Paragraaf NPR 2576; blz. 25 Derde regel van boven: richt zich daarbij niet op een. vervangen door:.behandelt geen..

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Paragraaf 4.8.7 NPR 2576; blz. 25 Derde regel van boven: richt zich daarbij niet op een. vervangen door:.behandelt geen.."

Transcriptie

1 Erratum ISSO Publicatie 93: Brandveilige bekabeling Hoofdstuk 2: Termen en definities; blz. 9 Brand- en rookclassificatie van kabels vervangen door: Brand- en rookclassificatie voor elektrische leidingen. Hoofdstuk 2: Termen en definities; blz. 14 Bij definitie Verbrandingswaarde :. in megajoules/kg (MJ/kg) van de. vervangen door:.in megajoules/kg (MJ/kg) bij volledige verbranding van de. Paragraaf 3.4 Invloed bekabeling; blz. 17 Tabel 3.1 vervangen door: Paragraaf NPR 2576; blz. 25 Derde regel van boven: richt zich daarbij niet op een. vervangen door:.behandelt geen.. Paragraaf Brandrisico en kabelkeuze; blz. 32 Op de verzamelstaat staan vervangen door: Op de verzamelstaat (zie bijlage A, blad 4) staan.. Voor enkelvoudige aansluitingen wordt per definitie gekozen voor categorie 1. vervangen door Voor enkelvoudige aansluitingen en een brandrisico groter of gelijk aan 70 wordt er gekozen voor categorie 1. Paragraaf Brandrisico en kabelkeuze; blz. 33 In rechterkolom van tabel 5.2: Leidingtypen per categorie NEN 3621 en NEN 3622 vervangen door NEN-EN In 1 e kolom, 1 e rij bij 1 asterisk toevoegen en onder de tabel de tekst toevoegen: * Bij een brandrisico groter of gelijk aan 70 is het toegelaten voor een enkelvoudige aansluiting halogeenvrije elektrische leidingen van categorie 1 toe te passen. In 2 e kolom van tabel 5.2 op 3 e rij: NEN vervangen door : NEN-EN-IEC In 3 e kolom van tabel 5.2 op 5 e rij: Z10-YMz1Kafasmbzh, Z1G-YMz1Kafasmbzh vervangen door: Z10- YMz1Kasmbzh, Z1G-YMz1Kasmbzh Paragraaf 6.2 Functiebehoud; blz. 35 Verkeerslicht moet i.c.m. NPR 2576 op oranje staan ipv rood. Paragraaf 6.3 FB-Kabelsysteemoplossing; blz. 35.

2 Afb. 6.1 FB-signaalkabel FB90 vervangen door Afb. 6.1 FB-(signaal)kabel FB90 Paragraaf 6.3 FB-Kabelsysteemoplossing; blz. 36 Kabel, uitgezonderd buigzame leidingen vervangen door: Kabels, uitgezonderd buigzame leidingen.,maar niet meer bedragen. vervangen door:., maar mag niet meer bedragen. Paragraaf 6.3 FB-Kabelsysteemoplossing; blz. 36 Afbeelding 6.2 Vereiste bevestigingsafstanden FB-kabel (conform NPR 5310) vervangen door: Met als titel: Afb. 6.2 Vereiste bevestigingsafstanden FB-kabel conform NPR 5310 (m.u.v. 111)

3 Paragraaf 6.5: Technische oplossing; blz. 42 De afkorting BIM weglaten, dit is geen technische maar procesmatige oplossing. BIM wordt paragraaf 6.6 op pagina 45. Paragraaf 6.5: Technische oplossing; blz. 43 Laatste bullet voor kopje Tracékeuze : De termen isolator en isolatoren vervangen door kortsluitisolator resp. kortsluitisolatoren. Paragraaf BIM wordt 6.6 BIM Bladzijde 46 Bouwwerk Informatie Model een goede vervangen door: Bouwwerk Informatie Model (BIM) een goede 6.6 vervangen door: 6.7 Toevoegen onderaan blz. 46: Naast het aanbrengen van een adequate brandwerende doorvoering 1 kan m.n. bij horizontale draagsystemen van welke aard dan ook (dus niet alleen t.b.v. kabels) extra FB-ondersteuning en verankering vereist zijn 2. E.e.a. dient van tevoren met de leveranciers van zowel het installatiemateriaal (ladderbaan, kabelgoot, ventilatiekanaal e.d.) als de brandwerende doorvoering te worden afgestemd. In principe zijn uitsluitend gecertificeerde oplossingen toegestaan. 1) Dit is een doorvoering die minimaal voldoet aan de geëiste brandwerendheid van de wand zelf. Het toepassen van de juiste doorvoering op de juiste plaats is uitgewerkt in ISSO-publicatie ISSO/SBR 809 Brandveilige doorvoeringen. 2) Denk voor kabeldraagsystemen aan extra ondersteuningen op 100 en 400 mm aan beide zijden van de doorvoering. Bijlage A: Checklist Brandveilige Bekabeling Onder paragraaf 2.3. Bepaal de brand- en rookklasse van de kabel: Br groter dan 70 vervangen door Br groter of gelijk aan 70 Verder in dezelfde regel Rookklasse s1, a1 weglaten. Bijlage B vervangen door: Kabelberekening FB-voedingskabels stap 1 Omdat in principe de NEN 1010 staat voorgeschreven, dient de geleiderdoorsnede van een FBvoedingskabel in 1 e instantie m.b.v. de NEN 1010-tabellen of door berekening (bijv. met een kabelberekeningsprogramma) te worden bepaald. stap 2 Vervolgens is het zaak te controleren of de aldus gevonden geleiderdoorsnede ook toereikend is bij brand, met name omdat het spanningsverlies dan hoger ligt. Dit heeft te maken met de extra toename van de geleiderweerstand in de hete zone (ter plaatse van de brand). stap 3 Tenslotte wordt de grootste van de twee waarden die zijn gevonden bij stap 1 en 2 gekozen als definitieve geleiderdoorsnede van de FB-voedingskabel.

4 Uitwerking stap 2 De formule voor het toelaatbaar spanningsverlies bij brand luidt: ΔU = k 3 I b l tot. (R gel. cosφ + X b sinφ) (1) k = correctiefactor afh. FB-duur I b = bedrijfsstroom [A] l tot. = totale kabellengte [km] R gel. = geleiderweerstand [Ω/km] cosφ = arbeidsfactor X b = bedrijfsreactantie [Ω/km] => X b = (2 π f L b)/1000* sinφ = (1-cos2φ) *) met f de frequentie [Hz] en L b de bedrijfszelfinductie [mh/km] Bij kleinere geleiderdoorsneden (tot ca. 25 mm²) is sprake van een relatief lage bedrijfsreactantie X b en wordt vaak de volgende vereenvoudigde formule toegepast: ΔU = k 3 I b l tot. R gel. cosφ (2) De correctiefactor k bij verschillende FB-duur kan a.v. worden bepaald: FB30: k= 1 + (l heet / l tot.) 3,51 FB60: k= 1 + (l heet / l tot.) 4,00 (3) FB90: k= 1 + (l heet / l tot.) 4,25 l heet = kabellengte in de hete zone* [km] *) ga uit van de grootste kabellengte in één brandcompartiment Praktijkcase Een brandweerlift gevoed door een draaistroomsysteem met een nominale spanning van 400 V, heeft een nominaal vermogen van 12,0 kw, een aanloopvermogen van 36,0 kw en een arbeidsfactor van 0,8. Het maximaal toegestane spanningsverlies tijdens de start is: ΔU start = 10,0% 40,0 V Kabel: - FB60-kabel, totale lengte 120 m - indeling in brandcompartimenten - grootste kabellengte in één brandcompartiment 40,0 m Bepaal de benodigde geleiderdoorsnede van de FB60-kabel. stap 1 Ga na wat de benodigde geleiderdoorsnede zou moeten zijn onder normale omstandigheden (o.a. rekening houdend met een spanningsverlies in de gehele installatie van max. 5%). Stel de uitkomst voor bovenstaande voeding is een FB60-kabel (in dit geval berekend als YMvKmb) met een geleiderdoorsnede van 25 mm². stap 2

5 Bereken de benodigde geleiderdoorsnede van de FB60-kabel bij brand. Hierbij draait het dus om de vraag voor welke geleiderdoorsnede het werkelijke spanningsverlies tijdens het starten van de lift beperkt blijft tot max. 10,0% gedurende het beoogde functiebehoud van de kabel (60 min.). Uitwerking stap 2 Tijdens de start trekt de liftmotor een aanloopstroom: I a = P a / ( 3 Unom cosφ) = / ( ,8) = 65,0 A De geleiderweerstand m.b.v. vergelijking 2 en 3 wordt nu: R gel. ΔU / {(1 + (l heet / l tot.) 4,00) 3 I b l tot. cosφ} = 1,59 Ω/km Dit resulteert in een te kiezen geleiderdoorsnede van 16 mm² met een weerstand R gel. = 1,15 Ω/km bij 20 C en 1,47 Ω/km bij 90 C. Bij brand geldt voor de FB60-kabel (stel toename geleiderweerstand t.g.v. belasting is ⅓ van de sprong tussen R 20 en R 90 => R gel. 1,26 Ω/km; een exacte berekening is in dit geval niet goed mogelijk): R kab. = 0,080 km 1,26 Ω/km + 0,040 km 5,00* 1,26 Ω/km = 0,353 Ω *) zie vgl. 3: voor FB60 geldt in dit geval k = 5,00 Het bijbehorende spanningsverlies is dan: ΔU kab. = 3 I a R kab. cosφ = 3 65,0 0,353 0,8 = 31,8 V 40,0 V Door toepassing van een FB60-kabel met een geleiderdoorsnede van 16 mm² blijft het werkelijke spanningsverlies bij brand tijdens het starten van de lift gedurende het beoogde functiebehoud van de kabel onder de 10%. stap 3 Kies de grootste van de twee waarden, die zijn gevonden bij stap 1 en 2. In deze praktijkcase is de situatie onder normale omstandigheden maatgevend, m.a.w. de benodigde geleiderdoorsnede van de FB60-kabel bedraagt 25 mm². Het omgekeerde komt ook voor (situatie bij brand maatgevend), bijv. als de kabellengte in de hete zone relatief groot is. Bijlage C vervangen door:

6 Werkbladen Brandveilige bekabeling Inleiding Deze Werkbladen zijn bedoeld als praktische voorbeelden voor de monteur en/of de werkvoorbereider om op een goede manier invulling te geven aan brandveilige bekabeling in het algemeen en functiebehoudbekabeling in het bijzonder. De begrippen en methoden worden behandeld in de desbetreffende hoofdstukken van de publicatie zelf. Deze Werkbladen zijn geen vervanging van de NPR 2576 ( Functiebehoud bij brand - Richtlijn voor bekabeling, ophanging en montage van transmissiewegen ) of enige andere norm. Integendeel, ze zijn een aanvulling daarop. Waarom is het belangrijk om er voor te zorgen dat kabels zo brandveilig mogelijk zijn en op de juiste wijze worden geïnstalleerd? Omdat kabels op een aantal manieren grote invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van brand en de gevolgen daarvan, immers: Kabels verbinden de verschillende ruimten en verdiepingen van een gebouw met elkaar. Daardoor kunnen ze een rol spelen bij de brandvoortplanting; Conventionele (pvc) kabels produceren bij verbranding veel meer rook dan halogeenvrije kabels en deze rook is bovendien ondoorzichtig. De enorme rookvorming die een conventionele kabel bij brand veroorzaakt, belemmert de ontruiming en de brandbestrijding; Bij de verbranding van conventionele kabels ontstaan corrosieve rookgassen, die schadelijk zijn bij inademing, voor de inventaris en het interieur; Bovendien zorgt een deel van de kabels bij brand onder andere voor de aansturing en voeding van de brandbeveiligingsinstallaties en mag daarom niet vroegtijdig uitvallen (functiebehoud). De in Nederland gebruikte conventionele kabel is een pvc-kabel met alle risico s van dien. Slechts een beperkt deel van de kabels die in Nederland worden gebruikt, is moeilijk brandbaar én halogeenvrij ( mbzh ). Voor een eventueel losbladig gebruik van (kopieën van) deze werkbladen zijn een aantal begrippen en methoden uit de publicatie Brandveilige bekabeling op dit algemene werkblad nogmaals toegelicht (zie hierna).

