16 Methodologische discussie
|
|
- Oscar Willemsen
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 16 Methodologische discussie In dit hoofdstuk wordt de gebruikte onderzoeksmethode onderworpen aan een kritische beschouwing. In paragraaf 16.1 wordt ingegaan op de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van ruwe gegevens en op de generaliseerbaarheid van de resultaten. In paragraaf 16.2 worden enkele beperkingen besproken die samenhangen met de gemaakte theoretische en operationele keuzes 'Respons', betrouwbaarheid en generaliseerbaarheid 'Respons': de beschikbaarheid van de gegevens Deze studie kende beperkingen in de beschikbaarheid van het ruwe-gegevensmateriaal. Ten eerste was er sprake van beperkte beschikbaarheid van tekstbronnen. Hoewel toegang tot archieven van afdelingen JGZ of van GGD'en is nergens geweigerd, kan worden aangenomen dat vertrouwelijke stukken in privé-archieven waarschijnlijk slechts beperkt boven tafel zijn gekomen. Archieven bleken verder geregeld te zijn 'geschoond' van oud materiaal, waarbij waren alleen de definitieve versies van formele documenten bewaard waren. Vooral in Groningen werd de reconstructie van de beleidsprocessen hierdoor belemmerd. Door de achtereenvolgende fusies, reorganisaties en verhuizingen, waren daar de archieven veelvuldig 'geschoond'. Een ander aspect van de beperkte beschikbaarheid van tekstbronnen betreft de sterk informele en mondelinge cultuur die in sommige regio's werd aangetroffen. Vooral in Oost- Groningen en Noord-Limburg was hierdoor het aantal beschikbare tekstbronnen beperkt. Ten tweede was er de 'respons' van de beleidsactoren die voor interviews zijn benaderd. Omdat de reconstructies zich uitstrekten over een periode van ongeveer tien kalenderjaren, waren niet alle relevante actoren meer bereikbaar. Voormalige hoofden JGZ, voormalige directeuren GGD en andere actoren uit het begin van de jaren negentig, konden vaak niet meer worden uitgenodigd voor een interview. In twee regio's lukte het bovendien niet om zittende wethouders te interviewen. Zij lieten via de directeuren GGD weten niets toe te kunnen voegen aan de woorden van die directeuren. Ondanks de beperkingen in beschikbaarheid van tekstbronnen en interviews was voor de 20 in de eindanalyse gebruikte beleidsprocessen voldoende materiaal voorhanden om een reconstructie op te baseren (zie bijlage 7). Betrouwbaarheid van de data De betrouwbaarheid van de data wordt, behalve door 'non-respons', nog door enkele andere zaken beperkt. Ten eerste worden in formele tekstbronnen vooral 'officiële' versies van gebeurtenissen weergegeven a). Hierdoor kunnen weerstand tegen veranderingen en (andere) niet geslaagde invloedspogingen onzichtbaar blijven. Ook kunnen in formele beleids- en beslisdocumenten sommige actoren belangrijker lijken dan dat ze in de praktijk zijn. Juist deze formele documenten werden bij het 'schonen' van archieven (zie hiervoor) vaak bewaard. Het genoemde bezwaar geldt in veel mindere mate voor vergaderverslagen en briefwisselingen. Daarin zijn niet-geslaagde invloedspogingen vaak wel goed zichtbaar. a) Zie hierover ook: Ringeling AB. Beleidstheorieën en theorieën over beleid. Beleid & Maatschappij 1985;12:275 e.v. Hoofdstuk 16. Discussie 257
2 Door halfgestructureerde interviews af te nemen bij sleutel-actoren in een regio is getracht het bezwaar van de 'officiële versies' in tekstbronnen te ondervangen. Ook bij interviews kunnen echter problemen optreden met de betrouwbaarheid van de data. De geïnterviewde actoren zijn namelijk gekozen in overleg met de contactpersoon in een regio. Deze contactpersoon is steeds zelf ook een actor geweest in de onderzochte beleidsprocessen. Het is dus mogelijk dat bij de keuze van de te interviewen actoren een selectie is opgetreden. Dit kan vooral een rol hebben gespeeld bij de selectie van de jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en schooldirecteuren. Bij deze actoren was er steeds keuze uit meer personen, maar is meestal slechts één persoon per discipline geïnterviewd. In de regionale GGD'en geldt dit ook voor de wethouders en de beleidsambtenaren. Door deze selectie van actoren kan een vertekening in de reconstructies zijn opgetreden in de richting van de door de contactpersoon ervaren werkelijkheid. Verder is niet uit te sluiten dat geïnterviewden soms 'sociaal wenselijke' antwoorden hebben gegeven, bijvoorbeeld over de wijze van interactie of de wijze van gebruik van kennis. Getracht is dit knelpunt in elk geval deels te ondervangen door