Nieuwsbrief PTT, December 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuwsbrief PTT, December 2011"

Transcriptie

1 Nieuwsbrief PTT, December 211 Geachte tellers, Ondanks de zware omstandigheden tijdens de telperiode (sneeuw en gladheid) zijn in 21 toch meer routes (429) geteld dan in 29 (425). Daar zijn we heel blij mee en ik wil jullie van harte bedanken voor jullie inspanning. Wanneer we echter analyses willen doen per regio en per habitattype (zie verderop), dan is uitbreiding van het aantal routes geen overbodige luxe. We plaatsen daarom op de SOVON-website een kaart met daarop alle routes. De routes zijn verdeeld in vacante (geen vaste teller meer) en bezette. De vacante routes kunnen worden geadopteerd voor één of meerdere jaren. Door oude routes opnieuw te tellen, hoeven bij het berekenen van de indexen door het CBS minder waarden worden bijgeschat, zodat de trends betrouwbaarder worden. Om te bepalen welke routes vacant zijn en welke niet, zijn selecties gemaakt. Routes die in 29 of 21 zijn geteld, zijn als bezet verondersteld. Van de routes die tussen 25 en 28 voor het laatst zijn geteld, is de waarnemer benaderd met de vraag of hij/zij de route wil blijven tellen of niet. Gelukkig gaven veel mensen aan hun route te willen behouden. De overige routes zijn vacant gesteld, dus ook alle routes waarvan na 24 geen gegevens meer zijn ontvangen. Wij hopen hiermee zorgvuldig te hebben gehandeld, maar mocht iemand zijn route onverhoopt vacant zien staan (waarvoor op voorhand verontschuldigingen), terwijl hij/zij wel wil tellen, laat me dat dan zo snel mogelijk weten via mail of telefoon. Bereikbaarheid Toen ik net coördinator was, leek het me handig om een mailadres voor het PTT te installeren. Dat is gebeurd, maar het is door jullie massaal genegeerd, wat ook mijn schuld is, omdat ik de nieuwsbrieven vanaf m n persoonlijke adres verstuurde. Het speciale adres (dat ik hier voor de zekerheid niet meer noem) wil ik hierbij opheffen en alle post kan dus voortaan naar willem.vanmanen@sovon.nl, zoals feitelijk al gebeurt. Verder kunnen jullie me thuis bellen of mobiel Wijzigen van Routes Soms doet zich de noodzaak voor om een routepunt te verleggen vanwege de aanleg van een weg, water of gebouw. Probeer in een dergelijk geval het alternatieve punt zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke te leggen, ook wanneer dat vanwege de locatie niet of nauwelijks vogels oplevert. Wanneer het punt wordt verschoven naar een locatie die bijvoorbeeld veel lijkt op de oorspronkelijke, dan krijgen we een te rooskleurig beeld van de aantalsontwikkeling. Nul-waarnemingen Punten waarop weinig of geen vogels worden gezien, leveren een saaie vijf minuten op. Het is dan verzachtend om te weten dat het PTT zijn waarde vooral ontleent aan nul-waarnemingen. Het mag dan zo zijn dat via bijvoorbeeld Waarneming.nl in korte tijd meer waarnemingen zijn binnengekomen dan via het PTT in 33 jaar, maar voor geen enkele soort levert dit een aantalstrend op, juist vanwege het ontbreken van de nul-waarneming. Koester dus de punten waar weinig valt te beleven. Wie zitten er achter het PTT? Waarschijnlijk hadden jullie al wel zo n vermoeden, maar ik regel het PTT project niet in m n eentje. Calijn Plate van het CBS berekent de TRIM-indexen, Erik van Winden en Jeroen Nienhuis regelen dingen met de database, Gerard Troost programmeert de web-applicaties, Chris van Turnhout moedigt me aan of fluit me terug en John van Betteray las deze nieuwsbrief kritisch door. 1

2 Resultaten In de nieuwsbrief van het afgelopen voorjaar ben ik ingegaan op bijzonderheden van de telling in 21 en de invloed van temperatuur op aantallen en verspreiding van vogels. In deze nieuwsbrief keer ik terug naar de fascinerende verschillen tussen hoog- en laag Nederland, soms ook in relatie tot winterweer en doe ik een eerste poging om ook analyses uit te voeren met betrekking tot het habitat op de telpunten. Wie de landelijke indexen van alle soorten wil bekijken, kan terecht op en laag-nederland -Nederland bestaat uit de zand- en lössgronden en laag-nederland overwegend uit kleigronden. Hierop is van alles af te dingen, maar feit is dat aantallen van veel vogelsoorten zich er verschillend ontwikkelen. Om dit inzichtelijk te maken heb ik de correlatie berekend tussen hoog- en laag-nederlandse indexwaarden. Een positieve correlatie betekent dat soorten in beide delen van het land eenzelfde aantalsverloop kennen. Een negatieve correlatie houdt in dat de trends sterk van elkaar verschillen. De bewerking heb ik toegepast op de gegevens uit de periode en alleen bij soorten die in zowel in Noord- als Zuid-Nederland tijdens meer dan 5 tellingen zijn waargenomen. De 1 soorten waarvan de trend in laag en hoog de sterkste overeenkomst en het sterkste verschil vertoonde, staan vermeld in tabel 1. Dit is allemaal wel heel abstract, vandaar dat het voor enkele soorten wat duidelijker is uitgewerkt. De verwachting is daarbij dat aantallen van soorten met sterk uiteenlopende trends in hoog en laag worden gestuurd door lokaal spelende mechanismes, bijvoorbeeld verschil in bodemtype, terwijl soorten met overeenkomstige trends worden gereguleerd door mechanismes die op grotere schaal spelen, zoals bijvoorbeeld weer of klimaat. Tabel 1. De 1 soorten met correlatie-coëfficiënten waarvan de trends in hoog- en laag-nederland het sterkst verschilden (links) en de 1 soorten waarvan de trends het sterkst overeenkwamen. Links van de tabel de verdeling van Nederland in hoog en laag. Soort R hooglaag Soort R hooglaag Turkse Tortel -,477 Ekster,959 Pimpelmees -,457 Grote zilverreiger,935 Blauwe Kiekendief -,413 IJsvogel,931 Zwarte Kraai -,269 Merel,928 Rietgans -,251 Roodborst,924 Kauw -,247 Winterkoning,899 Groenling -,132 Krakeend,894 Smelleken -,11 Nijlgans,884 Witgat -,76 Kokmeeuw,878 Kleine Mantelmeeuw -,57 Boomklever,87 Bij het interpreteren van de trends in onderstaande grafieken, moeten we steeds goed onthouden dat het om een indexwaarde gaat die voor 1983 op 1 is gesteld. Wanneer in 1983 in hoog-nederland nauwelijks Blauwe Kiekendieven voorkwamen en in laag-nederland heel veel, dan kan het best zo zijn dat ondanks de sterke toename in hoog-nederland, de absolute aantallen in laag-nederland nog steeds groter zijn dan in hoog. Een indexwaarde zegt dus niet zoveel over talrijkheid. 2