7 Functiebehoud (FB) Functiebehoud heeft betrekking op het gedurende langere tijd blijven functioneren van een kabel (transmissieweg) voor de overdracht van signalen en/of energie tijdens brand. Functiebehoudkabel (FB-kabel) Kabel die voldoet aan de brandproeven volgens NEN-EN (voor kabel Ø 20 mm) of NEN-EN (voor kabel Ø > 20 mm) en DIN 4102 deel12. FB-kabel is bovendien altijd moeilijk brandbaar en halogeenvrij. FB-(signaal)kabel FB90 Functiebehoudkabelsysteem (FB-kabelsysteem) Combinatie van een kabel met functiebehoud, een draagsysteem met functiebehoud en bevestigingsmateriaal met functiebehoud, die voldoet aan een brandproef volgens DIN 4102 deel 12. Functiebehoudcategorie (FB-categorie) Voor het blijven functioneren van een functiebehoudkabel c.q. een functiebehoudkabelsysteem worden normaliter drie functiebehoudcategorieën gehanteerd, afhankelijk van het land resp. de beproevingsmethode en de functiebehoudduur: Land Beproevingsmethode FB-duur FB-categorie NEN-EN 50200/50362 FB30 / FB60 / FB90 NL (test FB-kabel) (Ph30 / Ph60 / Ph90) 1 30/60/90 DIN 4102 deel 12 DU min. (test FB-kabelsysteem) 2 E30 / E60 / E90 1) officiële aanduiding conform NEN-EN 50200/50362 (weinig gebruikt) 2) combinatie van FB-kabel + FB-draagsysteem + FB-bevestigingsmateriaal NB Wordt er een zwaardere functiebehoudcategorie geëist, bijv. 120 minuten ( FB120 ), dan biedt bescherming van een standaard kabel of een FB-kabel met gecertificeerd brandwerend materiaal dan wel middels een bouwkundige oplossing uitkomst (FB120-kabel is niet gangbaar). Halogeenvrije kabel (o.a. mbzh-kabel) Kabel die o.a. voldoet aan NEN-EN-IEC en NEN-EN-IEC In tegenstelling tot conventionele (pvc) kabel veroorzaakt halogeenvrije kabel bij verbranding nauwelijks rook. Deze rook is bovendien nagenoeg doorzichtig en niet corrosief. De meest gangbare halogeenvrije installatiekabel (tevens moeilijk brandbaar) is van het type YMz1Kmbzh. mb-kabel / mbzh-kabel kabel met de eigenschap moeilijk brandbaar / moeilijk brandbaar zonder halogenen (zie moeilijk brandbare kabel en halogeenvrije kabel)

8 Moeilijk brandbare kabel (mb-kabel) Kabel die o.a. voldoet aan NEN-EN-IEC De materialen en constructie zijn zodanig, dat een brand zich niet voortplant langs een bundel van deze kabels. De meest gangbare moeilijk brandbare installatiekabel is een conventionele (pvc) kabel van het type YMvKmb. Standaard kabel In dit document: een kabel die geen functiebehoud heeft. Zelfdovende kabel Kabel die o.a. voldoet aan NEN-EN-IEC De materialen en constructie zijn zodanig, dat een brand zich niet voortplant langs een enkelvoudig gelegde kabel. De meest gangbare zelfdovende installatiekabel is van het type XMvK. Geëiste functiebehoudduur De geëiste functiebehoudduur is meestal 30 min. voor signaaloverdracht en 60 min. voor voeding (raadpleeg de beschikbare normen/documenten). In bepaalde gevallen kan een afwijkende (lees: langere) functiebehoudduur zijn voorgeschreven (o.a. voeding brandpomp, liftvoeding hoogbouw > 70 m, procesinstallaties in bijv. de petrochemie). Er kunnen naast de eisen van functiebehoud uit de NEN 2535 (brandmeldinstallaties) en NEN 2575 (ontruimingsalarminstallaties) eisen van functiebehoud gelden voor: Installatie Onderdeel Eis brandblusinstallatie met aansturing brandpomp of hydro-unit voeding functiebehoud geboorde put voeding functiebehoud sprinklerinstallatie doormelding voeding pomp functiebehoud gasblusinstallatie aansturing overige sturingen voeding functiebehoud hogedrukwaterinstallatie aansturing functiebehoud voeding functiebehoud deurvergrendelingssysteem aansluiting BMI functiebehoud overdrukinstallatie voeding aansturing functiebehoud rook-en warmteafvoerinstallatie aansturing voeding functiebehoud gewone lift aansturing functiebehoud brandweer-/ontruimingslift voeding aansturing functiebehoud NB Hoewel formeel nergens geëist, is het raadzaam om ook de bekabeling van centraal gevoede noodverlichting/vluchtwegaanduiding in functiebehoud uit te voeren. Zo wordt voorkomen dat deze verlichting tijdens de ontruiming uitvalt op plaatsen waar dat zeer ongewenst is, bijvoorbeeld in een trappenhuis. Tevens dient in voorkomende gevallen te worden gekeken naar het functioneren van elektrisch bediende rolluiken, toegangssystemen, kaartlezers e.d. bij spanningsuitval; zo nodig ook hier de bekabeling in functiebehoud uitvoeren. Hetzelfde geldt t.a.v. de hoofdafsluiter in de brandstoftoevoerleiding van zware stook-/verwarmingsinstallaties, waarvoor aanvullende eisen kunnen gelden (o.a. bescherming tegen brand en bediening op afstand).

9 01 Functiebehoud De NPR 2576 definieert functiebehoud als: Na het uitbreken van een brand, gedurende de voorgeschreven periode, blijft de desbetreffende installatie functioneren (30, 60 of 90 min.). Functiebehoud wil feitelijk zeggen, dat de rol die de bekabeling speelt bij het uitvoeren van de functie van een installatie tijdens brand voldoende lang moet zijn gegarandeerd. In de NPR 2576 zijn meerdere mogelijkheden uitgewerkt om invulling te geven aan functiebehoud, te weten: kabelsysteem met functiebehoud; bouwkundige oplossingen; technische oplossingen; combinaties van de drie hiervoor genoemde methoden. Achtereenvolgens worden deze onderwerpen nader uitgewerkt. Kabelsysteem met functiebehoud Onder een kabelsysteem met functiebehoud (hierna FB-kabelsysteem) wordt de combinatie verstaan van een kabel met functiebehoud, een draagsysteem met functiebehoud en bevestigingsmateriaal met functiebehoud. Al deze drie componenten moeten minimaal voldoen aan de geëiste FBcategorie van 30, 60 of 90 minuten. Dit moet worden aangetoond met behulp van testrapporten. NB De NPR 2576 stelt dat de testen volgens DIN 4102 deel 12 zijn opgenomen om uitwisselbaarheid van afzonderlijk goedgekeurde componenten mogelijk te maken. In dat geval bepaalt het testresultaat van de laagst geklasseerde component de FB-categorie van het geheel. De ondergrond is uiteindelijk doorslaggevend voor het resultaat. Daarom staat in de NPR 2576 omschreven (paragraaf 4.2 Ondergronden) waar wel en waar geen functiebehoud valt te realiseren met behulp van een FB-kabelsysteem (zie ook Werkblad 12). Een FB-kabelsysteem kan bij brand nooit beter presteren, dan de ondergrond waarop en het gebouw waarin het wordt geïnstalleerd. Als bijv. de hoofddraagconstructie van een gebouw bestaat uit niet brandwerend beschermde inpandige staalprofielen, dan heeft het geen zin een kabelsysteem met 90 min. functiebehoud te installeren. Het gebouw zelf voldoet namelijk ook niet aan deze eis. Het enige wat men dan kan doen, is streven naar een zo goed mogelijke invulling van de prestatie-eis voor de gegeven ondergrond. In dit voorbeeld is een kabelsysteem met 30 min. functiebehoud in principe voldoende. Hoewel momenteel nog niet duidelijk voorgeschreven, is het beslist raadzaam e.e.a. van tevoren af te stemmen met de Bevoegde Autoriteit.

10 Een heel ander aspect van de tracékeuze is het risico op beschadiging door neerstortend materiaal bij brand. Dit moet tot een minimum worden beperkt. Het hoogst mogelijke niveau in de ruimte zonder bovenliggend installatiemateriaal (leidingwerk HVAC, riolering, etc.) heeft de voorkeur. In de praktijk lukt dit vaak niet en dient hoger gelegen installatiemateriaal zodanig te worden bevestigd, dat het bij brand niet naar beneden kan vallen op een FB-transmissieweg dan wel dient de FB-transmissieweg zelf hiertegen te worden beschermd. Bijzondere aandachtspunten: 1) Bij het installeren van FB-kabels is extra zorgvuldigheid vereist. Ter beperking van mechanische spanningen, m.n. tijdens brand, geldt een aangepaste buigstraal (zie afb. ZX). Verder is het zaak om net als bij standaard kabels de maximale trekkracht niet te overschrijden en torderen c.q. kinken te vermijden evenals het intrekken langs scherpe hoeken en randen. Afb. ZX: geknikte FB-kabel door te kleine buigstraal 2) Het binnen een FB-draagsysteem combineren van FB-kabels met standaard kabels, lasdozen e.d. van halogeenhoudende materialen is niet toegestaan. Aanbevolen wordt om in voorkomende gevallen de FB-kabels op zijn minst te scheiden van de (halogeenvrije) standaard kabels door een tussenschot en het draagsysteem deugdelijk te aarden. Volledig gescheiden aanleg heeft echter de voorkeur. Gebruik in combinatie met FB-kabels naast metalen FB-materialen (ter ondersteuning/bevestiging) ook overige materialen (buizen, lasdozen, wartels, bundelbandjes/tie wraps, tape, etc.), die halogeenvrij en bij voorkeur zelfdovend zijn.

