijk van de steilheid van de leercurve de meerkosten van een gesloten kas veel lager uit kunnen vallen dan de huidige 204 per ton CO 2. De mogelijkheid bestaat dus dat alle duurzame concepten op basis van pakket 1a rendabel zijn, i.e. minder kosten dan 50 per ton CO 2. Voorwaarden daarvoor zijn wel dat: 29 De ratio achter pakket 3 is dat er sprake is van marktfalen ten aanzien van het investeren in duurzame energie. Dit is vergelijkbaar met het marktfalen ten aanzien van de reductie van CO 2 (zie voor meer uitleg bijlage B). 30 Denk aan de leercurve met betrekking tot de meeropbrengsten van telen in een gesloten kas en de reiniging van rookgassen van ketels en WKK op bio-olie. 31 De netto contante waarde van een bedrag in euro s van 2008 in termen van euro s in 2007 kan worden berekend door het bedrag te delen door de één plus de discontovoet. Zo is 100 euro in 2008 in euro s van 2007 gelijk aan 100/(1+7%)=93,46 euro. Dit is een onderschatting, omdat de onzekerheid omtrent investeren in nieuwe technologieën door een discontovoet van 7% wordt onderschat. 32 Ook ten aanzien van de toekomstige prijs van een emissierecht bestaat onzekerheid. Zo is de hoogte daarvan afhankelijk van (onder andere) de reductiedoelstelling die de EU zichzelf oplegt (-20% of -30%), de omvang van de toedeling aan de ETS sectoren, de prijs van fossiele brandstoffen, et cetera.

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW Besparen en verduurzamen ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW Over Kas als Energiebron Kas als Energiebron is het innovatie- en actieprogramma voor de glastuinbouw met als doel de uitstoot

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa Emissiehandel (EU ETS) is een marktinstrument waarmee de EU uitstoot van broeikasgassen wil verminderen en zo haar klimaatdoelstelling wil behalen. Er zijn twee emissiehandelssystemen:

Nadere informatie

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen.

De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. De warmtemarkt van morgen: rol van gas, elektriciteit en warmtedistributie bij verwarming van woningen. Inhoud De warmtemarkt Warmtevraag woningen Warmtemarkt voor woningen Gasdistributie en CV ketel Elektriciteitsdistributie

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Co-innovatie in de glastuinbouw KIVI NIRIA jaarcongres 2010 Ir. P. Jan Smits 6 oktober 2010 Inhoud Introductie Kengetallen en energietransitie Convenant Schone en Zuinige

Nadere informatie

Biomassa WKK in de glastuinbouw

Biomassa WKK in de glastuinbouw Management samenvatting Biomassa WKK in de glastuinbouw Evaluatie van transitieroutes Februari 2005 Auteurs Opdrachtgevers : Ir. Joep Coenen, Cogen Projects Ir. Stijn Schlatmann, Cogen Projects : Productschap

Nadere informatie

Emissiehandel in Europa

Emissiehandel in Europa Emissiehandel in Europa Emissiehandel (EU ETS) is een marktinstrument waarmee de EU uitstoot van broeikasgassen wil verminderen en zo haar klimaatdoelstelling wil behalen. Er zijn twee emissiehandelssystemen:

Nadere informatie

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder

Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder Voor kwaliteitsvolle WarmteKrachtKoppeling in Vlaanderen Bio-WKK en WKK in de glastuinbouw: meer met minder 16/12/2010 Cogen Vlaanderen Daan Curvers COGEN Vlaanderen Houtige biomassa in de landbouw 16

Nadere informatie

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies Grootschalige introductie van micro wkk systemen Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies jeeninga@ecn.nl Micro wkk een controversieel onderwerp? De discussie rondom het nut van micro wkk wordt niet altijd niet

Nadere informatie

Advies van de commissie van economische deskundigen over de CPB studie Economisch optimale waterveiligheid in het IJsselmeergebied *

Advies van de commissie van economische deskundigen over de CPB studie Economisch optimale waterveiligheid in het IJsselmeergebied * Advies van de commissie van economische deskundigen over de CPB studie Economisch optimale waterveiligheid in het IJsselmeergebied * Amsterdam, januari 2014 In opdracht van Ministerie van Infrastructuur

Nadere informatie

Aanbevelingen bij het rapport Drempelvrees?

