SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. A., hierna te noemen opdrachtgever,
|
|
- Benjamin van den Brink
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Nr SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. J.M.E. Hamming, advocaat te Drachten, en 1. de besloten vennootschap B., 2. C., hierna te noemen (gezamenlijk) aanneemster, v e r w e e r d e r s, gemachtigde: mr. C.W. van der Zee, advocaat te Leeuwarden. HET SCHEIDSGERECHT 1. De ondergetekenden, IR. W.A. FABER, J. BAAS, en IR. D.A. ROOSENBURG, allen lid-deskundige van het College van Arbiters van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, zijn door de voorzitter van deze Raad overeenkomstig de statuten van de Raad benoemd tot scheidslieden in dit geschil. De ondergetekenden hebben hun benoeming schriftelijk aanvaard. Bij brief d.d. 19 oktober 2009 is daarvan mededeling gedaan aan partijen. Overeenkomstig de statuten van de Raad is aan het scheidsgerecht toegevoegd mr. N.G.W. Verheij, secretaris van de Raad. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE 2. Voor de loop van het geding wordt verwezen naar de volgende stukken: - de memorie van eis d.d. 14 juli 2009, binnengekomen op 15 juli 2009, met producties; - de memorie van antwoord, met producties; - de "conclusie van repliek", met producties; - de memorie van dupliek, met producties; - de brief van mr. Hamming van 8 april 2010 waarin hij de Raad bericht dat hij de heer D. als getuige naar de zitting wenst mee te nemen; - de pleitnotities van mr. Hamming; - de pleitnotities van mr. Van der Zee.
2 2 3. De mondelinge behandeling van het onderhavige geschil heeft plaatsgevonden op vrijdag 23 april Ter zitting is de heer D. als informant aangemerkt. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING de bevoegdheid 4. Bij vonnis in incident van 1 juli 2009 heeft de rechtbank Leeuwarden zich onbevoegd verklaard. In rechtsoverweging 3.3 van dit vonnis (productie 16 bij eis) heeft zij als volgt overwogen: "De rechtbank stelt vast dat het arbitragebeding van artikel 21 van de AVA 1992 van toepassing is op de rechtsverhouding tussen A. en B.. Anders dan A., is de rechtbank van oordeel dat ook C. in persoon is onderworpen aan het arbitragebeding. In de incidentele conclusie tot onbevoegdheid hebben B. en C. immers gezamenlijk een beroep op dit beding gedaan. Nu C. afzonderlijk niet de geldigheid van het arbitragebeding heeft betwist, is de rechtbank van oordeel dat C. hieraan gebonden is geraakt. Dat C. geen contractspartij is bij de overeenkomst van aanneming van werk, doet naar het oordeel van de rechtbank niet aan deze gebondenheid af." Rechtsoverweging 3.4 luidt als volgt: "Partijen twisten over de vraag of de vorderingen in de hoofdzaak onder het bereik van artikel 21 AVA 1992 vallen, nu A. de hoofdsom van de vordering in de hoofdzaak primair gegrond heeft op onrechtmatige daad. De rechtbank stelt voorop dat het tweede lid van artikel 21 AVA kort gezegd - bepaalt dat alle geschillen die naar aanleiding van de overeenkomst van aanneming van werk mochten ontstaan, of van de overeenkomsten die daarvan een uitvloeisel zijn, worden beslecht door arbitrage. Gelet op de bewoordingen van het arbitragebeding, is de rechtbank van oordeel dat de voornoemde vorderingen onder de werking van dit beding vallen en het geschil tussen partijen aldus is onderworpen aan arbitrage. De rechtbank overweegt daartoe dat de vordering in hoofdsom in de hoofdzaak dusdanig nauw samenhangt met de overeenkomst van aanneming van werk, dat het gegeven dat de vordering op onrechtmatige daad is gegrond, niet in de weg staat aan de toepasselijkheid van het arbitragebeding. Anders gezegd betreft het geschil in de hoofdzaak naar het oordeel van de rechtbank een geschil dat is ontstaan naar aanleiding van de overeenkomst van aanneming van werk. De rechtbank zal zich dan ook onbevoegd verklaren om van het geschil in de hoofdzaak kennis te nemen." Aldus zijn de ondergetekenden bevoegd van dit geschil kennis te nemen.