11 Niet alle kabelsoorten door elkaar, maar scheiden! 3) FB-kabel mag buiten of in de grond worden toegepast. De kabel is echter normaalgesproken niet bewapend. Dit houdt in dat bij gebruik als voedingskabel in de grond aanvullende mechanische bescherming nodig is (vergelijkbaar met standaard onbewapende voedingskabel). Overigens zijn er op aanvraag bewapende FB-kabels leverbaar. Bij de toepassing van FB-kabel in de buitenlucht dient er rekening mee te worden gehouden, dat deze kabel niet altijd UV-bestendig is. De kabel dient in zo n geval te worden beschermd tegen UV-licht, bijvoorbeeld met een (halogeenvrije) buis. Bouwkundige oplossing Functiebehoud met een bouwkundige oplossing is in de NPR 2576 gedefinieerd als: Indien een standaard kabel, conform de eisen gesteld in NEN 1010, dusdanig wordt beschermd dat de fysische eigenschappen van deze kabel tijdens een brand niet worden beïnvloed, is er sprake van functiebehoud. Als uitgangspunt wordt aangenomen dat de kabel maximaal een temperatuur van 70 C mag bereiken.. De bouwkundige oplossing is dus feitelijk een manier om de kabel bij brand koud te houden gedurende de tijd van de prestatie-eis. De standaard kabel kan daartoe in de grond worden gelegd of worden geïnstalleerd in een betonnen of steenachtige constructie zoals een vloer, wand, of schacht. De consequentie hiervan is dat de bouwkundige oplossing vrijwel nooit als enige bescherming in een installatie kan worden toegepast. Op een gegeven moment zal de kabel uit zijn beschermende omgeving moeten komen. Dit kan worden opgelost door: De kabel voor het resterende deel van het tracé met een FB-kabelkanaal te beschermen (zie afb. PQ). Een eventueel te sturen apparaat etc. kan dan op of tegen het kabelkanaal worden gemonteerd; Vanuit de beschermende omgeving door middel van een lasdoos over te gaan op een FB-kabel. Zo nodig dient de FB-kabel via een brandwerende doorvoering de beschermende omgeving te verlaten! Afb. PQ: FB-kabelkanaal

12 In de NPR 2576 worden bij de bouwkundige oplossing minimale dekkingen gegeven voor een standaard kabel in de grond of in beton. Een heel andere oplossing in dit verband is het gebruik van een FB-kabel, waarbij dan geen dekkingseis geldt (zie afb. RS). Afb. RS: FB-kabel onder een stuclaag met minerale afdekking Technische oplossing Functiebehoud kan ook worden gewaarborgd door het toepassen van één van de volgende technische oplossingen: ringleiding / redundante technieken; fail-safe circuit; houdfunctie. Deze methoden worden achtereenvolgens besproken. De NPR 2576 behandelt ook functiebehoud door sprinklerinstallaties, maar dat valt buiten het kader van deze Werkbladen. Ringleiding / redundante technieken Functiebehoud door middel van een ringleiding wordt gerealiseerd door de toepassing van kortsluitisolatoren rond of in essentiële apparaten in de transmissieweg. In geval van sluiting of breuk (door brand) zal de kortsluitisolator het deel waarin de breuk of de sluiting heeft plaatsgevonden isoleren van de rest van de transmissieweg. De ring of lus zorgt er dan voor dat de functie van de transmissieweg wordt gewaarborgd via het onbeschadigde deel van de ring/lus. Een redundante verbinding of tweede transmissieweg valt ook als ringleiding aan te merken. Bij het gebruik van een ringleiding of redundante technieken als gelijkwaardige oplossing voor FB-kabel bij brand moet er rekening worden gehouden met extra bepalingen (zie Werkblad 11-1). Fail-safe circuit Functiebehoud door middel van een fail-safe circuit wordt gerealiseerd door het onder spanning houden van een functie in de aan te sturen installatie. Fail-safe betekent dan: het maakt niet uit wat er gebeurt, de te sturen installatie gaat in zijn veilige stand. Dus zowel bij sluiting als bij breuk als door defect raken van de voeding of van de aansturing, zorgt de aan te sturen installatie voor een veilige situatie. Een goed voorbeeld van de toepassing van een fail-safe circuit is de aansturing van kleefmagneten, die brandwerende zelfsluitende deuren in geopende stand moeten houden. De

13 veilige situatie bij brand is dat de deuren dicht zijn. Fail-safe betekent in dit voorbeeld: Wat er ook gebeurt, de deuren zijn/gaan dicht. Hierbij kan dus gebruik worden gemaakt van standaard kabel (zie afb. YZ) Legenda: 1 Brandmeldcentrale 2 brandbeveiligingsinstallatie 3 Transmissieweg Afb. YZ: fail-safe schakeling, aangepast schema uit NPR 2576 (Bron: NEN) Omdat spanningssturing een voorwaarde is, kan uitsluitend van normally closed (NC) contacten gebruik worden gemaakt. Voor het sturen van analoge of digitale signalen is deze methode dus niet bruikbaar! Datzelfde geldt ook, indien het aansturen van de installatie een gevaarlijke of overlast gevende situatie met zich mee kan brengen (bijv. het aansturen van een blusinstallatie). Houdfunctie Functiebehoud door middel van een houdfunctie wordt gerealiseerd door binnen één minuut na de brandmelding een sturing uit te voeren. Voorwaarde is wel dat de te sturen installatie de sturing onthoudt. Dit betekent dat als de sturing wegvalt, de te sturen installatie in de aangestuurde stand blijft. De consequentie hiervan is dat de te sturen installatie altijd handmatig (en ter plaatse) moet worden gereset. Ook hierbij kan dus gebruik worden gemaakt van standaard kabel. Een voorbeeld van een schakeling met houdfunctie (in dit geval een brandpomp die wordt geactiveerd door een brandmeldinstallatie) is weergegeven in afb. VW. R S T N M ms 1 Pomp dient apart gereset te worden na melding. Het schema is spanningsloos getekend Reset test bmc Ms h 1 h 2 th. drukschakelaar L. KL. Afb. VW: schakeling houdfunctie

14 02 Ondersteuning Algemeen Volgens NEN 1010 moeten leidingen, die niet over de gehele lengte worden ondersteund, met daarvoor geschikte hulpmiddelen op passende afstanden deugdelijk worden ondersteund om beschadiging van de kabel op den duur te voorkomen. De NPR 5310 Blad 48 geeft aanwijzingen voor een deugdelijke ondersteuning van kabels en buizen in de zin van NEN 1010:

15 Toelichting bij de installatie van FB-kabels in buis Bij de installatie van FB-kabels in buis is uitsluitend het gebruik van halogeenvrije of stalen buizen toegestaan, voor zover vermeld op het desbetreffende testcertificaat conform DIN 4102 deel 12. M.a.w. de installatie van FB-kabels in halogeenhoudende (m.n. pvc, flexibele pvc of hostalit) buis is dus niet toegestaan (want niet gecertificeerd). Afhankelijk van de buissoort geldt bovendien: halogeenvrije (al of niet flexibele) buis minimaal 10 cm slagvast of mechanisch beschermen bij vloerdoorvoer; lasdozen, moffen etc. maximale beugelafstand tot het hulpstuk 10 cm; bij bochten maximale beugelafstand einde bochtstraal 10 cm. stalen buis idem; let op eventuele restricties m.b.t. de vullingsgraad van de buis (bijv. maximaal 60%). In een aantal gevallen is buismontage verplicht. Een voorbeeld daarvan is de aanleg van kabel < 1,5 mm² bij brandmeldinstallaties (zie Werkblad 03). Afwijkende bevestigingsafstanden De NPR 2576 stelt m.b.t. FB-kabelsystemen dat van de bevestigingsafstanden zoals genoemd in de NEN 1010 (lees: NPR 5310), mag worden afgeweken. De voorwaarde is dat de fabrikant kan garanderen (aantonen met certificaten van een onafhankelijke geaccrediteerde keuringsinstantie) dat, als zijn FB-kabelsysteem op de voorgeschreven wijze wordt toegepast, dit systeem niet alleen tijdens brand maar ook gedurende de levensduur van de kabels aan de bepalingen van de NEN 1010 voldoet. Een DIN 4102 deel 12-testcertificaat van het FB-kabelsysteem is op zichzelf nog geen bewijs van een deugdelijke bevestiging van dit systeem in de zin van de NEN 1010.

16 Voorbeelden Er zijn, rekening houdend met hetgeen hiervoor is aangegeven, een aantal mogelijke oplossingen voor het beugelen van FB-kabels met al of niet van de NPR 5310 afwijkende bevestigingsafstanden: 1) Er is geen grotere bevestigingsafstand toegestaan dan voorgeschreven in NPR 5310, omdat certificaten van een onafhankelijke geaccrediteerde keuringsinstantie ontbreken. a. Voor de beugel is mogelijk een grotere bevestigingsafstand gecertificeerd voor functiebehoud, maar aangehouden wordt de meestal kleinere bevestigingsafstand conform NPR 5310 (zie afb. 6-2 I, II en IV); b. Voor de beugel is een kleinere bevestigingsafstand gecertificeerd voor functiebehoud dan de bevestigingsafstand zoals voorgeschreven in NPR 5310; deze kleinere bevestigingsafstand is maatgevend (zie afb. 6-2 III).

17 *) Afb. 6-2 III en IV gelden uitsluitend bij de toepassing van halogeenvrije kunststofbuis met een grotere weerstand tegen doorbuigen dan de buizen genoemd in NEN-EN of van stalen buis. Afb. 6-2: vereiste bevestigingsafstanden FB-kabel conform NPR 5310 (m.u.v. III) 2) Er is een grotere bevestigingsafstand toegestaan dan voorgeschreven in NPR 5310 (aantoonbaar met certificaten van een onafhankelijke geaccrediteerde keuringsinstantie). De kabel (of buis) kan dan worden bevestigd op de door de fabrikant opgegeven afstand (zie afb. 6-3 en 6-4). Afb. 6-3: bevestiging van FB-kabels om de 80 cm Voor het ophangen van meerdere FB-kabels bestaan diverse mogelijkheden: Afb. 6-4: meervoudige kabelbeugel, bevest. afstand 80 cm scharnierbeugel, bevest. afstand 80 cm

18 03 Montage kabel < 1,5 mm² in gesloten buis Algemeen Bij de installatie van brandmeld- en ontruimingsalarminstallaties geldt dat kabels kleiner dan 1,5 mm² moeten worden aangelegd in een gesloten buis- of kokersysteem. Ook een kabelgoot en/of ladderbaan is toegestaan. De achterliggende gedachte is dat de bekabeling van deze beveiligingsinstallaties niet mag worden beschadigd of doorgeknipt. Ter identificatie dient de kabel een rode kleur te hebben of rood gemarkeerd te zijn om de 5 m. De eis voor een gesloten buis- of kokersysteem geld niet voor de aanleg boven een verlaagd plafond of onder een verhoogde vloer. Hier mogen open bochten worden gebruikt van 50 x 50 mm. Het bovenstaande heeft ook betrekking op die gevallen waarin functiebehoud is vereist. Bij aanleg in buis geldt de omschrijving volgens het certificaat van de leverancier (NPR 2576, 4.1; fig. 7). In principe zal het certificaat verwijzen naar halogeenvrije of stalen buis. Halogeenvrije buis op zich heeft geen functiebehoud bij brand. Extra aandacht moet worden besteed aan het aansluiten van automatische brandmelders boven of tegen een verlaagd plafond. Voorbeelden Niet zo, maar zo! Niet zo, maar zo! Maar, bij de eis functiebehoud in verband met ontruimingsalarm dus niet zo!!