Aanbevelingen bij het rapport Drempelvrees? Aanbevelingen bij het rapport Drempelvrees? Amsterdam, januari 2008 In opdracht van het Ministerie van Financiën Aanbevelingen bij het rapport Drempelvrees? Aanbevelingen naar aanleiding van de conclusies

Nadere informatie

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT

Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Resultaten en bevindingen van project Optimale benutting van de energie input van een houtgestookte centrale door plaatsing rookgascondensor en CO2- benutting met PVT Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus

Nadere informatie

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Jaarplan 2019 - Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag Nederlandse glastuinbouwbedrijven dragen in grote mate bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot. Het komende decennium wordt

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland

Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Notitie totale investeringen warmtetransitie provincie Noord-Holland Samenvatting De totale investeringsomvang om de woningen en utiliteitsgebouwen in de provincie Noord-Holland in 2050 klimaatneutraal

Nadere informatie

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie

Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010. Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Vergisting anno 2010 Rendabele vergister onder SDE 2010 Hans van den Boom 22 april 2010 Sectormanager Duurzame Energie Financieren Duurzame energie binnen Rabobank Groep Maatwerk Sustainability naast Food

Nadere informatie

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030

ECN-N Energiescenario s Drenthe 2030 December 2016 ECN-N--16-031 Energiescenario s Drenthe 2030 Gerdes, J. Gewijzigd op: 16-12-2016 13:20 2 Inhoud 1 Context van de energiescenario s voor 2030 4 2 Uitgangspunten voor drie scenario s 5 3 Ontwikkelingen

Nadere informatie

Wie betaalt de rekening van de energietransitie?

Wie betaalt de rekening van de energietransitie? Wie betaalt de rekening van de energietransitie? Symposium KVGN 17 november 2016 Ron Wit Ron.Wit@eneco.com Overzicht presentatie 1. Ontwikkeling broeikasgassen in Nederland 2. Ontwikkeling integrale kosten

Nadere informatie

Tuinbouw fossielvrij. Energiek Event 2018 Feije de Zwart, Bram Vanthoor. Wageningen University & Research, NL

Tuinbouw fossielvrij. Energiek Event 2018 Feije de Zwart, Bram Vanthoor. Wageningen University & Research, NL Tuinbouw fossielvrij Energiek Event 2018 Feije de Zwart, Bram Vanthoor Wageningen University & Research, NL Inhoud Achtergrond Teelten Verschillende fossiel vrije opties Veronderstellingen Voorlopige resultaten

Nadere informatie

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk

Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk Productie van hernieuwbare energie in de woning/wijk Energiebehoefte van woningen/woonwijken Huidige gemiddelde energievraag van een woning 1. Warmte aardgas 1400 m3 2. Licht & kracht elektriciteit 3000

Nadere informatie

Ypenburg 100% duurzame warmte

Ypenburg 100% duurzame warmte Ypenburg 100% duurzame warmte Verkenning van de mogelijkheden Rotterdam, 13 november 2018 Edward.pfeiffer@rhdhv.com 06-52 01 86 58 Doelstelling van de verkenning Eneco en de Stichting Hernieuwbare Warmte

Nadere informatie

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf

Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf Hoeveel CO 2 bespaar je hiermee? 1 Elektrificeren van erfwerkzaamheden op een melkveebedrijf; hoeveel CO2 bespaar je hiermee? Erfwerkzaamheden

Nadere informatie

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net 3 juli 2010, De Ruijter Energy Consult Energie- en CO 2 -emissieprestatie van verschillende energievoorzieningsconcepten voor Biologisch Tuinbouwbedrijf gebroeders Verbeek in Velden Gebroeders Verbeek

Nadere informatie

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Notitie energiebesparing en duurzame energie Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015

Nadere informatie

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties

Beleid dat warmte uitstraalt. Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Beleid dat warmte uitstraalt Van warmteopties voor klimaatverbetering naar klimaatverbetering voor warmteopties Doelen rijksoverheid voor 2020 Tempo energiebesparing 2 % per jaar Aandeel duurzaam in totale

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Warmte kost veel energie Warmtevoorziening is verantwoordelijk voor bijna 40% van het energiegebruik in Nederland.

