WATERBEHEER IN NEDERLAND Klaar voor de toekomst?
|
|
- Juliana Pauwels
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Conclusies en aanbevelingen WATERBEHEER IN NEDERLAND Klaar voor de toekomst? Lancering door Plaatsvervangend-Secretaris-Generaal van de OESO, Yves Leterme Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 maart 2014, Den Haag, Nederland
2 OESO Nederland beleidsdialoog over de organisatie van het waterbeheer Dit rapport beoordeelt de mate waarin de organisatie van het Nederlandse waterbeheer is toegerust op toekomstige uitdagingen en geeft suggesties voor beleidsmatige en institutionele aanpassingen. Het rapport is gebaseerd op een beleidsdialoog die gedurende een jaar is gevoerd met een breed spectrum van Nederlandse belanghebbenden, ondersteund door gedegen analyses en gebruikmakend van internationale best practices. Doelstellingen OESO Nederland Beleidsdialoog De dialoog had tot doel om een evidence based beoordeling te geven, gebaseerd op OESO s eerdere onderzoek naar waterveiligheid, waterbeheer en financiering, alsook op geleerde lessen en best practices van andere (OESO) landen. Het onderzoek bestaat uit twee samenhangende pijlers die focussen op: De organisatie van het waterbeheer over verschillende lagen; specifieke aandacht ging daarbij uit naar de interactie tussen verschillende stakeholders en de stappen voorwaarts richting meer integratie en coördinatie; De financiële, ecologische en sociale bestendigheid van de organisatie van het waterbeheer gericht op huidige en toekomstige water risico s en trade-off s. Expertise De OESO delegatie bestond uit: Proces Een brede afvaardiging van het OESO secretariaat met expertise op het gebied van de economische en organisatorische aspecten van waterbeheer; en Prominente peer reviewers en deskundigen uit de Verenigde Staten, Portugal, het Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika en Frankrijk De OESO delegatie voerde twee fact-finding missies uit in Den Haag (25 februari 1 maart 2013 en 5-6 juni 2013) om te spreken met de belangrijkste publieke, private en non-profit actoren. Excursies werden georganiseerd naar het Hoogheemraadschap van Delfland, de gemeente Dordrecht, Rijkswaterstaat in Lelystad en het Waterschap Regge en Dinkel. De belangrijkste bevindingen en aanbevelingen werden bediscussieerd tijdens het policy seminar op september 2013 in Den Haag in aanwezigheid van de Nederlandse minister van Infrastructuur en Milieu en rond de 100 Nederlandse stakeholders. Het rapport is op 8 november 2013 in Parijs beoordeeld door andere (OESO) landen in een gezamenlijke sessie van het OESO Water Governance Initiative en de OESO Working Party on Biodiversity, Water and Ecosystems. OESO instrumenten De dialoog bouwt voort op de volgende OESO instrumenten: OESO Multi-level Governance Framework OESO Risk-based Framework for Water Security OESO Framework for Financing Water Resources Management
3 Conclusies van de beleidsdialoog Water governance in Nederland heeft een uitstekende staat van dienst op diverse punten MONDIALE REFERENTIE VOOR WATERBEHEER Nederland is een deltagebied waar meer dan de helft van het grondgebied en de bevolking en twee derde van de economische activiteit zich in overstromingsgevoelig gebied bevinden: 29% van het land ligt onder zeeniveau en nog eens 26% ligt binnen het overstromingsbereik van rivieren. Door deze omstandigheden zijn bepaalde dimensies van het waterbeheer een kwestie van nationale veiligheid, met name het onderhoud van het complexe stelsel van dijken en gemalen voor primaire en secundaire verdediging. De ligging van Nederland aan de benedenloop van vier internationale rivieren (Schelde, Maas, Rijn, Eems), wat consequenties heeft voor de variabiliteit van de rivierafvoeren en de waterkwaliteit, maakt deze veeleisende taak nog gecompliceerder. Sinds de oprichting van de waterschappen in de 13e eeuw is Nederland erin geslaagd om land op de zee te winnen en het gebied droog te houden door een uitgebalanceerd stelsel van kunstmatige en natuurlijke infrastructuur te ontwikkelen. Deze prestatie steunde zwaar op eeuwenoude, flexibele en zich ontwikkelende waterschappen. Deze hebben technologie van wereldklasse ontwikkeld en gefunctioneerd als platform voor het betrekken van belanghebbenden (het poldermodel). Aldus heeft het waterbeheer in Nederland door de jaren heen bijgedragen aan een sterke economische ontwikkeling, waarbij de omstandigheden zijn gecreëerd voor een dichtbevolkte Randstad, de grootste Europese haven, de op één na grootste (qua waarde) exporteur van landbouwproducten en voedingsmiddelen ter wereld, en een toonaangevende waterindustrie die in Nederland wordt aangemerkt als één van de negen topsectoren. Dit tegen totale kosten ter waarde van 1, 26% van het BBP, waarin het watersysteembeheer, de zorg voor de waterkeringen, en de taken van op het gebied van drink- en afvalwater zijn begrepen. EEN ROBUUEST EN FLEXIBEL INSTITUTIONEEL EN BELEIDSKADER De organisatie van de Nederlandse water governance is in de loop der tijd aangepast onder invloed van veranderende economische, politieke en milieuomstandigheden. In de afgelopen 50 jaar is Nederland getuige geweest van de schaalvergroting van waterschappen (van 2650 naar 24), ministeries (de oprichting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu in 2010), waterleidingbedrijven (van meer dan 200 naar 10) en gemeenten. De variëteit in lokale arrangementen voor de afvalwaterketen (riolering en zuivering) is toegenomen evenals opeenvolgende landelijke instrumenten voor strategische planning die gericht zijn op de problemen van te veel te weinig te vuil water. Andere belangrijke hervormingen zijn onder meer de modernisering van Rijkswaterstaat in 2006 en de samenvoeging van acht waterwetten in de Waterwet in Naar aanleiding van de laatste watersnoodramp in 1953 werd besloten tot grootschalige structurele oplossingen en bouwprojecten (de Deltawerken), die gebaseerd waren op een traditionele technologische en defensieve benadering van waterbeheer. Meer recent is een nieuwe benadering opgekomen, die gebaseerd is op het uitgangspunt dat er Ruimte voor de rivier moet worden gemaakt. Hierin worden innovatieve architectuur, verstedelijking en landschap gecombineerd met Bouwen met de natuur en Leven met water, de zogenaamde Deltawerken van de toekomst.
4 Dit vormde samen met de groeiende zorg over de gevolgen van de klimaatverandering voor de waterveiligheid en zoetwatervoorziening, de motivatie voor de invoering van de Deltawet in Met deze wet zijn het Deltaprogramma,. de Deltacommissaris en het Deltafonds ingesteld. Het Deltaprogramma werkt via een adaptieve benadering aan de huidige en toekomstige uitdagingen op het gebied van waterveiligheid en de zoetwatervoorziening Institutionele lagen van waterbeheer in Nederland
5 Aanhoudende en nieuwe uitdagingen vragen om aanpassingen Nederland wordt wereldwijd gezien als voorbeeld als het gaat om waterveiligheid en zoetwatervoorziening. De waterschappen en Rijkswaterstaat hebben een cruciale rol gespeeld bij het droog houden van Nederland. De Nederlandse water governance en de financiering ervan hebben unieke kenmerken (waaronder een functionele gedecentraliseerde democratie, een specifiek belastingsysteem, kostenterugwinning) en bieden een gedegen basis voor integraal waterbeheer, drinkwatervoorziening, afvalwater en waterveiligheid. Nederland heeft ook brede erkenning geoogst voor de innovatieve implementatie van concepten voor integraal waterbeheer en stroomgebiedbeheer, de bestuurlijke uitvoering van het Deltaprogramma (dat mede de inzet door regionale overheden omvat) en de uitstekende resultaten ten aanzien van de drinkwatervoorziening (kwaliteit, betrouwbaarheid en prijs). Goede prestaties mogen echter niet leiden tot zelfgenoegzaamheid. Om de Nederlandse water governance toekomstbestendig te maken, moet op een aantal punten wel actie worden ondernomen. SOMMIGE UITDAGINGEN ONDERGRAVEN DE PRESTATIES EN DE DUURZAAMHEID VAN HET WATERBEHEER, NU EN IN DE TOEKOMST Onder Nederlanders is sprake van een opvallende awareness gap, een laag bewustzijn als het gaat om belangrijke functies van het waterbeheer, hoe ze worden uitgevoerd en door wie. Ook de waterrisico s worden laag ingeschat. Veel mensen zijn niet op de hoogte van de basisfeiten van het evacuatiebeleid, van de oorsprong van het water dat ze drinken en of ze in een overstromingsgebied wonen. Dit lage bewustzijn komt voor een groot deel voort uit de hoge mate van vertrouwen in de overheid en het feit dat sinds 1953 overstromingsrampen zijn voorkomen. Maar het lage bewustzijn werpt lastige vragen op voor beleidsmakers: Hoe kan meer bekendheid worden gegeven aan de risico s? Hoe kunnen de besluiten van investeerders in vastgoed, bedrijven en gemeenten ten aanzien van blootstelling aan en kwetsbaarheid voor risico s worden beïnvloed om de verwachte kosten van eventuele overstromingsschade te beperken? Hoe kan het publiek bewuster worden gemaakt van wat er bij komt kijken om het land droog en bewoonbaar te houden? En hoe kan de bereidheid om te betalen voor waterveiligheid ook in de toekomst worden gewaarborgd? Water governance heeft een systeem van checks and balances nodig. In de Nederlandse situatie behelzen deze checks and balances decentrale besturen in de vorm van de waterschappen, toezicht door provincies en vrijwillige of verplichte benchmarking. Het systeem kent echter beperkingen. Hoewel de huidige wijze van benchmarking bijvoorbeeld wel kan helpen om vast te stellen of een investering effectief is, wordt niet duidelijk of bepaalde investeringen noodzakelijk waren. Een ander voorbeeld is dat, hoewel waterleidingbedrijven, gemeenten en waterschappen zich inzetten om de efficiëntie te verbeteren, niet duidelijk wordt hoe deze efficiëntieververbeteringen zich verhouden tot de potentiële ruimte om aan specifieke beleidsdoelen bij te dragen. Verder zijn door de schaalvergroting van genoemde organisaties in de afgelopen 50 jaar de risico s van informatie-asymmetrie en monopolistisch gedrag toegenomen. Zorgen over waterkwaliteit en de veerkracht van zoetwaterecosystemen krijgen sinds enige tijd meer aandacht, maar blijven zorgen voor aanzienlijke uitdagingen. Ondanks verbeteringen, vragen zij om een bijstelling van de water governance. Economische prikkels om te veel, te weinig en te vervuild water efficiënt te beheren zouden kunnen worden versterkt. Degenen die bijvoorbeeld profiteren van ruimtelijke ontwikkelingen, zoals gemeenten en vastgoedontwikkelaars, dragen niet per se de extra kosten die deze ontwikkelingen met zich meebrengen voor het waterbeheer. Met als