19 04 Montage FB-kabel op metselwerk Algemeen Voor functiebehoud met behulp van kabels dient zowel de kabel als de ondersteuning / ophanging (het draagsysteem ) als de bevestiging / verankering te voldoen aan de gestelde prestatie-eis van 30, 60 of 90 minuten. Dit moet worden aangetoond met behulp van testrapporten. De ondergrond is daarbij uiteindelijk bepalend voor het resultaat. Bij metselwerk is dat geen probleem. Hierbij hoeft ook geen onderscheid gemaakt te worden tussen baksteen, kalkzandsteen, betonsteen of blokken met sponningen. Wel is het van belang te controleren of de maximale belasting van de ondergrond voldoet voor het te bevestigen draagsysteem inclusief de kabels. Bovendien is het bij de tracékeuze zaak om het risico op beschadiging door neerstortend materiaal bij brand tot een minimum te beperken (zie Werkblad 01). Voorbeelden FB-schroefankers: - maximale belasting 50 kg - maximale belasting 20 kg - kalkzandsteen of beton - kalkzandsteen of beton

20 05 Montage FB-kabel op betonnen ondergrond Algemeen Voor functiebehoud met behulp van kabels dient zowel de kabel als de ondersteuning / ophanging (het draagsysteem ) als de bevestiging / verankering te voldoen aan de gestelde prestatie-eis van 30, 60 of 90 minuten. Dit moet worden aangetoond met behulp van testrapporten. De ondergrond is daarbij uiteindelijk bepalend voor het resultaat. Bij betonconstructies is dat geen probleem. Wel is het bij de tracékeuze zaak om het risico op beschadiging door neerstortend materiaal bij brand tot een minimum te beperken (zie Werkblad 01). Voorbeelden Snelmontage: Ankers met inwendige schroefdraad voor draadeinden:

21 Snelmontage door isolatie: Verankering in kanaalplaat: Montage op cellen-/ gasbeton:

22 06 Montage FB-kabel op gipsplaat / metalstud wanden Algemeen Voor functiebehoud met behulp van kabels dient zowel de kabel als de ondersteuning / ophanging (het draagsysteem ) als de bevestiging / verankering te voldoen aan de gestelde prestatie-eis van 30, 60 of 90 minuten. Dit moet worden aangetoond met behulp van testrapporten. De ondergrond is daarbij uiteindelijk bepalend voor het resultaat. Gipsplaat c.q. metalstud wanden hebben een zeer beperkte eigen brandwerendheid en zijn dus niet zonder meer geschikt om aan de eis van functiebehoud te voldoen. Er zijn dan drie alternatieven (in willekeurige volgorde en voor zover mogelijk): een ander tracé zoeken (zie Werkblad 12); gebruik maken van een technische oplossing (zie Werkbladen 11-1 t/m 11-3); de ondergrond opwaarderen qua brandwerendheid (zie hierna). Om de ondergrond op te waarderen qua brandwerendheid dient gebruik te worden gemaakt van bewezen brandveilige oplossingen resp. gecertificeerd brandwerend materiaal. Zeker bij de zwaardere prestatie-eis van 60 of 90 minuten moet dan wel gecontroleerd worden of de rest van het tracé c.q. de gebouwconstructie aan diezelfde prestatie-eis voldoet. Indien dit niet het geval is en ook de overige alternatieven geen uitkomst bieden, dan resteert als enige mogelijkheid een zo goed mogelijke invulling van de prestatie-eis voor de gegeven ondergrond (zie Werkblad 01). Tevens is het bij de tracékeuze zaak om het risico op beschadiging door neerstortend materiaal bij brand tot een minimum te beperken (zie Werkblad 01). Voorbeelden Metalen hollewand- / tuimelpluggen gebruiken bij bevestiging op gipsplaat (in principe tevens de brandwerendheid van de gipsplaat verhogen). FB-kabel ingebracht in een metalstud wand (in principe tevens de brandwerendheid van de gipsplaat verhogen).

23 07 Montage FB-kabel op gibo wanden Algemeen Voor functiebehoud met behulp van kabels dient zowel de kabel als de ondersteuning / ophanging als de bevestiging / verankering te voldoen aan de gestelde prestatie-eis van 30, 60 of 90 minuten. Dit moet worden aangetoond met behulp van testrapporten. De ondergrond is daarbij uiteindelijk bepalend voor het resultaat. Bij gibo wanden is het lastig om te voldoen aan de eisen van functiebehoud. Er zijn dan drie alternatieven (in willekeurige volgorde en voor zover mogelijk): een ander tracé kiezen (zie Werkblad 12); gebruik maken van een technische oplossing (zie Werkbladen 11-1 t/m 11-3); de ondergrond opwaarderen qua brandwerendheid (zie hierna). Om de ondergrond op te waarderen qua brandwerendheid dient gebruik te worden gemaakt van bewezen brandveilige oplossingen resp. gecertificeerd brandwerend materiaal. Zeker bij de zwaardere prestatie-eis van 60 of 90 minuten moet dan wel gecontroleerd worden of de rest van het tracé c.q. de gebouwconstructie aan diezelfde prestatie-eis voldoet. Indien dit niet het geval is en ook de overige alternatieven geen uitkomst bieden, dan resteert als enige mogelijkheid een zo goed mogelijke invulling van de prestatie-eis voor de gegeven ondergrond (zie Werkblad 01). Tevens is het bij de tracékeuze zaak om het risico op beschadiging door neerstortend materiaal bij brand tot een minimum te beperken (zie Werkblad 01). Voorbeelden Draadeind minimaal M6 met sluitringen van Ø 30 mm door en door (in principe tevens de brandwerendheid van de gibo wand verhogen). Extra lange schroef zonder plug; boor

24 het gat iets kleiner dan de schroef. Toepasbaar voor de bevestiging van: enkelvoudige beugels; FB-minikanaal. 08 Montage FB-kabel op staalconstructies Algemeen Voor functiebehoud met behulp van kabels dient zowel de kabel als de ondersteuning / ophanging (het draagsysteem ) als de bevestiging / verankering te voldoen aan de gestelde prestatie-eis van 30, 60 of 90 minuten. Dit moet worden aangetoond met behulp van testrapporten. De ondergrond is daarbij uiteindelijk bepalend voor het resultaat. Bij onbeschermde staalconstructies is dat beperkt het geval (brandwerendheid ca min.). Er zijn dan drie alternatieven (in willekeurige volgorde en voor zover mogelijk): een ander tracé kiezen (zie Werkblad 12); gebruik maken van een technische oplossing (zie Werkbladen 11-1 t/m 11-3); de ondergrond opwaarderen qua brandwerendheid (zie hierna). Om de ondergrond op te waarderen qua brandwerendheid dient gebruik te worden gemaakt van bewezen brandveilige oplossingen resp. gecertificeerd brandwerend materiaal. Zeker bij de zwaardere prestatie-eis van 60 of 90 minuten moet dan wel gecontroleerd worden of de rest van het tracé c.q. de gebouwconstructie aan diezelfde prestatie-eis voldoet. Indien dit niet het geval is en ook de overige alternatieven geen uitkomst bieden, dan resteert als enige mogelijkheid een zo goed mogelijke invulling van de prestatie-eis voor de gegeven ondergrond (zie Werkblad 01). Brandwerend beklede of gecoate staalconstructies kunnen in principe een brandwerendheid hebben, die voldoende hoog is om te voldoen aan de eisen van functiebehoud, echter het brandwerende materiaal is getest zonder aangebracht (kabel-)draagsysteem van welke aard dan ook. Er dient daarom altijd eerst contact te worden opgenomen met de leverancier van de bekleding dan wel coating of en zo ja hoe het draagsysteem kan worden bevestigd (uiteraard met behoud van de vereiste bescherming bij brand). Tevens is het bij de tracékeuze zaak om het risico op beschadiging door neerstortend materiaal bij brand tot een minimum te beperken (zie Werkblad 01). Voorbeelden

25 Profielklem met veerkracht t.b.v. rail of beugel/buis Profielklem met klembout t.b.v. draadeindbevestiging

26 09 Montage FB-kabel op damwandprofielen Algemeen Voor functiebehoud met behulp van kabels dient zowel de kabel als de ondersteuning / ophanging (het draagsysteem ) als de bevestiging / verankering te voldoen aan de gestelde prestatie-eis van 30, 60 of 90 minuten. Dit moet worden aangetoond met behulp van testrapporten. De ondergrond is daarbij uiteindelijk bepalend voor het resultaat. Bij geprofileerde staalplaten voor daken en gevels ( damwandprofielen ) kan niet zonder meer worden voldaan aan de eisen van functiebehoud. Er zijn dan drie alternatieven (in willekeurige volgorde en voor zover mogelijk): een ander tracé kiezen (zie Werkblad 12); gebruik maken van een technische oplossing (zie Werkbladen 11-1 t/m 11-3); de ondergrond opwaarderen qua brandwerendheid (zie hierna). Om de ondergrond op te waarderen qua brandwerendheid dient gebruik te worden gemaakt van bewezen brandveilige oplossingen resp. gecertificeerd brandwerend materiaal. Zeker bij de zwaardere prestatie-eis van 60 of 90 minuten moet dan wel gecontroleerd worden of de rest van het tracé c.q. de gebouwconstructie aan diezelfde prestatie-eis voldoet. Indien dit niet het geval is en ook de overige alternatieven geen uitkomst bieden, dan resteert als enige mogelijkheid een zo goed mogelijke invulling van de prestatie-eis voor de gegeven ondergrond (zie Werkblad 01). Daarnaast is het bij de tracékeuze zaak om het risico op beschadiging door neerstortend materiaal bij brand tot een minimum te beperken (zie Werkblad 01). Voorbeelden speciale beugel voor draadeindbevestiging aan damwandprofiel gebruik van een van de kanalen als kabeltracé NB beide voorbeelden bieden geen functiebehoud zonder brandwerende bescherming van de ondergrond

27 10 Montage FB-kabel op houten ondergrond Algemeen Voor functiebehoud met behulp van kabels dient zowel de kabel als de ondersteuning / ophanging (het draagsysteem ) als de bevestiging / verankering te voldoen aan de gestelde prestatie-eis van 30, 60 of 90 minuten. Dit moet worden aangetoond met behulp van testrapporten. De ondergrond is daarbij uiteindelijk bepalend voor het resultaat. Bij houtconstructies is de brandwerendheid afhankelijk van de dikte en de hardheid van de houtsoort. Hoe harder de houtsoort des te kleiner is de inbrandsnelheid. Voor vurenhout geld een inbrandsnelheid van 4 cm per uur. Hieruit volgt dat voor de benodigde dikte minstens moet worden uitgegaan van: dikte hout (rondom) Av = A h 6 cm 8 cm 10 cm prestatie-eis 30 min 60 min 90 min Voor hardere houtsoorten gelden kleinere waarden, de tabel geeft dus altijd een veilige oplossing. Wanneer de brandwerendheid van de houtconstructie onvoldoende is om te voldoen aan de eisen van functiebehoud, dan zijn er drie alternatieven (in willekeurige volgorde en voor zover mogelijk): een ander tracé kiezen (zie Werkblad 12); gebruik maken van een technische oplossing (zie Werkbladen 11-1 t/m 11-3); de ondergrond opwaarderen qua brandwerendheid (zie hierna). Om de ondergrond op te waarderen qua brandwerendheid dient gebruik te worden gemaakt van bewezen brandveilige oplossingen resp. gecertificeerd brandwerend materiaal. Zeker bij de zwaardere prestatie-eis van 60 of 90 minuten moet dan wel gecontroleerd worden of de rest van het tracé c.q. de gebouwconstructie aan diezelfde prestatie-eis voldoet. Indien dit niet het geval is en ook de overige alternatieven geen uitkomst bieden, dan resteert als enige mogelijkheid een zo goed mogelijke invulling van de prestatie-eis voor de gegeven ondergrond (zie Werkblad 01). Daarnaast is het bij de tracékeuze zaak om het risico op beschadiging door neerstortend materiaal bij brand tot een minimum te beperken (zie Werkblad 01). Voorbeelden Het gebruik van extra lange schroeven:

