Woord vooraf De gemeenrechtelijke (vrijwillige) bewaargevingsovereenkomst (uit noodzaak) (3-664) Titel 1. Definitie (3-17)...

Transcriptie

1 INHOUD Woord vooraf DEEL I De gemeenrechtelijke (vrijwillige) bewaargevingsovereenkomst (uit noodzaak) (3-664) Titel 1. Definitie (3-17) Hoofdstuk 1. Bewaargeving is een overeenkomst (4-11) Vereiste dat er een wil is om zich juridisch te verbinden (5-10) Gevolg van het ontbreken van een wil om zich juridisch te verbinden (11) Hoofdstuk 2. Voornaamste doel van de overeenkomst is het behoud en de bewaring van een roerende zaak (12-16) Voornaamste doel is bewaring en behoud van het depositum (12-13) Bewaargeving wordt gesloten in het belang van de bewaarnemer (14-15) Accessoire bijkomende verbintenissen beletten kwalificatie als bewaargeving niet (16) Hoofdstuk 3. Teruggave na afloop van de bewaargevingsovereenkomst (17) 16 Titel 2. Kenmerken van de bewaargevingsovereenkomst (18-48) Hoofdstuk 1. Zakelijke overeenkomst (18-34) Juridische grondslag van de kwalificatie van de bewaargeving als zakelijke overeenkomst (18-25) A. Welke soorten bewaargevingsovereenkomsten worden gekwalificeerd als zakelijke overeenkomsten? (18-19) B. Juridische grondslag van de kwalificatie als zakelijke overeenkomst (20-25) Praktische implicaties van het reële karakter (26-30) A. Overgang risico na materiële afgifte (27) B. Eenzijdig karakter onbezoldigde bewaarneming (28) C. Territoriale bevoegdheid rechter (29) D. Geldigheid exoneratiebedingen (30) Verschillende vormen van afgifte (31-34) V

2 Hoofdstuk 2. Overeenkomst om niet of onder bezwarende titel (35) Hoofdstuk 3. Eenzijdige of wederkerige overeenkomst (36-38) Hoofdstuk 4. Intuitu personae overeenkomst? (39-47) Recht om onderbewaarnemers aan te stellen (39-43) A. De algemene verbintenissenrechtelijke regeling inzake de mogelijkheid om een vervanger aan te duiden (39-40) B. De mogelijkheid tot onderbewaargeving (41-43) Rechten van de bewaargever bij onderbewaargeving (44-47).. 27 Hoofdstuk 5. Tijdelijke overeenkomst (48) Titel 3. Vergelijking met verwante rechtsvormen (49-203) Hoofdstuk 1. Bewaargeving versus aanneming (49-68) Bewaargeving als lex specialis t.o.v. de aannemingsovereenkomst (49-54) Gemengde contracten (55-64) A. Algemeen (55-56) Aannemingsovereenkomst met een accessoire bewaringsplicht (55) Een bewaargevingsovereenkomst die onmiddellijk na de afsluiting van een aannemingsovereenkomst volgt (56). 32 B. Vestiairecontracten (57) C. Contracten ter herstelling of onderhoud van andermans zaken (58-64) Kwalificatie op grond van de hoofdbedoeling van de contractanten (58-62) a) Verschillende stromingen in de rechtspraak (59-60). 34 b) Nutteloosheid van het vastknopen van de bewaringsverplichting aan een accessoire bewaargevingsovereenkomst (61-62) Cumulatieve toepassing van regels inzake bewaargeving en aanneming indien voorwerp van beide overeenkomsten verschilt (63) Consecutieve toepassing van regels inzake bewaargeving en aanneming indien aannemingsovereenkomst voorafgegaan of gevolgd wordt door bewaargevingsovereenkomst (64) Belang van het onderscheid (65-68) A. Beëindiging van de aannemingsovereenkomst (65-66) VI Kluwer

