TDC A Transportnetten in Nederland: 50 kv en hoger. Arnhem, 30 november auteur: A.G. Jongepier. KEMA T&D Consulting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "40460093-TDC 04-46782A Transportnetten in Nederland: 50 kv en hoger. Arnhem, 30 november 2004. auteur: A.G. Jongepier. KEMA T&D Consulting"

Transcriptie

1 TDC A Transportnetten in Nederland: 50 kv en hoger Arnhem, 30 november 2004 auteur: A.G. Jongepier KEMA T&D Consulting In opdracht van TenneT bv auteur: A.G. Jongepier beoordeeld: T. de Zwart B 34 blz. 1 bijl. SJ goedgekeurd: J. Knijp Utrechtseweg 310, 6812 AR Arnhem. Telefoon (026) Telefax (026)

2 KEMA Nederland B.V., Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Dit document bevat vertrouwelijke informatie. Overdracht van de informatie aan derden zonder schriftelijke toestemming van of namens KEMA Nederland B.V. is verboden. Hetzelfde geldt voor het kopiëren van het document of een gedeelte daarvan. KEMA Nederland B.V. en/of de met haar gelieerde maatschappijen zijn niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken.

3 TDC A INHOUD blz. SAMENVATTING 4 1 Inleiding Achtergrond en doelstelling Leeswijzer 7 2 Keuze van de scheidingsmethode Inventarisatie Selectie 9 3 Effecten op maatschappelijke doelstellingen Inventarisatie Selectie Leveringszekerheid Facilitering van de markt Kostenefficiëntie Toepasbaarheid van toezicht 23 4 Keuze van het grensvlak 27 BIJLAGE: ANALYSE VAN SCHEIDINGSMETHODEN 29

4 TDC A SAMENVATTING Elektriciteit wordt over grote en kleine afstanden via elektriciteitsnetten naar afnemers gebracht. Daartoe zijn transport- en distributienetten ontworpen en aangelegd. Transportnetten vervoeren in het algemeen grote hoeveelheden elektriciteit over grote afstanden van een beperkt aantal grote opwekkers naar een beperkt aantal afnemers. Veelal zijn de aangeslotenen op de transportnetten elektriciteitsproducenten of netbeheerders die de elektriciteit verder distribueren. Via distributienetten worden kleinere hoeveelheden elektriciteit verdeeld over een groot aantal kleine afnemers. Tussen de transport- en distributienetten is een beperkt aantal overdrachtspunten. Vanwege bovenstaande mechanismen zijn transport- en distributienetten verschillend van karakter, ontwerp en gebruik. De vraag is welke netten tot een transport- of distributienet behoren en waar de beheergrenzen van de verschillende netbeheerders in Nederland zouden moeten liggen met het oog op een maximale bijdrage aan maatschappelijke doelstellingen. In opdracht van TenneT heeft KEMA daartoe een analyse gemaakt. De analyse geeft antwoord op de volgende vragen: Wat is de beste scheidingsmethode om in Nederland transportnetten te onderscheiden van distributienetten? Welk grensvlak in het beheer van transport- en distributienetten draagt maximaal bij aan de maatschappelijke doelstellingen? Om deze vragen te beantwoorden is de volgende aanpak gevolgd. Op basis van objectiveerbare en niet-objectiveerbare kenmerken van transport- en distributienetten is een aantal scheidingsmethoden beschouwd. Daaruit blijkt dat scheiding op basis van spanningsniveau (netvlak) duidelijk het meest voldoet, vanwege de eisen die gesteld zijn ten aanzien van helderheid, begrijpelijkheid, toekomstvastheid en internationale consistentie.

5 TDC A Er zijn vier maatschappelijke doelstellingen geselecteerd, in volgorde van belangrijkheid: Leveringszekerheid; Facilitering van de markt; Kostenefficiëntie van netbeheerders; Toepasbaarheid van toezicht. Op basis hiervan is een analyse gemaakt van effecten die optreden en waar de optimale beheergrens tussen transport- en distributienetten moet worden aangebracht. De analyse geeft aan dat leveringszekerheid het meest gebaat is bij het centraal beheren van die netten die redundant zijn opgebouwd en ook als zodanig worden bestuurd, die een interlokale reikwijdte hebben, en die wederzijdse ondersteuning kunnen bieden. Daarmee blijft bij een storing de elektriciteitslevering intact, kunnen eventuele onderbrekingen snel worden gedetecteerd, kan de impact worden beperkt en wordt de hersteltijd van grootschalige onderbrekingen gereduceerd door korte communicatielijnen. Ook blijkt dat facilitering van de markt door netbeheerders gebaat is bij het uniformeren van de aansluitfilosofie en bijbehorende tarieven bij aansluitingen met een aansluitcapaciteit groter dan 10 MVA. Voor aangeslotenen wordt in dat geval het aansluitproces transparanter doordat hierbij slechts één netbeheerder zonder commerciële belangen betrokken is. Ook wordt communicatie in het kader van de systeemdiensten vereenvoudigd als de beheerder van de transportnetten rechtstreeks met grote aangeslotenen kan communiceren in geval van nood. Een integrale ontwerpvisie en filosofie over meerdere netvlakken kan aanzienlijke kostenbesparingen opleveren. Daarnaast kan het aantal bedrijfsvoeringcentra voor transportnetten worden teruggebracht hetgeen de kostenefficiëntie bevordert. Ook hier gaat het om die netten die samenhang vertonen en elkaar kunnen ondersteunen. Voor de toepasbaarheid van toezicht speelt met name de vergelijkbaarheid van de netten een rol. Dit is van belang bij het benchmarken van netbeheerders: dit wordt eenvoudiger als de beheerde netten beter vergelijkbaar zijn en het beeld niet wordt verstoord door het wel of niet in beheer hebben van een transportnet.

6 TDC A De analyse leidt tot de conclusie dat netten die positief bijdragen aan de vier maatschappelijke doelstellingen zich over het algemeen op een spanningsniveau van 50 kv en hoger bevinden. Natuurlijk zijn uitzonderingen te vinden op deze generieke analyse. Dit betreft met name 20, 23 en 25 kv netten, en kleine stukjes 50 kv net. Deze netdelen veroorzaken in aantallen en belangrijkheid echter slechts een beperkte verstoring van het beeld, zoals is weergegeven in figuur S.1. Deze conclusie is kwalitatief weergegeven in figuur S.1. De maatschappelijke doelstellingen zijn op schaal opgenomen met de weegfactor die KEMA in overleg met TenneT heeft toegekend. Leveringszekerheid kent de hoogste urgentie (40 %); facilitering van de markt weegt voor 30 % mee, kostenefficiëntie voor 20% en de toepasbaarheid van toezicht voor 10%. Hieruit blijkt duidelijk dat in het algemeen het grensvlak tussen transport- en distributienetten op 50 kv niveau dient te worden gelegd. Figuur S.1 Kwalitatieve weergave van het scheidingsvlak tussen transport- en distributienetten Gezien de uitgevoerde analyse is KEMA van mening dat: Een scheidingmethode op basis van spanningsniveau het best toepasbaar is; De netten met een spanning van 50 kv en hoger tot de transportnetten dienen te worden gerekend; De netten met een spanning lager dan 50 kv tot de distributienetten dienen te worden gerekend.

7 TDC A 1 INLEIDING 1.1 Achtergrond en doelstelling Elektriciteit wordt via elektriciteitsnetten over grote en kleine afstanden vervoerd. Daartoe zijn transport- en distributienetten ontworpen en aangelegd. Transportnetten vervoeren over het algemeen grote hoeveelheden elektriciteit over grote afstanden van een beperkt aantal grote opwekkers naar een beperkt aantal afnemers. Distributienetten vervoeren over het algemeen kleinere hoeveelheden elektriciteit naar een groot aantal kleine verbruikers. Dit gebeurt via een beperkt aantal koppelingen met transportnetten. Als gevolg van bovenstaande vervoersmechanismen zijn transport- en distributienetten verschillend van karakter, ontwerp en gebruik. De vraag is nu waar de beheergrenzen van de verschillende netbeheerders in Nederland moeten liggen teneinde de bijdrage aan maatschappelijke doelstellingen te maximaliseren. In opdracht van TenneT heeft KEMA daartoe een analyse gepleegd. De analyse geeft antwoord op de volgende vragen: Wat is de beste scheidingsmethode om in Nederland transportnetten te onderscheiden van distributienetten? Welk grensvlak in het beheer van transport- en distributienetten draagt maximaal bij aan de maatschappelijke doelstellingen? Dit rapport beschrijft de uitgevoerde analyse en conclusies die daaruit getrokken worden. De analyse is gepleegd met behulp van openbare bronnen en bestaande expertise binnen KEMA. Er is geen nadere informatie bij andere partijen dan KEMA of TenneT ingewonnen. 1.2 Leeswijzer Het onderscheid tussen transport- en distributienetten zal op basis van een goede scheidingsmethode dienen te gebeuren. Deze keuze wordt in hoofdstuk twee beschreven. Het te bepalen onderscheid tussen transport- en distributienetten dient een bijdrage te leveren aan maatschappelijke doelstellingen. Dit zijn doelstellingen die de maatschappij in het algemeen met de elektriciteitsvoorziening nastreeft. In hoofdstuk drie worden vier maatschappelijke doelstellingen vastgesteld, uitgewerkt en beoordeeld. Zo kan een zinvol grensvlak tussen transport- en distributienetten op basis van een gefundeerde scheidingsmethode worden vastgesteld.