6 gevolg dat de voortschrijdende ruimtelijke ontwikkeling soms in gebieden plaatsvindt die vanuit het waterbeheer bezien zeer ongunstig zijn. Dit verhoogt de gevolgen van eventuele overstromingen en dit leidt tot oplopende kosten van het waterbeheer, nu en in de toekomst. Daarnaast ontbreken voor het merendeel van de watergebruikers prikkels om verantwoord om te gaan met watertekorten. Tot slot geldt dat, hoewel een groot aantal technische maatregelen wordt toegepast, er weinig economische prikkels aanwezig zijn om de vervuilingsbronnen aan te pakken. De huidige financiële regelingen brengen het punt naar voren van de verdeling van de kosten over verschillende categorieën van belanghebbenden, zowel voor de huidige als toekomstige generaties. Vaak dragen de veroorzakers van een probleem -(door bijv. bouwen in overstromingsgevoelig gebied of vervuiling van zoet water) daarvoor niet de bijbehorende kosten (aanvullende kosten voor overstromingsbescherming of zuivering van vervuild water). De verdeling van de kosten en baten van ruimtelijke ontwikkelingen vormen het sneeuwbal effect, waardoor de kosten van het waterbeheer op termijn oplopen. Als de ruimtelijke ontwikkelingen eenmaal hebben plaatsgevonden, is de afwegingsruimte voor de waterbeheerder kleiner, omdat door padafhankelijkheid andere opties dan het voorkomen van risico s economisch of politiek minder toepasbaar worden. Daarnaast is het niet duidelijk hoe kostenterugwinningsmechanismen voor de watervoorziening, transport en zuivering van afvalwater doorwerken naar verschillende sociaal-economische klassen en verschillende belangengroepen (bijv. grote en kleine gezinnen), of hoe met deze mechanismen verantwoord watergebruik wordt gestimuleerd. Een specifiek punt is het feit dat waterschappen functionele democratieën zijn (democratische vertegenwoordiging in gekozen besturen) met fiscale bevoegdheden en eigen inkomsten, hetgeen voorkomt uit hun aanvankelijke focus op waterveiligheid; een dergelijk(e) bestuurlijk systeem en financieringsstructuur is bijvoorbeeld minder passend als het gaat om de zuiveringstaak. Dit is vooral van belang nu de uitgaven voor waterkwaliteit (voornamelijk de behandeling van afvalwater) en beheer van het watersysteem (inclusief waterveiligheid), elk verantwoordelijk zijn voor ongeveer 50% van de uitgaven van de waterschappen. Verdeling van de totale uitgaven voor waterbeheer over verschillende overheden en taken 2012 (EUR millions) Waterkwaliteit Waterveilig heid Waterkwantiteit/ watersysteembehe er Waterbeheer gerelateerde taken/over verschillende taken verdeeld Niet gespecificeerd/ voor andere taken Ministerie van x Infrastructuur en Milieu Provincies x x 136 Waterschappen x Gemeenten x X x x Drinkwaterbedri x x x x jven Totaal Noot: x: niet van toepassing. Voor het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en de provincies vallen de kosten die te maken hebben met het management van waterkeringen onder de categorie Waterveiligheid. Voor de waterschappen vallen de kosten die te maken hebben met afvalwaterzuivering onder de categorie Waterkwaliteit. Bron: Gebaseerd op: (1) Kokshoorn, Persoonlijke communicatie, 27 mei (2) De verdeling van de uitgaven van waterschappen tussen de verschillende taken is gebaseerd op een gedetailleerde schatting van de verschillende kostencomponenten (Dekking, Unie van Waterschappen, persoonlijke communicatie, 8 juli 2013). (3) Ministerie van Infrastructuur en Milieu (2013). Totaal
7 VIER BELANGRIJKE TRENDS GENEREN ONZEKERHEID OVER DE TOEKOMST VAN WATER BEHEER IN NEDERLANDS Klimaatverandering. De verwachte gevolgen van klimaatverandering zijn in Nederland goed gedocumenteerd. Deze gevolgen zullen naar verwachting omvatten: overstromingsrisico s (normen voor overstromingspreventie worden herzien in het kader van het Deltaprogramma), waterschaarste (het huidige toewijzingsregime is niet goed toegerust voor frequentere en ernstigere watertekorten) en afwatering in steden (die moet worden aangepast aan zwaardere neerslag). Er is sprake van verschillen tussen regio s ten aanzien van de effecten en hun vermogen om hierop te reageren. Regionale verschillen. Hoewel de regionale verschillen in BBP, groeicijfers en werkloosheid momenteel laag zijn, zullen deze naar verwachting toenemen onder invloed van demografische en economische trends. Bijvoorbeeld door de bouw van nieuwe woningen in de Randstad in de periode tot 2040, terwijl de bevolking in andere delen van het land naar verwachting zal krimpen. Deze trend heeft gevolgen voor de normen voor dijken (die zou kunnen worden aangescherpt in groeiregio s en versoepeld in krimpgebieden) en voor het vermogen van verschillende regio s om de noodzakelijke infrastructuur te financieren (met name in krimpregio s). Sociaal-politieke trends, met inbegrip van Europees beleid. Zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW) en andere EU-regelgeving (overstromingen, nitraat, etc.) duidelijk maken, legt het Europese beleid meer nadruk op waterkwaliteit en ecosystemen, vermindering van de druk op rivieren en milieu, en een waterbeheer dat rekening houdt met alle belangen. Nederland heeft blijk gegeven van een relatief lage ambitie ten aanzien van de KRW. Gesteld wordt dat de meeste Nederlandse wateren kunstmatige systemen zijn en dat (natuur)herstel slechts in beperkte mate mogelijk is. Daarnaast vormt het hoge aandeel aan wateren waarvoor in de eerste stroomgebiedbeheerplannen uitzonderingen gelden en het trage tempo waarin maatregelen worden doorgevoerd, een bron van zorg voor de Europese Commissie. Technische en niet-technische innovatie. Innovatie in Nederland heeft bijgedragen aan de waterveiligheid en een robuuste waterindustrie. Conventionele infrastructuurbenaderingen hebben echter ook een bepaalde mate van padafhankelijkheid, omdat deze zich niet lenen voor snelle aanpassing bij veranderende omstandigheden. Zo kan het bijvoorbeeld voorkomen dat in krimpregio s bepaalde dijken in gebruik of onderhouden moeten blijven, ook al zijn ze in het licht van nieuwe veiligheidsnormen te groot geworden. Recentelijk heeft de Nederlandse overheid gebruik gemaakt van minder kapitaalintensieve groene infrastructuren (zoals moerasgebieden) en ruimtelijke ordening om rekening te houden met overstromingsrisico s en de padafhankelijkheid te verminderen. HET IS TIJD VOOR EEN HERNIEUWDE FOCUS OP HET NEDERLANDSE WATERBELEID De huidige politieke context in Nederland is gevoelig. In het verleden zijn bestuurlijke vereenvoudiging en gebiedsherindelingen toegepast om de complexiteit van het openbaar bestuur en in verschillende sectoren (water, volksgezondheid, veiligheid) te verminderen. Een en ander kreeg vorm door inkrimping van de overheid, decentralisatie van taken en samenvoeging van gemeenten en andere lokale en regionale overheden. In de huidige context van het trage herstel van de economische crisis wordt voor het gehele land samenvoeging van provincies voorzien, met als eerste stap de samenvoeging van Noord-Holland, Utrecht en Flevoland, waar echter de nodige weerstand tegen bestaat. Deze nieuwe eenheden zouden mogelijk een aantal van de huidige taken van de (24) waterschappen kunnen overnemen. De omvang van gemeenten is ook al lange tijd onderwerp van debat, hetgeen gevolgen heeft voor de watersector gezien de rol die gemeenten spelen in het stedelijk waterbeheer
8 en de riolering. Het aantal gemeenten is via diverse samenvoegingen en herindelingen gedurende de afgelopen 60 jaar meer dan gehalveerd. In de huidige discussies wordt een drempel beoogd van inwoners per gemeente. De bereidheid om de overheidsuitgaven te beperken heeft gevolgen voor de organisatie van de sector, waarbij binnen de waterketen als geheel wordt gezocht naar efficiëntieverbeteringen door middel van verbeterde coördinatie en scherpere toewijzing van rollen en verantwoordelijkheden van overheden en overheidslagen. Het Bestuursakkoord Water van 2011 stelt doelen voor kostenbesparingen en verbeterde efficiëntie en transparantie binnen de watersector. Het recente model voor adaptief waterbeheer, dat begon met het programma Ruimte voor de rivier en onlangs is uitgemond in de invoering van het Deltaprogramma, heeft het denken over de toekomst en houdbaarheid op de lange termijn een centrale plaats in het Nederlandse waterbeleid gegeven. Daarbij wordt actief gezocht naar flexibele strategieën om toekomstige uitdagingen ten aanzien van waterveiligheid en zoetwatervoorziening het hoofd te kunnen bieden. Dit vereist een samenhangende aanpak bij het toewijzen van taken en verantwoordelijkheden aan overheden en in de waterketen, en verlaagt het risico van over- of onderinvestering. De Omgevingswet, die momenteel in voorbereiding is en naar verwachting in 2018 van kracht wordt, voorziet in afstemming tussen ruimtelijke ordening, natuur en waterbeleid op nationaal niveau. Besparingen in het Bestuursakkoord water, 2011 Het Bestuursakkoord voorziet in besparingen die oplopen tot EUR 750 miljoen in 2020, en die als volgt uitgesplitst zijn: EUR 450 miljoen besparingen in de bereiding van drinkwater, riolering en zuivering van afvalwater. Gemeenten en waterschappen nemen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor EUR 380 miljoen in de afvalwaterketen, drinkwaterbedrijven EUR 70 miljoen. EUR 300 miljoen wordt bespaard in het beheer van dijken, oppervlaktewater en zoetwatervoorziening, door rijk, provincies, waterschappen en gemeenten. Daarvan bedraagt de besparing van het rijk op waterveiligheid EUR 200 miljoen De overdracht van de muskus- en beverratbestrijding van provincies naar waterschappen: EUR 19 miljoen (vanaf 2011) De co-financiering (50%) van de aanleg van de primaire hoogwaterkeringen door waterschappen: EUR 81 miljoen (in de periode ), EUR 131 miljoen (in 2014). Vanaf 2015 dragen de waterschappen jaarlijks EUR 181 miljoen bij Overige doelmatigheidswinsten over het bedrag van EUR 550 miljoen komen structureel ten goede aan het watersysteem en de waterketen, in de vorm van kwaliteitsverbetering, investeringen en verbeterde samenwerking Bron: Rijksoverheid (2011), Bestuursakkoord Water, 2011.