3 3 de feiten 5. Tussen partijen staat het volgende vast: a. Zoals vastgesteld bij Koninklijk Besluit van februari 1993 is het sinds 1 juli 1993 verboden om asbesthoudende materialen in bouwwerken te bewerken en te verwerken. b. Op 12 oktober 1994 heeft aanneemster met vennootschap onder firma E. een aannemingsovereenkomst gesloten. Deze overeenkomst ziet op het verbouwen van een binnenzwembad tot meubelhal aan de F. 2-4 te X.. Opdrachtgever is één van de vier vennoten van de vennootschap onder firma. c. Op de overeenkomst zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden voor Aannemingen in het bouwbedrijf 1992 (hierna te noemen "AVA 1992 ). d. Tot de contractstukken behoort de door aanneemster opgestelde technische omschrijving van 12 oktober Daarin is onder meer opgenomen: "B. bestaand overdekt zwembad:... Ventilatiekanaal t.b.v. heteluchtverwarming: bestaat uit 2 z.g. polystyreen kanalen afm. 55x60; afdekken met 7.5 cm polystyreen met hieroverheen een afdekker van golfplaten; de 2 kanalen lopen vanaf technische ruimte naar overzijde met een aftakking halverwege naar de nieuwe bedrijfshal...." en D. bouw bedrijfshal... Slopen betonranden van het ondiepe- middel- en diepe bad, tot onderzijde nieuw te storten betonvloer. Aanvullen baden met vrijkomende betonpuin en zeezand. Vrijkomende grond gebruiken voor opvulling niet bebouwd gedeelte zwembassins.... Sloop ketelhuis met hokje entree zwembad (achterzijde) incl. technische installatie - met afvoeren technische installatie, putkelder opvullen met puin en zeezand...." e. In november 2006 heeft opdrachtgever het perceel grond aan de F. 2-4 te X. verkocht aan de vastgoedtakken van twee supermarktketens. Deze zijn voornemens de meubelhal te slopen om daar vervolgens nieuwe gebouwen te realiseren, die als supermarkt gaan fungeren. f. Op 20 juli 2007 heeft een door opdrachtgever ingeschakeld bureau G. een inventarisatie van asbest verdachte materialen uitgevoerd op voornoemde verkochte grond. Meer specifiek heeft opdrachtgever onderzoek laten doen naar die delen van het voormalige zwembad die ongemoeid zijn gebleven ten tijde van de verbouwing in Daarvan is een asbestinventarisatierapport opgemaakt d.d. 16 augustus Uit dit
4 4 rapport volgt dat op drie plaatsen in de cv-ruimte (in de aanwezige beplating, golfplaten en plafondbeplating) alsmede in de voorraadruimte (in het vloerzeil onder de vloerplaten) asbesthoudend materiaal is aangetroffen. g. Op 25 maart 2008 heeft het door opdrachtgever ingeschakelde asbestsaneringsbedrijf een aanvang gemaakt met de sanering van het voornoemde bekende asbesthoudende materiaal. Bij deze werkzaamheden heeft dit bedrijf geconstateerd dat er op meer plaatsen asbesthoudend materiaal aanwezig is dan uit het asbestinventarisatierapport volgt. Daarop heeft het asbestsaneringsbedrijf aan H. opdracht gegeven om een volledige asbestinventarisatie van de h. fundering Op 1 april uit 2008 te voeren. heeft H. een inspectie uitgevoerd aan de fundering. Uit het rapport van 2 april 2008 volgt dat circa 544 m² aan asbesthoudende golfplaten is aangetroffen onder de betonvloer van de inmiddels gesloopte showroomruimte ter plaatse van het voormalige binnenbad. i. Ten tijde van de sloopwerkzaamheden is ook nog asbesthoudend materiaal aangetroffen ter plaatse van het in 1994 gedempte buitenbad en ter plaatse van het in 1994 gesloopte ketelhuis. j. Opdrachtgever heeft aanneemster aangesproken op de aanwezigheid van asbest in het in 1994 verbouwde gedeelte. Aanneemster heeft haar aansprakelijkheid terzake van de hand gewezen. k. Op 23 februari 2009 heeft opdrachtgever derdenbeslag laten leggen op de bankrekeningen van aanneemster. Na verlening van een bankgarantie door aanneemster is dit beslag opgeheven. de vordering 6. Opdrachtgever vordert een bedrag van ,00 aan schade bestaande uit de extra kosten van asbestsanering die gemaakt zijn ter plaatse van het in 1994 door aanneemster verbouwde gedeelte. Opdrachtgever betoogt daartoe dat deze schade het gevolg is van het onrechtmatig handelen dan wel toerekenbaar tekortschieten door aanneemster en haar directeur om destijds bij de verbouwing van het zwembad tot meubelhal asbesthoudende materialen te bewerken en te verwerken. 7. Het petitum van opdrachtgever luidt als volgt: MITSDIEN:
5 5 Dat uw raad, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: I. B. en de heer C. hoofdelijk veroordeelt, en wel zo dat als de een nakomt de ander zal zijn gekweten, tot betaling aan A. van het bedrag ad ,00 (zegge: twee en vijftig duizend zevenhonderd zeventien euro), zulks vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der betaling (1 juli 2008) tot aan de dag der algehele voldoening. II. B. en de heer C. zo veel mogelijk hoofdelijk, en wel dat als de een nakomt de ander zal zijn gekweten, veroordeelt tot betaling aan A. van buitengerechtelijke incassokosten op grond van het Rapport Voorwerk II begroot op 1.788,00. III. Gedaagden hoofdelijk te veroordeelt in de kosten van geding, de kosten van beslaglegging daaronder begrepen. het verweer 8. Aanneemster betwist de vordering van opdrachtgever, betogende dat op formele en/of materiële gronden deze niet ontvankelijk dient te worden verklaard dan wel dient te worden afgewezen. de beoordeling van het geschil 9. Bij memorie van dupliek heeft aanneemster gesteld dat de Raad ten aanzien van verweerder sub 2, zijnde de directeur van aanneemster, niet bevoegd is van dit geschil kennis te nemen. Opdrachtgever baseert zijn vordering jegens de directeur op een onrechtmatige daad. Voor een vordering uit onrechtmatige daad dient opdrachtgever een procedure aanhangig te maken bij de rechtbank, aldus aanneemster. 10. Gelijk opdrachtgever stelt, overwegen arbiters dat het onderhavige verweer te laat is ingesteld. Een bevoegdheidsverweer dient voor alle weren te worden ingesteld. Dit betekent dat dit uiterlijk bij memorie van antwoord dient te geschieden. Het eerst door aanneemster bij memorie van dupliek ingestelde bevoegdheidsverweer is aldus te laat. 11. Aanneemster heeft vervolgens nog gesteld dat er geen grond is voor de vordering op verweerder sub 2. Als directeur vertegenwoordigt verweerder sub 2 aanneemster (indirect). Derhalve dienen de werkzaamheden van de directeur voor rekening van aanneemster te komen. De vordering op verweerder sub 2 dient dan ook niet ontvankelijk te worden verklaard, aldus aanneemster. 12. Opdrachtgever betwist de door aanneemster gestelde niet-ontvankelijkheid, betogende dat verweerder sub 2 door hem wordt aangesproken op grond van
