Doorsturen van patiënten-gegevens naar het KWS-dossier 3. IT-hygiëne 3. Nazicht van de toestelbeschikbaarheid 3

Transcriptie

1 INHOUD MANIER VAN KOPPELEN VAN PATIËNT MET KWS 3 Doorsturen van patiënten-gegevens naar het KWS-dossier 3 IT-hygiëne 3 Nazicht van de toestelbeschikbaarheid 3 Status toestellen via Neuron van capsultech 4 Welke toestellen zijn klaar voor Capsultech 5 Welke toestellen willen we koppelen aan Caspultech 5 Problemen van koppeling 6 Koppelingen 6 Nazicht koppeling toestellen aan het juiste patiëntendossier. 6 TESTEN 7 Testperiode en testlokatie 7 Voorwaarde 7 Melden van problemen 7 Testpatiënten 8 DE SUBTAB PARAMETERS EN ZORG 9 Volledig uitzicht 9 Het event-venster 9 Standaardinstelling 10 Inzoemen 10 Uitzoemen 11 Verschuiven in de tijd 11 Via de rode balk 11 Via de tijdnavigator 12 De tijdnavigator 12 Extra tools 13 Parameters 13 Monitoring-navigatietool 14 Toevoegen events 21 Info IT versie 11 januari 2018 Johan De Coster

2 Tijdsregistratie van event 21 Tijdsregistratie van foute metingen en tijden 21 Visualisatie van alle events in event-veld 22 Navigatietool 23 Registratie van ingreep-specifieke events 31 Grafieken in dit beeld 40

3 MANIER VAN KOPPELEN VAN PATIËNT MET KWS DOORSTUREN VAN PATIËNTEN-GEGEVENS NAAR HET KWS-DOSSIER 1. Vitale parameters (bloeddrukken,...) van de patiënt worden via de Philips-monitor doorgestuurd naar het KWS. 2. Ventilator-parameters en parameters van alle externe toestellen (Vigilance, Foresight, (EV1000,... in de toekomst,...)) worden via de neuron van Capsultech doorgestuurd. 3. De gegevens van de spuitdrijvers worden doorgestuurd via het netwerk (om later de instellingen van de spuitdrijvers naar het EMV te sturen) IT-HYGIËNE Dit systeem vraagt wat discipline: Trek nooit UTP-leidingen (5) uit. 5 Trek nooit elektriciteitskabels uit van Philips, neuron en pomprack (1 tem 3). Zet de Philipsmonitor (1) nooit uit, gebruik enkel de STAND-by modus. Trek de UTP van de cardiac output niet uit het neuron in de zalen waar deze standaard voorzien is (E-kern, F3, F5, G3, G5). Trek de UTP-connectie van de ventilator niet uit het neuron. Elk additioneel toestel plug je in via UTP in het neuron. Zet de computer van het anesthesie-werkstation nooit af (bij de start van uw dagtaak herstart u de computer). U blijft van de instellingen van het scherm af. neovo NAZICHT VAN DE TOESTELBESCHIKBAARHEID IT heeft een real-time visual voorlopig beschikbaar gemaakt waar u ten allen tijde kan zien of de drie noodzakelijke koppelingen actief zijn. Hiervoor gaat u naar uw persoonlijke instellingen en voegt toestelbeschikbaarheid Ok toe aan uw persoonlijke voorkeuren. Onze IT-ers vragen om enkel per uitzondering te controleren omdat deze visual de database wat meer zal belasten.

4 Wanneer u dit beeld opent kan u voor Oka1 nakijken welke toestellen gekoppeld zijn. Kijk hier voorlopig vooral naar de Philips-monitor. openclicken 1. = Philipsmonitor met het intern nummer van technische dienst 2. = pomrack met het intern nummer van technische dienst (not active) 3. = neuron van Capsultech: dit toestel herkent zelf waar het toestel zich bevindt Status: Ok = - problemen indien of STATUS TOESTELLEN VIA NEURON VAN CAPSULTECH De UTP-kabel van Vigilance, Foresight,... is gelabeld. U plugt deze in onderaan in het neuron.

