Startdocument. Nieuwbouw SO Fier Winklerlaan 79

Transcriptie

1 Startdocument Nieuwbouw SO Fier Winklerlaan 79 januari 2017

2 Deel A: gegevens 1. Omschrijving van het initiatief: SO Fier is een school voor speciaal onderwijs voor kinderen die extra ondersteuning nodig hebben op het gebied van gedrag. Het schoolbestuur SPO Utrecht heeft toestemming om voor deze school vervangende nieuwbouw te realiseren op de locatie Winklerlaan 79 in Noordoost Utrecht. Momenteel is de school tijdelijk gehuisvest aan de Stroyenborchdreef 2 in Overvecht in afwachting van de nieuwbouw aan de Winklerlaan. Het gaat om een school met 12 groepen en 14 lokalen met een speellokaal en een gymzaal voor maximaal 150 leerlingen. Mogelijk wordt een tweede gymzaal op de locatie gerealiseerd. Uitgangspunt beschikking gemeente aan SPO Utrecht. SO Fier - opgave gemeente (12 groepen en 14 lokalen) Ruimtenormering volgens verordening onderwijshuisvesting gemeente Utrecht m² BVO Schoolgebouw voor 12 groepen met 14 lokalen Speellokaal 90 Totaal gymzaal (indien mogelijk op locatie 2 gymzalen) 455 (910) Totaal (2.450) Bij de ontwikkeling wordt tevens rekening gehouden met een mogelijke uitbreiding van de school naar maximaal 16 lokalen (+ 190 m² bvo). Daarnaast geeft de school aan nog minimaal 333 m² bvo aanvullend nodig te hebben om haar programma te realiseren. Een meer toekomstbestendig gebouw is nog eens circa 130 m2 groter. Als over de oppervlakte overeenstemming bestaat met de gemeente, dan wordt dat in de uitwerking van de plannen meegenomen. 2. Aanleiding: SO Fier, voorheen SO De Pels, was tot eind 2015 gevestigd aan de Winklerlaan 79. Het huidige schoolgebouw heeft 8 lokalen van totaal 1046 m2 bvo, een kleine gymzaal van 200 m2 bvo en biedt ruimte voor 124 kinderen. Aangezien het bestaande gebouw o.a. technisch, functioneel en onderwijskundig niet voldoet aan de huidige eisen, is de school tijdelijk gehuisvest aan de Stroyenborchdreef voor de ontwikkeling van de vervangende nieuwbouw op de eigen locatie (Winklerlaan 79). De wens van de school bestaat om het naastgelegen trapveld van de gemeente (gedeeltelijk) bij de planontwikkeling te betrekken ten behoeve van extra buitenruimte voor de school en als speelvoorziening voor de buurt. In het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting (MPOHV) hebben schoolbesturen en de gemeente gezamenlijk een toekomstgericht huisvestingsplan ontwikkeld, gericht op de groei van de stad en tijdig voorzien in kwalitatief goede en gezonde schoolgebouwen. In het MPOHV is de renovatie of vervangende nieuwbouw van SO Fier geprogrammeerd. Het huidige schoolgebouw aan de Winklerlaan is niet alleen technisch en functioneel verouderd, maar is daarnaast vanwege de groei van het aantal leerlingen ook te klein. Inmiddels is besloten dat deze school daarom in aanmerking komt voor vervangende nieuwbouw. Om het gewenste programma te kunnen realiseren op de kavel en om het groen voldoende ruimte te geven zal er in twee lagen gebouwd moeten worden. Hiermee past het nieuwe gebouw qua afmeting en bouwhoogte niet binnen de geldende beheersverordening en zal een planologische procedure noodzakelijk zijn om de nieuwe school te kunnen realiseren.