Nadere informatie

Energietransitie en schaalvoordelen

Energietransitie en schaalvoordelen Energietransitie en schaalvoordelen Samenvatting McKinsey-onderzoek Oktober 2013 CONTEXT Recent is door McKinsey, in opdracht van Alliander, een onderzoek uitgevoerd naar de vraag: Wat zijn de voordelen

Nadere informatie

De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G. Datum 05 april 2011

De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G. Datum 05 april 2011 De economische kansen van de glastuinbouw Workshop - G Datum 05 april 2011 EMT debat 5 apr. 2011 Stef Huisman & Sjaak Bakker Economisch belang glastuinbouw Glastuinbouw Ned - Groente & Bloemen Areaal 10.000

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2010 - I

Eindexamen m&o vwo 2010 - I Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 9. Peter Steenbergen en Erik Koolwijk zijn de twee directeur-grootaandeelhouders van glastuinbouwbedrijf Rijkgroen bv. Het bedrijf heeft

Nadere informatie

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk

Warmte in Nederland. Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk Nationaal Expertisecentrum Warmte maakt duurzame warmte en koude mogelijk Warmte in Nederland Onze warmtebehoefte kost veel energie: grote besparingen zijn mogelijk In opdracht van 1 Warmte kost veel energie

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 Bijlage I TOELICHTING 17 Bijlage I : WKK ALS ALTERNATIEVE MAATREGEL 1. Inleiding Het plaatsen van een WKK-installatie is een energiebesparingsoptie die zowel

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder

Voortgangsrapportage 3 CO 2 -Prestatieladder CO 2 -Prestatieladder Inhoudsopgave INLEIDING... 3 BRANDSTOF... 4 REDUCTIEDOELSTELLING... 4 RESULTATEN... 4 GROENAFVAL... 5 KETENANALYSE... 5 REDUCTIEDOELSTELLING... 5 HOEVEELHEID GROENAFVAL... 5 TRANSPORT

Nadere informatie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie door Adriaan Wondergem 6 october 2010 De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie van 2008 tot 2050. De kernvragen zijn: Hoe ziet een (bijna) CO2-loze

Nadere informatie

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst

Warmtetransitie en het nieuwe kabinet. Nico Hoogervorst Warmtetransitie en het nieuwe kabinet Nico Hoogervorst 24 november 2017 Regeerakkoord Rutte III (2017 - ) Opmerkelijk: Lange formatie Klimaat-minister op EZ Duurzaam = klimaatbescherming Milieubescherming

Nadere informatie

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0)

Gas op Maat. Postbus 250, 3190 AG Hoogvliet Rotterdam Telefoon +31(0) Gas op Maat De maatschappij is op weg naar een CO 2 -neutraal energiesysteem. De gassector wil graag bijdragen aan het behalen van deze doelstelling. In de transitieperiode is de rol van aardgas maatwerk:

Nadere informatie

Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie

Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie Handelsplatform, marktplaats voor energie in de tuinbouw De glastuinder van nu is een allround manager die van alle markten thuis moet zijn om zijn bedrijf economisch

Nadere informatie

Programma Kas als Energiebron

Programma Kas als Energiebron Programma Kas als Energiebron Studiegroep bio-energie, door en voor glastuinders Uitwisselen van kennis- en ervaring over bio-energie Onderwerp: beschikbaarheid en duurzaamheid houtige biomassa Datum:

Nadere informatie

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers

Net voor de Toekomst. Frans Rooijers Net voor de Toekomst Frans Rooijers Net voor de Toekomst 1. Bepalende factoren voor energie-infrastructuur 2. Scenario s voor 2010 2050 3. Decentrale elektriciteitproductie 4. Noodzakelijke aanpassingen

Nadere informatie

2 Producenten grijze stroom laten betalen voor transport?

2 Producenten grijze stroom laten betalen voor transport? ECN Beleidsstudies ECN-BS-10-016 29 april 2010 Producenten van grijze stroom laten betalen voor transport? Notitie aan : Werkgroep Heroverweging Energie en Klimaat Kopie aan : A.W.N. van Dril Van : F.D.J.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36114 29 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot

Nadere informatie

Duurzame warmtenetten

Duurzame warmtenetten Duurzame warmtenetten Groene Huisvesters 22 juni 2017 Jeroen Roos Inhoud 1. Opzet warmtenet 2. Soorten en maten 3. Duurzaamheid 4. Specifiek: een bron: geothermie een concept: Nul-op-de-Meter/-Rekening

Nadere informatie

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl 12-11-2007Sheet nummer 1 Ontwikkelingen wereldwijd Heeft de Al Gore film impact?