9 Belangrijkste beleidsaanbevelingen Er is nieuw beleid nodig, dat een appèl doet op aanpassing van het water governance en de financiering De volgende aanbevelingen kunnen helpen bij het opstellen van een agenda voor toekomstig Nederlands waterbeleid. De aanbevelingen roepen op tot nieuwe benaderingen ten aanzien van beleid. Hervormingen die de vraag naar en beschikbaarheid van water beïnvloeden, zoals grondgebruik, stedelijke planvorming. Of beleid dat de diffuse bronnen van water verontreiniging vermindert. VERSTERKING VAN ONAFHANKELIJKE VERANTWOORDINGSMECHANISMEN VOOR TRANSPARANTERE INFORMATIE EN MONITORING VAN PRESTATIES Een reeks van opties kan worden overwogen om de lacunes te overbruggen tussen de verschillende overheidslagen ten aanzien van efficiëntie en financiële prestaties, verantwoording en bewustzijn van belanghebbenden. Gewaarborgd moet worden dat besluiten met significante gevolgen voor infrastructuur en de economie worden afgeschermd van politieke afwegingen gericht op de korte termijn Met het bedoelde onafhankelijke toezicht, op gepaste afstand van de waterorganisaties, kan iets gedaan worden aan het feit dat een onpartijdig toezichtmechanisme momenteel ontbreekt. Dit toezicht kan op diverse manieren worden georganiseerd (bijv. een nationaal waarnemingscentrum of nationale commissie, een toezichthouder, etc.). Het toezicht kan zich toespitsen op de zogenaamde opportunity costs, het beoordelen van de financiële resultaten en het waarborgen dat de gegenereerde gegevens leidend zijn bij beleids- en uitvoeringsbesluiten. Dit kan ervoor zorgen dat prestatiedoelen ook beleidsdoelen reflecteren, en niet alleen de goede wil of vrijwillige afspraken van bepaalde organisaties. Zorg ervoor dat belanghebbenden toegang hebben tot onafhankelijke informatie over de kosten, risico s en prestaties van het waterbeheer. Meer duidelijkheid en transparantie over de toedeling van kosten kan helpen om het waterbewustzijn te vergroten, beter verantwoording af te leggen en resultaten zichtbaarder te maken (voor watergebruikers). Dit kan verschillende vormen aannemen, waaronder het versterken van mogelijkheden voor de wetgever, onafhankelijk toezicht en evaluatie (op gepaste afstand van de waterorganisaties) die verder gaan dan de bestaande zelfevaluatie. Nietgouvernementele organisaties (NGO s) en de academische wereld kunnen hieraan een bijdrage leveren, al was het maar om de belangen van de nietgehoorde stemmen (zoals het milieu) door te laten klinken. Bied een geharmoniseerd overzicht van de uitgaven voor het waterbeheer aan voor alle watertaken en zie hier ook op toe. Het doel hiervan is het verbeteren van transparantie bij het volgen van waterbeheeruitgaven en kostenterugwinning. Een onafhankelijke beoordeling, in opdracht van en rapporterend aan het kabinet, kan helpen om meer duidelijkheid te geven over de relatieve en absolute efficiëntie, verantwoording en toezicht over het volledige spectrum aan watertaken.
10 VERSTERKING VAN ECONOMISCHE PRIKKELS VOOR EFFICIEN EN EERLIJKE VERDELINGVAN RISICO S Maatregelen kunnen bewerkstelligen dat de veroorzakers van risico s ten aanzien van het waterbeheer ook de desbetreffende kosten dragen. De toerekening van kosten (aan huishoudens, landbouw, industrie en overheden) kan transparanter en onderwerp van inhoudelijk openbaar debat zijn. Te denken valt aan de volgende specifieke maatregelen: Er kunnen onttrekkingsheffingen worden ingesteld om efficiënter watergebruik te stimuleren en het is gewenst om het effect daarvan op het concurrentievermogen van bedrijven te monitoren. Hoewel er voor grootschalige onttrekkingen een vergunningsstelsel bestaat, is het niet duidelijk of daarop toezicht wordt gehouden, dan wel of er sprake is van het consistent toepassen van sancties bij het niet naleving van de vergunning. Het instellen van een robuust watertoewijzingsregime dat consistente regulering en toezicht op onttrekkingen mogelijk maakt, zou een goede basis vormen voor een effectiever beheersysteem bij watertekorten. Een doortastender scenario zou zijn om in schaarstegevoelige gebieden regelingen voor het verhandelen van water in te stellen. Een integraal onderzoek naar de economische kosten van watervervuiling zou bijdragen aan de samenhang tussen water-, landbouw- en natuurbeleid. Een dergelijk onderzoek zou inhoud kunnen geven aan gerichte en op maat gemaakte benaderingen voor het verminderen van emissies, waarbij dan rekening wordt gehouden met de opportunity costs van het terugdringen van de vervuiling in specifieke regio s. Economische instrumenten als verhandelbare waterrechten en heffingen op vervuiling zouden de kosteneffectiviteit van maatregelen tegen diffuse vervuilingsbronnen kunnen verbeteren. De komende Omgevingswet biedt een mogelijkheid voor hernieuwde aandacht voor zoetwatersystemen en voor een beter evenwicht tussen de diverse doelen van het waterbeleid. Recente inspanningen, zoals natuurherstel in en langs waterwegen, ruimte voor de rivier, en rekening houden met de multifunctionaliteit van waterbeheerinfrastructuren met het oog op milieuvoordelen, zijn stappen in de juiste richting. Waar mogelijk kan een waardering van ecosysteemdiensten worden opgenomen in de beoordeling van beleidsopties, omdat daarmee wordt gewaarborgd dat ecosysteemdiensten grondig worden afgewogen bij de besluitvorming. VERSTERKING VAN DE SAMENHANG TUSSEN WATER, LANDGEBRUIK EN RUIMTELIJKE ORDENING DOOR GEBRUIK TE MAKEN VAN HET SCALA VAN MOGELIJKHEDEN DAT ONSTAAT VIA DE OMGEVINGSWET Als instrument voor het beoordelen van de effecten van ruimtelijke ordening op waterbeheer zou de watertoets effectiever gemaakt kunnen worden (bijv. bindend) als het gaat om het werken. Daarnaast wordt aanbevolen om de provincies beïnvloeden van het proces en de besluitvorming rondom ruimtelijke ordening. De huidige overeenkomsten ten aanzien van de financiering van risicobeperkende maatregelen voor nieuwe ontwikkelingen zoals opgenomen in het Bestuursakkoord Water en de instrumenten waarin de Grondexploitatiewet voorziet, moeten worden geëvalueerd om te zien hoe deze in de praktijk een sterkere rol te geven in de ruimtelijke ordening om de aansluiting op het waterbeheer te versterken en afstemming met het beleid in algemene zin te waarborgen.