28 Door en door bevestiging met een metalen beugel/l-profiel met een breedte x hoogte van minimaal 4 x 4 cm 4 cm 4 cm Voorbeelden van FB-montage op houtconstructies: FB-verzamelbeugels Buisbevestiging m.b.v. P-clips

29 11-1 Montage lusbekabeling als gelijkwaardige oplossing voor functiebehoud Algemeen Bij het gebruik van een ringleiding of redundante technieken als gelijkwaardige oplossing voor FBkabel bij brand moet er rekening worden gehouden met extra bepalingen: Afgaande en inkomende aders niet in één kabel; De afgaande en inkomende kabel niet in dezelfde ruimte. In dat geval moet minstens één der kabels functiebehoud hebben; Storingen automatisch isoleren; Een afgaande en inkomende kabel ten behoeve van een brandcompartiment mogen niet gezamenlijk door een ander brandcompartiment worden gevoerd. In dat geval moet minstens één der kabels functiebehoud hebben; Voor akoestische signaalgevers geldt dat de signaalgevers uit mogen vallen in maximaal één ruimte met een maximum oppervlakte van 500 m². De tracékeuze bepaalt mede of kan worden voldaan aan de prestatie-eis. De keuze voor een bepaalde gelijkwaardige oplossing wordt in de voorbeelden nader uitgewerkt. Voorbeelden A) Hal van m² met 4 brandcompartimenten Overwegingen: Te sturen elementen in een lus FB geëist; 4 brandcompartimenten van m² : o minstens 4 lussen, één per compartiment; o minstens 4 detectiezones per compartiment; o elk compartiment is een alarmeringszone; o maximaal 32 melders in een lus; o andere elementen moeten blijven functioneren; I II III IV BMC Wand WBDBO 60 minuten

30 Verzekeraar/brandweer zal sprinkler eisen FB kan met standaard kabel mits expli-ciet in het Uitgangspuntendocument (UPD) van de sprinklerinstallatie / Basisdocument brandbeveiliging opgenomen; Stel geen sprinkler aanwezig voldoende bescherming zoeken met behulp van bouwkundige scheiding (zie tekening); Indien de te sturen elementen akoestische signaalgevers van een ontruimingsalarminstallatie zijn lusbekabeling moet functiebehoud hebben.

31 Zie onder B) Kantoorpand met centraal gedeelte en 5 vleugels, één verdieping en geen kruipruimte Overwegingen: Slow-whoops FB geëist; BMC Oppervlakte vleugel 16 m x 24 m = 384 m²; Alle ruimten in de vleugel < 30 m²; Per vleugel één detectiezone; Per vleugel één alarmeringszone; Afgaande en inkomende kabels in dezelfde ruimte één van beide uitvoeren in functie-behoud tot in de verste vleugels (in dit geval de afgaande+doorlus kabels, zie tekening gebouw); Maximaal 32 melders in een lus minstens kortsluitisolatoren bij in- en uitgang van een vleugel; Standaard kabel FB kabel systeem Buiten Kantoor Techn. Ruimte SW SW Aanwezigheid slowwhoops minstens kortsluitisolatoren per setje van melder en slowwhoop. Berging Kantoor SW SW Archief SW Kantoor SW SW Berging SW Kantoor SW Kantoor SW Kantoor Spreekkamer SW SW Kantoor SW SW SW Spreekkamer Receptie SW Kantoor SW SW Slow-whoop Rookmelder Handbrandmelder Nevenindicator Brandwerend 60 min. Brandwerend 20 min.

32 11-2 Montage lusbekabeling als gelijkwaardige oplossing voor functiebehoud C) Hoogbouw kantoor met 2 schachten Schacht WBDBO 60 min. Overwegingen: Handbrandmelders, automatische melders, slow-whoops en stuurmodules in een lus FB geëist; Oppervlakte per bouwlaag 3500 m² drie detectiezones per bouwlaag; Per bouwlaag één alarmeringszone; Per twee bouwlagen één lus (max. 10 detectiezones per lus); Afgaande en inkomende kabel niet 7e 6e 5e in dezelfde schacht standaard kabel gebruiken; Ontstekingsbronnen in de schacht vermijden*; 4e Maximaal 32 melders in een lus kortsluitisolator per detectiezone/ -groep; Ingedeelde verblijfsgebieden met kantoren < 500 m² per ruimte kortsluitisolator per ruimte voor de slow-whoops; Kantoren > 500 m² uitvoeren met FB-kabels; Overige elementen moeten bij brand blijven functioneren kortsluitisolator per element. 3e 2e 1e BMC BG *) Indien toch ontstekingsbronnen in de schacht aanwezig zijn (bijvoorbeeld een onderverdeelinstallatie per verdieping), dan dient nagedacht te worden over beperking van het brandrisico door middel van: compartimentering per verdieping; automatische blusinstallatie in de schacht; automatische brandmelders in de schacht.

33 Bij brand kan een doorgaande schacht gaan functioneren als schoorsteen. Indien er geen compartimentering of automatische blusinstallatie aanwezig is, dan lopen hierdoor meerdere verdiepingen brandgevaar (met name i.g.v. onvoldoende brandscheiding van de schacht). D) Hoogbouw kantoor met één schacht Schacht WBDBO 60 min. Overwegingen: Handbrandmelders, automatische melders, slow-whoops en stuurmodules in een lus FB geëist; Oppervlakte per bouwlaag 3500 m² drie detectiezones per bouwlaag; Per bouwlaag één alarmeringszone; Per twee bouwlagen één lus (max. 10 detectiezones per lus); Afgaande en inkomende kabel in dezelfde schacht één van beide uitvoeren in functiebehoud; Ontstekingsbronnen in de schacht vermijden (zie vorige blz.); Maximaal 32 melders in een lus kortsluitisolator per detectiezone/ 7e 6e 5e 4e -groep; Ingedeelde verblijfsgebieden met kantoren < 500 m² per ruimte kortsluitisolator per ruimte voor de slow-whoops; Kantoren > 500 m² uitvoeren met FB-kabels; Overige elementen moeten bij brand blijven functioneren kortsluitisolator per element. 3e 2e 1e BMC BG

34 11-3 Montage lusbekabeling als gelijkwaardige oplossing voor functiebehoud E) Bedrijfshal m², één ruimte Overwegingen: Melders, slow-whoops en stuurelementen in een lus FB geëist; Lus 4 Oppervlakte > m² sprinkler geëist; m² minstens 4 lussen; FB kan met standaard kabel mits expliciet in het Uitgangspuntendocument (UPD) van de sprinklerinstallatie / Basisdocument brandbeveiliging opgenomen; Lus m Maximaal 32 melders indicatie uitvallen kortsluitisolator per detectiezone/-groep; Stuurelementen moeten bij brand blijven functioneren kortsluitisolator per element; Ruimte > 500 m² kortsluitisolator per slow-whoop. Lus 2 Lus 1 BMC 160 m F) Zelfde bedrijfshal, alleen niet gesprinklerd Dit is feitelijk een ondenkbare situatie! Verder zijn de overwegingen hetzelfde als bij E met de aanvulling dat alle brandmeldbekabeling in functiebehoud moet worden uitgevoerd. G) Kantoorpand, 2 verdiepingen, per verdieping m², cellenstructuur

35 Overwegingen: Handbrandmelders en slow-whoops in een lus FB geëist; Oppervlakte verdieping > m² 2 detectiezones per verdieping kan met één lus; Klein object één alarmeringszone; Afgaande en inkomende kabel in dezelfde ruimte één van beiden 1e deel uitvoeren in functiebehoud; Standaard kabel zoveel mogelijk bouwkundig beschermen door tegen de buitengevel te monteren, zo nodig vandalismebestendig (zie voor de horizontale uitwerking voorbeeld B). BMC Doorsnede H) Kantoorpand, totale lengte 300 m, breedte 10 m, brandveilige kruipruimte (betonnen vloer), cellenstructuur. Overwegingen: Handbrandmelders en slow-whoops in een lus FB geëist; Totale oppervlakte 3000 m² 3 brandcompartimenten en 3 detectiezones kan met één lus; Klein object één alarmeringszone; Kruipruimte beschikbaar als brandveilig kabeltracé kan met standaard kabel; BMC Kruipruimte Doorsnede Plattegrond BMC Gang Afgaande en inkomende Brandwerend 20 min. kabel in dezelfde ruimte één van beiden 1e deel uit-voeren in functiebehoud.

36 12 Functiebehoud langs ander tracé Algemeen Indien de ondergrond een zeer beperkte eigen brandwerendheid heeft (denk bijv. aan gipsplaat c.q. metalstud wanden), dan is het niet zonder meer mogelijk om aan de eis van functiebehoud te voldoen. Een mogelijke oplossing is het kiezen voor een ander tracé. Voorbeelden Er kan een ander tracé worden gezocht langs zoveel mogelijk steenachtig materiaal. Beton en metselwerk hebben een hoge mate van eigen brandwerendheid. Dit houdt in dat eerder kan worden voldaan aan de prestatie-eis van 30, 60 of 90 minuten. Nadeel is dat dergelijke tracés meestal langer zijn dan het oorspronkelijke tracé. Indien de hoofddraagconstructie van een gebouw/object wel voldoet aan de eisen van brandwerendheid en de vlakken er tussen niet, dan kan de kabel langs die dragende constructie worden gelegd. Ook hier geldt dat dergelijke tracés meestal langer zijn dan het oorspronkelijke tracé. Door een afgaande of inkomende kabel van een ontruimingsalarmcentrale in een brandveilige kruipruimte te leggen, wordt een bouwkundige scheiding gebruikt om functiebehoud te creëren met zo min mogelijk FB-kabel (zie vorige blz. voorbeeld H).

37 13 Verticale verlegging Algemeen Bij verticale verlegging dient te worden voorkomen dat de FB-kabel bij brand door onvoldoende klemkracht naar beneden glijdt. Daarom is een aangepaste installatiemethode noodzakelijk. Voorbeelden Regelmatig zijwaarts verleggen van de FB-kabel volgens bijgaande tekening 1 = FB-kabel 2 = FB-beugel Alternatief 1 Compartimentering van de kabelschacht door het aanbrengen van brandwerende doorvoeringen Alternatief 2 Brandwerende bekleding van bevestigingspunten (maximale onderlinge afstand 3½ m)

38 14 Doorvoeringen Algemeen Binnen het geheel van de brandveiligheid is er een speciale rol voor de elektrotechnische installatie van het gebouw. De brandveiligheid van een elektrotechnische installatie wordt vooral bepaald door de gebruikte kabels. Dat heeft twee redenen: Ten minste 90% van het aanwezige kunststof in elektrotechnische installaties is verwerkt in de kabels; Kabels verbinden de onderdelen van een installatie en daarmee de verschillende ruimten in een bouwwerk - via doorvoeringen - met elkaar. Juist de doorvoeringen krijgen weinig aandacht bij de aanleg en/of wijziging van elektrotechnische installaties. Het (weer) afdichten ervan laat vaak te wensen over. Dat is een groot risico ingeval van brand. Naast het aanbrengen van een adequate brandwerende doorvoering 1 kan m.n. bij horizontale draagsystemen van welke aard dan ook (dus niet alleen t.b.v. kabels) extra FB-ondersteuning en verankering vereist zijn2. E.e.a. dient van tevoren met de leveranciers van zowel het installatiemateriaal (ladderbaan, kabelgoot, ventilatiekanaal e.d.) als de brandwerende doorvoering te worden afgestemd. In principe zijn uitsluitend gecertificeerde oplossingen toegestaan. 3) Dit is een doorvoering die minimaal voldoet aan de geëiste brandwerendheid van de wand zelf. Het toepassen van de juiste doorvoering op de juiste plaats is uitgewerkt in ISSO-publicatie ISSO/SBR 809 Brandveilige doorvoeringen. 4) Denk voor kabeldraagsystemen aan extra ondersteuningen op 100 en 400 mm aan beide zijden van de doorvoering. Voorbeeld Niet zo, maar zo!