3 1. Overlijden van één van de contractanten (65) Opzegging (66) B. Teruggaveverplichting (67-68) Hoofdstuk 2. Bewaargeving versus lastgeving (69-80) Onderscheidingscriterium (69-71) Belang van het onderscheid (72-80) A. Toepasselijke zorgvuldigheidsnorm (73) B. Mogelijkheid om het loon te matigen (74-75) C. Beëindiging ten gevolge van overlijden (76-77) D. Opzegging (78-79) E. Consensueel versus zakelijk karakter (80) Hoofdstuk 3. Bewaargeving versus huur (81-158) Onderscheidingscriterium (81-87) Belang van het onderscheid (88-93) A. Middelen van tenuitvoerlegging (90) B. Consensueel versus zakelijk karakter (91) C. Opzegging (92-93) Bankkluisovereenkomsten (94-137) A. Definitie en juridische kwalificatie van het bankkluiscontract (94-97) B. Verplichtingen voortvloeiend uit het bankkluiscontract (98-133) Verplichtingen rustend op de kredietinstelling (98-122). 52 a) Levering van het verhuurde goed (98) b) Verplichting tot verschaffen van het rustig huurgenot (99-100) c) Verplichting tot onderhoud (101) d) Verplichting tot vrijwaring ( ) e) Veiligheidsverplichting ( ) f) Discretieplicht ( ) Verbintenissen rustend op de cliënt ( ) a) Verplichting om het gehuurde goed als een goed huisvader te gebruiken ( ) b) Verplichting tot betaling van de huurprijs ( ). 60 c) Recht om onder te verhuren (127) d) Het recht om rechten met betrekking tot de inhoud van de koffer over te dragen (128) e) Teruggaveverplichting (129) Exoneratiebedingen ( ) VII

4 4. Mogelijkheid van beslag onder derden in hoofde van de bank met betrekking tot de inhoud van de bankkluis (133) C. Bijzondere bekwaamheidsvoorschriften inzake het openen van bankkluizen ( ) Algemeen: het huren van een bankkluis is een daad van beheer (134) Specifieke regel in het primair huwelijksstelsel ( ) Parking- en garagecontracten ( ) A. Onderscheidingscriterium tussen parking- en garagecontracten ( ) B. Het specifieke karakter van de huur van een staanplaats ( ) C. Belang van de kwalificatie als bewaargeving of huur ( ) Aansprakelijkheid bij verlies, beschadiging of diefstal ( ) Middelen van tenuitvoerlegging (151) Bevoegde rechter (152) Jachthavens ( ) Fietsenstallingen ( ) Tentoonstellingscontracten (158) Hoofdstuk 4. Bewaargeving versus bruikleen (159) Hoofdstuk 5. Bewaargeving versus verbruiklening ( ) Onderscheidingscriteria tussen de oneigenlijke bewaargeving en de verbruiklening ( ) A. Gebruiksrecht ( ) B. Verbintenis een interest te verschaffen ( ) C. In wiens belang werd de transactie gesloten? (168) Het juridisch regime van de oneigenlijke bewaargeving ( ) 82 A. Overgang van eigendom en risico ( ) Translatief karakter ( ) Overgang van het risico (171) Revindicatie bij faillissement ( ) Misbruik van vertrouwen ( ) B. Compensatie ( ) C. Termijn ( ) D. Toepasselijkheid van andere wettelijke bepalingen inzake vrijwillige bewaargeving op de onregelmatige bewaargeving (185) VIII Kluwer

5 Hoofdstuk 6. Bewaargeving versus transportovereenkomst ( ) Hoofdstuk 7. Bewaargeving versus pand ( ) Hoofdstuk 8. Bewaargeving versus koop ( ) Zuivere verkoop ( ) Koop en wederverkoop ( ) A. Koop en wederkoop via lastgeving of commissieovereenkomst ( ) Lastgeving (197) Commissieovereenkomst (198) B. Koop en wederverkoop onder voorwaarde (199) C. Belang van het onderscheid (200) Hoofdstuk 9. Bewaargeving (uit noodzaak) versus zaakwaarneming ( ) Titel 4. Constitutieve bestanddelen van de bewaargevingsovereen komst ( ) Hoofdstuk 1. Toestemming ( ) Draagwijdte van de vereiste van een wilsovereenstemming ( ) A. Principe (204) B. Wil tot juridische gebondenheid (205) C. Wilsovereenstemming met betrekking tot de aard van de overeenkomst (206) D. Wilsovereenstemming met betrekking tot het voorwerp van de bewaringsverplichting ( ) E. Wilsovereenstemming met betrekking tot het principe van een bezoldiging (209) Uitdrukkelijke of stilzwijgende wilsovereenstemming (210) Algemene voorwaarden ( ) Hoofdstuk 2. Bekwaamheid ( ) Bekwaamheid van de bewaargever ( ) A. Beschikken over het genot van het depositum ( ) Principe: eigendom van depositum is niet vereist ( ) 103 a) Eigenlijke bewaargeving ( ) b) Oneigenlijke bewaargeving (217) Beschikken over het genot van het depositum ( ) 104 IX