11 Voorbeelden van beleidsinstrumenten die ingezet kunnen worden voor water risisco s Risico op watertekort (inclusief droogte) Risico op ontoereikende kwaliteit Risico op teveel water (inclusief overstromingen) Risico voor de veerkracht van zoetwatersyste men Regelgeving Economische Gebaseerd op informatie Beperking op watergebruik (bv tuinslang verbod) Administratieve allocatie van water Limieten voor onttrekkingen Waterkwaliteitstandaarden Lozings vergunningen Ruimtelijke ordening, zoneringrestricties Bouwvoorschriften, standaarden Minimum environmental flows Waterprijsbeleid Handel in waterrechten (bv. Watermarkten, waterbanken, opties voor droge jaren) Betalen voor ecosysteemdiensten Microfinanciering (bv. om te investeren in regenwatertonnen) Vervuilingsheffingen, kosten Verhandelbare vervuilingsvergunningen Betalen voor ecosysteemdiensten -Overstromingsverzekeringen PPS constructies (bv voor waterkeringen) PES Betalen voor ecosysteemdiensten Verzekeren van voldoende environmental flows voor watersystemen Bewustwordingscampagnes en informatie om waterbesparing te promoten Waarschuwing en informatie over droogte bewustwordingscampagnes en informatie Technische hulp voor verbeterde landbouwtechnieken (om negatieve impact op water te minimaliseren) Overstromingsrisicokaarten Vroege waarschuwingssystemen Bewustwording stimuleren van de waarde van zoetwaterecosystemen Bron: OECD (2013), Water and Climate Change Adaptation: Policies to Navigate Uncharted Waters, OECD Studies on Water, OECD Publishing, Paris, MEER SAMENHANG IN DE ORGANISATIE VAN DE AFVALWATERKETEN BEWERKSTELLIGEN, DOOR NAAR REIKWIJDTE EN SCHAAL TE KIJKEN Deze uitdaging omvat aspecten in twee categorieën. en zou gebaseerd moeten zijn op vorm volgt functie en op specifieke gebiedskenmerken. Het potentiële voordeel voor gemeenten in de zorg voor stedelijke drainage komt alleen tot stand als deze functie goed is afgestemd. Enerzijds op het stedenbouwkundige beleid en anderzijds op het beheer van het rioolstelsel. Het werk van de de Visitatiecommissie Waterketen, voortvloeiend uit het Bestuursakkoord Water van 2011,biedt een unieke mogelijkheid om over de gerealiseerde prestatiedoelen en efficiëntiewinst te rapporteren, en om te waarborgen dat de mogelijkheden op beide gebieden volledig worden benut, met name omdat voor de komende decennia enorme investeringen worden voorzien voor de vervanging van huidige rioolinfrastructuur.
12 Zoals eerder vermeld, is het bestuurs- en financieringsmodel van waterschappen toereikend voor de beheersing van overstromingsrisico s. Dit model leent zich minder goed voor investeringen in en de exploitatie van afvalwaterzuiveringsdiensten. De waterschappen kunnen de zuiveringstaak blijven uitvoeren als het beheer- en financieringsmodel wordt toegesneden op wat voor dergelijke diensten nodig is. WEEG BIJ ELKE ORGANISATORISCHE AANPASSING VAN WATERTAKEN DE VOLGENDE DRIE PRINCIPES AF: De tot dusverre gevolgde benadering waarin waterschappen vrijwillig, op eigen initiatief de schaal van opereren aanpassen, is maatgevend om regionale differentiatie waar nodig mogelijk te maken. Mogelijke veranderingen van taken en verantwoordelijkheden in de toekomst, mochten deze nodig zijn, zouden voorafgaand aan een landelijke invoering eerst bij wijze van proef regionaal moeten worden getest (bijv. afvalwaterinzameling, grondwaterbeheer). Het stroomgebiedconcept, kostenterugwinning en de principes van integraal waterbeheer moeten hoe dan ook worden gerespecteerd. Verdergaande decentralisatie van het natuurbeleid kan de weg vrijmaken voor betere integratie van watertaken met natuurbeheer en biodiversiteit. Dit kan bijvoorbeeld door samenwerkingsplatforms, akkoorden en andere vrijwillige oplossingen. Dit zou echter ten koste kunnen gaan van doelen van de sector, op punten waar sprake is van significante speelruimte in het beleid en waar voorrang wordt gegeven aan economische kortetermijnbelangen. Bij besluiten tot reorganisatie moet een gedegen beoordeling van de eerder geboekte vooruitgang naar efficiëntiewinst bij overheden en de waterketen als uitgangspunt worden genomen. De monitoring van de uitvoering van het Bestuursakkoord Water van 2011 biedt een mogelijkheid om te bepalen of coördinatiemaatregelen en vrijwillige benaderingen bijdragen aan het benutten van schaal- en synergievoordelen. VERDUURZAMING VAN HET FINANCIERINGSYSTEEM MET HET OOG OP DE LANGE TERMIJN. Hoewel het huidige financieringssysteem diverse sterke punten kent, waaronder volledige kostenterugwinning voor de meeste waterdiensten, kan het OESO-kader voor het versterken van de financiering van watersysteembeheer handreikingen bieden. Ten eerste: degenen die vervuilen en degenen die profiteren van waterdiensten zouden daarnaar moeten betalen. Daarmee kunnen nieuwe financieringsbronnen aangeboord worden (bijv. projectontwikkelaars) en de aanspraak op publieke middelen verminderd worden. Ondanks de uitdagingen kan het beginsel de vervuiler betaalt vollediger toegepast worden op de diffuse vervuilingsbronnen, met name vanuit de landbouw. Economische instrumenten, zoals onttrekkingsheffingen of - belastingen, zouden gebruikt kunnen worden conform het profijtbeginsel. Sinds de afschaffing van de grondwaterbelasting van de rijksoverheid betalen waterleidingbedrijven (en drankenfabrikanten) alleen nog een provinciale belasting, die wel de kosten van het grondwaterbeheer dekt, maar
13 niet de milieukosten of opportunity costs die met het gebruik van deze hulpbron zijn gemoeid. Ten tweede: in verband met betaalbaarheid of mededinging speelt vaak billijkheid een rol als de waterrekeningen niet in verhouding staan tot de bestedingsruimte van gebruikers. In Nederland kan de toerekening van kosten op twee manieren eerlijker worden gemaakt: i) degenen die de maatschappij voor kosten stellen, moeten die kosten dragen; en ii) de gevolgen van het waterbeleid voor verschillende partijenmoeten grondig worden beoordeeld. De samenhang tussen beleidsvelden die van invloed zijn op de beschikbaarheid en kwaliteit van water en het overstromingsrisico (bijv. landbouw, ruimtelijke ordening) moeten worden versterkt (zie bijv. het bovengenoemde probleem van niet-doelmatige prikkels). Tot slot moet worden opgemerkt dat onduidelijk blijft welk effect regionale verschillen hebben op de financiële duurzaamheid van het waterbeheer op de lange termijn. Als krimpregio s niet de middelen hebben om de waterveiligheid op hun grondgebied te financieren, dan zal in de toekomst interregionale overdracht van financiële middelen mogelijkoverwogen moeten worden. RUIMTE VOOR NIET-TECHNISCHE INNOVATIE, MET NAME TEN AANZIEN VAN STEDELIJK WATERBEHEER. Twee zaken verdienen aandacht: Enerzijds is de Nederlandse industrie zeer bedreven in het ontwikkelen van nieuwe technologieën om waterrisico s aan te pakken en optimaal gebruik te maken van water als grondstof (waaronder gezuiverd afvalwater). Onduidelijk is echter hoe dit inventieve vermogen wordt ondersteund door een institutioneel kader (bijv. inkoopvoorschriften voor de publieke sector, watertoewijzingsregimes) dat de verspreiding en inzet van innovatie faciliteert. Institutionele en wettelijke kaders zouden kunnen worden onderzocht om vast te stellen hoe deze de invoering van innovatieve benaderingen bevorderen. Anderzijds zou niet-technische innovatie (bijv. bedrijfsmodellen voor waterleidingbedrijven) systematischer bekeken kunnen worden. Er zijn bijvoorbeeld mogelijkheden om zonder bouwwerkzaamheden de veerkracht van stedelijke omgevingen te vergroten door limieten vast te stellen voor de afvoer van regenwater. Daaruit kunnen mogelijkheden ontstaan voor andere bedrijfstakken die niet direct bij het waterbeleid betrokken zijn, zoals architecten, stedenbouwkundigen, projectontwikkelaars, bouwondernemingen, etc. Ook hier geldt dat institutionele en wettelijke kaders met dat doel voor ogen zouden kunnen worden onderzocht.
14 Lees verder OECD (2014), Water Governance in the Netherlands: Fit for the Future?, OECD Studies on Water, OECD Publishing. doi: / en OECD (2013), Making Water Reform Happen in Mexico, OECD Studies on Water, OECD Publishing. doi: / en OECD (2013), Water Security for Better Lives, OECD Studies on Water, OECD Publishing. doi: / en OECD (2013), Water and Climate Change Adaptation: Policies to Navigate Uncharted Waters, OECD Studies on Water, OECD Publishing, Paris, doi: / en. OECD (2012), Water Governance in Latin America and the Caribbean: A Multi-level Approach, OECD Studies on Water, OECD Publishing. doi: / en. OECD (2012c), Meeting the Water Reform Challenge, OECD Studies on Water, OECD Publishing. doi: / en. OECD (2011),Water Governance in OECD Countries: A Multi-level Approach, OECD Studies on Water, OECD Publishing. doi: / en.