Wanneer Norm voor kabels volgens EN50577? De Europese verordening EN sluit kabels met Isolatiebehoud en/of (resistance to fire) expliciet uit. E

Wanneer Norm voor kabels volgens EN50577? De Europese verordening EN sluit kabels met Isolatiebehoud en/of (resistance to fire) expliciet uit. E Agenda: wijzigingen in de NPR 2576:2018 pren 50577 Bouwkundige oplossingen en ondergronden Overgangen en accessoires Onderlinge uitwisselbaarheid van systemen Kabelsysteemoplossingen Page Wie ben ik? Ricardo

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN RAPPORT VAN OPLEVERING BRANDMELDINSTALLATIE

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN RAPPORT VAN OPLEVERING BRANDMELDINSTALLATIE VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN RAPPORT VAN OPLEVERING BRANDMELDINSTALLATIE Bestemd voor een brandmeldinstallatie zonder doormelding naar de RAC (Dus zonder eis tot certificering) Pagina 1 van 7 Toelichting

Nadere informatie

FUNCTIEBEHOUD BIJ BRAND EENVOUDIG, COMPLEET EN VEILIG

FUNCTIEBEHOUD BIJ BRAND EENVOUDIG, COMPLEET EN VEILIG FUNCTIEBEHOUD BIJ BRAND EENVOUDIG, COMPLEET EN VEILIG P31 kabelgoot functiebehoud Zie pag. 126 GLO-4 kabelladder functiebehoud Zie pag. 130 20 kg/m 20 kg/m SEND 35 Ondersteuningsafstand tot 1500 mm Gootbreedte

Nadere informatie

Overzicht Frequently Asked Questions normcommissie 353 086 Brandmeldsystemen versie 3 januari 2006

Overzicht Frequently Asked Questions normcommissie 353 086 Brandmeldsystemen versie 3 januari 2006 Overzicht Frequently Asked Questions normcommissie 353 086 Brandmeldsystemen versie 3 januari 2006 Vraag 01 - Halonblusinstallatie Moet ik tijdens brand de luchtkleppen sluiten en ventilatoren uitschakelen

Nadere informatie

Sjaak Taal. Omgevingsvergunning. Gecertificeerde BMI/OAI (BIO) Inspectiecertificaat

Sjaak Taal. Omgevingsvergunning. Gecertificeerde BMI/OAI (BIO) Inspectiecertificaat Page 1 Sjaak Taal Portfoliomanager Fire Safety Siemens Building Technologies 55 jaar 34 jaar actief in de brandmeldtechniek 10 jaar brandweer Den Haag (Haaglanden) 24 jaar Siemens NL Vertegenwoordiger

Nadere informatie

Het gevolg is echter dat elke school en elk stuk gang apart moet worden doorgerekend.

Het gevolg is echter dat elke school en elk stuk gang apart moet worden doorgerekend. brandweer regio ijssel vecht memo aan RPO kopie aan van Jaap Smit doorkiesnummer 038-498 22 57 datum 11 juli 2000 onderwerp vrije gangbreedte in scholen In de praktijk worden we steeds vaker geconfronteerd

Nadere informatie

Brandveiligheid Brandwerende bouwelementen

Brandveiligheid Brandwerende bouwelementen Brandveiligheid Brandwerende NBN 713-020 1968 Beveiliging tegen brand - Gedrag bij brand bij bouwmaterialen en - Weerstand tegen brand van ) (met erratum) NBN 713-020/A1 1982 Beveiliging tegen brand -

Nadere informatie

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa Adviesbureau VanderWeele Installatietechniek en Bouwfysica Brandveiligheid Marinegebouw 6 te Amsterdam Datum: eferentie: apport: 19 maart 2015, rev. 15 september 2015 2015106 309 J.P. van der Weele / S.

Nadere informatie

CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING

CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING Technisch bulletin 65 datum 23 april 2008 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING 1 INLEIDING Dit Technisch Bulletin gaat op de publicatiedatum in. Certificaten overeenkomstig de systematiek

Nadere informatie

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC

Nadere informatie

MEMORANDUM 65 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING

MEMORANDUM 65 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING MEMORANDUM 65 CLASSIFICATIE VAN CERTIFICATEN NAAR BRANDCOMPARTIMENTERING 1 Inleiding Dit Memorandum gaat op de publicatiedatum in. Certificaten overeenkomstig de systematiek van dit Memorandum mogen pas

Nadere informatie

Bestaande ontruimingsalarminstallaties

Bestaande ontruimingsalarminstallaties Rijnstraat 8 Postbus 20952 2500 EZ Den Haag Bestaande ontruimingsalarminstallaties Instructie Versie 1.0 Status Definitief Contactpersoon T 0800-899 1103 info.infofoon @rgd.minbzk.nl Betreft Bestaande

Nadere informatie

checklist www.bbn.nu

checklist www.bbn.nu Deze checklist is door BBN, Brandveilig Bouwen Nederland ontwikkeld om betrokkenen bij brandveiligheid een handvat te geven om bouwkundige brandveiligheid eenvoudig te checken. Missie van BBN Vereniging

Nadere informatie

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk Ontwerp met 3 verdiepingen Rapportnummer FM 17692-3-RA d.d. 27 februari 2014 Brandveiligheidsaspecten

Nadere informatie

WIJZIGINGEN BRANDVEILIGE DOORVOERINGEN

WIJZIGINGEN BRANDVEILIGE DOORVOERINGEN WIJZIGINGEN BRANDVEILIGE DOORVOERINGEN Wijziging in tabellen hoofdstuk 2 Tabel 1 Uitbreiding toepassingsgebied doorvoeringen van kunststof leidingen (pg. 11 publicatie) Verandering van leidingmateriaal

Nadere informatie

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn:

Montagehandleiding. Voordat u start met het plaatsen van het Twist-Fix lijnsysteem, controleer of de volgende artikelen aanwezig zijn: Montagehandleiding Het Twist-Fix lijnsysteem is conform de EN-795C voor platte daken en geschikt voor vier gebruikers tegelijkertijd. Het lijnsysteem wordt middels ankerpunten mechanisch bevestigd aan

Nadere informatie

Art 3.64 / / Verkeersruimte wordt verkeersroute Een verkeersruimte mag volgens het bouwbesluit niet door een verblijfsgebied lopen. Pag

Art 3.64 / / Verkeersruimte wordt verkeersroute Een verkeersruimte mag volgens het bouwbesluit niet door een verblijfsgebied lopen. Pag NEN 2535:2017 Page 56 Even voorstellen NEN 2535:2017 versus NEN 2535:2009 + C1 Jac Waas Technisch productmanager Novar Nederland voor: - Esser brandmeldsystemen - Variodyn ontruimingsalarmsystemen 33 werkzaam

Nadere informatie

Algemene omschrijving... blz 2. Blokschema... blz 2. Omschrijving van de produkten... blz 3, 4 en 5. Opbouw... blz 5

Algemene omschrijving... blz 2. Blokschema... blz 2. Omschrijving van de produkten... blz 3, 4 en 5. Opbouw... blz 5 Index Algemene omschrijving........................................................ blz 2 Blokschema................................................................. blz 2 Omschrijving van de produkten..................................................

Nadere informatie

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw ir. J.H. van der Veek V2BO Advies sheet 1 analyse huidige praktijk bouwvoorschriften geen prestatie-eisen in bouwvoorschriften bij verblijfsgebied

Nadere informatie

CONCEPT WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

CONCEPT WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen Herziening van okt. 2011 CONCEPT WATERWERKBLAD AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen WB 3.4 DATUM: OKT 2014 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de aanleg van leidingen in

Nadere informatie

Programma van Eisen voor Brandweerliften (PvE) SBCL 13-017

Programma van Eisen voor Brandweerliften (PvE) SBCL 13-017 Programma van Eisen voor Brandweerliften (PvE) SBCL 13-017 verplicht vanaf 1 maart 2013 Vanaf 1 maart dient voor brandweerliften een PvE opgesteld te worden, dit in analogie met andere brandveiligheidsinstallaties.

Nadere informatie

Algemene. Montagerichtlijnen. Elektrische Bediende. Beveiligingsrolluiken. NCP AMR augustus 2007 versie 1.0

Algemene. Montagerichtlijnen. Elektrische Bediende. Beveiligingsrolluiken. NCP AMR augustus 2007 versie 1.0 Algemene Montagerichtlijnen Elektrische Bediende Beveiligingsrolluiken Algemene montage richtlijnen elektrische beveiligingsrolluiken Inleiding: Een rolluik is zo sterk als zijn bevestiging toelaat. Vandaar

Nadere informatie

Werkinstructie monteurs. Communicatie is de sleutel tot success!

Werkinstructie monteurs. Communicatie is de sleutel tot success! Werkinstructie monteurs Communicatie is de sleutel tot success! Werkinstructie: afgekeurde groepenkasten. Geen hoofdschakelaar Afgekeurd Open rails zonder afscherming in de groepenkast Afgekeurd Verouderen

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

Art. 104 VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BRAND

Art. 104 VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BRAND Art. 104 VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BRAND 3 3 Context Wat is Art. 104? AREI (het Algemeen Regelement op Elektrische Installaties) Hoofdstuk 2 : Beschermingsmaatregelen Deel 2 : Bescherming tegen thermische

Nadere informatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie conform NEN C1-2010

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie conform NEN C1-2010 conform NEN 2535-2009+C1-2010 Risico Object Naam : Zorg- en recreatieboerderij De Bult Adres : Beekstraat 13 Postcode : 7227 NC Plaats : TOLDIJK Opdrachtgever PvE Naam : Zorg- en recreatieboerderij De

Nadere informatie

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

Zaanstreek-Waterland Zaanstad Zaanstreek-Waterland Zaanstad Sector Voorbereidende Brandweerzorg, Afdeling Proactie en Bouwvergunningen Postadres: Postbus 150, 1500 ED Zaandam Bezoekadres: Prins Bernhardplein 112, 1508 XB Zaandam Tel:

Nadere informatie

Bijlage A. Programma van Eisen (PvE)

Bijlage A. Programma van Eisen (PvE) Bijlage A (normatief) Programma van en (PvE) A.1 Inleiding Om tot een verantwoorde brandmeldinstallatie te komen, moeten de uitgangspunten eenduidig zijn vastgelegd. Het PvE van de brandmeldinstallatie

Nadere informatie

Verticaal vluchten bij transformatie en renovatie van woongebouwen. Roy Hendriks, Alcedo Stan Veldpaus, Colt International

Verticaal vluchten bij transformatie en renovatie van woongebouwen. Roy Hendriks, Alcedo Stan Veldpaus, Colt International Verticaal vluchten bij transformatie en renovatie van woongebouwen Roy Hendriks, Alcedo Stan Veldpaus, Colt International Even voorstellen Alcedo Roy Hendriks, adviseur brandveiligheid & bouwfysica Colt

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

Programma van Eisen. Het Programma van Eisen is onderverdeeld in een drietal blokken, te weten: 1. Gegevens 2. Eisen 3.

