In het huishoudelijk reglement wordt verstaan onder:

Transcriptie

1 Huishoudelijke reglement Vereniging van Eigenaars "De Saten I" te Reeuwijk Artikel 1 In het huishoudelijk reglement wordt verstaan onder: a. "de akte" : de akte van splitsing; b. "het Reglement" : het Reglement als bedoeld in art. 875 e van het Burgerlijk Wetboek; c. "het R.S.E." : het Reglement van Splitsing van eigendom dat is vastgesteld door de Koninklijke Notariële Broederschap en dat is overgeschreven ten hypotheekkantore te Rotterdam op 1 maart 1973 in deel 4397 nummer 82; d. "het H.R." : het onderhavige huishoudelijk reglement; e. "gebouw" : zie art. 1 lid b van het R.S.E.; f. "eigenaar" : zie art. 1 lid c van het R.S.E.; g. "gemeenschappelijke gedeelten" : zie art. 1 lid d van het R.S.E.; h. "gemeenschappelijk zaken" : zie art. 1 lid e van het R.S.E.; i. "privé gedeelten" : zie art. 1 lid f van het R.S.E.; j. "gebruiker" : zie art. 1 lid g van het R.S.E.; k. "vereniging" : zie art. 1 lid h van het R.S.E.; l. "vergadering" : zie art. 1 lid i van het R.S.E.; m. "bestuur" : zie art. 40 lid 1 van het R.S.E. Artikel 2 De vergadering delegeert het in art. 3 van het R.S.E. bepaalde aan het bestuur en mitsdien beslist het bestuur in overleg met voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en commissarissen bij twijfel of een zaak tot de gemeenschappelijke gedeelten of de gemeenschappelijke zaken behoort. Artikel 3 De vergadering delegeert de uitvoering van het bepaalde in art. 5 lid 3 van het R.S.E. aan het bestuur en mitsdien het bestuur gerechtigd in overleg met voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en commissarissen de in art. 5 lid 3 van het R.S.E. genoemde toestemming te verlenen en reeds verleende toestemming in te trekken.

2 Artikel 4 Als aanvulling op art. 5 sub 1 van het R.S.E. wordt bepaald dat het niet is toegestaan het parkeerterrein te gebruiken voor het langdurig parkeren en/of plaatsen van aanhangers, caravans, boottrailers, sloop- en ernstig schade auto's, verhuiscontainers, bouwmaterialen en dergelijke. In het algemeen zal in deze gevallen een maximale tijdsduur worden aangenomen van 3 x 24 uur. Voorts geldt dat er geparkeerd moet worden in de vakken. Voor gebruikers van de garages, niet zijnde eigenaren of huurders van een appartement van de Saten I, geldt dat zij onmiddellijk na aankomst hun voertuig in de garage dienen te plaatsen. Voor de verhuurder geldt in deze dat hij/zij verplicht is de huurder hieromtrent in te lichten er aan te doen houden. Het is voor gebruikers van een appartement toegestaan zijn boot, kano of ander voor pleziervaart bestemd vaartuig aan de steiger op een vaste plaats af te meren. Hierbij geldt het recht op de eerste keuze voor de langst gebruikende. In geval van twijfel beslist het bestuur. Vaartuigen welke niet aan de steiger zijn afgemeerd mogen nimmer de beschoeiing kunnen beschadigen noch de doorvaart belemmeren. Voorts is het de bewoners toegestaan het vaartuig op de grasmat van de landtong te stallen in de periode tussen 15 november en 15 april, mits ondersteunende balken worden aangebracht om beschadiging van de grasmat te voorkomen. Het voorste deel van de landtong (het dichtst bij de flat) is ingericht voor het te water laten en eruit halen van voornoemde pleziervaartuigen. Op een speciale strook kunnen uitsluitend boottrailers, boten en kleine aanhangers voor langere duur gestald worden. Dit tot een gewicht van maximum 1000 kg. Dit onder het beding dat zij noch wrak of slooprijp zijn en in redelijke staat van onderhoud verkeren. Het op de landtong gelegen grasveld met verharde zitplaats, tuintjes etc. is voor algemeen gebruik, b.v. voor het drogen van zeilen, tenten, het houden van picknick en overige recreatie. Aanwijzingen door de tuincommissie ten aanzien van het gebruik dienen door een ieder te worden opgevolgd. Het recreatieve gebruik van de landtong dient verder strikt particulier te zijn en eigenaar/huurder van Saten I is nimmer gerechtigd het gebruik hiervan door derden toe te staan. Voor dit gehele artikel geldt dat genoemde vaartuigen, en overige gestalde, uitgezette of gespannen roerende goederen eigendom dienen te zijn van een gebruiker van een appartement van de Saten I. Indien dit niet het geval is, zullen deze goederen tegen de gemaakte kosten ten laste van de eigenaar worden verwijderd.