15 Bijlage 1 > Retouradres Postbus EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg JG Den Haag Postbus EX Den Haag T F Ons kenmerk IENM/BSK-2013/43304 Bijlage(n) Datum Betreft Beleidsreactie OESO rapport Nederlands Waterbeleid Versie Stuurgroep Water Geachte voorzitter, Hierbij treft u mijn reactie aan op het rapport Water Governance in the Netherlands: Fit for the future?, opgesteld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), dat ik op 17 maart 2014 in ontvangst heb mogen nemen. Samen met de Unie van Waterschappen heb ik opdracht gegeven voor deze studie. De OESO is gevraagd om met een frisse onafhankelijke blik van buiten te onderzoeken welke ontwikkelingen van invloed zijn op het Nederlandse waterbeheer, welke risico s Nederland in de toekomst kan verwachten en te toetsen of Nederland hier voldoende op is voorbereid. De OESO voerde dit onderzoek uit samen met toonaangevende experts uit de internationale waterwereld door middel van een beleidsdialoog, waarbij zij spraken met diverse stakeholders uit het waterdomein in Nederland. De OESO oordeelt positief over het waterbeheer in Nederland. Zij concludeert dat Nederland gezien wordt als een mondiale referentie op het gebied van waterbeheer, tegen relatief lage kosten, namelijk 1.26% van het bruto nationaal product. Dit zijn kosten voor zowel waterkwaliteit, waterkwantiteit, waterveiligheid en drinkwatervoorziening. De OESO benadrukt dat waterbeheer een zaak van nationaal belang is voor Nederland, maar dat Nederlanders zich hier niet altijd bewust van zijn. Doordat we onze dijken, duinen en dammen goed onderhouden voorkomen we overstromingen. Door integraal waterbeheer kunnen we blijven wonen in gebieden die anders onder water zouden komen te staan. Dit waterbeleid heeft bijgedragen aan onze economische ontwikkeling, namelijk door de condities te scheppen voor een dichtbevolkte Randstad, de grootste Europese haven, hoogwaardige landbouw en een toonaangevende waterindustrie. Een verfijnde infrastructuur is ontwikkeld en onderhouden via een bijzonder systeem van waterbeheer, waarin functionele besturen (de waterschappen, die stammen uit de 13e eeuw) samenwerken met de centrale, provinciale en lokale overheden. Stakeholders werken goed samen via het zogenaamde 'poldermodel, waarmee zij een gecoördineerde, op consensus gebaseerde besluitvorming bereiken, die nodig Pagina 1 van 9
16 is omdat het water zich niet aan grenzen stoort. De OESO oordeelt positief over de organisatie van het Nederlandse waterbeleid. De bevindingen van de OESO geven dan ook geen directe aanleiding om bestuurlijke of organisatorische veranderingen in het waterbeheer te bepleiten. Mijn collega van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft onlangs ook aan uw Kamer 1 gemeld dat de prioriteit deze kabinetsperiode uitgaat naar de vorming van landsdelen en dat er geen initiatief zal worden genomen tot het opschalen van waterschappen of het samenvoegen van de waterschappen met de landsdelen. Desalniettemin kunnen waterschappen zelf bezien waar opschaling interessant is in het kader van doelmatig bestuur. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2013/ Ik heb de ambitie dat Nederland in 2050 nog steeds mondiale referentie op het gebied van waterbeheer is. Dit betekent dat we moeten blijven nadenken over de toekomst, investeren in vernieuwende en aansprekende oplossingen en dat we open staan voor verandering. Nederland heeft met acht eeuwen kennis en ervaring een goede reputatie opgebouwd. Deze Nederlandse reputatie creëert kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven dat ook internationaal zeer actief is. Zo is de export van de watersector de afgelopen jaren gestegen van 4,5 mld in 2001 naar 7,4 mld in Mijn doel is onze positie te behouden en verder uit te bouwen. Vernieuwing is daarbij cruciaal. Daarbij vind ik dat landen de maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben hun kennis wereldwijd te delen om de effecten van watergerelateerde rampen tegen te gaan. De OESO benoemt in haar rapport een aantal uitdagingen voor het Nederlands waterbeleid en doet aanbevelingen hoe daar mee om te gaan. In deze brief geef ik een reactie op een aantal aanbevelingen waarmee ik aan de slag ga. Aan het einde van deze brief ga ik in op de toezeggingen die ik aan uw Kamer heb gedaan in mijn brief over het Waterketentarief van 16 mei Waterbewustzijn De OESO constateert een gebrek aan waterbewustzijn onder Nederlanders. Mensen zijn zich niet bewust van wat er allemaal bij komt kijken om dit land droog en bewoonbaar te houden, dat er wel degelijk risico s zijn op overstromingen en wat er voor nodig is om dit te voorkomen en de gevolgen ervan te beperken en welke inspanning het kost om hun drinkwater te produceren van het kwaliteitsniveau dat ze vanzelfsprekend vinden. Ook over mogelijkheden voor evacuatie is weinig kennis. De OESO geeft aan dat dit tot verminderd draagvlak kan leiden, zeker als de noodzakelijke investeringen en budgetten onder druk staan. Door het succesvolle waterbeleid kan juist de politieke aandacht verminderen. In de eerste plaats wil ik recente gebeurtenissen in onze buurlanden noemen. De overvloedige regenval heeft in zowel Duitsland, als ook Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk (Somerset) geleid tot overstromingen en langdurige problemen. Met omvangrijke schade en economische effecten. Deze voorbeelden uit het buitenland 1 Plenaire vergadering Tweede Kamer, 17 oktober 2013, behandeling wetsvoorstel Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke indeling wordt beoogd (33681) 2 Op basis van voorlopige cijfers. Pagina 2 van 9
17 laten zien dat het altijd een keer mis kan gaan en dat het uitblijven van overstromingen niet vanzelfsprekend is. Daarom is doorlopend aandacht nodig voor het op orde houden van het watersysteem, naast de zorg voor de primaire veiligheidsinfrastructuur. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2013/ De bevinding van de OESO dat Nederlanders zich nauwelijks bewust zijn van het belang van water is al eerder inhoudelijk aan de orde geweest in de Tweede Kamer. Ongeveer 60% van ons land zou regelmatig onder water staan als er geen waterkeringen zouden zijn. In dit gebied wonen 9 miljoen mensen en wordt 70% van ons BNP verdiend. Overstromingen kunnen leiden tot grote aantallen slachtoffers en tot grote economische schade. Daar zijn we ons niet voldoende van bewust. We zijn weliswaar goed beschermd, maar honderd procent veiligheid bestaat niet. In het Deltaprogramma wordt daarom het waterveiligheidsbeleid verbreed. Ten eerste wordt er gewerkt aan nieuwe eisen voor dijken, duinen en dammen. Dit zal landen in de Deltabeslissing Waterveiligheid. Ten tweede wordt ruimte en water beter verbonden, zodat bij het aanpakken van de waterveiligheidsopgave ook ruimtelijke oplossingsstrategieën kunnen worden benut alsook dat de ruimte in het dichtbevolkte Nederland zodanig ingericht wordt, dat de kans op en de gevolgen van een overstroming beperkt blijven. Dit zal landen in de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie. Deze Deltabeslissingen worden op Prinsjesdag 2014 aangeboden aan het parlement. Ten derde tref ik voorbereidingen op situaties waarin het tóch misgaat. Samen met het ministerie van Veiligheid en Justitie, de waterschappen, de provincies, de veiligheidsregio s en de crisisorganisatie van Rijkswaterstaat werk ik aan de implementatie van een landelijke en regionale evacuatiestrategie. Alle Nederlanders moeten weten wat ze moeten doen als het toch mis gaat, hoe klein die kans ook is. Met de partners van het Bestuursakkoord Water wordt ook hard gewerkt aan een nieuwe aanpak voor publiekscommunicatie. Deze communicatieaanpak heeft tot doel het waterbewustzijn te vergroten, de noodzaak tot nieuwe maatregelen en ingrepen begrijpelijk te maken en om de betrokkenheid en het eigen handelingsperspectief van burgers te versterken. De strategie en aanpak zijn nieuw. Geen massamediale campagne, maar maatwerk dat uitgaat van het perspectief van de burgers en aansluit op de beleving van mensen in hun eigen leefomgeving en van daaruit de relatie legt met de opgaven voor Nederland. Daarbij is ruimte voor uiteenlopende onderwerpen, zoals waterveiligheid, waterkwaliteit en drinkwater. Informatie en tips worden op een online platform op postcodeniveau beschikbaar gesteld. In het voorjaar van 2014 gaat de nieuwe publiekscommunicatie in de eerste paar regio s van start. Zo wordt de communicatie opgebouwd naar een landelijk niveau in het najaar van 2014, als de Deltabeslissingen worden gepresenteerd. Naast communicatie zijn er andere manieren om het waterbewustzijn van Nederlanders te versterken. Zo wordt er in de topsector water gewerkt aan het versterken van waterbewustzijn door middel van educatie. Onder het kopje kennisinfrastructuur ga ik hier verder op in. Toekomstbestendige en duurzame financiering Het OESO-rapport constateert dat het Nederlandse waterbeheer een stabiele financiële structuur kent. Voor de lange termijn zijn er echter een aantal uitdagingen om ons bekostigingssysteem duurzaam en toekomstbestendig te maken. De Pagina 3 van 9
