De magic mix als zachte landing in de wijk Gemengd wonen voor uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De magic mix als zachte landing in de wijk Gemengd wonen voor uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang"

Transcriptie

1 De magic mix als zachte landing in de wijk Gemengd wonen voor uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang Susan van Klaveren, Netty van Triest en Jeroen van der Velden (Platform31)

2 Uitgave Platform31 Den Haag, januari 2018 Onderzoek: Susan van Klaveren en Jeroen van der Velden (Platform31) Auteurs: Susan van Klaveren, Netty van Triest en Jeroen van der Velden (Platform31) Redactie: Platform31 Platform31 Kennis- en netwerkorganisatie Platform31 ziet de trends in stad en regio. We verbinden beleid, praktijk en wetenschap rondom actuele vraagstukken en komen tot een aanpak waarmee bestuurders, beleidsmakers en uitvoerders direct aan de slag kunnen. De oplossingen houden we niet voor onszelf: iedereen profiteert mee van de resultaten. Postbus 30833, 2500 GV Den Haag Hoewel grote zorgvuldigheid is betracht bij het samenstellen van dit rapport, aanvaarden Platform31 en de betrokkenen geen enkele aansprakelijkheid uit welke hoofde dan ook voor het gebruik van de in deze publicatie vermelde gegevens. Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar worden gemaakt mits de bron wordt vermeld.

3 Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 5 Deel A - De hoofdlijnen 8 1 Inleiding Aanleiding Doel en onderzoeksvraag Aanpak Selectie projecten Leeswijzer 10 2 Achtergronden Opkomst magic mix Ambulantisering GGZ Woonvormen Conclusie 15 3 Overzicht van de complexen De complexen in een notendop Wat is de mix aan bewoners in de complexen? Voorwaarden en selectie Tijdelijkheid van de projecten Inzet bewoners voor het project Onderhoud en sociaal beheer Conclusie 24 4 Bijdrage aan zachte landing Wat is nodig voor een zachte landing in de wijk? Passende en betaalbare woningen Ondersteuning Dagactivering Buurtmanagement Conclusie 28 5 Slotbeschouwing 30 Deel B - Casussen 32 BaLaDe, Waalwijk 32 Bruishuis, Arnhem 36 De Sterren, Utrecht 39

4 Kompas, Leidsche Rijn Utrecht 42 Majella Wonen, Utrecht 46 Proeftuin Eperweg, Nunspeet 49 Robijnhof, Leiden 55 Samen&Anders, Rotterdam 59 t Seghe Waert, Zoetermeer 64 Zorgstroom, Middelburg 68

5 Samenvatting en conclusies Focus onderzoek Intramuraal is uit, zelfstandig wonen is in. Op basis van deze visie wordt gewerkt aan de uitstroom uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang naar de wijk. De commissie Toekomst Beschermd Wonen (commissie Dannenberg) noemt een aantal randvoorwaarden waaraan een woonplek moet worden voldaan, wil zelfstandig wonen in de wijk van mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid slagen. Platform31 richt zich in dit onderzoek op de wijze waarop het domein wonen kan bijdragen aan deze randvoorwaarden. We focussen daarbij specifiek op de opkomende woonvorm de magic mix, woonprojecten waar verschillende doelgroepen bewust samenwonen en -leven en verbindingen met elkaar aangaan. Aan de hand van tien projecten onderzoekt Platform31 of het doelbewust gemixt huisvesten van bewoners ondersteunend is voor het weer zelfstandig wonen van mensen met een psychische kwetsbaarheid. De onderzoeksvraag luidt: Wat kunnen gemixte woonvormen bijdragen aan een zachte landing in de wijk van mensen met een psychische kwetsbaarheid zoals uitstromers uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang? Naast een brede vergelijking tussen projecten toetst Platform31 in dit onderzoek in hoeverre magic mix -projecten invulling geven aan de volgende randvoorwaarden voor het wonen in de wijk van mensen met een psychische kwetsbaarheid: een passende woonplek aanwezigheid begeleiding mogelijkheid tot ontmoeting/dagbesteding en buurtmanagement. 5 Conclusies Als gevolg van de ambulantisering neemt het aantal mensen dat met een psychiatrische kwetsbaarheid in de wijk woont toe. Dit leidt tot een toegenomen vraag naar kleine en betaalbare woningen, en ook naar woonomgevingen waarin aandacht is voor medebewoners. Deze vraag komt op het moment dat ook het aantal magic mix -projecten toeneemt in Nederland. Deze complexen bestaan uit kleinschalige wooneenheden, waar mensen (vaak) zonder inschrijvingstijd kunnen gaan wonen en waar (in de regel) als voorwaarde wordt gesteld dat de bewoner zich inzet voor het complex en de medebewoners. In een aantal magic mix -projecten biedt dit een kans op een zelfstandige woonplek voor uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang. Beknopte schets van de 10 projecten De tien onderzochte projecten verschillen aanzienlijk van elkaar, zoals welke doelgroepen men wil bedienen, in hoeverre er wordt gestuurd op wie er mag komen wonen en wat van hen verwacht wordt. Er is een duidelijke wens bij alle betrokken partijen om verschillende doelgroepen samen te laten wonen (of met elkaar in contact te brengen), maar formules voor de juiste invulling van de mix zijn er niet. Ook de mate van tijdelijkheid van het project verschilt sterk. Toch zijn er overeenkomsten die we in bijna alle projecten terug zien:

