Debt Sustainability Analysis (DSA)
|
|
- Christiaan Molenaar
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Debt Sustainability Analysis (DSA) Een analyse naar de kwetsbaarheid van de Surinaamse Staatsschuld in Malty Shanti-Devi Dwarkasing Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, oktober 2013
2 1. Inleiding De Surinaamse economie is een kleine open economie en is erg afhankelijk van de export van goud, aardolie en aluinaarde 1. In de afgelopen 10 jaar groeide de economie gemiddeld met 5% en was de groei gedreven door de minerale sector 2 vanwege gunstige wereldmarktprijzen. Het per capita inkomen steeg in deze periode significant met 200% tot ca. US$ 9300,- in De periode kenmerkte zich ook veelal door een positieve handelsbalans, vanwege de stijgende exportenopbrengsten 3 uit de minerale sector. Dit heeft geleid tot een groeiende internationale reserve van ca. US$ 1 miljard en een 5,1 maanden dekkingsgraad van importen per eind De officiële wisselkoers van de SRD t.o.v. de US$ kwam al enige jaren onder druk te staan, en werd in januari 2011 met 20% gedevalueerd. Vanwege de devaluatie en ook een 70% stijging van de belasting op de benzine prijs, steeg de binnenlandse inflatie tot 15,3% in dat jaar. Aan het eind van 2012 was de binnenlandse inflatie teruggebracht tot 4,4%. Overheidsfinanciën kende in de afgelopen 10 jaren perioden van financieringstekorten en - overschotten 4. De periode was de periode van financieringsoverschotten van gemiddeld 2,8% van het BBP, a.g.v. stijgende inkomsten uit de goudsector, alsook stijgende dividend ontvangsten van Staatsolie. Per ultimo 2012 bedroeg het financieringstekort 2,7% van het BBP. De totale schuld-bbp ratio 5 bedroeg in ,9%, nam af tot 15,8% in 2008 en steeg vervolgens tot 21,5% per ultimo 2012 vanwege de financieringstekorten in de laatste jaren. 1 De exporten uit de minerale sector bedroegen gemiddeld ca. 80% van de totale exportopbrengsten van goederen en diensten in De grootste bijdrage aan het BBP in deze periode werd geleverd door de minerale sector (mijnbouw en mijnbouwverwerking), de handelssector en de overheid met een gemiddeld aandeel van 29%, 18% en 10%. 3 Exporten en importen van goederen en diensten maakten gemiddeld 53% en 48% uit van het BBP in In 2003 was er sprake van een financieringsoverschot van 0,6% v/h BBP, het financieringstekort in bedroeg 1,3% en 0,3%. In de periode lopen financieringstekorten op tot gemiddeld 2,4% v/h BBP. 5 De ratio is gebaseerd op de schuld volgens de internationale schuld definitie (feitelijke schuld). 1
3 Het schuldbeheer van de afgelopen jaren wordt gekenmerkt door verbeterde en actuele schuldstatistieken, het wegwerken van achterstallige betalingen en lage schuld-bbp ratio s. Door de afkondiging van de Wet op de Staatsschuld in 2002 en de operationalisering van het Bureau voor de Staatsschuld in augustus 2004 was dit mogelijk gemaakt. De positieve ontwikkelingen m.b.t. de schuldpositie van ons land heeft geleid tot verbeterde credit ratings van de internationale ratingsbureau s in de afgelopen jaren. Om de schuldpositie van de Staat binnen het macro-economisch klimaat te monitoren en de druk daarvan in de toekomst te overzien, wordt door het Bureau voor de Staatsschuld regulier een debt sustainibility analysis (DSA) gedaan. Bij een DSA wordt gekeken in welke mate een land/overheid in staat is haar huidige en toekomstige schulden af te lossen op korte-, middellange- en lange termijn. De liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de overheid wordt dus bekeken. In deze paper wordt nagegaan in hoeverre de overheidsschuld sustainable is, uitgaande van de verwachte macro-economische ontwikkelingen in de periode Er wordt gebruikt gemaakt van een simpel DSA model, waarbij het verloop van de totale schuld-bbp ratio wordt gevolgd, bij geprojecteerde kern macro-economische indicatoren op middellange termijn. Allereerst wordt het verwachte macro-economisch klimaat voor geschets en daarna wordt de baseline DSA scenario gepresenteerd. Vervolgens worden er enkele alternatieve scenario s bekeken, waarbij de invloed van veranderende indicatoren wordt nagaan op de totale schuld-bbp ratio in De alternatieve scenario s zijn gebaseerd op: een toename van de gemiddelde variabele rentevoet van de schuldportefeuille, een lagere verwachte economische groei, een depreciatie van de wisselkoers, een stijgend verwachte financieringstekort a.g.v. een afname van inkomsten uit minerale sector en een combinatie van bovengenoemde factoren. Tenslotte worden enkele conclusies getrokken. 2
