Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren"

Transcriptie

1 Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren iet Technische Samenvatting Definitief Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat Gent Grontmij Belgium Gent, 21 augustus 2012

2

3 Verantwoording Titel : Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren Subtitel : iet Technische Samenvatting Projectnummer : Referentienummer : Revisie : Datum : 21 augustus 2012 Auteur(s) : Team van MER-deskundigen adres : Gecontroleerd door : MER-coördinator Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : Rik Houthaeve Paraaf goedgekeurd : Contact : Grontmij Belgium V Meersstraat 138A B-9000 Gent T F gent@grontmij.be Pagina 2 van 53

4

5 Inhoudsopgave Kaartenlijst Inleiding Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Betekenis plan-mer Team van MER-deskundigen Toetsing aan de m.e.r.-plicht Plan-m.e.r.-plicht Project-m.e.r.-plicht Planbeschrijving Ruimtelijke situering Beschrijving van de planalternatieven Planalternatief 1 Afbakeningslijn Planalternatief 2 Secundaire wegverbinding tussen 400 en Tracéalternatieven Zoekzones voor bedrijvigheid Zoekzones voor inplantingslocaties windturbines Beschrijving van de geselecteerde zoekzones Plankenmerken Verantwoording Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen Ruimtelijk Structuurplan Provincie Oost-Vlaanderen Secundaire wegverbinding oordlaan Zuidlaan Zoekzones voor windturbines Behoefte aan ruimte voor bedrijvigheid Onderzochte alternatieven ulalternatief Locatiealternatieven Te ontwerpen secundaire weg tussen 400 en Zoekzones voor bedrijvigheid Verfijning potentiële inplantingslocaties voor windturbines Gewijzigde aanpak ten opzichte van de nota voor publieke consultatie Methodologie Resultaat Juridisch en beleidsmatig kader Geplande ontwikkelingen Informatie uit bestaande onderzoeken Milieueffecten Mobiliteit Pagina 3 van 53

6 8.2 Geluid Lucht Bodem Grondwater Oppervlaktewater Fauna en flora Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Mens socio-organisatorische aspecten Integratie en eindsynthese Algemene milieueffecten Afweging alternatieven en zoekzones Tracéalternatieven secundaire wegverbinding Zoekzone voor bedrijvigheid Zoekzones voor windturbines Cumulatieve effecten Voorstel van milderende maatregelen Overzicht Elementen voor het uitvoeren van de watertoets Leemten in kennis Pagina 4 van 53

7 Kaartenlijst Kaart A: Situering van het plan in de ruime omgeving Kaart B: Situering van het plan op luchtfoto Kaart C: Stratenplan Kaart D: Gewestplan Kaart E: Situering waterlopen en overstromingsgevoelige gebieden Kaart F: Biologische waarderingskaart Kaart G: Speciale beschermingszones en VE-gebieden Kaart H: Beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en landschapsatlas Kaart I: Vogelatlas en weidevogelgebieden Pagina 5 van 53

8

9 1 Inleiding Voor u ligt de niet technische samenvatting van het ontwerp van plan-mer dat wordt opgemaakt in kader van de opmaak van het PRUP voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Wetteren. Het PRUP omvat enerzijds de afbakening van het kleinstedelijk gebied Wetteren en anderzijds verschillende deelplannen waarvoor een bestemmingswijziging wordt voorgesteld (Kaart A en Kaart B). Het gaat hierbij om bestemmingswijzigingen op vlak van regionale bedrijvigheid, windturbines en een te ontwerpen secundaire wegverbinding. De bedoeling hierbij is om het afbakeningsproces en bijhorende milieueffectenonderzoek geïntegreerd te laten verlopen. Zo kunnen relatief vroeg in het afbakeningsproces de milieueffecten worden onderzocht en kunnen de milieueffecten mee geïntegreerd worden in het verdere RUP-proces en besluitvorming. Voor elk van deze bestemmingswijzigingen worden in het ontwerp van plan-mer dan ook meerdere alternatieven of zoekzones onderzocht zodat mede op basis van de resultaten van dit milieueffectenonderzoek een ruimtelijke beslissing kan genomen worden binnen het PRUP. De afbakeningslijn wordt enkel impliciet beoordeeld daar waar ze grenst aan bestemmingswijzigingen. De lijn op zich wordt niet beoordeeld op zijn milieueffecten. 1.1 Doelstelling, reikwijdte en detailleringsgraad Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) De selectie van Wetteren in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau en als economisch knooppunt werd opgenomen en verder uitgewerkt binnen het Ruimtelijk Structuurplan Provincie Oost-Vlaanderen. In uitvoering van dit PRS Oost- Vlaanderen staat de provincie in voor de afbakening van de kleinstedelijke gebieden, waaronder het kleinstedelijk gebied Wetteren. Het afbakeningsproces verloopt in nauw overleg met het Vlaams Gewest en de betrokken gemeenten Betekenis plan-mer Het voornemen om het voorgenomen plan te realiseren en de bestemmingen te wijzigen, wordt getoetst op de impact op het milieu. De impact op het milieu wordt nagegaan door de opmaak van een milieueffectenrapport (kortweg MER). Omdat het plan-mer wordt opgesteld in functie van het op te maken PRUP moet het duidelijke uitspraken bevatten omtrent de elementen die in het PRUP moeten worden opgenomen, met name een gemotiveerde afweging van de te herbestemmen gebieden en een opgave van milderende maatregelen met een ruimtelijke weerslag (bijvoorbeeld de situering en het ruimtebeslag van maatregelen inzake waterberging, enz.). Binnen het afbakeningsproces zijn momenteel ruime zoekzones afgebakend. Mede op basis van de milieueffectenbeoordeling kan een keuze gemaakt worden omtrent de te ontwikkelen zoekzones en kan de afbakening van bepaalde zoekzones verfijnd worden. Pagina 6 van 53

10 Inleiding 1.2 Team van MER-deskundigen Eterne MER-deskundigen aam Discipline Erkenning Annelies Anthierens Guy Putzeys Jan Verstraeten Coördinatie Discipline geluid Discipline lucht MER/EDA/393-V2 28/07/2013 MB/MER/EDA/048-V3 20/12/2014 Annelies Anthierens Discipline bodem - pedologie en geologie MB/MER/EDA /07/2015 Xenia Goessens Discipline grondwater MB/MER/EDA/639-v1 Onbepaalde duur Annelies Anthierens Discipline oppervlaktewater MB/MER/EDA /07/2015 Paul Durinck Discipline fauna en flora MB/MER/EDA-579/V2 Onbepaalde duur Discipline landschap, bouwkundig erfgoed en MB/MER/EDA-520-V2 13/09/2013 Rik Houthaeve archeologie Rik Houthaeve Discipline mens - deeldomein sociaalorganisatorische aspecten (incl mobiliteit) MB/MER/EDA-520-V2 13/09/2013 Voor de aspecten licht en volksgezondheid worden geen afzonderlijke MER-deskundigen aangesteld. De MER-coördinator zal erover waken dat deze aspecten binnen de discipline mens en fauna en flora in voldoende mate aan bod komen. Daarnaast werken ook Joke Zanders en Sven De Bevere (coördinatie, disciplines mens socioorganisatorische aspecten, incl deelaspect mobiliteit en landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie) en Arne Maes (discipline fauna en flora) mee aan het MER. Initiatiefnemer en interne deskundigen Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat Gent Contactpersonen: Tanja Vanhove, Karen Dhollander en Mark Cromheecke 1.3 Toetsing aan de m.e.r.-plicht Plan-m.e.r.-plicht Voorliggend plan bevat de bestemmingswijzigingen volgens het voorontwerp van provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplan (PRUP) voor de afbakening van het kleinstedelijk gebied Wetteren. Volgens het plan-m.e.r.-decreet valt een plan dat wordt opgesteld om middels een wetgevingsprocedure door de Vlaamse Regering te worden vastgesteld én dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project binnen het toepassingsgebied van het planm.e.r.-decreet. Dit betekent dat het voorziene RUP binnen het toepassingsgebied van het decreet valt en aangezien er mogelijk aanzienlijke milieueffecten zullen optreden door voorliggend plan is een plan-mer nodig. Het plan-mer wordt opgemaakt volgens de procedure van het Besluit van de Vlaamse Regering van 18 april 2009 betreffende het integratiespoor voor de milieueffectrapportage over een ruimtelijk uitvoeringsplan (B.S. 30 mei 2008). Pagina 7 van 53

11 Inleiding Project-m.e.r.-plicht Het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage (BS 17/02/2005) bepaalt in bijlage 1 en bijlage 2 voor welke activiteiten een project-mer vereist is of waarvoor een ontheffing van de project-m.e.r.-plicht mogelijk is. De aanvraag voor een ontheffing van de projectm.e.r.-plicht geldt onder meer indien het één van volgende projecten betreft. Tabel 1.1. Overzicht project-m.e.r.-plicht Planalternatief Bijlage I of II Rubriek Rubrieknummer Secundaire wegverbinding Zoekzones regionale bedrijvigheid I & II Indien zich op het bedrijventerrein zware industrie vestigt, dan geldt de plicht tot het opstellen van een project-mer volgens de overeenkomstige rubrieken Zoekzones inplantinglocatie windturbines II Installaties voor het opwekken van elektriciteit door middel van windenergie voor zover de activiteit betrekking heeft op 20 windturbines of meer, of op 4 windturbines of meer die een aanzienlijke invloed hebben of kunnen hebben op een bijzonder beschermd gebied 3-i Pagina 8 van 53

12

13 2 Planbeschrijving 2.1 Ruimtelijke situering Wetteren ligt centraal in de provincie Oost-Vlaanderen, aan de Schelde en situeert zich tussen het grootstedelijk gebied Gent en het regionaal stedelijk gebied Aalst. Wetteren is gelegen langsheen de Schelde, die bepalend is geweest voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente. De watergebonden bedrijvigheid in Wetteren is momenteel beperkt. Het stedelijk gebied Gent deint sterk uit in de richting van Wetteren. Kwatrecht is via de 9 en Melle verbonden met het stedelijk gebied Gent. Via de 42 en 417 is Wetteren verbonden met de E40. De E17 en de R4 zijn eveneens vlot bereikbaar via lokale wegen. De spoorlijnen Gent-Aalst en Gent- Dendermonde bedienen het kerngebied van Wetteren, met een station in het centrum en een station in Kwatrecht (Kaart A en Kaart B). Figuur 1. Situering Wetteren 2.2 Beschrijving van de planalternatieven Volgende planalternatieven worden onderzocht in het plan-mer (Kaart A en Kaart B): planalternatief 2: te ontwerpen secundaire wegverbinding tussen 400 en 417, waarbij volgende alternatieven in het plan-mer worden onderzocht: alternatief 2a: Wetterstraat alternatief 2b: Boerenhol zoekzones voor regionale bedrijvigheid (12 ha): planalternatief 3: uitbreiding bedrijventerrein Vantegem planalternatief 4a en 4b: uitbreiding bedrijventerrein Kwatrecht oost planalternatief 5: uitbreiding bedrijventerrein Kwatrecht richting Melle planalternatief 6: nieuw bedrijventerrein Oosterzelesteenweg Pagina 9 van 53

14 Planbeschrijving (clusters van) zoekzones inplantinglocaties windturbines: planalternatief 7: zoekzone vanaf de kern Kwatrecht tot ten zuiden van de E40 planalternatief 8: zoekzone langsheen de E40 thv Vantegem en nabije omgeving planalternatief 9: zoekzone industrieterrein Kwatrecht en nabije omgeving planalternatief 10: zoekzone open ruimte ten noorden van industrieterrein Stookte planalternatief 11: zoekzone ten (zuid)oosten van kern Wetteren Het eerste planalternatief betreft de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied. De afbakeningslijn is momenteel nog niet opgesteld en zal in het verdere verloop van het afbakeningsproces, mede op basis van de resultaten van het plan-mer en rekening houdend met de grensstellende elementen worden vastgelegd. Mede op basis van de resultaten van het milieueffectenonderzoek zullen in het RUP immers keuzes worden gemaakt tussen de verschillende alternatieven en zullen ruimtelijke bestemmingen worden vastgelegd. De afbakeningslijn zal in het RUP worden gemotiveerd en vastgelegd, rekening houdend met de keuze van alternatieven. De afbakeningslijn wordt met andere woorden in het MER niet epliciet beoordeeld op milieueffecten. Bij het vastleggen van de afbakeningslijn zal op volgende wijze rekening gehouden worden met de milieukenmerken: daar waar de afbakeningslijn op de grens van een planalternatief komt te liggen, worden de milieueffecten van het planalternatief (de zoekzone) zoals die worden onderzocht en beoordeeld in het plan-mer in overweging genomen; daar waar de afbakeningslijn niet grenst aan een planalternatief, zal de afbakeningslijn ruimtelijk verantwoord worden, rekening houdend met de grensstellende elementen. 2.3 Planalternatief 1 Afbakeningslijn De afbakeningslijn is één van de finaliteiten van het afbakeningsproces. Zoals ook aangegeven in de nota voor publieke consultatie (PC) werd de eacte ligging van de afbakeningslijn tijdens de voorbereidende fase van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Wetteren nog niet opgesteld. Reden hiervoor is enerzijds het al dan niet opnemen van de kern Kwatrecht binnen de afbakeningslijn van het kleinstedelijk gebied Wetteren en anderzijds de verschillende zoekzones die binnen het kader van het plan-mer zullen beoordeeld worden op hun milieueffecten. De afbakeningslijn zal in het verdere verloop van het afbakeningsproces, mede op basis van de resultaten van het plan-mer en rekening houdend met de grensstellende elementen worden vastgelegd. De zoekzones voor regionale bedrijvigheid overschrijden op enkele plaatsen de harde grens vanuit landbouw. De impact van planalternatieven (zoekzones) op de landbouwstructuur komt in het plan-mer aan bod in de discipline mens. Op deze wijze zal bij het vastleggen van de afbakeningslijn rekening gehouden worden met de milieukenmerken. De zoekzones voor windturbines liggen zowel binnen als buiten de grensstellende elementen. De zoekzones voor windturbines kunnen echter zowel binnen als buiten het kleinstedelijk gebied komen te liggen en zullen dus met andere woorden de ligging van de afbakeningslijn niet mee bepalen. In de richtlijnen alsook op de ontwerptekstbespreking van dit plan-mer werd gevraagd om een gemotiveerde verantwoording van de ligging van de afbakeningslijn op te nemen. Het planproces voor de afbakening van het stedelijk gebied Wetteren is echter voorlopig stilgelegd en de resultaten van de milieubeoordeling hebben nog niet geresulteerd in een keuze tussen de verschillende onderzochte zoekzones. Hierdoor werd ook de afbakeningslijn nog niet vastgelegd en bijgevolg kan in het plan-mer de ligging en de verantwoording niet worden opgegeven. Wel zal in het verdere verloop van het afbakeningsproces, rekening houdend met de milieueffecten uit dit plan-mer alsook met de grensstellende elementen zoals eerder in het afbakeningsproces gedefinieerd, de afbakeningslijn worden vastgelegd. Een uitgebreide motivering van de afbakeningslijn zal in het RUP worden opgenomen. Pagina 10 van 53

15 Planbeschrijving 2.4 Planalternatief 2 Secundaire wegverbinding tussen 400 en Tracéalternatieven Er worden twee tracéalternatieven onderzocht voor het realiseren van een secundaire wegverbinding tussen de 400 en 417, namelijk (Kaart C): alternatief 2a: Wetterstraat, alternatief 2b: Boerenhol. Een derde alternatief Koedreef werd niet weerhouden (zie verder). Alternatief 2a Wetterstraat Alternatief 2a Wetterstraat is een nieuw tracé, ten westen van Overbeke en de Wetterstraat. De kruising van de spoorlijn gebeurt door middel van een brug. Voor dit tracé dienen geen gebouwen onteigend te worden. Bij dit tracé worden volgende begeleidende maatregelen voorgesteld: herinrichting stationsomgeving als zone 30 invoeren tweerichtingsverkeer in de 400 oordlaan, tussen de eerstraat en het Feli Beernaertsplein decategoriseren van de 417 Zuidlaan tussen de aansluiting met de te ontwerpen secundaire weg en de 462 Massemensesteenweg beperken gebruik onderdoorgang Boerenhol voor langzaam verkeer afschaffen overweg Wetterstraat. Kwatrecht-noord Ten Hede Kwatrecht Melle Erpe-Mere Vantegem Gent Brussel E Stookte Laarne Overbeke Overschelde centrum Kalken WETTERE Massemen Smetlede Serskamp Dendermonde Alternatief 2b Boerenhol Alternatief 2b Boerenhol is een opwaardering van de bestaande eerstraat en een doortrekking van het tracé in het verlengde van de eerstraat tussen de Spoorweglaan en Zuidlaan 417. De kruising van de spoorlijn gebeurt dmv een onderdoorgang/halfverzonken tunnel. Pagina 11 van 53

16 Planbeschrijving Kwatrecht Melle Erpe-Mere Vantegem Gent Brussel E40 Laarne Overschelde Stookte Kalken Ten Hede Kwatrecht-noord 400 Overbeke WETTERE centrum Serskamp Smetlede Massemen Dendermo Bij dit tracé worden volgende begeleidende maatregelen voorgesteld: herinrichting stationsomgeving als zone 30 invoeren van tweerichtingsverkeer in de 400 oordlaan, tussen de eerstraat en het Feli Beernaertsplein decategoriseren van de 417 Zuidlaan tussen de aansluiting met de te ontwerpen secundaire weg en de 462 Massemensesteenweg afschaffen overweg Wetterstraat en ontwikkeling onderdoorgang voor langzaam verkeer ter hoogte van Wetterstraat. 2.5 Zoekzones voor bedrijvigheid Binnen de afbakening wordt, naast de verdere optimalisatie van de bestaande bedrijventerreinen, rekening gehouden met de (geactualiseerde) taakstelling gedefinieerd vanuit het PRS voor regionale bedrijvigheid, namelijk 12 ha. Potentiële zoeklocaties werden geselecteerd aan de hand van volgende criteria: ligging aansluitend bij bestaande bebouwing (bij voorkeur in de onmiddellijke omgeving van bestaande bedrijventerreinen); goede ontsluitingsmogelijkheden (ligging nabij primaire weg II en ligging nabij de Schelde) een rechtstreekse ontsluiting op deze primaire weg is evenwel niet gewenst; voldoende oppervlakte beschikbaar (om efficiënt terrein te kunnen organiseren); geen overschrijding van een sterk grensstellend element. Concreet worden 5 mogelijke zoekzones vooropgesteld om een invulling van de behoefte voor bedrijvigheid te realiseren. In de voorstudie van het afbakeningsproces werden deze zoekzones niet verder geconcretiseerd, noch afgebakend. Er wordt een voorlopige afbakening van de zoekzones voorgesteld, waarbij de gewenste oppervlakte van 12 ha bepalend is. De ontsluiting van de zoekzones voor bedrijvigheid zal in hoofdzaak gericht zijn op de hoofdweg E40, via de in het RSV geselecteerde primaire weg Pagina 12 van 53

17 Planbeschrijving Planalternatief 3 - Zoekzone uitbreiding bedrijventerrein Vantegem De zoekzone is gelegen ten zuidoosten van het RO-gebied Vantegem, tussen de spoorlijn Gent-Brussel, de 42, de E40 en het woonlint Volkerschouw. De zoekzone strekt zich uit van aan het bestaande RO-gebied Vantegem tot aan het woonlint Volkerschouw. Het gebied is op het gewestplan (Kaart D) ingekleurd als agrarisch gebied en is ongeveer 11,5 ha groot. In functie van het verder uitbreiden van het bedrijventerrein Vantegem wordt een herbestemming van agrarisch gebied naar regionaal bedrijventerrein vooropgesteld. Planalternatief 4a en 4b Zoekzone uitbreiding bedrijventerrein Kwatrecht richting Overschelde Planalternatief 4 omvat een oostelijke uitbreiding van het bedrijventerrein Kwatrecht. Tussen het industrieterrein van Kwatrecht en Overbeke situeert zich een open ruimte met boomkwekerijen. De spoorlijn doorkruist het gebied, waardoor het planalternatief wordt opgesplitst in een noordelijk deel (4a, 8 ha) en een zuidelijk deel (4b, 14 ha). Het planalternatief wordt in het noorden en het zuiden begrensd door infrastructuur. In het gebied en de onmiddellijke omgeving zijn verschillende woningen gesitueerd. Volgens het gewestplan (Kaart D) is het planalternatief bestemd als agrarisch gebied. In functie van het verder uitbreiden van het bedrijventerrein Kwatrecht wordt een herbestemming naar regionaal bedrijventerrein vooropgesteld. Pagina 13 van 53