8 TDC A 2 KEUZE VAN DE SCHEIDINGSMETHODE Het onderscheid tussen transport- en distributienetten dient op basis van een scheidingsmethode gemaakt te worden. De scheidingsmethode dient eenduidig, helder, begrijpelijk, toekomstvast en internationaal consistent te zijn. In dit hoofdstuk wordt de keuze voor de scheidingsmethode beschreven. 2.1 Inventarisatie Om tot een zinvolle, heldere, eenduidige en hanteerbare definitie voor de scheiding van transport- en distributienetten te komen, zijn kenmerken van netten geïnventariseerd. De opsomming is niet uitputtend, maar geeft een algemeen beeld. De opsomming is onder te verdelen in objectiveerbare (tabel 2.1) en niet-objectiveerbare (tabel 2.2) kenmerken. Transport Hoogspanning Redundante netstructuur 1 Grootschalige transporten Internationale koppeling Uitvoering van systeemdiensten Centrale besturing van het net Onvoorspelbare netbelasting Weinig aangeslotenen Grote aansluitingen Kleinere onderbrekingskans Grote storingsinvloed op aangeslotenen Veel productievermogen als aangeslotene Maatwerk Grote afstanden Omzetregulering (nationale) Overheid eigenaar Voornamelijk bovengrondse infrastructuur Distributie Laagspanning Niet-redundante netstructuur Kleinschalige transporten Lokale/regionale koppeling Lokale besturing van het net Voorspelbare netbelasting Veel aangeslotenen Kleine aansluitingen Grotere onderbrekingskans Kleine storingsinvloed op aangeslotenen Weinig productievermogen als aangeslotene Standaard oplossingen Kleine afstanden Maatstafregulering Holding eigenaar Voornamelijk ondergrondse infrastructuur Tabel 2.1 Objectiveerbare kenmerken van transport- en distributienetten 1 Redundantie betekent dat er meerdere fysieke wegen zijn om de gewenste transporten uit te voeren. Dankzij de aanwezigheid van voldoende alternatieve routes zal bij uitval van een netcomponent de elektriciteitslevering niet worden onderbroken.

9 TDC A Transport Ruggengraat functie binnen elektriciteitsvoorziening Onafhankelijk / transparant Maatschappelijk gedreven Strategische planning Robuust Effectiviteit Pro-actief Eenmalig / uniek Distributie Verbonden in groep met commerciële activiteiten Financieel gedreven Tactische planning Adequaat Efficiency Reactief Repeterend Lokale werkgelegenheid Tabel 2.2 Niet-objectiveerbare kenmerken van transport- en distributienetten Op basis van de niet-objectiveerbare kenmerken in tabel 2.2 is geen zinvolle scheidingsmethode te maken, omdat deze zeer sterk afhankelijk zijn van de invalshoek van betrokkenen. Alleen objectieve kenmerken kunnen worden gebruikt om een scheiding door te voeren. 2.2 Selectie Nadere evaluatie moet uitwijzen of de geïnventariseerde kenmerken leiden tot een bruikbare scheidingsmethode. Van de fysieke kenmerken valt op voorhand reeds een aantal af omdat deze geen eenduidig beeld geven van de verschillende functies van transport- en distributienetten, zoals bijvoorbeeld lengte van verbindingen. Zo hebben gebieden met een lage aansluitdichtheid vele lange verbindingen op een laag spanningsniveau, terwijl met name de Randstad veel korte verbindingen op 150 kv niveau kent. Daarnaast is een aantal kenmerken samen te vatten, omdat deze een zeer grote samenhang vertonen, zoals het aantal aansluitingen en grootte daarvan. Uiteindelijk zijn de volgende vier onderscheidende methoden geselecteerd: Spanningsniveau; Aansluitdichtheid; Netstructuren; Centrale besturing van het net. Belangrijk is dat de uiteindelijke scheidingsmethode goed toepasbaar is; dit is als volgt gedefinieerd:

10 TDC A Eenduidig: de scheidingsmethode moet op slechts één manier kunnen worden uitgelegd. Begrijpelijk: de scheidingsmethode moet ook door niet-ingewijden toegepast kunnen worden. Toekomstvast: de scheidingsmethode dient ook op langere termijn bruikbaar te blijven en uitkomsten dienen consistent te blijven. Internationaal vergelijkbaar: de scheidingsmethode dient niet tot een uitzonderingspositie voor Nederland te leiden. De scheidingsmethoden zijn als volgt beoordeeld op toepasbaarheid. Spanningsniveau Eenduidig Begrijpelijk Toekomstvast Internationaal Over het spanningsniveau kan geen misverstand bestaan. Voor iedereen is dit helder en begrijpelijk. Op termijn kan discussie ontstaan wanneer netvlakken (spanningsniveaus) van functie veranderen. De meeste landen maken onderscheid op basis van spanningsniveau. De grens ligt hierbij over het algemeen op minimaal 63 kv. Aansluitdichtheid Eenduidig Begrijpelijk Toekomstvast Internationaal Over aansluitgrootte kan geen misverstand ontstaan. Deze methode is voor iedereen helder en begrijpelijk. De grootte van aansluitingen kan veranderen. Internationaal is deze methode niet eerder toegepast. Netstructuur Eenduidig Begrijpelijk Toekomstvast Internationaal Aanvullende definities zijn noodzakelijk om netstructuren eenduidig te kunnen aanduiden. Interpretatie door deskundigen en/of aanvullende informatieverzoeken zijn noodzakelijk. Omdat netstructuren kunnen wijzigen, zal de methode geen consistent resultaat opleveren. Internationaal is deze methode niet eerder toegepast.

11 TDC A Centrale besturing van het net Eenduidig Begrijpelijk Toekomstvast Internationaal Centrale besturing is eerder gevolg dan oorzaak. Daardoor is het niet helder of een net(deel) centraal bestuurd moet worden. Interpretatie door deskundigen en/of aanvullende informatieverzoeken zijn noodzakelijk. Er is een trend naar steeds meer centrale besturing van het net. Internationaal is deze methode niet eerder toegepast. De beoordeling van de potentiële scheidingsmethoden op basis van bovenstaande toepasbaarheidscriteria staat samengevat in waarderingstabel 2.3. De scheidingsmethoden zijn hierin kwalitatief beoordeeld op een ordinale schaal. De scores hebben de volgende betekenis: ++ = zeer goed; + = goed; 0 = neutraal; - = slecht; -- = zeer slecht. Eenduidig Begrijpelijk Toekomstvast Internationaal Spanningsniveau Aansluitdichtheid Netstructuur Besturing Tabel 2.3 Waardering van toepasbaarheid per scheidingsmethode Uit bovenstaande waardering van de toepasbaarheid van de scheidingsmethoden blijkt dat spanningsniveau het beste scoort. In het vervolg van dit project zal de scheiding tussen transport- en distributienetten daarom vastgesteld worden op basis van spanningsniveau. Onder meer zal worden geëvalueerd in hoeverre toepassing van een scheiding op basis van spanningsniveau afdoende is of dat deze tot onacceptabele resultaten leidt. Indien dit laatste het geval is, dient alsnog een andere of een additionele methode te worden toegepast.

12 TDC A 3 EFFECTEN OP MAATSCHAPPELIJKE DOELSTELLINGEN Het te bepalen onderscheid tussen transport- en distributienetten dient een maximale bijdrage te leveren aan maatschappelijke doelstellingen. Dit zijn doelstellingen die de maatschappij in het algemeen met de elektriciteitsvoorziening nastreeft. In dit hoofdstuk worden de vier meest belangrijke maatschappelijke doelstellingen vastgesteld. Vervolgens wordt het meest zinvolle grensvlak tussen transport- en distributienetten op basis van spanningsniveau vastgesteld. 3.1 Inventarisatie De maatschappelijke doelstellingen zijn afgeleid aan de hand van een aantal in dit kader relevant geachte (maatschappelijke) organisaties en hun belangen, zie tabel 3.1 voor het overzicht. De belangen die donkergroen zijn weergegeven wegen zwaar, de lichtgele zijn van kleiner belang en de witte van geen belang. Efficiëntie Facilitering van markt Transparantie Kwaliteit van transportdienst Eigendom Duurzaamheid Bijdrage aan crisismanagement Afhankelijkheid van anderen Integriteit Maatwerk versus standaard oplossingen Politieke sturing Werkgelegenheid Toepasbaarheid van toezicht Efficiëntie prikkel Informatievoorziening/beheer BV Nederland LTNB Regionale netbeheerders Landelijke politiek Lokale politiek Kleine afnemers Grote afnemers & grootschalige opwekkers Decentrale opwekkers Maatschappelijke groeperingen Toezichthouder Tabel 3.1 Samenhang tussen maatschappelijke doelstellingen en organisaties

13 TDC A 3.2 Selectie De belangen uit Tabel 3.1 zijn gecumuleerd in de volgende vier meest relevante maatschappelijke doelstellingen: Leveringszekerheid: Hieronder wordt verstaan continuering van de betrouwbaarheid van netten, kwaliteit van dienstverlening en eventueel ingrijpen in productie van elektriciteit. Facilitering van de markt: Hieronder wordt verstaan het bevorderen van uniformiteit van transport- en aansluittarieven en aansluitfilosofieën. Kostenefficiëntie: Hieronder wordt verstaan de te besparen kosten door netbeheerders. Toepasbaarheid van toezicht: Hieronder wordt het effect verstaan op kwaliteit en efficiëntie van het toezicht zoals dat door de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) wordt uitgeoefend op de beheerders van elektriciteitsnetten. Aan de hand van de bijdrage aan deze vier maatschappelijke doelstellingen zal de scheiding tussen transport- en distributienetten worden geëvalueerd. In de navolgende paragrafen volgt per maatschappelijke doelstelling een beschrijving van de verwachte effecten. Per maatschappelijke doelstelling resulteert dit in een advies voor een zodanig grensvlak tussen transport- en distributienetten op basis van spanningsniveau dat de bijdrage aan de maatschappelijke doelstellingen maximaal is. Tevens wordt geëvalueerd of een grensvlak op basis van het voorgestelde spanningsniveau tot acceptabele resultaten leidt, of dat een andere of een additionele methode dient te worden toegepast. 3.3 Leveringszekerheid Leveringszekerheid is een maatstaf voor betrouwbaarheid van de elektriciteitsvoorziening. Daarbij spelen twee aspecten een grote rol. Ten eerste de betrouwbaarheid van het net, en ten tweede de zekerheid waarmee de elektriciteitsproductie in evenwicht wordt gehouden met de elektriciteitsvraag, op zowel lange als korte termijn Evaluatie van effecten Door het bundelen van het beheer van de transportnetten bij één netbeheerder zullen effecten ontstaan op de volgende aspecten: centralisatie van beheer, netstructuren en centrale bedrijfsvoering.