18 economische prikkels om efficiënt om te gaan met te veel, te weinig en te vervuild water zouden in Nederland volgens de OESO versterkt kunnen worden. Met name de economische prikkels om vervuiling van water te verminderen worden als zwak bestempeld, ook al zijn er tal van maatregelen getroffen om vervuiling door diffuse bronnen waaronder de landbouw aan te pakken. De OESO waarschuwt verder dat de toenemende onevenwichtigheid tussen groei en krimpregio s de financiële houdbaarheid van watermanagement op de lange termijn negatief kan beïnvloeden. De verwachting is dat deze regionale verschillen zullen toenemen, als gevolg van ondermeer demografische en economische ontwikkelingen. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2013/ Het Nederlandse waterbeheer kent een stabiele financiële structuur. De partners van het Bestuursakkoord Water staan hiervoor aan de basis. Daarnaast hebben we, om ons voor te bereiden op toekomstige uitdagingen, als enige land ter wereld een Deltacommissaris en een Deltafonds ingesteld. Het rapport is voor mij aanleiding om het gesignaleerde bekostigingsvraagstuk nader te verkennen met alle Bestuursakkoord Water partners. Als eerste stap wil ik met betrokkenen een discussie voeren over ons waterbeheer op de lange termijn en de financiering daarvan. Deze discussie wil ik dit jaar samen met de partners voorbereiden en vaststellen waar de uitdagingen op termijn precies liggen en waar eventueel nog aanvullend onderzoek nodig is. Daarbij wil ik de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) betrekken. Voor de sector landbouw, die volgens de OESO ook te weinig voor het waterbeheer betaalt, betrek ik daarbij de afspraken en resultaten van het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW), alsmede de inspanningen van de landbouwsector in het kader van het 5 de Actieprogramma Nitraat en Duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen. Aanvullend onderzoek is in ieder geval noodzakelijk voor wat betreft duurzame financiering van de krimpregio s. Voor wat betreft de aanbevelingen van de OESO in relatie tot te weinig water wil ik het vervolg op de Deltabeslissing Zoetwater betrekken. Als algemene richting voor de discussie steun ik daarbij het principe dat degenen die profijt hebben of ingrepen doen die effect hebben op het waterbeheer (zoals bijvoorbeeld de landbouw) ook de daarbij behorende kosten dragen (gebruiker/vervuiler betaalt principe) en daaruit voortvloeiend om de bekostiging zoveel mogelijk decentraal te beleggen, waar dit efficiënt is. Relatie water, landgebruik en ruimtelijke ordening De OESO geeft aan dat de samenhang tussen water, landgebruik en ruimtelijke ordening versterkt zou moeten worden. Bij ruimtelijke ontwikkelingen worden consequenties voor het waterbeleid volgens de OESO vaak onvoldoende meegewogen. Voorbeelden hiervan zijn ontwikkelingen op locaties die vanuit waterveiligheid of vanuit het functioneren van het watersysteem bezien zeer ongewenst zijn. Dit heeft volgens de OESO extra kosten voor het waterbeheer tot gevolg. Ik onderschrijf het belang van een goede afstemming tussen water, landgebruik en ruimtelijke ontwikkelingen waar de OESO op wijst. Ik heb in de aprilbrief 3 over waterveiligheid reeds aangekondigd dat ik vind dat we meer integraal en gebiedsgericht moeten gaan werken en een betere verbinding moeten leggen tussen water en de ruimtelijke ordening. Ook in het koppelen van projecten voor water- en natuuropgaven liggen kansen om synergiewinst te boeken. Om dit te bereiken heb 3 d.d. 26 april 2013, Tweede Kamer, vergaderjaar , 33400, nr. 19 Pagina 4 van 9
19 ik bijvoorbeeld de wateropgaven vanaf 2013 meegenomen in de MIRTgebiedsagenda s (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport). Deze MIRT-gebiedsagenda s vormen de gemeenschappelijke basis voor de samenwerking van Rijk en regio op het terrein van mobiliteit, ruimte, natuur, verstedelijking en water. Behalve een overkoepelende visie op het gebied, worden ook de belangrijkste opgaven opgenomen en de projecten en programma s die hierin passen. Tevens wordt inzichtelijk gemaakt hoe deze bijdragen aan de integrale ontwikkeling van het gebied. Beseffende dat het ruimtelijk en natuurbeleid recentelijk is gedecentraliseerd, wil ik de aanbeveling van de OESO volgen om in gesprek met de Bestuursakkoord Water partners na te gaan hoe de beleidscoherentie verder versterkt kan worden. Ons waterbeheer komt immers tot stand in een multi-level governance systeem, waarbij ieders resultaten medeafhankelijk zijn van het presteren van andere partijen. Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk IENM/BSK-2013/ Daarnaast wordt er binnen het Deltaprogramma gewerkt aan de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie. De kwetsbaarheid van ons land voor de gevolgen van overstromingen en extreem weer (met wateroverlast, hitte, droogte als gevolg) neemt de komende decennia waarschijnlijk toe. Dit komt door verdergaande verstedelijking en de verwachte klimaatverandering. De kwaliteit van onze leefomgeving kan hierdoor worden aangetast. Met de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie anticiperen de gezamenlijke overheden op deze veranderingen en werken ze toe naar een samenhangende aanpak. Deze aanpak beoogt ruimtelijk beleid meer waterrobuust en klimaatbestendig te maken. De precieze formulering en verankering hiervan wordt de komende maanden door de verschillende overheden gezamenlijk uitgewerkt en aan het kabinet als advies aangeboden. Vervolgens geeft het Kabinet daar op Prinsjesdag een Kabinetsreactie op. Tot slot beoog ik met de Omgevingswet een samenhangende benadering te bewerkstelligen in beleid, besluitvorming en regelgeving. De verbinding tussen ruimte en water is daar een goed voorbeeld van. Kennisinfrastructuur De OESO constateert dat Nederland bekend staat om haar expertise in het waterbeheer en de vele wetenschappelijke en professionele organisaties die actief zijn op dit terrein. Deze organisaties leveren vernieuwende concepten op. De aansluiting tussen wetenschap en uitvoering is volgens de OESO echter onvoldoende. Het zou volgens de OESO daarom goed zijn deze lacunes in kennis, menselijk kapitaal, technologie en andere competenties om duurzaam, efficiënt en effectief waterbeleid te ontwikkelen en te implementeren goed te beoordelen. Zeker gezien het verwachte tekort van waterprofessionals in de komende tien jaar. Het voorziene tekort aan waterprofessionals baart mij zorgen. In het kader van de uitvoering van de human capital agenda van de topsector water werken publieke en private waterwerkgevers samen met onderwijsinstellingen, om het imago van de sector te versterken en de instroom in watergerelateerde vervolgopleidingen te vergroten. Interesse wekken voor een watergerelateerde vervolgopleiding begint op jonge leeftijd. Een voedingsbodem hiervoor kan worden gelegd door ondermeer gastlessen door professionals, excursies en practica. Hier ligt vanzelfsprekend eveneens een koppeling met het vergroten van waterbewustzijn onder jongeren. Pagina 5 van 9
WATERBEHEER IN NEDERLAND Klaar voor de toekomst?
Conclusies en aanbevelingen WATERBEHEER IN NEDERLAND Klaar voor de toekomst? Lancering door Plaatsvervangend-Secretaris-Generaal van de OESO, Yves Leterme Ministerie van Infrastructuur en Milieu 17 maart
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 28 966 Waterketen Nr. 27 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieVoorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie
Voorstellen Waterschap Hollandse Delta John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie Waterschap Hollandse Delta Dynamiek in de Delta [2] Inhoud De taken van het waterschap De dynamiek in de tijd Een dynamische
Nadere informatieWaterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta
Waterschap Hollandse Delta dynamiek in de delta Inhoud De dynamiek in de tijd Een dynamische ruimte De opgaven nu en voor de toekomst Water besturen Functionele overheid Algemeen belang en specifiek belang
Nadere informatieHet verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE
Het verbinden van water en MIRT VAN WENS NAAR MEERWAARDE Rond het verbinden van water en ruimte zijn al veel stappen gezet. In het kader van de Vernieuwing van het MIRT is door Rijk, provincies en waterschappen
Nadere informatieKlimaatverandering. Een brede maatschappelijke opgave. Kasper Spaan
Klimaatverandering Een brede maatschappelijke opgave Kasper Spaan Water governance 2015 1 Nationale overheid 10 Drinkwaterbedrijven 12 Provincieën 24 Waterschappen 393 Gemeenten Ruimtelijke adaptatie Gemeente
Nadere informatieDeltabeslissing Ruimtelijke adaptatie
Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Een goede kwaliteit van de leefomgeving is een basisvoorwaarde voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat
Nadere informatieVoortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen
Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2015 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder
Nadere informatieDeltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af. Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014
Deltaprogramma: het werk aan onze delta is nooit af Katja Portegies Staf Deltacommissaris 11 juni 2014 1 Tot 6.70 m. onder zeeniveau 60% overstroombaar gebied, daar wonen ongeveer 9 miljoen mensen met
Nadere informatieKostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten
Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel
Nadere informatieKlimaatbestendige ontwikkeling van Nederland. Is het rijk aan zet? Willem Ligtvoet, 19 april 2011
Klimaatbestendige ontwikkeling van Nederland Is het rijk aan zet? 1 Voorstudie PBL (2009) Speerpunten klimaatbestendige ruimtelijke ontwikkeling: 1. Waterveiligheid 2. Zoetwatervoorziening 3. Klimaatbestendige
Nadere informatieVoortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen
Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2016 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX DEN HAAG T 070-456 00 00 F 070-456 11 11 Datum 4 september 2018 Onderwerp
Nadere informatieDeltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid. Waterveiligheid buitendijks
Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering en Veiligheid Waterveiligheid buitendijks In ons land wonen ruim 100.000 mensen buitendijks langs de rivieren, de grote meren en de kust. Zij wonen aan de waterzijde
Nadere informatieVerklaring van Hoog & Droog
Verklaring van Hoog & Droog Aangenomen bij acclamatie op woensdag 6 juni bij Burgers Zoo te Arnhem Over de andere kant van de Delta Verklaring van Hoog & Droog Conclusies en adviezen geformuleerd tijdens
Nadere informatiede voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieHet Deltaprogramma. Nederland op orde: vandaag en morgen. Wim Kuijken / Bart Parmet. 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag
Het Deltaprogramma Nederland op orde: vandaag en morgen Wim Kuijken / Bart Parmet 7 december 2012 KNAG-Onderwijsdag Het Deltaprogramma Nationaal programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening 2
Nadere informatieDeltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering. Intentieverklaring
Deltaprogramma Nieuwbouw en herstructurering Intentieverklaring Deltawet (2011) Deltaprogramma met deelprogramma s Deltafonds Een pot geld Deltacommissaris Wim Kuijken Deltabeslissingen Deltaprogramma
Nadere informatiePerspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid. Jaar van de Ruimte VvG congres 12 november Nathalie Harrems
Perspectief op de nationale omgevingsvisie en grondbeleid Jaar van de Ruimte 2015 VvG congres 12 november 2014 Nathalie Harrems Directie Ruimtelijke Ontwikkeling Wat is er aan de hand? Tijdperk van de
Nadere informatieIenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving
IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving 16 september 2014-15:25 Het ministerie van Infrastructuur en Milieu besteedt in 2015 9,2 miljard euro aan een gezond, duurzaam
Nadere informatieBijlage Beleidsreactie beleidsdoorlichting artikel 11 van Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting.