18 Planbeschrijving Planalternatief 5 Zoekzone uitbreiding bedrijventerrein Kwatrecht richting Melle Het planalternatief behoort tot de bedrijvenzone Oude Heirbaan Melle en sluit aan bij het industriegebied van Kwatrecht. In het zuidoosten grenst het planalternatief aan het bestaande bedrijventerrein Kwatrecht en aan het woongebied langs de 9. In het noorden en noordoosten wordt het planalternatief begrensd door de Schelde en in het zuiden door de 9 Brusselsesteenweg met ten zuiden van de 9 natuurgebied. Ook in het westen wordt het planalternatief begrensd door natuurgebied en in beperkte mate door woongebied (Kaart D). Het gebied maakt een rommelige indruk en herbergt een mi van oude en nieuwe gebouwen. De interne ontsluiting verloopt over zeer smalle landelijke wegen. Aangezien kruisend verkeer er onmogelijk is, werd een enkelrichtingscircuit ingevoerd. De mogelijkheden om nieuwe bedrijven in deze zone te huisvesten zijn eerder beperkt. In de KMO-zone is slechts 1 ha weiland nog niet bebouwd. Mits de onteigening van een aantal oude arbeiderswoningen (0,5 ha), kan er tot 1,5 ha bedrijfsgrond bouwrijp gemaakt worden. Deze oppervlakte dient echter opnieuw verminderd te worden i.f.v. de geplande werken aan de Scheldedijk in het kader van het Sigmaplan. Volgens het gewestplan is het planalternatief bestemd als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO s. In functie van het verder uitbreiden van het industrieterrein Kwatrecht wordt een herbestemming naar regionaal bedrijventerrein vooropgesteld. De oppervlakte van het planalternatief bedraagt 8 ha. Planalternatief 6 Zoekzone nieuw bedrijventerrein Oosterzelesteenweg Het planalternatief grenst in het zuidwesten aan de bestaande woningen langs de 42 Wetterse Steenweg. In het oosten wordt het planalternatief begrensd door natuurgebied (kaart D). Het gebied ter hoogte van het kruispunt Oosterzelesteenweg E40 wordt ingenomen door grootschalige kleinhandel. De totale oppervlakte van de zoekzone bedraagt 45 ha. De effectieve invulling van deze zoekzone met regionale bedrijvigheid zal echter 12 ha bedragen. De bereikbaarheid over de weg kan er vlot gebeuren. Er moet echter rekening mee gehouden worden dat het streefbeeld voor de Oosterzelesteenweg een rechtstreekse toegang vanaf Wetteren en de E40 zal verhinderen. De rotonde Oosterzelesteenweg Gijzenzelestraat zal moeten worden gebruikt als omleiding. Volgens het gewestplan is het planalternatief bestemd als gebied voor ambachtelijke bedrijven en KMO s en als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Pagina 14 van 53

19 Planbeschrijving 2.6 Zoekzones voor inplantingslocaties windturbines De Vlaamse Code Ruimtelijke Ordening maakt de realisatie van windturbines mogelijk in agrarische gebieden zonder dat een herbestemming van het gebied vereist is. Hierdoor is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan in de meeste gevallen geen vereiste om de inplanting vergunbaar te maken. Vanuit de provincie Oost-Vlaanderen wordt echter groot belang gehecht aan een goede ruimtelijke inplanting, inrichting en beheer van de windturbines en windturbineparken (inplantingstypologie, windturbinetypes, landschappelijke inrichting van de zone, verdeling van de lusten en de lasten, optimale verweving met ander landgebruik). Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan hier door middel van stedenbouwkundige voorschriften een antwoord op bieden. Windturbines worden hierbij gezien als structurerende elementen voor het kleinstedelijk gebied, maar ze kunnen ook behoren tot het buitengebied Beschrijving van de geselecteerde zoekzones Eerst en vooral wordt opgemerkt dat de 5 zoekzones voor windturbines die in het plan-mer worden onderzocht verschillend zijn van de 5 zoekzones voor windturbines die werden voorgesteld in de nota voor publieke consultatie (PC). Rekening houdend met de inspraakreacties en de gewijzigde wetgeving werden in de richtlijnen 11 locaties opgenomen als zoekzone voor windturbines waarvan de milieueffecten in het plan-mer moeten worden onderzocht. Deze 11 locaties werden aan het begin van het MER onderverdeeld/gebundeld in 5 clusters en dit op basis van hun ligging ten opzichte van gevoelige en waardevolle gebieden enerzijds en lijninfrastructuren anderzijds. In wat volgt wordt steeds gesproken van 5 zoekzones voor windturbines. Dit betreft dus 5 clusters van zoekzones, die de 11 locaties uit de richtlijnen omvatten. De zoekzones zoals die werden voorgesteld in de PC worden beknopt hernomen in hoofdstuk 5 Overwogen alternatieven Planalternatief 7 Zoekzone vanaf de kern Kwatrecht tot ten zuiden van de E40 Het planalternatief wordt gedwarst door de E40 en de spoorlijn Gent-Brussel. De zoekzone wordt verder omgeven door het hoofddorp Melle en de woonkernen Kwatrecht, Gontrode en Gijzenzele. Het gebied is op het gewestplan (Kaart D) aangeduid met verschillende bestemmingen. In het gebied zijn twee landbouwbedrijven gevestigd. In het oosten van de zoekzone ligt de middelbare school Mariagaard. In de zoekzone ligt de aardgasvervoerinstallatie Ø 350 HD Moortsele Destelbergen (Ontspanning). De zoekzone heeft een oppervlakte van ongeveer 420 ha. Pagina 15 van 53

20 Planbeschrijving Planalternatief 8 Zoekzone langsheen de E40 thv het bedrijventerrein Vantegem en de nabije omgeving Het planalternatief wordt eveneens gedwarst door de E40 en de spoorlijn Gent-Brussel en is gelegen tussen de 42 en de woonkern Westrem. Het gebied is op het gewestplan (Kaart D) ingekleurd als regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter, (landschappelijk waardevol) agrarisch gebied, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen, dienstverleningsgebied en natuurgebied. Het bedrijventerrein Vantegem is nagenoeg volledig ingenomen. In het bedrijventerrein ligt een Sevesobedrijf dat op vandaag nog laagdrempelig is. Het bedrijf heeft eind 2008 een OVR ingediend en kan op termijn evolueren tot hoogdrempelig Seveso-bedrijf. Er bestaat echter geen zekerheid omtrent deze ontwikkeling, noch is er een tijdspanne gekend waarbinnen deze ontwikkeling kan plaatsvinden. De zoekzone beslaat een oppervlakte van ongeveer 240 ha. Planalternatief 9 Zoekzone vanaf de kern Kwatrecht tot ten zuidwesten van Wetteren De zoekzone is gelegen in het industrieterrein Kwatrecht en het omgevende cultuurland, ten oosten van de 9/Brusselsesteenweg en wordt gedwarst door de 417/Zuidlaan, de Kwatrechtsteenweg en de spoorlijn Gent/Dendermonde. Het gebied is op het gewestplan (Kaart D) ingekleurd als industriegebied en bufferzone, zone voor ambachtelijke bedrijven en kmo s, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen (westelijk deel), agrarisch gebied, gebied voor dagrecreatie en groengebied (oostelijk deel) en wordt ten westen, ten zuiden en ten noordoosten omgeven door woongebied. De zoekzone heeft een oppervlakte van ongeveer 200 ha. Pagina 16 van 53

21 Planbeschrijving Planalternatief 10 Zoekzone industrieterrein Stookte en open ruimte ten noorden De zoekzone voor de locatie van windturbines is gelegen ter hoogte van het industrieterrein Stookte en de open ruimte tussen het industrieterrein en de noordelijke grens van Wetteren. Deze laatste betreft in hoofdzaak landschappelijk waardevol agrarisch gebied waarin ook twee recreatiegebieden zijn gelegen (Kaart D). Het gebied wordt omgeven door een landelijk woongebied langsheen de Laarnestraat en de Meirhoekstraat (ten oosten) en de woongebieden Laarne (ten noorden) en Ten Ede (ten zuiden). Samen met het landschappelijk waardevol agrarisch gebied ten westen vormt (een deel van) het planalternatief een groter aaneengesloten deel. De aanwezigheid van Seveso-bedrijven op het industrieterrein Stookte is de ontwikkeling van windturbines er grotendeels niet toegestaan. De zoekzone heeft een oppervlakte van ongeveer 240 ha. Planalternatief 11 Zoekzone ten (zuid)oosten van kern Wetteren Het planalternatief is gelegen in het agrarisch gebied ten (zuid)oosten van de kern van Wetteren, tussen de spoorlijn Gent-Dendermonde en de woonlinten Serskampsteenweg en Smetledesteenweg (Kaart D). Ten noorden bevindt zich het provinciaal domein Blakken en ten zuidwesten het natuurgebied Hospies/Bosveld. Het planalternatief heeft een oppervlakte van ongeveer 80 ha. Pagina 17 van 53

22 Planbeschrijving Plankenmerken Met betrekking tot het type windturbines, de gewenste inplantingstypologie of het concrete aantal is op planniveau geen informatie beschikbaar. Voor de geselecteerde zoekzones (Kaart A) wordt het onderzoeksprogramma daarom stapsgewijs opgebouwd: Op basis van de verfijning van de potentiële inplantingslocaties wordt een eerste onderscheid gemaakt tussen zoekzones voor groot- en middenschalige windturbines. Onder grootschalige turbines worden turbines begrepen met een masthoogte groter dan 60 m en een rotordiameter van 50 m of meer. Het vermogen van deze turbines is groter dan 1 MW. Deze turbines worden gebruikt binnen grootschalige projecten voor energieopwekking voor algemeen nut (verkoop van elektriciteit aan het stroomnet). Voor de zoekzones voor grootschalige turbines: wordt in eerste instantie uitgegaan van een maimale invulling van de zoekzones met grootschalige windturbines; indien uit de milieubeoordeling blijkt dat een invulling met grootschalige windturbines aanzienlijke milieueffecten met zich meebrengt, wordt het effect van een invulling met middenschalige windturbines geëvalueerd. Middenschalige windturbines hebben een masthoogte van 10 m tot 60 m en een rotordiameter variërend van 10 tot 50 m. Het vermogen binnen deze categorie varieert van 50 kw tot 1000 kw. Voor de zoekzones voor middenschalige turbines: wordt in eerste instantie uitgegaan van een maimale invulling van de zoekzones met middenschalige windturbines; indien uit de milieubeoordeling blijkt dat dergelijke invulling aanzienlijke milieueffecten met zich meebrengt, wordt de zoekzone verder verfijnd en/of randvoorwaarden geformuleerd met betrekking tot de invulling. Mede op basis van de resultaten van de milieubeoordeling wordt het aantal, het type en de inplantingstypologie in de zoekzones verder verfijnd en vertaald in het PRUP. In principe zijn windturbines vergunbaar in agrarische gebieden. De opname van een zone in een RUP kan echter de inplanting, de inrichting van het gebied en het beheer verder vastleggen. Pagina 18 van 53

23 3 Verantwoording Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen In de Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen werd Wetteren geselecteerd als kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau. Het ruimtelijk beleid voor de kleinstedelijke gebieden op provinciaal niveau is erop gericht de bestaande stedelijke morfologische structuur en het stedelijk functioneren terug voldoende economische, sociale en ruimtelijke draagkracht te geven. Hierbij moet veel aandacht uitgaan naar de kwalitatieve verbetering van het woningpatrimonium, de stedelijke voorzieningen en de stedelijke economische structuur veeleer dan naar een ruimtelijke ontwikkeling met alleen een kwantitatieve uitbreiding die opnieuw de stedelijke kern beconcurreert. In het RSV wordt de as geselecteerd als primaire weg II. Door deze selectie als primaire weg, dient Wetteren zich volgens het RSV voor zijn ontsluiting naar het hoofdwegennet toe voornamelijk op de E40 te richten Ruimtelijk Structuurplan Provincie Oost-Vlaanderen Secundaire wegverbinding oordlaan Zuidlaan Het kleinstedelijk gebied Wetteren dient zich voor zijn ontsluiting naar het hoofdwegennet toe voornamelijk op de E40 te richten. Het RSV selecteerde de as hiertoe als primaire weg II. Om het verkeer vanuit de stad naar de primaire weg toe te verzamelen, is de verbinding oordlaan Zuidlaan opgenomen in het GRS en het mobiliteitsplan van Wetteren en heeft het provinciaal ruimtelijk structuurplan de Wetterstraat of een parallel, nader te bepalen tracé van de 400 (oordlaan) tot de 417 (Zuidlaan) opgenomen als te ontwerpen secundair wegvak. De geplande verbinding oordlaan Zuidlaan vervult een meervoudige rol op kleinstedelijk en bovenlokaal niveau: Verzamelen op kleinstedelijk niveau Verbinden op bovenlokaal en kleinstedelijk niveau Stookte Overschelde E40 Kwatrecht-noord 400 Kwatrecht Vantegem Laarne Overschelde Kalken Overbeke centrum WETTERE Kwatrecht-noord Ten Hede 400 Stookte Overbeke 417 centrum WETTERE Serskamp Smetlede Oosterzele Massemen Verzamelen op kleinstedelijk niveau Verbinden op bovenlokaal en kleinstedelijk niveau Pagina 19 van 53

24 Verantwoording Zoekzones voor windturbines De Vlaamse Code Ruimtelijke Ordening maakt de realisatie van windturbines mogelijk in agrarische gebieden zonder dat een herbestemming van het gebied vereist is. Hierdoor is een Ruimtelijk Uitvoeringsplan in de meeste gevallen geen vereiste om de inplanting vergunbaar te maken. Vanuit de provincie Oost-Vlaanderen wordt echter groot belang gehecht aan een goede ruimtelijke inplanting, inrichting en beheer van de windturbines en windturbineparken (inplantingstypologie, windturbinetypes, landschappelijke inrichting van de zone, verdeling van de lusten en de lasten, optimale verweving met ander landgebruik). Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan hier door middel van stedenbouwkundige voorschriften een antwoord op bieden. Windturbines worden hierbij gezien als structurerende elementen voor het kleinstedelijk gebied. Het addendum 1 aan het PRS, namelijk het provinciaal beleidskader windturbines vormt een ruimtelijk kader voor de problematiek van de winturbines en bakent zoekzones af voor de mogelijke inplanting van grooten middenschalige windturbines. De voorkeur gaat hierbij uit naar een clustering 2 van windturbines. In uitwerking van dit beleidskader werd een kaart uitgewerkt met potentiële inplantingslocaties voor windturbines. Figuur 2. Potentiële inplantingslocaties voor windturbines Het afbakeningsproces biedt hiertoe de gelegenheid om de potentiële zoekzones zoals aangeduid in het addendum van het PRS mee te beoordelen op milieueffecten. Een zone voor windturbines hoeft echter geen deel uit te maken van het kleinstedelijk gebied, maar kan ook deel uitmaken van het buitengebied Behoefte aan ruimte voor bedrijvigheid Binnen het afbakeningsproces werd een analyse gemaakt omtrent de behoefte aan bijkomende bedrijventerreinen en dit via een confrontatie tussen taakstelling en aanbod voor bedrijvigheid. De gegeven taakstelling in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Oost-Vlaanderen (PRS) voor de planperiode tot 2007 bedraagt voor Wetteren 38 ha. Sinds 1994 is er in Wetteren 26 ha bedrijvigheid bijgekomen. Deze oppervlakte dient afgetrokken te worden van de taakstelling. Dit brengt de geactualiseerde taakstelling voor het kleinstedelijk gebied Wetteren op 12 ha. 1 De Provincieraad heeft dit addendum op 17 juni 2009 definitief vastgesteld. Het beleidskader werd door de bevoegde Minister goedgekeurd op 25 augustus 2009 met uitzondering van de windtoets. 2 Vanaf drie windturbines wordt van een cluster gesproken. Pagina 20 van 53

25 Verantwoording Het BPA zonevreemde bedrijven, het RUP eerhonderd en het BPA Uitbreiding Stookte hebben geen invloed op de taakstelling (regularisatie bestaande vergunde bedrijvigheid en detaillering bestaande industriezone). aast de invulling van de taakstelling, is een optimalisatie van de bestaande bedrijventerreinen een krachtlijn van het ruimtelijk-economisch beleid in het kleinstedelijk gebied Wetteren. Een positief imago voor de bedrijvigheid is zowel van belang op het niveau van de gemeente, maar ook op het niveau van de bedrijven (goed nabuurschap, uitstraling en profilering). Daartoe is het van groot belang dat de bestaande bedrijventerreinen voortdurend worden aangepast aan de heersende normen en verwachtingen, zodoende een volgend en zelfs sturend terreinaanbod te kunnen creëren. Pagina 21 van 53

26

27 4 Onderzochte alternatieven 4.1 ulalternatief Het nulalternatief dit wil zeggen het behouden van de huidige toestand is hier geen wenselijk alternatief. Uit de voorstudie van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Wetteren en zoals beschreven in hoofdstuk 3 is er behoefte aan: een verbinding tussen de 400 en de 417; ruimte voor bedrijvigheid; ruimte voor alternatieve energie zoals windturbines. Het nulalternatief wordt dan ook niet weerhouden als volwaardig alternatief. Het nulalternatief wordt echter wel als scenario meegenomen binnen het ontwikkelingsscenario waarbij de effecten in beeld worden gebracht als gevolg van beslist beleid gecombineerd met het niet realiseren van voorliggend plan. 4.2 Locatiealternatieven Te ontwerpen secundaire weg tussen 400 en 417 In het kader van het voortraject van het afbakeningsproces zijn reeds verschillende alternatieven onderzocht voor de ontwikkeling van een secundaire weg tussen de 400 en de 417. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de reeds onderzochte varianten, indien nodig geduid naar subvarianten. Variant Omschrijving Conclusie Koedreefvariant (1) Verbinding ten noordoosten van het bedrijventerrein Kwatrecht als grens van het bestaande bedrijventerrein of uitbreiding van het bedrijventerrein met een brug over de spoorlijn. Voor deze verbinding zijn verschillende tracés als subvarianten onderzocht. Deze variant en subvarianten werden reeds uitvoerig onderzocht i.k.v. het RUP Koedreef 3, en worden niet weerhouden omwille van technische en financiële redenen: de beperkte ruimte tussen de Kwatrechtsteenweg 400 en de spoorlijn (ongeveer 100 meter) laat namelijk niet toe een brughelling voor een ongelijkvloerse kruising van de spoorlijn te realiseren, wat resulteert in een groot ruimtebeslag. Ook indien planalternatief 4 zoekzone voor bedrijvigheid uitbreiding Kwatrecht na de milieueffectenbeoordeling wordt weerhouden als uitbreiding voor regionale bedrijvigheid, blijft de huidige beschikbare ruimte tussen de Kwatrechtsteenweg 400 en de spoorlijn te beperkt. Omwille van technische redenen wordt deze variant bijgevolg niet weerhouden. 3 ota haalbaarheidstoets noord-zuidverbinding ( ) ter hoogte van de Koedreef. ota opgemaakt i.k.v. RUP Koedreef (goedgekeurd op 1 december 2005) Pagina 22 van 53