3 3. Gegevens van het plangebied: Ligging en begrenzing van de schoolkavel De locatie is gelegen in Tuindorp-Oost, tussen de Winklerlaan en de spoorlijn Utrecht- Hilversum/Amersfoort. Het terrein is circa m2 groot en is eigendom van Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht Het terrein grenst ten noorden aan de herontwikkelingslocatie de Groene Kop en de Kop op Tuindorp waar de herinrichting van volkstuinenpark De Driehoek en omgeving en de sloop-nieuwbouw van zorgcentrum Tuindorp Oost plaatsvinden. Als onderdeel van de herinrichting van het volkstuinenpark en direct grenzend aan de locatie van de school ligt een dierenweide; het zogeheten Lachende Paard. Luchtfoto Winklerlaan 79.(terrein school)

4 Schets Groene Kop en Kop op Tuindorp Ruimtelijk en functionele situatie Kenmerkend voor Tuindorp-Oost is dat alle bijzondere (wijk)voorzieningen in of aan het groen gelegen zijn. Het is een belangrijk aspect in de oorspronkelijk opzet van de wijk. Hoewel een aantal voorzieningen in de loop van de tijd is verdwenen of een andere functie heeft gekregen, is deze opzet nog steeds goed herkenbaar in de wijk. Karakteristiek voor deze gebieden is het royale groen met grote bomen. Bebouwing is meestal laag en daarmee ondergeschikt aan het groene karakter. De strook langs het spoor, ten noorden van de Kapteynlaan is onderdeel van deze groene structuur. Het groene karakter, de vele bomen en de kleinschalige bebouwing zijn een kwaliteit. Het aanwezige trapveldje ten zuiden van de locatie heeft tevens een functie voor de buurt. De huidige bebouwing op de locatie Winklerlaan 79 heeft in hoofdzaak één bouwlaag, met op enkele plekken een bescheiden kap of een tweelaags deel.

5 Langs de randen zijn grote bomen aanwezig op eigen terrein. Ook langs het spoor en ten noorden en zuiden van de locatie staan bomen. Dit is een kwaliteit van de plek, maar het vele groen schermt de school ook grotendeels af van de omgeving. Daardoor is deze nauwelijks zichtbaar en is een wat anonieme situatie ontstaan. Hoofdentree schoolgebouw. Winklerlaan. Huidig planologisch juridische kader Ter plekke geldt de Beheersverordening Pijlsweerd, Tuinwijk, Tuindorp Oost e.o. Op dit perceel zijn maatschappelijke voorzieningen toegestaan. De gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik. Bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie. Ten aanzien van hoofdgebouwen geldt een maximale goothoogte van 4 meter. Het terrein mag tot maximaal 60% worden bebouwd (circa m2). Verhoging van de eerstelijns bebouwing langs spoorwegen is niet toegestaan. Onderstaand is verbeelding bouw besluitsubvlak 15:

6 Huidige kaders: Visie Eykmanlaan (2010) Het meest actuele ontwikkelingskader voor het gebied is de Visie Eykmanlaan. De visie is het samenhangend ontwikkelperspectief voor vernieuwing van een aantal gebieden in Tuindorp Oost. Belangrijke uitgangspunten voor het noordelijk deel zijn het versterken van de verbinding tussen de wijk en het volkstuinenpark De Driehoek en het maken van een nieuwe ruimtelijke beëindiging van de wijk; een nieuwe kop. Deze nieuwe kop markeert de entree van de stad en verknoopt de wijk met het groengebied. Voor bewoners van omliggende buurten zal het Volkstuinenpark meer betekenis krijgen als gebied voor recreatie en verblijf. De locatie voor de nieuwe school SO Fier grenst aan het parkgebied rond het volkstuinpark. Inrichtingsplan De Groene Kop en het SPvE Kop op Tuindorp Oost (vastgesteld 2016) Het SPvE en het inrichtingsplan bevatten de randvoorwaarden voor de ontwikkeling van het gebied rondom het zorgcentrum Tuindorp-Oost en het volkstuinenpark De Driehoek en omgeving. In de plaats van het zorgcentrum komen 4 nieuwe woonblokken met circa 200 woningen in een gedifferentieerd programma. Samen met de herinrichting van de Groene Kop ontstaat hier een nieuw stedelijk gebied. De buurt wordt verbonden met een nieuw ingericht gebied met nieuwe wandel- en ontmoetingsmogelijkheden. Zoals hiervoor aangegeven dient de ontwikkeling van de nieuwe school rekening te houden en waar nodig aan te sluiten bij de reeds ingezette kwaliteitsimpuls in de kop van Tuindorp Oost. Groenstructuurplan 2007 Het volkstuinpark is een belangrijk onderdeel van de Visie Eykmanlaan en vormt een onderdeel van de stedelijke Groenstructuur. Het groen langs de Oosterspoorbaan is aangeduid als (wenselijke) verbinding.