5 De Niro is (en zal voorlopig) niet koppelbaar (zijn). Vandaag aanwezig in E5 en E6. Indien de connectie goed gemaakt is ziet u op het scherm van het neuron welk toestel ingeplugd is. Bijvoorbeeld voor E6 zal dit altijd de ventilator en de cardiac output-meter zijn... wat kan uitgebreid worden met bijvoorbeeld Foresight,... zo nodig. Als de foresight juist ingeplugd werd verschijnt deze monitor ook op het scherm van het neuron. WELKE TOESTELLEN ZIJN KLAAR VOOR CAPSULTECH De toestellen die ingeplugd kunnen worden in het neuron werden gemarkeerd met een extra sticker. Dit geldt nu voor de Foresight, de Vigilance en de ventilatoren. WELKE TOESTELLEN WILLEN WE KOPPELEN AAN CASPULTECH PICCO Extracorporeel circuit De huidige of vervanger foresight De EV 1000

6 PROBLEMEN VAN KOPPELING Er zijn nog kleine problemen (die stilaan opgelost geraken) met de Philips-monitor, waarbij in het parcours het IP-adres niet meer gevonden wordt. Preventie: U blijft in princiepe van alle UTP-kabels af. De UTP-kabels zitten in alle zalen op dezelfde manier in de pendels ingeplugd. De UTP-kabels hebben aangezien ze mooi weggewerkt zijn elk hun eigen kleur. U zet toestellen (zeker philips) enkel in standby maar nooit uit. Wat kan je doen indien de Philips geen gegevens doorstuurt, wat u kan terugvinden via de toestelkoppeling: Start de Philips, maak de ORANJE UTP los en steek deze opnieuw in. KOPPELINGEN Een juiste koppeling van de toestellen (Philipsmonitor, pomprack (Alaris) en Capsultech-neuron) aan de juiste zaal, een juiste koppeling van de patiënt aan de juiste zaal en van het PC-werkstation (Neovo-NUC) aan de juiste zaal is cruciaal om de juiste toestel-gegevens naar het dossier van de juiste patiënt te sturen. Hoe u dit allemaal technisch werkt vindt u terug in andere onderdelen van deze IT-handleiding. U maakt zich uiteraard vertrouwd met deze procedures waardoor u ook elektronisch verder kan werken wanneer, omwille van technische problemen, de ventilator, de monitor, het pomprack,... moet gewisseld worden. NAZICHT KOPPELING TOESTELLEN AAN HET JUISTE PATIËNTENDOSSIER. Indien u een dossier opent van een patiënt die NIET aanwezig is (bijvoorbeeld het dossier van de patiënt die als volgende in die zaal gepland is) in de zaal waar de PC gekoppeld is krijgt u een rode balk te zien in het KWS-dossier van deze patiënt.

7 TESTEN TESTPERIODE EN TESTLOKATIE Om deze nieuwe manier van werken te valideren starten we met een testperiode vanaf 15 januari De test gaat door in de E-kern, F1 en F5 en in G3. We verwachten dat de test 2 à 3 weken zal duren. Vervolgens wordt gans Oka1 uitgerold. VOORWAARDE U kan testen of de manier van werken effectief en inuïtief loopt zonder dat de gegevens doorgestuurd worden naar het ECHTE KWS-dossier van uw patiënt. Na de testperiode worden de testpatiënten ontkoppeld en bij een juiste inzaal-scanning in de zaal (door de verpleegkundige) worden de gegevens doorgestuurd naar het juiste KWS-dossier. MELDEN VAN PROBLEMEN U doet dit met het icoon bug-report dat tijdens de testperiode info via mail doorstuurt naar Gerrit Frickx (zorgregistratie), Jens Penny (IT) en Johan De Coster. U maakt deze bug-report aan op het moment dat u het probleem ziet. Vermeldt de zaal waar u het probleem opmerkt en uw KWS-log-in. Wij krijgen datum/uur en screenshot door.

8 TESTPATIËNTEN Voor gans Oka1 werd een testpatiënt (EAD) gekoppeld aan elke zaal. U opent het peroperatief dashboard en gaat verder naar parameters en zorg. KERN ZAAL EAD A B C D E F G

9 DE SUBTAB PARAMETERS EN ZORG VOLLEDIG UITZICHT Dichtklappen events navigator legende Ingave extra gegevens en events Grafische weergave eventvenster Tabulaire weergave Verschuiven tijd HET EVENT-VENSTER Er werd geopteerd om de parameters in de Oka-zaal niet om de bijvoorbeeld 5 minuten te laten valideren omwille van een noodzakelijke belangrijke tijdsinvestering. U zal via de snelknoppen events kunnen registreren die in het events-veld verschijnen rechts in het onderdeel parameters en zorg van het dashboard. Standaard staat dit veld open maar u kan dit sluiten via de events-tab rechts. Over de manier van registreren van events en welke de voorziene events zijn die u kan registreren vindt u hieronder meer informatie

10 STANDAARDINSTELLING In de Oka-zaal worden parameters standaard om de 5 minuten gevisualiseerd, voor de PAZA is dit elke 15 minuten. INZOEMEN Kies via de linker muisknop het onderdeel waar u wil op inzoemen en laat de linker muisknop los. U zoemt dan automatisch in naar de grafiek en tabel met gegevens/minuut.