28 Onderzochte alternatieven Wetterstraatvariant (2) Boerenholvariant (3) Subvariant: opwaardering van de bestaande Wetterstraat en doortrekking van het tracé in het verlengde van de Wetterstraat tussen de Kwatrechtsteenweg en oordlaan 400. Kruising van de spoorlijn door middel van een brug. Subvariant: nieuw tracé ten westen van Overbeke (en de Wetterstraat). Kruising van de spoorlijn door middel van een brug. Opwaardering van de bestaande eerstraat en doortrekking van het tracé in het verlengde van de eerstraat tussen de Spoorweglaan en Zuidlaan 417. Kruising van de spoorlijn door middel van een onderdoorgang/halfverzonken tunnel. Deze variant wordt niet weerhouden omwille van de sterke ruimtelijke impact van een eventuele opwaardering (Wetterstraat heeft een vrij smal profiel en is nagenoeg volledig omgeven door aaneengesloten bebouwing tussen de Gentsesteenweg en de Spoorweglaan) en omwille van de moeilijke inpasbaarheid van een overbrugging van de spoorlijn op het bestaande traject. Deze variant wordt weerhouden en binnen het plan-mer onderzocht op milieueffecten. Deze variant wordt weerhouden en binnen het plan-mer onderzocht op milieueffecten. Daarnaast is ook de zogenaamde Brusselsesteenweg-variant onderzocht. Deze variant gaat uit van de bestaande 9 Brusselsesteenweg als verbinding tussen de 400 Kwatrechtsteenweg-oordlaan en 417 Zuidlaan. Bij deze variant wordt geen nieuwe verbinding gerealiseerd en beantwoordt niet aan de vooropgestelde doelen, waardoor variant dan ook kan beschouwd worden als een nulvariant (zie hoger). De realisatie van de tweede Scheldebrug is geen verworpen alternatief omdat deze tweede brug geen alternatief vormt voor de verbinding tussen de 400 en de 417. Bovendien is de realisatie van de tweede Scheldebrug reeds verworpen in het GRS Wetteren. Recent is beslist dat er opnieuw onderzoek zal gebeuren naar de haalbaarheid van een tweede Scheldebrug i.k.v. de herziening van het GRS Wetteren. Gezien het geen beslist beleid betreft en momenteel geen verdere informatie voorhanden is, wordt dit ook niet opgenomen als ontwikkelingsscenario binnen het plan-mer Zoekzones voor bedrijvigheid Een uitbreiding van het bedrijventerrein Stookte, gelegen langs de Wetterensteenweg en Damstraat, wordt niet wenselijk geacht, aangezien het terrein moeilijker naar de E40 toe ontsloten kan worden. Het verkeer vanuit Stookte moet immers eerst doorheen de kern van Wetteren, voordat de primaire weg bereikt wordt. De ontsluiting van het bedrijventerrein Stookte zal verder onderzocht worden in het verbreden en verdiepen van het mobiliteitsplan Wetteren (proces nog op te starten) Verfijning potentiële inplantingslocaties voor windturbines Gewijzigde aanpak ten opzichte van de nota voor publieke consultatie In de nota voor publieke consultatie werden 5 specifieke zoekzones voor windturbines opgenomen. De zoekzones voor windturbines zijn overgenomen uit het afbakeningsproces, meer bepaald uit het document van de voorbereidende fase van december Hierbij is gestart van 11 zoekzones, zoals weergegeven in het provinciaal beleidskader windturbines (concept van mei 2008). Deze 11 potentiële locaties zijn verder gescreend aan de hand van het windplan Vlaanderen. Omwille van hun onmiddellijke ligging nabij woongebied en/of landschappelijk waardevol gebied werden 6 zoeklocaties niet weerhouden. De overige 5 voorgestelde zoekzones worden op onderstaande figuur gesitueerd. Pagina 23 van 53

29 Onderzochte alternatieven Figuur 3. Uittreksel uit Kaart 1 van de PC plan-mer Afbakening KSG Wetteren (juni 2009) met aanduiding van de 5 voorgestelde zoekzones voor windturbines Echter sinds het opstellen van de nota voor publieke consultatie en de opmaak van het MER is de wetgeving aangaande windturbines gewijzigd. De Vlaamse Code Ruimtelijke ordening maakt namelijk de realisatie van windturbines mogelijk in agrarische gebieden zonder dat een herbestemming van het gebied vereist is. Hierdoor is een ruimtelijk uitvoeringsplan in de meeste gevallen geen vereiste om de inplanting vergunbaar te maken. Vanuit de provincie Oost- Vlaanderen wordt echter groot belang gehecht aan een goede ruimtelijke inplanting, inrichting en beheer van de windturbines en windturbineparken. Een ruimtelijk uitvoeringsplan kan hier door middel van stedenbouwkundige voorschriften een antwoord op bieden. Windturbines worden hierbij gezien als structurerende elementen voor het kleinstedelijke gebied. Sinds de opmaak van de nota voor publieke consultatie werd ook het provinciaal beleidskader windturbines (addendum aan het PRS) goedgekeurd. In dit beleidskader werden ook nabij de kern van Wetteren zogenaamde potentiële inplantingslocaties aangeduid. De provincie wenst na te gaan of voor de aangeduide potentiële inplantingslocaties voor windturbines (en niet voor een gedeelte ervan zoals voorgesteld in de PC) vanuit milieuoogpunt bepaalde randvoorwaarden gelden. Wanneer hierbij aandacht uitgaat naar aspecten als inrichtingsmogelijkheden en beheersmaatregelen kan het vanuit milieuoogpunt wenselijk zijn om de aangeduide potentiële zoeklocaties verder te verfijnen en deze randvoorwaarden te vertalen in een RUP. De gewijzigde wetgeving alsook de visie van de provincie om de zoeklocaties eventueel verder te verfijnen op basis van mogelijke milieueffecten impliceert dat de aanpak binnen het plan- MER (zoals initieel voorgesteld in de PC) wijzigt. Hierbij worden de 11 zoekzones uit het provinciaal beleidskader windturbines opnieuw (analoog als in de PC) als uitgangspunt genomen. Deze zoekzones worden verfijnd aan de hand van een aantal criteria afgeleid uit het beleidskader (bvb betreffende veiligheidsafstand, geluidnormen, ). De verfijnde zoekzones worden vervolgens in het plan-mer onderzocht op hun milieueffecten. In wat volgt wordt de aangepaste methodiek verder geduid en toegepast Methodologie In het addendum aan het provinciaal ruimtelijk structuurplan (PRS) worden potentiële inplantingslocaties aangeduid en dit aan de hand van negatieve uitsluitingcriteria (met betrekking tot natuur, landschap, wonen en stiltegebieden) en positieve aanknopingspunten (zoals stedelijke gebieden, bedrijventerreinen, grootschalige lijninfrastructuren en hoge constructies). Deze potentiële inplantingslocaties worden binnen dit plan als vertrekpunt gebruikt en worden aan de Pagina 24 van 53

30 Onderzochte alternatieven hand van een GIS-analyse verder verfijnd tot zoekzones die worden meegenomen binnen het plan-mer. Deze GIS-analyse wordt als volgt opgebouwd: in de eerste stap worden de locaties verder verfijnd aan de hand van een uitsluitend criterium, namelijk specifieke geluidsnormen ten aanzien van woningen; in een tweede stap worden zones uitgesloten op basis van in acht te nemen veiligheidsafstanden ten aanzien van woningen, kwetsbare locaties, lijninfrastructuren, Resultaat Vanuit het addendum aan het PRS worden in het kleinstedelijk gebied Wetteren globaal 5 potentiële inplantingslocaties voor windturbines onderscheiden. Voor elk van deze zones wordt nagegaan of er woningen voorkomen binnen de vooropgestelde afstanden en of een bepaalde veiligheidszonering in acht moet worden genomen. Tabel 2 geeft aan welke criteria relevant zijn voor elke potentiële inplantingslocatie. Tabel 4.1. Overzicht toegepaste criteria per zoekzone voor de verfijning van potentiële inplantingslocaties voor windturbines Uitsluitende criteria Grootschalige windturbines Middenschalige windturbines Zoekzone 7 Zoekzone 8 Zoekzone 9 Zoekzone 10 Zoekzone 11 Woningen 250 m - 50 m - 10 m voor woningen binnen een straal van 500 m van industriegebied Kwetsbare locaties 200 m 200 m (school, ziekenhuis, RVT) Ondergrondse Seveso 100 m 100 m leidingen Bovengrondse Seveso 200 m 200 m leidingen of installaties Hoogspanningsleidingen 1,5 keer de rotordiameter: 120 m 1,5 keer de rotordiameter: 75 m Spoorwegen 0,5 keer rotordiameter 0,5 keer rotordiameter met mini- mum van 30 m: 40 m met mini- mum van 30 m: 30 m Bevaarbare waterwegen 50 m 50 m Wegen 50 m 20 m Ondergrondse pijpleidingen 140 m 85 m Onderstaande figuur toont de delen van de zoekzones die op basis van deze GIS-analyse werden uitgesloten. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen: gebieden die worden uitgesloten voor grootschalige windturbines (enkel het effect van middenschalige windturbines worden onderzocht) gebieden die niet in aanmerking komen voor groot- of middenschalige turbines. Deze gebieden komen niet meer aan bod in het plan-mer. Zoals blijkt uit de figuur worden de initiële inplantingslocaties voornamelijk aan de grenzen verfijnd door het toepassen van de uitsluitingcriteria. Daarnaast wordt het industriegebied Stookte, ten noorden van de Schelde tussen Ten Ede en Overschelde, uitgesloten. Dit door de aanwezigheid van twee Seveso-bedrijven. Pagina 25 van 53

31 Onderzochte alternatieven Figuur 4. Verfijning potentiële inplantingslocaties voor windturbines resultaten GIS-analyse Pagina 26 van 53

32

33 5 Juridisch en beleidsmatig kader Hierna worden de belangrijkste juridisch en beleidsmatige randvoorwaarden aangehaald. Volgens het gewestplan (kaart D) komen verschillende bestemmingen in het gebied voor. Gezien ter hoogte van de zoekzones de realisatie van voorliggend plan niet verenigbaar is met de huidige bestemmingen op het gewestplan fungeert dit plan-mer tevens ter voorbereiding van het op te maken Ruimtelijk Uitvoeringsplan van provinciaal niveau (PRUP). Een plan dat wordt opgesteld om middels een wetgevingsprocedure (hier: RUP) door de Vlaamse Regering te worden vastgesteld én dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project valt binnen het toepassingsgebied van het plan-m.e.r.-decreet. Het plan is onderhevig aan de verplichting tot opmaak van een watertoets. De relevante acties uit het deelbekkenbeheerplan worden meegenomen binnen de disciplines grond- en oppervlaktewater. Een situering van waterlopen en overstromingsgevoelige gebieden wordt weergegeven op Kaart E. Volgende speciale beschermingszones zijn gelegen binnen of nabij het studiegebied (Kaart G): Vogelrichtlijngebied: Durme en de middenloop van de Schelde (BE ). Habitatrichtlijngebied: Schelde- en Durmeëstuarium van de ederlandse grens tot Gent (BE ); Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek (BE ). De planalternatieven omvatten geen gedeelten van deze SBZ s of zijn niet in de onmiddellijke nabijheid gesitueerd zodat de opmaak van een passende beoordeling niet nodig is. Daarnaast is het VE-gebied De Oosterzeelse bossen (GE217) gelegen nabij het plangebied (kaart C). De wetgeving omtrent grondverzet en bodemverontreiniging (Vlarebo) is van toepassing en legt onder andere voorwaarden op hoe moet worden omgegaan met gekende bodemverontreiniging in het plangebied. Binnen het studiegebied situeert zich het beschermd landschap Duingebied De Blakken speelbos (DO001081) alsook de ankerplaatsen Vallei Serkampse Beek (A40078) en Kalkense Meersen en Heisbroek (A40025). Daarnaast komen verschillende relictzones, lijn- en puntrelicten, beschermde stads- en dorpsgezichten voor in het plangebied en nabije omgeving (Kaart H). Aandacht moet eveneens uitgaan naar de potenties van het gebied inzake archeologisch erfgoed. Pagina 27 van 53

34

35 6 Geplande ontwikkelingen Volgende relevante ontwikkelingen worden in het gebied gerealiseerd: aam / type Relevante acties uit het (deel)bekkenbeheerplan SIGMA-plan GRUP Kalkense Meersen gemeentelijk RUP s Strategisch project Wonen aan het water Kantoren in de stationsomgeving Streefbeeldstudie 42 Omschrijving Het realiseren van conserveringsgebieden met mogelijke bergingsfunctie, d.w.z. wetlands, tegen 2010 ter hoogte van de Kalkense meersen De opmaak van een voorontwerp en ontwerp van (uitbreiding) actief overstromingsgebied Schalmdries in het deelstroomgebied van de Molenbeek van Wetteren Aanduiding van potentiële overstromingsgebieden en aanduiding van de Kalkense Meersen als één van de prioritair te realiseren clusters GRUP waarbij ca. 600 ha wetland (natte natuur) wordt gerealiseerd. gemeentelijke RUP s RUP Diepenbroek (wonen) RUP Oude Wetterstraat (wonen) RUP Hekkerstraat (wonen) RUP Marktdreef (wonen) RUP Aslan bvba (bestendiging van de zonevreemde drankencentrale) RUP cartonnage Vandevelde (bestendiging van zonevreemd bedrijf) RUP ieuwstraat (stationsomgeving) RUP voor de Ham (natuurinrichting, water, recreatie) RUP voor de 9 (kleinhandel) RUP Molenakker (recreatie) Met volgende relevante elementen: heraanleg van de Scheldekaaien woonproject op de terreinen van bouwmaterialen De Witte tussen de markt en de Schelde verfraaiing van de noordelijke Schelde-oever betrekken van de onderbenutte ambachtelijke zone Zuiderdijk Voor activiteiten met een hoog potentieel openbaar vervoersgebruik wordt ernaar gestreefd om deze te vestigen in de Wetterse stationsomgeving. Het betreft het gedeelte van de streefbeeldstudie voor de 42, tussen het Bourgondisch Kruis en Gijzenzelestraat te Oosterzele. Om de doorstroming van de 42, een primaire weg, wordt erop aangedrongen zo weinig mogelijk verkeersgenererende functies langs de 42 in te planten. Bijkomende rechtstreekse toegangen dienen vermeden te worden. Volgende concepten in verband met de landschappelijke structuur worden toegepast: Pagina 28 van 53

36 Geplande ontwikkelingen versterken van de as tussen Betsbergebos en het einde van de 42; het inrichten van een poort tot het kleinstedelijk gebied Wetteren tussen de E40 en de spoorweg; bewaren van het open karakter ten zuiden van de E40. TV3V 9 Brusselsesteenweg 42 Oosterzelesteenweg / 417 Zuidlaan In kader van Veilig Verkeer Vlaanderen (TV3V) werd voor het kruispunt van de 9 Brusselsesteenweg met de 42 Oosterzelesteenweg / 417 Zuidlaan een nieuwe kruispuntconfiguratie uitgewerkt. Hierbij wordt de bestaande lichtengeregelde kruispuntconfiguratie vervangen door een tweestrooksrotonde waarbij een vrijliggend fietspad rond de rotonde en uit de voorrang wordt aangelegd. Pagina 29 van 53

37 7 Informatie uit bestaande onderzoeken Volgende studies werden reeds uitgevoerd in kader van voorliggend plan of met betrekking tot het plangebied: Studie Afbakening van het kleinstedelijk gebied Wetteren Voorstel van Afbakening; Grontmij, eindrapport voorbereidende fase december 2008 (iov Provincie Oost- Vlaanderen) Streefbeeld 42 ontwerprapport februari 2008; SumResearch (iov Vlaams Gewest; Administratie Wegen en Verkeer) Gemeente Wetteren Ruimtelijk Structuurplan, Groep Planning, maart 2000 (iov gemeente Wetteren) Mobiliteitsplan gemeente Wetteren, Groep Planning, september 2001 (iov gemeente Wetteren) Inhoud Vanuit de geldende planningscontet en de bestaande ruimtelijke structuur worden potenties voor stedelijke ontwikkeling gegeven en worden grensstellende elementen vanuit natuur, landschap en landbouw aangeduid. De thema s wonen en bedrijvigheid worden onderzocht op het vlak van vraag een aanbod en het ruimtelijke programma inzake kleinhandel, stedelijke functies en stedelijke groengebieden wordt toegelicht. Dit levert een hypothese van gewenste ruimtelijke structuur en resulteert in een eerste voorstel van afbakening. Tot het onderwerp van deze studie behoort de gewestweg 42 tussen de aansluitingen van de 9 (Wetteren) en Hogeweg (Geraardsbergen). Het streefbeeld reikt basisinformatie (aanwezige infrastructuur) aan over het functioneren van de 42, een overzicht van de aanwezige gevaarlijke punten alsook oplossingsvoorstellen. In het informatief gedeelte wordt het profiel van Wetteren geschetst en wordt de planningscontet weergegeven. Daarnaast worden de verschillende deelstructuren (wonen, open ruimte, economische structuur, landschappelijke structuur en verkeers- en vervoersstructuur) en deelruimten geanalyseerd. Het richtinggevend gedeelte gaat dieper in op de selectie en taakstelling van Wetteren van kleinstedelijk gebied op provinciaal niveau en geeft de gewenste ruimtelijke structuur weer op gemeentelijk niveau. Binnen de bindende bepalingen worden de maatregelen aangereikt die essentieel worden geacht om de visie en de opties voor het structuurplan op terrein uitvoerbaar te maken. Het bevat een selectie van structuren, acties en flankerende maatregelen Het mobiliteitsplan is opgebouwd rond zes werkdomeinen. In eerste instantie wordt per werkdomeinde planningshorizon voor 2010 beschreven. Vervolgens wordt een evaluatiemethode toegepast en worden de verschillende maatregelen, prioriteiten en een kostenraming opgesteld. Pagina 30 van 53

38 Masterplan Overbeke, Groep Planning, mei 2004 (iov gemeente Wetteren) Verbinding oordlaan Zuidlaan te Wetteren analyse van de varianten, AWV, 4 september 2003 Bekkenbeheerplan van het Benedenscheldebekken Deelbekkenbeheerplan Scheldeland Basisinventarisatie; Deelbekkenbeheerplan drie Molenbeken Basisinventarisatie Addendum aan het PRS, Provinciaal beleidskader windturbines, Provincie Oost- Vlaanderen, 17 juni 2009 De wijk Overbeke vormt een aparte entiteit binnen het stedelijk gebied Wetteren en is gelegen ten westen van het centrum tussen de Schelde en de 417 Zuidlaan. Het masterplan Overbeke is een actiegericht plan gericht op de verkeers- en woningenproblematiek in de wijk. Een belangrijk element binnen het masterplan is de afweging van de twee tracéalternatieven voor de verbinding oordlaan-zuidlaan. Tevens werd met het verkeersmodel nagegaan wat de effecten van beide ingrepen zijn. In een aparte studie heeft de Afdeling Wegen en Verkeer Oost-Vlaanderen een netwerkberekening verricht van de varianten van de verbinding oordlaan Zuidlaan zoals eerder doorgerekend i.k.v. het Masterplan Overbeke. Het betreft een unimodale doorrekening op basis van het provinciaal verkeersmodel Oost- Vlaanderen. Uit deze studie blijkt dat de conclusies van beide berekeningen, dit is de netwerkberekening uitgevoerd door AWV en i.k.v. het masterplan Overbeke, in dezelfde lijn liggen. De respectievelijke beheerplannen bevatten een overzicht van de beschikbare informatie m.b.t. het watersysteem aangevuld met veldinventarisatie en bevragingen. Deze informatie wordt bij onder meer de beschrijving van het watersysteem geraadpleegd. Ook voor de overige disciplines (fauna en flora, landschap, bodem, ) bevatten deze beheerplannen relevante informatie. Dit addendum aan het PRS vormt een ruimtelijk kader voor de problematiek van de winturbines en bakent zoekzones af voor de mogelijke inplanting van grooten middenschalige windturbines. Hierbij worden verschillende deelruimtes onderscheiden en wordt voor elke deelruimte een specifieke visie geformuleerd. Pagina 31 van 53