4 2. Economische vooruitzichten op middellange termijn De economische vooruitzichten voor Suriname zien er veelbelovend uit. Volgens de lokale instituten, zal de gemiddelde economische groei in bovengenoemde periode 5,5% per jaar bedragen. De economische groei wordt over de gehele periode gedreven door de minerale sector te weten aardolie, goud en bauxiet. Verwacht wordt dat de gunstige wereldmarktprijzen voor deze producten in de periode , zullen aanhouden. In 2015 is de verwachte groei het hoogst (6,7%) vanwege een toenemende productie van geraffineerde oliederivaten a.g.v. de ingebruikname van de nieuwe raffinaderij van de Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. in dat jaar. Tabel 2.1. Geselecteerde macro-economische indicatoren voor Indicatoren (in percentage van het BBP, tenzij anders aangegeven) Reële groei BBP (procentuele verandering) 4,4 4,7 6,7 6,0 5,6 BBP per capita in US$ 9.927, , , , ,4 Lopende rekening van de betalings balans -0,4 2,2 8,9 9,8 10,3 Internationale reserve (in maanden importen) 6,4 7,5 10,6 12,6 14,9 Financieringssaldo van de overheid -3,4-2,2-1,4-0,9-0,6 Primaire balans van de overheid -2,3-0,7-0,0 0,4 0,6 Wisselkoers SRD/US$ 3,35 3,35 3,35 3,35 3,35 Binnenlandse inflatie (jaar einde) 2,0 5,8 3,7 3,7 3,7 Bron: Stichting Planbureau Suriname (SPS), Ministerie van Financiën, Centrale Bank van Suriname (CBvS) Vanwege bovengenoemde assumpties zal het saldo van de lopende rekening over de hele periode m.u.v. 2013, positief zijn. In 2013 is er een negatief saldo geprojecteerd, vanwege een enorme stijging van importen in het eerste halfjaar, terwijl de wereldmarktprijzen van de voornaamste exportproducten een daling vertoonden. De internationale reserves nemen in de periode toe, waarbij de verwachte dekkingsgraad van importen zal oplopen tot ca. 14,9 maanden in De wisselkoers in deze periode wordt stabiel geacht en de binnenlandse inflatie is onder controle. De geprojecteerde financieringstekorten in procenten van het BBP nemen over de gehele periode geleidelijk aan af, van 3,4% in 2013 tot 0,6% in 2017, a.g.v. de verwachte toenemende inkomsten uit de minerale sector en de algemene economische groei. 3
5 3. Debt Sustainability Analysis (DSA) Voor het uitvoeren van de DSA wordt er gebruikt gemaakt van een eenvoudig IMF model welke gebaseerd is op enkele vergelijkingen 6. Het DSA model is gebaseerd op de overheidsbudgetbeperking, waarbij de totale schuld-bbp ratio in de toekomst wordt beïnvloed door: de primaire balans van de overheid 7, de reële groei van de economie, de reële rentevoet van de schuldportefeuille en het verloop van de wisselkoers. De maximale overheidsschuld zal toenemen met het primaire tekort van de overheid. Een stijgende reële rentevoet van de schuldportefeuille zal de schuld tevens doen stijgen, indien de reële rentevoet groter is dan de economische groei. Naarmate er meer schulden in vreemde valuta worden aangegaan, zal bij een devaluatie van de wisselkoers, de schuld in eigen valuta doen toenemen. De totale schuld van de overheid is unsustainable wanneer de schuld-bbp ratio in de toekomst explosief stijgt. Een tekortkoming van dit model is dat de liquiditeitspositie van de overheid niet gemeten wordt. De schuld-bbp ratio zou zich op een bepaald (hoog) niveau kunnen stabiliseren, zonder dat de overheid in staat is haar schuldenlast te betalen. De druk die de schuldenlast uitoefend op de inkomsten van de overheid en de beschikbaarheid van vreemde valuta t.b.v. het aflossen van vreemde valuta schulden, komen niet tot uiting in dit model. Diverse schuldenlastratio s moeten buiten het model berekend worden. Baseline scenario De de schuld-bbp ratio neemt in 2013 toe met 13,2 procentpunten tot 34,7% en daalt vervolgens 6 De (basis) vergelijkingen bij het gehanteerd DSA model zijn: dᵼ = βᵼ*dᵼ-1 ps ᵼ dᵼ = de totale schuld-bbp ratio in het jaar t ps = surplus op de primaire balans in jaar t βᵼ = (1+rᵼ) / (1+gᵼ) rᵼ = de gemiddelde reële rentevoet van de staatsschuld gᵼ = de reële groei van het BBP 7 Het saldo op de primaire balans is het financieringssaldo minus de interestbetalingen op de staatsschuld. Deze deelbalans van de overheid geeft een beeld van het gevoerd overheidsbeleid en -operaties, waarbij de afhandeling van de staatsschuld buitenbeschouwing wordt gelaten. 4