verschillende actoren te interviewen: binnen de afdeling JGZ, breder binnen de GGD en buiten de GGD. Een derde aspect van betrouwbaarheid betreft de subjectiviteit in de kwalitatieve analyse van de ruwe gegevens. Deze is tegengegaan door de in paragraaf beschreven methodieken voor kwaliteitsbewaking in kwalitatief onderzoek. Hierbij waren vooral twee zaken belangrijk: de codering van de ruwe gegevens door twee codeurs en de terugkoppeling van de gereconstrueerde beleidsprocessen naar contactpersonen bij de GGD'en. De in paragraaf beschreven combinatie van methodes en niveaus in de analyse, draagt verder bij aan het inperken van het bezwaar van subjectiviteit in de kwalitatieve analyse. Deze combinatie is in de sociale geneeskunde nog ongebruikelijk, maar wordt in de sociale wetenschappen geregeld toegepast. Zij heeft bovendien als meerwaarde dat optimaal van de mogelijkheden gebruik kan worden gemaakt om vanuit de verzamelde ruwe gegevens tot betrouwbare conclusies te komen. Generaliseerbaarheid van de resultaten De resultaten van deze studie hebben, gezien de gekozen casestudy benadering, in eerste instantie betrekking op het JGZ-beleid in de vier regio's waar de onderzochte beleidsprocessen zich afspeelden. De distributie van veel variabelen was echter in grote mate eenvormig. Voor de meeste variabelen zijn immers geen of weinig regiogebonden verschillen aangetroffen. Bovendien is er sprake van een grote mate van eenduidigheid van de meeste conclusies. Daarom kan worden aangenomen dat de conclusies uit deze studie waarschijnlijk in grote lijnen generaliseerbaar zijn naar de gehele JGZ voor 4-19-jarigen. De keuze voor 'most different cases' (zie paragraaf en paragraaf 1.6) draagt verder bij aan de theoretische generaliseerbaarheid van de resultaten. De hiervoor besproken knelpunten in de respons en de betrouwbaarheid van de data beperken deze nauwelijks. De statistische conclusies zijn niet generaliseerbaar naar het gehele werkveld. Statistische generalisatie was in deze studie, gezien de keuze voor de casestudy methode, echter ook niet de opzet. De conclusies over de relaties tussen actor- en netwerkkenmerken enerzijds en het gebruik van wetenschappelijke kennis anderzijds kunnen ook interessant zijn voor andere onderdelen van de gemeentelijke openbare gezondheidszorg. Die bevinden zich namelijk in een vergelijkbaar spanningsveld tussen professionals, managers en bestuurders. Beperkende factor bij een dergelijke generalisatie is wel dat de JGZ in tegenstelling tot veel andere GGDtaakonderdelen, een relatief lange geschiedenis kent (zie hoofdstuk 4). Bovendien was er voor veel andere GGD-taken tot 1990 (het jaar van invoering van de WCPV) geen sprake van landelijke standaardisatie via voorschriften bij een subsidieregeling, zoals in de JGZ wel 258
3 het geval was. Weerstand tegen verandering heeft daardoor bij de JGZ mogelijk een grotere rol gespeeld dan bij andere GGD-taken. De uitkomsten van deze studie zijn ook van belang voor de JGZ voor 0-4-jarigen. Deze opereert nu nog afzonderlijk via de thuiszorgorganisaties, die landelijk worden aangestuurd en gefinancierd. Zij wordt de komende jaren echter in toenemende mate onderhevig aan gemeentelijke beleidsvorming (zie ook paragraaf 4.2) Theoretische en operationele keuzes De kwantitatieve analyse op actorniveau De kwantitatieve analyse van aanwijzingen in tekstbronnen en interviews, welke ten grondslag lag aan de analyse van de relatie tussen actorkenmerken en kennisgebruik, kent een belangrijke beperking. Het aantal aanwijzingen voor bijvoorbeeld het gebruik van een bepaalde hulpbron door een actor, is namelijk als indicator gebruikt voor de intensiteit van het gebruik van die hulpbron door die actor. Deze veronderstelling is echter betwistbaar. Door deze keuze bij de operationalisatie wordt '20 aanwijzingen' in de analyse behandeld als 40% van '50 aanwijzingen'. Er is echter geen sprake van een echte indicator op rationiveau (vaste afstand tussen de waarden met een absoluut nulpunt). Feitelijk zou de indicator behandeld moeten worden als een ordinale variabele (wel een rangorde tussen de waarden, maar zonder vaste afstand en zonder absoluut nulpunt). Dit zou echter rekenkundige bewerkingen met de waardes van deze indicatoren onmogelijk maken. Het grote aantal mogelijke waardes van de indicatoren zou dan geen enkele meerwaarde meer hebben boven dichotomiseren. Vanwege de grofheid van de analyse, welke bestond uit variantie-analyses en lineaire regressieanalyses, is het toch verantwoord geacht de