39 8 Milieueffecten 8.1 Mobiliteit Het kleinstedelijk gebied Wetteren wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van heel wat grootschalige infrastructuur. In het zuiden loopt de hoofdweg E40, met parallel en ten noorden ervan de spoorlijn Gent Brussel en de secundaire weg 9. Min of meer loodrecht op deze assen bevindt zich de primaire weg 417 Zuidlaan 42 Oosterzelesteenweg. Het noorden van Wetteren kan ontsloten worden via de hoofdweg E17 en/of de primaire weg R4. Dwars door Wetteren loopt nog een tweede spoorlijn (Gent Aalst/Mechelen) en de waterweg Schelde. Deze fysieke barrières (Schelde, spoorlijnen, E40) en de hieraan gekoppelde verplichte doorgangspunten (Kapellendries, Scheldebrug, ieuwstraat, ) bemoeilijken het autoverkeer, wat in de huidige situatie al snel problemen oplevert naar doorstroming, verkeersleefbaarheid en verkeersveiligheid. Verschillende lokale wegen nemen in de bestaande verkeersstructuur de rol op van de te ontwerpen secundaire weg. De kruisingmogelijkheden van de spoorlijn zijn bepalend voor het functioneren van deze lokale wegen als verbinding tussen de 400 oordlaan en 417 Zuidlaan. Vanuit de discipline mobiliteit gaat de voorkeur voor een nieuw regionaal bedrijventerrein uit naar de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Kwatrecht, in oostelijke richting (4a of 4b) of in de richting van Melle (5). Deze locaties bieden bovendien mogelijkheden tot transport over het water (via de Schelde) en/of over het spoor. De technische haalbaarheid van multimodaal transport dient wel nog verder onderzocht te worden (hoogte spoorlijn, ligging kade). Bijkomende bedrijvigheid langs de 42 (3 en 6) zijn omwille van reeds bestaande capaciteitsproblemen op de niet aangewezen. Verder wordt gewezen op de mogelijke interferentie tussen de herinrichting van de 42 enerzijds (aanleg als 22-weg met ventwegen en een uitbreiding van de carpoolparking) en de ontwikkeling van planalternatief 6 anderzijds. Er dient dan ook voldoende afstand tot de 42 gevrijwaard te worden opdat de herinrichting van de 42 niet wordt gehypothekeerd. De zoekzone biedt hiertoe voldoende ruimtelijke mogelijkheden. De aanleg van de nieuwe secundaire weg tussen de oordlaan en de Zuidlaan verbetert de bereikbaarheid van het kleinstedelijk gebied naar het hoofdwegennet (E40), heeft positieve effecten op de verkeersleefbaarheid in de woonstraten van Overbeke en ontlast de stationsomgeving van Wetteren. Het Wetterstraat-tracé trekt minder verkeer aan dan het Boerenholtracé omwille van zijn meer perifere ligging ten opzichte van het centrum van Wetteren. Het bijkomende verkeer dat de nieuwe weg aantrekt, leidt niet tot capaciteitsproblemen. Het Boerenholtracé leidt tot een grotere afname van het verkeer in de woonstraten van Overbeke. Bovendien leidt dit tracé ook tot een grotere afname van het verkeer in de stationsomgeving, een van de principiële doelstellingen van de aanleg van deze weg. In het Wetterstraat-tracé worden geen bijkomende kruispunten voorzien (naast de kruispunten met de Kwatrechtsteenweg en de Zuidlaan). In het Boerenholtracé blijft het kruispunt met de Gentsesteenweg behouden, maar neemt de verkeersveiligheid in beperkte af ten opzichte van de huidige situatie, vooral door de grotere hoeveelheid verkeer op de weg. Een voorwaarde voor het optimaal functioneren van deze secundaire weg, is het afsluiten van de spoorwegovergang in de Wetterstraat. Dit is het geval voor beide tracéalternatieven, en heeft gevolgen naar bereikbaarheid. Voor de bereikbaarheid met het openbaar vervoer verandert er bij het Wetterstraat-tracé weinig; de bussen kunnen gebruik maken van de nieuwe Pagina 32 van 53

40 secundaire weg die ten westen van Overbeke ligt. Het Boerenhol-tracé ligt daarentegen ten oosten van Overbeke. De bus kan door het afsluiten van de spoorwegovergang niet meer via de Wetterstraat rijden en dient ook gebruik te maken van het Boerenholtracé om de Zuidlaan te bereiken. Hierdoor is een omweg via de kerk van Overbeke noodzakelijk voor een optimale bediening van Overbeke. Voor het fietsverkeer wordt de bereikbaarheid voor beide tracés als verwaarloosbaar beoordeeld, mits uiteraard voorzien wordt in een fiets- en voetgangersonderdoorgang ter hoogte van de Wetterstraat en het garanderen van de continuïteit van de hoofdfietsroute langs de spoorlijn. Uit voorgaande kan besloten worden dat er vanuit de discipline mobiliteit geen eenduidige voorkeur wordt uitgesproken voor een tracéalternatief voor de secundaire weg. Beide tracéalternatieven scoren bijna evenwaardig en hebben elk hun voordelen en nadelen. Hierbij heeft het Boerenholtracé een lichte voorkeur omdat dit tracé iets meer verkeer aantrekt, iets meer verkeer weghaalt uit de stationsomgeving, en de Gentsesteenweg verkeersarm kan maken. De inplanting van windturbines heeft enkele een mogelijk negatief effect tijdens de aanlegfase/plaatsing van de turbine. Dit is slechts zeer tijdelijk. Voor het overige hebben windturbines geen impact op de mobiliteit in het kleinstedelijk gebied van Wetteren. 8.2 Geluid In het kleinstedelijk gebied Wetteren zijn het weg- en spoorverkeer bepalend voor het heersende geluidsklimaat. Dit is vooral het geval in de omgeving van de E40 met de parallel lopende spoorlijn, en in de omgeving van de 417 Zuidlaan. De verschillende planalternatieven liggen verspreid in het kleinstedelijk gebied waardoor het geluidsklimaat niet overal hetzelfde is. In bepaalde zones (zoals langs de E40, langs de 9 en langs de spoorlijn) wordt de milieukwaliteitsnorm voor geluid overschreden. In andere zones, zoals het noorden en het zuidoosten van Wetteren heerst een zeer laag omgevingsgeluid waardoor het in deze gebieden stil tot zeer stil is. Voor beide tracéalternatieven zal het geluidsklimaat in de onmiddellijke omgeving van het tracé afnemen, terwijl het in enkele overige straten sterk zal toenemen. In het Boerenholtracé zal de verbindingsweg op zich ter hoogte van een aantal woningen zorgen voor een verhoging van het omgevingsgeluid (huidige eerstraat en oordlaan), maar anderzijds zal voor een groot aantal woningen in de Gentsesteenweg, Wetterstraat en Herdershoekstraat het wegverkeersgeluid sterk afnemen. In het Wetterstraatstracézal het omgevingsgeluid in de Gentsesteenweg niet dalen, in tegenstelling tot het Boerenholtracé. In de eerstraat zal een zeer significante verbetering van het omgevingsgeluid optreden. De weg dient alleszins voorzien te worden van een geluidsarm wekdek (SMA B of C). Voor de nieuwe regionale bedrijvigheid is het belangrijk dat elk individueel bedrijf aan de bepalingen conform VLAREM II voor nieuwe inrichtingen moet voldoen. Zo kan gestreefd worden naar het maimaal respecteren van milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht. De effecten van het verkeergenererend effect van de regionale bedrijvigheid op het geluidsklimaat zullen echter te verwaarlozen zijn. Er is pas een stijging van minstens 1 db(a) indien het verkeer met meer dan 25% toeneemt, wat niet het geval is voor de geplande 12 ha regionale bedrijvigheid. Bovendien is in alle planalternatieven voor regionale bedrijvigheid het huidige wegverkeer overheersend. Wel wordt aanbevolen geen luidruchtige activiteiten te laten plaatsvinden tijdens de avond en nachtperiode. Ten aanzien van de aanwezige woningen (Volkerschouw in planalternatief 3 en Koedreef in planalternatief 4) wordt vanuit de discipline geluid een gronddam aanbevolen. Wat betreft de windturbines, wordt in de discipline geluid geconcludeerd dat grootschalige windturbines in de planalternatieven 9, 10 en 11 de afstand tot de meest nabijgelegen woningen niet kunnen respecteren, omwille van het huidige zeer lage omgevingslawaai (de afstand bedraagt 400 tot 800 m). In de planalternatieven 7 en 8 kunnen grootschalige windturbines wel ingeplant worden gezien het hoge actuele omgevingsgeluid. Hierbij dient 200 m afstand ten opzichte van de woningen gerespecteerd te worden. Bij voorkeur worden de windturbines ingeplant langs de Pagina 33 van 53

41 E40. Voor middenschalige turbines geldt eveneens dat de geldende afstandsregels dienen gerespecteerd te worden. 8.3 Lucht De discipline lucht onderzoekt de effecten van het voorgenomen plan op de luchtkwaliteit in de omgeving. Vooral de planelementen aanleg van een bedrijventerrein en aanleg van een secundaire weg tussen de oordlaan en Zuidlaan hebben mogelijk een invloed op de plaatselijke luchtkwaliteit. De belangrijkste luchtverontreinigende stoffen die bij deze planelementen een rol spelen zijn: zwaveldioide (SO 2 ), stikstofoiden (O 2 ), fijn stof (PM 10 ) en verzurende depositie. De verzurende depositie wordt veroorzaakt door de emissies van SO 2 en O 2. Analyse van de huidige luchtkwaliteit in de omgeving Wetteren geeft aan dat de luchtkwaliteitsnormen in de huidige situatie gerespecteerd worden. Het plan voorziet de realisatie van een bedrijventerrein van 12 ha. Voor de locatie van het bedrijventerrein werden in een selectieonderzoek een viertal zoekzones afgebakend. De luchtemissies van een bedrijventerrein van 12 ha werden berekend aan de hand van kengetallen. De berekende emissies werden in een volgende stap met behulp van een verspreidingsmodel voor luchtverontreiniging vertaald naar de invloed van het bedrijventerrein op de luchtkwaliteit in de omgeving. De maimale bijdragen van een bedrijventerrein van 12 ha aan de luchtkwaliteit (pluimmaimum) situeert zich op ca. 200 m ten noordoosten ervan. De maimale bijdragen voor de verschillende verontreinigende stoffen (pluimmaima) zijn: O 2 : 5 µg/m³; SO 2 : 5 µg/m³ PM 10 : 0,6 µg/m³. Uit de toetsing blijkt dat de luchtkwaliteitdoelstellingen voor stikstofoiden, zwaveldioide en PM 10 in de geplande situatie gerespecteerd zullen worden. Voor een vergelijking van de verschillende zoekzones met elkaar werden de invloedsferen van de verschillende luchtverontreinigende stoffen in de verschillende windrichtingen berekend. De invloedssfeer wordt gedefinieerd als de afstand waarop de bijdrage van het bedrijventerrein aan de luchtverontreiniging gedaald is tot 1% van de kwaliteitsdoelstelling. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de invloedsfeer voor O 2 zich in noordoostelijke richting uitstrekt tot een afstand van ca m. De keuze van de meest geschikte zoekzone voor realisatie van het bedrijventerrein kan afhankelijk worden gesteld van de receptoren (woningen, natuurgebieden) in de omgeving van de zoekzone. Rekening houdende met dit criteria is de uitbreiding Kwatrecht Oost de meest geschikte zoekzone t.a.v. de discipline lucht. De luchtkwaliteit voldoet in de huidige situatie niet langs alle wegen aan de luchtkwaliteitdoelstellingen. Langs de drukke wegen wordt niet voldaan aan de luchtkwaliteitdoelstelling voor O 2 en langs bijna alle wegen wordt niet voldaan aan de grenswaarden voor fijn stof (PM 10 ). Op een afstand van ca. 25 m zijn de concentraties terug gedaald tot normale niveaus. Langs de wegen kunnen in principe bufferzones worden afgebakend waarin de luchtkwaliteitdoelstellingen niet gerespecteerd worden. De tracéalternatieven Wetterstraat en Boerenholtracé werden onderzocht. In de toekomstige situatie zal de luchtkwaliteit langs deze wegen gerespecteerd worden. De voorkeur voor de discipline lucht gaat uit naar het tracéalternatief Wetterstraat omdat langs deze weg het kleinste aantal woningen aanwezig zijn. Het Boerenholtracé zal echter meer verkeer uit het centrum wegtrekken (cfr. discipline mobiliteit), zodat dit eveneens een valabel alternatief vormt. Als gevolg van de afname van het verkeer in het centrum zal de luchtkwaliteit er immers verbeteren. Pagina 34 van 53

42 8.4 Bodem Vanuit de discipline bodem worden in hoofdzaak effecten verwacht tijdens de aanlegfase. Voor de realisatie van de verschillende planelementen zullen vergravingen, uitgravingen en ophogingen plaatsvinden, die leiden tot het wijzigen van de opbouw van de bodem. De planelementen situeren zich in hoofdzaak ter hoogte van cultuurland, waarbij de toplaag van de bodem in beperkte mate reeds verstoord is. Deze profielwijziging zal voornamelijk optreden bij de realisatie van het bedrijventerrein en in mindere mate tot niet bij de realisatie van de wegverbinding en windturbines. De impact van de profielwijziging bij de ontwikkeling van een bedrijventerrein vormt een negatief effect. De zoekzones 4a en 5 kennen een iets minder negatieve beoordeling. Dit is voornamelijk te wijten aan de kleinere oppervlakte. In de vallei van de Zeeschelde en lokaal in de ondergrond (Lid van Merelbeke) komen kleigronden voor, gevoelig aan bodemzetting. Dit is in hoofdzaak van belang en vormt een aandachtspunt bij de ontwikkeling van zoekzones 3 en 5. Vanuit de effectbeoordeling worden de verschillende zoekzones als gelijkwaardig beschouwd en wordt bijgevolg geen epliciete voorkeur uitgedrukt. Wat betreft de tracéalternatieven voor de secundaire wegverbinding worden geen tot slechts beperkt negatieve effecten verwacht en worden de alternatieven nagenoeg gelijkwaardig beoordeeld, met een lichte voorkeur voor tracéalternatief 2b - Boerenhol. Dit gezien het Boerenholtracé over een groter aandeel reeds verstoorde bodem loopt. Ten aanzien van de zoekzones voor windturbines worden vanuit de discipline bodem geen negatieve effecten verwacht. 8.5 Grondwater Het studiegebied wordt gekenmerkt door een grondwatertafel met typisch seizoenale schommelingen. De grondwaterstand blijft echter het volledige jaar relatief ondiep. Uit de analyse van het huidige grondwatersysteem blijkt verder dat binnen het studiegebied en binnen de afbakening van een aantal planalternatieven verschillende gekende verontreinigingen voorkomen. De planingrepen betreffen over het algemeen relatief ondiepe ingrepen waarbij enkel tijdens de aanlegfase lokaal en tijdelijk bemaling nodig is. Dit effect wordt voor de verschillende planalternatieven globaal als verwaarloosbaar tot beperkt negatief beoordeeld. Uitzondering hierop is het tracéalternatief 2b, waarbij de ondertunneling ter hoogte van de permanente grondwatertafel komt te liggen. Een aangepaste uitvoeringstechniek is hier aangewezen om permanente bemaling te vermijden. Tijdens de gebruiksfase heeft de bijkomende verharding een effect op de infiltratiemogelijkheden. Dit is in hoofdzaak van belang voor de ontwikkeling van een 12 ha bedrijventerrein. Het voorzien van voldoende infiltratiemogelijkheden vormt hier een mogelijke milderende maatregel. Mits bovenstaande aanbevelingen in acht worden genomen, wordt het effect op de grondwaterkwantiteit als verwaarloosbaar beschouwd en wordt vanuit de discipline grondwater geen epliciete voorkeur uitgedrukt voor de planalternatieven. Wat betreft de grondwaterkwaliteit kan een effect optreden indien een verontreiniging aanwezig is binnen de invloedssfeer van bemaling. Dit vormt een aandachtspunt bij zoekzone 5 en de zoekzones 7 en 9 voor windturbines. Het beperken van de invloedssfeer, informatie over het verspreidingsrisico van de verontreiniging en controle van bemalingswater zijn hierbij belangrijke milderende maatregelen. De locaties waar reeds gekende verontreinigingen voorkomen worden dan ook aangeduid als aandachtszones. Pagina 35 van 53

43 8.6 Oppervlaktewater Bij de verschillende planelementen is de aandacht voor water- en structuurkwaliteit van belang. Rekening houdend met de vigerende wetgeving met betrekking tot calamiteiten, de opvang van hemelwater en de afwikkeling van afvalwater worden hier weinig tot geen negatieve effecten verwacht. Binnen het studiegebied worden de waterlopen algemeen gekenmerkt door een zeer zwakke tot matige huidige structuur. Daarnaast vertoont de Oude Schelde-sloot een goede structuurkwaliteit. Om de structuurkwaliteit te behouden en verdere ontwikkeling van de waterloop mogelijk te maken, worden een aantal inrichtingsmaatregelen als aanbeveling geformuleerd. De belangrijkste maatregel hierbij is het vrijwaren van voldoende ruime oeverstroken (minstens 5m), bij voorkeur aan beide zijden van de waterloop. De valleien van verschillende waterlopen binnen de gemeente Wetteren worden gekenmerkt door wateroverlast (overstromingsgevoelige gebieden, Kaart E). Van belang voor voorliggend plan hieromtrent zijn de Zeeschelde, Molenbeek-Kottembeek en de Oude Schelde-sloot. Het voorliggend plan houdt etra verhardingen binnen dit watersysteem in. Hierdoor zal het opgevangen hemelwater versneld afgevoerd worden naar deze waterlopen. Voor het aspect waterkwantiteit worden geen significant negatieve effecten verwacht bij de realisatie van de secundaire wegverbinding. Dit voornamelijk door de beperkte lengte van beide tracéalternatieven. De zoekzones voor bedrijvigheid veroorzaken significant negatieve effecten (uitgezonderd zoekzone 5 uitbreiding Kwatrecht Melle) indien geen bijkomende maatregelen genomen worden. Echter rekening houdend met maatregelen inzake infiltratie en vertraagde waterafvoer worden de effecten beperkt tot matig negatief beoordeeld. Het voorzien van voldoende infiltratie- en buffercapaciteiten en een vertraagde afvoer zijn van belang bij het ontwikkelen van het bedrijventerrein en de secundaire verbindingsweg. 8.7 Fauna en flora De aanwezige biologische waarden binnen de gemeente Wetteren zijn eerder beperkt. Doch komen er met de valleien van enkele waterlopen en kleinschalige boscompleen enkele groene vingers voor. Bovendien stroomt de Zeeschelde met een aantal begeleidende weiland- en meersencompleen doorheen het stedelijk gebied. Deze zijn alsnog van belang voor diverse vleermuis- en vogelsoorten (Kaart F, Kaart G en Kaart I). De negatieve effecten ten gevolge van de ontwikkeling van een secundaire verbindingsweg zijn beperkt en worden als verwaarloosbaar tot matig negatief beoordeeld. Uitzondering is het risico op verdroging bij het Boerenholtracé. Dit mogelijke negatieve effect kan echter beperkt worden door het toepassen van een aangepaste bemalingstechniek. Ook voor de ontwikkeling van 12 ha regionale bedrijvigheid blijven de negatieve effecten beperkt. Uitzondering is de potentiële ecotoopinname binnen de zoekzones 3, 5 en 6 en mogelijke verstoring binnen de zoekzones 5 en 6 waar de effecten als matig tot significant worden ingeschat. Als belangrijkste milderende maatregel wordt hierbij het vrijwaren van de (zeer) waardevolle ecotopen voorgesteld (Kaart F). Specifiek voor zoekzone 5 leidt dit tot de aanbeveling deze zone niet verder te ontwikkelen. Gezien het belang van het gebied voor diverse vogel- en vleermuissoorten zijn de effecten ten aanzien van de zoekzones voor windturbines groter van omvang (Kaart I). Daarnaast zorgt het cumulatief ontwikkelen van verschillende zoekzones voor windturbines voor een grotere verstoring van de globale ecologische structuur. Vooral de mate waarin inname of verstoring optreedt van de Scheldevallei en overige valleigebieden speelt hierbij een belangrijke rol. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen middenschalige en grootschalige windturbines. Vervolgens worden milderende maatregelen geformuleerd die de negatieve impact kunnen beperken. Deze maatregelen betreffen voornamelijk de aanduiding van te vrijwaren gebieden. Volgende redenering wordt hierbij gevolgd: Pagina 36 van 53