6 tot 27,7% in De significante stijging in 2013 is voor een groot deel het gevolg van een obligatie lening ter waarde van US$ 600 miljoen, die de overheid voornemens is dit jaar uit te geven op de internationale kapitaalmarkt, t.b.v. de aankoop van aandelen in twee nieuwe joint venture bedrijven tussen de overheid en twee multinationals in de goudsector. Uitgaande van de economische vooruitzichten in t.w. een stabiele wisselkoers SRD/US$ en binnenlandse inflatie, een lage reële rentevoet, afnemende primaire tekorten die zelfs surplussen worden en een verwachte economische groei van gemiddeld 5,5%, zal de schuld-bbp ratio na 2013 dalen. Tabel 3.1 Baseline scenario: ontwikkeling schuld-bbp ratio Totale Schuld-BBP ratio 21,5 34,7 33,4 31,6 29,6 27,7 β 0,970 0,981 0,944 0,944 0,950 0, gemiddelde reele rentevoet 1,008 1,025 0,988 1,007 1,007 1, gemiddelde nominale rentevoet 1,052 1,045 1,045 1,044 1,044 1,047 gemiddelde nom. rentevoet bin. schuld: id 8,0 7,7 6,6 6,3 6,4 6,6 gemiddelde nom. rentevoet buit. schuld: ie 2,8 3,2 3,7 3,5 3,4 3,7 reële groei economie (BBP) 3,9 4,4 4,7 6,7 6,0 5,6 primaire balans in % of BBP (pb) -1,7-2,3-0,7 0,0 0,4 0,6 Binnenlandse inflatie 4,4 2,0 5,8 3,7 3,7 3,7 percentage wisselkoers depreciatie (e) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bron: Bureau voor de Staatsschuld, Stichting Planbureau Suriname (SPS), Ministerie van Financiën, Centrale Bank van Suriname (CBvS) Tabel 3.2 Baseline scenario: Enkele schuldenlast ratio s Baseline: Schuldenlast ratio's Totale schuldenlast-bbp ratio 2,1 2,3 2,8 2,6 2,4 2,2 Buitenlandse schuldenlast- exporten goed. & dienst. ratio 2,1 1,2 2,7 3,0 3,7 4,1 Buitenlandse interest betalingen- exporten goed. & dienst. ratio 0,5 0,5 1,5 1,5 1,5 1,4 Buitenlandse schuldenlast- lopende overheidsontvangsten ratio 4,8 2,9 5,5 5,4 6,2 6,4 Binnenlandse schuldenlast- lopende overheidsontvangsten ratio 3,9 7,0 6,1 4,7 3,2 2,2 Totale schuldenlast- lopende overheidsontvangsten ratio 8,7 9,9 11,6 10,0 9,4 8,6 Totale schuldenlast- overheidsuitgaven ratio 7,9 8,6 10,6 9,5 9,1 8,4 Bron: Bureau voor de Staatsschuld, Stichting Planbureau Suriname (SPS), Ministerie van Financiën, Centrale Bank van Suriname (CBvS) Worden enkele schuldenlast ratio s van de baseline scenario (die buiten het model berekend zijn) bekeken, zien wij dat deze ratio s niet drastisch toenemen, maar redelijk stabiel zijn op 5
7 middellange termijn. De buitenlandse schuldenlast-export ratio verdubbelt wel in 2017 t.o.v. 2012, maar bedraagt slechts 4,1%. Alternatieve scenario s Bij de alternatieve scenario s wordt gebruik gemaakt van het zogenaamde ceteris paribus effect, waarbij er slechts gekeken wordt naar de invloed van een verandering van één indicator op de schuld-bbp ratio, terwijl de overige macro indicatoren constant worden gehouden. Scenario 1: rente schok; stijging van de verwachte variabele rentevoet van de schuldportefeuille met 0,5% 8 vanaf 2014 De schuld-bbp ratio neemt af van 33,5% in 2014 tot 27,8% in 2017 en wijkt minimaal af van de baseline. Tabel 3.3 Scenario 1: Ontwikkeling schuld-bbp ratio Totale Schuld-BBP ratio 21,5 34,7 33,5 31,6 29,7 27,8 β 0,970 0,981 0,945 0,945 0,951 0, gemiddelde reele rentevoet ,025 0,989 1,008 1,008 1, gemiddelde nominale rentevoet ,046 1,046 1,045 1,045 1,048 gemiddelde nom. rentevoet bin. schuld: id 8,0 7,7 6,6 6,3 6,4 6,6 gemiddelde nom. rentevoet buit. schuld: ie 2,8 3,2 3,8 3,7 3,6 3,8 reele groei economie (BBP) 3,9 4,4 4,7 6,7 6,0 5,6 primaire balans in % of BBP (pb) -1,7-2,3-0,7 0,0 0,4 0,6 Binnenlandse inflatie 4,4 2,0 5,8 3,7 3,7 3,7 percentage wisselkoers depreciatie (e) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bron: Bureau voor de Staatsschuld, Stichting Planbureau Suriname (SPS), Ministerie van Financiën, Centrale Bank van Suriname (CBvS) Vanwege het lage aandeel van de schuldportefeuille (22%) die onderhevig is aan een variabele rentevoet en de minimale stijging (0,5%) van de rentevoet, wijkt de schuld-bbp ratio bij deze scenario haast niet af van de baseline. 8 In scenario 1 stijgt de de variabele rentevoet van de schuldportefeuille met ¼ standaardeviatie (0,5%) berekend over de periode Vanwege de lage en stabiele variabele rentevoeten van de LIBOR en EURIBOR in de afgelopen jaren is de berekende standaarddeviatie ook minimaal. Variabele rentevoeten zijn er slecht op ca. 42% van de buitenlandse schuld, wat neerkomt op 22% van de totale schuldportefeuille. De binnenlandse staatsschuld kent alleen vaste rentevoeten. 6