7 Deel B: inhoud 4. Resultaat van de quickscan: Programma en ruimte: De ligging van de school is gunstig ten opzichte van groen in de wijk. Nieuwbouw biedt kansen de school een meer prominente en zichtbare plek in de wijk te geven en daarmee aan te sluiten bij de reeds ingezette vernieuwingen in Tuindorp-Oost. Er wordt ingezet op een sterke binding van het schoolgebouw met de groene omgeving; het (toekomstig) park rondom het volkstuinencomplex en het aangrenzende trapveld. Uitgangspunt is een compact gebouw met een open uitstraling naar het groen en de aangrenzende woningen. Het compacte gebouw moet t.o.v. de huidige situatie bij voorkeur gericht zijn op het verkleinen van de voetprint ten gunste van meer onbebouwde ruimte of groen. In verband met de gedragsproblematiek van de kinderen is het de wens van de school zoveel mogelijk prikkels van buiten te voorkomen. De Oosterspoorbaan is in het Groenstructuurplan aangegeven als (wenselijke) verbinding. Uitgangspunt daarbij is behoud en versterking van het groene karakter en versterking van de (recreatieve) gebruiksmogelijkheden van het gebied. Tussen Kapteynlaan en het (toekomstig) park ten noorden van het plangebied kan dit door het meer open maken van het groen en het vergroten van de toegankelijkheid en bruikbaarheid. Bijvoorbeeld door wandelpaden en (speel)voorzieningen. Daarmee kan samen met de nieuwbouw een meerwaarde voor de buurt ontstaan en draagt de ontwikkeling bij aan een gezonde leefomgeving. In de vervolgfase van het opstellen van de Bouwenvelop zal onderzocht moeten worden op welke manier deze kansen vorm kunnen krijgen. Verkeer en parkeren: De School ligt in een 30 km gebied. De Winklerlaan is autoluw te noemen. Er rijden volgens een telling uit oktober 2015 minder dan motorvoertuigen per etmaal. volgens de telling uit 2015 rijden er op een werkdag ca. 860 mvt/etm. en ca. 280 fietsers/etm.) op de Winklerlaan. Met de herinrichting van de Kapteynlaan is het de bedoeling dat deze route meer autoluw wordt. De Winklerlaan profiteert hier bij voorkeur van mee. Het verkeer zal in de toekomst goed kunnen worden afgewikkeld. Voor wat betreft het parkeren geldt het volgende: Het gebied is gelegen in de zone B2. De parkeernorm in dit gebied is: - Lokalen: min. 0,5- max. 1,0 pp per lokaal. - Gymzaal/sporthal: min. 1,2 max. 1,7 pp per 100 m2 Op basis van deze normen is in onderstaande tabel de parkeerbehoefte weergegeven: lokalen parkeervraag gymzaal/sporthal parkeervraag totaal De huidige situatie 8 min. 4 max m2 min. 2,4 max. 3,4 min. 6,4 max 11,4 pp De toekomstig voorgestelde 14 min. 7 max m2 min. 5,5 max. 7,7 min. 12,5 max 21,7 pp. situatie Optioneel: 16 min. 8 max m2 min. 11 max. 15,5 min. 19 max 31,5 pp De bovenstaande berekening laat zien dat voor de nieuwbouw op basis van de gemeentelijke parkeernormen extra parkeerplaatsen nodig zijn.