14 TDC A Centralisatie van beheer Door het samenvoegen van transportnetten wordt het beheer van de transportfunctie van de netten in één hand gelegd. De daarbijbehorende coördinatie, samenwerking en integratie leiden tot integraal beheer van het net. Een netbeheerder die alle Nederlandse transportnetten beheert, zal: meer en betere informatie tot zijn beschikking hebben; daardoor een beter inzicht hebben in mogelijkheden van reeds bestaande infrastructuur, met name daar waar verschillende netvlakken elkaar kunnen aanvullen; op basis daarvan een integrale visie op de infrastructuur ontwikkelen, voor zowel middellange als lange termijn ontwikkelingen waardoor meer oplossingsvarianten mogelijk worden. Dit zijn ontwikkelingen zoals inpassing van productie-eenheden, zowel grootschalig als decentraal; grote veranderingen in het verbruikspatroon, zowel in grootte als geografisch; nationale en internationale maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Daarnaast zal het herstel van de elektriciteitsvoorziening bij een storing worden versneld door een gestandaardiseerde wijze van ontwerpen en toepassing van gestandaardiseerde componenten. Op deze wijze kan met een beperkt aantal typen reservecomponenten een grote dekkingsgraad bereikt worden. In geval van noodsituaties of een storing zal dit de hersteltijd van de elektriciteitsvoorziening ten goede komen. Netstructuur De impact van een storing op hoogspanningsniveau is vele malen groter dan op middenspannings- en laagspanningsniveau. Daarom wordt op hoogspanningsniveau een veel lagere kans op onderbreking geaccepteerd 2. De NetCode 3 stelt zodanige eisen aan hoogspanningsnetten dat de transportdienst bij enkelvoudige storingen niet mag worden onderbroken (het n-1 criterium ). Vanwege de hoge betrouwbaarheidseisen zijn hoogspanningsnetten over het algemeen redundant aangelegd. Dit betekent dat gewenste transporten via meerdere (fysieke) wegen kunnen worden uitgevoerd, dankzij vermaasde netten. Wanneer één beheerder alle transportnetten beheert, kan deze redundantie via het gebruik van andere netvlakken worden geoptimaliseerd. Lagere spanningsniveaus zijn vaak wel redundant uitgevoerd, maar in de meeste gevallen alleen parallel aan elkaar. Voor een significant gedeelte is dit slechts gebeurd in verband met de noodzakelijke transportcapaciteit. Andere routes in geval van storingen zijn daarmee 2 Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland in 2003; KEMA, in opdracht van EnergieNed, 4 mei NetCode, artikel t/m , Dienst Toezicht en Uitvoering Energie, per 1 juli 2004.

15 TDC A uitgesloten. Ook de bedrijfvoeringsfilosofie (beveiliging) laat dit niet toe. Aanpassing van de beveiliging zou een kostbare aangelegenheid zijn vanwege de enorme aantallen, terwijl de bijdrage aan de betrouwbaarheid gering is; bij benadering een vermindering van twee à drie minuten jaarlijkse uitvalduur. Op dit moment wordt de betrouwbaarheid van de netten beoordeeld per netvlak. Door transportnetten onder te brengen bij één enkele LTNB wordt het aantal mogelijkheden tot aanpassing en optimalisatie van de netten uitgebreid. Daardoor kunnen meer oplossingen worden beschouwd waaruit een optimale keuze ten behoeve van betrouwbaarheid kan worden gemaakt. Centrale bedrijfsvoering Centrale bedrijfsvoering is zinvol voor die netten die elkaar kunnen ondersteunen. Daarbij gaat het om netten van verschillend spanningsniveau die geografisch overlappend zijn, redundant zijn uitgevoerd en vermaasd kunnen worden bedreven. Eén centraal bedrijfsvoeringscentrum heeft beter zicht op benutting van deze mogelijkheden, en momentane regionale en lokale belastingen en productie en ontwikkeling daarvan. Door een centrale bewaking van het transportnet zullen verstoringen beter gecoördineerd worden. Door een centrale bedrijfsvoering kan op het moment van een storing direct en adequaat gereageerd worden zonder onnodig tijdverlies door overleg tussen verschillende bedrijfsvoeringscentra van verschillende netbeheerders. De bedrijfsvoering zal minder coördinatie behoeven. Hierdoor wordt uitbreiding van een storing snel en effectief beperkt, en zal het herstel van de elektriciteitsvoorziening versneld worden. Het bedrijfsvoeringscentrum heeft meer mogelijkheden ter beschikking om meer robuuste oplossingen te creëren, zoals het gebruiken van interregionale koppelingen in plaats van alleen het transportnet bij overbelasting of uitval van netcomponenten. Hierdoor kan het aantal verstoringen, duur en impact daarvan worden beperkt. Ook in geval van onbalanssituaties kan via centrale bedrijfsvoering beter op ontwikkelingen ingespeeld worden. In dergelijke situaties kunnen centraal bewustere en optimalere keuzes gemaakt worden, zoals bijvoorbeeld het in- of afschakelen van afnemers en productie, hetgeen leidt tot minder onderbrekingen met minder impact.

16 TDC A Vertaling naar spanningsniveau Over het algemeen zijn netten met een spanning van 50 kv en hoger bewust redundant ontworpen, gebouwd en bedreven. Deze netten kunnen elkaar ondersteunen door de meerdere geografische wegen om transporten uit te voeren. Op lagere spanningsniveaus is over het algemeen de redundantie alleen aanwezig in de vorm van meerdere parallelle verbindingen langs hetzelfde tracé. Ook laat de transportcapaciteit op lagere spanningsniveaus ondersteuning aan hogere spanningsniveaus slechts in specifieke gevallen toe. Als gevolg van redundantie in netten, centrale besturing en beheer; is het zinvol om netten met een spanning van 50 kv en hoger als transportnet te beschouwen. Deze conclusie en de sporadische uitzonderingen daarop zijn kwalitatief weergegeven in figuur 3.1. Figuur 3.1 Voorgesteld grensvlak op basis van de maximale bijdrage aan de maatschappelijke doelstelling Leveringszekerheid Uitzonderingen Nederland kent een aantal 50 kv netten dat zeer lokaal is en niet ondersteund wordt door c.q. kan ondersteunen aan een hoger spanningsniveau. Het gaat hierbij om netten rondom Tilburg, Nijmegen, Arnhem, Apeldoorn, Goeree-Overflakkee en Voorne Putten. Dit betreft bij benadering slechts 20% van alle knooppunten op 50 kv niveau en 30% van de gehele netlengte op 50 kv niveau. Indeling van deze netdelen bij het transportnet kan desondanks gunstig zijn vanwege het tegengaan van versnippering van het beheer en helderheid naar aangeslotenen. Nederland kent een aantal 25 kv netten dat redundant is aangelegd. Deze netten verkrijgen redundantie als gevolg van meerdere geografische wegen en meerdere parallelle circuits. Deze voorzien echter slechts drie zeer lokale gebieden: de stad Den Haag, de stad Rotterdam en het havengebied, en het gebied tussen Zoetermeer en Delft. Vanwege hun lokale functie kunnen deze netten geen ondersteuning bieden aan hogere spanningsniveaus en kunnen zij dientengevolge niet bijdragen aan vergroting van de leveringszekerheid indien ze als transportnetten zouden worden beschouwd. De 25 kv netten dienen dan ook te worden ingedeeld bij distributienetten.

17 TDC A Daarnaast is een aantal 10 kv netten in Nederland redundant uitgevoerd. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om zogenaamde transportverbindingen, stamvoedingen en inkoopstations in Limburg en Brabant. Voorzover KEMA kan nagaan is hier slechts sprake van redundantie door middel van parallelle verbindingen op hetzelfde tracé, en kunnen deze als gevolg van de beveiligingsfilosofie, niet als vermaasde netten worden bedreven.voorgesteld wordt derhalve deze 10 kv netten in te delen bij distributienetten. 3.4 Facilitering van de markt Met de maatschappelijke doelstelling facilitering van de markt wordt gedoeld op verdere bevordering van marktwerking op de geliberaliseerde energiemarkt. Voor een goede marktwerking is het essentieel dat marktpartijen vertrouwen hebben in de non-discriminatoire en transparante werking van het netbeheer. De maatschappelijke doelstelling is dan ook een samenstel van begrippen zoals bevordering van toegang, transparantie, informatievoorziening en beheer, en beperkt tot dat deel van de markt waar netbeheerders op opereren Evaluatie van effecten In huidige regelgeving 4 wordt onderscheid gemaakt tussen aansluitingen op basis van het aangevraagde aansluitvermogen. Aansluitingen met een vermogen kleiner dan 10 MVA vallen conform TarievenCode in de standaardtarieven. Aanvragers die een aansluiting wensen met een vermogen groter dan 10 MVA, kunnen vanwege de grootte van de aansluiting niet met een standaardaansluiting worden aangesloten. Bij aansluitingen met een aansluitcapaciteit van meer dan 3 MVA mag de aanvrager de netbeheerder verzoeken af te wijken van de standaardaansluiting en maatwerk te leveren. Dergelijke grote vermogens kunnen niet overal op dezelfde standaardwijze aangesloten worden, omdat de beschikbare transportcapaciteit dit niet toelaat. De netbeheerder moet daarom op zoek naar die aansluitlocatie en configuratie die technisch mogelijk is en voldoet aan de wensen van de aangeslotene. Voor deze grote aansluitingen geldt een aansluittarief gebaseerd op voorcalculatorische projectkosten. 4 TarievenCode, Dienst Toezicht en Uitvoering Energie, per 2 juni 2004.

18 TDC A In de huidige situatie worden aanvragers van meerdere maatwerkaansluitingen verspreid door het land bij verschillende netbeheerders geconfronteerd met verschillende aansluitprocessen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een industriële afnemer met meerdere vestigingen of een windparkexploitant van meerdere windparken. Niet alleen tarieven verschillen, ook de aansluitfilosofie en uiteindelijke technische en financiële uitwerking door netbeheerders verschilt. De verschillende netbeheerders moeten tegenover de aanvragers verantwoorden waarom de lokale netsituatie leidt tot verschillende aansluitingsmogelijkheden en andere tarieven. Dit is voor aanvragers niet transparant en kan leiden tot twijfel of een en ander wel non-discriminatoir verloopt. Eén uniforme aansluitfilosofie per aansluitcategorie en een uniform aansluitproces, juist in die gevallen die buiten de gereguleerde tarieven vallen, is voor grotere aangeslotenen zeer gewenst. De transparantie op de markt wordt bevorderd door de betreffende netten bij één netbeheerder bijeen te brengen. Daarnaast biedt het hebben van één beheerder van transportnetten ook in geval van extreme situaties voordelen vanuit het oogpunt van facilitering van de markt. Hierbij moet gedacht worden aan grootschalige storingen of koelwaterproblematiek. In dergelijke situaties worden alle grote aangeslotenen die een ondersteunende bijdrage kunnen leveren door slechts één netbeheerder benaderd. De uniformiteit van de informatievoorziening wordt hierdoor gewaarborgd en communicatie zal sneller verlopen. Volgens huidige regelgeving 5 heeft een aangeslotene die een bijdrage moet kunnen leveren aan het oplossen van knelpunten in het transportnet een aansluitcapaciteit van minimaal 60 MW. Doordat de beheerder van transportnetten de netten bestuurt waarop ook grootschalige producenten zijn aangesloten zal de Regel- en Reservemarkt beter worden gefaciliteerd. Eén enkele beheerder van transportnetten heeft immers beter zicht op de meest urgente en effectieve ingrepen en kan transportknelpunten zo eenvoudiger en goedkoper oplossen. Neveneffect van overgang naar één landelijke transportnetbeheerder is verdergaande scheiding van commerciële en gereguleerde partijen. Denk hierbij aan grootschalige producenten en leveringsbedrijven, die nu in sommige gevallen tot hetzelfde energiebedrijf behoren als de netbeheerder bij wie ze aangesloten zijn. Met één landelijke netbeheerder neemt de transparantie toe, hetgeen het vertrouwen in de marktwerking ten goede zal komen. 5 NetCode en SysteemCode, Dienst Toezicht en Uitvoering Energie, per 1 juli 2004.