8 Scenario 2: reële groei schok; daling van de verwachte economische groei met 0,9% 9 vanaf 2014 De schuld-bbp ratio neemt af van 33,7% in 2014 tot 28,7% in 2017 en wijkt minimaal af van de baseline. Ondanks een lager geprojecteerde economische groei vanaf 2014, is de gemiddelde groei van 4,8% nog steeds vrij hoog, waardoor de schuld-bbp ratio op middellange termijn stabiel blijft en niet significant stijgt t.o.v. de baseline. Tabel 3.4 Scenario 2: Ontwikkeling schuld-bbp ratio Totale Schuld-BBP ratio 21,5 34,7 33,7 32,1 30,4 28,7 β 0,970 0,981 0,952 0,952 0,958 0, gemiddelde reele rentevoet ,025 0,988 1,007 1,007 1, gemiddelde nominale rentevoet ,045 1,045 1,044 1,044 1,047 gemiddelde nom. rentevoet bin. schuld: id 8,0 7,7 6,6 6,3 6,4 6,6 gemiddelde nom. rentevoet buit. schuld: ie 2,8 3,2 3,7 3,5 3,4 3,7 reele groei economie (BBP) 3,9 4,4 3,8 5,8 5,1 4,7 primaire balans in % of BBP (pb) -1,7-2,3-1,1-0,5 0,0 0,2 Binnenlandse inflatie 4,4 2,0 5,8 3,7 3,7 3,7 percentage wisselkoers depreciatie (e) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bron: Bureau voor de Staatsschuld, Stichting Planbureau Suriname (SPS), Ministerie van Financiën, Centrale Bank van Suriname (CBvS) Scenario 3: 30% depreciatie van de wisselkoers in 2014 Bij deze scenario stijgt de schuld-bbp ratio tot 40,3% in 2014 en daalt vervolgens tot 33,6% in De afwijking t.o.v. de baseline is merkbaar; de gemiddelde schuld-bbp ratio op middellange termijn stijgt met 5,1 procentpunten t.o.v. de baseline. Een significante depreciatie van 30% van de SRD t.o.v. US$ heeft een direct effect op de totale schuld, omdat ca. 62% van de totale schuldportefeuille per eind 2012, vreemde valuta schulden waren. De schuld-bbp ratio zal in 2014 t.o.v niet dalen maar met 5,7 procentpunten 9 Bij deze scenario is een standaard deviatie van 0,9% van de economische groei berekend over de periode De verwachte reële groei daalt vanaf 2014 met de berekende standaard deviatie, waardoor de gemiddelde groei in daalt van 5,5% in de baseline en tot 4,8%. 7
9 stijgen. Het effect van deze stijging blijft de hoogte van schuld-bbp ratio in de daaropvolgende jaren beïnvloeden. Tabel 3.5 Scenario 3: Ontwikkeling schuld-bbp ratio Baseline: Schuld -BBP ratio Totale Schuld-BBP ratio 21,5 34,7 40,3 38,1 35,8 33,6 β 0,970 0,981 1,143 0,944 0,950 0, gemiddelde reele rentevoet ,025 1,197 1,007 1,007 1, gemiddelde nominale rentevoet ,045 1,265 1,044 1,044 1,047 gemiddelde nom. rentevoet bin. schuld: id 8,0 7,7 6,6 6,3 6,4 6,6 gemiddelde nom. rentevoet buit. schuld: ie 2,8 3,2 3,7 3,5 3,4 3,7 reele groei economie (BBP) 3,9 4,4 4,7 6,7 6,0 5,6 primaire balans in % of BBP (pb) -1,7-2,3-0,7 0,0 0,4 0,6 Binnenlandse inflatie 4,4 2,0 5,8 3,7 3,7 3,7 percentage wisselkoers depreciatie (e) 0,0 0,0 30,0 0,0 0,0 0,0 Bron: Bureau voor de Staatsschuld, Stichting Planbureau Suriname (SPS), Ministerie van Financiën, Centrale Bank van Suriname (CBvS) Scenario 4: 30% inkomstendaling voor de overheid uit de minerale sector in 2014 De schuld-bbp ratio neemt in 2014 toe met 1,1 procentpunten tot 34,7% en daalt vervolgens tot 29,7 % in De afwijking in 2014 t.o.v. de baseline is merkbaar. Een 30% daling van de inkomsten uit de minerale sector in 2014 zal het primair tekort negatief beinvloeden bij hetzelfde uitgavenpatroon van de overheid. Het tekort stijgt in dat jaar van 0,7% in de baseline tot 3% van het BBP. Deze significante stijging van het primair tekort zal de schuld-bbp ratio doen stijgen. Omdat het saldo op de primaire balans in de daaropvolgende jaren surplussen zijn, daalt de schuld-bbp ratio nadien. Zou het primair tekort in de daaropvolgende jaren op het niveau van 2014 blijven, dan zou de schuld-bbp ratio steeds toenemen met gemiddeld 1,2 procentpunten per jaar. Dit is geen explosieve groei van de ratio en de staatsschuld zou op middellange termijn nog steeds sustainable zijn. Een aanhoudend siginificant primair tekort van de overheid, gepaard met verslechterde andere macro-economische indicatoren, zal de schuld-bbp ratio op lange termijn wel onder druk zetten, waardoor de staatsschuld unsustainable kan worden. 8