3 Uitbreiding en ouder worden van het bos Verschillende trends tussen hoog- en laag-nederland kunnen worden veroorzaakt door de uitbreiding van bos, die gedurende de onderzoeksperiode in laag-nederland veel groter was dan in hoog- Nederland. Dit kan er de oorzaak van zijn geweest dat de Pimpelmees geleidelijk afnam in hoog- Nederland, maar een toename vertoonde in laag-nederland. Hetzelfde verschijnsel is zichtbaar bij de Havik. De toename in laag-nederland is daarmee wel verklaard, maar waarom beide soorten afnemen in hoog-nederland is minder makkelijk te vatten. Bij de Havik weten we inmiddels dat de afname in hoog-nederland te maken heeft met een structureel verminderd voedselaanbod, doordat juist veel soorten binnen zijn prooispectrum in aantal afnamen. Voor de Pimpelmees, die theoretisch zou kunnen profiteren van oudere bossen, is onduidelijk waardoor de achteruitgang kan zijn veroorzaakt. Mogelijk heeft ook de Turkse Tortel gebruikt maakt van de verbossing van laag-nederland, maar dan binnen de dorpen en steden. In hoog-nederland daalt het aantal Turkse Tortels al vanaf Vanaf ongeveer 2 lijkt ook in laag-nederland het aantal te verminderen. Het is onduidelijk waarom de aantallen afnemen al kan worden gedacht aan toenemende predatiedruk van Zwarte Kraaien en Eksters, die in aantal zijn toegenomen in bebouwde gebieden. Slechts voor enkele soorten, zoals Boomklever en Grote Bonte Specht, is ouder worden en uitbreiding van het bos zonder meer gunstig. Bij deze soorten verschillen de trends in Noord- en Zuid-Nederland niet wezenlijk, al is de toename in laag-nederland in alle gevallen sterker. Index 1983= Havik Havik Index 1983= Turkse Tortel Turkse Tortel Index 1983=1 25 Pimpelmees 2 Pimpelmees Index 1983= Boomkl. Boomkl Indexen van Havik, Turkse Tortel, Pimpelmees en Boomklever in hoog- en laag-nederland in Wat biedt het agrarisch gebied? Het agrarisch landschap werd in de loop van de onderzoeksperiode steeds intensiever gebruikt. Het aantal bedrijven met akkerbouw daalde in de periode met een factor drie en het aantal bedrijven met grasland halveerde. In de gewaskeuze traden wel verschillen op, maar sinds 199 lijken deze niet structureel. Wel nam het aandeel grasland toe ten opzichte van bouwland, wat vooral in hoog Nederland leidde tot een afname in areaal bouwland (Bron: CBS). Van dat toegenomen graslandareaal 3

4 moeten we ons overigens niet teveel voorstellen. Het gaat hier voornamelijk om biljartlakens die frequent worden gemaaid en waarop steeds minder vaak koeien grazen. Vogels die landbouwgrond gebruiken als foerageergebied gaven in het algemeen een groot verschil te zien in trend in hoog- en laag-nederland. Rietganzen namen bijvoorbeeld enorm toe in hoog- Nederland, maar namen licht af in laag-nederland. Zou dit te maken kunnen hebben met oogstresten die op zandgronden eventueel beter zijn uit te graven dan op kleigronden? Ook de Blauwe Kiekendief die een nagenoeg identiek patroon laat zien, stelt ons voor een raadsel. Op de zandgronden, waar de indexen een sterke toename laten zien, is de soort vooral een veldmuiseter (alle braakbalanalyses wijzen in die richting), maar er bestaat geen enkele aanwijzing voor toename van Veldmuis, eerder integendeel. De aantallen doortrekkers bij Falsterbö (het gros van onze overwinteraars moet uit Scandinavië afkomstig zijn) zijn sterk afgenomen in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw en herstelden zich licht in het afgelopen decennium Ook dit verklaart dus niet de sterk oplopende aantallen in hoog Nederland. Bij kraaiachtigen die vooral voorkomen in agrarische landschappen is de aantalsontwikkeling in hoogen laag-nederland sterk verschillend, maar bij deze soorten is juist in hoog-nederland een dalende lijn zichtbaar, terwijl de aantallen in laag-nederland enigszins toenamen. Bij de Zwarte Kraai kan nog worden gedacht aan de verhouding geboomte/open gebied, die in laag Nederland waarschijnlijk gunstiger is geworden, maar dit gaat bij de Kauw niet op. Index 1983= Bl. Kiek Bl. Kiek Index 1983= Rietgans Rietgans Index 1983= Zwarte Kraai Zwarte Kraai Index 1983= Kauw Kauw Indexen van Blauwe Kiekendief, Rietgans, Zwarte Kraai en Kauw in hoog- en laag-nederland in Weersinvloeden Enkele soorten hebben een sterk schommelende trend, waarbij de indexen voor laag- en hoog- Nederland elkaar op de voet volgen. Voorbeelden zijn IJsvogel, Winterkoning, Roodborst en Merel. Het ligt voor de hand dat weersinvloeden hierbij van invloed zijn en dat klopt ook. Het decemberweer 4

5 tijdens de telling was daarbij niet of nauwelijks van invloed, maar wel het weer in de winter voorafgaand aan de telwinter. Index 1983= IJsvogel IJsvogel Index 1983= Merel Merel Index 1983= Winterkoning Winterkoning Index 1983= Roodb. Roodb Indexen van IJsvogel, Merel, Winterkoning en Roodborst in hoog- en laag-nederland in Bij de grotere soorten IJsvogel en Merel waren het vooral de indexwaarden ten opzichte van de waarden in het jaar daarvoor, die correleerden met de strengheid van de vorige, terwijl het bij Winterkoning en Roodborst de indexen op zich waren die sterker correleerden. Dit kan erop duiden dat de aantallen van Winterkoning en Roodborst sneller herstellen van winterweer dan die van IJsvogel en Merel. Index jaar-1= IJsvogel Index jaar-1= Merel Wintergetal (IJnsen) Wintergetal (IJnsen) Relatie tussen indexveranderingen van jaar op jaar bij IJsvogel en Merel over , waarbij de index van het vorige jaar op 1 is gesteld en het weer in de voorafgaande winter, uitgedrukt in vorstgetallen van IJnsen (hoe hoger de waarde, hoe strenger de winter). 5

