Verslag LINKH Kwaliteitsdagen 1 en 2 juni 2016 / Deelnemersvergadering woensdag 1 juni 2016

Transcriptie

1 Verslag LINKH Kwaliteitsdagen 1 en 2 juni 2016 / Deelnemersvergadering woensdag 1 juni 2016 Inleiding: Pieter Antonides, voorzitter opent de LINKH-kwaliteitsdagen. De kwaliteitsdagen zijn van grote waarde. Het is belangrijk om elkaar te blijven ontmoeten, te leren kennen en met elkaar het een en ander uit te wisselen. LINKH kent een vreemde dynamiek. Deze vreemde dynamiek is wel belangrijk. LINKH wil zich perfectioneren, wij willen ons perfectioneren. LINKH is pluriform, waarbij onder andere de participatie in de Stuurgroep Kwaliteit en de samenwerking met de KNMG belangrijk is. LINKH staat bovenal voor kwaliteit. Kwaliteit is echter niet altijd een duidelijk begrip. De wijze waarop kwaliteit gewaarborgd wordt, is voor een ieder wel duidelijk: scholingen, de rol van de EKC en PAM, dit netwerk. Mededelingen: LINKH kan gebruik maken van kantoorruimte bij de LHV. Het bestuur bestaat per heden uit: Pieter Antonides, voorzitter, Paul Heuberger, Peter Marinus en Erna van Muijden-Karssen (secretaris/penningmeester). Olaf van Muijden is tot beleidsmedewerker benoemd. Cassandra Zwaan-Gagenel heeft per 12 mei jl. Erna van Muijden-Karssen opgevolgd als directeur van de WDH Midden Nederland. Peter Schepp is gestopt als PAM bij Leerpunt KOEL. Hier zal later aandacht aan worden besteed. Jaarverslag - In 2015 waren alle IA-organisaties aangesloten bij LINKH. Leerpunt KOEL, DOKh, KOH en Rijnland Midden- Holland hebben per om uiteenlopende redenen het lidmaatschap beëindigd. - Een overzicht van de activiteiten en belangrijke gebeurtenissen worrdt gegeven, waaronder het 10-jarig bestaan van LINKH, de Nota Zorg voor Kwaliteit, de EKC-trainingen en het RATO. - Het jaar is positief afgesloten. De financiële jaarrekening zal in het najaar worden gepresenteerd. Inbreng regio s: Accreditatie doktersassistenten en POH-en Peter Marinus o.a. wijst op de moeilijkheden rondom accreditatie van multidisciplinaire nascholingen, vooral met betrekking tot aanvraag accreditatie voor doktersassistenten en POH-en. Dit wordt door velen gedeeld. De eisen van beroepsorganisaties als de V&VN zijn vaak onnodig streng. Liesbeth van Albada vindt het meevallen. Er zijn regio s die een IA hebben voor de accreditatie nascholingen doktersassistenten en/of POH. Het alternatief is niet aanvragen. De regeling dat 25% buiten de beroepsorganisaties kan aangevraagd worden, gaat hierbij niet op, omdat het een andere groep betreft. Voor de POH is het nog lastiger met drie aparte verenigingen. De deelnemers, LINKH zien het wel als een taak van LINKH hier aandacht voor te vragen. De huisarts is als werkgever medeverantwoordelijk voor de nascholing van de doktersassistenten en POH-en. Voorstel: Overleg tussen KNMG (ABC1), beroepsorganisaties doktersassistenten, POH en LINKH (IA-organisaties) over versoepeling accreditatie.

2 Stuurgroep Kwaliteit Bas Spelberg praat de aanwezigen bij over de Stuurgroep Kwaliteit en de Nota Zorg voor Kwaliteit. De Nota Zorg van Kwaliteit ontwikkeld door leden van de Stuurgroep Kwaliteit (NHG, LINKH, LHV en INEEN) is in principe klaar voor verspreiding, goedgekeurd door de diverse ledenvergaderingen, met uitzondering van de LHV. De LHV twijfelde nog vanwege de ontwikkelingen in gang gezet door Het Roer Moet OM (HRMO). Door HRMO is een werkgroep kwaliteit gestart (HRMO, Zorgverzekeraars, VWS, NHG, LHV, INEEN). LINKH is daar niet bij betrokken geweest. De reden daarvoor werden ter vergadering besproken. LINKH zal wel betrokken worden bij vervolgstappen. De uitkomsten van de kwaliteitsbespreking van de werkgroep zullen geïnterpreteerd worden in de Nota Zorg voor Kwaliteit. Een van de uitgangspunten is dat er meer belang wordt gehecht aan intercollegiale toetsing, waarbij meer en intensiever gebruik wordt gemaakt van de PAM en EKC. Deze veranderingen moeten echter niet te snel worden doorgevoerd. Gemiddeld volgen huisartsen al 8 uur aan intercollegiale toetsing. Een voorstel is om toetsing naar 20 uur te brengen en de overige 20 uur cursorische nascholing. Commentaar: Paul Heuberger waarschuwt eveneens voor een te snelle opvoering van de intercollegiale toetsingsuren. Patrick Smeets vindt het een beetje vreemd dat men af wil van te veel verplichte nascholingsvormen en dit wordt opgelost door een andere onderwijsvorm (toetsing) te verplichten. Liesbeth van der Jagt juicht meer belang bij intercollegiale toetsing in principe toe, maar roept wel om een rem. De kwaliteitsbewaking moet in de gaten worden gehouden. De zorgroepen kunnen echter eisen blijven stellen ongeacht toetsingsvorm. Toetsgroepen worden kosteloos aangeboden. Echter kwaliteitsbewaking kost tijd en geld. Uitbreiding van het aantal toetsgroepuren (aanbod namelijk kosteloos) kan zorgelijk zijn voor voortbestaan WDH-en, aldus een van de deelnemers. Anderen vinden dat het ook kansen schept. Toppers en floppers Inbreng Christine van der Pol, Caransscoop: Het blijft voor verschillende WDH-en in afzetgebied van Caransscoop lastig om sprekers te vinden. Er zijn niet altijd goede sprekers die ook nog regionaal betrokken zijn. Daarnaast wil je als organisatie niet telkens de zelfde voorbereiders en sprekers. Een topper was een excursie naar een AZC waarbij ontmoeting was tussen huisartsen en migranten. Een indrukwekkende uitstap. Commentaar: Wat betreft inhuren sprekers, is een optie om wanneer een spreker wat betreft kennis top is maar didactisch nogal te kort schiet tot een dubbelpresentatie over te gaan. Vraag: Hoe gaat dit bij de NHG? Liesbeth van der Jagt: Er is een lijst van 150 sprekers, waarvan 75 op regelmatige basis gevraagd worden en 20 op zeer regelmatige basis. Er is altijd een evaluatie. De moderator en groepsbegeleiding worden beoordeeld. De spreker wordt inhoudelijk en didactisch gescreend. De meeste van hen zijn kaderhuisartsen. Bas Spelberg: De basiscursus EKC besteedt aandacht aan groepsbegeleiding en didactiek. Echter een goede spreker beschikt niet altijd over inhoudelijke deskundigheid.

3 Wat betreft de LHV-academie, bij nascholingen is er een huisarts aanwezig die de spreker beoordeelt. Wel moet gezegd, dat het m.b.t. het NHG en de LHV om landelijke aanbod en niet om regionale aanbod gaat. Inbreng WDH Midden Nederland: Erna van Muijden-Karssen wijst op een initiatief in de regio Gooi en Vechtstreek, een nascholing rondom dokterruil. Dit werd als een fantastisch idee ontvangen. Het betrof 20 uur nascholing waarbij huisartsen elkaars praktijk overnamen. Zelfs verzekeraars hadden toestemming gegeven. Uiteindelijk bleek er nul animo voor te zijn. Commentaar: - Wellicht is men toch te bang dat een ander meekijkt. - Een optie is wel om wanneer 2 huisartsen hier behoefte aan hebben, dit te coördineren. - Speeddaten blijft dan misschien de veilige tussenoplossing. Inbreng Jacqueline Roebroeck, Koepel Kwaliteit Huisartsenzorg Zeeland: In Zeeland is het lastig om specialisten te betrekken bij WSDH activiteiten, b.v. samen nascholingen. De betreffende poli s hebben bezwaren, werkdruk e.d. Dat is jammer. Commentaar: - In regio KOEL lukt het wel en gaat dit op een open en ontspannen manier. - In Midden Nederland zijn er in HAGRO s uitwisselingen zogeheten HAPSELS (Huisartsen-specialisten) - Christine geeft een voorbeeld van een cursus, waarbij compagnons vormen (huisarts en specialisten). Inbreng Liesbeth van Albada, Doktersacademie Friesland: Een nascholing bestaande uit werkgroepen m.b.t. houding en opstelling bleek populair. De nieuwe generatie huisartsen staat volgens Liesbeth meer open voor feedback en is minder bang om zich kwetsbaar op te stellen. Er dient wel een cultuur gecreëerd te worden, waarbij een veilige sfeer heerst. In Friesland is er een gebrek aan kaderhuisartsen. Inbreng Els Janssen-Mevissen, Cohesie: Er is een groot verschil in deelname tussen regio s. Ook in Limburg loopt men aan tegen de moeilijkheden rondom accreditatie van doktersassistenten en POH. Een topper is de in-company-trainingen. Daar is erg veel behoefte aan. Eerst is men langs gegaan bij alle praktijken om naar de behoefte m.b.t. scholing te vragen. Er een glossy folder gemaakt voor een tweedaags traject bestaande uit interviews en verdieping. Het vereist meer werk, maar het loopt goed en het is erg leuk om voor te bereiden. Jose Lentz, DOKh biedt ook in-company-trainingen aan. Een flop was een dagje uit dat werd georganiseerd voor assistenten naar Bodyworld in Amsterdam en zodoende een scholing rondom anatomie aan te bieden. Er was geen animo voor. Inbreng Anne Marie Joustra, Huisartsen Kring Haaglanden: Het aanbod aan trainingen vanuit de WDH

4 is bij Haaglanden sinds kort zeer succesvol. Het concept is eenvoudig er worden 2x 3 workshops van 15 minuten gehouden, waarbij er duidelijke afstemming is tussen verschillende partijen en het ziekenhuis. Inbreng Collette Rijk, WDH Twente: Twente heeft een 5-daagse cursus die succesvol was, waarbij verschillende groepen huisartsen brainstormde over onderwerpen voor nascholingen. Er was een kruisbestuiving met omliggende ziekenhuizen. Inbreng WDH-Dam: Bernadette Muller en Hans Manders (beiden niet aanwezig) hebben in boekvorm een Lessons Learned. 10 jaar Duodag opgezet. De deelnemersvergadering wordt gesloten. Donderdag 2 juni Workshop Een leven lang leren Initiatief: Dit programmaonderdeel zal gebruikt worden om een stip aan de horizon te formuleren voor hoe de nascholing er in de toekomst uit zou moeten en kunnen zien. Inleiding: De sprekers zijn: Christine van der Pol, namens de WDH-en Bas Spelberg, namens het NHG Fred Dijkers, namens de LHV-academie Mattijs Numans, namens de huisartsenopleiding via een Skype-verbinding. Toosje Valkenburg, namens Het Roer Moet Om. Het geheel staat onder leiding van Theo Voorn, emeritus hoogleraar huisartsgeneeskunde. Na elke spreker volgt een kort commentaar van de overige sprekers. Daarna zijn korte besprekingen in twee- of drietal. Tot slot volgt een samenvatting. Spreker: Christine van der POL, namens de WDH-en. Zoals bekend zijn de IA-organisaties verschillend ingericht. Christine werkt voor Caransscoop (ROS) die de WDGH faciliteert. In het gebied zijn vijf autonome WDH-en die een netwerk vormen, ideeën uitwisselen. Er is een platform, PAM en EKC. Kansen: huisartsen denken mee (voor en door huisartsen), regionale onafhankelijkheid, er is nu naast de WDH ook een WDP. Bedreigingen: de mogelijkheid om maatwerk te leveren is lastig, er kan een gebrek aan menskracht zijn, als ook een gebrek aan financiële middelen, regelgeving kan creativiteit en ontwikkeling in de weg staan. In de toekomst zal men meer moeten doen met fouten: van fouten kun je leren. Het blijkt lastig voor huisartsen om daar iets mee te doen. Protocollen en richtlijnen kunnen creativiteit vaak in de weg staan. Wat betreft de ontwikkeling van nascholingen kunnen ideeën van anderen worden overgenomen, maar zullen altijd moeten worden aangepast aan de lokale situatie.

5 Commentaar van de overige sprekers: Toosje: - het genoemde regionaal programma samenwerking Huisartsenpost + zorggroep lijkt haar interessant - en zou vanzelfsprekend moeten zijn om leren te faciliteren Bas: - vraaggericht aanbod - beter goed gejat dan goed bedacht Fred: - eens met de punten van Toosje - goed om voortdurend op zoek te gaan, aanpak verouderd al als je er mee bezig bent bij wijze van spreken Mattijs: - altijd leren begint heel vroeg - reflectie hoe kom je eraan waar willen ze over leren wat weten ze al Spreker Mattijs Numans, huisartsenopleiding: Vanuit de huisartsenopleiding ziet Mattijs voor een leven lang leren een grotere rol voor het inzetten van de CAN- MEDS en met name communicatie en professioneel handelen. De keuze nu is toch voornamelijk medisch inhoudelijk. De student loopt tegen het medisch leiderschap aan, hoe verhoudt men zich in de organisatie gezondheidszorg en de ontwikkelingen van de 1e lijn, preventie, de maatschappelijk positie. Organisaties worden enerzijds groter, er is echter ook hang naar kleinere associatie. Een leven lang leren moet beginnen bij de huisartsenopleiding. Commentaar van de overige sprekers: Christine: - van de CANMEDS moeten leiderschap, maatschappelijk handelen en professionaliteit meer aandacht krijgen Bas: - medische studenten willen meer inhoudelijke scholing. Voorbeeld: de huisartsen opleiding Groningen, waarvoor het NHG scholing ontwikkelt, met name op het gebied van communicatie en vaardigheden - men moet oppassen voor versnippering nu er veel spelers in het veld zijn Fred: - er komen andere dimensies van het vak aan de orde. Dit is een taak ook voor de huisartsen opleiders Toosje: - academisch leiderschap en maatschappelijk verantwoording moeten een smoel krijgen. Ze chargeert: het formuleren van kwaliteiten is noodzakelijk exercitie. Terug naar het archetypisch dorpsdokter kernwaarden - Voor de huisartsenopleiding leren, uitwisseling, en aanspreken op continuïteit Mattijs zegt dat AIOS leren in de praktijk, afhankelijk van de werkplek, 1 dag in de week is moeilijk). Spreker Bas Spelberg, namens het NHG Bas meldt een nieuwe term PowerPoint rollator. (Een PPT zou een rollator voor de inhoud zijn). Bas spreekt vanuit de postacademische situatie en is bij een Leven Lang Leren enthousiast voorstander van

6 toetsing in de praktijk, die tot verbetering leidt. Meten is weten: de landelijke koepels dienen meet-methodes aan te leveren, daarbij gebruik makend van bestaande toetsing. Hoe doe je dat? Door geen nascholingen aan te bieden, op te zetten zonder concrete verbeterplannen. Bas is geen voorstander van verplichte onderwerpen, werkvormen aansluitend bij de competenties. Bas pleit er voor dat onderwijsorganisaties aanbod op maat leveren. Gebleken is dat het landelijk nog lastig is, maar regionaal werkt het. Commentaar van de overige sprekers: Christine: - interviewen heeft voorkeur, alleen kijken naar checklists werkt minder, meten kan ook door meekijkijken Toosje: - professionaliteit is met elkaar in kwaliteitsgroepen - maatwerk Mattijs: - beginnen bij eigen ervaring - de uitdaging: hoe leidt een nascholingstraject tot verbetering in de praktijk en tot een individuele oplossing Fred: - toetsgroepen is een belangrijke onderwijsmethode. Commentaar overige deelnemers LINKH-kwaliteitsdagen: Geert-Jan van Loenen gelooft niet in een geheel individuele leerstijl. Verplichte onderwerpen zouden er toch moeten zijn. Liesbeth van Albada vraagt zich af hoe je bereikt dat een Leven Lang Leren een behoefte is van de huisarts en geen verplichting. Jacqueline Cremers ziet een meerwaarde in het samen zoeken naar onderwerpen, trends zien en concretisering daarvan. Spreker: Fred Dijkers, namens LHV-academie Om de huisartsgeneeskunde goed uit te kunnen oefenen is niet alleen kennis van de inhoud van dat vak van belang, maar ook de manier waarop het vak het best zou kunnen worden uitgeoefend. Dat geldt te meer nu deze zorg zo sterk veranderd is en nog steeds verandert. Tot enkele jaren terug was het aanbod aan onderwijs daarover wat versnipperd en soms ook commercieel gestuurd. De LHV-academie wilde hier in voorzien met een helder omschreven aanbod, waarbij zij instaat voor de kwaliteit en deze ook bewaakt. Fred vertelt over de inhoud, vorm en samenwerking voor hij naar zijn stip op de horizon gaat. De inhoud van ons aanbod gaat vooral over organisatie en over bedrijfsmatige aspecten van de praktijk. Dit terrein kent telkens nieuwe ontwikkelingen en dus wordt de inhoud van het door ons aangeboden onderwijs voortdurend gecontroleerd op relevantie en op lacunes. De vorm van ons onderwijs is veranderd van het brengen van een boodschap naar meer interactieve vormen van onderwijs in kleinere groepen. Wij willen daar in meegaan en proberen het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen of de vragen van degenen die onderwijs krijgen. Dat vereist voortdurende scholing van de docenten.

7 Samenwerking. Zoals Fred hier al eerder heeft betoogd is voor de LHV academie samenwerking met bestaande partijen belangrijk. Wij realiseren ons dat huisartsen en huisartspraktijken ook van anderen goed onderwijs kunnen krijgen. Het is zinloos en onnodig verwarrend om elkaar daarin te beconcurreren. Tegelijk realiseren we ons dat samenwerking geen belemmering mag zijn in de onderwijsontwikkeling. Soms moeten sommige programma s er gewoon komen ook zijn we er met de samenwerkingspartners nog niet helemaal uit hoe. We leren daar steeds beter mee omgaan, aldus Fred. Dan kom ik nu aan mijn stip op de horizon. Levenslang leren is voor de LHV-academie bijna vanzelfsprekend, aangezien ons werkveld ook voortdurend in ontwikkeling is. Onze eerste stip op de horizon wordt voor mij het op deelnemers afgestemde onderwijs, waar mogelijk ondersteund door nieuwe onderwijsmethoden, zoals serious gaming. E-learning lijkt voor ons aanbod minder geschikt. Bij dat onderwijs wordt ook ingezet op nieuwe ontwikkeling in de zorg, waarbij ik met name de toegenomen en veranderde patiëntbetrokkenheid wil noemen. En wanneer we de stip op de horizon bijna hebben bereikt is het tijd om een nieuwe stip te benoemen aldus Fred. Commentaar van de overige sprekers: Bas: - Landelijke koepels dienen lacunes op te vullen - Niet een totale vrijheid m.b.t. onderwijsontwikkeling, sturing blijft nodig - We moeten af van concurrentie dus samen optrekken - Leven Lang Leren is een vanzelfsprekendheid Mattijs: - De nadruk in de opleiding moet op uitvoering in huisartsenpraktijk en positionering in maatschappij liggen Christine: - LHV-academie aanbod is goed maar hoort wel samenwerking met lokale organisaties toe te juichen - Serious gaming Toosje: - Samenwerking, geen concurrentie, wel behoud van diversiteit - onderzoek vormgeven patiënt-betrokkenheid in opleiding meenemen - kritische houding gaat soms verloren Toosje Valkenburg, namens Het Roer Moet OM (werkgroep kwaliteit) Een Leven Lang Leren betekent de kwaliteit begeleiding omhoog schroeven. Intervisie is verantwoorden wat je doet. Als huisarts ontkom je daar niet aan. Het leukste is toetsing en nascholen in kleine groepen, mensen stimuleren, niet van bovenaf opleggen maar door enthousiasme en regionaal in te passen. Toosje omarmt het Engels systeem; geen CANMEDS, maar bespreken met coach, geen echte vrijblijvendheid, intercollegiale toetsing en de autonomie bij de professional terugbrengen. Autonomie terug naar de professional betekent: nascholen en accrediteren individueel in kaart brengen. Eerst zelf zicht op

8 eigen handelen dan de rest (praktijkaccreditatie). Bottom-up i.p.v. top-down Commentaar overige sprekers: Fred: - autonomie bij de professional Bas: - scholing niet opleggen maar faciliteren bottom-up up sturing - eveneens de autonomie terug bij professional - betere toerusting toetsing vanwege ondersteuning (opm. Theo professional bovenaan, goede insteek) Christine: - persoonlijke accreditatie heeft belangrijke rol bij het aansturen eigen functioneren Mattijs: - meer controle krijgen bij wat je doet - discussie praktijkaccreditatie los zien van opleiding Theo: herhalen en feedback Uitkomsten drietallen-gesprekken deelnemers: Een Leven Lang Leren zou een goede mix moeten zijn tussen samen leren en het individuele leertraject (POP). Samen leren wordt gewaardeerd en als waardevol gezien. Intervisie vraagt om goede begeleiding en vertrouwen. De vele regelgeving van vele organisaties wordt als lastig ervaren, het is een proces dat lastig lijkt terug te draaien. Belangrijk is dat de lol in je werk voorop staat. Nascholing moet een middel zijn, om dat te behouden. Er wordt als voorbeeld genomen de piramidevorm. In de laatste jaren is de huisarts van de piramide gedaald. Deze zou weer op de top moeten zitten. Terug naar de basis van de nascholing, met minder bureaucratie, meer enthousiasme. De drukke agenda wordt aangevoerd, maar Bas meent dat geen tijd een excuus moet zijn, dat er eerder gewoon geen prioriteit aan wordt gesteld, bijvoorbeeld m.b.t. de toetsgroepen. Bas vult aan dat in Denemarken onder huisartsen minder burn-outs voorkomen. Uit onderzoek is gebleken dat chronic medical education daar de oorzaak van is. Jacqueline vindt dit een prima naam voor een toetsgroep. Cassandra is van mening dat een burn-out niet gerelateerd is aan drukte, maar aan het organiseren van je praktijk. Ondernemen is vrijheid. Theo stelt bij de afronding van dit onderwerp dat de creativiteit en het enthousiasme in de groep duidelijk was. De boodschap is helder: bottum-up, huisarts weer op de piramide. Aandacht professioneel leiderschap. Autonomie huisarts.

9 Pieter bedankt Theo voor de begeleiding van deze workshop. Er wordt gevraagd om dit onderwerp opnieuw te agenderen in volgende vergadering. Aanwenden Segment 3 gelden Olaf van Muijden houdt een presentatie over de Segment 3 gelden. S3 gelden zijn gelden die door de zorgverzekeraar beschikbaar worden gesteld voor innovatie en zorgprojecten. Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan projecten en vernieuwingen in de huisartsenpraktijk, maar uit de aangeleverde voorbeelden blijkt dat gelden ook kunnen worden ingezet voor het financieren van een kwaliteitscommissie die vooraf onderzoek doet naar de haalbaarheid van de projecten. In de regio s is wel bekendheid met het fenomeen, maar het aanvragen van de gelden, is vaak een lange weg. LINKH maakt zich sterk en onderzoekt naar voorbeelden, opdat er meer rendement uit deze gelden kan worden gehaald. Olaf laat voorbeelden zien van geslaagde ondernemingen, maar heeft ook voorbeelden van WDH-en die steeds maar weer een negatief antwoord krijgen. Annemarie Joustra houdt een prestatie over een door de Kring Haaglanden georganiseerde avond, waarbij huisartsen samen met zorgverzekeraars brainstormde over projecten die gefinancierd kunnen worden vanuit de S3- gelden. Voor beide presentaties zie bijlagen. EKC-basiscursus Bas Spelberg geeft inzicht in de opzet van de huidige EKC-basiscursus. Allereerst meldt Bas, dat elke PAM een EKCbasiscursus (of verkort) gehad zou moeten hebben. Voor de toekomst zal dat praktisch zo zijn. De EKC-basiscursus bestaat uit twee dagen. Naast een stuk theorie, waarom leren mensen en hoe leren mensen. Van zelf nascholing maken leer je het meest van. De deelnemers gaan op de eerste dag aan de slag met het maken van verbeteringsplannen. Op de tweede dag wordt aandacht besteed aan het motiveren van de groep, omgaan met weerstanden, leveren van feedback. Ook praktische zaken (GAIA) komen kort aan de orde. Voor de presentatie zie bijlage. Na de lunch gaan de groepen uiteen: Workshop Intervisie PAM en Workshop IA deelnemers. (Voor de inhoud zie bijlage 1) Plenair: rapportage uit de groepen: Vanuit de beide workshops wordt een korte samenvatting gegeven. De IA-workshop is verwoord in het verslag (zie bijlage). De intervisie PAM riep meer vragen op dan oplossingen. Het idee is om een bijeenkomst te beleggen met ABC1 en de PAM-en. Vragen en afsluiting: Pieter vraagt de deelnemers of de LINKH-kwalietitsdagen aan de verwachtingen hebben voldaan en krijgt daarop positieve reacties en aanbevelingen. Praktisch: beter starten voor de files en beginnen met een activiteit. Els Janssen-Mevissen heeft een blij gevoel over de netwerkfunctie, goede uitwisseling. Tip: even terugkomen op de activiteiten en acties van de vorige LINKH- kwaliteitsdagen en deze door te

10 communiceren. Patrick Smeets stelt voor om sommigen onderdelen uit te diepen en workshops terug laten komen. Otto Ahlers kijkt terug op inspirerende dagen. Aandachtspunt: sommige PAM-en zijn niet aanwezig. Toch zou de afspraak moeten zijn minimaal dat zij 1 x per jaar minimaal aanwezig zijn. Mededelingen ABC1: de PAM zou 1x in 3 jaar bij IA-visitatie aanwezig moeten zijn, maar dat de IA daarbij de PAM wel zelf moet uitnodigen Als laatste wordt aandacht besteed aan het vertrek van Peter Schepp, PAM Leerpunt KOEL. Peter heeft een zeer lange staat van dienst als PC, DC PAM, medeoprichter en voormalig bestuurslid van LINKH. Woorden van waardering en dank aan het adres van Peter, in de verwachting dat wij Peter zeker zullen terug zien in nascholingsland. De dagen worden afgesloten. Bijlagen: Verslag IA workshop Presentatie PPT Leven lang Leren Presentatie PPT S3 gelden en EKC basistraining Aanwezigheidslijst. Verslag: Olaf van Muijden

11 Bijlage 1) WORKSHOP IA /Regelgeving en kwaliteitsborging. Het doel van deze workshop is om met elkaar nog eens te kijken naar de regelgeving, hoe deze te interpreteren en de nadruk te leggen op het verbeteren van de inhoudelijk kwaliteit nascholingen. Marjolein Vincent-Bosman is namens het ABC1 aanwezig om toelichting te geven. Inleidende presentatie door Erna van Muijden (zie bijlage). Michiel Wesseling, directeur opleiding en registratie heeft de bestaande accreditatie-regelingen van alle medische specialismen gestroomlijnd en tot een regeling verwerkt, waarbij op specialismen niveau soms uitzonderingen zijn, bv bij de huisartsen. Deze regelgeving is te vinden op de website van de KNMG maar is destijds ook naar de IA-houders en PAM destijds verzonden. Belangrijk is hoe we de kwaliteit borgen en hoe we de PAM kunnen en willen inzetten. Erna geeft een korte toelichting over de regelgeving, wie een IA heeft (voor en door huisartsen), een BIA (bv SCEN-artsen, NHG) en de rol van het ABC1 (beoordelen). Wat IA s wel en niet kunnen accrediteren. Alle IA-organisaties accrediteren alleen cursorisch onderwijs, overige zaken: via ABAN medische specialisten, e-learning Format (ABFE) (inhoudelijk), toetsgroepen PAM. Marjolein licht toe waar het ABC1 voor staat. Accreditatie voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en AVG s. Apart aanvinken voor de verschillende doelgroepen/clusters is mogelijk. Aanvinken bij verschillende clusters zorgt er voor dat de nascholingen in de agenda komt van de verschillende specialistische groepen. Nascholingen komen in de GAIA-nascholingsagenda. Bij de beoordeling door het ABC1 worden de volgende punten meegenomen: - op inhoudelijk vlak: wordt er gebruik gemaakt van richtlijnen en standaarden - is er sprake van objectiviteit, geen bemoeienis van de industrie - is de doelgroep relevant - past de vorm bij de leerdoelen die je wil bereiken - evaluatie en toetsing: heb je bereikt wat je in de leerdoelen zet. Een vorm om kwaliteit te bewaken is de pre-toets en eindtoets (niet verplicht). Deze is volgens Collette Rijk (Twente) niet verplicht en vaak werkt men daar dan alleen met evaluaties. Otto Ahlers merkt op dat de leerdoelen wel verwoord worden. Inbreng ABC1: Alleen de nascholing wordt geaccrediteerd. Huiswerk rondom nascholingen is niet accreditabel. Commentaar/vragen: Liesbeth van Albada: Bij de beoordeling van de spreker is het lastig de didactische kwaliteiten te beoordelen. Visitatie is een optie. Maar hoe vind je docenten en wat zijn de eisen?

12 Antwoord Marjolein: Het begint met instructies, daarnaast maakt men gebruik van evaluaties en vraagt men iedereen om feedback. Evaluaties worden doorgestuurd (niet altijd ongecensureerd). Een proefpresentatie en de mogelijkheid tot training is een idee. Jose Lentz (DOKH) meldt dat zij trainingen geven aan sprekers. Deze behoefte is ook bij EKC-ers. Bij de beoordeling kan het ABC1 meer eisen stellen aan specifieke nascholingen. Tijdens de gesprekken kwam ook de BTW-heffing op deelnemersbijdrage aan de orde. Als men de cursusbijdragen zonder BTW wil aanbieden, dan dient de organisatie aangemeld te zijn bij het CRBKO (audit). Ook alert op contracten met sprekers. Gunstbetoon: De regeling gunstbetoon, gestart als pilot is definitief aangenomen. Doel: zelfregulering bewustzijn aanbieder, onafhankelijkheid van invloed van sponsors. Beoordeling door CGR. Het probleem blijft dat nascholing met sponsoring goedkoper kan worden aangeboden. Vraag is: wel of geen sponsor in de zaal. Formeel mag het als men herkenbaar is, maar huisartsen willen toch liever vrij kunnen praten. Voorbeeld wordt gegeven van verplichte nascholing (ketenzorg) gratis maar verplicht met sponsors. Het geluid is dat voorbeeld-organisaties zich ook zouden moeten houden aan deze regeling. Borging kwaliteit: De Pam wordt gevraagd aanwezig te zijn bij de visitatie door ABC1 (een maal per drie jaar). De inzet en betrokkenheid van de PAM varieert. Er zijn regio s die alle nascholingen die zij zelf organiseren laten beoordelen door de PAM. Er zij regio s die de PAM nascholingen laten visiteren. Er zijn regio s die de PAM alleen inzetten voor de toetsgroepen/ekc zaken en het beoordelen nascholingen derden. Ook regio s die bij twijfel een beroep doen op de PAM. Regio s zien de PAM wel als kwaliteitsbewaker. Toelichting gebruik en aanvragen ABAN. Verwezen wordt naar het stroomdiagram. ABAN is opgericht in eerste instantie om algemene nascholingen te kunnen beoordelen en accrediteren en kan ook gebruikt worden om multidisciplinaire nascholingen (meerdere doelgroepen huisartsen/specialisten) te accrediteren voor de specialisten. Gevraagd wordt naar de accreditatie van uren inzet docenten. Ook dit is geregeld. Niet huisartsen docenten kunnen via ABAN worden geaccrediteerd. Docenten kunnen individueel aanvragen ( maximaal 3 uur voor symposium/ congres). Ook kaderhuisartsen/kaderartsen kunnen dit zelf aanvragen en invoeren, evenals de aanbieder. Erna bedankt Marjolein voor haar inzet.

13 Bijlage 2) Segment 3. Financiering kwaliteitsbeleid Een mogelijkheid tot structurele kwaliteitsbevordering Segment 3 Bekostigingsmodel Sinds 2015 is er een nieuw bekostigingsmodel van de huisartsenzorg. Een motivatie hiervoor is meer ruimte te bieden voor bijvoorbeeld innovatie en multidisciplinaire zorg. Dit model kent nu drie segmenten. In segment 1 is de basishuisartsenzorg ondergebracht. Het gaat hier om bekostiging via inschrijftarief en consulttarief, maar ook prestaties binnen de POH-GGZ. Eveneens in segment 1 zijn zeven specifieke verrichtingen ondergebracht die tot 2015 tot M&I-verrichtingen werden gerekend. In segment 2 is de ketenzorg (diabetes, COPD, CVRM) ondergebracht. Segment 3 is gereserveerd voor resultaatbeloning en zorginnovatie. De LHV heeft een vlot filmpje waarin alles kort wordt samengevat. Segment 3 Het is goed om segment 3 nogmaals onder de aandacht te brengen van de huisartsen. Verzekeraars en aanbieders kunnen afspraken maken over resultaatbeloning van zorg en innovatie, m.b.t. segment 1 en 2. Deelprestaties binnen het domein zorgvernieuwing zijn e-health, meekijkconsult, overige. Deelprestaties binnen het domein resultaatbeloning zijn adequaat verwijzen en diagnostiek, doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen, service en bereikbaarheid, multidisciplinaire zorg, stimulering huisartsenzorg in krimpregio s, overige. Vooral de resultaatbeloningen d en f, respectievelijk multidisciplinaire zorg en overige kunnen mogelijk aangeboord worden voor het kwaliteitsbeleid dat vanuit de Stuurgroep Kwaliteit uitgedragen wordt. Voor segment 3 is 112 miljoen beschikbaar, waaronder de vroegere variabiliseringsgelden ( 60 miljoen). Er is een bestedingsgarantie. Zorgverzekeraars mogen echter zelf kiezen welke deelprestaties zij belonen en het betreft vrije tarieven. Hierdoor wordt het geld veelal besteed aan op zichzelf staande kwaliteitsprojecten. Het Wilde Westen Initiatieven Het is niet zo dat LINKH nu ineens iedereen de ogen opent door te wijzen op segment 3. In veel regio s hebben overleggen plaatsgevonden met zorgverzekeraars vanuit diverse zorginstanties of zijn initiatieven rondom concrete en haalbare projecten genomen. Ook hebben huisartsenpraktijken onafhankelijk een beroep gedaan op segment 3. Het lijkt af en toe of het hierbij ieder voor zich is, het lijkt een beetje op het Wilde Westen. Een drietal voorbeelden, maken dit duidelijk. Anne Marie Joustra zal ingaan op de brainstormsessies die de Kring Huisartsen Haaglanden i.s.m. LHV Bureau West Nederland en zorgverzekeraars heeft georganiseerd. HOED Prelude Jaap Eysink Smeets heeft vanuit de HOED Prelude een pilot voor een groepstraining Positief Zelfbeeld

14 vanuit POH-GGZ voor patiënten met een negatief zelfbeeld meerdere malen zien afgekeurd worden. Volgens adviserend geneeskundigen van Zorg en Zekerheid was het niet duidelijk dat de interventie voldoet aan de stand van de wetenschap en de praktijk. Ook zou er van zorg gerelateerde of terugval-preventie geen sprake zijn. Bij de gekozen doelgroep is namelijk nog geen sprake van een pre-existent of reeds bestaand subklinisch depressief beeld dan wel van een paniekstoornis. [wellicht ingaan op kritiek op afwijzing. HCDO De samenwerking tussen de HCDO (Huisartsen Coöperatie Deventer en Omstreken) en zorgverzekeraar ENO laat zien dat er wel degelijk mogelijkheden en bereidwilligheid is om tot succesvolle afspraken te komen. Voor het nieuwe bekostigingsmodel had de HCDO via een kwaliteitscommissie met de zorgverzekeraar al afspraken gemaakt betreft kwaliteitsgelden voor verbetering van de huisartsenzorg in haar regio. Deze kwaliteitscommissie heeft een coördinerende, stimulerende en soms uitvoerende taak. De HCDO heeft inmiddels een goede vertaalslag gemaakt naar de deelprestaties in segment 3. Hier is ook ruimte vrijgemaakt voor kwaliteitsbevordering en praktijkaccreditatie. Er is een vast bedrag per inschrijving vastgesteld. Een deel daarvan gaat naar de HCDO voor kwaliteitsverbetering. Lokale kwaliteitsprojecten kunnen aangevraagd worden bij de HCDO. Financiering Advies en ondersteuning De Nota. Zorg voor Kwaliteit is een handleiding om in de regio het kwaliteitsbeleid verder te ontwikkelen en borduurt voort op de doelen in de Toekomstvisie Het kwaliteitsbeleid binnen de huisartsenzorg is van toepassing op alle niveaus: de huisarts en de huisartsenpraktijk, de regionale huisartsenzorgorganisaties en de landelijke koepels. In deze nota worden concrete handvatten aangereikt, bijvoorbeeld voor huisartsenpraktijken tips en trucs of checklists, voor regionale huisartsenzorgorganisaties bijvoorbeeld een stappenplan voor het opzetten van een regionale kwaliteitscommissie. Uit de voorbeelden met betrekking tot de gelden binnen segment 3 zien we dat de bereidwilligheid er is, maar soms de know-how of tools ontbreekt. Daarnaast wordt er wederom tijd en inzet gevraagd van de huisarts. Het wil niet zeggen dat er geen enkele ondersteuning en advies is, integendeel zelfs. Een mogelijkheid is echter om ook m.b.t. financiering van kwaliteitsbeleid werkmodellen aan te bieden waarbij bottom up gedacht wordt en dus genoeg ruimte over gelaten wordt voor lokale kwaliteitsprojecten. In de nota Zorg en Kwaliteit hebben de landelijke koepels de wens uitgesproken om goede voorbeelden te verzamelen, waardoor het wiel niet opnieuw hoeft te worden uitgevonden. Een database voor kwaliteitsprojecten, resultaatbeloningen, succesvolle en minder succesvolle initiatieven m.b.t. segment 3 kan handig zijn. Tot slot zou het ideaal zijn wanneer de landelijke koepels in overleggen met zorgverzekeraars (bijvoorbeeld rondom zorgakkoorden) het kwaliteitsbeleid nog nadrukkelijker meenemen. Een resultaatbeloning kwaliteitsbevordering en praktijkaccreditatie zou een prachtige stap zijn. Kwaliteitsbeleid In de toekomst een ideaal scenario is dat naast ruimte voor lokale kwaliteitsprojecten, makkelijker een afdracht vanuit segment 3 gebruikt kan worden om een iets structurele financiering voor de acties

15 door de Stuurgroep Kwaliteit, bijvoorbeeld het opzetten van een regionale kwaliteitscommissie, dat de multidisciplinaire zorg enkel ten goede komt. Wellicht kan er voorzichtig een financieringsplan voor de PAM en EKC mee worden uitgevoerd. Misschien krijgt het kwaliteitsbeleid zodoende ooit een mandaat. Plan met betrekking tot bekostiging kwaliteit De Nota. Zorg voor Kwaliteit is een handleiding om in de regio het kwaliteitsbeleid verder te ontwikkelen en borduurt voort op de doelen in de Toekomstvisie Het kwaliteitsbeleid binnen de huisartsenzorg is van toepassing op alle niveaus: de huisarts en de huisartsenpraktijk, de regionale huisartsenzorgorganisaties en de landelijke koepels. Van de huisarts en huisartsenpraktijk wordt er meer gevraagd op het gebied van samenwerking binnen en buiten de praktijk. Op het gebied van nascholing en toetsing speelt de EKC en de PAM een sleutelrol. Regionale huisartsenzorgorganisaties (de WDH-en) zullen naast het ontwikkelen en aanbieden van nascholing vaker intercollegiale toetsing begeleiden of een adviserende rol toebedeeld krijgen. In de Nota. Zorg voor Kwaliteit wordt daarom aangestuurd op verdere samenwerking tussen zorggroepen, huisartsenpraktijken en gezondheidscentra door middel van het opzetten en/of intensiveren van de Regionale Kwaliteitscommissie (RKC), een wijkgericht kwaliteitsbeleid en het vormgeven van adviesfunctie in de regio. De landelijke koepels verenigd in de Stuurgroep Kwaliteit hebben hierbij een ondersteunende rol. Echter ontbreekt een passende financiering en een mandaat, bijvoorbeeld met betrekking tot de EKC en PAM. Ook de financiering van ontwikkelen en toezien van een kwaliteitsbeleid van bottom-up is niet altijd even helder. Vandaar dat LINKH wil in haar leden wil attenderen op Segment 3. Dit is een mogelijkheid om tot een meer structurele bekostiging te geraken, hoewel afspraken met zorgverzekeraars elk jaar weer herbekeken worden. De komende tijd zal LINKH onderzoeken of regionale nascholingsbureaus met zorgverzekeraars afspraken hebben gemaakt of geprobeerd te maken. De vraag is waarom het wel of niet is gelukt. LINKH ziet een ondersteunende en adviserende rol weggelegd voor de landelijke koepels. De LHV ziet er immers al op toe dat de gelden in segment 3 ook daadwerkelijk worden besteed. Daarnaast hebben de landelijke koepels meer ervaring met onderhandeling met zorgverzekeraars en kunnen zij regionale partijen bij elkaar brengen. Tot slot zouden zij het kwaliteitsbeleid nog nadrukkelijker in het Zorgakkoord en de tariefbeschikking naar voren kunnen laten komen. Van de huisarts en de huisartsenpraktijk vraagt bekostiging vanuit segment 3 transparantie ten opzichte van de zorgverzekeraar en verdere afspraken. Er zullen huisartsen zijn die daar geen behoefte aan hebben. Echter zal praktijkaccreditatie, alsmede het aangesloten zijn bij een regionale huisartsenzorgorganisatie (WDH) moeten kunnen volstaan. De huisarts zal een deel van de beloning afdragen. Dit kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor ontwikkeling en volgen van nascholing, bekostiging EKC en PAM, als ook het opzetten en intensiveren van de RKC. Vragen LHV: LINKH wil graag weten in hoeverre bij de totstandkoming van de tariefbeschikking het kwaliteitsbeleid, dat in de Nota Zorg voor Kwaliteit uiteen is gezet, is meegenomen, waardoor er ruimte is voor een structurele financiering van bijlage 3, bijvoorbeeld door het opnemen van een resultaatbeloning met betrekking tot kwaliteitsbeleid. De vraag is natuurlijk of de LHV niet al de bekostiging van het kwaliteitsbeleid uit o.a. segment 3 heeft voorgelegd aan de huisartsenkringen en een actieve ondersteunende rol hierbij heeft. Daarnaast is de vraag of de LHV valkuilen ziet.

16

17