44 Op basis van de huidige beschikbare informatie bij de opmaak van dit plan-mer worden zones aangeduid om te vrijwaren. Dit gebeurt vanuit een voorzichtigheidsprincipe. Immers voor deze zones zijn geen specifieke gegevens (tellingen) voorhanden en vanuit de beschikbare gegevens bestaat er een kans dat deze zones belangrijk zijn voor avifauna. Zo wordt aanbevolen om de Zeeschelde vallei en de groene vingers (Molenbeek-Kottenbeek, Molenbeek- Gondebeek, Bavegemse beek, Oosterzeelse bossen, bossen van Hospies en Boskant, weidevogelgebied Rijkerskouter, Geerbos en de plassen tussen Lammeke en Kalverhage) en hun omgeving te vrijwaren voor de inplanting van (grootschalige en/of middenschalige) windturbines. Op basis van meer concrete gegevens over deze aangeduide zones (via monitoring) kunnen deze te vrijwaren zones of de types windturbines eventueel verder verfijnd worden. Deze monitoring houdt in tellingen van het aantal vogels en de bepaling van de hoogte op welke deze vogels voorkomen. Deze monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan- MER en deze leemte in kennis wordt in het plan-mer ondervangen door een voorzichtigheidsprincipe toe te passen (zie hierboven). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht, hetzij onder de vorm van aanvullend onderzoek in het kader van het afbakeningsproces (planniveau), hetzij in het kader van een concrete vergunningsaanvraag op projectniveau (localisatienota). 8.8 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie Het kleinstedelijk gebied van Wetteren wordt gekenmerkt door de stedelijke kern van Wetteren met verspreid enkele woonkernen. De vallei van de Schelde en de infrastructuren ten zuiden van de kern (E40, spoorlijn, 9) vormen belangrijke landschapsbepalende en -structurerende elementen. Er komen heel wat cultuurhistorische elementen voor, meestal aangeduid als relictzone, ankerplaats, puntrelict en/of lijnrelict (Kaart H). De vallei van de Schelde, vallei van de Molenbeek, Kele-vlakte, Huisvenne en het stuifduingebied kunnen als meest landschappelijk waardevolle gebieden binnen het kleinstedelijk gebied beschouwd worden. Er wordt dan ook gestreefd om deze waardevolle landschappen maimaal te behouden en te vrijwaren van verdere ontwikkelingen zoals bedrijvigheid en wonen. Voor het tracé van de secundaire weg is er vanuit de discipline landschap geen uitgesproken voorkeur. Het Wetterstraattracé snijdt de open ruimte aan, terwijl het Boerenholtracé de relictzone en lijnrelict Molenbeek doorsnijdt. Daarom wordt aanbevolen om bij de keuze voor het Wetterstraattracé speciale aandacht te hebben voor het ontwerp van de brug. Het Boerenholtracé biedt dan weer de mogelijkheid om de restruimte langsheen de Molenbeekvallei landschappelijk kwalitatief in te richten. Voor regionale bedrijvigheid gaat de voorkeur uit naar planalternatief 3 Uitbreiding Vantegem of planalternatief 5 Uitbreiding Kwatrecht Melle omwille van de beperkte landschappelijke versnippering die de invulling van deze planalternatieven als bedrijventerrein veroorzaakt. Bovendien sluiten deze planalternatieven naadloos aan bij bestaande bedrijvigheid. De invulling van planalternatief 6 Oosterzelesteenweg is mogelijk, maar dit planalternatief dient strikt beperkt te worden tot het uiterste noorden (strook langs E40 tussen 42 en tankstation) om het open landschap ten zuiden van de E40 maimaal te vrijwaren. Indien planalternatief 4 Uitbreiding Kwatrecht oost wordt ingevuld, betekent dit het verdwijnen van een belangrijke open ruimte vinger tussen de Scheldevallei en het zuidelijke open ruimte gebied van Wetteren. Planalternatief 4 is bijgevolg landschappelijk het minst aanvaardbaar om ingevuld te worden als bedrijventerrein. Vanuit landschappelijk oogpunt geldt voor een aantal planalternatieven dat de realisatie van windturbines een negatief effect veroorzaakt en dit door de inname en verstoring van de open ruimte met waardevolle landschappelijk elementen. Dit negatieve effect kan niet (afdoende) worden gemilderd door een aangepaste inrichting/opstelling van de windturbines. De kenmerken van het landschap kunnen dus slechts gevrijwaard worden wanneer deze niet verstoord worden door windturbines. Dit is het geval voor de zoekzones (7a, 7d, 7e, 8a, 9a, 9c) en in het bijzonder het geval voor de planalternatieven voor windturbines 10 (Stookte en open ruimte ten Pagina 37 van 53

45 noorden) en 11 (zuidoosten van Wetteren). Voor de overige planalternatieven alsook vanuit cumulatieve effecten gaat de voorkeur uit naar maimale clustering met de E40 en met de bestaande windturbines langs de E40. Planalternatieven 7b, 7c, 8b en 8c komen hiervoor het best in aanmerking. De inplanting van windturbines op dergelijke locatie kan beschouwd worden als een aankondiging van de overgang naar het stedelijk gebied Wetteren. Speciale aandacht gaat uit naar de opstelling en het gebruik van identieke windturbines als de reeds bestaande in de omgeving. Cumulatieve effecten tussen de verschillende zoekzones zijn aanvaardbaar, mits rekening gehouden wordt met de milderende maatregelen per planalternatief. Het is bijvoorbeeld landschappelijk mogelijk om het bedrijventerrein Vantegem uit te breiden, en ook windturbines in deze zone te voorzien. De locatie langsheen de E40 zorgt ervoor dat de cumulatieve effecten niet negatiever beoordeeld worden dan de effecten van de planalternatieven afzonderlijk. 8.9 Mens socio-organisatorische aspecten Het kleinstedelijk gebied Wetteren wordt in hoofdzaak gekenmerkt door de functies wonen (centrum Wetteren en de kernen Kwatrecht, Overbeke, Ten Ede, Overschelde, Massemen en Westrem, lintbebouwing langs 9 en 42), bedrijvigheid (Stookte ten noorden van de Schelde, Kwatrecht, Vantegem langs de 42), open ruimte (grootschalige landbouwgebieden, typische tuinbouwlandschappen, vallei van de Schelde en vallei van de Molenbeek) en infrastructuur (E40, spoorlijnen, 9, , ). De infrastructuur vormt op heden een barrière doorheen het kleinstedelijk gebied, waardoor Wetteren vrij versnipperd is. Hierdoor is ook de ruimtelijke kwaliteit in deze gebieden vrij laag en veroorzaakt het weg- en spoorverkeer heel wat geluidshinder. Het noorden (ter hoogte van Laarne) en het zuidoosten (vallei Molenbeek, omgeving Massemen, Serskamp, Smetlede) van Wetteren hebben dan weer een hoge ruimtelijke kwaliteit door de aanwezigheid van open ruimte, groenelementen en een rustig geluidsklimaat. Voor de keuze voor de secundaire weg is er vanuit de discipline mens socio-organisatorische aspecten een lichte voorkeur naar het tracéalternatief Wetterstraat. Deze voorkeur is voornamelijk gebaseerd op de ruimte-inname. Het Boerenholtracé betekent namelijk een inname van een 6-tal woningen (wat als zeer significant negatief wordt beoordeeld), en heeft de neiging om de barrièrewerking tussen Wetteren en Overbeke te vergroten door een vrij sterke toename van het verkeersvolume. De hinder ten aanzien van de omwonenden zal in het Boerenholtracé enkel toenemen in het oostelijk deel van de oordlaan en op de ligging van het tracé zelf. Deze hinder kan echter gemilderd worden indien het wegdek geluidsarm heraangelegd wordt, er een snelheidsbeperking van 50 km/u wordt aangehouden en het openbaar domein kwalitatief wordt aangelegd. Het Wetterstraattracé daarentegen hindert het minste aantal bewoners (vooral al langs het tracé zelf en ten opzichte van de woningen in de oordlaan Kwatrechtsteenweg), maar leidt tot een inname van kostbare tuinbouwgrond met het risico op een versnippering van percelen. De effecten naar mobiliteit zijn in dit tracé echter iets minder uitgesproken dan in het Boerenholtracé. Bijkomende regionale bedrijvigheid is ruimtelijk het meest verantwoord door een uitbreiding van het bedrijventerrein Kwatrecht in de richting van Melle. Deze locatie veroorzaakt de minste hinder ten aanzien van de diverse functies in het kleinstedelijk gebied. Een uitbreiding van het regionaal bedrijventerrein Vantegem is ook mogelijk, mits de hinder naar de bewoners in Volkerschouw beperkt wordt. Een uitbreiding van het bedrijventerrein Kwatrecht in oostelijke richting veroorzaakt veel hinder ten aanzien van de aanwezige bewoners (met mogelijks onteigening van woningen) en de landbouw. Windturbines zijn ruimtelijk niet overal mogelijk in het kleinstedelijk gebied. Enkele (deel)planalternatieven worden vanuit de discipline mens socio-organisatorische beter niet ingericht met windturbines omwille van het te sterk aantasten van de ruimtelijke kwaliteit in de omgeving en de hinder ten aanzien van de bewoning. Het betreft vooral de zone tussen Stookte en Laarne (planalternatief 10), het zuidoosten van Wetteren (planalternatief 11) en de zone in de vallei van de Molenbeek ten zuiden van de kern van Wetteren (planalternatief 9c). De voor- Pagina 38 van 53

46 keur gaat uit naar een plaatsing van windturbines langsheen de E40, in ruimtelijke samenhang met de bestaande windturbines ten zuiden van de E40 in Melle. Pagina 39 van 53

47 9 Integratie en eindsynthese 9.1 Algemene milieueffecten Voorliggend plan omvat bestemmingswijzigingen met betrekking tot 3 functies, namelijk: het realiseren van een secundaire wegverbinding, de ontwikkeling van 12 ha regionale bedrijvigheid en de ontwikkeling van windturbines. De milieu-impact van deze bestemmingswijzigingen is sterk verschillend voor elk van deze functies zodat ze in deze eindsynthese elk afzonderlijk worden besproken. Hierbij komen zowel de algemene milieueffecten als de specifieke effecten per planalternatief aan bod, waarna een interdisciplinaire afweging volgt van de verschillende zoekzones en alternatieven. Wat de globaliteit van de te beoordelen afbakening van het kleinstedelijk gebied Wetteren betreft, kan gesteld worden dat de diverse planalternatieven leiden tot een versterking van Wetteren als kleinstedelijk gebied. In het kader van het samenhangend ruimtelijk beleid waarin, naast de versterking van de stedelijke gebieden, het versterken van het buitengebied staat, is dit een globaal positieve meerwaarde. 9.2 Afweging alternatieven en zoekzones Tracéalternatieven secundaire wegverbinding Tussen de oordlaan en de Zuidlaan wordt een secundaire wegverbinding gerealiseerd met als doel om het verkeer vanuit de stadskern beter te kunnen verzamelen naar het hoofdwegennet E40. Het realiseren van dergelijke wegverbinding brengt een verschuiving in verkeersstromen met zich mee wat leidt tot zeer positieve effecten op de verkeersleefbaarheid in de woonstraten van Overbeke en de stationsomgeving van Wetteren ontlast. Dit effect moet worden genuanceerd: het Wetterstraattracé trekt namelijk minder verkeer aan dan het Boerenholtracé en dit omwille van zijn meer perifere ligging ten opzichte van het centrum van Wetteren. Daarnaast brengt de realisatie van nieuwe weginfrastructuur ook een aantal negatieve milieueffecten met zich mee. Zoals reeds hoger aangegeven blijft de milieu-impact als gevolg van bijkomend ruimtebeslag voor heel wat milieuaspecten (bodemverstoring, waterhuishouding, ecotoopinname en landschap) relatief beperkt en dit onafhankelijk van het tracéalternatief. Vanuit deze milieuaspecten wordt geen epliciete voorkeur uitgedrukt voor één van beide alternatieven. Uitzondering hierop is de inname aan tuinbouwgrond en een 6-tal woningen bij respectievelijk het Wetterstraattracé en het Boerenholtracé. Deze ruimte-inname wordt beoordeeld als een negatief tot zeer negatief effect. Specifieke aandacht gaat uit naar de ligging van een ondergrondse hoogspanningskabel in beide tracéalternatieven. Door de verschuiving in verkeersstromen treden eveneens wijzigingen op inzake verkeersveiligheid, lucht- en geluidsklimaat. Vanuit mobiliteitsaspecten wordt bijkomend een voorwaarde geformuleerd voor het optimaal functioneren van de secundaire weg, namelijk het afsluiten van de spoorwegovergang in de Wetterstraat. Voor het fietsverkeer wordt de bereikbaarheid voor beide tracés als verwaarloosbaar beoordeeld, mits voorzien wordt in een fiets- en voetgangersonderdoorgang ter hoogte van de Wetterstraat en het garanderen van de continuïteit van de hoofdfietsroute langs de spoorlijn. Pagina 40 van 53

48 Uit voorgaande kan besloten worden dat er vanuit de milieueffectenbeoordeling geen eenduidige voorkeur kan worden uitgesproken voor één van beide alternatieven. Beide tracéalternatieven scoren bijna evenwaardig en hebben elk hun voordelen en nadelen. Vanuit mobiliteitsaspecten kent het Boerenholtracé een lichte voorkeur omdat dit tracé meer verkeer aantrekt en bijgevolg meer verkeer weghaalt uit de stationsomgeving. Ook omwille van het behouden van de open ruimtevinger geldt vanuit landschappelijk oogpunt een lichte voorkeur voor het Boerenholtracé. Deze effecten moeten echter afgewogen worden ten opzichte van het ruimtebeslag van een 6-tal woningen Zoekzone voor bedrijvigheid In het kader van de afbakening van het kleinstedelijk gebied Wetteren wordt eveneens ruimte gezocht om bijkomend 12 ha regionale bedrijvigheid te ontwikkelen. De globale negatieve milieueffecten van dit voornemen blijven voor een aantal milieuaspecten eerder beperkt en dit voornamelijk door de relatief beperkte oppervlakte. Ook de hinderaspecten ten aanzien van gevoelige receptoren blijven over het algemeen beperkt, dit door enerzijds de beperkte verkeersen luchtemissies en anderzijds het reeds hoge aanwezige geluidsklimaat. Uitzondering is het verlies aan oppervlakte voor de huidige ruimtegebruikfunctie, wat voor elk van de planalternatieven aanleiding geeft tot een aanzienlijk negatief effect. Enkel voor planalternatief 5 waar momenteel een sterk gedifferentieerde ruimtegebruik heerst, wordt geen verlies aan landbouw of woonfunctie verwacht. aast het ruimtebeslag en rekening houdend met de plan- en omgevingskenmerken hebben de belangrijkste effecten betrekking op de inname of verstoring van waardevolle natuur- en landschapselementen en structuren en/of waardevol landbouwgebied (incl. HAG). Daarnaast kan het verkeersgenererend karakter gecombineerd met een huidige problematiek inzake verkeersafwikkeling eveneens zorgen voor een negatief effect. Door de verspreide ligging van de planalternatieven binnen het kleinstedelijk gebied Wetteren kan de beoordeling van één of meerdere van deze milieuaspecten tussen de planalternatieven onderling sterk verschillen. In wat volgt wordt dieper ingegaan op deze onderlinge verschillen. Planalternatief Planalternatief 3 Uitbreiding Vantegem Planalternatief 4a en 4b Uitbreiding Kwatrecht oost De ontsluiting van dit gebied via de 42 zorgt voor een versterking van de huidige verkeersproblematiek en leidt tot een aanzienlijk negatief effect. De impact van bijkomende geluidsemissies blijft globaal beperkt als gevolg van het huidige overheersende wegverkeer. Echter om een verhoging van de geluidsbelasting ten aanzien van de woningen in Volkerschouw te beperken, worden voor deze woningen geluidsmilderende maatregelen voorgesteld. Daarnaast geldt dat door de ontwikkeling van dit gebied waardevolle ecotopen worden ingenomen. Als belangrijkste maatregel wordt daarom voorgesteld de Bavegemse beek en het valleigebied te vrijwaren. De ontsluiting van dit gebied kan worden gedragen door de huidige wegenstructuur zonder dat hier negatieve effecten inzake verkeersafwikkeling optreden. Bovendien bestaat bij dit gebied beperkte mogelijkheden tot transport over het water en het spoor. De impact van bijkomende geluidsemissies blijft beperkt als gevolg van het huidige overheersende weg- en spoorverkeer. Echter om een verhoging van de geluidsbelasting ten aanzien van de woningen in de Koedreef te beperken, worden voor deze woningen geluidsmilderende maatregelen voorgesteld. Ook op het vlak van luchtkwaliteit worden geen significant negatieve effecten verwacht en blijven de luchtkwaliteitsnormen gerespecteerd. Rekening houdend met de invloedssfeer van de luchtemissies en de aanwezige gevoelige receptoren in deze zone vormt dit planalternatief de meest geschikte zoekzone t.a.v. de discipline lucht. De invulling van dit planalternatief betekent echter de invulling van een belangrijke open ruimte vinger tussen de Scheldevallei en het zuidelijk open ruimtegebied van Wetteren. Deze ruimte is karakteristiek als tuinbouwlandschap. Pagina 41 van 53

49 Het verlies aan deze open ruimte structuur wordt als een aanzienlijk negatief effect beschouwd dat enkel gemilderd kan worden door geen of een beperkte ontwikkeling van deze zone. Specifieke aandacht gaat uit naar de nabijheid van een ondergrondse hoogspanningskabel. De randvoorwaarden zoals die door fluys worden opgelegd, dienen te worden gerespecteerd. Planalternatief 5 Uitbreiding Kwatrecht Melle Planalternatief 6 Oosterzelesteenweg De ontsluiting van dit gebied kan worden gedragen door de huidige wegenstructuur zonder dat hier negatieve effecten inzake verkeersafwikkeling optreden. Bovendien bestaat bij dit gebied de mogelijkheid tot transport over het water. aast de algemene maatregelen om de impact op de waterhuishouding te beperken, vormt de aanwezigheid van een bodemverontreiniging een bijzonder aandachtspunt bij het toepassen van bemaling. Bijkomend geldt dat de braakliggende gronden van dit planalternatief (zeer) waardevolle ecotopen bevatten. De belangrijkste maatregel om het negatieve effect van deze ecotoopinname te beperken, bestaat dan ook uit het niet tot gedeeltelijk ontwikkelen van deze zone. Wanneer de huidige inrichting van het gebied wordt gewijzigd en de aanwezige woningen in het gebied onteigend worden om de behoefte aan bedrijvigheid in te vullen, treden significante effecten op inzake ruimtegebruik en ruimtelijke kwaliteit. Het onteigenen van de aanwezige woningen betreft een zeer significant negatief effect, wat kan gemilderd worden door een beperktere ontwikkeling van deze zone. De uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein in de richting van Melle sluit echter goed aan bij de bestaande stedelijke structuur en veroorzaakt weinig tot geen hinder ten aanzien van overige stedelijke functies. Specifieke aandacht gaat uit naar de ligging van de aardgasvervoerinstallatie binnen het planalternatief en de nabijheid van een ondergrondse hoogspanningskabel. De ontsluiting van dit gebied via de 42 zorgt voor een versterking van de huidige verkeersproblematiek, wat als zeer sterk negatief wordt beoordeeld. Als belangrijkste milderende maatregel wordt hierbij geen tot een gedeeltelijke ontwikkeling van het gebied voorgesteld. Verder geldt dat het (zuid)oostelijk deel van dit planalternatief aansluit op de open ruimte ten zuiden van de E40 en (zeer)waardevolle ecotopen bevat. Als belangrijkste maatregel wordt daarom voorgesteld deze (zuid)oostelijke zone te vrijwaren. Om de verstoring van dit open ruimte gebied maimaal te beperken wordt eveneens voorgesteld de mogelijke ontwikkeling van bedrijvigheid strikt te beperken tot de ruimte langsheen de E40 (strook langs E40 tussen 42 en tankstation). Verder wordt gewezen op de mogelijke interferentie tussen de herinrichting van de 42 enerzijds (aanleg als 22-weg met ventwegen en een uitbreiding van de carpoolparking) en de ontwikkeling van planalternatief 6 anderzijds. Er dient dan ook voldoende afstand tot de 42 gevrijwaard te worden opdat de herinrichting van de 42 niet wordt gehypothekeerd. De zoekzone biedt hiertoe voldoende ruimtelijke mogelijkheden. Mits rekening te houden met deze milderende maatregelen sluit de ontwikkeling van dit planalternatief goed aan bij de reeds aanwezige stedelijke structuur en veroorzaakt het geen negatief effect ten aanzien van de aanwezige (en geplande) open ruimte structuren. Pagina 42 van 53