6 3. Bewaargeving als bewijs van eigendom ten opzichte van derden? (220) B. Handelingsbekwaamheid ( ) Bekwaamheid van de bewaarnemer ( ) Hoofdstuk 3. Voorwerp ( ) Algemeen ( ) A. Zaken en geen personen (229) B. Roerende goederen ( ) C. Lichamelijke goederen ( ) D. Verbruikbare en vervangbare zaken ( ) Verbruikbare zaken (235) Vervangbare zaken ( ) Geoorloofd voorwerp: Depositum moet in de handel zijn ( ) Sperma ( ) Lijk (241) Andermans zaak (242) Bepaalbaarheid van het voorwerp (243) Titel 5. Bewijs ( ) Hoofdstuk 1. Bewijslast (of beter bewijsrisico) ( ) Hoofdstuk 2. Toegelaten bewijsmiddelen ( ) Vereiste van een schriftelijk bewijs ( ) A. Draagwijdte van de vereiste van een schriftelijk bewijs ( ) Principe ( ) Bewaargevingsovereenkomsten met een handelsrechtelijk karakter ( ) Tussen partijen (267) Niet voor rechtsfeiten (268) B. Voorwaarden waaraan het schriftelijk bewijs moet voldoen ( ) Algemene voorwaarden ( ) Toepasselijkheid artikel 1325 B.W. (271) Toepasselijkheid artikel 1326 B.W. ( ) Getuigen en vermoedens ( ) A. Begin van bewijs door geschrift ( ) De mogelijkheid van aanvullend bewijs bij begin van bewijs door geschrift (277) X Kluwer

7 2. Notie begin van bewijs door geschrift (278) B. Onmogelijkheid om een schriftelijk bewijs voor te leggen ( ) Verlies van het schriftelijk bewijs ( ) Materiële onmogelijkheid van een schriftelijk bewijs (282) Morele onmogelijkheid tot opmaken van een schriftelijk bewijs ( ) a) Zeer enge familiebanden ( ) b) Vriendschapsrelaties (291) c) Verhouding werkgever-werknemer (292) d) Commerciële relaties (293) Onmogelijkheid voortvloeiend uit gebruiken ( ). 141 C. Bewaargeving uit noodzaak ( ) Bewaargeving uit noodzaak: een lex specialis op het vlak van het bewijsrecht ( ) Begrip bewaargeving uit noodzaak ( ) Specifieke wettelijke gevallen van bewaargeving uit noodzaak ( ) a) Hotelbewaargeving (311) b) Goederen die in bewaring genomen worden door de gemeenten ( ) Eed en bekentenis ( ) A. Toelaatbaarheid eed en bekentenis ( ) B. Specifieke regels inzake het bewijs door bekentenis ( ) Vertegenwoordigingsbevoegdheid indien bekentenis afgelegd door lasthebber (317) Onsplitsbaarheid van de bekentenis ( ) Titel 6. Verplichtingen van de bewaarnemer ( ) Hoofdstuk 1. Verplichting tot bewaring ( ) Wettelijke contractuele zorgvuldigheidsnorm ( ) A. Onbezoldigde bewaarnemers (art B.W.) ( ) B. Strengere aansprakelijkheidsnorm voor bepaalde bewaarnemers ( ) Bewaarnemers die zichzelf aanbieden ( ) Bezoldigde bewaarnemers ( ) Bewaargeving die uitsluitend in het belang van de bewaarnemer geschiedt ( ) XI

8 4. Conventionele afwijkingen van de wettelijke aansprakelijkheidsregeling (357) Werkgevers die optreden als bewaarnemers voor het gereedschap toebehorend aan hun werknemers ( ) Geldigheid van exoneratiebedingen ( ) A. Principiële geldigheid ( ) B. Bedingen die de inhoud van de opgenomen verbintenissen omschrijven ( ) Onderscheid tussen exoneratiebedingen en bedingen die de opgenomen verbintenissen omschrijven ( ) Geldigheidsvoorwaarden (367) C. Geldigheidsvoorwaarden voor de exoneratiebedingen ( ) Vereiste van aanvaarding ( ) a) Principe ( ) b) Exoneratiebedingen voorkomend op facturen (370). 176 c) Exoneratiebedingen voorkomend op affiches en muurschriften (371) d) Exoneratiebedingen voorkomend op ticketten (372) Geen exoneratie voor eigen bedrog of opzettelijke fout ( ) Verbod tot ontslag van de verbintenis die de hoofdzaak van de overeenkomst uitmaakt ( ) D. Interpretatie (377) Specifieke elementen van de bewakingsplicht ( ) A. Algemeen ( ) Principe ( ) Verplichting tot onderhoud ( ) a) Traditioneel gaat men ervan uit dat de bewaarder geen verplichting tot onderhoud heeft (381) b) Bewaarnemers kunnen evenwel ook een verplichting tot onderhoud hebben (382) c) Uitdrukkelijke of stilzwijgende uitsluiting van de verplichting tot onderhoud ( ) Verplichting tot beheer ( ) B. Verplichting tot vruchttrekking ( ) C. Verplichting tot informatie ( ) Meubelopslagplaatsen (392) Bewaarnemers van effecten (393) Verborgen gebreken die de bewaarnemer ontdekt (394). 187 D. Verplichting tot verzekering ( ) XII Kluwer