19 TDC A Vertaling naar spanningsniveau Grote aansluitingen (groter dan 10 MVA) dienen op een uniforme wijze behandeld en gefactureerd te worden. Grote aangeslotenen dienen daarnaast op een uniforme wijze bij te kunnen dragen aan het oplossen van transportknelpunten. Conform de Net- en TarievenCode bevinden deze grote aangeslotenen zich op een spanningsniveau van minimaal 25 kv. Omdat 25 kv netten slechts in bepaalde regio s liggen, worden grote aansluitingen in praktijk gerealiseerd op een spanningsniveau van minimaal 50 kv. Daarom is het in dit geval zinvol om netten met een spanning van 50 kv en hoger als transportnet te beschouwen. Deze conclusie en het kleine aantal uitzonderingen daarop zijn kwalitatief weergegeven in figuur 3.2. Figuur 3.2 Voorgesteld grensvlak op basis van de maximale bijdrage aan de maatschappelijke doelstelling Facilitering van de markt Uitzonderingen In het verleden zijn aansluitingen groter dan 10 MVA mogelijk aangesloten op een lager spanningsniveau dan 25 kv. Vanwege de beperkte transportcapaciteit op de lagere spanningsniveaus zal dit een beperkt aantal aangeslotenen betreffen met een aansluitcapaciteit die niet veel groter is dan 10 MVA. Het algemene beeld wordt daardoor niet significant verstoord. 3.5 Kostenefficiëntie Elke netbeheerder in Nederland is verantwoordelijk voor zijn netdeel en mag binnen de ruimte gegeven door regelgeving zelf bepalen hoe zijn netdeel beheerd wordt. De te bepalen scheiding van transport- en distributienetten dient een positief effect te hebben op de gezamenlijke kosten die de netbeheerders maken, en uiteindelijk leiden tot verlaagde tarieven voor de aangeslotenen. 6 6 Zie voor een nadere financiële onderbouwing het rapport: Synergie effecten bij het samenvoegen van het beheer van de elektrische transportnetten ; referentie TDC A; door KEMA T&D Consulting; 28 januari 2004.

20 TDC A Evaluatie van effecten De netbeheerders maken aanzienlijke kosten voor het instandhouden, uitbreiden en gebruiken van de netten. Een scheiding tussen transport- en distributienetten leidt tot effecten op de kosten ten behoeve van: netontwerp en planning; bedrijfsvoering en afstemming; onderhoud, vervanging en nieuwbouw; nieuwe overdrachtspunten tussen transport- en distributienetten. Netontwerp en -planning Een netbeheerder die alle Nederlandse transportnetten beheert, kan maximaal gebruik maken van de mogelijkheden van techniek en infrastructuur om de ontwikkelingen te faciliteren en in te passen in de reeds bestaande elektrische infrastructuur. Daarbij moet met name worden gedacht aan het integraal ontwerpen en beheren van de netten, waardoor verzwaringen in gedeelten van het net kunnen worden vermeden of beperkt. Door gebruik te maken van koppelingen tussen verschillende netvlakken kunnen aanzienlijke besparingen worden bereikt. Tevens zal deze netbeheerder een beter risicoprofiel bezitten, waardoor deze zich beter in kan dekken tegen mogelijke scenario s door hetzij financieringsconstructies hetzij alternatieve gebruiksmogelijkheden. Naar verwachting zijn hier besparingen haalbaar tot enkele tientallen miljoenen EURO per jaar. Bedrijfsvoering en afstemming Een landelijk transportnet kan worden bestuurd vanuit één bedrijfsvoeringcentrum, in plaats vanuit de huidige acht centra in Arnhem (Continuon en TenneT), Middelburg (DNWB), Nederweert (Essent), Rotterdam (Eneco), Utrecht (Eneco), Voorburg (TZH) en Zwolle (Essent). De bedrijfsvoering zelf zal minder coördinatie behoeven omdat minder netbeheerders zijn betrokken en communicatielijnen kort kunnen zijn. Doordat de landelijke transportnetbeheerder het gehele transportnet in beheer heeft, kunnen betere afwegingen worden gemaakt ten aanzien van het bedrijven van het net. Tevens kan de blindvermogenshuishouding, noodzakelijk voor het handhaven van een goede spanningskwaliteit, geoptimaliseerd worden over de gezamenlijke netvlakken in plaats van de huidige beperkte mogelijkheden. Dit houdt een substantiële financiële reductie in van investeringen en beheerskosten. Daar staat tegenover dat een investering moet worden gedaan om voor de distributienetten een

21 TDC A nieuwe coördinatie van storingsmeldingen en bedrijfsvoering in te richten. Naar verwachting bedragen de mogelijke uiteindelijke besparingen enkele miljoenen EURO per jaar, waarbij de noodzakelijke extra investeringen zijn inbegrepen. Onderhoud, vervanging en nieuwbouw Op het gebied van onderhoud en vervanging zullen met name voordelen te behalen zijn, indien die netdelen samengevoegd kunnen worden, die een beperkte omvang per netbeheerder hebben; én over overeenkomende eigenschappen beschikken; met name aangaande componenten met overeenkomende uitvoering en complexiteit; overeenkomende werkwijzen en procedures hebben. De toename van de te beheren componenten door de transportnetbeheerder biedt de mogelijkheid om op basis van risicomanagement en standaardisatie van technologie en beleid een eenduidig en transparant onderhoud- en vervangingsbeleid op te stellen. Met dit beleid kan onderhoud beter afgestemd worden op de behoefte en kunnen betere keuzes gemaakt worden ten aanzien van het vervangingstijdstip. Dit leidt tot een reductie van de onderhouds- en vervangingskosten. Door de schaalvergroting ontstaan naast inkoopvoordelen ook mogelijkheden om de (onderhouds)werkzaamheden efficiënter uit te voeren en meer marktconform aan te besteden. Onderhoudswerkzaamheden kunnen op geschiktere tijdstippen worden uitgevoerd omdat beter gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden (redundantie) van het net. Hierdoor wordt het aantal en de impact van transportknelpunten gereduceerd. Voorts kunnen door een uniforme aanpak en standaardisatie de inspanning en kosten beperkt worden bij de realisatie van nieuwbouw. Consequentie is tevens, dat ten aanzien van reserve materieel een uniform (kostenbesparend) beleid gevoerd kan worden. Dit zal leiden tot besparingen in de orde van een tiental miljoenen EURO per jaar. Nieuwe overdrachtspunten tussen transport- en distributienetten Het aantal overdrachtspunten tussen de distributienetbeheerders en de landelijke transportnetbeheerder neemt aanzienlijk toe, omdat de grens tussen de netbeheerders op een grensvlak komt te liggen met meer overdrachtspunten. Door de verplaatsing van de beheergrens dienen afspraken gemaakt te worden omtrent het gebruik van bestaande (gedeelde) voorzieningen binnen één schakelstation. Voorstaande leidt naast organisatorische maatregelen tot eenmalige investeringen voor comptabele meetinrichtingen

22 TDC A (overdrachtspunten) en het aanbrengen van nieuwe scheidingen (beheer) tussen transporten distributienetten binnen de bestaande hoogspanningsstations. Dit leidt tot eenmalige investeringen van circa 20 miljoen EURO Vertaling naar spanningsniveau Kostenbesparingen met betrekking tot integraal beheer en centrale bedrijfsvoering kunnen met name bereikt worden bij netten met een redundant karakter. Ook ten aanzien van onderhoud en vervanging gaat het om die netten en componenten met overeenkomende eigenschappen. Het gaat hierbij beide om netten met een spanningsniveau van 50 kv en hoger. Een uitbreiding van het transportnet naar lagere spanningsniveaus levert naar verwachting geen verdere synergievoordelen op (mogelijk zelfs nadelen), omdat het toegepaste materieel voor de lagere spanning (lager dan 50 kv) afwijkend is met betrekking tot de complexiteit, regelgeving, werkwijzen en uitvoering van het toegepaste materieel. De aantallen componenten op de lagere spanningsniveaus vanaf 10 kv nemen zodanig toe dat een regionale spreiding van beheer en onderhoudsregimes en planningen noodzakelijk blijft. Figuur 3.3 Voorgesteld grensvlak op basis van de maximale bijdrage aan de maatschappelijke doelstelling Kostenefficiëntie Daarom is het in dit geval zinvol om netten met een spanning van 50 kv en hoger als transportnet te beschouwen. Deze conclusie en de uitzonderingen daarop zijn kwalitatief weergegeven in figuur Uitzonderingen Eén van de argumenten om netten met een spanningsniveau van 50 kv en hoger samen te voegen is het combineren van relatief kleine populaties tot één grote populatie, waardoor synergievoordelen behaald kunnen worden. Ook de 25 kv netten kunnen in principe onder