3 In twijfelgevallen dient het eigendom aannemelijk te worden gemaakt tegenover het bestuur. Artikel 5 Het houden van huisdieren is toegestaan mits ervoor wordt zorg gedragen dat de galerijen, trappenhuizen en bergingsgangen niet door het huisdier worden verontreinigd. Tevens is het verboden het huisdier vlak vóór de entrees of op het "eiland" uit te laten. Ook mogen huisdieren de bewoners geen overlast bezorgen. Uiteraard zijn ongelukjes niet altijd te voorkomen bij het uitlaten van huisdieren, maar men is verplicht de sporen hiervan onmiddellijk te verwijderen. Artikel 6 Als aanvulling op art. 5 sub 2 van het R.S.E. wordt bepaald dat de in de trappenhuizen geplaatste mededelingsborden alleen zijn bedoeld voor mededelingen van zakelijke aard, de vereniging betreffende. Geen eigenaar/gebruiker is gemachtigd mededelingen in deze borden te plaatsen dan met toestemming van het bestuur. Artikel 7 Ter aanvulling van art. 6 lid 2 en 3 van het R.S.E. delegeert de vergadering aan het bestuur de uitvoering van het daar bepaalde en mitsdien is het bestuur gerechtigd in overleg met voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en commissarissen toestemming te verlenen en reed eerder verleende toestemming in te trekken tot het aanbrengen van naamborden, reclameaanduidingen, uithangborden, zonweringen, bloembakken en andere uitstekende voorwerpen. Terwille van de uniformiteit dienen de zonneschermen van gelijk kleur en/of model te zijn. Voor de zonneschermen is de kleur oranje. Bij het monteren van nieuwe zonneschermen is het noodzakelijk de betonranden voor de helft (van bovenaf gerekend) vrij te laten. Dit in verband met werkzaamheden van de glazenwasser, die anders onnodig hout of schilderwerk kan beschadigen. Artikel 8 Als aanvulling op art. 10 sub 3 R.S.E. is iedere bewoner verplicht bij langere afwezigheid (b.v. vakanties e.d.) zijn sleuteladres bij het bestuur bekend te maken. Dit sleuteladres moet tenminste binnen de gemeente Reeuwijk zijn. Artikel 9 Als uitbreiding van art. 13 van het R.S.E. wordt bepaald: Tussen en uur is het verboden zowel binnen de eigen woning als daarbuiten (b.v. galerijen, trappenhuizen en parkeer-

4 terrein) door overmatig geluid (b.v. radio, T.V., boren, timmeren, claxonneren) uw medebewoners overlast te bezorgen. Indien een eigenaar/gebruiker zich schuldig maakt aan het in dit artikel sub 1 genoemde, kan door het bestuur binnen 1 maand een schriftelijke waarschuwing worden gegeven dat indien hij/zij ondanks deze waarschuwing binnen 6 maanden nadat hij/zij deze heeft ontvangen andermaal een of meer der genoemde gedragen verricht of voortzet, de vergadering overgaat tot ontzegging van het gebruik van privé-gedeelte dat aan de eigenaar toekomt, conform art. 24 sub 2 van het Reglement van Splitsing. Artikel 10 Als aanvulling op art. 15 van het R.S.E. wordt bepaald: De tuin dient gemeenschappelijk te worden onderhouden. Artikel 11 Ter aanvulling van art. 18 lid 6 van het R.S.E. wordt bepaald dat de verschuldigde rente gelijk zal zijn aan het dan geldende wettelijke interestpercentage. Artikel 12 Indien een eigenaar een achterstand heeft in betaling(en) zal deze, nadat het bestuur de eigenaar een overzicht heeft verschaft, de achterstand terstond ongedaan moeten maken. Indien de eigenaar binnen 2 maanden na de verstrekte opgave hieraan geen gehoor heeft gegeven zal de vordering uit handen worden gegeven. Alle kosten, zowel in als buiten rechten, die de vereniging moet maken - waaromtrent (behoudens het bepaalde in art. 40 lid 4 van het R.S.E.) het bestuur in overleg met de voorzitter c.q. plaatsvervangend voorzitter beslist - in geval van niet nakoming van het bepaalde in het R.S.E., daaronder begrepen de kosten van de rechtskundige raadsman van de vereniging, zijn voor rekening van de eigenaar, die nalatig is. De nalatige eigenaar is in ieder geval aan de vereniging, administratiekosten verschuldigd ten bedrage van E 20,-- per maand achterstand. Voor geval van wanbetaling worden (naast de voormelde administratiekosten) de buitengerechtelijke kosten bij deze vastgesteld op een bedrag gelijk aan 15% van de onbetaalde voorschot bedragen (of anderszins verschuldigde bedragen) doch tenminste op E 100,-- (te vermeerderen met de verschuldigde B.T.W.). Artikel 13 In afwijking van het bepaalde in art. 32 lid 5 van het R.S.E. wordt bepaald dat de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter benoemd worden voor een periode van twee jaar, waarbij de zittingsduur van deze bestuursleden afloopt op de in art. 32 lid 2 van het R.S.E., genoemde te houden ledenvergadering. Onverminderd geldt het in art. 32 lid 5 van het R.S.E. genoemde te fungeren zodra zij ophouden eigenaar te zijn of door de