Nadere informatie

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening:

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening: Betaalbaar & betrouwbaar? Robert Harmsen ECN Beleidsstudies COGEN Symposium Zeist 22 oktober 2004 Een blik naar de toekomst (1) Four Futures

Nadere informatie

Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2.

Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2. Veel gebouwen worden in Nederland verwarmd door installaties die op aardgas werken. Het verbranden van aardgas veroorzaakt het broeikasgas CO2. Dit artikel beschrijft hoe een prijs op CO2 invloed heeft

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2016Z15884

Nadere informatie

Duurzame Greenport Westland Oostland

Duurzame Greenport Westland Oostland 12 oktober 2009 Duurzame Greenport Westland Oostland EFRO programma Doel: Duurzame Greenport (p p p) Greenport Westland Oostland gemeentes Westland, Pijnacker Nootdorp, Lansingerland Kennisinstellingen

Nadere informatie

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Het Energiebeleid van komende jaren dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Opbouw Ambities en hoofdlijnen Ontwikkelingen in het energieveld Keuzes van het kabinet Ambitie Regeerakkoord: 1. Minder

Nadere informatie

Waterstof in de energietransitie Sleutelrol, maar geen heilige graal

Waterstof in de energietransitie Sleutelrol, maar geen heilige graal Waterstof in de energietransitie Sleutelrol, maar geen heilige graal Even voorstellen: Mara Wustmans 2015 t/m heden: Adviseur gebouwinstallaties bij Royal HaskoningDHV 2013-2014: Technisch trainee bij

Nadere informatie

Nadere onderbouwing bij afweging van energievarianten in Bronkhorst I

Nadere onderbouwing bij afweging van energievarianten in Bronkhorst I Bijlage 3 Nadere onderbouwing bij afweging van energievarianten in Bronkhorst I In deze bijlage worden de volgende onderdelen uit de toelichting bij het raadsvoorstel toegelicht: bijdrage aan energie en

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN

ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN ACTUALISATIE MKBA ASBESTDAKEN Datum: 28januari 2015 Onze ref. NL221-30019 Deze rapportage geeft de resultaten weer van de actualisatie van de maatschappelijke kosten-baten analyse (MKBA) daken en gevelpanelen,

Nadere informatie

Adviesrapport zonnestroominstallatie Bedrijf X

Adviesrapport zonnestroominstallatie Bedrijf X Bedrijf X T.a.v. Henk de Vries Zonnelaan 18 1234 AB Amsterdam Leusden, 10-06-19 Zonnestroom Nederland B.V. Hamersveldseweg 120 3833 GT Leusden T 085 06 55 480 E info@zonnestroomnederland.nl www.zonnestroomnederland.nl

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

Essent en duurzame energieproductie in Nederland

Essent en duurzame energieproductie in Nederland Essent en duurzame energieproductie in Nederland Een manifest Essents inspanningen voor duurzame energie Essent is een leidend bedrijf bij de inspanningen voor duurzame energie, vooral op het gebied van

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017 > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

De Warmtewet, gaan we nu echt voor besparing en verduurzaming of hebben we een bureaucratisch monster?

De Warmtewet, gaan we nu echt voor besparing en verduurzaming of hebben we een bureaucratisch monster? De Warmtewet, gaan we nu echt voor besparing en verduurzaming of hebben we een bureaucratisch monster? Drs ing Teus van Eck Biomassabijeenkomst Bodegraven, 7 mei 2009 Warmte is de grootste post in de

Nadere informatie

25/03/2013. Overzicht

25/03/2013. Overzicht Micro-WKK: basisbegrippen en toepassingsmogelijkheden Tine Stevens, Vlaams Energieagentschap Regiovergadering Provincie West-Vlaanderen 12 en 14/03/2013 2 Warmte-krachtkoppeling (WKK) De gelijktijdige

Nadere informatie

High Level Business Case Energiecoöperatie

High Level Business Case Energiecoöperatie High Level Business Case Energiecoöperatie DE Ramplaan (Haarlem) Het project: een haalbaarheidsstudie Energie- en klimaatneutraliteit in bestaande woonwijk is technisch haalbaar en financieel haalbaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi. Annemiek Verrips

Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi. Annemiek Verrips Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi Annemiek Verrips 2 Discussie windenergie op Zee Kivi Stelling in MKBA Windenergie op Zee Duurzame energiesubsidies windenergie hebben geen effect op CO2- uitstoot

Nadere informatie

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst

Transitie naar een. CO -neutrale toekomst Transitie naar een CO -neutrale toekomst 2 CO 2 reductie van bron tot gebruiker Steeds méér duurzame energie, maar niet minder CO 2 -uitstoot KLIMAATVERDRAG VAN PARIJS In het verdrag van Parijs werd afgesproken

Nadere informatie

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Kansen voor warmte Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Centrale boodschap Er is een groot potentieel aan duurzame warmte en warmtebesparing in Nederland beschikbaar. Per situatie

Nadere informatie

Gas als zonnebrandstof. Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030

Gas als zonnebrandstof. Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030 Gas als zonnebrandstof Verkenning rol gas als energiedrager voor hernieuwbare energie na 2030 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 Introductie Meer hernieuwbare energie Extra hernieuwbare energie in Nederland? Verkennen

Nadere informatie

Adviesrapport zonnestroominstallatie Groothandel de Vries

Adviesrapport zonnestroominstallatie Groothandel de Vries Groothandel de Vries T.a.v. Piet de Vries Pollemaplein 14 2277 GG Zwolle Harderwijk, 18-01-18 Zonnestroom Nederland B.V. Ceintuurbaan 2-110b 3847 LG Harderwijk T 085 06 55 480 E info@zonnestroomnederland.nl

Nadere informatie

Knelpunt 1: Elektrisch rijden wordt fiscaal zwaarder belast dan rijden op fossiele brandstoffen

Knelpunt 1: Elektrisch rijden wordt fiscaal zwaarder belast dan rijden op fossiele brandstoffen Inbreng Nuon voor de Ronde Tafel Elektrisch Rijden 9 juni 2016, Kamercommissie voor Economische Zaken Contact: alied.wessels.boer@nuon.com of joris.hupperets@nuon.com Samenvatting Randvoorwaarde voor elektrisch

Nadere informatie

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2

Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2 Wat verstaan we onder warmtehuishouding? Jo Cox Sponsor P2 Energietransitie Papierketen De ambities binnen Energietransitie Papierketen: Halvering van het energieverbruik per eindproduct in de keten per

Nadere informatie

De zon als energiebron!

De zon als energiebron! De zon als energiebron! Zelf elektriciteit opwekken met de zon? Door middel van (diverse) subsidie(s) is het zéér rendabel! Met zonnepanelen verlaagt u uw energiekosten. Deze besparing wordt alleen maar

Nadere informatie

Voortgang Emissiehandel 2016

Voortgang Emissiehandel 2016 Voortgang Emissiehandel 2016 Feiten en cijfers over emissiehandel in Nederland 2 Samenvatting Nederlandse CO 2 -uitstoot in 2015 gestegen In 2015 is de totale Nederlandse CO 2 -uitstoot ten opzichte van

Nadere informatie

FedEC-Industrie en de industriële energietransitie

FedEC-Industrie en de industriële energietransitie Inhoud 1 Inleiding... 1 2 Energietransitieplan... 2 2.1 Energiebesparing... 2 2.2 Ketens sluiten en natuurlijke grondstoffen toepassen... 3 2.3 Restwarmtebenutting... 3 2.4 Koplopers creëren... 3 2.5 Kennisuitwisseling

Nadere informatie

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van Externe notitie Petten, 8 juli 2013 Afdeling Policy Studies ECN-N--13-028 Van Cees Volkers Wouter Wetzels Onderwerp Nieuwste inzichten Nederlands gasverbruik Inleiding ECN Policy Studies voert regelmatig

Nadere informatie

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties 1-2-2012. Vergelijking opties voor benutting van biogas

Biogas is veelzijdig. Vergelijking van de opties 1-2-2012. Vergelijking opties voor benutting van biogas 1--1 Ongeveer 7 deelnemende organisaties Promotie van optimale benutting van biomassa Kennisoverdracht door workshops, excursies, nieuwsbrief en artikelen in vakbladen Vergelijking opties voor benutting

Nadere informatie

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op? Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Groen gas Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 100 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 3 PJ. Extra inspanning 200 miljoen m 3 groen gas. Opbrengst: 6 PJ.