23 TDC A dit criterium tot de transportnetten worden gerekend. Echter, het 25 kv net betreft een zeer kleine populatie, met name geconcentreerd rond Rotterdam, Delft en Den Haag. Deze 25 kv netten zijn reeds ondergebracht bij één netbeheerder (ENECO). Onderbrengen bij de transportnetbeheerder leidt derhalve niet tot een verdere bundeling van de 25 kv netten. Voorts lettend op de sterk lokaal/regionaal georiënteerde functionaliteit van het 25 kv net, wordt geen toename van de kostenefficiëntie verwacht door het toekennen van de 25 kv netten aan het transportnet. 3.6 Toepasbaarheid van toezicht Omdat netbeheer een natuurlijk monopolie is, zijn verschillende toezichtmechanismen in werking gesteld teneinde netbeheerders conform de wet efficiënt te laten werken. De vraag is hier of een (gewijzigde) scheiding tussen transport- en distributienetbeheerders effect heeft op de kwaliteit en efficiëntie van het toezicht zoals dat door de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) wordt uitgeoefend op beheerders van elektriciteitsnetten. De toepasbaarheid van toezicht kent twee aspecten: 1. handhaving van wetten en regels; 2. regulering van tarieven en omzetten Evaluatie van effecten Handhaving Het eerste aspect, de handhaving van wetten en regels, staat los van iedere te bepalen scheiding tussen transport- en distributienetten. Immers, iedereen dient zich aan de wet te houden, ook iedere netbeheerder. Ten behoeve van de handhaving van wetten en regels zal de toezichthouder informatie verzamelen en analyseren. Ook dit proces verloopt onafhankelijk van de netbeheerders. Het toepassingsgebied blijft generiek, en maakt geen onderscheid tussen transport- en distributienetten. Ook toezicht op de aanvullende taakstelling van de netbeheerder van de landelijke transportnetten (Elektriciteitswet artikel 16 lid 2) wordt niet beïnvloed omdat dit niet gekoppeld is aan enig net. Handhaving van wetten en regels wordt dus niet beïnvloed door enige scheiding tussen transport- en distributienetten. Regulering Regulering van netbeheerders, in het bijzonder van de tarieven en omzetten, wordt voor een belangrijk deel vorm gegeven door benchmarking. Benchmarking houdt in dat netbeheerders onderling vergeleken worden op basis van functionele en/of technische kenmerken.

24 TDC A Functionele kenmerken zijn met name de voorziening aan vergelijkbare aantallen en categorieën aangeslotenen. Technische kenmerken zijn met name spanningsniveaus en netstructuren. De uitkomsten van de benchmark zijn bepalend voor besluiten en maatregelen van DTe. De kwaliteit van de benchmark wordt bepaald door de onderlinge vergelijkbaarheid: maatregelen mogen niet gebaseerd zijn op een vergelijking van appels met peren. Op dit moment is de beheerder van de landelijke transportnetten uitgesloten van de benchmark, gezien zijn unieke positie binnen de Nederlandse context. De overige netbeheerders zijn op basis van functionele en technische criteria onderling beperkt vergelijkbaar. Vanwege de lange levensduur van de betrokken assets (35-55 jaar) heeft iedere netbeheerder te maken met de historische opbouw van en investeringen in zijn net als onvermijdbare basis voor toekomstige ontwikkelingen. Een net dat tegenwoordig als inefficiënt wordt beschouwd, kan niet eenvoudig en snel worden aangepast. Omdat diverse netbeheerders in het verleden verschillende strategische en technische keuzes hebben gemaakt kan een benchmark pas goed plaatsvinden indien de functies, structuren en technieken enigszins gestandaardiseerd zijn. Ook het voorhanden zijn van voldoende vergelijkingsmateriaal is van groot belang. De consequentie hiervan is dat slechts de niet-redundante netten die direct een groot aantal kleine aangeslotenen voorzien van elektriciteit vergelijkbaar zijn. Alle netten en netdelen die deze distributienetten aan elkaar koppelen en/of grotere aansluitingen hebben zijn zeer specifiek in functie en structuur. Soms zijn deze netten en netdelen redundant uitgevoerd en bedreven, soms zijn deze redundant uitgevoerd maar radiaal bedreven. Soms worden distributienetten rechtstreeks door transformatoren aangesloten op een hoger spanningsniveau, bijvoorbeeld in Brabant en Gelderland. In andere gevallen is juist een net op hetzelfde spanningsniveau aangelegd, bijvoorbeeld in Limburg. In een groot aantal gevallen vindt transformatie plaats van 150 kv naar 10 kv niveau, in een significant aantal andere gevallen zijn juist tussenliggende spanningsniveaus (20 kv, 23 kv, 25 kv, 50 kv) geïntroduceerd. Voorbeelden van dit laatste zijn met name te vinden in de provincies Noord en Zuid Holland, Utrecht en Zeeland. Kortom, dit leidt in de praktijk mede tot bediscussieerbare uitkomsten uit de benchmark, en betwisting van de daaruit volgende besluiten en maatregelen van DTe. Door een expliciete scheiding tussen transport- en distributienetten te bepalen en de beheergrens te verschuiven zodanig dat één beheerder van de transportnetten ontstaat, verbetert de onderlinge vergelijkbaarheid van de beheerders van de distributienetten. Deze zullen in de toekomstige situatie allen distributienetten beheren waardoor zij functioneel en

25 TDC A technisch meer overeenkomsten vertonen. De benchmark wordt dan niet langer verstoord doordat enkele netbeheerders wel en andere geen transportnet beheren. De huidige beheerder van de landelijke transportnetten is nu van de Nederlandse benchmark uitgesloten. Als de beheergrens tussen transport- en distributienetten verschuift, wordt het niet te benchmarken deel van de Nederlandse netten vergroot. In de internationale context kan de beheerder van de transportnetten beter vergelijkbaar worden omdat deze een grotere netlengte en meer spanningsniveaus beheert. Overheid en landelijk transportnetbeheerder moeten gezamenlijk zoeken naar een adequate wijze om ook in die situatie de landelijk transportnetbeheerder te prikkelen om efficiënt te opereren Vertaling naar spanningsniveau In praktijk kunnen met name de netten met een spanning van 10 kv en lager onderling vergeleken worden, omdat deze qua structuur en wijze van bedrijfsvoering op dezelfde wijze zijn ontworpen. Bijkomende factor is dat netten met een spanningsniveau van 10 kv en lager in geheel Nederland worden toegepast. Voor de spanningsniveaus van 50 kv en hoger worden vaker redundante netstructuren toegepast, waardoor deze zeer specifiek in ontwerp, structuur en wijze van bedrijfsvoering zijn. Deze netten zijn wel weer in grote aantallen aangelegd. De netstructuur is daar echter zo specifiek en situationeel bepaald, dat enige vergelijking binnen de Nederlandse context niet mogelijk is. Dit pleit ervoor om vanuit het oogpunt van toepasbaarheid van toezicht de netten met een spanning hoger dan 10 kv tot transportnet te rekenen, en de netten van 10 kv en lager tot distributienet. Deze conclusie en de uitzonderingen daarop zijn kwalitatief weergegeven in figuur 3.4.

26 TDC A Uitzonderingen Indien de grens tussen transport- en distributienetten wordt gelegd op 50 kv en hoger, blijft een aantal netbeheerders beheerder van een onvergelijkbaar netdeel (20 kv, 23 kv en 25 kv). Vanuit het oogpunt van toepasbaarheid van toezicht leidt dit tot negatieve randverschijnselen. De spanningsniveaus 20 kv, 23 kv en 25 kv zijn in slechts zeer specifieke gevallen aangelegd zodat de effecten van toekenning tot het distributienet eventueel kunnen worden verwaarloosd. Figuur 3.4 Voorgesteld grensvlak op basis van de maximale bijdrage aan de maatschappelijke doelstelling Toepasbaarheid van toezicht

27 TDC A 4 KEUZE VAN HET GRENSVLAK Het te bepalen onderscheid tussen transport- en distributienetten dient op basis van een gefundeerde en toepasbare scheidingsmethode te gebeuren. Als mogelijke scheidingsmethode zijn onderzocht: spanningsniveau, aansluitdichtheid, netstructuren en centrale besturing van het net. Gebleken is dat een scheiding op basis van spanningsniveau het best voldoet aan de toepasbaarheidscriteria. Een scheiding op basis van spanningsniveau is namelijk eenduidig, leidt tot begrijpelijke consequenties, is toekomstvast en consistent in de internationale context. Het te bepalen onderscheid tussen transport- en distributienetten dient een bijdrage te leveren aan maatschappelijke doelstellingen. Dit zijn doelstellingen die de maatschappij in het algemeen met het energiebeleid en de elektriciteitsvoorziening nastreeft. In dit project zijn vier maatschappelijke doelstellingen vastgesteld: leveringszekerheid, facilitering van de markt, kostenefficiëntie en de toepasbaarheid van toezicht. Door het effect van een scheiding tussen transport- en distributienetten op deze maatschappelijke doelstellingen te beoordelen, kan een zinvolle scheiding tussen transport- en distributienetten op basis van spanningsniveau worden vastgesteld. De maatschappelijke doelstellingen hebben verschillende urgenties. Hiertoe zijn in samenspraak met TenneT de volgende weegfactoren aan de doelstellingen toegekend: Leveringszekerheid / betrouwbaarheid: weegfactor 40%; Facilitering van de markt: weegfactor 30%; Kostenefficiëntie: weegfactor 20%; Toepasbaarheid van toezicht: weegfactor 10%. Uit de analyse van de effecten op de maatschappelijke doelstellingen is het volgende beeld ontstaan. De netten die positieve effecten hebben op de maatschappelijke doelstellingen, bevinden zich over het algemeen op een spanningsniveau van 50 kv en hoger. Op deze analyse zijn natuurlijk uitzonderingen te vinden. Dit betreft met name de 20, 23 en 25 kv netten, en kleine stukjes 50 kv net. Deze netdelen veroorzaken in aantallen en belangrijkheid echter slechts een beperkte verstoring van het beeld zoals uit figuur 4.1 blijkt. In deze figuur is het scheidingsvlak op basis van spanningsniveau weergegeven en zijn de maatschappelijke doelstellingen geschaald conform de toegekende weegfactor.

28 TDC A Figuur 4.1 Kwalitatieve weergave van het scheidingsvlak tussen transport- en distributienetten KEMA is dan ook van mening dat: Een scheidingsmethode op basis van spanningsniveau het best toepasbaar is; De netten met een spanning van 50 kv en hoger tot de transportnetten dienen te worden gerekend; De netten met een spanning lager dan 50 kv tot de distributienetten dienen te worden gerekend.