6 Balans in de mix. Er wordt in bijna alle project gezocht naar de draagkracht van het project in een mix van mensen die hun leven redelijk op de rails hebben en mensen die ondersteuning kunnen gebruiken. Grenzen aan de mix. Ook van de groep die begeleiding nodig heeft, geldt een aantal veelgehoorde uitsluitingscriteria: geen acute psychische nood, geen actieve verslaving, geen (zwaar) crimineel verleden Voorwaardelijkheid. Meer dan in de reguliere huurwoningmarkt worden er voorwaarden gesteld aan de bewoners van een magic mix -project. Er worden zowel meer voorwaarden vooraf gesteld als tijdens het verblijf. Op deze voorwaarden wordt ook sterker gestuurd dan mogelijk is in de reguliere huurwoningmarkt. Selectie bewoners. Hetzelfde geldt voor de woningtoewijzing. Anders dan bij een vrijkomende reguliere sociale huurwoning wordt de nieuwe bewoner geselecteerd op basis van voorwaarden. Deze selectie heeft als doel te toetsen of potentiële bewoners passen in het project, zich erbinnen kunnen handhaven en/ of niet een te groot risico vormen voor het project. Wederkerigheid. In bijna alle projecten is een bepaalde mate van bereidheid tot wederkerigheid een voorwaarde of minimaal een aandachtspunt. Het gaat dan om het zich een x-aantal uur per week of per maand inzetten voor het complex en/ of haar bewoners. De hoeveelheid inzet die van een bewoner wordt gevraagd verschilt per project en soms ook per groep bewoners. Beheer en begeleiding. In de meeste onderzochte projecten wordt meer aan sociaal beheer gedaan dan in reguliere sociale woningbouwcomplexen. 6 Bijdrage aan een zachte landing in de wijk In dit onderzoek is gekeken in hoeverre de onderzochte magic mix -projecten bijdragen aan het organiseren van de randvoorwaarden voor een zachte landing in de wijk voor uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang?: 1. Betaalbare wooneenheden: magic mix -projecten bestaan vaak uit kleine, zelfstandige woningen. Voor uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang zijn de eenheden betaalbaar en door de zelfstandigheid van de woning een vooruitgang ten opzichte van het delen van voorzieningen binnen de intramurale setting. Magic mix -projecten kunnen zo bijdragen aan (het versnellen van) de uitstroom uit het beschermd wonen. 2. Ondersteuning: In magic mix -projecten wordt geëxperimenteerd met het verschuiven van formele naar informele ondersteuning. Helder is dat formele begeleiding nodig blijft bij de doelgroep uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang, maar dat bewoners op onderdelen elkaar tot steun kunnen zijn en dat uitstromers ook zelf hun kwaliteiten kunnen inzetten voor de andere bewoners. Het lijkt erop dat het voortdurende contact, het nabuurschap en het naar elkaar omzien stimuleert. Op deze wijze levert de informele ondersteuning een bijdrage aan de sociale her- en erkenning van huurders met een psychische kwetsbaarheid en voorkomt het sociaal isolement en eenzaamheid. Ook heeft de informele ondersteuning een functie bij het dagelijkse toezicht op elkaar in de betekenis van een oogje in het zeil houden. In die zin leveren deze projecten winst op. Of de projecten per saldo leiden tot minder personeelsinzet bij zorgorganisaties is de vraag omdat het sociaal beheer eveneens begeleidingstijd vraagt zoals het toezien op een positieve groepsdynamiek en het contact met de omgeving.