Programma van Eisen. Het Programma van Eisen is onderverdeeld in een drietal blokken, te weten: 1. Gegevens 2. Eisen 3. Handleiding Programma van Eisen Dit model Programma van Eisen vormt een onderdeel van de Regeling Brandmeldinstallaties 2002. Het Programma van Eisen is bedoeld voor de PvE-opsteller, conform de vernoemde

Nadere informatie

Uitgebreide Checklist. 1. Organisatorische aspecten

Uitgebreide Checklist. 1. Organisatorische aspecten Uitgebreide Checklist 1. Organisatorische aspecten Controlerapporten, keuringsrapporten, certificaten etc. zijn verzameld in een logboek. Zijn alle controles in het logboek vastgelegd, inclusief datum

Nadere informatie

Checklist Brandveilige Bekabeling

Checklist Brandveilige Bekabeling Beoordeling conform NTA 8012, beperking van schade als gevolg van brand van en via elektrische leidingen in de elektrische installatie. 1 Lees voor gebruik de toelichting op pagina 5. Dossiernummer : Project

Nadere informatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallaties (BMI) Volgens NEN 2535:2017

Programma van Eisen Brandmeldinstallaties (BMI) Volgens NEN 2535:2017 1. Gegevens Documentnummer: Datum opmaak: Opsteller van het PvE: Naam: Bedrijf: Erkenningsnummer: n.v.t. Certificaat vereist: ja, voor de certificatieprocedure wordt het opleveringsrapport opgesteld. nee,

Nadere informatie

7.3 Grenstoestand met betrekking tot de dragende functie 7.3.1 Kanaalplaatvloeren Buiging

7.3 Grenstoestand met betrekking tot de dragende functie 7.3.1 Kanaalplaatvloeren Buiging Tabel 4 Brandwerendheidseisen met betrekking tot bezwijken (zie Bouwbesluit tabellen V) bouwconstructie brandwerendheidseis (min.) bouwconstructie waarvan bet bezwijken l~idt tot bet onbruikbaar worden

Nadere informatie

Ronde installatiebuis

Ronde installatiebuis Ronde installatiebuis Waarvoor gebruiken we installatiebuis? Installaties kunnen worden aangelegd met kabels, maar voor woonhuizen worden meestal pvc-buizen met draad gebruikt. Door geïsoleerd draad in

Nadere informatie

Brandveiligheid volgens plan

Brandveiligheid volgens plan Brandveiligheid volgens plan NEN 2535:2009 Een aantal markante wijzigingen op een rij Kennisbijeenkomst Techniek, 17 november 2010 Presentatie R2B Inspecties B.V. ISO 17020 type A geaccrediteerde inspectie-instelling

Nadere informatie

Welkom. Training Functiebehoud

Welkom. Training Functiebehoud Welkom Training Functiebehoud Agenda Waarom functiebehoud? Wanneer functiebehoud? Prestatie-eis De normen Gedrag tijdens brand De kabels en draagsystemen De montageoplossingen Ondersteuning Cable Masters

Nadere informatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010 Programma van en Brandmeldinstallatie Conform :2009 en correctie C1:2010 Naam : OTT Hoofddorp Adres : Arnolduspark 4 te Hoofddorp Woonplaats : Hoofddorp Projectnummer: 0014-A-01-Gerssen-OTT Hoofddorp 1.

Nadere informatie

FAQ Brandveiligheid NEN 2535

FAQ Brandveiligheid NEN 2535 FAQ Brandveiligheid NEN 2535 1. Heeft het zin om handbrandmelders toe te passen als extra signalering naast rookmelders in een niet-zelfredzame gezondheidsfunctie? Ja, dit heeft wel degelijk zin en wordt

Nadere informatie

HULTO mbzh. Omvlochten halogeenvrije installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm.

HULTO mbzh. Omvlochten halogeenvrije installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm. Constructiegegevens NEN: Z 1 O YMz 1 Kasmbzh 0,6/1kV Toepassing: Halogeenvrije voedings en stuurstroomkabel in laagspanningsinstallaties tot 1 kv, geschikt voor alle in NEN 1010 aangegeven toepassingen,

Nadere informatie

VULTO mb. Omvlochten installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm

VULTO mb. Omvlochten installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm Constructiegegevens NEN: VO YMvKasmb 0,6/1kV Toepassing: Voedings en stuurstroomkabel in laagspanningsinstallaties tot 1 kv, geschikt voor alle in NEN 1010 aangegeven toepassingen Voor aanleg direct in

Nadere informatie

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks / D. Machielsen Datum/versie: 16 augustus 2016, versie 02D Betreft: Club Sportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling

Nadere informatie

ZETTEX BRANDWEREND PAKKET

ZETTEX BRANDWEREND PAKKET BRANWEREN ZETTEX BRANWEREN PAKKET Brandveiligheid is een punt dat in de laatste jaren nadrukkelijker op de agenda is komen te staan. Het uitgangspunt van brandveiligheid is compartimering. it betekent

Nadere informatie

Overdrukinstallaties. Whitepaper. Uw volgende stappen: Bel ons: 0485-39 99 99 Email ons: seminar@nl.coltgroup.com Bezoek onze website: www.coltinfo.

Overdrukinstallaties. Whitepaper. Uw volgende stappen: Bel ons: 0485-39 99 99 Email ons: seminar@nl.coltgroup.com Bezoek onze website: www.coltinfo. Overdrukinstallaties Uw volgende stappen: Bel ons: 0485-39 99 99 Email ons: seminar@nl.coltgroup.com Bezoek onze website: www.coltinfo.nl Whitepaper 2015 Colt International Licensing Ltd. Overdrukinstallaties:

Nadere informatie

1. Algemeen !!!LET OP!!!

1. Algemeen !!!LET OP!!! powered by 1. Algemeen Laminotherm is een zeer dunne vloerverwarming om laminaat en (onder voorwaarden) parketvloeren op een comfortabele temperatuur te houden. e voordelen van Laminotherm zijn de eenvoudige

Nadere informatie

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen Herziening van juni 2004 WATERWERKBLAD AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen WB 3.4 DATUM: OKT 2011 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de aanleg van leidingen in gebouwen

Nadere informatie

ELEKTROTECHNIEK 6. Brand aan de buitenkant van de kabelgoot, behoud van de elektrische functie gedurende 30 en 60 minuten

ELEKTROTECHNIEK 6. Brand aan de buitenkant van de kabelgoot, behoud van de elektrische functie gedurende 30 en 60 minuten Elektrotechniek 6 Elektriciteitskabels en -leidingen worden tegen brand beschermd met het doel: Het functioneren van de kabels in geval van brand te waarborgen. Kabelbranden te vermijden. De voortplanting

Nadere informatie

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN Opsteller Namens Datum onderzoek Aanwezig Naam Namens Naam bouwwerk Straat Gemeente Bestemming bouwwerk Contactpersoon Telefoonnummer Datum gebruiksvergunning Datum

Nadere informatie

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld) Het onderzochte gebouw moet volgens Bouwbesluit Artikel 6.20 worden voorzien van een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie met niet-automatische bewaking zonder doormelding naar de brandweer. Dit houdt

Nadere informatie

Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden.

Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan de Broekstraat 2a te Asten-Heusden. Documentnummer 1405f d.d. 30 mei 2014 Projectnummer 14.5725.1a Project melkveestal Aarts Betreft brandcompartimentering Bovengenoemd project betreft de nieuwbouw van een melkveestal voor vof Aarts aan

Nadere informatie

massief kunststof plaat

massief kunststof plaat VERWERKINGSMETHODEN In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de eisen van het stijl- en regelwerk. Tevens zijn de uitgangspunten voor de verwerkingsmethoden (zichtbare- en blinde bevestiging) opgenomen.

Nadere informatie

VULT mb. Installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm

VULT mb. Installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm Constructiegegevens NEN: YMvKmb 0,6/1kV Toepassing: Voedings en stuurstroomkabel in laagspanningsinstallaties tot 1 kv, geschikt voor alle in NEN 1010 aangegeven toepassingen Vochtige ruimten Kan onder

Nadere informatie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project 20130202: Verbouw tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen

Nadere informatie

Waarom FunctieBehoud in de NEN Page 33 Ontdekkingstijd Alarmeringstijd Ontruimingstijd 0 minuten 13 minuten 15 minuten 25 minuten 30 minuten 60

Waarom FunctieBehoud in de NEN Page 33 Ontdekkingstijd Alarmeringstijd Ontruimingstijd 0 minuten 13 minuten 15 minuten 25 minuten 30 minuten 60 Page 31 Page 32 Sjaak Taal + A1 +A2 Portfoliomanager Fire Safety Siemens Building Technologies 34 jaar actief in de brandmeldtechniek 10 jaar brandweer Den Haag (Haaglanden) 24 jaar Siemens NL Vertegenwoordiger

Nadere informatie

Notitie 4111199.N02. Akoestisch advies voor de verbouw van het fabrieks- annex kerkgebouw aan de Oudeweg te Ter Apel tot woongebouw.

Notitie 4111199.N02. Akoestisch advies voor de verbouw van het fabrieks- annex kerkgebouw aan de Oudeweg te Ter Apel tot woongebouw. Akoestisch advies voor de verbouw van het fabrieks- annex kerkgebouw aan de Oudeweg te Ter Apel tot woongebouw Inleiding In opdracht van B.B.A.W. Bouwmanagement te Norg is ten behoeve van de verdere planuitwerking

Nadere informatie

Naam: Adres: Hoog. Midden. Laag n.v.t. Adres: Newtonstraat 1. Telefoon: 0318 505 548. Brandweer. Verzekeraar. Eigenaar / Gebruiker

Naam: Adres: Hoog. Midden. Laag n.v.t. Adres: Newtonstraat 1. Telefoon: 0318 505 548. Brandweer. Verzekeraar. Eigenaar / Gebruiker 1. Gegevens Invullen door PvE-opsteller Documentnummer: Datum opmaak: PvE-opsteller: Naam: Adres: Certificaat vereist: Ja Nee, wel rapport van oplevering Inspectiefrequentie: Hoog Midden Laag n.v.t. Bouwwerk:

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN. RAPPORT VAN OPLEVERING Rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA)en Rookbeheersingsinstallaties in parkeergarages

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN. RAPPORT VAN OPLEVERING Rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA)en Rookbeheersingsinstallaties in parkeergarages VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN RAPPORT VAN OPLEVERING Rook- en warmteafvoerinstallaties (RWA)en Rookbeheersingsinstallaties in parkeergarages (Nieuwbouw) Versie: 18-10-2010 Pagina 1 van 12 Rapport van Oplevering

Nadere informatie

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL Om snel een inschatting te maken van het risico op brandoverslag bij industriële hallen kunt u de ROCKWOOL brandoverslag Rekentool gebruiken. Hiermee kan de benodigde brandwerendheid

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM Brandveiligheid Datum 2 juni 2017 Projectnummer 16015 Project Clubgebouw AFC Status Definitief Fase OMGEVINGSVERGUNNING Opdrachtgever ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus 1269 1000 BG AMSTERDAM

Nadere informatie

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE UITGANGSPUNTEN Regelgeving Tekeningen Gebouw LEGENDA UITGANGSPUNTEN..P LEGENDA VOORZIENINGEN BRANDVEILIGHEID Opmerking 1 Opmerking 2 Het bouwplan is getoetst aan: - Bouwbesluit 2012; - 2.2 Sterkte bij

Nadere informatie

Bepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm

Bepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm TNO-rapport 2005-CVB-R0485 Bepaling van functiebehoud bij brand volgens NPR 2576: 2005 van JMV bevestigingsbeugels, type FBB 6, 8, 10, 12, 14, 16, 19 en 25 mm Centrum voor Brandveiligheid Van Mourik Broekmanweg