8 Opgemerkt dient te worden dat de bovenstaande normen uitgaan van regulier onderwijs. Voor speciaal onderwijs bestaan geen aparte parkeernormen binnen de CROW. Bij dit type onderwijs worden de meeste kinderen met busjes gebracht. Er bestaat een nadrukkelijke voorkeur om niet op eigen terrein te parkeren om zo ruimte te geven aan speelterrein. Parkeren is aan beide zijden van de Winklerlaan mogelijk. In de volgende fase moet onderzocht worden of het huidige aantal parkeerplaatsen voldoende is om de benodigde parkeerplaatsen voor de nieuwe school op te vangen. Voor het leerlingenvervoer met busjes en de inpassing in de omgeving naast het spoor en het omliggende groen is extra aandacht nodig. De inpassing van parkeerplaatsen voor de taxibusjes dient goed geregeld te worden. De routing moet zo efficiënt mogelijk zijn en in- en uitstappen van leerlingen moet veilig kunnen. De looproute naar de school is bij voorkeur kruisingsvrij. De bereikbaarheid en inpassing van parkeren moet worden afgestemd op de voorziene aanpassing van de Winklerlaan ten noorden van de locatie. Kunst De Gemeente Utrecht kent sinds 1954 de gemeentelijke percentageregeling voor publieke gebouwen. Dit is vaststaand beleid. Anderhalf procent van de kale bouwsom van gemeentelijke nieuwbouw of gebouwen waar de gemeente voor meer dan 50% in investeert, wordt gereserveerd voor een aan het gebouw gerelateerde kunstopdracht. De 1,5% kunstprocedure geldt voor de nieuwbouw, verbouw en renovatie van publieke gebouwen, waar de gemeente voor meer dan 50% in investeert. De ambitie van het schoolbestuur is om uitwerking aan dit beleid te geven. Financiën: Aangezien het te bebouwen kavel in eigendom is bij de Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht is er geen sprake van het in rekening brengen van grondwaarde of erfpacht, tenzij het omliggende gebied bij de ontwikkeling betrokken moet worden. De school dient dan rekening te houden met de kosten voor de grond en inrichting. De gemeentelijke plankosten om te komen tot de ruimtelijke kaders dan wel een bouwenvelop worden verhaald bij de initiatiefnemer. De kosten die zijn gemoeid met het maken van het bestemmingsplan zelf (al dan niet in de vorm van een uitwerkings- wijzigingsplan of projectbesluit) en met de omgevingsvergunningprocedure vormen geen onderdeel van deze plankosten. Deze kosten worden op de reguliere wijze middels leges in rekening gebracht op basis van de toepasselijke verordening. De afspraken hierover worden in 1 e instantie vastgelegd in een intentieovereenkomst en als het plan verder is ontworpen en gedefinieerd in een anterieure overeenkomst. De gemeente stelt de middelen voor de realisatie van de school beschikbaar op basis van de voorwaarden uit de beschikking. De school dient hierbij rekening te houden met de betaling van voornoemde kosten. Gezondheid: De nieuwbouw is een goede mogelijkheid om het binnenmilieu van de school te verbeteren. De inrichting van de buitenspeelruimte biedt mogelijkheden om de lichaamsbeweging van de leerlingen te vergroten. De meeste leerlingen komen met een busje naar school en zij missen daarmee de lichaamsbeweging die met het fietsen of wandelen van thuis naar school en vice versa gepaard gaat. Vanuit Volksgezondheid zijn er geen zwaarwegende bezwaren tegen het initiatief. Wel dient rekening gehouden worden met de afstand tot de spoorlijn. Als het gebouw te dicht bij de spoorlijn gesitueerd wordt, kunnen geluidsoverlast en trillingen een rol gaan spelen. Geluid Onderwijs is een geluidgevoelige bestemming. Voor het project moet een geluidsonderzoek worden gedaan vanwege spoorweglawaai en wegverkeerslawaai. De spoorlijn staat formeel nog te boek als spoorlijn voor goederenvervoer. In de praktijk wordt de spoorlijn niet meer als zodanig gebruikt. Spoorweglawaai zal naar verwachting geen belemmering voor het plan opleveren.