6 6 onrechtmatige daad, eruit bestaande dat de directeur buiten elke opdracht om asbestplaten van zijn bedrijf afkomstig persoonlijk in het voormalige zwembad heeft gestort. Ter staving van zijn standpunt heeft opdrachtgever van twee voormalige werknemers verklaringen overgelegd (productie 10A en 10B bij eis). 13. Aanneemster heeft de inhoud van deze verklaringen betwist, betogende dat zij nimmer asbest op het perceel van opdrachtgever heeft gestort. Voorts heeft zij betoogd dat zij met beide werknemers in het verleden een arbeidsconflict heeft gehad. De verklaringen zijn dan ook van geen enkele waarde, aldus aanneemster. 14. Gelet op de hierboven weergegeven gemotiveerde betwisting achten arbiters deze verklaringen onvoldoende om een onrechtmatige daad van verweerder sub 2 aan te nemen. Aldus slaagt het verweer en wordt de vordering van opdrachtgever jegens verweerder sub 2 afgewezen. 15. Arbiters begrijpen voorts dat aanneemster ook een beroep doet op de nietontvankelijkheid ten aanzien van de persoon van opdrachtgever. Aanneemster stelt daartoe dat uit het handelsregister blijkt dat op 12 oktober 1994 de firma een vennootschap onder firma is, bestaande uit vier vennoten. Derhalve komt de vordering niet exclusief toe aan opdrachtgever maar aan de vennootschap onder firma, aldus aanneemster. 16. Door overlegging van stukken uit het handelsregister heeft opdrachtgever aangetoond dat van de vier vennoten per 12 oktober 1994 er twee zijn uitgetreden per 1 januari 2001, één vennoot per 1 januari 2005 en dat de overgebleven vennoot, zijnde opdrachtgever, per 1 januari 2005 als eenmanszaak de onderneming heeft voortgezet. Uit de door opdrachtgever bij eis overgelegde leveringsakte (productie 5) volgt voorts dat opdrachtgever enig gerechtigde tot en enig verkoper was van het onderhavige perceel met opstallen. Aldus faalt dit verweer van aanneemster. 17. Ten tijde van de mondelinge behandeling heeft aanneemster nog een beroep gedaan op verjaring.
7 7 18. Opdrachtgever betwist het onderhavige verweer, betogende dat hij eerst eind maart 2008 heeft ontdekt dat in het in 1994 verbouwde gedeelte asbest is verwerkt. Vanaf dat moment is de verjaringstermijn gaan lopen. Van verjaring kan dan ook geen sprake zijn, aldus opdrachtgever. 19. Aanneemster betwist dat opdrachtgever eerst in maart 2008 van de aanwezigheid van asbest op de hoogte is geraakt. Zij verwijst daarbij naar een rapport dat nog voor de eerste sloop in 1994 is opgemaakt terzake het destijds aanwezige asbest. 20. Opdrachtgever heeft desgevraagd ter zitting verklaard dat hij bekend was met de aanwezigheid van asbest in het uit 1971 daterende zwembad. De delen waarin asbest was verwerkt, waren echter geen onderdeel van de verbouwing in Eerst per eind maart 2008 heeft opdrachtgever ontdekt dat in het destijds verbouwde gedeelte asbest aanwezig was. Dit was geheel onverwacht daar ten tijde van deze verbouwing reeds het verbod op het ver- en bewerken van asbest van kracht was, aldus opdrachtgever. 21. Ten tijde van de mondelinge behandeling heeft opdrachtgever verklaard - hetgeen onbetwist is gelaten door aanneemster - dat hij op 3 april 2008 aanneemster heeft bezocht met de melding dat er asbest was aangetroffen in het deel waar aanneemster haar verbouwingswerkzaamheden in 1994 heeft verricht. Een week later werd vervolgens op een andere plaats in het destijds verbouwde gedeelte asbest ontdekt waarop opdrachtgever opnieuw direct naar aanneemster is gegaan om haar dit te melden. Aanneemster stelde zich - zo verklaarde opdrachtgever - op het standpunt dat er voor haar in deze geen taak was weggelegd, hetgeen aanneemster heeft erkend. 22. Gelet op het voorgaande overwegen arbiters dat opdrachtgever het onderhavige gebrek binnen bekwame tijd na ontdekking aan aanneemster heeft gemeld. Uitgaande van een ontdekking eind maart 2008 kwalificeren arbiters de melding van 3 april 2008 als tijdig. Vervolgens heeft opdrachtgever bij memorie van eis de onderhavige procedure op 15 juli 2009 aanhangig gemaakt. Gelet op de in artikel 7:761 lid 1 BW genoemde verjaringstermijn van twee jaar nadat opdrachtgever bij aanneemster heeft geprotesteerd, overwegen arbiters dat opdrachtgever tijdig de onderhavige
8 8 procedure aanhangig heeft gemaakt. Hier is geen sprake van verjaring. Aldus faalt het verweer van aanneemster. 23. Thans komen arbiters toe aan de inhoudelijke verweren van aanneemster. 24. Opdrachtgever maakt aanneemster drie verschillende verwijten: a. onder de betonvloer van de door aanneemster gerealiseerde showroomruimte zijn asbesthoudende golfplaten verwerkt. Deze platen dienden als draagconstructie voor de betonvloer waarin ventilatiekanalen zijn aangebracht; b. er is asbesthoudend materiaal van het in 1994 gesloopte ketelhuis in het gedempte buitenbad gestort; c. in de diepte van het ketelhuis zijn asbestgolfplaten, die van aanneemster afkomstig waren, gestort. 25. Ter zake van het onder a genoemde verwijt stelt aanneemster dat opdrachtgever dagelijks toezicht heeft gehouden op de bouw. De verwerkte golfplaten zijn op het werk aangeleverd en zijn vervolgens door opdrachtgever goedgekeurd. Het is opdrachtgever die aansprakelijk is voor de daardoor veroorzaakte schade, aldus aanneemster. 26. Opdrachtgever betwist dat hij de dagelijkse leiding over het project had. Opdrachtgever was wel eens op de bouw aanwezig om de vorderingen van de sloop en de verdere bouw te bekijken maar enige expertise terzake was er niet. Voorts is nimmer sprake geweest van goedkeuring van de golfplaten, aldus opdrachtgever. 27. Gelet op voornoemde betwisting overwegen arbiters, dat het op de weg van aanneemster had gelegen om de door haar gestelde rol van opdrachtgever nader aan te tonen. Nu zij daarin niet slaagt, gaan arbiters in het hiernavolgende ervan uit dat aanneemster kennelijk vrij was in de keuze van materiaal, hetgeen vervolgens in de technische omschrijving is opgenomen. 28. Tussen partijen staat vast dat de in de technische omschrijving onder B omschreven en door aanneemster geplaatste golfplaten asbest bevatten. Ten tijde van de verbouwingswerkzaamheden was opdrachtgever daarvan niet op de hoogte. Arbiters overwegen dat aanneemster deze platen - gelet op het