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

HULT mbzh. Halogeenvrije installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm

HULT mbzh. Halogeenvrije installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm Constructiegegevens NEN: YMz 1 Kmbzh 0,6/1 kv Toepassing: Halogeenvrije voedings en stuurstroomkabel in laagspanningsinstallaties tot 1 kv, geschikt voor alle in NEN 1010 aangegeven toepassingen, vooral

Nadere informatie

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen WATERWERKBLAD AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Bevestiging van leidingen WB 3.6 DATUM: JUNI 2004 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de bevestiging van leidingen is in artikel 3.6 van NEN

Nadere informatie

ORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING

ORYX Collar WR PRODUCTBESCHRIJVING ORYX Collar WR Versie., 0-05-07 (Dutch) ORYX, passie voor passieve brandbescherming ORYX is de specialist in passieve brandbescherming van gebouwen. Dankzij zijn gedreven expertise en een uitgebreid productassortiment

Nadere informatie

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c datum: 9 september 2016 projectleider: W. van Elst opgesteld

Nadere informatie

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012 MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks Datum/versie: 30 juni 2016, versie 02a Betreft: Clubsportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling brandveiligheid Projectnr:

Nadere informatie

Pascal van den Heuvel. wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen

Pascal van den Heuvel. wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen Pascal van den Heuvel wetgevend kader voor brandbare afdichtingen bijlage 7 type-oplossingen 1 AGENDA - Wetgeving ifv. leidingdoorvoeringen - Bijlage 7 - Benadering probleem - Vragen 2 Basis normen 21

Nadere informatie

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type 1290... blz 2 en 3

Algemeen... blz 2. Blokschema... blz 2. Beschrijving besturingseenheid type 1290... blz 2 en 3 Index Algemeen................................................................... blz Blokschema.................................................................. blz Beschrijving besturingseenheid type

Nadere informatie

Postbus 554 2665 ZN Bleiswijk Brandpuntlaan Zuid 16 2665 NZ Bleiswijk 088 3473 723 nederland@efectis.com

Postbus 554 2665 ZN Bleiswijk Brandpuntlaan Zuid 16 2665 NZ Bleiswijk 088 3473 723 nederland@efectis.com Postbus 554 2665 ZN Bleiswijk Brandpuntlaan Zuid 16 2665 NZ Bleiswijk 088 3473 723 nederland@efectis.com Vleugelboot 22 3991 CL HOUTEN Boerhaavelaan 40 2713 H ZOETERMEER Postbus 190 2700 AD ZOETERMEER

Nadere informatie

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND

BIJLAGE 5/1: REACTIE BIJ BRAND 0 PLATEN [De platen zijn opgenomen bij de betreffende tekst] Plaat 5.1 - Groendaken 1 VOORWERP De vereisten inzake de reactie bij brand en het gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde die vermeld zijn

Nadere informatie

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting Beach hotel te Zoutelande Rapportage berekening permanente vuurbelasting Beach hotel te Zoutelande Rapportage berekening permanente vuurbelasting Opgesteld door: Datum: 6-3-2015 S&W Consultancy Rapportnr:

Nadere informatie

Programma van Eisen. (Conform NEN2575:2004 met wijzigingsplan NEN2575:2004/C1:2006) : 20 mei 2011

Programma van Eisen. (Conform NEN2575:2004 met wijzigingsplan NEN2575:2004/C1:2006) : 20 mei 2011 Zaaksdossier:: O-000287 OLO: 11 mei 2011 Doc.ond.: 11.004109: Aanvraag omgevingsvergunning-rapport Product: Bouwen, Melding brandveilig gebruik, Toestemming brandveilig gebruik Beh. : Pb/WABO Programma

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Functiebehoud

Veelgestelde vragen Functiebehoud Veelgestelde vragen Functiebehoud Veelgestelde vragen over functiebehoud 1. Wat betekent Functiebehoud? 2. Wat betekent ABP? 3. Is E60 hetzelfde als FB60? 4. Wat betekent een functiebehoud systeem, E30

Nadere informatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010 Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Conform NEN 2535:2009 en correctie C1:2010 Naam : VSO-De Hoge Brug Adres : Hillegondastraat 23-25 PC/Woonplaats : 3051PA Rotterdam Bedrijf : Opsteller: Documentnummer:

Nadere informatie

ERRATA WIJZIGINGEN JULI 1996 OP DE VOORSCHRIFTEN VOOR AUTOMATISCHE SPRINKLERINSTALLATIES

ERRATA WIJZIGINGEN JULI 1996 OP DE VOORSCHRIFTEN VOOR AUTOMATISCHE SPRINKLERINSTALLATIES ERRATA WIJZIGINGEN JULI 1996 OP DE VOORSCHRIFTEN VOOR AUTOMATISCHE SPRINKLERINSTALLATIES Bilthoven Zoals de oplettende lezer niet zal zijn ontgaan is er in de laatste wijzigingen op de VAS (juli 1996)

Nadere informatie

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

Nadere informatie

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD RAPPORT BRANDVEILIGHEID NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard Nr.: 16-1476-OMG Project 7016.016 8 juli 2016 Versie 1.0

Nadere informatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Programma van en Brandmeldinstallatie Zorgcentrum Maria Oord Hansweert Documentnummer 133.2.2134 PvE BMI A.3 Model PvE A.3.1 Gegevens De gegevens moeten worden ingevuld door de opsteller van het PvE. Documentnummer:

Nadere informatie

Rookwerendheid van Attema Brandwerende Doorvoer

Rookwerendheid van Attema Brandwerende Doorvoer Postbus 554 2665 ZN Bleiswijk Brandpuntlaan Zuid 16 2665 NZ Bleiswijk 088 3473 723 nederland@efectis.com Postbus 58 4200 AB GORINCHEM Onze referentie Bleiswijk, Projectnummer ENL-14-001109 Rookwerendheid

Nadere informatie

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen WATERWERKBLAD AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen WB 3.4 DATUM: JUNI 2004 Auteursrechten voorbehouden Met betrekking tot de aanleg van leidingen in gebouwen is in artikel 3.4 van

Nadere informatie

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014)

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014) Brandpreventie Project: Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 Camping Oranjezon HOOFDGEBOUW (2014) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Indeling brandcompartimenten Hoofdstuk 3 Indeling beschermde

Nadere informatie

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige Rookbeheersing Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden Ronald Driessens rookbeheersingsdeskundige Inhoud presentatie Rookbeheersing: Wat is rookbeheersing? Wanneer wordt het toegepast? Waaruit

Nadere informatie

Rapport van Onderhoud

Rapport van Onderhoud 1. Gegevens Werkbonnummer: 2M131688 Datum opmaak: 11-12-2013 Bouwwerk: Soort: School, onderwijsfunctie Adres: Sportstraat 3, 1767CD, Kolhorn Eigenaar / Beheerder: Adres: Stichting Surplus, Postbus 1740AJ

Nadere informatie

Brandveiligheid, Zonnepanelen en PV installaties op platte daken

Brandveiligheid, Zonnepanelen en PV installaties op platte daken Brandveiligheid, Zonnepanelen en PV installaties op platte daken Brandveiligheid en aanverwante gevaren Zonnepanelen en PV installaties op platte daken Algemene eisen De zonnepanelen en omvormers dienen

Nadere informatie

BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde

BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde BIJLAGE 5: REACTIE BIJ BRAND : Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde INHOUD. 1. Voorwerp 2. Indeling van gebouwen 3. Lokalen 4. Evacuatiewegen en trappenhuizen 4.1. Bouwproducten 4.2. Productenvoor

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel Gatwickstraat 11 1043 GL AMSTERDAM Postbus 94204 1090 GE AMSTERDAM T +31 (0)20-6967181 F +31 (0)20-6634962 E Amsterdam@chri.nl www.chri.nl Notitie 20140549-02 Project: "Masterplan-Faculteit" te Rotterdam

Nadere informatie

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches

II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches II. 12 BVCHECK MC Checklist voor de preventie van brand in de mini-crèches Deze checklist helpt bepalen aan welke vereisten de mini-crèche op het vlak van brandveiligheid aan het besluit van de Vlaamse

Nadere informatie

Installatievoorschriften

Installatievoorschriften Installatievoorschriften Bestudeer deze instructies aanachtig voor aanvang van de installatiewerk-zaamheden! Deze E-Heat vloerverwarmingsfolie dient aangesloten te worden op 230V. Installatie dient te

Nadere informatie

De brandwerendheid van ramen, wanden en deuren

De brandwerendheid van ramen, wanden en deuren De brandwerendheid van ramen, wanden en deuren Bert Nieuwenhuizen (BBN), Jacques Mertens (Peutz), Gisela van Blokland (NEN) Inleiding Dit artikel geeft een korte beschrijving van de wijze waarop de normcommissie

Nadere informatie

Handleiding Comfort Mat

Handleiding Comfort Mat Handleiding Comfort Mat Het toppunt van comfort. Het toppunt van eenvoud. Elektrische vloerverwarming Inleiding In deze handleiding van de elektrische vloerverwarming beschrijven wij stapsgewijs waar u

Nadere informatie

Atria en brandveiligheid

Atria en brandveiligheid AKOESTIEK EN BOUWFYSICA LAWAAIBEHEERSING MILIEUTECHNOLOGIE BRANDVEILIGHEID Atria en brandveiligheid ir J.J. Mertens Zoetermeer Mook Düsseldorf Parijs Londen www.peutz.nl Aan de orde komen wat zijn kenmerken

Nadere informatie

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN

INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN INSTALLATIE-INSTRUCTIE HOLETHERM DUBBELWANDIGE ROESTVAST-STALEN ZELFBOUW SCHOORSTENEN 1. Toepassing Het HOLETHERM D.W.-schoorsteensysteem is uitermate geschikt voor toepassing op openhaarden, hout- en

Nadere informatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie

Programma van Eisen Brandmeldinstallatie Documentnaam: 6086BD54-PVE-2015-11-27 Pagina: 1 van 9 1. Gegevens Documentnummer: 6086BD54-PVE-2015-11-27 Datum opmaak: 27-11-2015 PvE-opsteller Certificaat vereist Bouwwerk: Doel installatie Bouwvergunning:

Nadere informatie

VULT mb. Installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm. Geel/Groene ader Materiaal buitenmantel. NEN: YMvKmb 0,6/1kV

VULT mb. Installatiekabel. Constructiegegevens. Eigenschappen. Elektrisch. Geleidervorm. Geel/Groene ader Materiaal buitenmantel. NEN: YMvKmb 0,6/1kV Constructiegegevens Geleidermateriaal Geleidervorm Aderisolatie Geel/Groene ader Materiaal buitenmantel Mantelkleur Cu, blank Rond XLPE (VPE) Ja PVC Grijs NEN: YMvKmb 0,6/1kV Toepassing: Voedings- en stuurstroomkabel

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: Betreft: Kantoorgebouw met sprinklerinstallatie Trefwoorden: Sprinkler, brandwerendheid op bezwijken, brandwerende coating, grootte brandcompartiment : Status: Definitief Adviesaanvraag

Nadere informatie

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van

Nadere informatie

A.3 Model PvE BEM

A.3 Model PvE BEM A.3 Model PvE BEM1502765 A.3.1 Gegevens gemeente Steenbergen De gegevens moeten worden ingevuld door de opsteller van het PvE. Documentnummer: 215164 Datum opmaak: 12 maart 2015 / C1 juni 2010 Opsteller

Nadere informatie