indicatoren te behandelen als waren ze van ratio niveau. Daar waar het analysetechnisch niet verantwoord was de indicatoren als ratio variabelen te behandelen, is er voor gekozen deze te dichotomiseren tot indicatoren op ordinaal niveau. Ze kregen dan de waarde 'geen aanwijzingen' als geen enkele aanwijzing was aangetroffen voor bijvoorbeeld het gebruik van een hulpbron. Ze kregen de waarde 'wel aanwijzigen' als daarvoor tenminste één aanwijzing was aangetroffen. Deze dichotomisering was vooral nodig wanneer de relaties werden onderzocht tussen verschillende indicatoren die op aantallen aanwijzingen zijn gebaseerd. De relatie tussen bijvoorbeeld het hulpbronnengebruik en de onderscheiden vormen van kennisgebruik is geanalyseerd met behulp van kruistabellen met de gedichotomiseerde indicatoren. Deze dichotomisering was om nog een andere reden nodig. Voor de verschillende actoren verschilde namelijk het aantal bronnen waarin aanwijzingen konden worden gezocht. Tussen de vier regio's verschilde het aantal gegevensbronnen dat als basismateriaal diende. Daarnaast was het niet voor alle actoren mogelijk om in alle gegevensbronnen in een regio de aanwijzingen te beoordelen, bijvoorbeeld omdat zij slechts in één deelbeleidsproces een actor zijn geweest. Voor andere actoren konden juist in veel bronnen aanwijzingen worden gevonden voor het actief participeren in meer (deel)beleidsprocessen. Dit kan leiden tot schijnrelaties. Vanwege dit knelpunt zijn bovendien alleen actoren in de eindanalyse opgenomen die in minimaal vijf gegevensbronnen werden aangeduid en waarbij aan de meeste indicatoren waarden konden worden toegekend. Dat is echter slechts een zeer gedeeltelijke oplossing. In de analyses op actorniveau blijft door deze methodologische zwakte het risico aanwezig dat schijnrelaties zijn gevonden. Het relatief grote aantal relaties dat is gevonden tussen actorkenmerken onderling en tussen actorkenmerken en kennisgebruik (hoofdstuk 10 en 12) maakt aannemelijk dat dit probleem in elk geval niet volledig is opgelost. Hoofdstuk 16. Discussie 259
4 Eveneens betwistbaar is of het aantal gegevensbronnen waarin aanwijzingen zijn gevonden voor bijvoorbeeld het gebruik van een hulpbron door een actor, wel als indicator mag worden gezien voor de intensiteit van het gebruik van die hulpbron door die actor. Het zou immers ook zo kunnen zijn dat het slechts een indicator is voor de kans dat die actor deze hulpbron heeft gebruikt. Voor het gebruik van kennis geldt bovendien dat de gekozen operationalisatie geen inzicht geeft in de 'kwaliteit' van het kennisgebruik. Er wordt bijvoorbeeld geen onderscheid gemaakt tussen het gebruik van een eenmalig aangetroffen relatie in één enkel onderzoeksverslag en het gebruik van de resultaten van een uitgebreide, systematische literatuurstudie. Keuzes bij de uitwerking van de theoretische begrippen In deze studie zijn een aantal keuzes gemaakt in de uitwerking van de theoretische begrippen, die bij toekomstig onderzoek nadere overweging verdienen. Hierbij gaat het vooral om de begrippen kennisgebruik, hulpbronnengebruik en referentiekaders. In de uitwerking van het begrip 'gebruik van kennis' is alleen het zichtbare feitelijke kennisgebruik onderzocht. Er is niet nagegaan tot welke wetenschappelijke kennis de onderscheiden actoren toegang hadden. Het meten van toegang tot kennis is gewenst omdat daardoor rationaliserend gebruik van kennis beter is op te sporen. Bij de verwerking van de ruwe gegevens bleek het lastig om rationaliserend kennisgebruik aan te duiden. Doordat niet alle beschikbare kennis en de toegang van actoren tot die beschikbare kennis konden worden geïnventariseerd, kon selectief kennisgebruik lastig worden vastgesteld. Hierbij komt nog dat veel professionals en onderzoekers (die doorgaans een wetenschappelijk referentiekader hebben) ertoe neigen hun eigen rationaliserend kennisgebruik te verbloemen. Rationaliserend kennisgebruik is immers niet in overeenstemming met professioneel en wetenschappelijk streven om op basis van alle beschikbare kennis een zo goed mogelijk besluit te nemen. Door selectief kennisgebruik vast te stellen, kan de achtergrond van die selectie beter worden onderzocht. Mogelijk kan rationaliserend kennisgebruik dan ook gemakkelijker worden vastgesteld. Over de operationalisatie van gebruik van kennis moet bovendien worden opgemerkt dat kennis is 'gemeten', die in beleidsprocessen is benut om standpunten te ondersteunen. Het effect van het kennisgebruik op het uiteindelijk genomen besluit is