10 Tabel 3.6 Scenario 4: Ontwikkeling schuld-bbp ratio Baseline: Schuld -BBP ratio Totale Schuld-BBP ratio 21,5 34,7 35,8 33,8 31,7 29,7 β 0,970 0,981 0,944 0,944 0,950 0, gemiddelde reele rentevoet ,025 0,988 1,007 1,007 1, gemiddelde nominale rentevoet ,045 1,045 1,044 1,044 1,047 gemiddelde nom. rentevoet bin. schuld: id 8,0 7,7 6,6 6,3 6,4 6,6 gemiddelde nom. rentevoet buit. schuld: ie 2,8 3,2 3,7 3,5 3,4 3,7 reele groei economie (BBP) 3,9 4,4 4,7 6,7 6,0 5,6 primaire balans in % of BBP (pb) -1,7-2,3-3,0 0,0 0,4 0,6 Binnenlandse inflatie 4,4 2,0 5,8 3,7 3,7 3,7 percentage wisselkoers depreciatie (e) 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 Bron: Bureau voor de Staatsschuld, Stichting Planbureau Suriname (SPS), Ministerie van Financiën, Centrale Bank van Suriname (CBvS) Scenario 5: een combinatie van de 4 eerder genoemde scenario s Een combinatie van de vorige vier scenario s beinvloedt de hoogte van de schuld-bbp ratio s t.o.v. de baseline significant. De schuld-bbp ratio stijgt in 2014 met 8% tot 43% en daalt vervolgens tot 37%. Tabel 3.7 Scenario 5: Ontwikkeling schuld-bbp ratio Baseline: Schuld -BBP ratio Totale Schuld-BBP ratio 21,5 34,7 43,0 41,0 39,0 37,0 β 0,970 0,981 1,154 0,953 0,959 0, gemiddelde reele rentevoet ,025 1,198 1,008 1,008 1, gemiddelde nominale rentevoet ,045 1,267 1,045 1,045 1,048 gemiddelde nom. rentevoet bin. schuld: id 8,0 7,7 6,6 6,3 6,4 6,6 gemiddelde nom. rentevoet buit. schuld: ie 2,8 3,2 3,8 3,7 3,6 3,8 reele groei economie (BBP) 3,9 4,4 3,8 5,8 5,1 4,7 primaire balans in % of BBP (pb) -1,7-2,3-3,0 0,0 0,4 0,6 Binnenlandse inflatie 4,4 2,0 5,8 3,7 3,7 3,7 percentage wisselkoers depreciatie (e) 0,0 0,0 30,0 0,0 0,0 0,0 Bron: Bureau voor de Staatsschuld, Stichting Planbureau Suriname (SPS), Ministerie van Financiën, Centrale Bank van SurinameCBvS) 9
11 Bij deze scenario, is 2014 het jaar van diverse externe schokken op de economie. In de daaropvolgende jaren herstellen de macro-economische indicatoren zich, waardoor de druk van de staatsschuld op het nationaal inkomen afneemt en de schuld nog steeds sustainable is. 4. Conclusies In deze paper is naast een baseline scenario, ook enkele alternatieve scenario s uitgewerkt om de invloed van veranderde economische indicatoren op de schuld-bbp ratio aan te geven. Geconcludeerd kan worden dat een depreciatie van de wisselkoers (scenario 3) en hogere primaire tekorten (scenario 4), de schuld-bbp ratio het meest beïnvloeden. Wel is de druk die de schuldenlast op de liquiditeitspositie van de overheid zou kunnen uitoefenen, niet bekeken bij de alternatieve scenario s. Grafiek 4.1: Verloop schuld-bbp ratio s baseline en alternatieve scenario s in % 40% 35% 30% 25% Baseline Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 Scenario 4 Scenario 5 Vanwege het feit dat de Surinaamse economie een kleine open economie is en erg gevoelig voor externe schokken, kunnen veranderingen in m.n. de wereldmarktprijzen van de minerale sector, de economische vooruitzichten op middellange termijn sterk veranderen en ook de sustainability van de staatsschuld beïnvloeden. Het is daarom van belang, de nationale en internationale ontwikkelingen nauw te monitoren en de diverse beleidsgebieden (het monetairbeleid en de begrotings- en schuldpolitiek) goed op elkaar af te stemmen. 10
12 Literatuur Diverse rapporten van het Bureau voor de Staatsschuld Ministerie van Financiën, , Financiële Nota s IMF, , Article four mission reports on Suriname IMF, 2003, Enzo Croce and V. Hugo Juan-Ramon, Assessing Fiscal Sustainability: A Cross-Country Comparison 11
Debt Sustainability Analysis (DSA)
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Debt Sustainability Analysis (DSA) Een analyse naar de kwetsbaarheid van de Surinaamse Staatsschuld in 2014-2018 Malty Dwarkasing Sarajane Omouth
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2013-2045
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2014 Sarajane Marilfa Omouth Paramaribo, juni 2015 1. Inleiding De totale
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2013 Een vooruitblik op de schuld, de schuldenlastbetalingen in 2014-2050
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2015
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 215 Paramaribo, mei 216 1. Inleiding Aan het eind van 215 was de totale
Nadere informatieDeze herziening heeft geleid tot de overschrijding van de binnenlandse schuld-bbp ratio s in het tweede halfjaar van 2010.