Nadere informatie

GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT

GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT 12 GREENPORTKAS IN VOGELVLUCHT Duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen staan bij Greenportkas ondernemer Joep Raemakers hoog aangeschreven. De ondernemer wil tomaten telen, de uitputting

Nadere informatie

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving

EfficiEncy Duurzaam. EnErgiEbEsparing. Warmte en koude. KEnnis industrie. energie financiering. instrumenten. GebouwDe omgeving Warmte en koude Kennis, advies, instrumenten en financiële steun EfficiEncy Duurzaam GebouwDe omgeving energie financiering KEnnis industrie instrumenten EnErgiEbEsparing De Nederlandse overheid streeft

Nadere informatie

Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid.

Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid. Biodieselproductie uit palmolie en jatropha in Peru en impact voor duurzaamheid. Een Levens Cyclus Duurzaamheids Analyse Auteur: Baukje Bruinsma November 2009 Samenvatting. Door het verbranden van fossiele

Nadere informatie

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw

Van gas los! Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw Van gas los! Klimaat Opties glastuinbouw Dialoog In een breder perspectief: Klimaatakkoord Landbouw en Landgebruik Huidige situatie Opgave Klimaatakkoord Ambitie Glastuinbouw Minder energie gebruiken CO2

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Zonnepanelen steeds rendabel. In een notendop

Zonnepanelen steeds rendabel. In een notendop Zonnepanelen steeds rendabel In een notendop Je wekt zelf elektriciteit op. Daardoor bespaar je jaarlijks heel wat uit op je energiefactuur. Met een investering in zonnepanelen tegen een aanschafprijs

Nadere informatie

Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving

Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving Stand van zaken bioenergie in Nederland subsidies en regelgeving Kees Kwant Inhoud Doelstellingen duurzaam energiebeleid Energiesituatie in Nederland Ondersteuning vanuit SenterNovem (SDE, EOS, EIA, DEN-B)

Nadere informatie

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt Notitie Contactpersoon Harry de Brauw Datum 14 juni 2017 Kenmerk N001-1246856HBA-rvb-V01-NL Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt De aanstaande rioolvervanging in de Benedenbuurt is aanleiding voor

Nadere informatie

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart

Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Programma Kas als Energiebron Geothermie en Glastuinbouw Partners voor een duurzame toekomst? Nico van Ruiten Amsterdam, 31 maart Inhoud Kenmerken glastuinbouw Introductie Programma Kas als Energiebron

Nadere informatie

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen

Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen Showstoppers & gamechangers Beleid voor gasloze woningen Casper Tigchelaar congres all-electric 2-11-2017 Showstoppers en gamechangers Showstoppers 1. Wat is gasloos eigenlijk? 2. Gasloos heeft maatschappelijke

Nadere informatie

Schadevoorziening bij brand- en bouwveiligheid

Schadevoorziening bij brand- en bouwveiligheid Schadevoorziening bij brand- en bouwveiligheid Amsterdam, september 2013 In opdracht van WODC Schadevoorziening bij brand- en bouwveiligheid Een evenwichtig systeem? Bert Hof en Nicole Rosenboom Roetersstraat

Nadere informatie

Les Biomassa. Werkblad

Les Biomassa. Werkblad LESSENSERIE ENERGIETRANSITIE Les Biomassa Werkblad Les Biomassa Werkblad Niet windenergie, niet zonne-energie maar biomassa is de belangrijkste bron van hernieuwbare energie in Nederland. Meer dan 50%

Nadere informatie

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas

Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Energieneutraal keten sluisdeur Goese Sas Door de vastgestelde energie- en klimaatdoelstelling binnen Europa om in 2050 energieneutraal te zijn, is het voor de hele samenleving maar met name voor bedrijven

Nadere informatie

Lusten en lasten eerlijk verdelen

Lusten en lasten eerlijk verdelen Lusten en lasten eerlijk verdelen Er is breed draagvlak voor een eerlijke verdeling van de lusten en lasten van het klimaatbeleid. Dat is nodig om het draagvlak voor klimaatbeleid te vergroten en daarmee

Nadere informatie

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh]

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde 2015-2029) [ /kwh] Notitie Petten, 15 december 2014 Afdeling Policy Studies Van Aan Carolien Kraan, Sander Lensink S. Breman-Vrijmoed (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Basisprijzen SDE+ 2015 Samenvatting

Nadere informatie

Ongezien, onverkocht?