niet onderzocht. Hoewel op grond van bijvoorbeeld het kennisgebruik in de hoofdstukken 5, 7 en 8 aannemelijk kan worden gemaakt dat kennisgebruik in elk geval soms effect heeft gehad, kunnen hierover geen conclusies worden getrokken. Evenmin kan worden aangegeven welke factoren de 'succeskans' van kennisgebruik bepalen. Het is wenselijk bij vervolgonderzoek wel aandacht te besteden aan de effecten van het kennisgebruik. In het verlengde van de vraag naar het effect van kennisgebruik ligt de vraag of het uiteindelijk genomen besluit gebaseerd is op alle beschikbare kennis (met andere woorden: of er een evidence based besluit is genomen). Ook dit is niet onderzocht. Hierdoor kunnen geen uitspraken worden gedaan over de vraag of kennisgebruik ook leidt tot een andere inhoud van het besluit. Vooral het beoordelen van de vraag of besluiten evidence based zijn, ligt in de lijn van de ambities van de beweging van de evidence based gezondheidszorg. Om na te gaan of er sprake is van evidence based besluiten, zou echter niet alleen moeten worden gekeken of kennis effectief is gebruikt voor het beïnvloeden van het besluit. Daarvoor moet bovendien worden nagegaan of, gegeven de op het moment beschikbare wetenschappelijke kennis, de inhoud van het genomen besluit ook het 'meest juiste' besluit is. Een dergelijke toetsing was binnen het kader van deze studie niet mogelijk. 260
5 Bij het begrip hulpbronnen is eveneens gekozen voor onderzoek naar het feitelijk hulpbronnengebruik. Hiermee is dus niet de (potentiële) toegang van actoren tot hulpbronnen onderzocht. Ook is geen inzicht verkregen in factoren die er toe bijdragen dat actoren een bepaalde hulpbron waartoe ze toegang hebben, wel of niet gebruiken. Een dergelijke uitwerking bleek voor deze studie niet haalbaar, maar zou voor vervolgonderzoek gewenst kunnen zijn. Meer inzicht in factoren die bepalen of toegankelijke hulpbronnen gebruikt worden, biedt meer mogelijkheden voor het onderzoeken van (causale) relaties tussen actorkenmerken en kennisgebruik. De operationalisatie van referentiekaders staat eveneens open voor een kritische beschouwing. De aanwezigheid van referentiekaders is onderzocht door aanwijzingen in tekstbronnen en interviews te beoordelen. Hiervoor zijn de definities van de referentiekaders gebruikt, zoals die door Snellen zijn opgesteld (zie hoofdstuk 2). In een dergelijke beoordeling door de onderzoeker kan subjectiviteit een rol spelen (zie ook de eerdere opmerkingen over betrouwbaarheid). Het coderen door twee onderzoekers ondervangt dit knelpunt maar gedeeltelijk. Daarom blijft het gewenst om voor toekomstig onderzoek naar een beter gevalideerde meetmethode te zoeken. Een ander aspect van de operationalisatie van referentiekaders betreft het niveau waarop onderscheid is gemaakt. In deze studie is gekozen voor het relatief hoge abstractieniveau van de 'frames of reference' van actoren. Daardoor is niet gekeken naar meer subtiele verschillen tussen de belevingswerelden van actoren. Bijvoorbeeld tussen de meer natuurwetenschappelijk denkende medici en de meer sociaal-wetenschappelijk denkende GVO-functionarissen (zie voetnoten b c d ). De verschillen die in deze studie zijn gevonden tussen actoren voor wat betreft het gebruik van medisch-inhoudelijke en sociaalwetenschappelijke kennis duiden er op dat het in vervolgonderzoek zinvol kan zijn dit onderscheid nader uit te diepen. b) Kerkhoff A & Heffen O van. De jeugdarts en de andersdenkenden: laveren tussen verschillende rationaliteiten. Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg 1997;29: c) Kerkhoff AHM & Gorissen WHM. Hoe kan de metafoor van het netwerk samenwerking in de jeugdgezondheidszorg bevorderen? Tijdschrift voor Jeugdgezondheidszorg 2000;32: d) Bekkum D van & Gorissen WHM. Netwerken in de Jeugdgezondheidszorg: voorbij de (drie) torens van Babel. In: Handboek Jeugdgezondheidszorg, Elsevier Bedrijfsinformatie, Maarssen, Hoofdstuk 16. Discussie 261
DEEL A. THEORETISCHE, METHODOLOGISCHE EN INHOUDELIJKE ACHTERGRONDEN...1
DEEL A. THEORETISCHE, METHODOLOGISCHE EN INHOUDELIJKE ACHTERGRONDEN...1 1 INLEIDING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK...3 1.1 Aanleiding tot het onderzoek...3 1.2 Probleemstelling...6 1.3 Vraagstelling en onderzoeksvragen...7
Nadere informatie9 Gebruik van wetenschappelijke kennis
9 Gebruik van wetenschappelijke kennis In dit hoofdstuk wordt het gebruik van wetenschappelijke kennis a) geanalyseerd in alle onderzochte beleidsprocessen in de JGZ voor 4-19-jarigen in de vier GGD-regio's.