Het verslagjaar 2010 In het tweede halfjaar van 2010 was de binnenlandse schuld/bbp ratio continue onder druk. Dit kwam in de eerste plaats door een significante stijging van de binnenlandse schuld wat
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kwartaal rapportage Update3 oktober 216 2 e kwartaal 216 Overzicht ontwikkelingen, tweede kwartaal 216 In het tweede kwartaal van 216 zijn er
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kwartaal rapportage Datum: february 17 e kwartaal 16 Overzicht ontwikkelingen, vierde kwartaal 16 Het laatste kwartaal van 16 heeft enkele opmerkelijke
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kwartaal rapportage Datum: 1 augustus 217 2 e kwartaal 217 Overzicht ontwikkelingen, tweede kwartaal 217 In het tweede kwartaal van 217 zijn
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kwartaal rapportage Datum: 29 augustus 19 2 e kwartaal 19 Overzicht ontwikkelingen, tweede kwartaal 19 De overheid heeft in het tweede kwartaal
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD Suriname Debt Management Office Kwartaal rapportage Datum: 26 februari 19 4 e kwartaal 18 Overzicht ontwikkelingen, vierde kwartaal 18 Op het front van de buitenlandse schuld
Nadere informatiePerscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie
Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de
Nadere informatieStatistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012
Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2004-I
4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieCRB CCR SR/LVN Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context
CRB 2016-0510 SR/LVN 03.02.2016 Conclusies van de sociale gesprekspartners op basis van de documentatienota Macro economische context 2 CRB 2016-0510 Overzicht groei sinds 1996 Onder invloed van de conjuncturele
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-II
4 Antwoordmodel Opgave voorbeeld van een juiste berekening: 84.760.000 4 = 2.080 uur 63.000 2 voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat uitzendkrachten in deeltijd werken. 3 voorbeelden
Nadere informatieDe schuldratio van de gemeente Drimmelen is laag.
Startpunt van de houdbaarheidstest is de beginbalans van het lopende boekjaar. Hiervan worden alle bezittingen op de linkerzijde van de balans en de schulden op de rechterzijde van de balans in ogenschouw
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur
Economische wetenschappen 1 en recht Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 26 mei 13.30 16.30 uur 19 99 Dit examen bestaat uit 34 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 9 december 2013 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat
Nadere informatieDe Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau
Chapter 6 Samenvatting (Dutch summary) De Europese schuldencrisis heeft aangetoond dat een zeer hoog niveau van de staatsschuld kan leiden tot oplopende rentelasten die economisch herstel tegengaan. In
Nadere informatie1 Begrotingsidentiteit overheidsbegroting
Theorie overheidsbegroting pagina 1 van 5 1 Begrotingsidentiteit overheidsbegroting Ontvangsten van de overheid en betalingen door de overheid zijn aan elkaar gelijk. De ontvangsten bestaan uit de inkomsten
Nadere informatieEen artikel van drs. L.A. Croes, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.
DE BUITENLANDSE SCHULD VAN ARUBA Een artikel van drs. L.A. Croes, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. 1. leiding het onderstaande wordt een kwantificering gegeven van de buitenlandse schuld van
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-I
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening
Nadere informatieHandel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8
betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste
Nadere informatieDe financiële crisis vanuit de. Miriam Gonzalez Executive Director Centrale Bank van Aruba
De financiële crisis vanuit de Caribische invalshoek 4 november 2010 0 Miriam Gonzalez Executive Director Centrale Bank van Aruba Structuur van de presentatie Effecten financiële crisis voor het Caribisch
Nadere informatieMacro-economisch scorebord 2015K4
Macro-economisch scorebord 2015K4 Saldo lopende rekening als % bbp Netto extern vermogen als % bbp Reële effectieve wisselkoers (36 handelspartners) 3-jaars voortschrijdend gemiddelde 3-jaars mutatie in
Nadere informatieSTUSECO. sedert Stichting ter bevordering van de studie van de Surinaamse economie
STUSECO sedert 1977 Stichting ter bevordering van de studie van de Surinaamse economie Opgericht 16-12-1977, Stichtingenregister nr 41149657, Fiscaal nr 009960387, banknr NL60RABO0327014105 C.Jolstraat
Nadere informatieExamen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieDE BUITENLANDSE SCHULD VAN ARUBA Een artikel van drs. M.M. Tromp-Gonzalez, hoofd van de afdeling Economisch Beleid.
DE BUITENLANDSE SCHULD VAN ARUBA Een artikel van drs. M.M. Tromp-Gonzalez, hoofd van de afdeling Economisch Beleid. 1. leiding Sinds 2000 wordt door de afdeling Economisch Beleid van de Centrale Bank van
Nadere informatieMaak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek.