29 TDC A BIJLAGE: ANALYSE VAN SCHEIDINGSMETHODEN In deze bijlage is de onderliggende analyse van scheidingsmethoden opgenomen waar hoofdstuk 2 naar verwijst. De vier gekozen scheidingsmethoden spanningsniveau, aansluitdichtheid, netstructuren en centrale besturing van het net, worden individueel en geïsoleerd beschouwd. Daarbij wordt onderzocht wat de effecten op de maatschappelijke doelstellingen zijn. 1 Spanningsniveau Doel van deze methode is om op basis van spanningsniveau onderscheid te maken. 1.1 Leveringszekerheid De leveringszekerheid wordt in eerste instantie bepaald door de gehanteerde planning- en ontwerpfilosofie, eisen vanuit de regelgeving en de inrichting van de beheerorganisatie. De scheidingsgrens van transport en distributie op basis van spanningsniveau heeft hierop geen directe invloed Facilitering van de markt Omdat de netten met een spanning lager dan 220 kv in beheer zijn bij diverse netbeheerders worden aangeslotenen geconfronteerd met een diverse toegangsprocessen. Niet alleen de tarieven verschillen, ook de aansluitfilosofie van de netbeheerders verschilt om in lokaal verschillende omstandigheden maatwerkoplossingen te leveren. Uniforme aansluittarieven per spanningsniveau en een uniform aansluitproces, juist als het gaat om maatwerk, is voor de grotere aangeslotenen (> 10 MVA) zeer gewenst. Conform de Tarievencode bevinden deze aangeslotenen zich op een spanningsniveau van minimaal 25 kv. 1.3 Kostenefficiëntie Door het vergroten van de te beheren netten nemen de mogelijkheden van een netbeheerder toe om efficiënt te werken. Dit komt in zeer belangrijke mate door de mogelijkheid van optimalisatie van planning en bedrijfsvoering over zoveel mogelijk netten en 7 Indirecte effecten worden merkbaar indien wijziging van de beheergrenzen leidt tot aanpassing van de netten en besturing. Deze indirecte effecten worden beschreven in de desbetreffende paragrafen: netstructuur en centrale besturing.

2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF

2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF CAPACITEITSPLAN ELEKTRICITEIT 2003-2010 Westland Energie Infrastructuur b.v. DEFINITIEF Inhoudsopgave: Inleiding 3 Toelichting op het Capaciteitsplan 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Opbouw van het net 4 1.3 Invullen

Nadere informatie

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV 30-11-2000

Capaciteitsplan. ONS Netbeheer BV 30-11-2000 Capaciteitsplan ONS Netbeheer BV 2001 2007 30-11-2000 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Visie 3. Modellen 3.1. Model 1 Belasting, invoeden en uitwisselen in knooppunten bij verschillende transportscenario's

Nadere informatie

5.3.03. Elektriciteit

5.3.03. Elektriciteit 5.3.03 Elektriciteit Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Beschrijving van de capaciteit van het huidige net 3. Lange termijn visie op de capaciteitsvraag en vertaling hiervan naar transport scenario s 4. Inschatting

Nadere informatie

Aspecten van leveringszekerheid en netveiligheid in het 380 kv-net. Verantwoord en innovatief ondergronds

Aspecten van leveringszekerheid en netveiligheid in het 380 kv-net. Verantwoord en innovatief ondergronds Aspecten van leveringszekerheid en netveiligheid in het 380 kv-net Verantwoord en innovatief ondergronds Aspecten van leveringszekerheid en netveiligheid in het 380 kv-net Samenvatting Toepassing 380 kv

Nadere informatie

Capaciteitsplan Elektriciteit

Capaciteitsplan Elektriciteit Titel Nummer Datum 31 oktober 2002 Inhoud Pagina 1 INLEIDING... 3 2 HUIDIGE EN TOEKOMSTIGE BEHOEFTE AAN TRANSPORT... 3 2.1 HET MAXIMALE SCENARIO... 4 2.2 HET MINIMALE SCENARIO... 5 2.3 HET WERKELIJKE SCENARIO...

Nadere informatie

Position Paper. Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen

Position Paper. Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen Position Paper Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen 2 Position Paper TenneT Position Paper Ondergrondse kabels en bovengrondse hoogspanningslijnen Bij hoogspanningslijnen vanaf 110 kv

Nadere informatie

T-prognoses. nut en noodzaak

T-prognoses. nut en noodzaak nut en noodzaak : nut en noodzaak Wat zijn? staat voor Transportprognoses, oftewel een verwachting van het benodigde transport voor de levering of productie van elektriciteit. Producenten, regionale netbeheerders

Nadere informatie

De rol van TenneT in de transitie naar duurzame energie. Peter Nieuwenhuijse Arnhem, 29 juni 2011

De rol van TenneT in de transitie naar duurzame energie. Peter Nieuwenhuijse Arnhem, 29 juni 2011 De rol van TenneT in de transitie naar duurzame energie Peter Nieuwenhuijse Arnhem, 29 juni 2011 TenneT TSO Elektriciteitstransporteur in Nederland en een deel van Duitsland In Nederland: Alle netten op

Nadere informatie

Netaansluiting Windparken

Netaansluiting Windparken Netaansluiting Windparken Wouter van den Akker Stay tuned. Safety first! Voor uw en onze veiligheid vragen we uw aandacht voor de volgende veiligheidsmaatregelen. In geval van een ontruiming van het pand:

Nadere informatie

TenneT als netontwikkelaar op zee. NWEA Winddag, 13 juni 2014

TenneT als netontwikkelaar op zee. NWEA Winddag, 13 juni 2014 TenneT als netontwikkelaar op zee NWEA Winddag, TenneT als netontwikkelaar op zee 1. Introductie TenneT als netontwikkelaar 2. Integrale aanpak en netoptimalisatie nodig voor behalen duurzaamheidsdoelstellingen

Nadere informatie

Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit

Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit Leeswijzer Tarievencode Elektriciteit Doel leeswijzer TarievenCode... 2 Aansluittarieven (hoofdstuk 2 TarievenCode)... 2 2. Twee soorten aansluittarieven... 2 2.. Eenmalig aansluittarief afhankelijk van

Nadere informatie

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder

Besluit. Geschilbesluit Crown Van Gelder Besluit Geschilbesluit Crown Van Gelder Ons kenmerk Zaaknummer : ACM/UIT/493003 : ACM/17/024896 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Standaard elementen per aansluitcapaciteit

Standaard elementen per aansluitcapaciteit Bijlage 1 Standaard elementen per aansluitcapaciteit Het betreft een nadere omschrijving van de drie wettelijke elementen van de aansluiting per type aansluiting zoals gedefinieerd in tabel 2.3.3.C van

Nadere informatie

CAPACITEITSPLAN ELEKTRICITEIT

CAPACITEITSPLAN ELEKTRICITEIT CAPACITEITSPLAN 2003-2009 ELEKTRICITEIT Maastricht, 29 november 2002 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 1 2. Beschrijving van het huidige net 2 2.1 beschrijving van het primaire en secundaire net 2 2.2

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: D.E.S. Heijmans Malden

Nadere informatie

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector

Groeiplan voor warmte. een initiatief van provincies, gemeenten en sector Groeiplan voor warmte een initiatief van provincies, gemeenten en sector 27 november 2015 De Provincies Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Holland, en Limburg, Metropoolregio Rotterdam Den Haag, de Gemeenten

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 102220_3/27 Betreft zaak: zaak 102220 Pawex Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van de Vereniging

Nadere informatie

Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland Resultaten 2013

Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland Resultaten 2013 Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland Resultaten 2013 Kenmerk : RM-ME-14L11044-1103-01, versie 1.0 (definitief) Datum : 29 april 2014 Netbeheer Nederland, vereniging van energienetbeheerders

Nadere informatie

T-prognoses: nut en noodzaak

T-prognoses: nut en noodzaak T-prognoses: nut en noodzaak 1 Met deze folder willen wij u als klant van TenneT meer informatie geven over het nut en de noodzaak van T(transport)-prognoses. Wat zijn T-prognoses? T-prognoses staat voor

Nadere informatie

ONTWERP-METHODEBESLUIT

ONTWERP-METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie ONTWERP-METHODEBESLUIT Nummer: 100947- Betreft: Besluit tot vaststelling van de methode tot vaststelling van de kwaliteitsterm ingevolge artikel 41, eerste lid, van

Nadere informatie

Water en hoogspanning

Water en hoogspanning Water en hoogspanning een goede combinatie? Frank Wester Arnhem, 4 november 2013 Meerlaagse Veiligheid & Vitale Infrastructuur 4 november 2013 Meerlaagse Veiligheid & Vitale Infrastructuur Elektriciteit

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2015. Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2015. Aansluiting en Transport voor grootverbruikers ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2015 Aansluiting en Transport voor grootverbruikers ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2015 Aansluiting en Transport voor grootverbruikers SINDS DE INVOERING VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998 EN

Nadere informatie

20 Transportbalans 06

20 Transportbalans 06 2 Transportbalans 6 Vol energie In deze uitgave maakt TenneT TSO B.V. de balans op over 26 inzake de voornaamste technische bedrijfsresultaten. Niet alleen zijn gegevens vermeld over onze infrastructurele

Nadere informatie

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer:

Pagina ONTWERPBESLUIT. Ontwerpbesluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2014/ Zaaknummer: Ons kenmerk: ACM/DE/2014/205129 Zaaknummer: 14.0676.52 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 36 van de Elektriciteitswet 1998 Pagina 1/16 Muzenstraat 41 2511

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen storing Diemen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen storing Diemen OPDRACHTGEVER AUTEUR TenneT TenneT VERSIE 1.0 VERSIE STATUS Definitief PAGINA 1 van 7 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen storing Diemen 27 maart 2015 te Diemen 380 kv PAGINA 2 van 7 Voorwoord Op

Nadere informatie

Position Paper. Aanleg ondergrondse 220- en 380 kv-kabels

Position Paper. Aanleg ondergrondse 220- en 380 kv-kabels Position Paper Aanleg ondergrondse 220- en 380 kv-kabels Geactualiseerde inzichten verkabelen Aanleg ondergrondse 220- en 380 kv-kabels In 2008 heeft TenneT aangegeven maximaal 20 km 380 kv-kabel verantwoord

Nadere informatie

14 Elektriciteit en gas

14 Elektriciteit en gas 14 Elektriciteit en gas crisistypen onderbreking levering elektriciteit onderbreking levering gas bevoegd gezag (nationaal) soorten maatregelen minister EL&I burgemeester of voorzitter veiligheidsregio

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 814 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit

Nadere informatie

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht

BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: NS Railinfrabeheer B.V. Postbus GA Utrecht Nummer: 100748 Betreft: Advies van de directeur DTe aan de Minister van Economische Zaken, op basis van artikel 15, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager:

Nadere informatie

Bijlage bij brief met kenmerk /8.B474

Bijlage bij brief met kenmerk /8.B474 Bijlage bij brief met kenmerk 102344/8.B474 Bij toetsing van het voorstel dient de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) te beoordelen of het voorstel in strijd is

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 15 mei 2012, door de Raad ontvangen op 16 mei 2012, heeft ChipSoft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit.