9 9 verbod per 1 juli nimmer had mogen gebruiken. Zij achten aanneemster ter zake van dit verwijt aansprakelijk. 29. Ter zake van de onder b en c genoemde verwijten stelt aanneemster dat opdrachtgever in eigen beheer sloopwerkzaamheden heeft verricht alsmede dat hij derde-aannemers heeft ingeschakeld bepaalde werkzaamheden te laten verrichten. Aanneemster stelt voorts dat zij geen materiaal in het zwembad heeft gestort. Dat zat niet in haar opdracht. Voorts stelt zij dat zij onbekend is met het gegeven dat zij het asbest op voorgeschreven wijze moest afvoeren. Ook dat zat niet in haar opdracht, aldus aanneemster. 30. Desgevraagd heeft opdrachtgever ter zitting verklaard dat hij geen andere aannemers destijds werkzaamheden heeft laten verrichten. Voorts heeft hij verklaard zelf de kunststofranden van het binnenbad eraf te hebben gezaagd en in het bad te hebben gedumpt, hetgeen aanneemster ook onweersproken heeft gelaten. 31. Gelijk opdrachtgever stelt, overwegen arbiters dat uit de technische omschrijving onder D (zie hierboven onder 5d) volgt dat tot de opdracht het dempen van het buitenbad en het slopen en verwijderen van het ketelhuis behoorden. 32. Ten tijde van de sloopwerkzaamheden in 2008 is vastgesteld dat zowel het puin uit het buitenbad als uit de putkelder asbesthoudende materialen bevatten. Gelet op de werkzaamheden van aanneemster ter plaatse alsmede het feit dat van werkzaamheden ter plaatse door derden dan wel door opdrachtgever zelf niet is gebleken, zijn arbiters van oordeel dat aanneemster terzake aansprakelijk is. 33. Aanneemster heeft nog gesteld dat het afvoeren van asbest niet tot het overeengekomen werk behoorde. 34. Gelijk opdrachtgever stelt, overwegen arbiters dat het - gelet op het verbod op het ver- en bewerken van asbest - in een dergelijke situatie aan aanneemster is om bij het aantreffen van asbest het werk stil te leggen en opdrachtgever om een standpuntbepaling terzake te verzoeken. 35. In dit kader heeft aanneemster voorts nog gesteld dat opdrachtgever haar nimmer in gebreke heeft gesteld waardoor haar de kans tot herstel is
10 10 ontnomen. Aangezien aanneemster ook de aanneemster voor de nieuwbouw in opdracht van de supermarktketens was, hadden de werkzaamheden veel voordeliger door haar kunnen plaatsvinden met inschakeling van haar relaties dan thans heeft plaatsgevonden door dure derden, aldus aanneemster. 36. Opdrachtgever betwist dat in deze situatie een ingebrekestelling nodig was en beroept zich daarbij op onder meer artikel 6:83 sub b BW. Voorts stelt opdrachtgever dat de opsomming in artikel 6:83 BW niet als limitatief moet worden beschouwd en dat, nu hier sprake is van een spoedeisende situatie alsmede een potentieel gevaarlijke situatie en het feit dat aanneemster reeds op de hoogte was van het aanwezige asbest, een ingebrekestelling niet vereist was. Het hele feitencomplex brengt met zich mee dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet toelaatbaar is dat aanneemster zich op het ontbreken van een ingebrekestelling beroept, aldus opdrachtgever. 37. Arbiters overwegen dat gelet op de hierboven onder 21 weergegeven verklaringen van opdrachtgever ter zitting, die zijn bevestigd door aanneemster, opdrachtgever ervan uit mocht gaan dat hier sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6:83 sub c BW, inhoudende dat hij uit de mededelingen van aanneemster moest afleiden dat deze in de nakoming van de verbintenis zal tekortschieten. Daarmee is het verzuim van aanneemster ingetreden zonder ingebrekestelling. Aldus faalt het onderhavige verweer. 38. Thans komen arbiters toe aan de hoogte van de gevorderde schadevergoeding. 39. Aanneemster acht de gevorderde schade exorbitant hoog. Indien zij de werkzaamheden van sanering voor haar rekening had moeten nemen, waren de kosten zeker de helft lager uitgevallen, aldus aanneemster. 40. Opdrachtgever betwist het verweer van aanneemster terzake. De kosten zijn vooral gemaakt omdat de golfplaten die door aanneemster zijn gestort, vermengd zijn geraakt met puin zodat ook het puin als asbesthoudend moest worden behandeld en afgevoerd, hetgeen arbiters aannemelijk achten. 41. Daarbij komt dat ook indien aanneemster zelf het perceel van het asbesthoudende materiaal had willen ontdoen, zij op grond van de
11 11 regelgeving ook gehouden is een gecertificeerd bedrijf terzake in te schakelen. Zij heeft niet aangetoond dat zij zelf in 2008 de bevoegdheid had om het aangetroffen asbest af te voeren. 42. Gelet op het vorenstaande achten arbiters het gevorderde redelijk en wijzen dan ook de vordering tot het gevorderd beloop ad ,00 toe. 43. Opdrachtgever vordert de wettelijke rente vanaf 1 juli 2008, zijnde de dag van betaling van de kosten van asbestsanering. 44. Aanneemster heeft deze rentevordering niet specifiek weersproken. 45. Aldus wijzen arbiters over het toegekende bedrag de wettelijke rente toe per 1 juli Opdrachtgever vordert een bedrag van 1.788,00 aan buitengerechtelijke kosten. 47. Aanneemster heeft deze kosten niet specifiek betwist. 48. Vanwege de niet-betwisting alsmede gelet op de uitkomst van dit geschil wijzen arbiters deze vordering tot het gevorderd beloop ad 1.788,00 toe. de proceskosten en overige vorderingen 49. Nu aanneemster in het ongelijk is gesteld, achten arbiters het billijk dat aanneemster de proceskosten draagt. 50. De door de Raad gemaakte kosten hebben tot en met het depot van dit vonnis ter griffie van de rechtbank te Amsterdam ,03 (waarvan 1.633,53 aan BTW) bedragen en zijn verrekend met de door opdrachtgever gedane stortingen. 51. Arbiters bepalen de tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand van opdrachtgever in billijkheid op 4.500,00. Gelijk gevorderd zijn in dit bedrag tevens begrepen de kosten van beslaglegging. 52. Ter zake van de proceskosten dient derhalve door aanneemster aan opdrachtgever te worden voldaan ,03, zijnde , ,00.