9 4. Buitencontractuele aansprakelijkheid van de bewaarnemer ( ) A. Buitencontractuele aansprakelijkheid van de bewaarnemer t.o.v. de bewaargever ( ) B. Buitencontractuele aansprakelijkheid van de bewaarnemer t.o.v. derden ( ) Bewaarnemer bewaarder van de zaak in de zin van artikel 1384 lid 1 B.W. ( ) Bewaarnemer bewaarder van de zaak in de zin van artikel 1385 B.W. (405) Hoofdstuk 2. Verplichting tot teruggave ( ) Verplichting tot teruggave in natura is een resultaatsverbintenis ( ) A. Verplichting tot teruggave is een constitutief bestanddeel van de bewaargevingsovereenkomst (406) B. Verplichting tot teruggave is in principe een resultaatsverbintenis ( ) C. Verplichting op teruggave van het depositum is een verplichting tot teruggave in natura ( ) Principe ( ) Uitzonderingen ( ) a) Verlies ten gevolge van overmacht ( ) b) Erfgenaam die de in bewaring gegeven zaak te goeder trouw vervreemde, verbruikte of vernielde ( ) c) Onregelmatige bewaargeving (421) Rechtsgrond van de verplichting tot teruggave ( ) A. Keuzemogelijkheid tussen de persoonlijke en de zakelijke vordering (422) B. Verschil tussen de zakelijke en de persoonlijke vordering (423) Faillissement van de bewaarnemer (424) Voorwerp van de verplichting tot teruggave ( ) A. Hoofdzaak en accessoria ( ) B. Vruchten ( ) C. Interesten ( ) Bewaarnemer is in gebreke (gesteld) om de in bewaring gegeven zaak terug te geven (435) Bewaarnemer miskent het gebruiksverbod ( ) Pluraliteit van bewaarnemers ( ) Modaliteiten van de verplichting tot teruggave ( ) XIII

10 A. Tijdstip van de teruggave ( ) B. Plaats van de teruggave ( ) Plaats van teruggave is conventioneel bepaald ( ) Plaats van teruggave is niet conventioneel bepaald ( ) Persoon waaraan het depositum moet worden teruggeven ( ) A. Teruggave aan de bewaargever ( ) Principe ( ) a) Onderzoeksplicht van de bewaarnemer ( ) b) Pluraliteit van bewaargevers ( ) c) Hoedanigheid van eigenaar is niet vereist ( ) Bijzondere situaties ( ) a) Overlijden van de bewaargever ( ) b) Verandering van handelingsbekwaamheid van de bewaargever ( ) c) Beslag onder derden in handen van de bewaarnemer of verzet ( ) B. Teruggave aan de persoon in wiens naam de zaak werd toevertrouwd (vertegenwoordiging van de bewaargever) ( ) C. Teruggave aan de persoon die aangewezen is om het depositum terug te ontvangen ( ) Algemeen ( ) Beëindigingsgronden van het mandaat om namens de bewaargever bevrijdend te ontvangen ( ) a) Herroeping door de bewaargever (491) b) Overlijden van de bewaargever-lastgever ( ) Staat van het goed op het moment van de teruggave ( ) Bewijs van de teruggave (499) Sancties op het niet respecteren van de verplichting tot teruggave ( ) A. Uitvoering in natura ( ) B. Schadevergoeding ( ) Uitvoering bij wijze van equivalent: schadevergoeding of teruggave van een vergelijkbare zaak (502) Begroting van de schadevergoeding ( ) a) Vergoeding van de waarde van het depositum (503). 229 b) Waarde van het depositum is niet identiek aan de vervangwaarde (504) c) Peildatum voor de waardering ( ) d) Schadevergoeding door genotsderving ( ) XIV Kluwer