Nadere informatieKennis als hulpbron - samenvatting
Kennis als hulpbron - samenvatting Referentie: Gorissen WHM. Kennis als hulpbron. Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij beleidsvorming in de jeugdgezondheidszorg voor 4-19-jarigen. Proefschrift
Nadere informatie* geen reconstructie mogelijk (zie bijlage 8)
11 Netwerkkenmerken In dit hoofdstuk worden de netwerkkenmerken beschreven van de besluitvormingsrondes in de gereconstrueerde beleidsprocessen. In paragraaf 11.1 wordt eerst aangegeven welke besluitvormingsrondes
Nadere informatie3 Methodologisch-technische achtergronden
3 Methodologisch-technische achtergronden 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de in het vorige hoofdstuk behandelde theoretische begrippen geoperationaliseerd in meetbare indicatoren. De operationalisatie
Nadere informatie1 Inleiding en opzet van het onderzoek
1 Inleiding en opzet van het onderzoek 1.1 Aanleiding tot het onderzoek Deze studie vindt zijn wortels in een verwondering over het beperkte gebruik van epidemiologische kennis bij het vormgeven van lokaal
Nadere informatieKennis als hulpbron. Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij beleidsvorming in de jeugdgezondheidszorg voor 4-19-jarigen. Wim H.M.
Kennis als hulpbron Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij beleidsvorming in de jeugdgezondheidszorg voor 4-19-jarigen. Wim H.M. Gorissen Druk: Ponsen & Looijen B.V. te Wageningen ISBN: 90-393-2873-0
Nadere informatie17 Beschouwing en conclusies
17 Beschouwing en conclusies In dit hoofdstuk wordt gereflecteerd op de inhoudelijke resultaten van deze studie. Daarbij worden deze resultaten in verband gebracht met de probleemstelling (zie paragraaf
Nadere informatieOperationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)
Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie
Nadere informatieHoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die
Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal
Nadere informatieSamenvatting Onderzoeksrapport 2014
Samenvatting Onderzoeksrapport 2014 Monitoring en evaluatie Cultuureducatie met Kwaliteit Drenthe door Zoë Zernitz, Rijksuniversiteit Groningen In 2012 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Nadere informatie6 Schoolgezondheidsbeleid in Den Haag
6 Schoolgezondheidsbeleid in Den Haag 6.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een tweede voorbeeld van een reconstructie en eerste analyse van een deelbeleidsproces, namelijk het proces inzake schoolgezondheidsbeleid
Nadere informatieMethoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97
Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk
Nadere informatiegegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden
een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats
Nadere informatie1 Inleiding. 1.1 De thematiek
1 Inleiding 1.1 De thematiek Voor ondernemers is de relatie tussen organisatie en markt van cruciaal belang. De organisatie ontleent haar bestaansrecht aan de markt. De omzet wordt tenslotte op de markt
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Plan- en procesevaluatie van de scholing van gevangenispersoneel in Verbal Judo Het onderzoek Verbal Judo (Thompson, 1984) is een methode waarbij mensen anderen op een kalme
Nadere informatieOnderzoek tussen wetenschap, praktijk en onderwijs. Louis Polstra
Onderzoek tussen wetenschap, praktijk en onderwijs Louis Polstra ONDERWERPEN 1. Praktijkgericht onderzoek 2. Resultaatspuzzel 3. Grenzen aan participatief onderzoek 4. Community of Interest 28-11-2012
Nadere informatie8 Bedplasbegeleiding in Utrecht
8 Bedplasbegeleiding in Utrecht 8.1 Inleiding Dit hoofdstuk geeft een vierde en laatste voorbeeld van een reconstructie en eerste analyse van een deelbeleidsproces, namelijk dat van de bedplasbegeleiding
Nadere informatieFolkert Buiter 2 oktober 2015
1 Nuchter kijken naar feiten en trends van aardbevingen in Groningen. Een versneld stijgende lijn van het aantal en de kracht van aardbevingen in Groningen. Hoe je ook naar de feitelijke metingen van de
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser
Nadere informatieEvidence-based beleid maken?! Marja van Bon-Martens & Joyce de Goede Symposium Bouwen aan de Brug, 1 november 2007
1 Evidence-based beleid maken?! Marja van Bon-Martens & Joyce de Goede Symposium Bouwen aan de Brug, 1 november 2007 1 2 Evidence-based gezondheidsbeleid Bewust, expliciet en oordeelkundig gebruiken van
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review. Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een systematische review Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 2 Toelichting bij de criteria voor het beoordelen van de kwaliteit van een
Nadere informatieBijlage 1: Lijst van afkortingen en begrippen
Bijlagen 291 292 Bijlage 1: Lijst van afkortingen en begrippen aanwijzing term die in deze studie wordt gebruikt voor een tekstfragment of een uitspraak in een interview waaruit aannemelijk wordt dat een
Nadere informatieMeten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011
Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:
Nadere informatieHet onderzoeksverslag
Het onderzoeksverslag Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksverslag (zie ook handboek blz. 306) Titel en Titelpagina Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Inleiding (ook wel: Aanleiding) Probleemstelling
Nadere informatieOpzetten medewerker tevredenheid onderzoek
Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek E: info@malvee.com T: +31 (0)76 7002012 Het opzetten en uitvoeren van een medewerker tevredenheid onderzoek is relatief eenvoudig zolang de te nemen stappen bekend
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/20965
Nadere informatieDit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en
Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke
Nadere informatieOnderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert
Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen
Nadere informatieInhoud. Verder lezen 60
Inhoud 1 Kwalitatief onderzoek in organisaties 11 1.1 De onderzoekscyclus 11 1.2 Kwalitatief onderzoek 12 1.3 Onderzoek binnen organisaties 13 1.4 Mixed-methodsonderzoek 14 1.5 Theoretische of praktische
Nadere informatieDEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Zwolle-Enschede en Zwolle-Kampen. Bestemd voor: BESTEMD VOOR PUBLICATIE 16 JUNI 2015. N.V. Nederlandse Spoorwegen
DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN Zwolle-Enschede en Zwolle-Kampen Bestemd voor: N.V. Nederlandse Spoorwegen De Brauw Blackstone Westbroek N.V. INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... - 3-1.1 Inleiding... - 3-1.2
Nadere informatieSamenvatting. Auteur: Anno Droste Co-auteurs: Karien Dekker, Jessica Tissink
ÉÉN KIND, ÉÉN GEZIN, TWEE STELSELWIJZIGINGEN Een onderzoek naar de succesfactoren van samenwerking tussen onderwijs en gemeenten ten aanzien van de verbinding tussen passend onderwijs en jeugdzorg. Auteur:
Nadere informatieFactsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap
Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,
Nadere informatieDe curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:
Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden
Nadere informatieBij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.
rriercoj Gemeenteraad Barneveld Postbus 63 3770 AB BARNEVELD Barneveld, 27 augustus 2015 f Ons kenmerk: Ö^OOJcfc Behandelend ambtenaar: I.M.T. Spoor Doorkiesnummer: 0342-495 830 Uw brief van: Bijlage(n):
Nadere informatieManagement samenvatting
Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van
Nadere informatieVoorwoord... iii Verantwoording... v
Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...
Nadere informatie4orange Connect. 4orange, 2015. Hogehilweg 24 1101 CD Amsterdam Zuidoost www.4orange.nl
4orange Connect 4orange, 2015 Hogehilweg 24 1101 CD Amsterdam Zuidoost www.4orange.nl 2 Inhoud Inhoud... 2 1. Achtergrond... 3 2) Browsen... 4 3) Scheduler... 4 4) Frequenties en kruistabellen... 4 5)
Nadere informatieZero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode
Zero Based Begroten De andere kant van de kaasschaafmethode Je moet de tijd nemen voor Zero Based Begroten, en je moet lef hebben Zero Based begroten legt een duidelijke relatie tussen de doelstellingen,
Nadere informatieIntroductie Methoden Bevindingen
2 Introductie De introductie van e-health in de gezondheidszorg neemt een vlucht, maar de baten worden onvoldoende benut. In de politieke en maatschappelijke discussie over de houdbaarheid van de gezondheidszorg
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieInternetpeiling ombuigingen
Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming
Nadere informatieJuridische medewerkers op de rechtbank: administratieve ondersteuners of invloedrijke adviseurs?, Universitair Docent Erasmus School of Law
A Juridische medewerkers op de rechtbank: administratieve ondersteuners of invloedrijke adviseurs?, Universitair Docent Erasmus School of Law Presentatie vandaag Achtergronden van het onderzoek Methode
Nadere informatieTheorie en Empirisch Onderzoek. Werkcollege 4.1 Kwalitatief onderzoek: Yazilitas et al.
Theorie en Empirisch Onderzoek Werkcollege 4.1 Kwalitatief onderzoek: Yazilitas et al. Grounded theory Het onderzoek van Yazilitas et al. volgt een grounded theory approach: Geen theoretische veronderstellingen
Nadere informatieStatistische variabelen. formuleblad
Statistische variabelen formuleblad 0. voorkennis Soorten variabelen Discreet of continu Bij kwantitatieve gegevens gaat het om meetbare gegeven, zoals temperatuur, snelheid of gewicht. Bij een discrete
Nadere informatieNotitie effect- en inzetstudie wijkcoaches Velve Lindenhof
Notitie effect- en inzetstudie wijkcoaches Velve Lindenhof Pieter-Jan Klok Bas Denters Mirjan Oude Vrielink Juni 2012 Inleiding Onderdeel van het onderzoek zou een vergelijkende studie zijn naar de effectiviteit
Nadere informatieOnderzoeksontwerp. Module 3 (wo 30 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit
Onderzoeksontwerp Module 3 (wo 30 sept 2015) Jac Christis en Annet Jantien Smit De cursus Module 1: Overzicht plus empirische cyclus Module 2: Interventiecyclus (beroepsproducten) Diagnostisch onderzoek
Nadere informatieRAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Midden-Drenthe
RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE Midden-Drenthe Plaats : Beilen Gemeentenummer : 1731 Onderzoeksnummer : 288094 Datum onderzoek : 11 februari
Nadere informatieGemeente Delft 2 1 JULI 2015 VERZONDEN - 1 JULI Geachte leden van de gemeenteraad,
Besturing en Controlling Bestuursondersteuning Gemeente Delft De Torenhove Martinus Nijhofflaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Advies, Postbus 78, 2600
Nadere informatietudievragen voor het vak TCO-2B
S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?