7 3. Dagstructuur/-activering: In de projecten ligt de focus niet op het creëren van dagstructuur of - activering voor de bewoners. Wel worden huurders actief gestimuleerd naar naar werk, scholing, vrijwilligerswerk of dagbesteding. Ook zijn er mogelijkheden in de complexen om hieraan invulling te geven. Bijvoorbeeld door mee te doen aan gezamenlijke activiteiten of door beheertaken uit te voeren. Onderlinge contacten in het complex zelf dragen ook bij aan de daginvulling. Maar ook hier geldt dat deelname niet vanzelfsprekend is. Initiatiefnemers vertellen dat zij actief bezig zijn en blijven met het betrekken van bewoners. 4. Buurt-/complexmanagement: Alle initiatiefnemers van magic mix -projecten geven aan actief invulling te geven aan sociaal beheer, zowel op complex als op buurtniveau. Deze vormen van management zijn nodig voor de sociale cohesie in de groep en om draagvlak te creëren en te behouden voor het complex in de buurt. Wanneer er huurders zijn met zwaardere (psychiatrische) problematiek, dan vraagt dit om grotere investeringen in het sociaal beheer. Mogelijkheid tot social engineering Magic mix -projecten blijken bij uitstek de maatschappelijke experimentprojecten te zijn waar een tussenlanding kan worden gemaakt voordat een huurder, die afkomstig is uit het beschermd wonen of de maatschappelijke opvang, de stap maakt naar een reguliere huurwoning in de wijk. Voor andere uitstromers vormt het een passende woonvorm voor langere tijd. De experimenteerruimte in deze woonconcepten vormt een belangrijke aantrekkingskracht bij organisaties. Veel meer dan in reguliere huurwoningen biedt de magic mix organisaties en professionals instrumenten om te sturen: op voorwaardelijkheid en selectie bewoners op de verblijfsduur van bewoners en benutten van de inzet van bewoners op meer en andersoortig sociaal beheer en begeleiding 7 De magic mix lijkt hiermee in een behoefte te voorzien die we social engineering zouden kunnen noemen.

8 Deel A - De hoofdlijnen 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Intramuraal is uit, zelfstandig wonen is in. Afgelopen jaren hebben we met de traditie gebroken dat mensen met een zorg- of begeleidingsbehoefte in een aparte voorziening moeten wonen om die zorg te krijgen. Ook voor burgers met een psychische beperking is het streven om gewoon in de wijk te kunnen wonen. Op basis van deze visie wordt gewerkt aan de doorstroom uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang naar de wijk. In de praktijk verloopt dit niet zonder hindernissen. Eén van de uitdagingen voor mensen met psychische beperkingen is: hoe leg en onderhoud ik contact in de buurt, wat kan ik overdag gaan doen en is er iemand die ik kan aanschieten als het wat moeilijker gaat? Er is dus een aantal randvoorwaarden waaraan naast een betaalbare en passende woonplek moet worden voldaan, wil zelfstandig wonen gewoon in de wijk slagen: aanwezigheid begeleiding, mogelijkheid tot ontmoeting/dagbesteding en buurtmanagement (bijvoorbeeld een contactpersoon bij crisis en overlast). 8 In dit project focussen we op de wijze waarop het domein wonen kan bijdragen aan deze randvoorwaarden voor een zachte landing bij het zelfstandig wonen in de wijk. We richten ons hierbij specifiek op de opkomende woonvorm de magic mix. Kan het wonen in een magic mix -project door de mix van bewoners een bijdrage leveren aan de zachte landing in de wijk van huurders met een psychische beperking? Draagt de mix van bewoners bij aan de invulling van randvoorwaarden als ontmoeting en dagbesteding? De magic mix wordt hier gedefinieerd als een wooncomplex, straat of buurtje waarbij verschillende categorieën bewoners die verschillen in draaglast, doelbewust bij elkaar gaan wonen en verbindingen met elkaar aangaan. Doordat de ambulantisering van de GGZ naar zelfstandig wonen in de wijk een relatief nieuwe ontwikkeling is, bestaat er nog weinig kennis over hoe - vanuit het perspectief van doorstromers uit beschermd wonen - het (samen) wonen in de wijk het beste kan worden vormgeven. Kan deze groep gespikkeld wonen (oftewel verspreid) of alleen geclusterd binnen een magic mix of levert een zelfstandige of beschutte woonplek in de wijk een beter uitgangspunt op? Kan de magic mix dienen als tussenfase voor mensen met psychische zelfredzaamheidsbeperkingen richting een zelfstandige(re) woning? Eerder onderzoek van Platform31 hint voorzichtig naar positieve antwoorden op deze vragen. De onderzoeksfocus lag echter op de randvoorwaarden voor het functioneren van de magic mix, zoals draagvlak bij omwonenden, haalbare business cases, bezettingsgraad en beheersbaarheid. 1 In deze verkenning onderzoeken we aan de hand van tien koploper-projecten of het doelbewust gemixt huisvesten van bewoners ondersteunend is voor het weer zelfstandig wonen van mensen met een psychische beperking. 1 De Magic Mix (Platform31, 2016) ; De Magic Mix de update (Platform31, 2017).