11 C. Misbruik van vertrouwen (512) Hoofdstuk 3. Verlies van het depositum ten gevolge van overmacht ( ) In principe rust het risico bij de bewaargever ( ) A. Wettelijke regeling bij bewaarneming: res perit creditori ( ) B. Constitutieve voorwaarden overmacht ( ) Onvoorzienbaarheid (516) Onvermijdbaarheid ( ) Onmogelijkheid tot uitvoering ( ) C. Recht op vergoeding ( ) Toepassing van het leerstuk van de zakelijke subrogatie ( ) Specifieke toepassingsgevallen van artikel 1934 B.W. ( ) a) Verzekering ( ) b) Schadevergoeding betaald door derde schadeverwekker (525) c) Opeising door de overheid (526) D. Bewijslast van het verlies van het depositum ten gevolge van overmacht berust in principe op bewaarnemer ( ) E. Toepassingsgevallen ( ) Fout van een derde ( ) Diefstal ( ) a) Onvoldoende toezicht (533) b) Alarminstallaties (534) c) Niet afdoende controleren van depotbewijs (535) d) Bewaren van een depositum op een onveilige (niet voldoende afgesloten) plaats of niet afsluiten van in bewaring gegeven voertuigen ( ) Brand ( ) a) Principe: De bewijslast van overmacht rust op de bewaarnemer (543) b) Hoe dient het bewijs (van overmacht) geleverd te worden? ( ) Oorlog ( ) a) Oorlog is niet ipso facto overmacht ( ) b) Achterlaten depositum t.g.v. evacuatiebevel kan overmacht uitmaken ( ) c) Opeising (558) d) Bombardement (559) XV

12 5. Natuurrampen ( ) Daad van een derde (562) Le fait du prince (563) Uitzonderlijk berust het risico bij de bewaarnemer ( ) A. Bewaarnemer is in gebreke ( ) B. Bewaarnemer miskent het gebruiksverbod ( ) C. Conventionele afwijking van de wettelijke regels inzake het risico ( ) D. De oneigenlijke bewaargeving (570) Hoofdstuk 4. Gebruiksverbod ( ) Principe ( ) A. Omvang van het gebruiksverbod ( ) B. Stilzwijgende of uitdrukkelijke machtiging tot gebruik ( ) Sancties op de miskenning van het gebruiksverbod ( ). 260 A. Overgang van het risico (577) B. Schadevergoeding ( ) C. Misbruik van vertrouwen (580) Hoofdstuk 5. Discretieplicht ( ) Discretieplicht in relatie bewaargever-bewaarnemer ( ) Discretieplicht t.o.v. derden ( ) Sanctie op miskenning van de discretieplicht ( ) A. Schadevergoeding (586) B. Strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens schending van beroepsgeheim (587) Titel 7. Verplichtingen van de bewaargever ( ) Hoofdstuk 1. Informatieplicht van de bewaargever (588) Hoofdstuk 2. Betaling van de bezoldiging van de bewaarnemer ( ) Onbezoldigd karakter van de bewaargeving ( ) A. Vermoeden van kosteloosheid van de bewaarneming ( ) B. Stilzwijgende overeenkomsten omtrent de bezoldiging ( ) Professioneel karakter van de bewaarneming ( ) Handelsrechtelijk karakter van de bewaarneming (597) Andere indiciën (598) XVI Kluwer

13 2. Bepaling van de bezoldiging indien de wil tot bezoldiging vaststaat, doch het bedrag ervan niet werd bepaald ( ) A. Bepaling door de rechter (599) B. Bepaling van het loon op grond van een partijbeslissing (600) Opeisbaarheid van de bezoldiging ( ) A. Bewaarnemer is in gebreke de in bewaring gegeven zaak terug te geven (601) B. Voortijdige beëindiging van de bewaarneming (602) C. Verlies van de zaak ten gevolge van overmacht (603) D. Hoofdelijkheid bij pluraliteit van bewaargevers? (604) Rechterlijke matiging van excessieve bezoldigingen? (605) Hoofdstuk 3. Terugbetaling van de kosten ( ) Noodzakelijke kosten ( ) A. Principe ( ) B. Verzekeringspremie ( ) C. Interesten op de voorgeschoten noodzakelijke kosten ( ) Buitensporige uitgaven ( ) Nuttige uitgaven ( ) Rekening en verantwoording (621) Hoofdstuk 4. Terugbetaling van de verliezen ( ) De aansprakelijkheid voor schade resulterend uit verborgen gebreken van de in bewaring gegeven zaak ( ) Verliezen die niet veroorzaakt zijn door verborgen gebreken ( ) A. Schade ontstaan t.g.v. gebruik van het depositum dat noodzakelijk is voor de instandhouding ( ) B. Opoffering van eigen zaak om het depositum te redden (627) 278 C. Schade ontstaan t.g.v. gebruik van het depositum dat in het voordeel van de bewaarnemer werd toegestaan (628) Hoofdstuk 5. Waarborgen voor de terugbetaling van kosten, verliezen en loon ( ) Retentierecht ( ) A. Principiële mogelijkheid ( ) B. De werkgever-bewaarnemer (634) Voorrecht voor kosten tot behoud van het depositum (635) Schuldvergelijking ( ) XVII