11 UITZOEMEN Via de knop kan u terug uitzoemen. Click vervolgens op standaard VERSCHUIVEN IN DE TIJD VIA DE RODE BALK schuiven naar rechts of links

12 VIA DE TIJDNAVIGATOR DE TIJDNAVIGATOR = datum wijzigen (als je ver in het verleden wil kijken) = datum van openen zorgdossier = terugkeren naar het NU-moment = Scrollen naar het verleden (pijltjes wijzend naar links) of naar de toekomst (pijltjes wijzend naar rechts) = vernieuw

13 EXTRA TOOLS Niet actief voor ANE = Groepeer per tijdsindeling: = Groepeer per zorgverlener groep. Standaard wordt de view weergegeven waarin een zorgverlener thuis hoort. Niet van belang voor ANE = Groepeer per zorgset. Een zorgset is een combinatie van parameters die getoond wordt in de overzichtstabel. Het gebruik van zorgsets voor ANE is niet functioneel. In de plaats ervan worden andere beeldschermen aangeboden (punt 4). = Toon een andere grafiek (staat actief wanneer de grafiekbalkjes gekleurd zijn). Door te klikken op het icoontje kan je een andere grafiek in de overzichtstabel laten zien. PARAMETERS Enkel de gemeten parameters worden getoond: hoe uitgebreider de monitoring hoe meer parameters er zullen getoond worden. Dit geldt voor: Swan Ganz: CCO, SvO2, bloedtemperatuur Foresight BIS PAP, CVD,.. Sevo/DES of geen gas bij TIVA (indien DES of lachgas 0: dus niet gebruikt: dan wordt deze parameter verwijderd uit de tabel)... Het is van het grootste belang dat u de juiste instellingen gebruikt op uw monitor want uiteraard weet de computer niet wat u effectief meet. Een CVD-label bij een PAP of een tweede arteriële, die je op de monitor laat staan in PAPview geeft je dus een foute registratie,....

14 MONITORING-NAVIGATIETOOL Opgelet de screenshots die gebruikt werden zijn van de toestellen in demo-modus. Dus het is een superstabiele narcose. De legende is links verborgen onder de knop links. Via de gekleurde knoppen kan u verder navigeren. De knoppen hebben dezelfde kleur als de kleur van de geregistreerde parameters waarmee ze overeenkomen.

15 Dit standaard-beeld of startscherm geeft u een overzicht van hemodynamische parameters in grafiekvorm (BD en pols) gecombineerd met saturatie. Invasieve BD: of niet-invasieve BD: Met dubbele chevron met enkele chevron Dit beeld werd gecombineerd met met andere cardiovasculaire, ventilatoire en neuro(musculaire) parameters in tabelvorm. Opnieuw hoe minder parameters er genoteerd worden hoe minder aantal lijnen er verschijnen. Bij een standaardnarcose zal u dus enkel ritme, SaO2, FiO2, et CO2, SEVOi (is nu nog wel ingesteld: wordt SEVOe DESe en N2O verdwijnt (voorlopig nog niet) indien dat niet gebruikt wordt) zien verschijnen. Wanneer u met muis over de parameter hoovert krijgt u een tooltip waar meer info over de afkorting staat. We stelden ook rode (afwijkende) waardes in: in deze tooltip zal u meer info vinden hieromtrent. Aangezien in demo-modus CO2 0 wordt deze waarde in het rood aangekleurd Het stuurt je door naar het MUZLIdoc op ons intranet.

16 Alle cardiovasculaire parameters worden uitgefilterd en krijgen een rode kleur in een aangepaste tint en werden verder gesorteerd Er komt een uitbreiding met de parameters voor PICCO en EV1000, welke we in latere instantie zullen koppelen. Bloeddruk: met extra info over de methode van meten (IBD (invasieve bloeddruk) en NIBD (niet-invasieve bloeddruk) indien er meerdere arteriële catheters gebruikt worden zal hier ook mer gevisualiseerd worden van welke arteriële catheter gegevens komen. Welke ST-segmenten er doorgestuurd worden wordt uiteraard bepaald dor het aantal EKG-klevers welke perop voorzien zijn. PPV (pressure pulse variation) wordt nog toegevoegd en zal verschijnen boven CVD (als u deze parameter instelt op je Philips-monitor).