BESLUIT. 2. Bij brief van 15 mei 2012, door de Raad ontvangen op 16 mei 2012, heeft ChipSoft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 104039 / 34 Betreft zaak: Bezwaar ChipSoft Besluit houdende een beslissing op bezwaar van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

NETBEHEERDER EN NETWERKBEDRIJF NA SPLITSING

NETBEHEERDER EN NETWERKBEDRIJF NA SPLITSING NETBEHEERDER EN NETWERKBEDRIJF NA SPLITSING 1. Inleiding In het wetgevingsoverleg van 13 februari jl. over het Voorstel tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met nadere regels

Nadere informatie

Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland Resultaten 2014

Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland Resultaten 2014 Betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland Resultaten 2014 Kenmerk : RMI-ME-150002575, versie 1.0 (definitief) Datum : 22 april 2015 Netbeheer Nederland, vereniging van energienetbeheerders

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: Leemberg Houdster

Nadere informatie

Bijlage beschrijving huidige tarievensystematiek

Bijlage beschrijving huidige tarievensystematiek Bijlage beschrijving huidige tarievensystematiek Als voorbeeld voor de beschrijving van de tarievensystematiek wordt de systematiek voor elektriciteit genomen. Tussen de systematiek voor elektriciteit

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2014 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2014

Factsheet Kwaliteit 2014 Liander N.V. Autoriteit Consument & Markt. Factsheet Kwaliteit 2014 Factsheet Kwaliteit 214 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101750_5-12 Betreft: Besluit tot vaststelling van de maximum nettarieven elektriciteit voor het jaar 2005 zoals bedoeld in artikel 41c, eerste lid

Nadere informatie

Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. RENDO. Expert versie

Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. RENDO. Expert versie Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten N.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders

Nadere informatie

De plaats van de aansluitings- en interfacepunten wordt in het aansluitingscontract vastgelegd in overeenstemming met de gel-

De plaats van de aansluitings- en interfacepunten wordt in het aansluitingscontract vastgelegd in overeenstemming met de gel- Aansluiting De aansluiting op het Elia-net: een proces in verschillende stappen Sommige spelers op de Belgische elektriciteitsmarkt (producenten en industriële grootverbruikers) kunnen een aansluiting

Nadere informatie

CAPACITEITSPLAN NETBEHEER WEERT N.V.

CAPACITEITSPLAN NETBEHEER WEERT N.V. CAPACITEITSPLAN NETBEHEER WEERT N.V. Voorwoord In de elektriciteitswet wordt aangegeven dat iedere netbeheerder eenmaal in de twee jaar een capaciteitsplan moet aanleveren bij de Dienst uitvoering en toezicht

Nadere informatie

BESLUIT. 2 Op 2 juni 2000 en 16 juni 2000 heeft Essent Netwerk Friesland het voorstel van 6 oktober 1999 gewijzigd en aangevuld.

BESLUIT. 2 Op 2 juni 2000 en 16 juni 2000 heeft Essent Netwerk Friesland het voorstel van 6 oktober 1999 gewijzigd en aangevuld. Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 00-032 Betreft: Besluit tot vaststellen van de tarieven die Essent Netwerk Friesland ten hoogste in het jaar 2000 mag berekenen voor een aansluiting

Nadere informatie

PAGINA 188. Tabel 9-1: Overzicht planningssituaties regio Oost voor scenario BaU

PAGINA 188. Tabel 9-1: Overzicht planningssituaties regio Oost voor scenario BaU PAGINA 188 9. Capaciteitknelpunten en maatregelen 150kV-net regio Oost In dit hoofdstuk worden de netberekeningen toegelicht die zijn uitgevoerd voor de toetsing van het 150kV-net in regio Oost aan de

Nadere informatie

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998.

ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. ADVIES VAN DE DIRECTEUR DTE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, OP BASIS VAN ARTIKEL 15, TWEEDE LID, VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998. BEDRIJFSGEGEVENS AANVRAGER Ontheffingsaanvrager: Tuinbouwcombinatie

Nadere informatie

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West

Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele. Zuid West Zuid West Nieuwe hoogspanningsverbinding vanuit Borssele De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT TSO B.V. aan de Zuid-West 380 kv-verbinding. De landelijk netbeheerder TenneT

Nadere informatie

Verbinding naar de toekomst. Visie2030

Verbinding naar de toekomst. Visie2030 Verbinding naar de toekomst Visie2030 Visie2030 Waarom een Visie2030? TenneT werkt continu aan een betrouwbaar en adequaat hoogspanningsnet. Om goed in te spelen op de behoeftes van de Nederlandse maatschappij,

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 18 april 2006

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 18 april 2006 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Mededeling

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 103215/51 Betreft zaak: Besluit op bezwaar inzake geschil Waterschap Velt en Vecht vs. N.V. Rendo Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn

Klankbordgroep PwC-onderzoek:Visie op tariefregulering op korte en middellange termijn Advisory Klankbordgroep -onderzoek:visie op tariefregulering op korte en middellange termijn Agenda Pagina 1 Introductie 1 2 Aanpak en proces 5 3 Ontwikkelingen in de energiesector 12 4 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Het net ligt er al april 2018

Het net ligt er al april 2018 Het net ligt er al... 26 april 2018 1 Er ligt al een net! 26 april 2018 2 Ruimte voor infrastructuur De transitie naar een duurzaam energiesysteem vraagt ruimte. Voor de opwekinstallaties zelf én voor

Nadere informatie

EIGENSCHAPPEN CONVERGED HARDWARE

EIGENSCHAPPEN CONVERGED HARDWARE EIGENSCHAPPEN CONVERGED HARDWARE Eigenschappen Converged Hardware 1 van 8 Document Informatie Versie Datum Omschrijving Auteur(s) 0.1 29-09-2015 Draft Remco Nijkamp 0.2 29-09-2015 Volgende Versie opgesteld

Nadere informatie

Klankbordgroep Gasaansluiting

Klankbordgroep Gasaansluiting 1 Klankbordgroep Gasaansluiting Den Haag, 13 oktober 2009 Opening Agenda 2 14h00 Opening 14h05 Concept ontwerptekst Tarievencode Gas 15h00 kleine pauze 15h15 Bepalen GAW gasaansluitingen 15h45 Verdere

Nadere informatie

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties

CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties CORA 1.0 Bedrijfs- en ICT-referentiearchitectuur voor woningcorporaties Hoe zorgen we ervoor dat we nieuwe diensten en producten soepel in onze bedrijfsvoering op kunnen nemen? Hoe geven we betere invulling

Nadere informatie

Capaciteitsplan EWR Netbeheer B.V

Capaciteitsplan EWR Netbeheer B.V Capaciteitsplan EWR Netbeheer B.V Inhoudsopgaaf Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Prognose behoefte capaciteit transportnetten 1.2 Algemeen 1.3 Belastingen in knooppunten 1.4 Productie-invoeding in knooppunten

Nadere informatie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 100140/ 20 Betreft: Besluit van de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie op de bezwaren ingebracht tegen zijn besluit van 14 september

Nadere informatie

Liander N.V. Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten. Inleiding

Liander N.V. Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten. Inleiding Factsheet Kwaliteit 211: N.V. Factsheet Kwaliteit 211 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten N.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de

Nadere informatie

Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus BH DEN HAAG. Hoogeveen, 12 februari 2003

Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus BH DEN HAAG. Hoogeveen, 12 februari 2003 Dienst uitvoering en toezicht Energie t.a.v. de heer ir. G.J.L. Zijl Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG Hoogeveen, 12 februari 2003 Onze ref. : DN/SV/ES/ Uw kenmerk : Projectnummer 101496 Inzake Consultatienotitie

Nadere informatie

VAN AMBITIE NAAR UITVOERING - INRICHTING EN BESTURING I&A DELFLAND. 31 augustus 2013

VAN AMBITIE NAAR UITVOERING - INRICHTING EN BESTURING I&A DELFLAND. 31 augustus 2013 VAN AMBITIE NAAR UITVOERING - INRICHTING EN BESTURING I&A DELFLAND 31 augustus 2013 CONTEXT Delfland wordt de komende jaren geconfronteerd met een groeiende interne en externe vraag naar (innovatieve)

Nadere informatie

CAPACITEITSPLAN 2001-2007

CAPACITEITSPLAN 2001-2007 CAPACITEITSPLAN 2001-2007 Maastricht, 30 november 2000 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 1 2. Het primaire net 1 3. De historische wijzigingen in het primaire net 2 4. De toekomstige wijzigingen in het

Nadere informatie

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders

Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders Vragen en antwoorden transportschaarste: Rechten en plichten van afnemers en netbeheerders Samenvatting Als gevolg van de transportschaarste in delen van het elektriciteitsnetwerk bestaat er veel onduidelijkheid

Nadere informatie

Veranderingen doorgevoerd, verwachtingen waargemaakt

Veranderingen doorgevoerd, verwachtingen waargemaakt Veranderingen doorgevoerd, verwachtingen waargemaakt evaluatieonderzoek naar de werkwijze en de resultaten van de acquisitie door het WFIA 8 mei 2008 Onno Ponfoort Luddo Oh Martin Schulz Klaas de Gier

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit. Openbaar. I. Inleiding Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 103259_1/14 Betreft zaak: 103259_1 (102770) Codewijzigingsvoorstel kwaliteit dienstverlening Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2015

Factsheet Kwaliteit 2015 Factsheet Kwaliteit 215 Regionale netbeheerders Autoriteit Consument & Markt Factsheet Kwaliteit 215 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 2017 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten

Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 2017 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten Factsheet Kwaliteit regionale netbeheerders 217 Elektriciteitsnetten & gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan de

Nadere informatie

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen NOTITIE AAN Dienst Regelingen VAN Sara Zehenpfenning ONDERWERP Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen TER BESLUITVORMING TER INFORMATIE Activiteitenplan 380 kv hoogspanningsstation Vijfhuizen

Nadere informatie

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe.