9 Verder is het verkeersgeluid van de Eykmanlaan relevant voor de planontwikkeling en zal daar onderzoek naar moeten worden gedaan. Luchtkwaliteit Er moet aannemelijk worden gemaakt dat door het project geen feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarden plaats vindt. Groen en ecologie De huidige en toekomstige school grenst aan de groenstructuur zoals weergegeven in het Groenstructuurplan. Bij zowel de sloop als de nieuwbouw moet door middel van een quick scan en eventueel nader onderzoek in het kader van de Flora-en faunawet rekening worden gehouden dat er geen verstoring plaats vindt van beschermde dier- en plantsoorten. Aangeraden wordt om tijdig met deze onderzoeken te starten, omdat ecologische onderzoeken een eigen onderzoeksagenda kennen, die niet overeen hoeft te komen met de juridische proceduretijd van het project Duurzaamheid: De gemeente Utrecht is ambitieus op het gebied van duurzaam bouwen. Daartoe zijn voor scholen prestatie-eisen vastgesteld, waaraan de verschillende thema s, die de kwaliteit van het binnenmilieu bepalen, moeten voldoen. Deze zijn inmiddels voor nieuwbouw verankerd in het bouwbesluit De gemeente en regio Utrecht hebben zich daarnaast aangesloten bij de Green Deal Cirkelstad, waarin we samen met veertig partners gaan bouwen aan circulaire en inclusieve steden. De transitie naar een meer circulaire economie is ook voor een schoolgebouw waar het draait om een prettige, gezonde en veilige leefomgeving heel wenselijk. In tegenstelling tot in een lineaire economie waarin de grondstoffen op aarde uitgeput raken, gaat de circulaire economie uit van optimaal en hoogwaardig hergebruik van materialen - van afval naar grondstof. In de onlangs aangenomen motie 252 is uitgesproken dat circulair bouwen de norm moet zijn. De kernwaarden van de school ten aanzien van de huisvesting zien wij graag geconcretiseerd in circulair bouwen. In de volgende fase zal onderzocht worden hoe dit verder kan worden uitgewerkt. Energie Utrecht heeft in 2004 al de ambitie uitgesproken om in 2030 als gebied CO2-neutraal te zijn, de eigen organisatie al in Teneinde dat te realiseren zullen alle partijen in de stad daar een bijdrage in moeten leveren, bij nieuwe ontwikkelingen en in bestaande bouwwerken, in de stappen behoefte beperken, inzet van duurzame bronnen en tenslotte efficiënte opwekking, de Trias Energetica. De energievoorziening van nieuwbouw moet van meet af aan toekomstbestendig worden. Een bouwwerk met een zo gering mogelijke warmte-, koude- en krachtvraag is het begin. Vervolgens kan een studie naar de mogelijkheden voor een toekomstbestendige energievoorziening helpen de haalbaarheid te onderkennen en keuzes te maken, een studie naar de zogenaamde optimale energieinfrastructuur. Stichting openbaar Primair Onderwijs Utrecht wil in dit kader (aanvullend op wettelijk vereisten waar de verordening onderwijshuisvesting en de daarbij behorende financiële middelen van de gemeente op toeziet) streven naar een Bijna Energie Neutraal Gebouw (BENG) en als het mogelijk is een Energie Neutraal Gebouw (ENG). Leefomgeving Bij scholen is de leefomgevingskwaliteit van het schoolplein en het speelterrein van belang. De kwaliteit van de buitenruimte wordt mede bepaald door een viertal milieu-thema's: zon en schaduw, windhinder, luchtverontreiniging en geluidshinder.