Bijlage Beleidsreactie beleidsdoorlichting artikel 11 van Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting. De beleidsdoorlichting is uitgevoerd door Berenschot. Dhr. Dr. A. van Buuren van de Erasmus Universiteit Rotterdam
Nadere informatieVeiligheid primaire waterkeringen,
Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met de Verlengde derde toetsing
Nadere informatieSamen werken aan goed openbaar bestuur
Samen werken aan goed openbaar bestuur SAMEN WERKEN AAN GOED OPENBAAR BESTUUR Gemeenten, provincies, waterschappen, het Rijk, de EU en hun samenwerkingsverbanden vormen samen het openbaar bestuur in ons
Nadere informatieE u r o p e e s w a t e r b e l e i d N a t i o n a a l W a t e r b e l e i d
B i j l a g e 1 : Beleidskader water Europees waterbeleid Kaderrichtlijn Water (KRW) De kaderrichtlijn Water richt zich op de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater.
Nadere informatieDeltabeslissing Waterveiligheid
Deltaprogramma Waterveiligheid Deltabeslissing Waterveiligheid Het Deltaprogramma: een nieuwe aanpak Onze huidige dijknormen dateren grotendeels uit de jaren zestig. Ze zijn opgesteld na de Watersnoodramp
Nadere informatieBusinesscase Van Deltadialoog naar Deltaplan naar Deltabusiness
Businesscase Van Deltadialoog naar Deltaplan naar Deltabusiness Van Deltadialoog naar Deltaplan naar Deltabusiness Een businesscase voor overheid, kenniswereld en bedrijfsleven om de Nederlandse state
Nadere informatieWAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?
WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS? Driekwart van de buitenlandse besluitvormers vindt dat Frankrijk een aantrekkelijke bestemming is voor investeringen (74%, toename van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 31 142 Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK
Nadere informatieDeltaprogramma. De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden. Onze delta. Uitdagingen. Kern Deltaprogramma
Deltaprogramma De programmatische aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden Bart Parmet 5 februari 2015 1 Onze delta 60% overstroombaar, 9 miljoen mensen, 2/3e BNP, 16% economie afh. zoetwater Uitdagingen
Nadere informatieDeltaprogramma 2014. Bijlage F. Bestuurlijke Planning DP2015
Deltaprogramma 2014 Bijlage F Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F Bestuurlijke Planning DP2015 Deltaprogramma 2014 Bijlage F 2 Bestuurlijke planning In deze bijlage is de bestuurlijke
Nadere informatieMinisterie van Infrastructuur en Milieu
> Retouradres Postbus 20904 2500 EX Den Haag Adviescommissie Water Z.K.H. de Prins van Oranje pla secretariaat van de Adviescommissie Water Postbus 20904 2500 EX Den Haag Directoraat-Generaal Ruimte en
Nadere informatieDe klimaatbestendige stad: hoe doe je dat?
De klimaatbestendige stad: hoe doe je dat? De klimaatbestendige stad Klimaatadaptatie van stedelijk gebied staat sinds kort prominent op de publieke agenda. Op Prinsjes dag heeft het kabinet de Deltabeslissing
Nadere informatieVoortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen
Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2017 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over onder andere
Nadere informatieeen veelzijdige aak Stansvorm
S c h o o n d r i n k w at e r een veelzijdige aak Stansvorm Schoon drinkwater, een veelzijdige taak Oppervlaktewater speelt een belangrijke rol in vele economische en maatschappelijke facetten van onze
Nadere informatieWaarom is het plan dat de Unie van Waterschappen nu voorlegt aan de staatssecretaris een deugdelijk en goed plan voor het toekomstig waterbeheer?
Nederland waterland, Nederland waterschapsland Kernboodschap De waterschappen zijn gericht op de toekomst. Daarom hebben zij in het licht van de klimaatverandering en de economische crisis een plan gemaakt
Nadere informatieMANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND
MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND WERK ALS ÉÉN OVERHEID De fysieke en sociale leefomgeving van Nederland gaan de komende decennia ingrijpend veranderen. Transities in de energievoorziening, de landbouw,
Nadere informatieWATER8C MO. 2014.21608
Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Retouradres Postbus 20906 2500 EX Den Haag Waterschap Peel en Maasvallei Dijkgraaf mr. A.M.G. Gresel Postbus 3390 5902 RĴ Venlo WATER8C MO. 2014.21608
Nadere informatieProvinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64
Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een
Nadere informatieSamenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen
Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 3 Samenwerkingsovereenkomst
Nadere informatieWaterafhankelijke economie
Waterafhankelijke economie Waterafhankelijke economie Waterafhankelijke economie Waterafhankelijke economie Waterafhankelijke economie Waterafhankelijke economie Industrie en Water Chemie Raffinaderijen
Nadere informatieEuropese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart
Europese richtlijn overstromingsrisico s (ROR) Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart Europese richtlijn overstromingsrisico s Overstromingsrisico s in plannen en op de kaart Richtlijn overstromingsrisico
Nadere informatieagendapunt 04.B.07 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN
agendapunt 04.B.07 1253828 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN Voorstel Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water 06-09-2016 Langetermijnvisie
Nadere informatieWater nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de
KRW De Europese Kaderrichtlijn water Een grote kans voor de verbetering van de waterkwaliteit en daarmee ook voor de drinkwatervoorziening. Water nu en... Vereniging van Waterbedrijven in Nederand KRW
Nadere informatieBESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN
BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en
Nadere informatieKlimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)
Agenda Stad Concernstaf CSADV Stadhuis Grote Kerkplein 15 Postbus 538 8000 AM Zwolle Telefoon (038) 498 2092 www.zwolle.nl Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta) Hoe houden we onze delta leefbaar
Nadere informatieBoodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010
Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010 Belgisch voorzitterschap van de Europese Unie: Conferentie over Biodiversiteit in een veranderende wereld 8-9 september 2010 Internationaal Conventiecentrum
Nadere informatieAANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2018 C(2018) 1650 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 21.3.2018 betreffende de vennootschapsbelasting op een aanmerkelijke digitale aanwezigheid NL NL AANBEVELING VAN
Nadere informatieSamen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept
Samen Ontwikkelen Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept Samen Ontwikkelen 2. Water Bodem & Gebruik 3. Het Groene Hart, met zijn veenweiden, Over de realisatie van
Nadere informatieDe economische betekenis van waterschappen. mr.drs. Peter C.G. Glas Voorzitter Unie van Waterschappen 5 september 2013
De economische betekenis van waterschappen mr.drs. Peter C.G. Glas Voorzitter Unie van Waterschappen 5 september 2013 1 Gefeliciteerd! 2 opzet Waterschappen en ons land Strijd tegen het water Deltaplan
Nadere informatieSUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS. Watercircle 19/02/ 19
SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS Watercircle 19/02/ 19 2 4 IN Organisatie OUT Maatschappij 2030 2019 AMS, Uantwerpen, Louvain School of Management, SDG Barometer (2018) Mensen (people) Fundamentele mensenrechten
Nadere informatieKlimaatadaptatie. Charles Aangenendt
Klimaatadaptatie Charles Aangenendt Adaptatie Ruimte en Klimaat 2006: start Nationaal Programma Adaptatie Ruimte en Klimaat (ARK) Doel: klimaatbestendig maken van ruimtelijke inrichting lange termijn:
Nadere informatieDe prijs van het Nederlandse waterbeheer
De prijs van het Nederlandse waterbeheer Sas Terpstra Simon Troost Amersfoort 22 september 2015 De huidige financiering wat kost het waterbeheer? miljard De prijs van het Nederlandse waterbeheer 22 september
Nadere informatieBouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)
Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld
Nadere informatie1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen. Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen
1 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Samenwerking in de Rotterdamse afvalwaterketen 2 Samenwerkingsovereenkomst Rotterdamse afvalwaterketen Bestuurlijke overeenkomst voor Samenwerking
Nadere informatieDeltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening
Deltaprogramma Het nationale programma voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening 2 e bestuurlijke consultatieronde Deltaprogramma: Hoe houden we de delta veilig en zorgen we voor voldoende zoetwater?
Nadere informatieINFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012
INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012 1. Wat houdt de Impuls Lokaal Bodembeheer in? De Impuls Lokaal Bodembeheer (ILB) is een impulsregeling vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M).
Nadere informatieEIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa
EIR 2019: Selectie van de belangrijkste feiten over de stand van de uitvoering van de milieuwetgeving in Europa DEFINITIE, DOELSTELLINGEN EN VOORDELEN VAN EIR De Evaluatie uitvoering milieubeleid (EIR)
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) Nummer Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland.
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d.) 3 april 2012) Nummer 2644 Onderwerp Hoogheemraadschap van Delfland. Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller De
Nadere informatieWAT WIJ WILLEN MET WATER
WAT WIJ WILLEN MET WATER Programma 2015-2019 voor de waterschapsverkiezingen Waterschap Amstel Gooi en Vecht Wij willen droge voeten houden als het heeft gestortregend. Maar wij willen ook, dat in droge
Nadere informatieOndergrondse opslag. Kansen en dilemma s
Ondergrondse opslag Kansen en dilemma s Nut en noodzaak? 2 Historisch perspectief Aanname alles is optimaal geregeld, water volgt functie; Nu voldoende water door externe aanvoer; Weinig urgentie voor
Nadere informatieVigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen
B i j l a g e 2 : G e l d e n d w a t e r b e l e i d Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen Inhoudsopgave Vigerend beleid voor ruimtelijke onderbouwingen 1 Inhoudsopgave 1 1 Europees Waterbeleid
Nadere informatieGeachte heer/mevrouw,
Van: Aan: Onderwerp: Brief gemeente Utrechtse Heuvelrug met zienswijze Noordvleugelprovincie Datum: dinsdag, 1 oktober 2013 14:05:40 Bijlagen: Verzonden brief UH met Zienswijze Noordvleugelprovincie.pdf
Nadere informatieDelta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater. Emissiesymposium 6 april 2017
Delta-aanpak Waterkwaliteit en Zoetwater Emissiesymposium 6 april 2017 1 Ministerie van 11 april Infrastructuur 2017 en Milieu Waarom een Delta-aanpak? Waterkwaliteit is verbeterd, maar nog niet voldoende
Nadere informatieWater in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren
Water in Tiel Waterbeleid Tiel en Waterschap Rivierenland Water en Nederland zijn onafscheidelijk. Eigenlijk geldt hetzelfde voor water en Tiel, met de ligging langs de Waal, het Amsterdam Rijnkanaal en
Nadere informatieADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan
ADVIES KLANKBORDGROEP RIJN- WEST AAN REGIONAAL BESTUURLIJK OVERLEG inzake opzet en inhoud gebiedsprocessen, op weg naar 2e Stroomgebiedbeheerplan Inleiding Het RBO Rijn- West heeft procesafspraken gemaakt
Nadere informatieVeilig, Verantwoordelijll, VVD!