12 Arbiters zullen het vonnis, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaren. 54. Hetgeen meer of anders is gevorderd dient te worden afgewezen. DE BESLISSING Arbiters, rechtdoende als goede mannen naar billijkheid: WIJST de vordering van opdrachtgever jegens verweerder sub 2 AF; VEROORDELEN aanneemster aan opdrachtgever te betalen ,00 (zegge: tweeënvijftigduizend zevenhonderdzeventien euro), vermeerderd met de wettelijke rente daarover, vanaf 1 juli 2008 tot de dag der algehele voldoening; VEROORDELEN aanneemster ter zake van buitengerechtelijke kosten aan opdrachtgever te betalen 1.788,00 (zegge: éénduizend zevenhonderdachtentachtig euro); VEROORDELEN aanneemster ter verrekening van de proceskosten aan opdrachtgever te betalen ,03 (zegge: veertienduizend achthonderdvierendertig euro en drie cent); VERKLAREN dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; WIJZEN AF hetgeen meer of anders is gevorderd. Aldus gewezen te Amsterdam, 27 september 2010 w.g. W.A. Faber w.g. J. Baas w.g. D.A. Roosenburg hoger beroep ingesteld onder nummer 71623
ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s,
Nr. 30.253 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. W.A. Braams, advocaat te Eindhoven,
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s,
Nr. 30.858 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. A.J.B. van Walsem, advocaat te Amersfoort, en de
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers,
Nr. 31.391 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. H.V. Wobben, jurist bij Stichting Univé Rechtshulp
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in het bevoegdheidsincident in hoger beroep tussen. A., tevens handelend onder de naam B., hierna te noemen A.
Nr. 71.820 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in het bevoegdheidsincident in hoger beroep tussen A., tevens handelend onder de naam B., hierna te noemen A., a p p e l l a n t e, gemachtigde: mr. M.
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen
Nr. 32.458 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B. en C., 3. D. en E., 4. de erven van F. en G., zijnde a. H.; b. I.; c. J. en d. K., 5. L. en M., 6. N. en O., 7. P., 8.
Nadere informatieter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap R. EN D. B.V., hierna te noemen aanneemster, M. V., hierna te noemen: opdrachtgeefster,
No. 29.632 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap R. EN D. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s gemachtigde: mr. P.J.A. Vis, werkzaam bij Actio
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. W. Z., 2. L. R., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s,
Nr. 29.954 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. W. Z., 2. L. R., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. H.R. Flipse, advocaat te Rotterdam, en de vennootschap
Nadere informatie1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster,
Essentie: opdrachtgevers niet-ontvankelijk nu vervaltermijn van vijf jaar meer dan vijf jaar is verlopen. Geen beroep op redelijkheid en billijkheid omdat aanneemster na verloop van de vervaltermijn aansprakelijkheid
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. de besloten vennootschap C. hierna te noemen aanneemster,
Nr. 31.215 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. R.S. Levenga, jurist in dienst van de Stichting Univé Rechtshulp
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. A., hierna te noemen de adviseur,
Nr. 33.933 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen A., hierna te noemen de adviseur, e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t e r in het
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen: B., hierna te noemen onderneemster,
Nr. 34.473 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen: 1. A1., 2. A2., hierna te noemen A., e i s e r s in de hoofdzaak, v e r w e e r d e r s in
Nadere informatiede besloten vennootschap C, hierna te noemen aanneemster,
Nr. 32.526 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A, 2. B, hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mevrouw mr. A.A.M. Janssen, advocaat te Amsterdam, en de besloten
Nadere informatieter zake van een spoedgeschil tussen J.J., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, L.H., H.O.D.N. BOUWBEDRIJF H., hierna te noemen: aannemer,
No. 29.804 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een spoedgeschil tussen J.J., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. J.M.S. Salomons, advocaat te Amsterdam, en L.H., H.O.D.N. BOUWBEDRIJF
Nadere informatieter zake van een geschil tussen W.H., hierna te noemen: opdrachtgeefster, de besloten vennootschap BOUWBEDRIJF R. B.V., hierna te noemen aanneemster,
No. 28.861 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen W.H., hierna te noemen: opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. P.J. Sandberg, advocaat te Amsterdam, en de besloten vennootschap
Nadere informatieter zake van een geschil tussen M.M., hierna te noemen: opdrachtgever, de besloten vennootschap D. B.V., hierna te noemen: aanneemster,
No. 29.235 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen M.M., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. R.S. Levenga, werkzaam bij de Stichting Univé Rechtshulp te Assen
Nadere informatieter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap K. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, S. S., hierna te noemen opdrachtgever,
Nr. 29.848 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap K. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, gemachtigde: aanvankelijk mr. A. van Hemert, thans mr.