10 Afhankelijk van de beoogde gebruiksfuncties in de private of (semi-)openbare ruimte is een zekere milieukwaliteit in die ruimte nodig. Inzicht in de kwaliteit kan dus de keuze voor het soort gebruik van (een deel van) die ruimte bepalen. Zo is het bijvoorbeeld onverstandig om een speelplein te plannen op een plek waar op voorhand bekend is dat de zon/schaduwsituatie slecht is en waar een hinderlijk windklimaat blijkt te heersen. Beheer: De nieuwe school en gymzaal zijn in principe in beheer bij de stichting. Indien de er meer dan één gymzaal wordt gerealiseerd en ook het schoolterrein voor medegebruik worden ingezet, dan zullen hierover nadere afspraken met de Utrechtse Vastgoed Organisatie moeten worden gemaakt. Maatschappelijk: SO Fier is de enige speciaal onderwijs school in deze categorie in Utrecht. Het is van belang voor de gemeente Utrecht en omgeving om deze voorziening te hebben en houden in de stad. Conclusie quick scan Nieuwbouw en uitbreiding van de school op haar huidige locatie is nodig en lijkt haalbaar. De nieuwbouw biedt kansen de school een meer prominente en zichtbare plek in de wijk te geven en daarmee aan te sluiten bij de reeds ingezette vernieuwingen in Tuindorp-Oost. Met een compact gebouw blijft er op het perceel meer ruimte over voor plein en groen en dit zorgt voor een betere verbinding met het groen uit de omgeving. De nieuwe school biedt daarnaast mogelijkheden in te zetten op een gezonde en duurzame ontwikkeling. Voorbeelden uit de praktijk laten zien dat inzetten op de duurzaamheidsambitie haalbaar zijn. In de volgende fase moet onderzocht worden op welke manier dit vorm kan krijgen. 5. Formulering onderzoeksvragen: Om te komen tot een bouwenvelop zullen na vaststelling van het startdocument nadere onderzoeken moeten worden verricht om te komen tot de kaders voor de realisatie van de nieuwe school. Als leidraad hiervoor geldt de opzet en inhoud van een bouwenvelop. Daarnaast levert de quick scan van dit voorgenomen plan een aantal specifieke onderzoeksvragen op, die hieronder als aandachtspunten voor de verdere uitwerking worden meegegeven. Ruimtelijk en functioneel Op welke manier kan met de nieuwbouw van de school het aangrenzende groen meer gebruikswaarde voor de buurt krijgen? Op welke manier kunnen (delen van) aangrenzende terreinen bij de ontwikkeling betrokken worden, zodat een optimale ruimtelijke inpassing ontstaat? Welke mogelijkheden zijn er om, gekoppeld aan herontwikkeling van de locatie, de recreatieve gebruikswaarde van het groen langs het spoor te vergroten? Welke randvoorwaarden moeten worden meegegeven ten aanzien van bouwmassa, positie en oriëntatie van bebouwing; rekening houdend met de hiervoor vermelde uitgangspunten uit de quick-scan? Denk hierbij aan de voorkeur voor realisatie van een compact gebouw, waarbij t.o.v. de huidige situatie de realisatie van het extra programma wordt gezocht in meer bouwlagen en een kleiner voetprint ten gunste van meer onbebouwde ruimte of groen. Op welke manier kunnen de gevels van de gymzaal aantrekkelijk worden vormgegeven zodat ze passen bij de groene omgeving en anonieme zijdes aan openbaar gebied worden voorkomen. Welke randvoorwaarden moeten worden meegegeven aan de inrichting van het onbebouwde schoolterrein zodat een prettige en beheersbare overgang tussen privé- en openbaar gebied ontstaat? Wat is de conditie van aanwezige bomen en welke betekenis hebben ze voor de omgeving?

11 Op welke manier zijn bestaande bomen in te passen zodat ze een meerwaarde hebben voor het plan en de omgeving? Verkeer Hoe kunnen de extra benodigde parkeerplaatsen op een goede manier worden ingepast, rekening houdend met de kwaliteit van de openbare ruimte?. Op welke wijze wordt het leerlingenvervoer met busjes geregeld; zowel voor wat betreft routing en parkeren, rekening houdend met zo efficiënt mogelijk en veilig in- en uitstappen en zonder overlast voor andere weggebruikers en de buurt? Duurzame gezonde verstedelijking Op welke manier wordt invulling gegeven aan de gemeentelijke ambities op het gebied van duurzaamheid en een gezonde stad? Vanaf de start van de definitie- en ontwerpfase zal hierop gestuurd en getoetst moeten worden. Dit vraagt om een goede interactie tussen initiatiefnemer en gemeente. Hoe kan toepassing worden gegeven aan de aangenomen motie 252 (van december 2016), waarin circulair bouwen de norm moet zijn? Op welke wijze kan het dak van de nieuwbouw worden benut voor het realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen? Financiën Aangezien de ambitie van de vervangende nieuwbouw voor wat betreft het eventueel betrekken van de naastgelegen gronden en mogelijke herinrichting van de openbare ruimte verder gaat dan de gemeentelijke beschikking, zal de school in een vroegtijdig stadium moeten sturen op de financiële haalbaarheid van het plan. In dit verband zal bij de start van de verdere planvorming tijdig onderzocht moeten worden welke ingrepen en kosten noodzakelijk dan wel wenselijk zijn om tot een haalbaar plan te komen en hoe hiervoor de dekking is of kan worden geregeld.