14 Titel 8. Beëindiging van de bewaarneming ( ) Hoofdstuk 1. Vrijwillige beëindigingsgronden ( ) Teruggave aan de bevoegde persoon (639) Vrijwillige beëindiging ten gevolge van onderlinge overeenstemming ( ) Vrijwillige beëindiging ingevolge opzegging van de bewaargevingsovereenkomst ( ) A. Opzegging in het algemeen verbintenissenrecht ( ). 285 B. Ad nutum beëindiging door de bewaargever ( ) Inhoud en juridische grondslag van de ad nutum herroepbaarheid van de bewaargeving ( ) a) Grondslag ad nutum herroepbaarheid (647) b) Redelijke (opzeggings)termijn (648) c) Verplichting tot (door)betaling afgesproken bewaarloon (649) d) Redenen om teruggave te weigeren (650) Toepassingsgebied van de ad nutum herroepbaarheid ( ) C. Opzegging van een bewaargevingsovereenkomst voor onbepaalde duur door de bewaarnemer ( ) Hoofdstuk 2. Vervroegde gerechtelijke beëindiging ( ) Hoofdstuk 3. Van rechtswege beëindiging ( ) Van rechtswege beëindiging t.g.v. verstrijken van de duur van de overeenkomst ( ) Van rechtswege beëindiging t.g.v. overlijden contractspartijen ( ) Schuldvermenging ( ) DEEL II Hotelbewaargeving ( ) Titel 1. Hotelbewaargeving: een lex specialis t.o.v. de gemeenrechtelijke bewaargeving ( ) Titel 2. Toepassingsvoorwaarden voor de aansprakelijkheid op grond van hotelbewaargeving ( ) Hoofdstuk 1. Wie is aansprakelijk als hotelhouder? ( ) Personen die hoofdzakelijk of uitsluitend tegen betaling nachtlogies verschaffen ( ) XVIII Kluwer

15 2. Nachtlogies dienen op tijdelijke basis verschaft te worden aan gasten/ voyageurs ( ) A. Personen wonend in de gemeente waarin het hotel gevestigd is ( ) B. Tijdelijkheid (675) C. Effectief opnemen van logies (676) Hotelhouder handelt op als hotelhouder ( ) A. Algemeen ( ) B. Toepassing in de tijd ( ) Aanvang van de aansprakelijkheid ( ) a) Binnenbrengen van zaak in het hotel of aanhorigheden ( ) b) Vooraf opgestuurde zaken (683) Einde van de aansprakelijkheid ( ) a) Verlaten van het hotel door de reiziger (684) b) Zaken die een redelijke termijn na vertrek van gast werden achtergelaten ( ) Hoofdstuk 2. Zaken waarvoor de aansprakelijkheid van hotelbewaargeving geldt ( ) Zaken die zich in hotel bevinden gedurende de tijd dat de gast er een slaapgelegenheid ter beschikking heeft (art lid 2, a B.W.) ( ) A. Zaken moeten niet uitdrukkelijk toevertrouwd worden aan de hotelhouder (688) B. Zaken die zich in het hotel bevinden ( ) Zaken die zich buiten het hotel bevinden (art lid 2, b, B.W.) (691) Zaken die de gast voor zijn aankomst in het hotel laat toekomen of na zijn vertrek heeft achtergelaten (art lid 2, c B.W.) (692) Uitsluiting voor voertuigen (en inhoud) alsook levende dieren ( ) Titel 3. Gronden op dewelke een hotelhouder aansprakelijk kan worden gesteld inzake hotelbewaargeving ( ) Hoofdstuk 1. Principe van de quasi-objectieve aansprakelijkheid ( ) Hoofdstuk 2. Gevallen waar de hotelhouder niet (geheel) aansprakelijk is (art B.W.) ( ) XIX