Nadere informatieDOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER
DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak
Nadere informatieMethodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee
Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in
Nadere informatie3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:
Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1
Nadere informatie2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?
Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie
Nadere informatieMet veel belangstelling heeft SRA-Bureau Vaktechniek kennisgenomen van het consultatiedocument NBA Handreiking 1141 Data-analyse bij de controle.
NBA Het Bestuur Postbus 7984 1008 AD Amsterdam Consultatie-wet-en-regelgeving@nba.nl Betreft: Reactie op Consultatie Handreiking 1141 Nieuwegein, 14 september 2018 Geachte collegae, Met veel belangstelling
Nadere informatieOverzicht van tabellen en figuren
Overzicht van tabellen en figuren Tabellen Tabel 1: Drie abstractieniveaus in de sociologie en in de taalkunde 117 Tabel 2: Uitkomsten van de inhoudsanalyse van de narratieven van Salinas de Gortari en
Nadere informatieInzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak
Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken
Nadere informatieINHOUDS- OPGAVE. Voorwoord 19. Voorwoord bij de nieuwe druk 20. Inleiding 23
5 INHOUDS- OPGAVE Voorwoord 19 Voorwoord bij de nieuwe druk 20 Inleiding 23 Ontwikkelingen in het Hoger Beroepsonderwijs 23 Praktijkgericht Onderzoek 25 De focus van ons boek 27 De structuur van dit boek
Nadere informatie218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen
Samenvatting 217 218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongens en 14.8% van de meisjes overgewicht,
Nadere informatieSPSS Introductiecursus. Sanne Hoeks Mattie Lenzen
SPSS Introductiecursus Sanne Hoeks Mattie Lenzen Statistiek, waarom? Doel van het onderzoek om nieuwe feiten van de werkelijkheid vast te stellen door middel van systematisch onderzoek en empirische verzamelen
Nadere informatieDagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid
Samenvatting Samenvatting Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid In de komende jaren zullen meer echtgenoten samen oud worden en zelfstandig
Nadere informatieInhoudsopgave. Deel I Kritische discoursanalyse. Overzicht van tabellen en figuren Tabellen Figuren Voorwoord Inleiding en verantwoording Inleiding
Inhoudsopgave Overzicht van tabellen en figuren Tabellen Figuren Voorwoord en verantwoording Verantwoording Dankbetuiging Over de auteurs Summary 13 13 13 15 19 19 21 27 28 29 Deel I Kritische discoursanalyse
Nadere informatieEVALUATIE PLAN. {Voeg naam programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie}
Bijlage 3 89 EVALUATIE PLAN {Voeg naam programma in} Evaluatie plan voor {tijdsperiode in jaren} Gemaakt door: {voeg in namen van auteurs en naam van organisatie} {Datum} 90 Introductie Introduceer hier
Nadere informatieActie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs
FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van
Nadere informatieHogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag
Nadere informatieFactsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief
Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders
Nadere informatieBeoordeling. h2>klacht
Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het
Nadere informatieJullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer.
Wat moet er in een onderzoeksverslag? Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. Die zijn hieronder beschreven. Na de beschrijving zie je een voorbeeld met uitleg. 1. Een voorblad met De
Nadere informatieProject: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013
Project: Ontwikkelen van Outcome-indicatoren voor de Zorg Advies Teams, Tilburg Dossiernummer: 50-50405-99 ZonMw, 18-07-2013 Projectgroep: Gemeente Tilburg: Mw. M. Lennarts, beleidsmedewerker, dhr. W.
Nadere informatieResearch in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen
Research in Higher Professional Education: A staff perspective. Mw. D.M.E. Griffioen This chapter is part of: Griffioen, D.M.E. (2013). Research in Higher Professional Education: A Staff Perspective. Chapter
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatieVoorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi
Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker
Nadere informatie20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief
20/04/2013: Kwalitatief vs. Kwantitatief Wat is exact het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief marktonderzoek in termen van onderzoek (wat doe je) in termen van resultaat (wat kan je er mee) in
Nadere informatieUitwisseling schoolgegevens ten behoeve van de jeugdgezondheidszorg
Uitwisseling schoolgegevens ten behoeve van de jeugdgezondheidszorg 1. Inleiding/vraagstelling De jeugdgezondheidszorg ter uitvoering van de Wet publieke gezondheid (Wpg) loopt van 0-19 jaar. Zolang het
Nadere informatieMaatschappijwetenschappen
Maatschappijwetenschappen Wat is MAW? Verschil Maatschappijleer en MAW Maatschappijleer Verplicht 1 jaar Combinatiecijfer Maatschappijwetenschappen Keuzevak vwo 4, 5 en 6 SE en CE Doel: burgerschapsvorming
Nadere informatieSpelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg
Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena
Nadere informatiecrisishulpverlening bedrijfsmaatschappelijk werk verzuim aanpak re-integratie teambalans het nieuwe leidinggeven trainingen
crisishulpverlening bedrijfsmaatschappelijk werk verzuim aanpak re-integratie teambalans het nieuwe leidinggeven trainingen Zinthese Plus is een bureau gespecialiseerd in het gedrag van mensen in hun werkomgeving.