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. de vereniging A., hierna te noemen de VVE,
Nr. 31.796 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen de vereniging A., hierna te noemen de VVE, e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t
Nadere informatieA, hierna te noemen opdrachtgever, de besloten vennootschap B, hierna te noemen aanneemster, zonder gemachtigde.
Nr. 31.775 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A, hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: aanvankelijk mr. H. Elmas, advocaat te Wormerveer, thans zonder gemachtigde,
Nadere informatieterzake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V. hierna te noemen aanneemster,
No. 28.429 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS terzake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V. hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, gemachtigde:
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier,
Essentie: Twee sets algemene voorwaarden cumulatief van toepassing, één met en één zonder arbitraal beding. Voor geen van beide is een duidelijke voorrang. De wederpartij wil beslechting door de rechter.
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2011:BR4744
ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieter zake van een geschil tussen M. B. hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s,
Nr. 30.940 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen M. B. hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. D.H. de Wilde, advocaat en in dienst van SRK Rechtsbijstand
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. R.L. en, 2. J.L., hierna (enkelvoudig) te noemen: opdrachtgever,
No. 28.786 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. R.L. en, 2. J.L., hierna (enkelvoudig) te noemen: opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. R.B. de Kleine, advocaat te Almelo,
Nadere informatiede besloten vennootschap B, hierna te noemen onderneemster,
Nr. 31.575 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A1, 2. A2, hierna te noemen verkrijgers, e i s e r s, gemachtigde: mr. A.J. Traverso, advocaat te Leusden en de besloten vennootschap
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. A. W. en 2. B. V., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s in conventie, v e r w e e r d e r s in reconventie,
No. 28.508 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. W. en 2. B. V., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s in conventie, v e r w e e r d e r s in reconventie, gemachtigde:
Nadere informatieB., hierna te noemen onderneemster,
Nr. 80497 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigden: mevrouw mr. L.C.M.C. Gels, advocaat te Rijswijk, later vervangen
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. de stichting STICHTING W., 2. de stichting STICHTING BEHEER REGISTERGOEDEREN W., hierna te noemen: het ziekenhuis,
No. 28.597 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. de stichting STICHTING W., 2. de stichting STICHTING BEHEER REGISTERGOEDEREN W., hierna te noemen: het ziekenhuis, e i s e r e s
Nadere informatieter zake van een geschil tussen A.Z., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r,
No. 30.376 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A.Z., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: aanvankelijk mr. C. Jol, later mw. mr. W. van Es, beiden werkzaam bij
Nadere informatieterzake van een geschil tussen J. P., hierna te noemen: opdrachtgever, de coöperatie C. UA, hierna te noemen aanneemster, v e r w e e r s t e r,
No. 28.619 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS terzake van een geschil tussen J. P., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. S.J. Schoonhoven, jurist bij ARAG Rechtsbijstand te Leusden en de
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS in een (spoedbodem-) geschil tussen. A, hierna te noemen hoofdaanneemster, e i s e r e s,
Nr. 35.339 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS in een (spoedbodem-) geschil tussen A, hierna te noemen hoofdaanneemster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. M.B.A. Alkema, advocaat te Breda en B, hierna te noemen onderaanneemster,
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3845
ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. I W., 2. MEVROUW Y. M., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s,
Nr. 30.596 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. I W., 2. MEVROUW Y. M., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. Th.C.J. Kaandorp en mr. K. Meijer, advocaten
Nadere informatieB., hierna te noemen: opdrachtgeefster,
No. 34.627 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen aanneemster e i s e r e s, gemachtigde: mr. Ph.C.M. van der Ven, advocaat te s-hertogenbosch en B., hierna te noemen:
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen
Nr. 32.269 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen HET SCHEIDSGERECHT 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mevrouw mr. J.A. de Wolf, jurist in dienst
Nadere informatie(Kort geding) ter zake van een spoedgeschil tussen. J.H., hierna te noemen opdrachtgever,
No. 29.686 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS (Kort geding) ter zake van een spoedgeschil tussen J.H., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. V.L. Spronk, jurist in dienst van DAS Rechtsbijstand,
Nadere informatieter zake van een geschil tussen de VERENIGING VAN EIGENAARS H,, hierna te noemen de VvE, e i s e r e s,
Nr. 30.626 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de VERENIGING VAN EIGENAARS H,, hierna te noemen de VvE, e i s e r e s, gemachtigde: mevrouw mr. R.D. van der Woude, jurist bij DAS
Nadere informatieter zake van een spoedgeschil tussen de besloten vennootschap V. B.V., hierna te noemen aanneemster,
No. 29.943 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een spoedgeschil tussen de besloten vennootschap V. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. J.W.T.M. IJsseldijk, advocaat te
Nadere informatiede besloten vennootschap C., hierna te noemen aanneemster,
Nr. 31.423 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. H.V. Wobben, jurist werkzaam bij Stichting Univé Rechtshulp
Nadere informatieter zake van een geschil in kort geding tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, B., hierna te noemen aanneemster,
No. 35.386 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in kort geding tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. D. Bercx, advocaat te Nijmegen, en B., hierna
Nadere informatieter zake van een geschil tussen
No. 28.727 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. de naamloze vennootschap N. N.V., hierna te noemen: N., 2. de besloten vennootschap H. B.V., hierna te noemen: H., hierna samen te
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. W.D., 2. H.S., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s,
No. 30.628 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. W.D., 2. H.S., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. J.M.W.M. van Toor, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand
Nadere informatieter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap H. B.V., hierna te noemen aanneemster,
Nr. 29.020 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap H. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, gemachtigde:
Nadere informatieEssentie: faalrisico ligt op grond van de overeenkomst bij de aannemer. Uitleg van nadere afspraken aan de hand van Haviltex-maatstaf.