6 25 3 Index 198= Winterkoning Index 198= Roodborst Wintergetal (IJnsen) Wintergetal (IJnsen) Relatie tussen de landelijke indexen van Winterkoning en Roodborst over en het weer in de voorafgaande winter, uitgedrukt in het vorstgetal van IJnsen (hoe hoger de waarde, hoe strenger de winter). Grote zilverreigers weten ondanks hun exotisch uiterlijk kennelijk prima te overleven in winters Nederland, hier tussen kolganzen, Kranenburg, 8 februari 28 (Harvey van Diek). Externe invloeden? Sommige soorten namen in zowel hoog- als laag-nederland sterk in aantal toe of af. Vanwege dit gebrek aan contrast, dat we ook zien bij soorten die gevoelig zijn voor winterweer, is het aantrekkelijk om te veronderstellen dat de oorzaak voor toe- of afname extern is. Ik bedoel hiermee dat de aantalsontwikkeling niet zozeer samenhangt met veranderingen in het landschap, maar bijvoorbeeld met een verandering in gedrag of door introductie, waardoor plotseling een groot gebied toegankelijk wordt. Als voorbeeld staan hieronder de trends van Grote Zilverreiger, in 29 en 21 mogelijk geremd door winterweer, en Nijlgans. Van de Nijlgans nemen we aan dat ie is geïntroduceerd en van 6

7 de Grote Zilverreiger dat ie op eigen kracht is gekomen. Beide soorten hebben een Nederland een gebied aangeboord dat gunstig blijkt. De Kokmeeuw en in mindere mate de Ekster zijn bezig met een gestage neergang. Beide soorten kwamen op grote schaal voor in agrarisch landschap, maar zijn daar nu, in aanzienlijke delen van het land, uit verdwenen. Index 1983= Gr. Zilverr. Gr. Zilverr Index 1983= Nijlgans Nijlgans Index 1983= Kokmeeuw Kokmeeuw Index 1983= Ekster Ekster Sterke aantalsveranderingen met geringe verschillen tussen hoog- en laag-nederland bij Grote Zilverreiger, Nijlgans, Kokmeeuw en Ekster. 7

8 2. Aantallen en trends per habitat Aan elk PTT telpunt is zijn vier waardepunten toegekend op basis van habitat. Mogelijke habitats zijn: bos, heide/duin, moeras of natte heide, agrarisch landschap, bebouwing en water. 1 punt voor bos betekent dus dat ongeveer 25% van het te tellen habitat uit bos bestaat en 4 punten voor bos dat het telpunt volledig is omringd door bos. Tot op heden is weinig tot niets gedaan met deze variabelen, maar mogelijk zijn ze bruikbaar bij het begrijpen of in elk geval beschrijven van trends. Inmiddels zijn punten geteld, waarbij dergelijke habitatvariabelen bekend zijn. In deze bestanden zitten fouten of onnauwkeurigheden. Zo ontdekte ik enkele honderden punten in hoog Nederland waarbij alle vier te verdelen punten aan water waren toegekend. Aan deze punten heb ik op basis van de kaartjes een nieuwe verdeling toegekend. Omdat de resultaten verder wel in lijn zijn met wat je verwachten in bepaalde habitats, ben ik er verder vanuit gegaan dat fouten geen bepalende rol spelen in het materiaal. Bij de uitwerking heb ik alleen gekeken naar het aantal waardepunten (-4) dat per habitat werd toegekend. Interactie tussen verschillende habitats op een telpunt is daarbij genegeerd, omdat dit tot een te groot aantal combinaties en dus mogelijkheden voor analyses ( als ik het goed heb) leidt. De jaarlijkse waardes zijn weergegeven als gemiddeld aantal vogels per punt. Het betreft dus niet met TRIM berekende indexen. In de nieuwsbrief van december 21 heb ik al eens beargumenteerd dat dit geen ingrijpende gevolgen heeft op het algehele beeld van een trend. Hieronder is een aantal soorten uitgelicht die algemeen zijn of waren en die van meerdere habitats gebruik maken. Per soort is in een staafdiagram het aantal per telpunt waargenomen individuen per habitatvariabele weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt tussen hoog- en laag-nederland. Bij het lezen van de figuren moet in de gaten worden gehouden dat de cijfers gemiddelden zijn over een lange periode ( ). Om een idee van voorkeur of vermijding van een bepaald habitat te krijgen, zijn vooral de klassen 3 en 4 in de figuren van belang. In de klassen -2 is het habitat absent of beslaat het hooguit de helft van het habitat op een punt. Eventuele hoge aantallen worden dan mogelijk of vooral veroorzaakt door invloed andere habitats op hetzelfde punt. De habitattrends voor hoog- en laag-nederland en per fysisch geografische regio (alleen zandgronden), zijn alleen berekend over de klassen 3 en 4. Ligging van de vier zandgrondregio s noord (HZN), oost (HZO), west (HZW) en zuid (HZZ waarvoor habitattrends zijn berekend. Kokmeeuw Dat Kokmeeuwen het niet zo begrepen hebben op bos, behoeft weinig betoog, maar het komt mooi uit de data. Ook heide (hoog-nederland) en duin (laag-nederland), moeras en dichte bebouwing zijn geen voorkeurhabitats van de soort. Agrarisch landschap leverden grotere aantallen Kokmeeuwen op naarmate deze habitats zwaarder waren vertegenwoordigd op een punt. Vrijwel overal zijn de aantallen Kokmeeuwen groter in laag- dan in hoog-nederland. De trends van de Kokmeeuw zijn niet allen in hoog en laag Nederland (zie vorige hoofdstuk), maar ook in alle onderscheiden habitats vrijwel identiek en dalend. Deze alomtegenwoordige afname is in overeenstemming met de halvering van de broedvogelaantallen sinds 199 (BMP), maar niet met de gemiddeld iets toegenomen aantallen pleisteraars in de Waddenzee en Zoete Rijkswateren 8