12 Deel C: proces 6. Rol gemeente: De gemeente is kaderstellend voor wat betreft de ruimtelijke randvoorwaarden waaronder medewerking verleend wordt aan de nieuwe ontwikkeling. De gemeente heeft daarnaast in het kader van de afgegeven financiële beschikking voor de vervangende nieuwbouw een toetsende rol bij de totstandkoming van het gebouwontwerp en - realisatie. De gemeente heeft zich op basis van het Meerjarenperspectief Onderwijshuisvesting (MPOHV) verplicht de investeringsmiddelen op basis van de ruimtenormering en verordening onderwijshuisvesting voor 12 groepen en 14 lokalen, 1 speellokaal en max 2 gymzalen beschikbaar te stellen. 7. UPP proces: Het gaat hier om een ontwikkeling met dezelfde functionele bestemming op (zoals nu voorzien) eigen terrein. Omdat voor de nieuwbouw meer bouwmassa nodig is dan de beheersverordening toelaat, is formeel een planologisch juridisch traject noodzakelijk en zullen daarom eerst nieuwe randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de nieuwe school moeten worden geformuleerd. Wij stellen voor te gaan voor een UPP 0 traject, waarbij de verdere planuitwerking m.b.v. participatie leidt tot een ruimtelijk kader t.b.v. een Wabo-projectafwijkingsbesluit (projectbesluit). Om te zorgen voor een optimale ruimtelijke invulling met meer gebruikswaarde voor de buurt, zal ook gekeken worden of aangrenzende gronden (het trapveldje) bij de ontwikkeling betrokken kunnen worden. Indien de impact van de planuitwerking groter blijkt te zijn (afhankelijk van de uiteindelijke omvang van het bouwplan, het al dan niet betrekken van grond buiten het schoolkavel en het draagvlak in de omgeving), zal alsnog gekozen worden voor een UPP 2 traject (=eerst vaststellen van een Bouwenvelop, gevolgd door een projectbesluit). 8. Participatieaanpak: Participatie is een belangrijk onderdeel van ruimtelijke ontwikkelingstrajecten in Utrecht. Het participatieniveau voor dit project is op grond van de gemeentelijke Participatieladder: raadplegen (niveau 2). Bouwplannen worden door de initiatiefnemer opgesteld en samen met de ruimtelijke kaders van de gemeente voorgelegd aan belanghebbenden. Bewoners en andere belanghebbenden mogen meedenken en ideeën aandragen bij het betrekken of herinrichten van aangrenzende terreinen. 9. Uitvoeringsbesluiten: Het definitieve uitvoeringsbesluit wordt genomen na afloop van de volgende fase, nadat de randvoorwaarden voor de nieuwbouw zijn gedefinieerd en de financiële uitvoerbaarheid is aangetoond. 10. Samenwerkingsstrategie: Het schoolbestuur SPOU is zelf bouwheer. Dat betekent dat zij de opdrachtgever is van de architect en de aannemer bij de realisatie van de nieuwe school. De opgave is om samen met de school en de architect de kaders, eisen, wensen verder uit te werken. Hierbij is de gemeente verantwoordelijk voor het opstellen en vaststellen van deze randvoorwaarden, waarbij de school c.q. de architect gedurende het proces de benodigde input levert voor de haalbaarheid van de randvoorwaarden. 11. Projectomgeving: De ontwikkeling van de school dient rekening te houden en waar nodig aan te sluiten bij de reeds ingezette kwaliteitsimpuls in de kop van Tuindorp Oost. De bereikbaarheid en inpassing van parkeren moet worden afgestemd op de voorziene aanpassing van de Winklerlaan ten noorden van de locatie.

13 12. Globale planning: Vaststelling startdocument jan/feb Uitwerking kaders, eisen, wensen (vereisten tbv het projectbesluit bij UPP 0): 2 e helft 2017 Aanvraag projectbesluit (en omgevingsvergunning): eind Sart bouw: Financiën Plankosten: Met de school zal een intentieovereenkomst ter dekking van de ambtelijke plankosten worden opgesteld, waarbij de werkelijk gemaakte kosten in rekening worden gebracht. Als voorschot zal na vaststelling van het startdocument ,- in rekening worden gebracht. De gemeente stelt middelen beschikbaar voor de realisatie van de school op basis van de voorwaarden uit de beschikking en aanvullend ter vergoeding van de ambtelijke plankosten.