Essentie: faalrisico ligt op grond van de overeenkomst bij de aannemer. Uitleg van nadere afspraken aan de hand van Haviltex-maatstaf. Nr. 35.643 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS in een geschil tussen A, (hierna
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. a p p e l l a n t e,
Nr. 71.914 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A., hierna te noemen A., a p p e l l a n t e, gemachtigde: mr.
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL APPELVONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. A, hierna te noemen aanneemster,
Nr. 71.731 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL APPELVONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen A, hierna te noemen aanneemster, a p p e l l a n t e in de hoofdzaak, e i s e r e s in het incident,
Nadere informatieA, hierna te noemen aanneemster,
Nr. 34.451 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A, hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, gemachtigden: mr. S.J.H. Rutten en mevrouw mr. M. Pasterkamp, advocaten te Amsterdam,
Nadere informatieVvE., hierna te noemen opdrachtgeefster, A., hierna te noemen aanneemster,
No. 30.571 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen VvE., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mevrouw mr. I.E. Kleinmoedig, werkzaam bij DAS rechtsbijstand te
Nadere informatieter zake van een geschil tussen de stichting WONINGSTICHTING V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s,
Nr. 30.696 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de stichting WONINGSTICHTING V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. G.H. Beusker, advocaat te Venlo,
Nadere informatieter zake van een geschil tussen VvE H., hierna te noemen de VvE, de besloten vennootschap H. B.V., voorheen I. B.V., hierna te noemen onderneemster,
No. 27.704 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen VvE H., hierna te noemen de VvE, e i s e r e s, gemachtigde: mr. D.A.B. Cox, jurist bij DAS Rechtsbijstand te s-hertogenbosch, en de
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers,
Nr. 31.987 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. J.M.W.M. van Toor, werkzaam bij D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812
ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812 Instantie Datum uitspraak 18-04-2013 Datum publicatie 26-04-2013 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 582121 - CV EXPL 12-15165 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:1062
ECLI:NL:RBNNE:2016:1062 Instantie Datum uitspraak 15-03-2016 Datum publicatie 27-06-2016 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 4567449 \ CV EXPL 15-8432 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieter zake van een geschil tussen de naamloze vennootschap A. N.V., h.o.d.n. A.A., hierna te noemen assuradeuren, e i s e r e s,
Nr. 30.203 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de naamloze vennootschap A. N.V., h.o.d.n. A.A., hierna te noemen assuradeuren, e i s e r e s, gemachtigden: mr. H.M. Kruitwagen, mevr.
Nadere informatieter zake van een geschil tussen R. S., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r,
Nr. 30.465 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen R. S., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mevrouw mr. M. van Dijk, advocaat te Zutphen, en de besloten vennootschap
Nadere informatieA., hierna te noemen aanneemster, 1. B., 2. C., 3. D.,
Essentie: aanneemster is boete verschuldigd aan de kopers wegens bouwtijdoverschrijding. Projectontwikkelaar is verantwoordelijk voor die bouwtijdoverschrijding en dus aansprakelijk voor de boeteschade.
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. A., hierna te noemen opdrachtgeefster, B., hierna te noemen aanneemster,
Nr. 30.658 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, gemachtigde: mr. T.B. den Boer,
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:5985
ECLI:NL:RBAMS:2017:5985 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 18-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer CV EXPL 17-2120 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieB., hierna te noemen aanneemster,
Nr. 29.844 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigden: voorheen mrs. R.J. Kwaak en W. Boonstra, beiden advocaat te Arnhem, thans
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2008:BG2357
ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-10-2008 Datum publicatie 03-11-2008 Zaaknummer 285436 / HA ZA 07-1418 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2011:BP3927
ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatievonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: \CV EXPL Vonnis van 17 april 2018
vonnis RECHTBANK Overijssel Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Almelo Zaaknummer: 6507316\CV EXPL 17-3909 Vonnis van 17 april 2018 in de zaak van de vennootschap onder firma X, gevestigd en kantoorhoudende
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. naamloze vennootschap A.E. N.V., 2. de naamloze vennootschap D. N.V., 3. de naamloze vennootschap A. N.V.