Ongezien, onverkocht? Ongezien, onverkocht? Amsterdam, maart 2012 In opdracht van VBO Makelaar Ongezien, onverkocht? Funda en concurrentie op de markt voor woningmakelaardij Marco Kerste Barbara Baarsma Nicole Rosenboom Peter

Nadere informatie

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3. Jade Beheer Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.0 Document : Communicatieplan CO 2-prestatieladder Auteur : Jade

Nadere informatie

Lijst Lammers. Papendrecht 21 januari 2013

Lijst Lammers. Papendrecht 21 januari 2013 Lijst Lammers Papendrecht 21 januari 2013 Aan de voorzitter van de gemeenteraad van de gemeente Papendrecht, de heer C.J.M. de Bruin Markt 22 3351 PB Papendrecht Betreft: gemeente Papendrecht aansluiten

Nadere informatie

Wat vraagt de energietransitie in Nederland?

Wat vraagt de energietransitie in Nederland? Wat vraagt de energietransitie in Nederland? Jan Ros Doel/ambitie klimaatbeleid: Vermindering broeikasgasemissies in 2050 met 80 tot 95% ten opzichte van 1990 Tussendoelen voor broeikasgasemissies Geen

Nadere informatie

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein

Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte Utrecht en Nieuwegein Postbus 19020, 3001 BA Rotterdam Wethouder van Hooijdonk p/a gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht Rotterdam, 24 november 2016 Kenmerk: W&K/MvdB/20161124 Onderwerp: Routekaart Verduurzaming Stadswarmte

Nadere informatie

Factsheet: Dong Energy

Factsheet: Dong Energy Factsheet: Dong Energy Holding/bestuurder Type bedrijf Actief in Markt Bedrijfsprofiel Dong Energy Producent/leverancier elektriciteit (en aardgas) Europa Consumenten/zakelijk - Omzet 900 miljoen (NL)/9

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

Lijst Lammers. KORTE SAMENVATTING Papendrecht, 22januari 2013. Persbericht. Wordt Papendrecht de derde stadin Nederland met een zonatlas?

Lijst Lammers. KORTE SAMENVATTING Papendrecht, 22januari 2013. Persbericht. Wordt Papendrecht de derde stadin Nederland met een zonatlas? Lijst Lammers KORTE SAMENVATTING Papendrecht, 22januari 2013 Persbericht Wordt Papendrecht de derde stadin Nederland met een zonatlas? Fractie Lijst Lammers pleit voor de Zonatlas in Papendrecht en vraagt

Nadere informatie

Inbreng VEMW Open consultatie RLi Energieadvies 2050

Inbreng VEMW Open consultatie RLi Energieadvies 2050 Woerden, 29 mei 2015 Inbreng VEMW Open consultatie RLi Energieadvies 2050 Visie VEMW VEMW behartigt de belangen van de zakelijke energie- en watergebruikers in Nederland. Nederland kent al decennia een

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 65 65 33april 2009 Regeling van de Minister van Economische Zaken van 25 maart 2009, nr. WJZ / 9057818, tot wijziging

Nadere informatie

Het verlichten van een ruimte is mogelijk dankzij elektriciteit. Wanneer die elektriciteit komt van een fossiele energiebron, zoals een

Het verlichten van een ruimte is mogelijk dankzij elektriciteit. Wanneer die elektriciteit komt van een fossiele energiebron, zoals een Het verlichten van een ruimte is mogelijk dankzij elektriciteit. Wanneer die elektriciteit komt van een fossiele energiebron, zoals een kolencentrale, dan wordt indirect uitstoot van CO2 veroorzaakt. Dit

Nadere informatie

Aardwarmtenetwerk Pijnacker

Aardwarmtenetwerk Pijnacker Resultaten en bevindingen van project Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus energie-innovatie. Tussen 2005 en 2011 kregen ruim 1000 innovatieve onderzoeks- en praktijkprojecten subsidie. Ze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 026 Reductie CO 2 -emissies Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie