Meerjarenbeleidsplan Stichting Platform Levensverhalen 2015/2016

Transcriptie

1 Meerjarenbeleidsplan Stichting Platform Levensverhalen 2015/2016 Visie Ieder mens [vitaal, kwetsbaar, of allebei] heeft levenservaring, en daarmee verhalen. Juist als ze in een groep en onder deskundige en inspirerende begeleiding verteld worden krijgen deze verhalen een enorm momentum. Dit is niet alleen positief en activerend voor de vertellers zelf. Door de verhalen vervolgens te presenteren (in een boek, tentoonstelling, open bijeenkomst enz.) is een vruchtbare vertelgroep bovendien helend en verrijkend voor de samenleving. Zo dragen mensen die in een andere context als kwetsbaar beschouwd worden op een waardevolle en zelfbewuste manier bij aan hun omgeving (buurt, familie, gemeenschap). Missie Het scheppen van verbanden waarin groepen mensen hun levenservaring delen door het uitwisselen van verhalen en daarmee de gemeenschap en cultuur verrijken. De stichting wil dit doen door het opleiden en ondersteunen van initiatiefnemers en begeleiders van dergelijke groepen. De Stichting wil dit realiseren door: 1) Het opleiden van nieuwe begeleiders van verhalengroepen en vertelprojecten op inhoud en organisatie en het bieden van ondersteuning in de vorm van nascholing, coaching en een netwerk van alumni; 2) het stimuleren van nieuwe verhalengroepen en vertelprojecten en het verbinden van deze initiatieven; 3) het zichtbaar maken en verspreiden van wat er binnen het verhalennetwerk gebeurt. Organisatie Samenstelling van het bestuur Voorzitter: Tineke Koopman Secretaris/Penningmeester: Kor Berghuis Bestuurslid: Viviën Nelom Taken van het bestuur: 1) zorgen dat er een jaarlijks programma ligt waarin deze doelen in activiteiten worden uitgewerkt; 2) opdracht aan derden geven die de activiteiten uitvoeren; 3) bewaken van kwaliteit en het onderhouden van contacten met fondsen. 1

2 Het bestuur stelt zich meer op als facilitator dan als inhoudsdeskundige. De inhoudsdeskundigheid ligt bij de opleiders en (opgeleide) begeleiders. Het bestuur organiseert minimaal 1 keer per jaar een bijeenkomst met een qua samenstelling wisselende klankbordgroep van maximaal 10 opleiders/begeleiders, die het nauwst betrokken zijn bij het uitvoerend werk van de Stichting. Doel is het signaleren van nieuwe ontwikkelingen op het gebied van verhalengroepen en vertelprojecten. Historische achtergrond en toelichting In het eerste decennium van de 21 e eeuw heeft Primo Noord-Holland als provinciale adviesorganisatie voor het welzijnswerk, belangrijk pionierswerk verricht bij het ontwikkelen van een netwerk, inhoudelijke scholing en een tweede lijn voor begeleiders van verhalengroepen, met name binnen het welzijnswerk. Sinds 1 januari 2011 is Primo Noord-Holland opgeheven en is er dus van overheidswege ook geen subsidie en huis meer voor de waardevolle expertise en netwerken die er nog wél zijn. De stichting wil de ontstane leemte vullen, zodat wat jarenlang door een semioverheidsorganisatie is opgebouwd, nu onafhankelijk verder kan. Het veld is wel veranderd; waar Primo NH zich nog primair richtte op verhalengroepen die ingebed waren in welzijnsorganisaties, dwingt de huidige tijd tot andere vormen, verbanden en financieringsmodellen. Die verandering heeft allerlei uitwerkingen, waarvan één belangrijk positief aspect is, dat de stichting verhalengroepen en vertelprojecten nu als een breder maatschappelijk verschijnsel ziet. Verhalengroepen kunnen veel méér dan het welzijn van hun leden bevorderen, ze kunnen de samenleving veel meer bieden, bijvoorbeeld als bijdrage aan kunst, cultureel erfgoed en sociaalmaatschappelijk bindmiddel. Verder is gebleken dat het bereik van de activiteiten van voorheen Primo NH en later de Stichting Platform Levensverhalen, de grenzen van Noord-Holland ver overschreed. Nu Primo NH er definitief niet meer is, wil het nieuwe bestuur de bestaande stichting groter, ambitieuzer en volwassen maken. Het primaire doel is om te zorgen dat er (niet alleen in Noord-Holland, maar overal in Nederland) mensen op een zo vruchtbaar mogelijke manier bezig zijn met levensverhalen. De Stichting wil er met haar activiteiten aan bijdragen dat er meer verhalengroepen en vertelprojecten komen en wil de kwaliteit daarvan verhogen. Ze doet dit door begeleiders op te leiden, een netwerk te bieden en te coachen en door personen en organisaties die met verhalengroepen en vertelprojecten werken vanuit de tweede lijn hierbij te ondersteunen. Om dit te realiseren ziet het bestuur als haar eerste opgave te zorgen voor het continu/jaarlijks opleiden van nieuwe (aspirant-)begeleiders van verhalengroepen en vertelprojecten. De Stichting biedt de cursisten niet alleen een opleiding, maar ook een netwerk en geeft een springplank aan cursisten om hun eigen vaak eerste verhalengroep of vertelproject te starten. Cursisten kunnen vrijwilligers zijn die het begeleiden van verhalengroepen en vertelprojecten onder de knie willen krijgen, maar ook onafhankelijke professionals die 2

3 deze vaardigheid maatschappelijk willen inzetten, of medewerkers van instellingen die verhalengroepen of vertelprojecten begeleiden vanuit hun organisatie. De cursisten worden gedurende het hele traject van scholing, netwerkvorming en het opstarten en uitvoeren van de eerste activiteit ondersteund door de opleiders. Deze opleiders zijn vaak onafhankelijke professionals die van de Stichting op basis van bewezen inhoudelijke deskundigheid de opdracht krijgen dit hele traject namens de Stichting uit te voeren. Door het aanbieden van een gedegen opleiding aan en begeleiding van de cursisten geeft de Stichting een krachtige kwaliteitsimpuls aan bestaande en nieuwe verhalengroepen en vertelprojecten. Deze kwaliteit is belangrijk om te zorgen dat begeleiders de verhalengroepen en vertelprojecten voor hun deelnemers (nog meer) positief resultaat krijgen. Dezelfde kwaliteit moet fondsen en andere geldgevers ervan overtuigen dat projecten die met steun van de Stichting tot stand komen, financiële ondersteuning verdienen. De opleiding bestaat uit drie onderdelen: 1) Het volgen van de basiscursus Begeleiden en organiseren van verhalengroepen en vertelprojecten en een serie aanvullende modules (bijvoorbeeld ). Deze cursussen kunnen intern worden aangeboden, maar ook extern worden ingekocht. De Stichting vraagt haar opleiders een aanvullend begeleidingstraject voor de geselecteerde cursisten aan te bieden dat rekening houdt met onderdelen 2) en 3), zoals hieronder beschreven. 2) Het organiseren (door de cursisten) van een jaarlijkse conferentie. Dit is een bijeenkomst waar het bestaande netwerk wordt uitgenodigd voor intervisie en verdiepende workshops. De organiserende cursisten kunnen de conferentie gebruiken als platform om nieuwe vragen en thema s op te werpen, kunnen er hun eigen netwerk uitnodigen en kunnen de conferentie gebruiken als de start van hun activiteit (en eventueel als toonmoment voor eerdere/lopende activiteiten). Het gaat dus zowel om uitwisseling als om verdieping. Bovendien is het voor de organiserende cursisten een belangrijke leerervaring (ook op het gebied van financiering aanvragen). 3) Het laatste en wellicht belangrijkste onderdeel van de opleiding is het opzetten van een eigen verhalengroep of vertelproject. In de loop van het opleidingsdeel van het traject bereidt iedere cursist een eigen plan en bijbehorende financierings-aanvraag voor. Als de aanvraag goedgekeurd is door de opleiders en het bestuur wordt deze als aanvraag van de Stichting bij de (door de cursist geselecteerde) fondsen ingediend. Vervolgens gaat de cursist (als de aanvraag succesvol is) het voorgestelde project zelf uitvoeren (en wordt daarmee eventueel ook opdrachtnemer van de Stichting). De cursist kan daarbij rekenen op intervisie met medecursisten en waar nodig steun en begeleiding door de opleiders. 3

4 Cursisten die het hele opleidingstraject hebben doorlopen en daarmee begeleider zijn geworden, zullen voor een deel hun eigen weg gaan, omdat ze zelf of via hun werkgever de mogelijkheid hebben om financiële middelen te verwerven. Anderen willen wellicht nog een keer een aanvraag indienen via de Stichting. Iedereen blijft deel uitmaken van het netwerk van de Stichting, zodat er een gemeenschap ontstaat die van elkaar kan blijven leren en elkaar kan inspireren. Dit kan gebeuren door deelname aan de jaarlijkse conferentie, maar ook door het presenteren van de activiteiten van de verhalengroepen en vertelprojecten op de website van de Stichting. 4

5 Programma van Stichting Platform Levensverhalen Doel: ervoor zorgen dat er overal verhalengroepen en vertelprojecten in Nederland zijn en dat de kwaliteit ervan wordt verhoogd. De Stichting wil dit realiseren door: 1) het continu opleiden van nieuwe begeleiders van verhalengroepen en vertelprojecten op inhoud en organisatie en het bieden van nazorg in de vorm van nascholing, training en coaching; 2) het stimuleren van nieuwe verhalengroepen en vertelprojecten op lokaal niveau en het verbinden van deze initiatieven; 3) het zichtbaar maken en verspreiden van wat er binnen het verhalennetwerk gebeurt. Deze drie wegen waarlangs de Stichting haar missie wil realiseren vormen de drie hoofdonderdelen van het programma van de Stichting Platform Levensverhalen. Programmaonderdeel 1: Scholing van nieuwe begeleiders c.q. cursisten Doel: het opleiden van nieuwe begeleiders op inhoud en organisatie van het verhalen vertellen. Activiteiten: Het bestuur van de Stichting geeft opdracht aan derden/opleiders. De opleiders werven en selecteren nieuwe cursisten met steun van het bestuur van de Stichting. De cursisten volgen de cursus Organiseren en begeleiden van verhalengroepen & vertelprojecten + aanvullende modules. Cursisten van wie de opleiding betaald wordt door de Stichting bereiden samen met de opleiders de conferentie voor. Voor de cursisten is dit tegelijkertijd ook een leertraject. Cursisten ontwerpen en organiseren met ondersteuning van de opleiders hun vaak eerste verhalengroep of vertelproject en bereiden een fondsaanvraag voor. Ook dit is een leertraject. De Stichting geleidt de aanvraag door naar het beoogde fonds of fondsen. Na honorering van de aanvraag start de cursist als vrijwilliger, werknemer van een andere organisatie of opdrachtnemer van de Stichting (dus als ZZP er) met de uitvoering. Tijdens de uitvoering wordt nascholing, coaching en intervisie aangeboden. De cursist rondt het traject af, eventueel met een product van zijn of haar verhalengroep of vertelproject. Dit product kan een rol spelen op een volgende conferentie en wordt sowieso gepresenteerd op de website van de Stichting. Na afronding van deze opleiding zijn de cursisten zelf begeleider geworden. Een deel zal nu zijn of haar eigen weg kiezen. Een ander deel van de begeleiders zal nogmaals met behulp van de Stichting een nieuwe activiteit willen opstarten. 5

6 Programmaonderdeel 2: Netwerkvorming c.q. stimuleren nieuwe verhalengroepen en vertelprojecten + uitwisseling. Doel: het stimuleren van het ontstaan van nieuwe verhalengroepen en vertelprojecten overal in Nederland en deze samenbrengen in een netwerk. Activiteiten: Jaarlijks zorgen de cursisten met ondersteuning van de opleiders voor het programma en de organisatie van een conferentie. Het stimuleren van nieuwe initiatieven gebeurt door cursisten de mogelijkheid te bieden met begeleiding van de opleiders hun vaak eerste activiteit op te zetten. Voor bestaande begeleiders, die gerekend kunnen worden tot het netwerk van Stichting, is er ook de mogelijkheid dat de Stichting projectvoorstellen doorgeleidt naar fondsen. Programmaonderdeel 3: Communicatie Doel: goede voorbeelden uit het netwerk te verspreiden, het werven van nieuwe cursisten en het opbouwen van een relatie met fondsen. (Het laatste is de enige taak waarbij het bestuur ook in de uitvoering betrokken is). Activiteiten Het maken van een communicatieplan Het onderhouden van de website (optioneel) aanhaken bij sociale media, inclusief YouTube. Programmaonderdeel 4: interne organisatie van de Stichting Inmiddels is een aanvraag bij de belastingdienst in behandeling voor een ANBI-status. In het najaar zal een advies traject onder leiding van adviseurs van de SESAM-Academie worden doorlopen met het doel de continuïteit van de activiteiten van de Stichting te verbeteren. Op de agenda staat ook het wijzigen van de Stichtingsakte en statuten, een nieuwe naam voor de Stichting en het aanpassen van de website. Daarvoor zullen apart middelen moeten worden gegenereerd. Stichting Platform Levensverhalen Amsterdam, 28 oktober