5 vergadering worden ontslagen. De voorzitter en/of plaatsvervangend voorzitter kunnen zich herkiesbaar stellen voor maximaal drie aaneengesloten zittingstermijnen. Artikel 14 Het in art. 1 van het reglement genoemde aantal commissarissen bedraagt maximaal 7 en minimaal 3. De gerechtigden tot een appartementsrecht of hun echtgenoten/- echtgenotes kunnen uit hun midden de commissarissen kiezen. Ter aanvulling van het bepaalde in art. 1 van het reglement wordt bepaald dat de zittingsduur van de door de vergadering benoemde commissarissen wordt gesteld op twee jaar, waarbij de zittingsduur afloopt op de in art. 32 lid 2 van het R.S.E. genoemde te houden ledenvergadering. Door de vergadering benoemde commissarissen defungeren zodra zij ophouden eigenaar te zijn. Zij kunnen te allen tijde door de vergadering worden ontslagen. Bij tussentijdse aftreden van één of meer commissarissen voorziet het bestuur in overleg met voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en commissarissen in de ontstane vacature(s) tot de eerstvolgende ledenvergadering. Zodra de plaatsvervangend voorzitter fungeert als voorzitter, is hij voor de duur als zodanig geschorst als commissaris. De commissarissen kunnen zich herkiesbaar stellen voor maximaal drie aaneengesloten zittingstermijnen. Artikel 15 Besluiten genomen op grond van dit huishoudelijk reglement zullen maximaal na 4 weken aan de leden worden bekend gemaakt. Artikel 16 Het in de artikelen 2, 3, 4 en 10 van dit reglement bepaalde kan slechts worden besloten in een bestuursvergadering, waarin tenminste 2/3 van het aantal bestuursleden aanwezig is. Artikel 17 Elke eigenaar is te allen tijde gerechtigd tegen beslissingen van het bestuur in beroep te gaan bij de ledenvergadering. Artikel 18

6 Dit huishoudelijk reglement is vastgesteld door de ledenvergadering van 8 maart 1983 en treedt in werking met ingang van 9 maart 1983 het kan te allen tijde door de ledenvergadering worden gewijzigd, overeenkomstig art. 28 van het R.S.E.. Wijzigingen dienen uiterlijk 10 dagen voorafgaande aan de Algemene Ledenvergadering, ter kennismaken aan de leden te zijn gebracht. Artikel 19 In ieder appartement en garage dient een gebruiksgerede, goed werkende brandblusser aanwezig te zijn. Deze brandblusser is initieel ter hand gesteld door de vereniging en zal door zorg van de vereniging worden gecontroleerd op gebruikersgereedheid. De brandblussers horen als roerend goed bij het appartement/garage. Bij ontbreken zal op kosten van de eigenaar een nieuwe worden verstrekt. Artikel 20 Wijzigingen aan de leidingen en/of radiatoren van de centrale verwarming dienen aan het bestuur gemeld te worden. Bij wijzigingen aan de leidingen en/of radiatoren dient gebruik te worden gemaakt van de zgn. bevriezingsmethode. Het is eigenaren van appartementen niet toegestaan om, behoudens noodsituaties, zonder toestemming vooraf van het bestuur de verwarmingsinstallatie c.q. de leidingen geheel of gedeeltelijk af te tappen. Artikel 21 Warmtemeters, geplaatst op de radiatoren, die, door welke oorzaak dan ook, defect geraakt zijn dienen terstond hersteld of vervangen te worden. De kosten van herstel of vervanging zijn voor rekening van de eigenaar van desbetreffende appartement. Artikel 22 Antennes, schotelantennes etc. mogen uitsluitend op het dak van het gebouw geplaatst worden. Plaatsing dient te geschieden in overleg met het bestuur van de vereniging en uitgevoerd te worden door een erkend installatiebedrijf. Eventuele schade aan het gebouw en/of gevolgschade aan de omgeving is voor rekening van de opdrachtgever i.c. eigenaar van het appartement. Een antenne mag niet hoger zijn dan 3 meter en een schotelantenne mag niet groter zijn dan 1 meter in doorsnede.