50 9.2.3 Zoekzones voor windturbines Vanuit het addendum aan het PRS zijn een aantal (11) potentiële locaties voor de realisatie van windturbines aangeduid. Deze zijn aan het begin van de milieubeoordeling verder verfijnd, geclusterd in 5 groepen en vervolgens onderzocht op milieueffecten opdat elementen inzake een goede ruimtelijke inplanting, inrichting en typologie binnen het RUP kunnen worden opgenomen. De realisatie van windturbines als duurzame energiebron kunnen een aantal aanzienlijk negatieve milieueffecten teweegbrengen, voornamelijk gelinkt aan bijkomende geluidsbelasting, ruimte-inname, barrièrewerking en verstoring van landschappelijke structuren. Vanuit deze milieueffecten kunnen vervolgens een aantal milderende maatregelen en ruimtelijke randvoorwaarden worden geformuleerd. Planalternatief Planalternatief 7 Kwatrecht E40 Planalternatief 8 - Vantegem Rekening houdend met de huidige (hogere) geluidsbelasting in deze zone kunnen grootschalige windturbines gerealiseerd worden zonder dat een negatieve impact optreedt tav een bijkomende geluidsbelasting. Vertrekkend vanuit de aanwezige lijninfrastructuur en windturbines wordt vanuit landschappelijk en ruimtelijk oogpunt aanbevolen om enkel windturbines te realiseren, aansluitend en parallel met de E40. Aanvullend wordt aanbevolen om een analoge opstelling en identieke windturbines te gebruiken als de reeds bestaande in de omgeving. Daarnaast worden maatregelen voorgesteld om de aanzienlijk negatieve effecten als gevolg van mogelijke ecotoopinname en mogelijke verstoring ten aanzien van fauna te beperken. Op basis van de beschikbare gegevens over avifauna en vanuit een voorzichtigheidsprincipe worden in het plan-mer te vrijwaren zones aangeduid binnen deze zoekzone. Monitoring van avifauna geeft een duidelijker beeld over het belang van de zones voor avifauna en kan aanleiding geven tot een verfijning van de aangeduide te vrijwaren zones. Deze monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer en deze leemte in kennis wordt in het plan-mer ondervangen door een voorzichtigheidsprincipe toe te passen (zie hierboven). In het verdere procesverloop (op plan- of projectniveau) kan de leemte alsnog worden onderzocht. Specifieke aandacht gaat uit naar de ligging van de aardgasvervoerinstallatie binnen het planalternatief. De randvoorwaarden zoals die door fluys worden opgelegd, dienen te worden gerespecteerd. Indien grootschalige windturbines op een afstand blijven van 400 m tav de Kleistraat en 200m van overige woningen, worden geen tot verwaarloosbare effecten verwacht op het vlak van bijkomende geluidsbelasting. Rekening houdend met de aanwezige lijninfrastructuur, het achterliggende open ruimte gebied en windturbines wordt vanuit landschappelijk en ruimtelijk oogpunt aanbevolen om enkel windturbines te realiseren, aansluitend en parallel met de E40. Aanvullend wordt aanbevolen om een analoge opstelling en identieke windturbines te gebruiken als de reeds bestaande in de omgeving. Daarnaast worden maatregelen voorgesteld om de aanzienlijk negatieve effecten als gevolg van mogelijke ecotoopinname (maimaal vrijwaren van waardevolle ecotopen) en mogelijke verstoring ten aanzien van fauna te beperken. Op basis van de beschikbare gegevens en vanuit een voorzichtigheidsprincipe worden in het plan-mer te vrijwaren zones aangeduid binnen deze zoekzone. Monitoring van avifauna geeft een duidelijker beeld over het belang van de zones voor avifauna en kan aanleiding geven tot een verfijning van de aangeduide te vrijwaren zones. Deze monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer en deze leemte in kennis wordt in het plan-mer ondervangen door een voorzichtigheidsprincipe toe te passen (zie hierboven). In het verdere procesverloop (op plan- of projectniveau) kan de leemte alsnog worden onderzocht. Het aanwezige Seveso-bedrijf (op vandaag laagdrempel) is in het bezit van een goedgekeurd OVR, zonder dat hierbij rekening werd gehouden met de mogelijke inplanting van windturbines. Ten aanzien van dit bedrijf dienen de nodige veiligheidsafstanden te worden verze- Pagina 43 van 53

51 kerd, minstens als LD en afhankelijk van de toekomstige ontwikkeling ook als HD-bedrijf. Planalternatief 9 Kwatrecht industrieterrein Planalternatief 10 Omgeving Stookte Dit plangebied kent momenteel een zeer goed geluidsklimaat. Bij realisatie van grootschalige windturbines kunnen de geldende afstandregels niet gerespecteerd worden. Om negatieve effecten inzake toenemende geluidsbelasting te vermijden wordt daarom aanbevolen geen grootschalige windturbines in dit gebied te realiseren. Bij realisatie van middenschalige windturbines moeten de nodige afstandsregels in acht worden genomen en dient het bronvermogenniveau afdoende te worden beperkt om een negatieve impact inzake geluidsbelasting te vermijden. Bijkomend wordt vanuit landschappelijk en ruimtelijk oogpunt aanbevolen om het karakteristieke tuinbouwlandschap en het valleigebied van de Molenbeek te vrijwaren en windturbines te laten aansluiten met de reeds aanwezige stedelijke infrastructuur. Verspreid binnen deze zone komen een aantal waardevolle ecotopen voor, waarvan de inname als een aanzienlijk negatief effect wordt beschouwd. Er wordt daarom aanbevolen om bij het vastleggen van de eacte inplantingslocaties deze ecotopen maimaal te vrijwaren. Op verstoring van avifauna te beperken en vanuit een voorzichtigheidsprincipe worden in het plan-mer te vrijwaren zones aangeduid binnen deze zoekzone. Monitoring van avifauna geeft een duidelijker beeld over het belang van de zones voor avifauna en kan aanleiding geven tot een verfijning van de aangeduide te vrijwaren zones. Deze monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer en deze leemte in kennis wordt in het plan-mer ondervangen door een voorzichtigheidsprincipe toe te passen (zie hierboven). In het verdere procesverloop (op plan- of projectniveau) kan de leemte alsnog worden onderzocht. Dit plangebied kent momenteel een zeer goed geluidsklimaat. Bij realisatie van grootschalige windturbines kunnen de geldende afstandregels niet gerespecteerd worden. Bij realisatie van middenschalige windturbines moeten de nodige afstandsregels in acht worden genomen en dient het bronvermogenniveau afdoende te worden beperkt om een negatieve impact inzake geluidsbelasting te vermijden. Echter deze zone maakt deel uit van een waardevol open ruimte gebied en een invulling met windturbines wordt als een aanzienlijk negatief effect op de landschappelijke structuur en - samenhang van het open ruimte gebied beschouwd. De toepassing van algemene milderende maatregelen met betrekking tot de inrichting en typologie van windturbines kan dit zeer negatieve effect niet milderen en ook specifieke milderende maatregelen voor deze gebieden zijn niet voorhanden. Er blijft met andere woorden altijd een significant negatief effect bestaan. De kenmerken van het landschap kunnen dus slechts gevrijwaard worden wanneer deze niet verstoord worden door windturbines. Ook ten aanzien van de aanwezige natuurwaarden en ten aanzien van hinder voor omwonenden wordt een invulling met windturbines als een negatief effect beschouwd. Binnen deze zone komen tal van waardevolle ecotopen voor, waarvan de inname als een aanzienlijk negatief effect wordt beschouwd. Er wordt daarom aanbevolen om bij het vastleggen van de eacte inplantingslocaties deze ecotopen maimaal te vrijwaren. Op verstoring van avifauna te beperken en vanuit een voorzichtigheidsprincipe worden in het plan-mer te vrijwaren zones aangeduid binnen deze zoekzone. Monitoring van avifauna geeft een duidelijker beeld over het belang van de zones voor avifauna en kan aanleiding geven tot een verfijning van de aangeduide te vrijwaren zones. Deze monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer en deze leemte in kennis wordt in het plan- MER ondervangen door een voorzichtigheidsprincipe toe te passen (zie hierboven). In het verdere procesverloop (op plan- of projectniveau) kan de leemte alsnog worden onderzocht. Pagina 44 van 53

52 Planalternatief 11 Zuidoosten kern Wetteren Dit plangebied kent momenteel een zeer goed geluidsklimaat. Bij realisatie van grootschalige windturbines kunnen de geldende afstandregels niet gerespecteerd worden. Middenschalige windturbines kunnen er beperkt gerealiseerd worden, mits de nodige afstandsregels in acht worden genomen en het bronvermogenniveau afdoende wordt beperkt. Echter deze zone maakt deel uit van een waardevol open ruimte gebied en een invulling met windturbines wordt als een aanzienlijk negatief effect op de landschappelijke structuur en - samenhang van het open ruimte gebied beschouwd. De toepassing van algemene milderende maatregelen met betrekking tot de inrichting en typologie van windturbines kan dit zeer negatieve effect niet milderen en ook specifieke milderende maatregelen voor deze gebieden zijn niet voorhanden. Er blijft met andere woorden altijd een significant negatief effect bestaan. De kenmerken van het landschap kunnen dus slechts gevrijwaard worden wanneer deze niet verstoord worden door windturbines. Dit geldt ook ten aanzien van de negatieve impact op aanwezige natuurwaarden en hinder ten aanzien van omwonenden. Binnen deze zone komen tal van waardevolle ecotopen voor, waarvan de inname als een aanzienlijk negatief effect wordt beschouwd. Er wordt daarom aanbevolen om bij het vastleggen van de eacte inplantingslocaties deze ecotopen maimaal te vrijwaren. Op verstoring van avifauna te beperken en vanuit een voorzichtigheidsprincipe worden in het plan-mer te vrijwaren zones aangeduid binnen deze zoekzone. Monitoring van avifauna geeft een duidelijker beeld over het belang van de zones voor avifauna en kan aanleiding geven tot een verfijning van de aangeduide te vrijwaren zones. Deze monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer en deze leemte in kennis wordt in het plan-mer ondervangen door een voorzichtigheidsprincipe toe te passen (zie hierboven). In het verdere procesverloop (op plan- of projectniveau) kan de leemte alsnog worden onderzocht. 9.3 Cumulatieve effecten Onderlinge combinatie van zoekzones Voor zoekzones die op zich geen 12 ha vormen en eenzelfde ontsluitingsroute volgen als een andere zoekzone, zorgt de gezamenlijke ontwikkeling tot een cumulatief effect inzake verkeersafwikkeling. Dit is van toepassing bij de gezamenlijke ontwikkeling van de zoekzones 4a, 4b en/of 5 tot een totaal van 12ha. Er van uitgaande dat alle verkeer van en naar dit zoekzones via de 42-E40 rijdt, wordt het effect op de doorstroming van de 42 Oosterzelesteenweg als significant negatief beoordeeld. Het cumulatieve effect indien alle planalternatieven voor windturbines worden ingevuld met windturbines, wordt als zeer significant negatief beoordeeld. Vanuit de milieueffectbeoordeling wordt aanbevolen om maimaal te streven naar clustering van de windturbines, bij voorkeur ook met reeds bestaande opgaande elementen. Cumulatieve effecten bij realisatie van een secundaire wegverbinding, 12 ha bedrijvigheid en windturbines De aanleg van de secundaire weg als verbinding tussen de oordlaan en de Zuidlaan heeft tot gevolg dat het bijkomende verkeer als gevolg van de realisatie van 12 ha regionale bedrijvigheid gebruik kan maken van deze weg, en zo de kern van Overbeke en de stationsomgeving van Wetteren vermijdt. In dit opzicht wordt de realisatie van de secundaire weg als positief beoordeeld indien er bijkomende regionale bedrijvigheid wordt gerealiseerd in Wetteren. Pagina 45 van 53

53 Ook de ontwikkeling van regionale bedrijvigheid kan samengaan met de inplanting van windturbines, al dan niet in de nabije omgeving. In planalternatief 9a en 9b worden de effecten minder negatief beoordeeld indien in 4a en 4b regionale bedrijvigheid ontwikkeld wordt, omdat windturbines dan iets beter ruimtelijk inpasbaar zijn. Speciale aandacht gaat dan wel uit naar de hinder ten aanzien van de kantoren in de bedrijfsgebouwen van 4a en/of 4b. Hetzelfde geldt voor de gezamenlijke ontwikkeling van planalternatief 3 en planalternatief 8 (b of c), met aandacht voor de aanwezigheid van het Seveso-bedrijf. Seveso-inrichtingen beperken immers de draagkracht voor de inplanting van windturbines, en vice versa beperken de toekomstige windturbines de draagkracht van de (nieuwe en bestaande) industrieterreinen voor de inplanting van Sevesobedrijven. Zo geldt voor het bestaande laagdrempelig Seveso-bedrijf ter hoogte van planalternatief 8 (zoekzone voor windturbines) dat geen rekening werd gehouden met de mogelijke inplanting van windturbines. Ten aanzien van dit bedrijf dienen de nodige veiligheidsafstanden te worden verzekerd, minstens als laagdrempelig Seveso-bedrijf en afhankelijk van de ontwikkelingsvisie van het bedrijf als hoogdrempelig Seveso-bedrijf. Anderzijds betekent de invulling van planalternatief 4 uitbreiding Kwatrecht oost a en b als regionale bedrijvigheid samen met de realisatie van het Wetterstraattracé (planalternatief 2a) een volledige aantasting van de open ruimte tussen de vallei van de Schelde en de vallei van de Molenbeek/Fantegembeek met het typerende tuinbouwkarakter. Het cumulatieve effect wordt als zeer significant negatief beoordeeld. Om het effect enigszins te milderen, wordt voorgesteld om beide ontwikkelingen niet samen uit te voeren, of om het wegtracé te laten aansluiten op het bedrijventerrein zodat de nieuwe infrastructuur maimaal gebundeld wordt met de bedrijvigheid. 9.4 Voorstel van milderende maatregelen Overzicht aar aanleiding van de beoordeling van de milieueffecten worden in de diverse disciplines verschillende milderende maatregelen voorgesteld. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voorgestelde maatregelen en duidt de fase aan waarin elke maatregel kan worden vertaald. Hierbij worden de milderende maatregelen beknopt weergegeven. Tabel 9.1. Overzicht van de milderende maatregelen en de vertaling in het verdere procesverloop Milderende maatregel tracéalternatieven Vertaling Omschrijving RUP Projectdefinitie Algemeen Stimuleren van het gebruik van de nieuwe wegverbinding door het opleggen van bijkomende verkeersbeperkende maatregelen op het traject langs het station, voorzien onderdoorgang voor langzaam verkeer thv spoorwegovergang Wetterstraat, garanderen van de continuïteit van de hoofdfietsroute langs de spoorlijn, Luchtemissies beperken door het nastreven van een lage en constante voertuigsnelheid, door eventuele aanleg van bufferzones langs wegen Beperken van bodemverstoring tijdens de aanlegfase Ondervangen van het risico op bodemzetting in het technisch ontwerp Toepassen aangepaste bemalingstechniek Beperken impact op de waterhuishouding: maimaal toepassen van infiltratiemogelijkheden (bvb open langsgrachten, doorlatende berm, ) en voorzien voldoende buffervolume Landschappelijke inpassing en ruimtelijke kwaliteit nieuwe infrastructuur: kwalitatief en ingetogen brugontwerp geen opgaande verlichting kwalitatieve afwerking restruimte Overige Pagina 46 van 53

54 aanplanten van groen voorzien van fiets- en voetpaden Beperken negatieve impact bij inname landbouwgrond: beperken ruimte-inname billijke vergoeding bereikbaarheid landbouwpercelen garanderen Milderen bijkomende geluidsbelasting door geluidsarm wegdek en snelheidsbeperking Aandacht voor ligging ondergrondse hoogspanningskabel en respecteren van de randvoorwaarden opgelegd door Fluys Met betrekking tot Seveso-inrichtingen: Hetzij opmaak RVR, hetzij inrichting als Seveso niet toelaten Voldoende afstand tussen Seveso-inrichting en windturbine hanteren Rekening houdend met beperkende invloed van Seveso-bedrijven op draagkracht voor windturbines en viceversa Planalternatief 2a Wetterstraat Vrijwaren open ruimte vinger: Tracé aansluitend bij bestaande bebouwing of bij nieuw te realiseren infrastructuur Geen gezamenlijke ontwikkeling met tracéalternatief 2a Wetterstraat Bushalte voorzien in de Gentsesteenweg Planalternatief 2b Boerenhol egatieve impact ruimte-inname (woningen) beperken door: Beperken aantal onteigeningen Billijke vergoeding te onteigenen woningen, bij voorkeur begeleiden bij het zoeken, en idealiter ter beschikking stellen van een gelijkwaardige woning binnen het kleinstedelijk gebied Milderende maatregel regionale bedrijvigheid Vertaling Omschrijving RUP Projectdefinitie Algemeen Beperken impact verkeersgenererend effect: Conflicten tussen vrachtverkeer en zwakke weggebruikers vermijden, aantal kruispunten beperken Goede bewegwijzering, opstellen routeplan Aandacht voor bereikbaarheid met de fiets Stimuleren fietsverkeer en openbaar vervoer Beperken impact luchtemissies tav gevoelige receptoren via zonering in functie van overheersende windrichting Luchtemissies beperken door het nastreven van een lage en constante voertuigsnelheid, door eventuele aanleg van bufferzones langs wegen Beperken van bodemverstoring tijdens de aanlegfase Ondervangen van het risico op bodemzetting in het technisch ontwerp Toepassen aangepaste bemalingstechniek Beperken impact op de waterhuishouding: maimaal toepassen van hergebruik- en infiltratiemogelijkheden (bvb doorlatend materiaal thv parking) en voorzien voldoende buffervolume Vrijwaren (zeer) waardevolle ecotopen, valleigebieden Beperken negatieve impact bij inname landbouwgrond: beperken ruimte-inname grondenruil (via een grondenbank), gefaseerde ontwikkeling (uitdoofbeleid), Overige Pagina 47 van 53

55 billijke vergoeding, bereikbaarheid landbouwpercelen garanderen Ruimtelijke kwaliteit nieuwe infrastructuur: Zuinig ruimtegebruik (vloeroppervlakte vs. terreingebruik) Duurzame ruimtelijke inrichting Duurzame maatregelen op het vlak van energie Kwaliteitsvol onderhoud van het domein Planalternatief 3 Vantegem Beperken impact op waterhuishouding: Behouden en versterken structuurkwaliteit aanwezige waterloop Voorzien voldoende buffercapaciteit (gracht, bekken, ) Beperken ecotoopinname: behoud waterloop en de beekbegeleidende vegetatie alsook de loofhoutaanplant aan de zijde van de E40 Groenstructuur versterken met nieuwe beplantingen Compensatie herbevestigd agrarisch gebied Landschappelijke inpassing en beperken hinderaspecten: Groenbuffer ten aanzien van de woningen in Volkerschouw Mogelijkheid tot zichtlocaties naar de E40 en de 423 Voorzien van geluidsmilderende maatregelen tav woningen in Volkerschouw Planalternatief 4a, 4b Kwatrecht Oost Beperken impact waterhuishouding: behouden en versterken structuurkwaliteit aanwezige waterloop benutten infiltratiemogelijkheden en realiseren vertraagde afvoer Onderzoek naar de technische haalbaarheid van multimodaal transport Compensatie herbevestigd agrarisch gebied Landschappelijke inpassing en beperken hinder: iet invullen als regionaal bedrijventerrein om open ruimte vinger te vrijwaren Indien de zone toch gerealiseerd wordt: Behoud woningen (Koedreef, Kwatrechtsteenweg) mits voorzien kwalitatieve groenbuffer, of onteigening mits de bewoners billijk te vergoeden. Kwalitatieve groenbuffer ten aanzien van de open ruimte Kwalitatieve afwerking van het bedrijventerrein naar de 417 Zuidlaan, en ten opzichte van de open ruimte ten zuiden van de Zuidlaan Kwalitatieve groenbuffer ten aanzien van de woningen Koedreef Behoud huidige grenswaarde inzake geluidsnormen en voorzien geluidsarme activiteiten Aandacht voor nabijheid ondergrondse hoogspanningskabel Planalternatief 5 Kwatrecht Melle Beperken impact waterhuishouding: Optimalisatie huidig afwateringssysteem Behouden en versterken structuurkwaliteit aanwezige waterloop Onderzoek naar de technische haalbaarheid van multimodaal transport Vrijwaren aanwezige natuur- en landschapswaarden: Historische weg, de Oude Heirbaan, maimaal integreren in het regionale bedrijventerrein en in geen geval het tracé van deze weg verwijderen Rietvegetatie en het alluviale bosje integreren en versterken Vrijwaren woningen Aandacht voor nabijheid ondergrondse hoogspanningskabel en ligging ondergrondse aardgasvervoerinstallatie Pagina 48 van 53