9 (Watervogeltellingen SOVON). Mogelijke conclusies zijn dat het niet overal in Europa slecht gaat met de Kokmeeuw en dat overwinteraars vooral lokale broedvogels zijn/waren. Aantal/punt Kokmeeuw Kokmeeuw Bos Heide/duin Moeras Agrarisch Bebouwing Water Per punt getelde aantallen Kokmeeuwen in hoog en laag Nederland, verdeeld over habitats, waarbij = habitat niet aanwezig en 4= alleen dit habitat aanwezig. Houtduif De Houtduif blijkt vooral een soort van hoog-nederland, waarbij de grootste aantallen voorkomen in agrarisch landschap met een beetje bos en/of bebouwing. De trends per habitat in hoog- en laag- Nederland en in de regio s komen sterk overeen, alleen de aantallen in bebouwing namen sterker toe in hoog- dan in laag-nederland. Verder is het verschil in aantallen in de verschillende zandgrondregio s opmerkelijk, waarbij relatief kleine aantallen werden geteld in noord en west en grote aantallen in oost en zuid. Dit zou te maken kunnen hebben met de teelt van korrelmaïs die in Drenthe (,7%) en Utrecht (,8%) minder wordt verbouwd dan in Overijssel (2,%), Gelderland (3,4%) en Noord-Brabant (6,7%)(Bron CBS). In tegenstelling tot snijmaïs blijven er bij korrelmaïs soms aanzienlijke oogstresten op het land achter. Ook is het mogelijk dat de oostelijke en zuidelijke gebieden meer binnen de migratiebanen vallen van Houtduiven uit Noord- en Oost-Europa. Aantal/punt Houtduif Houtduif Bos Heide/duin Moeras Agrarisch Bebouwing Water Per punt getelde aantallen Houtduiven in hoog en laag Nederland, verdeeld over habitats, waarbij = habitat niet aanwezig en 4= alleen dit habitat aanwezig. 9

10 HZN HZO HZW HZZ Links de aantalsontwikkeling van Houtduif in bebouwing in hoog- en laag-nederland en rechts de aantalsontwikkeling in agrarisch gebied op de hoge zandgronden noord (HZN), oost (HZO), west (HZW) en zuid (HZZ). Groene Specht In laag-nederland, waar de bossen in de regel minder uitgestrekt zijn dan in hoog-nederland neemt het aantal Groene Spechten lineair toe met de hoeveelheid bos. In hoog-nederland zijn het vooral de deels beboste telpunten waar de soort werd waargenomen. Ook duinen zijn in laag-nederland een gunstige voorwaarde, terwijl dat in mindere mate geldt voor de heide in hoog-nederland. Daarentegen werden de overige landschapstypes in hoog-nederland minder gemeden dan in laag-nederland. De trends per habitat (niet afgebeeld) laten nogal sterke fluctuaties zien, waarschijnlijk vooral omdat de soort te schaars is en de steekproef te klein. Aantal/punt,5,4,3,2,1 Groene Specht Groene Specht, Bos Heide/duin Moeras Agrarisch Bebouwing Water Per punt getelde aantallen van Groene Specht in hoog en laag Nederland, verdeeld over habitats, waarbij = habitat niet aanwezig en 4= alleen dit habitat aanwezig. Pimpelmees Pimpelmezen moeten het vooral hebben van bos en bebouwing. In beide habitats werden in hoog- Nederland de hoogste dichtheden vastgesteld bij volledige bedekking van bos of bebouwing. Alle andere habitats leverden kleinere aantallen op bij toenemende bedekking, dus meer heide, moeras, agrarisch landschap en water leverde minder Pimpelmezen op. De trend was negatief in de bossen in hoog-nederland en dat gold voor alle geografische regio s in dezelfde mate (niet afgebeeld). In laag- Nederland bleef het aantal Pimpelmezen in bos stabiel of nam lichtjes toe. Tegenwoordig zijn de dichtheden van de soort in bos voor hoog- en laag-nederland identiek. In bebouwing is de Pimpelmees in zowel hoog- als laag-nederland toegenomen, zij het sterker in laag-nederland. Uit de trends kunnen we aflezen dat afname van de Pimpelmees expliciet geldt voor de bossen in hoog- Nederland. 1

11 Aantal/punt 1,4 1,2 1,,8,6,4,2, Pimpelmees Pimpelmees Bos Heide/duin Moeras Agrarisch Bebouwing Water Per punt getelde aantallen van Pimpelmees in hoog en laag Nederland, verdeeld over habitats, waarbij = habitat niet aanwezig en 4= alleen dit habitat aanwezig. 2,5 2, 1,5 1,,5, , Links de trend van Pimpelmees in bos, rechts in bebouwing, opgesplitst in hoog- en laag-nederland. 1,4 1,2 1,,8,6,4,2 Ekster In laag-nederland kwamen tijdens de onderzoeksperiode nog Eksters voor in gesloten bos. In hoog- Nederland was dat nauwelijks het geval. Waar heide in hoog-nederland een negatieve voorwaarde blijkt voor het voorkomen van de soort, is bij de duinen in laag-nederland het tegenovergestelde het geval. In geen enkel ander habitat werden dermate hoge aantallen vastgesteld. Ook het agrarisch landschap geeft een tegenstelling tussen hoog en laag te zien, waarbij open agrarisch landschap in hoog-nederland gunstig was, maar in laag-nederland licht ongunstig. Aantal/punt 1,4 1,2 1,,8,6,4,2, Ekster Ekster Bos Heide/duin Moeras Agrarisch Bebouwing Water Per punt getelde aantallen van Ekster in hoog en laag Nederland, verdeeld over habitats, waarbij = habitat niet aanwezig en 4= alleen dit habitat aanwezig. 11

12 Trends Met de hoge dichtheden van de Ekster in de duinen is het inmiddels wel gedaan. Recentelijk zijn de dichtheden in bebouwing zelfs hoger. In de bebouwing van zowel hoog- als laag-nederland verdubbelde het aantal Eksters zich gedurende de onderzoeksperiode. In agrarisch landschap namen de aantallen af in zowel hoog- als laag-nederland. De afname was sterker in hoog-nederland, maar vanwege de aanvankelijk hogere dichtheden aldaar, zijn de dichtheden nu vergelijkbaar. Van de vier zandgrondregio s nam de Ekster het meest af in de noordelijke regio. De aantallen in agrarisch landschap zijn daar nu zo laag dat de soort vrijwel absent is. In de overige regio s bleven de aantallen hoger, waarbij in de oostelijke regio zelfs sprake lijkt van enig herstel. In bebouwing (niet afgebeeld) spelen dergelijke regionale verschillen niet en zijn de dichtheden en trend nagenoeg gelijk. Heide/duin 2,5 Agrarisch landschap 2,5 2, 1,5 1, 2, 1,5 1,,5,5, , Bebouwing 1,6 1,4 1,2 1,,8,6,4,2, Agrarisch landschap HZN HZO HZW HZZ 3, 2,5 2, 1,5 1,,5, Trends van de Ekster in heide (hoog-nederland) en duin (laag-nederland), in agrarisch landschap, bebouwing en per geografische regio in agrarisch landschap. Kauw Kauwen blijken zowel in hoog- als in laag-nederland vooral gebonden aan agrarisch landschap en bebouwing. Alle andere landschappen, met uitzondering van de duinen, werden door de soort zo goed als gemeden. In agrarisch landschap in hoog-nederland nam de soort af, in laag-nederland waren de aantallen min of meer stabiel. In bebouwing waren de trends overeenkomstig. Uitgesplitst naar de zandgrondregio s waren geen verschillen in trend zichtbaar, wel waren de getelde aantallen per punt hoger in oost en zuid. 12

13 Aantal/punt Kauw Kauw Bos Heide/duin Moeras Agrarisch Bebouwing Water Per punt getelde aantallen van Kauw in hoog en laag Nederland, verdeeld over habitats, waarbij = habitat niet aanwezig en 4= alleen dit habitat aanwezig Trends van de Kauw in agrarisch landschap (links) en bebouwing (rechts), gedifferentieerd naar hoogen laag-nederland. Zwarte Kraai Hoewel de Zwarte Kraai in alle landschappen voorkomt, is het alleen agrarisch landschap dat onverdeeld gunstig lijkt voor de soort. In de onderscheiden regio s is over het algemeen sprake van overeenkomstige trend in overeenkomstig landschap, behalve in bos en agrarisch landschap in de noordelijke en oostelijke hoge zandgronden. In het noorden nam de soort duidelijk af en zijn de aantallen inmiddels meer dan gehalveerd, in het oosten daarentegen namen de aantallen licht toe. In het westen en het zuiden namen de aantallen in beide habitats licht af, maar lagen wel beduidend hoger dan in het noorden Aantal/punt Zwarte Kraai Zwarte Kraai Bos Heide/duin Moeras Agrarisch Bebouwing Water Per punt getelde aantallen van Zwarte Kraai in hoog en laag Nederland, verdeeld over habitats, waarbij = habitat niet aanwezig en 4= alleen dit habitat aanwezig. 13

14 HZN HZO 2,5 2, 1,5 1,,5, HZN HZO Links de trend van de Zwarte Kraai in bos, rechts in agrarisch landschap in noordelijke (HZN) en oostelijke (HZO) zandgronden. Conclusie Zoals bij zoveel exercities blijkt dat juist door analyse van de gegevens meer vragen worden opgeroepen dan beantwoord. Misschien op het eerste gezicht teleurstellend, maar dat is het geenszins. Door trends tussen soorten, gebieden of habitats te vergelijken, kunnen we onze vragen zo nauwkeurig definiëren dat het wellicht mogelijk is om antwoorden te vinden. Zo is het bijvoorbeeld opvallend dat kraaiachtigen en Houtduiven in het agrarisch gebied op de noordelijke zandgronden veel schaarser zijn dan op de oostelijke en zuidelijke zandgronden. En dat Zwarte Kraaien en Eksters overal op de zandgronden in aantal afnemen, behalve op de oostelijke. Heeft dit allemaal te maken met korrelmaïs? Woon je in het oosten of het zuiden en ken je een aantal percelen met korrel- en snijmaïs, dan is het mogelijk om binnen het bestek van een winter deze vraag te beantwoorden. Voor ieder die een idee heeft voor een verdiepend onderzoek, ben ik bereid om trendgegevens beschikbaar te stellen op welk niveau dan ook: landelijk, regionaal, lokaal of per habitat. Gewoon even bellen of mailen ( of mobiel of willem.vanmanen@sovon.nl). Na hoegenaamd te zijn verdwenen van de heidevelden, neemt de Ekster nu ook in de duinen af (Harvey van Diek). 14

Nieuwsbrief PTT December 2013

Nieuwsbrief PTT December 2013 Nieuwsbrief PTT December 13 Beste tellers, Vanwege de start van het veldwerk voor de nieuwe atlas, was ik als coördinator een jaar geleden best benauwd voor verminderde belangstelling voor het PTT. Afgelopen

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold Tellers: D.Schoppers, A. Vanderspoel, J. de Vries, W. Woudman, M. Werkman, J. De Bruin, M.Wijnhold Inhoud: 1. Samenvatting 2. Methode: territoria

Nadere informatie

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Vogeltrektelling 30 oktober 2016 Vogeltrektelling 30 oktober 0 Voorwoord De laatste vogeltrektelling van 0 vond plaats op zondag 30 oktober, op de nieuwe dit jaar gekozen locatie de Volthe es.de tel locatie ligt dicht tegen de zuid kant

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2010 Marc de Bont Nijmegen, september 2010 Inleiding Methode In maart 2010 heb ik besloten om in de omgeving van het complex Berkenoord de broedvogels

Nadere informatie

Nieuwsbrief PTT december 2014

Nieuwsbrief PTT december 2014 Aantal tellingen Nieuwsbrief PTT december 214 Beste tellers, We dachten aanvankelijk nog dat het atlaswerk het aantal getelde PTT-routes negatief zou beïnvloeden, maar dat lijkt dik mee te vallen. Tot

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2010

Nationale Tuinvogeltelling 2010 Nationale Tuinvogeltelling 21 Huismus wederom het hoogste aantal, Merel het vaakst gemeld De Nationale Tuinvogeltelling van 23 en 24 januari werd voor de 7 e keer georganiseerd door Vogelbescherming Nederland,

Nadere informatie

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling AANTAL. Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling Sinds 1973 worden elke veertien dagen de vogels in de westelijke Eempolders geteld. Dat is nu dus al ruim 38 jaar. Wat rekenwerk levert op dat op

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

PTT-nieuwsbrief, telling 2010

PTT-nieuwsbrief, telling 2010 PTT-nieuwsbrief, telling 1 Geachte tellers, Het voorjaar kondigt zich aan en het is tijd om de balans op te maken van de afgelopen winter. De aanwezigheid van sneeuw en ijs, die dit jaar tot op de dag

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2013 Marc de Bont Nijmegen, juli 2013 Inhousopgave Inleiding Pagina 3 Methode Pagina 3 De telling Pagina 4 Het weer Pagina 4 De resultaten Pagina 4 Bijlage:

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij*

Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij* Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij* Er deden 40496 verschillende mensen mee in totaal werden 28232 tellingen doorgegeven verdeeld over meer dan 631800 verschillende individuen.

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij

Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij In totaal werden 28374 tellingen doorgegeven verdeeld over meer dan 900.000 verschillende individuen. Er werden 125.550 huismussen

Nadere informatie

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Broedvogelinventarisatierapport Heseveld, Nijmegen 2012 Marc de Bont Nijmegen, juli 2012 Inleiding Methode In 2012 is voor het derde jaar op rij het gebied op broedvogels geteld. Het wordt begrensd wordt

Nadere informatie

NATIONALE TUINVOGELTELLING

NATIONALE TUINVOGELTELLING NATIONALE TUINVOGELTELLING 2003-2018 Vijftien jaar tuinvogels tellen Pimpelmees Shutterstock De Nationale Tuinvogeltelling wordt georganiseerd door Vaker vogels tellen? Vijftien jaar tuinvogels tellen

Nadere informatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat

Nadere informatie

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015 Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn 1 1. Inleiding De gemeente Apeldoorn heeft Vogelwerkgroep Oost-Veluwe gevraagd een inventarisatie

Nadere informatie

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter) Gouwebos midmaandwintertellingen van vogels trends 1994-2014 samengesteld door Cok Scheewe Foto (Huig Bouter) Inleiding Al meer dan 20 jaar worden in de winterperiode in het Gouwebos door de vogelwerkgroep

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Natuurstudie met. Vrijwilligers

Natuurstudie met. Vrijwilligers 20 jaar Steengelaag - 24 november 2012 Natuurstudie met Vrijwilligers welke inzichten levert dit op? Gerald Driessens Telprojecten bij Natuurpunt 3 types Laagdrempelige telacties Vlinder mee!, Natuur-kalender,

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN 2006. door Henk Jan Hof In het voorjaar van 2006 heb ik woonwijk Het Laakse Veld op broedvogels geïnventariseerd. Deze kartering is uitgevoerd om aantallen

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2013 enkele cijfers en getallen op een rij

Nationale Tuinvogeltelling 2013 enkele cijfers en getallen op een rij Nationale Tuinvogeltelling 2013 enkele cijfers en getallen op een rij Er deden 84.986 verschillende mensen mee en in totaal werden 49.125 tellingen doorgegeven waarvan 388 van scholen Dit leverde 1.143.245

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris)

9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris) 9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris) 1. Status Tot 1 maart 2017 gold voor delen van de provincie een ontheffing voor het doden van spreeuwen met het hagelgeweer op percelen waar schade dreigde of voorkwam. Afschot

Nadere informatie

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten Foto J. Schwiebbe - http://www.birdphoto.nl April 2009, Matthijs Broere (Waarneming.nl) & Fred Hustings (SOVON) 1. Inleiding Afgelopen winter

Nadere informatie

40 jaar vogelonderzoek in de Kempen. door Henk Sierdsema

40 jaar vogelonderzoek in de Kempen. door Henk Sierdsema 40 jaar vogelonderzoek in de Kempen door Henk Sierdsema Onderzoek Broedvogelonderzoek Winter- en trekvogelonderzoek Losse waarnemingen Broedvogelonderzoek Inventarisaties in steekproefgebieden Vlakdekkende

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep

KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep Mededeling nr. 201 Broedvogel inventarisatie Telgebied nr. 8 van het Zuid-Hollands Landschap 2010 Karel Adriaanse 1 Inhoudsopgave Inleiding - doel - waarnemers Gebiedsbeschrijving

Nadere informatie

Topjaar soorten overig jarig riet

Topjaar soorten overig jarig riet Beste tellers van zeldzame broedvogels in Gelderland! Het jaar 2018 loopt alweer ten einde. Tijd dus om terug te blikken op het broedvogelseizoen 2018. De terugblik op de koloniebroeders zal nog even op

Nadere informatie

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: 19.227 ha Overzicht verdeling werkgebied in Deelgebieden - Telgebieden KN1 KN2 KN3 KN6 KN5 KN4 GE7 GE6 GE5 GE4 GE2 GE3 GE1 VB11 TE5 TE4 TE3 TE2 TE1 HC5 HC4 HC3 HC2 HC1

Nadere informatie

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland Chris van Turnhout (Sovon) Ronald van Harxen, Pascal Stroeken en Theo Boudewijn (STONE) foto: Pete Whieldon Inleiding - Effectieve

Nadere informatie

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007.

Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007. Beste wintervogeltellers en telsters. Moordrecht 1 november 2007 Hierbij de nieuwsbrief over de telling van 13 en 14 oktober 2007. telgegevens In de Waardvogel van september 2007 staat een artikel van

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2011

VERSLAG VAN DE MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2011 VERSLAG VAN DE MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2011 Frank Sidler In 2010 werd een nieuwe start gemaakt met de provinciale roofvogeltelling. Dit jaar werd de Midwinter Roofvogeltelling gehouden in de periode

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra Atlasproject 2013-2015 aanleiding en ambities Opkomende wintervogel Hoe gaat het met? Veranderingen in de

Nadere informatie

De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid. Chris van Turnhout

De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid. Chris van Turnhout De landelijke vogelmeetnetten in natuurbeheer en -beleid Chris van Turnhout Onze missie: volgen populatie-veranderingen van alle wilde vogels in Nederland Monitoring gebaat bij continuïteit op de lange

Nadere informatie

VERSLAG MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2014

VERSLAG MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2014 VERSLAG MIDWINTER ROOFVOGELTELLING 2014 Frank Sidler In 2010 heeft de Vogelwacht Utrecht de Midwintertelling roofvogels in haar werkgebied de provincie Utrecht nieuw leven ingeblazen. In de periode van

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004. 1 In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de periode vanaf 1 januari tot 1 juli 2004.

Nadere informatie

RESULTATEN BROEDVOGELINVENTARISATIE GAGELPOLDER 2013

RESULTATEN BROEDVOGELINVENTARISATIE GAGELPOLDER 2013 RESULTATEN BROEDVOGELINVENTARISATIE GAGELPOLDER 2013 Eckhart Heunks In de Kruisbek 2012/4 werd een kort artikel gewijd aan de broedvogelinventarisaties van 2007 en 2010 van een deel van de Gagelpolder.

Nadere informatie

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels. Overzicht broed 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels. Voorkeur bos Vogelsoorten van Bijlage 1 vogelrichtlijn Gemengd bos Zwarte specht #1 1500-2500 2300-2900 1100-1600 - Naald- en loofbos Wespendief

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 januari 2004. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt over de jaren 2002 en 2003. De notitie is als

Nadere informatie

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Het provinciaal weidevogelmeetnet in 2007 Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Het provinciaal weidevogelmeetnet in 7 Uit het Jaarboek Weidevogels 7 Al 21 jaar meetnetwerk Het weidevogelmeetnet Noord-Holland is één van de oudste in ons land. Vanaf 1987 zijn in 51 proefvlakken elk

Nadere informatie

Resultaten van vijf jaar Meetnet Urbane Soorten in Wijchen-Zuid ( )

Resultaten van vijf jaar Meetnet Urbane Soorten in Wijchen-Zuid ( ) Resultaten van vijf jaar Meetnet Urbane Soorten in Wijchen-Zuid (2007-2011) Hans Hollander 18 januari 2012 Rapport 18 ir. Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 hanshollander@xmsnet.nl

Nadere informatie

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren

Door Matthias Koster, Sovon districtscoördinator D13, Grote Rivieren De Zwarte Sterns hebben alweer jongen. Het is dan nu ook weer de juiste tijd om de nesten van deze stern te tellen. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met de Zwarte Stern als broedvogel in het Sovon Grote

Nadere informatie

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Analyse ontwikkeling leerlingaantallen Naar aanleiding van de 1 oktobertelling 2014 heeft VGS Adivio weer een korte analyse uitgevoerd waarbij onderzocht is in hoeverre de leerlingaantallen onderhevig

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen Kees Koffijberg Sovon Vogelonderzoek Nederland 2 / 23 Boschplaat op reis, 30.05.2017 Vogels zijn belangrijke

Nadere informatie

De top 10 ranglijst voor respectievelijk de VWG Arnhem, de provincie Gelderland en heel Nederland is als volgt: Provincie Gelderland. 5.

De top 10 ranglijst voor respectievelijk de VWG Arnhem, de provincie Gelderland en heel Nederland is als volgt: Provincie Gelderland. 5. 22 januari 2014 Aan mij werd gevraagd om de uitslagen van de afgelopen tuinvogeltelling voor een aantal grotere plaatsen in ons werkgebied te vergelijken. Op de website van Vogelbescherming Nederland kan

Nadere informatie

Handleiding Vogel Wintertuintelling IVN Zeewolde. Vogelwerkgroep Oriolus

Handleiding Vogel Wintertuintelling IVN Zeewolde. Vogelwerkgroep Oriolus Handleiding Vogel Wintertuintelling 2016-2017 IVN Zeewolde Vogelwerkgroep Oriolus (foto door: Paula van Schaik) Inhoud handleiding: Hoe vogel wintertuinwaarnemingen tellen; Hoe te tellen- Wat te tellen;

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen De halsbandparkiet (Psittacula krameri) komt van oorsprong voor in Afrika, in een gordel ten zuiden van de Sahara en op het Indisch

Nadere informatie

BMP rapport Gat van Pinte 2012

BMP rapport Gat van Pinte 2012 BMP rapport Gat van Pinte 2012 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Juli 2012 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2012 Inhoud: Pagina 1. Inleiding 3 2. Gebiedsbeschrijving 3 3. Telrondes 3 4. De looproute 4 5.

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2011 en 2015 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden

De opvallendste waarnemingen uit de. Dollard zijn de hoge. kokmeeuwen (1602). Van deze 3 soorten. zijn dit de hoogste Januari-waarden Kusttellingen Telling januari 1990 de Noordkust slechts 2 januariwaarnemingen bekend, van resp. 5 en 2 kanoeten. Zie verder tabel 3. Jan van t Hoff De opvallendste waarnemingen uit de Dollard zijn de hoge

Nadere informatie

Kolonievogel overzicht Oost Brabant 2015

Kolonievogel overzicht Oost Brabant 2015 Kolonievogel overzicht Oost Brabant 15 Hieronder vindt u het kolonievogel overzicht van Oost Brabant over 15. In het totaal zijn 383 kolonies geteld door 71 tellers die er vaak heel veel uur ingestoken

Nadere informatie

BMP rapport Gat van Pinte 2013

BMP rapport Gat van Pinte 2013 BMP rapport Gat van Pinte 2013 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut November 2013 1 van 9 BMP Gat van Pinte 2013 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 4. De looproute... 5

Nadere informatie

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp

TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp TREKTELLEN 2006 TELPOST OOLMANSWEG Aagje van der Wulp In het najaar van 2006 is er voor het eerst geteld aan de Oolmansweg. Door bebouwing in de zuidwesthoek van het recreatieterrein Bussloo moest er een

Nadere informatie

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com Colofon Inhoud 2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse www.rebo-publishers.com info@rebo-publishers.com coverfoto s (Roodborst) Michel Geven (voorzijde) Nico van Kappel

Nadere informatie

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede De gemeente Haarlemmermeer Broedvogelonderzoek De Liede Opdrachtgever: Uitvoering: Samenstelling: Veldwerk: Status Gemeente Haarlemmermeer Adviesbureau E.C.O. Logisch ing.

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Vogelexcursie Maasplassen

Vogelexcursie Maasplassen Vogelexcursie Maasplassen WML plas Roermo nd Brandt VWG De Peel, 2015-01-31 Deelnemers Rob Boesten, Jan van Deursen, Jaap Halma, Peter Hikspoors, Mario Joosten, Cor Speek, Karel Verhees en Nel en Jo van

Nadere informatie

Water- en roofvogeltelling januari uitgevoerde telling. De telling wordt

Water- en roofvogeltelling januari uitgevoerde telling. De telling wordt 195 Water- en roofvogeltelling januari 1989 Piet van Vliet Inleiding Dit verslag geeft de telresultaten van en een korte beschouwing over deze jaarlijks uitgevoerde telling. De telling wordt steeds gehouden

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2018

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2018 Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn Martin Heinen Vogelwerkgroep Oost-Veluwe, Apeldoorn juni 1 2 1. Inleiding In hebben medewerkers van Vogelwerkgroep Oost-Veluwe op verzoek van Gemeente

Nadere informatie

10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen

10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen 10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen Katspolder en Zeldenrust 2008-2017 Natuurbeschermingsvereniging De Steltkluut Foto: Johnny du Burck Alex de Smet 25 februari 2018 Stadsvogels in Nederland het stedelijk

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen, aangevuld met informatie uit de Sovon-meetnetten (Netwerk Ecologische

Nadere informatie

De weg eist zijn tol: 10 jaar verkeersslachtoffers op de Nijmeegsebaan in Groesbeek

De weg eist zijn tol: 10 jaar verkeersslachtoffers op de Nijmeegsebaan in Groesbeek De weg eist zijn tol: 10 jaar verkeersslachtoffers op de Nijmeegsebaan in Groesbeek Kees Schreven NOU-congres, De Hoeve van Nunspeet, 7-9 januari 017 Mac Gillavry D. 1930. De Levende Natuur 3: 10. Mac

Nadere informatie

10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht.

10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht. 10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht. 2004-2014 WAKONA Studiedag 29 november 2014 Studiegebied Plas en oever 50 % water 15 % Riet GEN + SBZV ( vogelrichtlijngebied)+ MMHA (natuur Linkeroeverhavengebied)

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

2013 wordt het jaar van de Patrijs.