Opgave 1 M-vragen Maak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek. Euros to 1 RL 1 Is in de periode 31 maart 17 april sprake van een devaluatie van de euro ten opzichte
Nadere informatieOpdracht 1 Macro-economie [30p]
Opdracht 1 Macro-economie [30p] De effectieve vraag van land Angeloziё bestaat uit de voorgenomen consumptie van de gezinnen en de voorgenomen investeringen van de bedrijven. In dit land was het Bruto
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieBeleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog
Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,
Nadere informatieDEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten)
VERSIE 1 DEEL 1: Antwoordformulier voor de meerkeuzevragen, vragen 1 tot en met 6 (6 vragen van 3 punten = 18 punten) 1. Zijn de volgende stellingen waar of niet waar? I. Voorraadinvesteringen kunnen negatief
Nadere informatieUITWERKING TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000
TOELICHTING OP DE ANTWOORDEN VAN HET EXAMEN 2000 VAK: ECONOMIE 1,2 NIVEAU: EXAMEN: HAVO 2000-II Deze uitwerking wordt ook opgenomen in de Examenbundel Onderwijspers 2001-2002 die in de zomer van 2001 bij
Nadere informatie: Macro-economie voor Bedrijfseconomie
TENTAMEN inclusief antwoorden Vaknaam : Macro-economie voor Bedrijfseconomie Vakcode : 330091 Datum tentamen : donderdag 16 mei 2013 Duur tentamen : 3 uur Docent : Dr. B.J.A.M. van Groezen ANR : 649627
Nadere informatieVOORSTEL STRUCTURELE WIJZIGINGEN VAN DE BEGROTINGEN
VOORSTEL STRUCTURELE WIJZIGINGEN VAN DE BEGROTINGEN Paramaribo, 26 maart 2015 Inleiding Reeds vele jaren hebben we te maken met een onnauwkeurige en ondoorzichtige wijze van de opstelling en presentatie
Nadere informatieOm een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.
Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak economie vwo, eerste tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 15 juli 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat er
Nadere informatieExamen HAVO. Economie 1
Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed
Nadere informatieMacro-economie examenvragen
Macro-economie examenvragen Deel II 1. Indien de reële productie en het arbeidsaandeel constant blijven, dan kan het aantal tewerkgestelde personen van het ene jaar op het andere slechts toenemen indien.
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 8 december 2014 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden
Nadere informatieDe begrotingsruimte van gemeenten. Jan van der Lei
De begrotingsruimte van gemeenten Jan van der Lei Bij hogere uitgaven dan de inkomsten neemt de schuld toe. Trendmatig begrotingsbeleid Rijk Centrale overheid doet aan macroeconomische stabilisatie met
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 13 april 2015 pagina 1 Inleiding De uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis hebben grote macro-economische onevenwichtigheden
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieNIEUWJAARSREDE JANUARI 2013 VES VOORZITTER
NIEUWJAARSREDE JANUARI 2013 VES VOORZITTER Ondanks de hoera stemming waarin wij mogen verkeren kan niet genoeg benadrukt worden dat deze positieve vooruitzichten in samenhang bezien moeten worden met het
Nadere informatiePersbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Buitenland en overheid in de kringloop In de economische wetenschap wordt gebruikgemaakt van modellen. Een kringloopschema is een model waarmee een vereenvoudigd beeld van de economie van een
Nadere informatie5,6. Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 2583 woorden 20 december 2002 5,6 76 keer beoordeeld Vak Economie Iedereen heeft met geld te maken, jong en oud. Jongeren misschien wat minder dan oudere mensen, maar
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD JAARVERSLAG 2015 INHOUDSOPGAVE Pg. Goedkeuring verslag door het College van Beheer 2 Voorwoord 3 Overzicht van de Bruto Staatsschuld per ultimo 2015 4 Hoofdstuk 1. Macro-economische
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD JAARVERSLAG 2014 INHOUDSOPGAVE Pg. Goedkeuring verslag door het College van Beheer 2 Voorwoord 3 Overzicht van de Bruto Staatsschuld per ultimo 2014 4 Hoofdstuk 1. Macro-economische
Nadere informatieInleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1
Inleiding tot de economie Test december 2008 H17 tem H25 VERBETERING 1 Vraag 1 Bin. Munt/Buit. munt Hoeveelheid buitenlandse munt Beschouw bovenstaande grafiek met op de Y-as de hoeveelheid binnenlandse
Nadere informatieOverschot overheid in 2018 gestegen naar 1,5 procent
Overschot overheid in 2018 gestegen naar 1,5 procent De overheid behaalde in 2018 een overschot op de begroting van ruim 11 miljard euro. D t komt overeen met 1,5 procent van het bruto binnenlands product
Nadere informatie4. Welke uitspraak is fout? In het Solow-groeimodel leidt technologische achteruitgang tot:
Proefexamen Inleiding tot de Algemene Economie Prof. dr. Jan Bouckaert Prof. dr. André Van Poeck 12-15 december 2014 1. Stel dat het bruto nationaal inkomen 200 miljard euro bedraagt. Hoeveel bedraagt
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden
Factsheet Macro-economische onevenwichtigheden 10 april 2014 pagina 1 Inleiding Door de uitbraak van de kredietcrisis in 2008 en de daaropvolgende Europese schuldencrisis is het duidelijk geworden dat
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Rek in het arbeidsaanbod 1 maximumscore 2 Doordat het aanbod van
Nadere informatieLichte achteruitgang van invoer en uitvoer in eerste jaarhelft van 2012
Instituut voor de nationale rekeningen 202-09-4 Links: Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie. Verloop van de Belgische buitenlandse handel Lichte achteruitgang van invoer en uitvoer in eerste
Nadere informatieEen artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid.