17 Alle ventilatoire en pulmonaire parameters tesamen met anesthesiegassen worden uitgefilterd In de volgende versie maken we een onderscheid tussen ingestelde en gemeten waardes: we krijgen dan een TVe (gemeten tidal volume) en een TVi (ingesteld TV) We zullen ook in de volgende het cumulatief verbruik van Sevoflurane en Desflurane visualiseren. Later sturen we dat naar het EMV voor aanrekening. Er worden om deze reden nog een aantal andere parameters voorzien: TVi: ingesteld tidial volume MVi: ingesteld minuutvolume AHFt i: ingestelde ademhalingsfrequentie ventilator Tinsp = inspiratietijd = I/E-ratio FGF O2 = verse gasflow zuurstof FGF N2O = verse gasflow lachgas FGF air = verse gasflow lucht MAPe: mean airway pressure De niet-gebruikte gassen (lachgas en DES) worden niet gevisualiseerd

18 Met grafische en tabulaire voorstelling (met een betere visualisatie) van verschillende temperaturen: T huid T Swan (nog te voorzien) T centraal T slokdarm T nasopharyngeaal T nasaal T slokdarm T blaas T myocard Alle neurologische en neuromusc parameters worden uitgefilterd

19 Alle debieten worden gevisualiseerd. Op de PAZA komt dan het postop bloedverlies via redons etc erbij Het bloedverlies in het algemeen overzicht: enkel totaal bloedverlies wordt getoond. Diurese wordt per ingave getoond en is geen totaal!

20 Deze tool wordt enkel bij test voorzien om te checken welke parameters nu al dan niet doorkomen

21 TOEVOEGEN EVENTS TIJDSREGISTRATIE VAN EVENT De tijd op het moment dat je registreert wordt ingegeven. Dit kan u via de timer aanpassen. TIJDSREGISTRATIE VAN FOUTE METINGEN EN TIJDEN Foute metingen en tijdsverloop registreert u door op een bepaalde plaats in de grafiek te clicken. De tijd van de fout of de tijd wordt geregistreerd op het moment in de grafiek waar u clickt.

22 VISUALISATIE VAN ALLE EVENTS IN EVENT-VELD Alle geregistreerde events komen in het event-venster rechts (waar u u deze events kan bewerken en verwijderen) verwijderen bewerken

23 NAVIGATIETOOL SNELINGAVE Met de gekende tegels voor ingave: Myocardtemperatuur (visualisatie bij temperaturen) NO (verschijnt bij gassen) CSF-drainage bij spinale catheter (verschijnt in debieten) ACT (zal later automatisch verschijnen bij koppeling ACT-toestellen) Bloedverlies en diurese (verschijnt in debieten) Glycemie (kan maar moet u niet invoeren) TEG en Rotem: voorlopig uren noteren van afname: invullen resultaat gaat later pas MYOCARDTEMPERATUUR OF

24 NO TOEDIENEN BLOEDVERLIES EN ANDERE FLUIDS

25 OF

26 TIJDEN EN INSTALLATIE Registratie van tijden geeft icoontjes in grafiek Dit kan u gebruiken om perop positieveranderingen in te geven (info over installatie welke initieel bij inductie is ingegeven hoeft u niet opnieuw in te geven). Het resultaat kan u in het rechter event-beeld zien.

27 OBSERVATIE Via dit beeld kan u verder observaties registeren die zeer uiteenlopend zijn

28

29

30 THERAPIE COMPLICATIES

31 REGISTRATIE VAN INGREEP-SPECIFIEKE EVENTS Elke discipline en ingreep heeft uiteraard een aantal events die specifiek voor de ingreep zijn. Bij de start van de ingreep kan u afhankelijk van de discipline verder kiezen uit een aantal gegroepeerde ingreeptypes. Na keuze blijft deze ingreepspecifieke knop in uw knoppenbalk staan. Indien een gecombineerde ingreep gepland is (bijvoorbeeld carotisingreep + cardiale ingreep) kan u 2 knoppen kiezen die gedurende de ingreep blijven staan. De gekleurde knoppen leiden u naar de wschl hier vaak gebruikte events

32 Mogelijke invulbeelden voor de verschillende disciplines en ingrepen:

33

34

35

36

37

38 MEDISCH ORDER

39

40 GRAFIEKEN IN DIT BEELD U kan ook de grafiek in het beeld wijzigen. Hier moet nog wat gefinetuned worden Ademhalingsfrequentie minuutvolume etco2