16 1. Fout van de gast (701) Overmacht ( ) Gewapenderhand gepleegde diefstal (706) Gebrek in de zaak (707) Hoofdstuk 3. Verplichting tot onmiddellijke inkennisstelling (art. 1954bis B.W.) ( ) Hoofdstuk 4. De omvang van de aansprakelijkheid ( ) Beperkte aansprakelijkheid (art B.W.) ( ) Onbeperkte aansprakelijkheid (art B.W.) ( ) A. Effectieve bewaargeving ( ) B. Weigering van de hotelhouder zaken in bewaring te nemen die hij verplicht is in bewaring te nemen ( ) C. Fout van de hotelhouder of van personen die hem hun diensten verlenen ( ) Dwingend karakter van de wettelijke aansprakelijkheidsregeling ( ) Titel 4. Bewijs ( ) Hoofdstuk 1. Bewijslast ( ) Hoofdstuk 2. Toegelaten bewijsmiddelen ( ) Hotelbewaargeving is een bewaargeving uit noodzaak ( ) Toegelaten bewijsmiddelen (734) DEEL III. Sekwester ( ) Titel 1. Omschrijving van de rechtsfiguur van het sekwester ( ) 325 Titel 2. Conventioneel sekwester ( ) Hoofdstuk 1. De constitutieve bestanddelen van het conventioneel sekwester ( ) Conventioneel sekwester: een voorovereenkomst tot het sluiten van een bewaargevingsovereenkomst ( ) Toepasselijkheid van de regels van de gemeenrechtelijke bewaargeving op het conventioneel sekwester ( ) A. Algemeen (743) XX Kluwer

17 B. Voornaamste verschillen tussen het sekwester en de gemeenrechtelijke bewaargeving (744) Voorwerp van het sekwester ( ) a) Roerende en onroerende goederen (745) b) Litigieus goed (746) c) Onlichamelijke zaken (747) Zakelijk karakter (748) Teruggaveverplichting (749) Opdracht van de sekwester: verplichting tot bewaring en beheer (750) Recht op eenzijdige beëindiging (751) Persoon van de sekwester (752) Aantal partijen ( ) Voorhanden zijn van een geschil ( ) Hoofdstuk 2. Bezoldiging van het conventioneel sekwester ( ) Conventioneel sekwester is om niet of onder bezwarende titel ( ) A. Principiële mogelijkheid tot bezoldiging van het conventioneel sekwester (759) B. Recht op bezoldiging bij afwezigheid van enige uitdrukkelijke bepaling (760) C. Recht op vergoeding van de kosten (761) Bevoorrecht karakter van de bezoldiging ( ) Personen aan wie de bezoldiging en de kosten ten laste kunnen worden gelegd ( ) Criterium ter bepaling van de zorgvuldigheidsnorm (767) Hoofdstuk 3. Beëindiging van het conventioneel sekwester ( ) Einde van het geschil ( ) Toestemming van de belanghebbende partijen (773) Wettige reden (774) Overlijden van de sekwester (775) Titel 3. Gerechtelijk sekwester ( ) Hoofdstuk 1. Algemene omschrijving van de rechtsfiguur van het gerechtelijk sekwester ( ) Conservatoire maatregel van voorlopige aard ( ) Situatie waarin een gerechtelijk sekwester wordt aangesteld ( ) XXI

18 A. Gevallen waarin de aanstelling van een gerechtelijk sekwester wettelijk mogelijk is ( ) Begrip geschil ( ) a) Geding (in rechte) is niet vereist (784) b) Volstaat een belangentegenstelling? (785) c) Negatieve voorwaarde (786) Voorwerp van het geschil ( ) a) Niet beperkt tot geschillen omtrent eigendom of bezit (787) b) Toepassingen van de aanstelling van een sekwester bij een betwisting van eigendom, bezit (of detentie) (788) Ogenschijnlijk recht van de eiser op de te sekwestreren zaak ( ) B. Omstandigheden onder dewelke de rechter de aanstelling van een sekwester opportuun acht ( ) Subsidiair en uitzonderlijk karakter van het sekwester ( ) Sekwester aangesteld in een kortgedingprocedure ( ) a) Algemeen: de vereiste van hoogdringendheid ( ) b) Afweging van de belangen van de diverse belanghebbenden bij (het uitblijven van) het sekwester (800) c) Snelheid waarmee de vordering door de eiser werd ingesteld (801) Aanstelling van een sekwester bij eenzijdig verzoekschrift (802) C. Juridische beperkingen ( ) Saisine ( ) Bewijskracht of uitvoerbare karakter van authentieke akten (805) Gezag van gewijsde van een eerdere uitspraak die de aanstelling afwijst (806) Aard van het betwiste recht (807) Voorwerp van het gerechtelijk sekwester ( ) A. Gespecificeerde zaken (808) B. Roerende of onroerende goederen (809) C. Lichamelijke of onlichamelijke zaken ( ) Principe (810) Sekwester ter bescherming van intellectuele eigendomsrechten ( ) XXII Kluwer