Veilig, Verantwoordelijll, VVD! Verkiezingsprogramma Waterschap Zuiderzeeland 2019-2023 Waterschap 2019-2023 Veilig, Verantwoordelijk, Doelmatig, VVD! De wereld om ons heen verandert, dus ook die van het
Nadere informatieKlimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE
Klimaatakkoord Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE BETREFT Procesbrief Klimaatakkoord DEN HAAG ONS KENMERK 5 oktober 2018 18.34838
Nadere informatieWater in Bebouwd gebied
Presentatie 20-06 - 2007 1 Water in Bebouwd gebied (relatie gemeente en waterschap) Judith Calmeyer Meijburg-Van Reekum Wat wil ik u vertellen? 2 Status Quo Aa en Maas De stip op de horizon Voorbeeld Geerpark
Nadere informatieBESTUURS AKKOORD KLIMAAT. ADAPTATIE 20 november Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3
BESTUURS AKKOORD KLIMAAT ADAPTATIE 20 november 2018 Bestuursakkoord klimaatadaptatie 3 7 ambities voor een waterrobuuste en klimaatbestendige inrichting van Nederland Kwetsbaarheid in beeld brengen Uitvoeringsagenda
Nadere informatieProject ZON. Hoofdvraag. Uitvoering. Regionale afstemming op en inbreng Deltaprogramma. Samenwerking met regio Zuid
Project ZON Hoofdvraag huidige droogte situatie (2010) gevolgen van de klimaatverandering (2050) zinvolle maatregelen Uitvoering gebied Regio-Oost aansturing vanuit RBO projectgroep Regionale afstemming
Nadere informatieWater verbindt Bestuursakkoord Waterschap Rijn en IJssel
Water verbindt Bestuursakkoord Waterschap Rijn en IJssel 2015 2019 Water verbindt Bestuursakkoord Waterschap Rijn en IJssel 2015 2019 Inleiding Water is voor iedereen van levensbelang. We staan er misschien
Nadere informatieWatersysteem van de Toekomst: vervolg debat-diner
Memo Aan deelnemers diner-debat Eye Kopie aan Contactpersoon Rik van Terwisga Datum 8 januari 2015 Onderwerp Vervolg Debat-diner "Watersysteem van de Toekomst" Watersysteem van de Toekomst: vervolg
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieVerkennende Impactanalyse
Verkennende Impactanalyse Aanleiding onderzoek Onderzoek onder: Provincies Gemeenten Omgevingsdiensten Waterschappen Rijk Bedrijfsleven Verkennen hoe organisaties de impact van de Omgevingswet en AMvB
Nadere informatieSamenwerking in de waterketen Het landelijk kernteam samenwaw. Ruud van Esch
Samenwerking in de waterketen Het landelijk kernteam samenwaw Ruud van Esch Lid kernteam samenwerking waterketen namens UvW Beleidsadviseur waterketen en circulaire economie Inhoud presentatie Bestuursakkoord
Nadere informatieDatum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma
Nadere informatieDe gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in vergadering bijeen op 28 februari 2013.
Utrechtse Heuvelrug Utrechtse Heuvelrug Motie Provinciale herindeling De gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in vergadering bijeen op 28 februari 2013. Overwegende dat: De Minister van Binnenlandse
Nadere informatieWater is onmisbaar! actieve mkb/kmo s. Dankzij EU-beleid meer banen en groei in de watersector. JOUW MENING TELT EN JOUW ACTIES OOK
Dankzij EU-beleid meer banen en groei in de watersector. 9 000 actieve mkb/kmo s bijna 500 000 banen JOUW MENING TELT Met het waterbeleid en de maatregelen van de EU krijgt iedereen inspraak door middel
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieBeleidsdoorlichting Luchtvaart. Verslag onafhankelijke deskundige
Beleidsdoorlichting Luchtvaart Verslag onafhankelijke deskundige In opdracht van: Decisio BV 17 augustus 2017 Aanleiding In de offerte-uitvraag voor het uitvoeren van de Beleidsdoorlichting Luchtvaart
Nadere informatieVoortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BA
Voortgang en resultaat regionale uitwerking Bestuursakkoord Water, onderdeel waterketen Stand van zaken voorjaar 2019 In het Bestuursakkoord Water (BAW) van mei 2011 zijn afspraken gemaakt over het vergroten
Nadere informatieMeer waarde creëren. Assetmanagement op maat
Meer waarde creëren Assetmanagement op maat Zo maken wij assetmanagement toepasbaar Met de toolbox Zeven bouwstenen van professioneel assetmanagement maken we de ISO55000 toepasbaar voor u. Belanghebbenden
Nadere informatieBijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieWAT ZIJN GEVOLGEN VAN DELTAPROGRAMMA...T
4 DELTAPROGRAMMA...T Tekst Dorine van Kesteren Beeld istockphoto WAT ZIJN GEVOLGEN VAN HET Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet een nieuw Deltaprogramma om Nederland te beschermen tegen hoogwater en
Nadere informatieHet Vlaams adaptatiebeleid, naar Griet Verstraeten Departement Omgeving. Symposium Ecosysteemdiensten in Vlaanderen 4 februari 2019
Het Vlaams adaptatiebeleid, naar 2030 Griet Verstraeten Departement Omgeving Symposium Ecosysteemdiensten in Vlaanderen 4 februari 2019 Leiegardens 2014, Your Estate Solution Vlaams Adaptatieplan 2021-2030
Nadere informatieDeltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak
Samenvating Plan van Aanpak Deelprogramma Rivieren In de afgelopen eeuwen hebben de rivieren steeds minder ruimte gekregen, omdat we ruimte nodig hadden voor wonen, werken en recreëren. Rivieren zijn bedijkt,
Nadere informatieDe veranderende positie van de nationale ruimtelijke ordening in Nederland
De veranderende positie van de nationale ruimtelijke ordening in Nederland Ruimteconferentie 2011 1 Inhoud 1. Nationale RO in Nederland: ontwikkeling en kenmerken 2. Ontwikkelingen laatste decennia 3.
Nadere informatieagendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Datum 10 november 2015
agendapunt 3.b.12 1220707 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Portefeuillehouder Olphen, J.W.A. van Datum 10 november 2015 Aard bespreking
Nadere informatieGevolgen van klimaatverandering voor Nederland
Gastcollege door Sander Brinkman Haagse Hogeschool Climate & Environment 4 september 2008 Introductie Studie Bodem, Water en Atmosfeer, Wageningen Universiteit Beroepsvoorbereidendblok UNFCCC CoP 6, Den
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt
Nadere informatieARUP studie Groningen 2013
ARUP studie Groningen 2013 Strategie voor structurele versteviging van gebouwen Nederlandse samenvatting Issue 17 januari 2014 Nederlandse samenvatting 1 Inleiding Dit rapport omvat een samenvatting van
Nadere informatieVoortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen
Voortgang en resultaat aanpak afvalwaterketen Stand van zaken voorjaar 2014 In het Bestuursakkoord Water (mei 2011) zijn afspraken gemaakt over onder andere het vergroten van de doelmatigheid in de waterketen.
Nadere informatieAlgemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen
AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,
Nadere informatieDijkversterking Wolferen Sprok. Veiligheidsopgave 29 augustus 2017
Dijkversterking Wolferen Sprok Veiligheidsopgave 29 augustus 2017 Welkom! 19:00 19:10: Welkom WSRL 19:10 20:10: Interactief gastcollege veiligheidsopgave door Matthijs Kok (TU Delft) 20:10 20:25: Toelichting
Nadere informatieGeel in omgevingsvisies
Geel in omgevingsvisies De RWS-bijdrage aan de nationale, provinciale en gemeentelijke omgevingsvisies Peter Harmsen Adviseur ruimtelijke ontwikkelingen Waar zijn we van? 2 RWS BEDRIJFSINFORMATIE Duurzame
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2313 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Nadere informatieDe beheersing van overstromingsrisico s
De beheersing van overstromingsrisico s Jeroen Neuvel Focus Bron: Witteveen en Bos en STOWA 2004. 1 Dijkring Bron: www.risicokaart.nl Dijkring 53 Nederland in dijkringen Bron: VNK rapport dijkring 53 2
Nadere informatieBlijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk
Nationale landschappen: aandacht en geld nodig! 170610SC9 tk 7 Blijvend geld en aandacht nodig voor Nationale landschappen, Provincies doen meer dan het Rijk De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzoek
Nadere informatieBrief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 24 mei 2018 U Lbr. 18/ Factsheet. Voortgang Samenwerken aan Water
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad Datum 24 mei 2018 Ons kenmerk TLE/U201800375 Lbr. 18/023 Telefoon 073-3738393 Bijlage(n) Factsheet Onderwerp Voortgang Samenwerken aan Water Samenvatting
Nadere informatie(Grond)water om te ondernemen. Roy Tummers Baarn, 12 september 2012
(Grond)water om te ondernemen Roy Tummers Baarn, 12 september 2012 Mission Statement VEMW is het kenniscentrum en de belangenbehartiger voor de zakelijke energieen watergebruikers VEMW richt zich op het
Nadere informatie