Nadere informatieons kenmerk: PvN behandeld door: Peter van Nierop datum: 13 december 2016
P E R E - M A I L Gemeente Oirschot t.a.v. Renée ter Maat ons kenmerk: PvN13122016 behandeld door: Peter van Nierop datum: 13 december 2016 uw kenmerk doorkiesnummer: 088 0031 465 onderwerp: Tussentijds
Nadere informatie- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?
- Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen
Nadere informatieSAMENVATTING (Summary in Dutch)
SAMENVATTING (Summary in Dutch) Dit proefschrift beschrijft de resultaten van een onderzoek naar computerondersteuning bij het opstellen van dienstroosters voor het verplegend personeel in de intramurale
Nadere informatieBEOORDELING WOONBENCH
Inleiding Op verzoek van WoonBench heeft de Commissie Benchmarking van Aedes de WoonBench beoordeeld. Bij de beoordeling heeft de Commissie het beoordelingsproces gevolgd, zoals dat is vastgelegd in de
Nadere informatieStartnotitie onderzoek Dienstverlening Venlo Belevingsonderzoek naar de Herindeling. dd. Januari 2016
Startnotitie onderzoek Dienstverlening Venlo Belevingsonderzoek naar de Herindeling dd. Januari 2016 Startnotitie rekenkameronderzoek Dienstverlening Venlo Belevingsonderzoek naar de Herindeling 1. Aanleiding
Nadere informatieEerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie
Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training
Nadere informatieEffect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond?
Effect van Planetree op kwaliteit en tevredenheid, wetenschappelijk aangetoond? Donderdag 13 maart 2014 Martijn Kilsdonk MScHA Manager behandeling & begeleiding en Planetree coördinator Disclosure belangen
Nadere informatieTheorie toetsen in kwalitatief onderzoek
Essay, debat en dialoog Deze rubriek is een forum voor debat over kwalitatief methodologische kwesties. Wie een idee heeft voor een thema of reactie wil leveren op een eerder verschenen stuk, vragen wij
Nadere informatieBesluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit
SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van
Nadere informatieFormulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT)
Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een interventieonderzoek (bij voorkeur een RCT) Behorend bij: Evidence-based logopedie, hoofdstuk 4 1 Toelichting bij de criteria voor
Nadere informatieDeelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek
Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept
Nadere informatie2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht
2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht Aanleiding De Commissie Wetenschappelijke Integriteit UM heeft op (..) 2014 een door (..) (klager) ingediende klacht ontvangen.
Nadere informatieHoofdstuk 7: De analyse en rapportering van jouw empirisch onderzoek
Hoofdstuk 7: De analyse en rapportering van jouw empirisch onderzoek Nadat je je empirisch of veldonderzoek voltooide, en je hebt de data ingevoerd, moet je die ook analyseren, verwerken en rapporteren.
Nadere informatieOnderzoeksvraag Uitkomst
Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen
Nadere informatieInterne organisatie beïnvloedt effectiviteit en efficiëntie
Interne organisatie beïnvloedt effectiviteit en efficiëntie Systematische vergelijking van de interne organisatie en prestaties van corporaties toont aan dat kleine corporaties met veel ervaring als maatschappelijke
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28
Nadere informatieStrategische Personeelsplanning
Strategische Personeelsplanning De basis voor effectief en duurzaam functioneren 1 Wie is Hubé Maaike Huisman HR Business Coach Hubé zet mensen in hun kracht Van intuïtie tot intellect Van binnen naar
Nadere informatieMem o G e h e i m. Datum 16 mei 2012. Aan De leden van de gemeenteraad. Van College/wethouder Van Leeuwen. Onderwerp GGD ZHW
Directie Inwoners Postbus 15 2700 AA Zoetermeer Mem o G e h e i m Aan De leden van de gemeenteraad Datum 16 mei 2012 Van College/wethouder Van Leeuwen Onderwerp GGD ZHW Inleiding De afgelopen maanden is
Nadere informatieUT-Onderzoek Collegevorming: Informateurs, formateurs en de rol van de bestuurlijke driehoek
UT-Onderzoek Collegevorming: Informateurs, formateurs en de rol van de bestuurlijke driehoek Bas Denters Hoogleraar Bestuurskunde, Universiteit Twente Afgezien van het inmiddels een kwart eeuw oude proefschrift
Nadere informatieAdvies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak
Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren
Nadere informatiePresenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!
Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:
Nadere informatie