56 Planalternatief 6 Oosterzelesteenweg Beperken mobiliteitsimpact: bij voorkeur niet ontwikkelen als regionaal bedrijventerrein Beperken impact waterhuishouding: Benutten infiltratiemogelijkheden Realiseren vertraagde afvoer Vrijwaren natuur- en landschapswaarden, beperken hinderaspecten: maimale bundeling met de infrastructuur (E40) en het bedrijventerrein Vantegem aan de overzijde Vrijwaren van de relictzone Ruimtelijke integratie tankstation E40 binnen het bedrijventerrein (geen verbinding voor verkeer) Kwalitatieve groenbuffer ten aanzien van de open ruimte Mogelijkheid tot zichtlocaties naar de E40 en de 42 Bijgevolg enkel invulling als zone voor bedrijvigheid in een smalle strook langsheen de E40 Compensatie herbevestigd agrarisch gebied Vrijwaren voldoende afstand tot 42, rekening houdend met herinrichting Milderende maatregel windturbines Vertaling Omschrijving RUP Projectdefinitie Planalternatief 7 Kwatrecht E40 Vrijwaren aanwezige waardevolle natuur- en landschapswaarden, beperken hinderaspecten: 7a: obv beschikbare gegevens en vanuit voorzorgsprincipe vrijwaren westelijk deel (resp. 500 m en 600 m) van grootschalige en middenschalige windturbines. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 7b: clusteren langs E40, mogelijkheid tot educatief project i.s.m. kinderboerderij, obv beschikbare gegevens en vanuit voorzorgsprincipe valleigebied vrijwaren en westelijk deel (750m) vrijwaren van grootschalige windturbines. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 7c: clustering / parallelle inplanting langs E40 versterken bestaande lijn windturbines bij voorkeur in tweedelijnsopstelling, omgeving lijnrelict en vallei Molenbeek vrijwaren, mogelijkheid tot educatief project i.s.m. universiteit, obv beschikbare gegevens en vanuit voorzorgsprincipe valleigebied vrijwaren en westelijk deel (1000 m) vrijwaren van grootschalige windturbines. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 7d: obv beschikbare gegevens en vanuit voorzorgsprincipe volledig gebied vrijwaren. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen Overige Pagina 49 van 53

57 voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 7e: obv beschikbare gegevens en vanuit voorzorgsprincipe volledige gebied vrijwaren voor middenschalige windturbines. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. Specifieke voorwaarden mbt ligging ondergrondse aardgasvervoerinstallatie Planalternatief 8 - Vantegem Vrijwaren waardevolle aanwezige waardevolle natuur- en landschapswaarden, beperken hinderaspecten: 8a: obv beschikbare gegevens en vrijwaren valleigebied vanuit voorzorgsprincipe. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 8b: zone ten oosten van Volkerschouw vrijwaren, mogelijkheid tot middenschalige windturbines in of langs bedrijventerrein, clusteren langs E40, obv beschikbare gegevens en vrijwaren valleigebied vanuit voorzorgsprincipe. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 8c: relictzones vrijwaren, inplanting windturbines geclusterd langs E40, effect slagschaduw op omgevende woningen (Kleistraat) verder te onderzoeken, valleigebied, Oosterzeelse bossen en omgeving obv beschikbare gegevens en vanuit voorzorgsprincipe vrijwaren. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. Aandacht voor de aanwezigheid van een Seveso-bedrijf. Ten aanzien van dit bedrijf dienen de nodige veiligheidsafstanden te worden verzekerd, minstens als LD en afhankelijk van de toekomstige ontwikkeling ook als HD-bedrijf. Planalternatief 9 Kwatrecht industrieterrein Vrijwaren waardevolle aanwezige natuur- en landschapswaarden, beperken hinderaspecten: 9a: volledige zone vrijwaren vanuit beschikbare gegevens en voorzorgsprincipe. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 9b: mogelijkheid tot middenschalige windturbines in of langs bedrijventerrein, valleigebied en noordelijk deel vrijwaren vanuit beschikbare gegevens en voorzorgsprincipe. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 9c: valleigebieden en omgeving vrijwaren vanuit beschikbare gegevens en voorzorgsprincipe. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een Pagina 50 van 53

58 verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. beperken bronvermogenniveau Planalternatief 10 Omgeving Stookte Vrijwaren waardevolle aanwezige natuur- en landschapswaarden, beperken hinderaspecten 10a: valleigebied en omgeving vrijwaren vanuit beschikbare gegevens en voorzorgsprincipe. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 10b: valleigebied en omgeving vrijwaren vanuit beschikbare gegevens en voorzorgsprincipe. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. Planalternatief 11 Zuidoosten kern Wetteren Vrijwaren waardevolle aanwezige natuur- en landschapswaarden, beperken hinderaspecten. 11a: beperking van bronvermogenniveau, vanuit beschikbare gegevens en voorzorgsprincipe volledig gebied vrijwaren van middenschalige windturbines en noordelijke rand (150 m) vrijwaren van grootschalige windturbines. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. 11b: beperking van bronvermogenniveau, vanuit beschikbare gegevens en voorzorgsprincipe zuidelijk deel vrijwaren van middenschalige windturbines. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. Algemene milderende maatregelen mbt de inrichting en vormgeving van weerhouden zoekzones Beperken impact natuur door vrijwaren (zeer) waardevolle ecotopen en valleigebieden. Er wordt aanbevolen om de Zeeschelde vallei en de groene vingers (Molenbeek-Kottenbeek, Molenbeek- Gondebeek, Bavegemse beek, Oosterzeelse bossen, bossen van Hospies en Boskant, weidevogelgebied Rijkerskouter, Geerbos en de plassen tussen Lammeke en Kalverhage) en hun omgeving te vrijwaren voor de inplanting van (grootschalige en/of middenschalige) windturbines. Monitoring van avifauna kan aanleiding geven tot een verfijning van de te vrijwaren zones. De monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer (de leemte in kennis wordt ondervangen door toepassen voorzichtigheidsprincipe). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht. Pagina 51 van 53

59 Landschappelijke inpassing: Aandacht voor locatie en inplanting bijhorende infrastructuren (wegenis, gebouwen, ) Bij voorkeur enkel de relatief langzaam draaiende driewiekers Realiseren van een visueel samenhangend beeld. Per groep van windturbines bij voorkeur windturbines van eenzelfde type en dezelfde hoogte. Bij voorkeur worden dezelfde windturbines geplaatst als deze die reeds aanwezig zijn ten zuiden van de E40. Maimaal streven naar clustering met lijninfrastructuur, bundeling met stedelijk gebied Windmolens als oriëntatiepunt Oververzadiging vermijden Beperken negatieve impact bij inname landbouwgrond: beperken ruimte-inname grondenruil (via een grondenbank) gefaseerde ontwikkeling (uitdoofbeleid) billijke vergoeding bereikbaarheid landbouwpercelen garanderen rekening houden met de ligging van landbouwbedrijfszetels Beperken hinder (visueel, slagschaduw) ten aanzien van de bewoning (woningen, kantoren) vermijden door een doordachte en nauwkeurig bestudeerde inplantinglocatie van de windturbine(s) Respecteren afstandsregels tav woningen 9.5 Elementen voor het uitvoeren van de watertoets Uit de disciplines grondwater, oppervlaktewater en fauna en flora blijkt dat er geen significante schadelijke effecten zullen optreden op het watersysteem op voorwaarde dat: De impact van eventuele bronbemalingen wordt geminimaliseerd door aangepaste uitvoeringstechnieken zodat de verstoring van de grondwatertafel en van grondwater afhankelijke vegetatie verwaarloosbaar is. De toename van de verharde oppervlakte zoveel mogelijk wordt geminimaliseerd en er voldoende infiltratie- en buffermogelijkheden (doorlatende langsgrachten, infiltratie- en/of bufferbekkens) worden voorzien zodat de verdrogende invloed minimaal is en de belasting van het oppervlaktewater niet significant toeneemt. De afwatering van de diverse waterlopen niet wordt gehinderd en migratiemogelijkheden langs de oeverstroken mogelijk blijven. 9.6 Leemten in kennis Tijdens de opmaak van de milieueffectenbeoordeling werden een aantal leemten in kennis vastgesteld met betrekking tot de planomschrijving of omgevingskenmerken. Deze leemten zijn kenmerkend voor het planniveau waarop het te beoordelen plan zich nu bevindt en werden ondervangen door in eerste instantie uit te gaan van een worst case benadering. Op basis van het belang van de zoekzones voor windturbines voor avifauna wordt de impact bij de realisatie van windturbines beoordeeld. Vervolgens worden milderende maatregelen geformuleerd die de negatieve impact kunnen beperken. Deze maatregelen betreffen voornamelijk de aanduiding van te vrijwaren gebieden. Deze aanduiding gebeurt vanuit een voorzichtigheidsprincipe. Immers voor deze zones zijn geen specifieke gegevens (tellingen) voorhanden en vanuit de beschikbare gegevens bestaat er een kans dat deze zones belangrijk zijn voor avifauna. Op basis van meer concrete gegevens over deze aangeduide zones (via monitoring) kunnen deze te vrijwaren zones of de types windturbines eventueel verder verfijnd worden. Pagina 52 van 53

60 Deze monitoring wordt niet uitgevoerd in het kader van dit plan-mer en deze leemte in kennis wordt in het plan-mer ondervangen door een voorzichtigheidsprincipe toe te passen (zie hierboven). In het verdere procesverloop kan de leemte alsnog worden onderzocht, hetzij onder de vorm van aanvullend onderzoek in het kader van het afbakeningsproces (planniveau), hetzij in het kader van een concrete vergunningsaanvraag op projectniveau (localisatienota). Het Seveso-bedrijf gelegen in Vantegem is bij de dienst Veiligheidsrapportering gekend als een Lage Drempel-Seveso bedrijf. Afhankelijk van de afstand is het mogelijk dat de inplanting van een windturbine de uitbreiding van het bedrijf hypothekeerd. Maar onafhankelijk van het feit of dat bedrijf nu al dan niet de intentie heeft om een HD bedrijf te worden, dan wel een LD bedrijf te blijven: het domino-aspect (van windturbine als eterne gevarenbron op het Sevesobedrijf) is ook bij een LD-berdijf aan de orde. De eacte inschatting is afhankelijk van het type windturbine, en het type activiteit/uitbreiding. Gezien geen concrete gegevens gekend zijn over het type windturbine, wordt dit niet verder behandeld in het plan-mer. Dit vormt een leemte in kennis. Er zijn geen leemten vastgesteld die een afdoende beoordeling van de milieueffecten verhinderen. Pagina 53 van 53

61 10 2b 2a 4a 4b Legende Tracés Zoekzone grootschalige windturbines 2b Boerenhol-variant 7 Kern Kwatrecht tot ten zuiden E40 2a Wetterstraat-variant Bedrijvigheid 3 uitbreiding Vantegem 4a, 4b uitbreiding Kwatrecht oost 5 uitbreiding Kwatrecht Melle 6 Oosterzelesteenweg Zoekzone middenschalige windturbines 8 Vantegem en nabije omgeving PROVICIE OOST-VLAADERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren 9 Industrieterrein Kwatrecht kaart A: Situering van het plan in de ruime omgeving 11 Ten (zuid)oosten van kern Wetteren oktober Ten noorden van industrieterrein Stookte Grontmij schaal 1:75000

62 10 2b a 4b 2a Legende Tracés 2a Wetterstraat-variant 2b Boerenhol-variant Bedrijvigheid 3 uitbreiding Vantegem 4a, 4b uitbreiding Kwatrecht oost Zoekzone grootschalige windturbines Zoekzone middenschalige windturbines 7 Kern Kwatrecht tot ten zuiden E40 8 Vantegem en nabije omgeving 9 Industrieterrein Kwatrecht 10 Ten noorden van industrieterrein Stookte PROVICIE OOST-VLAADERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren kaart B: Situering van het plan op luchtfoto oktober uitbreiding Kwatrecht Melle 6 Oosterzelesteenweg 11 Ten (zuid)oosten van kern Wetteren Grontmij schaal 1:45000

63 BROEKSTRAAT 5 7 SCHOORSTRAAT MELLESTEEWEG VAGEVUURSTRAAT MELLESTRAAT BOMMELSREDE VATEGEMSTRAAT KOEWEGSTRAAT EIKEM KELE TERMSTRAAT BELLEVOORDE KORTEWAGESTRAAT VIADUCTWEG TE EDE DORP LEEGHELSIG BIEZE OOSTERZELESTEEWEG KASTEELDREEF BASTEAKKERS BIEZEWEG OOSTERZELESTRAAT ACHTERDREEF OUDE HEERBAA SLAGSTRAAT LEPELSTRAAT WARADE VOORDESTRAAT KWATRECHTSTEEWEG KOEDREEF 4a 4b 9 ZUIDLAA BLAUWE PAAL MOLESTRAAT PREEKHEERSTRAAT GROESTRAAT 10 DAMSTRAAT WETTERESTEEWEG 2a LAMBROEKSTRAAT BEELOS WETTERSTRAAT LAGE MEIRE MEIRHOEKSTRAAT ZAVELSTRAAT OORDLAA MOEREGEM GETSESTEEWEG HERDERSHOEKSTRAAT HELVERDIKSTRAAT STEETJESTRAAT VELDMEERSSTRAAT HOFMEERS KAPELLEKOUTER LAARESTEEWEG VEESTRAAT COOPPALLAA LEEWEG SLEKKEBEEK ZUIDERDIJK SPOORWEGLAA MASSEMSESTEEWEG GIEZEVELD VIJVERSTRAAT KAPELLESTRAAT KALKESTEEWEG OORDEGEMSESTEEWEG VAREKOUTER LOWEESTRAAT COLMASTRAAT BELIDESTRAAT PROVICIEBAA HOOGKASTERSTRAAT BAERDOCKSTRAAT KRIEPHOEKSTRAAT PEPERSTRAAT KASTERSTRAAT WEGVOERIGSTRAAT WARADELAA EREWEG KLEISTRAATJE WARADESTRAAT 11 TRAGELWEG SERSKAMPSTEEWEG BAEVEWEG SMETLEDESTEEWEG LAGEVELDSTRAAT VAARTSTRAAT WEELDEUITWEG RIJCKERSTRAAT PEYZERSHOEK ERTBRUG POORTELOS VOLKERSHOUW BROEKSTRAAT 2b DOREHOFWEG AARD STATIOSSTRAAT COLLEGIEBAA KRUISBERGSTRAAT LEGE WEG OUDEHOEK KEIBERGSTRAAT BRUSSELSESTEEWEG DORPSSTRAAT EZELSTRAAT HOEKSKE STEESTRAAT GAZESTRAAT WESTREMSTRAAT WERFT Legende Meetpunt verkeerstelling Bedrijvigheid Tracés Zoekzone grootschalige windturbines Zoekzone middenschalige windturbines Gemeentegrens PROVICIE OOST-VLAADERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren kaart C: Stratenplan oktober 2010 Grontmij schaal 1:45000

64 a 2b b 4a V V V V R C P P P R P P C RO T C P T P R T P P RO T R T T T P T P V P V V V V R C P P P P P C RO T C P P R R T T T P T P RO T P R T P V PROVICIE OOST-VLAADERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren kaart D: Gewestplan oktober 2010 schaal 1:45000 Grontmij Legende Tracés Bedrijvigheid Zoekzone grootschalige windturbines Zoekzone middenschalige windturbines

65 Motjesbeek Maanbeek - Zeverenbeek Kapelbeek Groenhagenbeek Fonteinbeek Oude Schelde Laresloot - Heusdensesloot Oude Schelde - Sloot 10 Castermeerssloot Leeghelsinggracht Warandebeek Molenbeek - Gondebeek Asselgracht Kleine Asselgracht Kasteelgracht Baangracht Kostensgracht Hamgracht Zeeschelde - Beneden-Zeeschelde 2b 11 Grotevijversbeek Vuntebeek 5 4a 4b 2a 9 7 Vantegembeek - Fantegembeekje Oliemeersbeekje Molenbeek - Kottembeek Zijp Boskantgracht Meentochtbeekje Bavegemse beek Kwaadbeek Hooimeersbeek Bavegemse Beek Molenakker Kluizebeek Onderbeek Wellebeek Legende Tracés Bedrijvigheid Zoekzone grootschalige windturbines Zoekzone middenschalige windturbines categorisering waterlopen Bevaarbaar Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 iet geklasseerd Watertoets - overstromingsgev. gebieden iet overstromingsgevoelig Effectief overstromingsgevoelig Mogelijk overstromingsgevoelig PROVICIE OOST-VLAADERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren kaart E: Situering waterlopen en overstromingsgevoelige gebieden oktober 2010 Grontmij schaal 1:45000

66 10 2b a 4b 2a Legende Tracés Bedrijvigheid Zoekzone grootschalige windturbines Zoekzone middenschalige windturbines Biologische waarderingskaart 2004 comple van biologisch minder waardevolle en waardevolle elementen comple van biologisch minder waardevolle, waardevolle en zeer waardevolle elementen comple van biologisch minder waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch waardevol comple van biologisch waardevolle en zeer waardevolle elementen biologisch zeer waardevol PROVICIE OOST-VLAADERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren kaart F: biologische waarderingskaart oktober 2010 Grontmij schaal 1:45000

67 10 2b a 4b 2a Legende Tracés Bedrijvigheid Zoekzone grootschalige windturbines Zoekzone middenschalige windturbines Habitatrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden 1e fase afbakening van het VE WETTERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren kaart G: VE-gebieden en SBZ oktober 2010 Grontmij schaal 1:45000

68 Viergemete, Slot van Laarne, Prullenbos, Gransvelde Viergemete, Slot van Laarne, Prullenbos, Gransvelde 10 Scheldevallei van Wetteren tot Uitbergen Zone van rivierduinrelicten langs de Schelde 2b Scheldevallei van Gent tot Wetteren 2a a 4b 9 Kasteelparken Melle - Merelbeke Bosrelicten Serskamp 7 Bosrelicten Serskamp Oud-bosrelictzone bij Melle-Merelbeke Bosrelicten Serskamp Moortelbos, Hooimeersbeek, Ettingebos Molenbeek-Cottembeek Wetteren - Bavegem Bosrelicten Serskamp Betsbergse bossen Moortelbos, Hooimeersbeek, Ettingebos Land van de Molenbeken Bossen Vlierzele Bossen Vlierzele Legende Tracés Bedrijvigheid Zoekzone grootschalige windturbines Zoekzone middenschalige windturbines puntrelicten lijnrelicten beschermd dorpsgezicht beschermd stadsgezicht beschermd landschap beschermd monument relictzone ankerplaatsen PROVICIE OOST-VLAADERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren kaart H:Beschermde monumenten, stads- en dorpsgezichten en de landschapsatlas oktober 2010 Grontmij schaal 1:45000

69 10 2b a 4b 2a Legende Tracés Bedrijvigheid Zoekzone grootschalige windturbines Zoekzone middenschalige windturbines Seizoentrek Broedkolonie Pleistergebied regionaal belang nationaal belang Broedgebied regionaal belang internationaal belang PROVICIE OOST-VLAADERE plan-mer Afbakening KSG Wetteren kaart I: Vogelatlas en weidevogelgebieden oktober 2010 Grontmij schaal 1:45000

Plan-MER ikv PRUP afbakening KSG Wetteren

Plan-MER ikv PRUP afbakening KSG Wetteren Plan-MER ikv PRUP afbakening KSG Wetteren Niet Technische Samenvatting Definitief Grontmij Vlaanderen Gent, december 2010 Verantwoording Titel : Plan-MER ikv PRUP afbakening KSG Wetteren Subtitel : Niet

Nadere informatie

LEGENDE : Kaart 1 : Situering Wetteren AFBAKENING STEDELIJK GEBIED WETTEREN. Datum : mei Opdrachtgever : Provincie Oost-Vlaanderen.