DE BETALINGSBALANS VAN ARUBA IN 2003 Een artikel van E.E. Matos-Pereira, econoom bij de afdeling Economisch Beleid. 1. Inleiding De Arubaanse betalingsbalans geeft weer de economische transacties van Aruba
Nadere informatieTabel 1.a. Suriname: Overheidsfinanciën op commiteringsbasis, (SRD miljoen)
Tabel 1.a. Suriname: Overheidsfinanciën op commiteringsbasis, 2014-2016 (SRD miljoen) 2014 2015* 2015* Tot Tot Tot jan-jun jul-dec jan-jun jul-dec Ontvangsten 3,751 3,399 3,374 1,596 1,803 1,456 1,918
Nadere informatieNationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen
Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen De Nederlandse nationale rekeningen voldoen vanaf vandaag als één van de eerste lidstaten van de Europese Unie aan de nieuwe internationale
Nadere informatieBUREAU VOOR DE STAATSSCHULD
BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD JAARVERSLAG 2015 INHOUDSOPGAVE Pg. Goedkeuring verslag door het College van Beheer 2 Voorwoord 3 Overzicht van de Bruto Staatsschuld per ultimo 2015 4 Hoofdstuk 1. Macro-economische
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieDe macro-economische vooruitzichten voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan
Economie en onderneming De macro-economische vooruitzichten 2006-2012 voor de wereldeconomie: evenwichtige groei in Europa, terugval in de Verenigde Staten en Japan Meyermans, E. & Van Brusselen, P. (2006).
Nadere informatieEindexamen economie vwo II
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een
Nadere informatieValutamarkt. fransetman.nl
euro in dollar wisselkoers Wisselkoers (ontstaat op valutamarkt) Waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt Waardoor kan de vraag naar en het aanbod van veranderen? De wisselkoers van de euro in
Nadere informatieSterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten
Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier Nederlandse beleggers hebben in 21 per saldo voor bijna EUR 12 miljard buitenlandse effecten verkocht. Voor EUR 1 miljard betrof dit buitenlands
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 import: 250 + 29 + 139 + 415 460
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieOnderneming en omgeving - Economisch gereedschap
Onderneming en omgeving - Economisch gereedschap 1 Rekenen met procenten, basispunten en procentpunten... 1 2 Werken met indexcijfers... 3 3 Grafieken maken en lezen... 5 4a Tweedegraads functie: de parabool...
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Voordat de export wegviel was er evenwicht op de
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 480 IXA Wijziging van de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) Nr. 3 VERSLAG
Nadere informatieSlechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!
Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2000-I
Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van
Nadere informatieHoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model
Hoofdstuk 2: Het Taylor-Romer model 1. Opbouw van de AV-lijn A. Relatie tussen reële bbp en rente Fragment: Belgische glansprestatie (Tijd, 31/12/2004) Bestedingen De consumptie van de gezinnen groeide
Nadere informatieUNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015
MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EINDEXAMEN VWO 2015 VAK : ECONOMIE 1 DATUM : DINSDAG 16 JUNI 2015 TIJD : 07.45-10.15 UUR Aantal opgaven bij dit vak : 3 Aantal pagina s : 5; Calculator
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal I Vergaderjaar 2017-2018 CXXV Europees Semester 2018 B BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 februari
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 vwo 2003-II
4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord
Nadere informatieKeuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl
Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieSamenvatting Economie Toetsweek 2
Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN
Nadere informatieBijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016
Bijna 3 miljard euro begrotingsoverschot in 2016 De overheid behaalde in 2016 een begrotingsoverschot van 2,9 miljard euro. Dit is 0,4 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Een jaar eerder was
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave Is Brazilië uitgedanst? maximumscore 2 Op oktober 205 was
Nadere informatieBijlage HAVO. economie. tijdvak 1. Bronnenboekje
Bijlage HAVO 218 tijdvak 1 economie Bronnenboekje HA-122-a-18-1-b Opgave 1 bron 1 kosten Metolani constante kosten: ontwikkelkosten 2 miljoen management- & personeelskosten 15 miljoen verzekeringspremies
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2003-II
4 Antwoordmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Een antwoord
Nadere informatieEindexamen economie havo I
Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid
Nadere informatieEindexamen economie 1 havo 2008-I
Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) primair bij (2) directe
Nadere informatieDomein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)
1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatie2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG
2013 in het kort SAMENVATTING VAN HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2013 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen
Nadere informatieEindexamen economie 1 vwo 2001-II
Opgave 1 CAO-overleg: loon of werk? Bij de CAO-onderhandelingen voor een komend jaar in de industrie wordt uitgegaan van de volgende prognose: inflatie 2,3% stijging arbeidsproductiviteit in de industrie
Nadere informatieMet financiële kengetallen kijken naar. Vereniging van Nederlandse Gemeenten. gezondheid gemeentefinanciën
Met financiële kengetallen kijken naar Vereniging van Nederlandse Gemeenten gezondheid gemeentefinanciën Jan van der Lei, FAMO, 5 november 2015 Schuldfinanciering Vereniging van Nederlandse Gemeenten van
Nadere informatieEindexamen havo economie oud programma 2012 - I
Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede
Nadere informatie