2013 wordt het jaar van de Patrijs. 2013 wordt het jaar van de Patrijs. 1 Waarom? De soort kwam vroeger in grote aantallen voor in NL; er werd zelfs op gejaagd (en in sommige landen nog steeds) Bijna iedereen heeft de vogel wel eens gezien

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Meetnet vlinders. Aantal vlinders. Augustus Beste teller,

Meetnet vlinders. Aantal vlinders. Augustus Beste teller, Meetnet vlinders Augustus 2019 Beste teller, Gelukkig is augustus een stuk minder heet dan juli (al zou het de komende dagen best nog wel warm kunnen worden). Vaak prima telweer dus. Met op sommige plekken

Nadere informatie

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen NVWK geeft de erven vleugels Module 3 vogels tellen 1 Indeling van de avond Even voorstellen Erfvogels tellen met tuintelling.nl pauze Je erf toevoegen Geluidenquiz 2 Even voorstellen. Werkzaam bij Sovon

Nadere informatie

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen Alle bij de NGF aangesloten clubs worden jaarlijks uitgenodigd deel te nemen aan een vogelteldag. De bedoeling is op dezelfde dag eind april

Nadere informatie

Nationale Tuinvogeltelling 2015

Nationale Tuinvogeltelling 2015 Nationale Tuinvogeltelling 2015 Vogelbescherming Nederland organiseert de Nationale Tuinvogeltelling in samenwerking met Sovon Vogelonderzoek Nederland. Vogels tellen: zinvol en leuk! De Nationale Tuinvogeltelling

Nadere informatie

BMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

BMP rapport. Gat van Pinte 2014. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 BMP rapport Gat van Pinte 2014 Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014 1 van 10 BMP Gat van Pinte 2014 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Gebiedsbeschrijving Gat van Pinte... 3 3. De telronden...

Nadere informatie

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar Ontwikkeling van de WW in de periode 21 24 Ton Ferber Tussen eind 21 en eind 24 is het aantal WW-uitkeringen bijna verdubbeld. Vooral het aantal uitkeringen aan mannen jonger dan 45 is sterk gestegen.

Nadere informatie

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans Datum van de excursie: 4 mei 2016 Team: Flevo Birdwatching, Rien Jans Bezochte gebied: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek Vroege ochtend: Het Langeveen op landgoed Den Treek. En late ochtend/middag:

Nadere informatie

Blauwe Reiger. Purperreiger

Blauwe Reiger. Purperreiger Resultaten kolonievogels in Zuid-holland noord Hoe is het met de kolonievogels in Zuid-holland gegaan? Nemen de soorten toe of af? Hoe is dat het afgelopen seizoen vergaan? En hoe ontwikkelen de aantallen

Nadere informatie

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen

Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Tim Termaat Libellenstudiedag Vlaanderen 15 februari 2014 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Hoe gaat

Nadere informatie

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag 2016 Hans Molenaar VWG De Steltkluut November 2016 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie... 3 Doelstelling SOVON broedvogelonderzoek.... 3 2. Gebiedsbeschrijving... 4 Luchtfoto

Nadere informatie

Libellen van de Habitatrichtlijn,

Libellen van de Habitatrichtlijn, Indicator 19 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er staan negen soorten Nederlandse

Nadere informatie

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen 2009-2013 1 (index: 2009 = 100) 2014-2019 (index: 2014 = 100) Het aantal leerlingen in het basisonderwijs is tussen 2010 en 2014 gedaald. In de provincie Limburg nam het aantal leerlingen in deze periode het sterkst af. In het voortgezet onderwijs is het aantal leerlingen

Nadere informatie

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid

Beantwoording schriftelijke vragen van de Statenfractie PvdD over het provinciale ganzenbeleid Statenfractie Partij voor de Dieren M.C. van der Wel Postbus 90151 5200 MC S-HERTOGENBOSCH Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

Resultaten van 30 jaar wintervogels tellen in het agrarisch Peelgebied

Resultaten van 30 jaar wintervogels tellen in het agrarisch Peelgebied Resultaten van 30 jaar wintervogels tellen in het agrarisch Peelgebied Het is minder zwart-wit dan het lijkt Carlo van Seggelen Vogelwerkgroep De Peel Wintertelling 1982 2012 Vogelwerkgroep De Peel Aanleiding

Nadere informatie

Routekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Routekaart 2011. Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011. Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei 2011 Routekaart 2011 Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer Welkom op het Frysk Fûgelpaad 2011 Deze vogelspotwandeling wordt gehouden in Nationaal

Nadere informatie

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels) Bronvermelding Deze voorlopige verspreidingskaarten zijn gebaseerd op de huidige atlastellingen (vanaf 1-3-2013), aangevuld met informatie uit

Nadere informatie

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011 BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Luchtfoto van het gebied... 3 Algemene Informatie.... 4 Gebiedsbeschrijving... 5 Gebiedsindeling... 6 Info over de telronden... 7 Territoria

Nadere informatie

Broedvogels van Park Rosendael 1981-2012

Broedvogels van Park Rosendael 1981-2012 Broedvogels van Park Rosendael 1981-2012 Inleiding Park Rosendael (38,9 ha) is het langstlopende BMP-proefvlak van de vogelwerkgroep geteld in 1981 en 1984-2012. Dertig jaar telhistorie waaraan veel gevierde

Nadere informatie

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 29 juni-3 juli 2009 - Wim Giesen, Kris Giesen & Wouter Suykerbuyk, 7 juli 2009 29 juni-3 juli 2009 is een bezoek gebracht aan de mitigatielocaties op Tholen

Nadere informatie

Plotseling was er grote paniek onder de aanwezige vogels, een fraaie Slechtvalk gaf act de presence.

Plotseling was er grote paniek onder de aanwezige vogels, een fraaie Slechtvalk gaf act de presence. Datum: Donderdag 27 september 2018 Excursie: Oostvaardersplassen middag Gids: Pim Om 13.00 uur ontmoette ik Jennie en Margreet langs de Knardijk ter hoogte van het bezoekerscentrum van de Oostvaardersplassen.

Nadere informatie

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur. Avondexcursie Oostvaardersplassen, 23 mei 2017 Gids: Pim Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks 18.00 uur. We maakten eerst een wandeling naar

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Nieuwsbrief PTT wintertelling, december 2012

Nieuwsbrief PTT wintertelling, december 2012 Aantal routes Nieuwsbrief PTT wintertelling, december 212 De komende telling staat weer voor de deur (1 december 1 januari) en dus is het tijd voor een door jullie welverdiende nieuwsbrief. De neergaande

Nadere informatie