No. 26.956 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. naamloze vennootschap A.E. N.V., 2. de naamloze vennootschap D. N.V., 3. de naamloze vennootschap A. N.V., 4. de naamloze vennootschap
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2015:4468
ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatiezaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. B., hierna te noemen kopers,
Nr. 100151 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B., hierna te noemen kopers, e i s e r s in conventie, v e r w e e r s t e r s in reconventie, gemachtigde: mr. F. Dijkslag,
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:1678
ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. A., hierna te noemen de VvE, B., hierna te noemen B.,
Nr. 71.505 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen A., hierna te noemen de VvE, a p p e l l a n t e, gemachtigde: aanvankelijk mr. J.M.S. Salomons, thans mr. M.P. Middendorf,
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1301
ECLI:NL:RBLIM:2017:1301 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15022017 Datum publicatie 16022017 Zaaknummer 5299499 cv expl 168008 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk
Nadere informatieter zake van een geschil tussen 1. J. T., 2. A. T.-R., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s,
No. 28.295 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. J. T., 2. A. T.-R., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mevrouw mr. C.E. Verploeg (voorheen haar kantoorgenoot
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:6266
ECLI:NL:RBMNE:2015:6266 Instantie Datum uitspraak 02-09-2015 Datum publicatie 18-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3818581 UC EXPL 15-1353
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2006:AY9168
ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 20-09-2006 Datum publicatie 29-09-2006 Zaaknummer 47429 HA ZA 05-170 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ambtenarenrecht
Nadere informatie1. A., 2. B., GEMEENTE
Essentie: Aannemingsovereenkomst voor baggerwerkzaamheden. Wijziging ex 14 lid 3 UAV- GC 2005. Redelijke vergoeding van kosten als bedoeld in 45 lid 3 UAV-GC 2005. In laatstgenoemde paragraaf is niet bepaald
Nadere informatieRaad van Arbitrage voor de Bouw 1-8 2011, No. 30.921, (Waarschuwingsplicht en deskundigheid opdrachtgever)
Raad van Arbitrage voor de Bouw 1-8 2011, No. 30.921, (Waarschuwingsplicht en deskundigheid opdrachtgever) IR. W.A. Faber, P.A. Fransen en A.M.H. Vandenbergh. UAV 1989: par. 5 lid 4, par. 22, par. 6 lid
Nadere informatieB., hierna te noemen aannemer,
No. 34.476 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. en 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: aanvankelijk mevrouw mr. S. Gruden, werkzaam bij Achmea Rechtsbijstand
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:7391
ECLI:NL:RBLIM:2017:7391 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 02082017 Datum publicatie 04082017 Zaaknummer 02 5691557 CV EXPL 171134 Rechtsgebieden Verbintenissenrecht Bijzondere kenmerken Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:2309
ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk
Nadere informatiede vennootschap onder firma A., hierna te noemen A., e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, B., hierna te noemen B.
Nr. 34.719 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de vennootschap onder firma A., hierna te noemen A., e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, gemachtigde:
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2013:6272
ECLI:NL:RBNNE:2013:6272 Instantie Datum uitspraak 22-10-2013 Datum publicatie 20-11-2013 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 429507 - CV EXPL 13-2675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieter zake van een geschil tussen
No. 29.123 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. P.H. en 2. P.H, hierna gezamenlijk en in enkelvoud te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mw. mr. M.G.H. Vogels, advocaat
Nadere informatieter zake van een geschil tussen H., hierna te noemen: koper, gemachtigde: mr. T. Segers, advocaat te s-hertogenbosch,
No. 28.684 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen H., hierna te noemen: koper, e i s e r e s, gemachtigde: mr. T. Segers, advocaat te s-hertogenbosch, en de besloten vennootschap H.
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:5812
ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 09-06-2011 Zaaknummer 302487 CV EXPL 10-8041 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2010:BN8300
ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 18-08-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 348503 / HA ZA 10-496 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatiede besloten vennootschap A., (hierna: aanneemster ) e i s e r e s de besloten vennootschap B., (hierna: opdrachtgeefster ) v e r w e e r s t e r
Nr. 34.287 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in kort geding tussen de besloten vennootschap A., (hierna: aanneemster ) e i s e r e s gemachtigde: mr. M.C.J. Freijters, advocaat te De Wijk,
Nadere informatieHonderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster
Honderbezitter aansprakelijk voor schade aangericht door hond aan hondenuitlaatster LJN: BW9368, Rechtbank Amsterdam, 6 juni 2012 2. De feiten 2.1. [A] en [B] wonen tegenover elkaar in [plaats]. [C] woont
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422
ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 30-01-2008 Datum publicatie 05-02-2008 Zaaknummer 357824 CV EXPL 07-8249 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatiehttp://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...
Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053
ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-07-2009 Datum publicatie 09-07-2009 Zaaknummer 316131 / HA ZA 08-2408 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384
ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 03-05-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 818166 UC EXPL 12-9177
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2008:BE0039
ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 30-07-2008 Datum publicatie 13-08-2008 Zaaknummer 60993/HA ZA 08-23 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel
Nadere informatieterzake van een geschil tussen 2. de naamloze vennootschap T., 3. de naamloze vennootschap A.S., 4. de naamloze vennootschap A.N.,
No. 26.825 indehoofdzaak: SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS terzake van een geschil tussen 1. de coöperatie B.F., 2. de naamloze vennootschap T., 3. de naamloze vennootschap A.S., 4. de naamloze vennootschap A.N.,
Nadere informatieDe Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)
Nadere informatieA, hierna te noemen aanneemster,
Nr. 34.796 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A, hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. A.F.J. Jacobs, advocaat te Amsterdam en B, hierna te noemen opdrachtgeefster,
Nadere informatieECLI:NL:RBMID:2007:BB8676
ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 21-11-2007 Datum publicatie 26-11-2007 Zaaknummer 37277 HA ZA 03-51 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieSCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van de gevoegde (spoed)geschillen in hoger beroep tussen. de besloten vennootschap A. hierna te noemen A,
Nr. 71.501 Nr. 71.502 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van de gevoegde (spoed)geschillen in hoger beroep tussen de besloten vennootschap A. hierna te noemen A, appellante in geschil nummer 71.501, geïntimeerde
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:1672
ECLI:NL:RBLIM:2017:1672 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 04 5561763 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Burgerlijk procesrecht
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:286
ECLI:NL:OGEAA:2016:286 Instantie Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer K.G. 482 van 2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatieARBITRAAL VONNIS. in de zaak van: eiseres. tegen: verweerster
SGOA [zaaknr.] ARBITRAAL VONNIS in de zaak van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [Leverancier], gevestigd te [Plaatsnaam], eiseres gemachtigde: mr. [Advocaat Leverancier] advocaat
Nadere informatie