LEGENDE : Kaart 1 : Situering Wetteren AFBAKENING STEDELIJK GEBIED WETTEREN. Datum : mei Opdrachtgever : Provincie Oost-Vlaanderen. P:\245522\G\FASE 0\GIS\Kaarten\situering_A4_sdu.mxd Kaart : Situering Wetteren Datum : mei 2008 000- woongebied 005- woonuitbreidingsgebied 0200- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 0400-

Nadere informatie

Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren

Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren Deel I - Algemeen Concept Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Grontmij Vlaanderen Gent, december 2010 Verantwoording Titel : Plan-MER

Nadere informatie

LEGENDE : Kaart 1 : Situering Wetteren AFBAKENING STEDELIJK GEBIED WETTEREN. Datum : mei Opdrachtgever : Provincie Oost-Vlaanderen.

LEGENDE : Kaart 1 : Situering Wetteren AFBAKENING STEDELIJK GEBIED WETTEREN. Datum : mei Opdrachtgever : Provincie Oost-Vlaanderen. LEGENDE : P:\245522\G\FASE 10\GIS\Kaarten\situering_A4_sdu.mxd Kaart 1 : Situering Wetteren 0100- woongebied 0105- woonuitbreidingsgebied 0200- gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut 0400-

Nadere informatie

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST DEFINITIEVE VASTSTELLING SEPTEMBER 2011 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Inhoudstafel

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren

Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Wetteren Nota voor publieke consultatie Concept Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Grontmij Vlaanderen Gent, 30 juni 2009 Verantwoording

Nadere informatie

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN

ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN ADVIES VAN 28 JANUARI 2015 OVER HET VOORONTWERP RUP INSTEEKHAVEN LUMMEN SARO KONING ALBERT II-LAAN 19 BUS 24 1210 BRUSSEL INHOUD I. SITUERING... 2 II. ALGEMENE BEOORDELING... 3 III. UITGEBREID PLANNINGS-

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Scheldepolders Hingene in Bornem DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse

Nadere informatie

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen Provinciale ruimtelijke beleidsvisie Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen Goedgekeurd deputatie 24.04.2008 DOELSTELLING STAND VAN ZAKEN KADER Doel van de beleidsnota (1) Visie op grootschalige

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed; Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Openruimtegebieden Beneden-Nete DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Vlaamse Codex

Nadere informatie

N16 Scheldebrug Temse-Bornem

N16 Scheldebrug Temse-Bornem gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage III: toelichtingsnota tekst colofon Vlaams Ministerie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Departement RWO - Ruimtelijke Planning Phoenixgebouw

Nadere informatie

Noord(laan) Zuid(laan)verbinding. Brainstorm gecoro 4 juli 2011

Noord(laan) Zuid(laan)verbinding. Brainstorm gecoro 4 juli 2011 Noord(laan) Zuid(laan)verbinding Brainstorm gecoro 4 juli 2011 Agenda Gerelateerde dossiers Brainstorm = Boerenholtracé GRS KB (22/08/2000): suggestie aan provincie cfr. rooilijnplan Boerenhol Mobiliteitsplan

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuringsverslag

Nadere informatie

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016

RUP Kanaalzone West Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 RUP Kanaalzone West Wielsbeke Bewonersvergadering OC Leieland 24/08/2016 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Welke plannen worden vervangen? Situering van het plangebied Hoger beleidskader

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakeningslijn Heist-op-den-

Nadere informatie

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende

PlanMer Regenboogstadion Waregem Situering plangebied op macroschaal Legende plangebied Vijfseweg Noorderlaan Noorderlaan Oosterlaan Oosterlaan Noorderlaan Kruishoutemsew Westerlaan Zuiderlaan Expresweg Jozef Duthoystraat Westerlaan Stormestraat Meersstraat Zuiderlaan Zuiderlaan

Nadere informatie

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN bvba Advies Ruimtelijke Kwaliteit (bvba ARK) Augustijnenlaan

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie 3e Directie Dienst 33 Ruimtelijke ordening en Stedenbouw aanwezig André Denys, gouverneur-voorzitter Besluit van de Deputatie Alexander Vercamer, Marc De Buck, Peter Hertog, Jozef Dauwe, Eddy Couckuyt,

Nadere informatie

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV)

Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) Kaart 1: Ruimtelijke visie op Vlaanderen (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 2: Selectie economische knooppunten en economisch netwerk (RSV) PRUP regionaal bedrijventerrein Kaart 3: Planningsprocessen

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening PROVICIE VLAAMS-BRABAT Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Daan Demey Telefoon fax 0-7 07 / 0- e-mail ruimtelijkeplanning@vlaamsbrabant.be Dossiernummer Ons kenmerk 000_0 Datum

Nadere informatie

afbakening zeehavengebied Antwerpen

afbakening zeehavengebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening zeehavengebied Antwerpen Havenontwikkeling linkerscheldeoever Bijlage VIb: onderzoek tot milieueffectrapportage deelgebied polder tussen Verrebroek en

Nadere informatie

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem

Goedkeuring plan-milieueffectrapport PRUP Omleidingsweg Anzegem Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring plan-milieueffectrapport

Nadere informatie

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76)

Veurne - Westkust. 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) Veurne - Westkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 6/12/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven, in oranje gekleurd en met de letters

Nadere informatie

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur regio Antwerpse Gordel en Klein-Brabant landbouw-, natuur- en bosgebieden Vallei van

Nadere informatie

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college

p r o v i n Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat TONGEREN Geacht college 2015-04-16 p r o v i n Directie Ruimte College van burgemeester en schepenen Maastrichterstraat 10 3700 TONGEREN Dienst Ruimtelijke Planning en Beleid Geacht college Betreft: uw verzoek tot raadpleging

Nadere informatie

Oostende - Middenkust

Oostende - Middenkust Oostende - Middenkust 1. Toeristisch recreatiepark (KB 26/01/76) 0410 De gebieden voor toeristische recreatieparken die op de kaarten welke de bestemmingsgebieden omschrijven en oranje gekleurd en met

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

UITGANGSPUNTEN UITDAGINGEN WONEN ECONOMIE STEDELIJKE VOORZIENINGEN OPEN RUIMTE LANDBOUW Bruto -taakstelling

UITGANGSPUNTEN UITDAGINGEN WONEN ECONOMIE STEDELIJKE VOORZIENINGEN OPEN RUIMTE LANDBOUW Bruto -taakstelling UITDAGINGEN WONEN Bruto -taakstelling Aftopping buitengebied (max.groeiwvl + groeirwm) 2012-2017 2017-2022 1118 583 stedelijk gebied Buitengebied stedelijk gebied Buitengebied 803,36 314,64 418,92 164,08

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden

gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden gewenste ruimtelijke structuur voor Sint-Truiden stad sint-truiden - rup recastrip brustem - kaart 1 secundaire verbindingsweg met laanbeplanting beekvalleien te ontwikkelen als natuurlijke dragers met

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL Tel (02)553 80 79 Fax (02)553 80 75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf - Diensthoofd Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

PARTICIPATIEMOMENT RUP DEPREZ

PARTICIPATIEMOMENT RUP DEPREZ PARTICIPATIEMOMENT RUP DEPREZ VERSLAG 26 JUNI 2019 / 20:00 DOSSIERNR 07639 VOLGENDE MEETING / VERSLAGGEVER Nele Vanderstraeten BIJLAGEN Presentatie WVI BARON RUZETTELAAN 35 T +32 50 36 71 71 www.wvi.be

Nadere informatie

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Melle Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Definitief ontwerp Kaartenbundel richtinggevend gedeelte september 2011 Gent 20-02-2008 Ontwerpteam: Annelies De Clercq Cindy Van Caeneghem port arthurlaan 11!

Nadere informatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter 84 A Relatie met het afbakeningsproces In de hypothese van gewenste ruimtelijke structuur van het regionaalstedelijk

Nadere informatie

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat Gent. 13 december 2011 PLIR-0043-GK

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat Gent. 13 december 2011 PLIR-0043-GK Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring van de

Nadere informatie

PlanMER ZO en NO omleidingsweg te Tongeren

PlanMER ZO en NO omleidingsweg te Tongeren PlanMER ZO en O omleidingsweg te Tongeren Kaartenbundel Definitief Grontmij Belgium V Mechelen, 24 juni 2014 Verantwoording Titel : PlanMER ZO en O omleidingsweg te Tongeren Subtitel : Kaartenbundel Projectnummer

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505760 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Zwalm - provinciaal RUP Reconversie verblijfsrecreatie Rekegemstraat Definitieve vaststelling.

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/6 Uitvoering RSPA : PRUP Langveld Heist-op-den-Berg

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1401379 Provincieraadsbesluit betreft Voorlopige vaststelling van de PRUP's Eeklo-Maldegem en E40 van Aalter tot Aalst agendering provincieraad

Nadere informatie

Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Ninove

Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied Ninove Plan-MER Afbakening kleinstedelijk gebied inove Addendum aan de nota voor publieke consultatie Definitief Provincie Oost-Vlaanderen Gouvernementstraat 1 9000 Gent Grontmij Vlaanderen Gent, 17 december

Nadere informatie

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV Bijlage III: TOELICHTINGSNOTA TEKST + KAARTEN colofon Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu

Nadere informatie

Ruimte voor water in de planfase

Ruimte voor water in de planfase Ruimte voor water in de planfase Hans Leinfelder Departement RWO - ruimtelijke planning en stedenbouwkundig beleid 10 november 2011 Inhoud 1. Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en water 2. Water in stedenbouwkundig

Nadere informatie

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West

Goedkeuringsverslag van het plan-mer voor het provinciaal RUP Dendermonde-West Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportage Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen Inhoud 1. Doel milieueffectrapportage 2. Regelgeving 3. Rapportagevormen (4)

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 september 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Marnixdreef Lier voorlopige

Nadere informatie

overijse in de regionale grensoverschrijdende planningscontext

overijse in de regionale grensoverschrijdende planningscontext R22 E411/A4 3z 218 3 dijle vaalbeek 25 ekse vaart situering in de regio brussels hoofdstedelijk gewest vlaams brabant 227 2 E40/A3 dijlekanaal leuven - mec E314/A2 264 leuven R23 informatief gedeelte kaart

Nadere informatie

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015

RUP Hernieuwenburg Wielsbeke. Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 RUP Hernieuwenburg Wielsbeke Bewonersvergadering OC Hernieuwenburg 24/08/2015 Inhoud Wat is een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP)? Situering van het plangebied Aanleiding aan te pakken ruimtelijke vraagstukken

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning vergadering van 14 juli 2016 aanwezig Briers Jan, gouverneur-voorzitter Vercamer Alexander Versnick Geert Hertog Peter Dauwe Jozef Couckuyt Eddy leden Besluit

Nadere informatie

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1205330 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Provinciaal RUP "Afbakening kleinstedelijk gebied Geraardsbergen" Definitieve vaststelling

Nadere informatie

antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota

antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota antwoord op de uitgebrachte adviezen van de screeningsnota RUP Koeisteerthofdreef stad Mortsel februari 2010 NOTA Inhoud 1. Inleiding... - 3-2. Advies provincie Antwerpen... - 3-3. Advies Agentschap R-O

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 24 maart 2011 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Koen Helsen Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 4/7 Uitvoering RSPA : PRUP Kievermont Geel voorlopige

Nadere informatie

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem Vlaamse Overheid Departement Omgeving Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en projecten Milieueffectrapportage Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel T 02/553 80 79 mer@vlaanderen.be www.omgevingvlaanderen.be

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015

Afbakening kleinstedelijk gebied Lokeren PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN DEELRUP E17-1 GRAFISCH PLAN - KAARTENBUNDEL JUNI 2012 NOVEMBER 2015 Gezien en voorlopig vastgesteld door de provincieraad in vergadering van.. op bevel, De Provinciegriffier

Nadere informatie

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek Motivatienota Onteigeningsplan Recreatiezone Melsbroek 1. LIGGING PLANGEBIED De gemeente Steenokkerzeel is gelegen in Vlaams-Brabant, ten noord-oosten van Brussel, tussen de gemeenten Machelen, Zaventem,

Nadere informatie

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet Advies Voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en van het decreet betreffende

Nadere informatie

Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze Kaartenbundel December 2011 Gezien en voorlopig vastgesteld door de Provincieraad in vergadering van De Provinciegriffier De Voorzitter Albert De Smet Marc Lootens

Nadere informatie

Legende. PlanMer De Prijkels Deinze. Situering plangebied "De Prijkels" en zoekzones op gewestplan V N V.B

Legende. PlanMer De Prijkels Deinze. Situering plangebied De Prijkels en zoekzones op gewestplan V N V.B V V G Figuur 3.1.a : Situering plangebied "De rijkels" en zoekzones op gewestplan T Ontwerp afbakeningslijn Kleinstedelijk gebied plangebied M R O Andere zoekzones voor bedrijven R T 18219809.mxd gewijzigd

Nadere informatie

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX

Goedkeuring project-milieueffectrapport Aanleg AX Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring project-milieueffectrapport

Nadere informatie

Windturbineproject Maatheide te Lommel

Windturbineproject Maatheide te Lommel Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 BRUSSEL

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie vergadering van Besluit van de Deputatie aanwezig, kenmerk betreft verslaggever 1. Feitelijke en juridische gronden, dossiernummer: zittingnummer: termijn: Het provinciedecreet, inzonderheid artikel 57.

Nadere informatie

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016 1 Inhoud 1. Wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening

Nadere informatie

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan

gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gewenste ruimtelijke structuur in het definitief gemeentelijk ruimtelijk structuurplan gemeente zoersel - RUP herziening BPA gemeenschapsvoorzieningen achterstraat - kaart 1 elementen van bovenlokaal belang

Nadere informatie

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Oude Dokken Informatievergadering 9 juni 2009

Ruimtelijk Uitvoeringsplan Oude Dokken Informatievergadering 9 juni 2009 een nieuwe thuishaven Ruimtelijk Uitvoeringsplan 135 - Oude Dokken Informatievergadering 9 juni 2009 agenda Situering Historiek Stedenbouwkundige voorgeschiedenis Stadsontwerp Ondersteunde onderzoeken

Nadere informatie

De wind in de zeilen voor Dilbeek

De wind in de zeilen voor Dilbeek De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek

Nadere informatie

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo)

Openluchtrecreatieve verblijven PRUP Molenzijdse Heide (Merksplas) en Hof van Eeden / t Heultje (Westerlo) Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Project-MER

Nadere informatie

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40

leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 leeswijzer bij de kenningsgevingsnota Plan-MER ontsluiting Haspengouw - E40 WelkoM Hallo, Deze leeswijzer begeleidt u doorheen de kennisgevingsnota van het milieueffectenrapport voor de ontsluiting Haspengouw

Nadere informatie

A. Samenvatting van het dossier

A. Samenvatting van het dossier ADVIES VLAAMSE COMMISSIE VOOR RUIMTELIJKE ORDENING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand Regionaal Bedrijf MAKRO te Antwerpen en Wijnegem A. Samenvatting van het dossier A.1. Situering

Nadere informatie

KLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel

KLANKBORDGROEP 2. PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel KLANKBORDGROEP 2 PG0616 ProjectMER-studie vertramming lijn 3 en buslijnbundel 7 9-10-2013 AGENDA 1. verwelkoming 2. bespreking inhoud kennisgevingsnota op hoofdlijnen 3. tafeldebatten 4. kort refl ectiemoment

Nadere informatie

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK

Initiatiefnemer: Provinciebestuur Vlaams-Brabant. Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven. 15 juli 2011 PLIR-0008-GK Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Goedkeuring van de

Nadere informatie

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES

SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES SCREENING VAN DE PLAN-MER-PLICHT GEÏNTEGREERD ADVIES Planologisch attest Scheys beton N.V. 30/09/2015 Titel Opdrachtgever Contactpersoon opdrachtgever Opdrachtnemer Plan-MER-screening Planologisch attest

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout. Vlaamse Overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing tot het opstellen van een

Nadere informatie

Gemeente Wetteren. Actieplan Ruimtelijke planning

Gemeente Wetteren. Actieplan Ruimtelijke planning Gemeente Wetteren Actieplan Ruimtelijke planning In het kader van het meerjarenplan 2014-2019 Inleiding Dit document behandelt het actieprogramma Ruimtelijke Planning voor de beleidsperiode Het bevat het

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ;

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ; Ministerieel besluit houdende de gedeeltelijke goedkeuring van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Windlandschap Eeklo-Maldegem van de provincie Oost-Vlaanderen. DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING,

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 maart 2015 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Gewestelijk RUP - Duffel, Lier en Sint-Katelijne-Waver

Nadere informatie

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking

RUP Zonevreemde recreatie. Toelichting Bevolking RUP Zonevreemde recreatie Toelichting Bevolking 11 juni 2018 RUP Is een uitvoering van het Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplan (GRS) Vervangt het gewestplan Bestaat uit een grafisch plan en bijhorende

Nadere informatie

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren

Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur en natuurpark Oude Landen te Ekeren Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Spoorweginfrastructuur

Nadere informatie

Beleidskader wind. Diensthoofd Ruimtelijke Planning

Beleidskader wind. Diensthoofd Ruimtelijke Planning Beleidskader wind Reinout Debergh Diensthoofd Ruimtelijke Planning Werken aan oplossing = werken aan draagvlak 3 PIJLERS 1. Ruimtelijke, planmatige aansturing (dienst ruimtelijke planning) Obv beleidskader

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

een plek op de luchthaven economie en ruimte om te ondernemen

een plek op de luchthaven economie en ruimte om te ondernemen een plek op de luchthaven economie en ruimte om te ondernemen START colloquium ruimte om te ondernemen ruimte om te on ndernem men STA ART collo oquium Een plek op de luchthaven Vlaams beleidskader d =

Nadere informatie

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING,

Vlaamse Regering DE VLAAMSE REGERING, Vlaamse Regering Besluit van de Vlaamse Regering houdende voorlopige vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet

Nadere informatie

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN " Afbakening kleinstedelijk gebied Waregem op het grondgebied Zulte " Deel 2: Grafisch plan Stedenbouwkundige voorschriften mei 2012 Deel 2: Grafisch plan en stedenbouwkundige

Nadere informatie

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr Douchy

Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr Douchy Document: Onderzoek tot Plan-MER-plicht (screening) gemeentelijk RUP Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan nr. 5.1. Douchy 1. Opdrachtgever Gemeentebestuur Wevelgem Vanackerestraat 12 8560 Wevelgem 056

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1502705 Provincieraadsbesluit betreft Aalst, Berlare, Haaltert, Lede, Sint-Niklaas en Stekene - PRUP 'Reconversie zones voor verblijfsrecreatie

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 13 december 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/6 Uitvoering RSPA : PRUP Stadrandbos Greesbos

Nadere informatie

VERSTEDELIJKT GEBIED ZANDLEEMGEBIED SCHELDE - DURME. afbakening stedelijk gebied sint-niklaas rivier- of beekvallei

VERSTEDELIJKT GEBIED ZANDLEEMGEBIED SCHELDE - DURME. afbakening stedelijk gebied sint-niklaas rivier- of beekvallei R2 NL N403 E34/N49 N451 N70 antwerpen R4 moervaart sint-niklaas N70 E17//A14 zuidlede N449 N70 lokeren N41 N419 schelde A12 gent R4 lede N407 N445 durme N446 N470 N16 rupel schelde N406 dendermonde N47

Nadere informatie

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE

GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GEMEENTE GAVERE GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN DEEL 3: BINDEND GEDEELTE GRS GAVERE - BINDEND GEDEELTE 1 INHOUD 1. VOORSTEL BINDENDE BEPALINGEN 3 1.1. RUIMTELIJKE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 3 1.2. RUIMTELIJK-ECONOMISCHE

Nadere informatie

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1' 1. Inleiding Deze nota behandelt de adviezen die zijn binnengekomen in

Nadere informatie

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota

OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota OUD-TURNHOUT RUP De Hoogt Aanvulling screeningsnota December 2010 COLOFON Opdrachtgever: Turnhout Project: RUP De Hoogt Opdrachthouder: Projectteam: Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen

Nadere informatie

VR DOC.0003/2

VR DOC.0003/2 VR 2019 1101 DOC.0003/2 Besluit van de Vlaamse Regering inzake de herziening of de opheffing van stedenbouwkundige voorschriften van algemene en bijzondere plannen van aanleg en gemeentelijke ruimtelijke

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 september 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Averegten Heist-op-den-Berg

Nadere informatie