In onderstaand memo licht NBNL het onderwerp Toetsingskader begininkomsten onder de huidige wetgeving toe. 4. Memo toetsingskader begininkomsten bij huidig wettelijk kader Aanleiding Als voorlopige reactie van ACM op de presentatie van NBNL tijdens de klankbordgroep van 29 juni 2015 stelt ACM ter zake van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid Nr. 289 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens

Startnotitie voor de milieueffectrapportage. Samenvatting. Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens Samenvatting Startnotitie voor de milieueffectrapportage Hoogspanningsverbinding Doetinchem-Wesel 380kV Traject Doetinchem Duitse grens De ministeries van Economische Zaken en VROM werken samen met TenneT

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 104105/39 Betreft zaak: geschil Delesto B.V. vs. TenneT TSO B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten

Factsheet Kwaliteit 2011 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten Factsheet Kwaliteit 11: Regionale netbeheerders Factsheet Kwaliteit 11 Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en transport voor grootverbruikers

ELEKTRICITEIT TARIEVEN Aansluiting en transport voor grootverbruikers ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2017 Aansluiting en transport voor grootverbruikers ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2017 Sinds de invoering van de Elektriciteitswet (1998) en de Gaswet bestaat er een onderscheid tussen

Nadere informatie

Versterken 150kV-net Zeeuws-Vlaanderen

Versterken 150kV-net Zeeuws-Vlaanderen Nut- en noodzaak project Ir. J.A. (Jorrit) Bos - Netstrateeg Inhoud Introductie en aanleiding Overzicht Zeeuws-Vlaanderen Wet- en regelgeving Aanleiding voor het project Afgevallen oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Geachte heer De Maa, Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. de heer De Maa Postbus BH DEN HAAG. TenneT TSO B.V.

Geachte heer De Maa, Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. de heer De Maa Postbus BH DEN HAAG. TenneT TSO B.V. Utrechtseweg 310 Postbus 718 6800 AS Arnhem Telefoon 026 373 11 11 Fax 026 373 11 12 www.tennet.org Nederlandse Mededingingsautoriteit T.a.v. de heer De Maa Postbus 16326 2500 BH DEN HAAG Handelsregister

Nadere informatie

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE

MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE MONITOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE Dienst uitvoering en toezicht Energie - 1 /7 -.doc Inhoudsopgave 1. DOEL VAN HET INFORMATIEVERZOEK...3 2. INVULINSTRUCTIE MONITOR PRODUCENTEN...4 2.1. Tabel 1 gegevens producent

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juni 2005

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 8 juni 2005 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 79 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Mededeling

Nadere informatie

Delta Netwerkbedrijf B.V.

Delta Netwerkbedrijf B.V. Factsheet Kwaliteit 212 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten Delta Netwerkbedrijf B.V. De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale

Nadere informatie

Capaciteitsplan elektriciteit ENECO NetBeheer Weert B.V.

Capaciteitsplan elektriciteit ENECO NetBeheer Weert B.V. Capaciteitsplan elektriciteit 2002-2009 ENECO NetBeheer Weert B.V. INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...2 2. Het net van NetBeheer Weert...3 2.1 Het middenspanningstransportnet... 3 2.2 De (hoofd)verdeelstations...

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT. Vertrouwelijk. Besluit. Ontheffing Middenmeer. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/19/ Datum : 12 april 2019

ONTWERPBESLUIT. Vertrouwelijk. Besluit. Ontheffing Middenmeer. Ons kenmerk : ACM/UIT/ Zaaknummer : ACM/19/ Datum : 12 april 2019 Besluit Ontheffing Middenmeer Ons kenmerk : ACM/UIT/508545 Zaaknummer : ACM/19/035117 Datum : 12 april 2019 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 37a van de Elektriciteitswet

Nadere informatie

Kwaliteitsnorm enkelvoudige storingsreserve in het Nederlandse hoogspanningsnet

Kwaliteitsnorm enkelvoudige storingsreserve in het Nederlandse hoogspanningsnet Kwaliteitsnorm enkelvoudige storingsreserve in het Nederlandse hoogspanningsnet Augustus 2013 pagina 1 van 93 Managementsamenvatting Achtergrond en doelstelling De elektriciteitsnetten die in bedrijf zijn

Nadere informatie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT. I. Inleiding II. Feiten. Dienst uitvoering en toezicht Energie Dienst uitvoering en toezicht Energie BESLUIT Nummer: 101855-11 Betreft: Besluit op de aanvragen van Elsta B.V. & Co en Delta Netwerk bedrijf B.V. om een bindende aanwijzing te geven als bedoeld in artikel

Nadere informatie

BIJLAGE 4. Elektriciteitswet 1998. Dit betreft de beoordeling van het voorstel Oostland en Tinte.

BIJLAGE 4. Elektriciteitswet 1998. Dit betreft de beoordeling van het voorstel Oostland en Tinte. Nederlandse Mededingingsautoriteit BIJLAGE 4 Nummer 103037 / 7 Betreft zaak: Beoordeling van een voorstel van Stedin B.V. zoals bedoeld in artikel 41b, tweede lid van de Elektriciteitswet 1998. Dit betreft

Nadere informatie

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 11 mei 2004

Mededeling van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 11 mei 2004 Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 Email: info@vreg.be Web: www.vreg.be Mededeling

Nadere informatie

Juridische implicaties Aanpassingen Technisch Reglement

Juridische implicaties Aanpassingen Technisch Reglement Juridische implicaties Aanpassingen Technisch Reglement Infosessie POM-ODE 05/04/11 Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Vaststellingen Net uitgebouwd vanuit centrale filosofie Centrale

Nadere informatie

Visiedocument Transportschaarste

Visiedocument Transportschaarste Visiedocument Transportschaarste Beleidslijn inzake de schaarste aan transportcapaciteit op het elektriciteitsnetwerk Nederlandse Mededingingsautoriteit Den Haag, januari 2009 Visiedocument t r anspor

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 8942 14 juni 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juni 2010, nr. R&P/RA/2010/11430,

Nadere informatie

Factsheet Kwaliteit 2012

Factsheet Kwaliteit 2012 Factsheet Kwaliteit 212 Regionale Netbeheerders Elektriciteitsnetten & Gastransportnetten De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die de regionale netbeheerders aan de

Nadere informatie

Leveringszekerheid. Wat als morgen het licht uitgaat?

Leveringszekerheid. Wat als morgen het licht uitgaat? Leveringszekerheid Wat als morgen het licht uitgaat? Inhoudstafel Samenvatting Enkele definities Net voldoende aanbod Leveringszekerheid Wat kunnen wij doen? Wat kan u doen? Conclusie Samenvatting Een

Nadere informatie

Pagina ONTWERPBESLUIT ACM/DE/2015/ Ons. kenmerk: Zaaknummer:

Pagina ONTWERPBESLUIT ACM/DE/2015/ Ons. kenmerk: Zaaknummer: Ons ACM/DE/2015/203712 kenmerk: Zaaknummer: 14.0228.30 ONTWERPBESLUIT Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998. Pagina 1/11 T 070

Nadere informatie

BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT

BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT Dienst uitvoering en toezicht Energie BIJLAGE E BIJ METHODEBESLUIT Nummer: 1001155-44 Betreft: Bijlage E bij het besluit tot vaststelling van de methode van de korting ter bevordering van de doelmatige

Nadere informatie

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk

Governance. Informatiemanagement. Architectuur. Gemeenschappelijk Beleggen Bewaken Sturen Informatiemanagement Inspireren Verbinden Organiseren Architectuur Verbeelden Structureren Afstemmen Gemeenschappelijk Communiceren Adviseren Beïnvloeden Beleggen: kan taken, verantwoordelijkheden

Nadere informatie

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 102612_9 / 1 Betreft zaak: Besluit tot vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering, de kwaliteitsterm en van het rekenvolume

Nadere informatie

Informatiemanager. Doel. Context

Informatiemanager. Doel. Context Informatiemanager Doel Ontwikkelen, in stand houden, evalueren, aanpassen en regisseren van het informatiemanagement, de digitale informatievoorziening en de ICT-facilitering van de instelling en/of de

Nadere informatie

20 Transportbalans 04

20 Transportbalans 04 2 Transportbalans 4 Vol energie In deze uitgave maakt TenneT de balans op over 24 inzake de voornaamste technische bedrijfsresultaten. Niet alleen zijn gegevens vermeld over ons landelijk transportnet,

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

4. Dit document heeft slechts betrekking op regionale netbeheerders.

4. Dit document heeft slechts betrekking op regionale netbeheerders. Aanpassing Tarievencode Gas m.b.t. gasaansluiting Project 103133 Regulering gasaansluiting Energiekamer, 7 oktober 2009 CONCEPT Inleiding 1. Op 9 september 2008 heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Nadere informatie

ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2014. Aansluiting en Transport voor grootverbruikers

ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2014. Aansluiting en Transport voor grootverbruikers ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2014 Aansluiting en Transport voor grootverbruikers ELEKTRICITEIT TARIEVEN 2014 Aansluiting en Transport voor grootverbruikers SINDS DE INVOERING VAN DE ELEKTRICITEITSWET 1998 EN

Nadere informatie

ADVIES DIENST REGULERING

ADVIES DIENST REGULERING DIENST REGULERING ADVIES DR-20060228-42 betreffende Het voorstel van uitbreiding van het nachttarief tot het weekend voor netgebruikers die zijn aangesloten op het laagspanningsnet vanaf 1 januari 2007

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt

Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Beslissing van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt van 20 november 2018 met betrekking tot de aanvraag tot toelating van de aanleg van een directe lijn BESL-2018-100 De Vlaamse Regulator

Nadere informatie

Ga in de Businesscase ook in op het bredere economisch/financieel perspectief en denk daarbij aan:

Ga in de Businesscase ook in op het bredere economisch/financieel perspectief en denk daarbij aan: In deze toelichting vindt u een handreiking voor een businesscase specifiek gericht op innovatie (met uitsluiting van fieldlabs) (1) of fieldlabs (2) of koolstofarme economie (3). 1. Voor Innovatie: Het

Nadere informatie

Cogas Infra & Beheer B.V.

Cogas Infra & Beheer B.V. Factsheet 2010 Kwaliteit Regionaal Netbeheer Elektriciteitsnetten & Gasnetten Energiekamer Infra & Beheer B.V. Expert versie De gegevens in de grafieken in dit document zijn gebaseerd op de gegevens die

Nadere informatie