19 D. Geldsom ( ) E. Titels die gemeenschappelijk zijn aan de nalatenschap (art. 842, laatste lid B.W.) (816) Persoon van de gerechtelijke sekwester ( ) A. In aanmerking komende personen ( ) Discretionaire benoemingsbevoegdheid van de rechter (817) Neutraliteit van de sekwester ( ) Inachtname van wettelijke onverenigbaarheden ( ) a) Principe (820) b) Notarissen (821) c) Vereffenaars (822) B. Vereiste van aanvaarding van benoeming (823) C. Persoonlijk karakter van de uitoefening van de opdracht als sekwester (824) Bevoegdheden van de gerechtelijke sekwester ( ) A. Verplichting tot bewaring en behoud als bewaarnemer en een accessoir mandaat ( ) B. Vereiste van nauwkeurige omschrijving in aanstellingsbesluit (828) C. In principe puur conservatoire bevoegdheden ( ) Conservatoire handelingen ( ) Daden van beheer ( ) a) Principe ( ) b) Specifieke componenten van de beheersbevoegdheid (838) Daden van beschikking ( ) Verplichtingen van de gerechtelijke sekwester (841) Einde van het mandaat van de gerechtelijke sekwester ( ). 380 A. Wettige reden (842) B. Einde van het geschil (843) C. Opheffing van het sekwester door de rechter (844) D. Toestemming van alle belanghebbende partijen (845) Gerechtelijk sekwester over aandelen van een vennootschap ( ) A. Gevallen waarin een sekwester kan worden aangesteld over aandelen ( ) Eigendomsbetwistingen met betrekking tot aandelen ( ) Beslag op aandelen ( ) XXIII

20 3. Betwisting van de geldigheid van een kapitaalverhoging (854) B. Wenselijkheid van de aanstelling (855) C. Bevoegheid van de sekwester ( ) Stemrecht ( ) Sekwester over het dividend (862) D. Bevoegde rechtbank (863) Sekwester over bewijsmateriaal ( ) A. Bewarend beslag over bewijsmateriaal is niet mogelijk (865) 394 B. Ogenschijnlijk recht op het bewijsmateriaal waarvan men het sekwester vraagt ( ) Principe (866) Het sekwester moet betrekking hebben op voldoende geïndividualiseerde identificeerbare en lokaliseerbare bewijsdocumenten (867) C. Vereiste dat de sekwestratie van het bewijsmateriaal de belangen van de wederpartij niet onherroepelijk schaadt (868) D. Opdracht van de sekwester over het bewijsmateriaal: puur bewarend ( ) Een sekwester aangesteld op basis van een eenzijdig verzoekschrift ( ) Een sekwester dient geen oordeel uit te spreken over de waarde van het bewijsmateriaal (872) Gerechtelijk sekwester over de vennootschap en aanverwante rechtsvormen ( ) A. Sekwester versus voorlopig bewindvoerder (873) B. Expert-bewaarnemer over de vennootschap (874) Bezoldiging van het gerechtelijk sekwester ( ) A. Rechter bepaalt in beginsel de bezoldiging (875) B. Van wie kan de gerechtelijk sekwester betaling van zijn kosten of van zijn bezoldiging vorderen? (876) C. Bevoorrecht karakter van de bezoldiging (877) D. Kosten (878) Titel 4. Het wettelijk sekwester ( ) Hoofdstuk 1. Sekwester bij beslag (art. 1961, 1 B.W.) ( ) Hoofdstuk 2. Gereed aanbod tot betaling (882) XXIV Kluwer

21 Hoofdstuk 3. Wettelijk sekwester voorzien door bijzondere wetten ( ) Scheepskapitein (884) Wettelijk sekwester door ambtenaren van bosbeheer (885) Wettelijk sekwester over de goederen van een weerspannige (886) Wettelijk sekwester over vervoerde goederen/bevrachting (887) Wettelijk sekwester over bedorven voedingsmiddelen (888) Wettelijk sekwester over aandelen in beleggingsondernemingen en kredietinstellingen (889) Wettelijk sekwester over documenten van een cliënt waarover een vastgoedmakelaar beschikt die zijn aanspraken ten opzichte van een cliënt kunnen staven (890) Wettelijk sekwester in het kader van de W.H.P.C. ( ) Trefwoordenregister XXV