9 1.2 Doel en onderzoeksvraag Het onderzoek dat voor u ligt richt zich op het leren van complexen waar verschillende groepen mensen samen wonen waaronder mensen met een psychische kwetsbarheid. Het onderzoek wil inzichtelijk maken of magic mix -projecten kunnen bijdragen aan het creëren van passende woonvormen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid. De onderzoeksvraag luidt als volgt: Wat kunnen gemixte woonvormen bijdragen aan een zachte landing in de wijk van mensen met een psychische kwetsbaarheid zoals uitstromers uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang? We onderzoeken in hoeverre magic mix -projecten voldoen aan de randvoorwaarden van een passende woonplek, aanwezigheid begeleiding, mogelijkheid tot ontmoeting / dagbesteding en buurtmanagement. Ook brengen we in kaart op welke wijze dit gebeurt. In het onderzoek zijn de volgende onderwerpen betrokken: a. Typen vragende bewoners b. Typen dragende bewoners c. Mengfactor de verhouding dragende en vragende bewoners d. Gespikkeld versus geclusterd wonen van de verschillende typen bewoners e. Mogelijkheid tot wederkerigheid: wat kan een ieder halen en brengen? f. Permanente of tijdelijke huisvesting g. Buurtmanagement bij (potentiële) conflicten h. Mate van sociaal beheer i. Wijze van toewijzing & bewonerselectie Aanpak Het onderzoek bestaat uit de volgende drie fasen. Voorbereiding en selectie Het onderzoek is gestart met het verzamelen van (potentiële) magic mix -projecten. Via een internet search zijn verschillende initiatieven ontdekt. Daarnaast zijn organisaties als het Kenniscentrum Wonen en Zorg, Aedes en de RIBW Alliantie benaderd met de vraag welke initiatieven zij kennen. Dit resulteerde in een lijst van mogelijk interessante projecten, waaruit vervolgens een selectie is gemaakt voor het vervolg van het onderzoek (zie paragraaf 1.4). Interviewronde Vervolgens zijn de geselecteerde projecten benaderd met het verzoek een bijdrage aan het onderzoek te leveren. Elk complex heeft daar positief op gereageerd. Per complex is achtergronddocumentatie aangevraagd en bestudeerd. Daarnaast zijn persoonlijk interviews afgenomen met een of meerdere vertegenwoordigers van het complex en een of twee bewoners. Op grond van de verkregen informatie is een factsheet van het complex opgesteld welke is teruggelegd aan de geïnterviewde professionals. Analyse en rapportage Per complex is onderzocht wat de mogelijke bijdrage van het complex is aan het bieden van een zachte landing in de wijk voor mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Daarnaast is een analyse

10 gemaakt van de complexen om de rode lijnen te identificeren. De resultaten van de analyse vindt u in deze publicatie. 1.4 Selectie projecten In het onderzoek zijn tien complexen betrokken. Bij de selectie van projecten golden de volgende criteria: a) Het complex dient een groep mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid te huisvesten. b) In het complex dienen verschillende groepen mensen woonachtig te zijn. c) Er dient interactie te zijn tussen de verschillende groepen bewoners. In het onderzoek ligt de focus op magic mix -projecten. Via een internet search en een belronde onder belangenorganisaties hebben we verschillende (minder bekende) projecten gevonden. Omdat we echter alleen projecten wilden betrekken waar mensen met een psychische kwetsbaarheid wonen, viel een deel van deze projecten af. En om ook de groep met zwaardere psychische problematiek te kunnen betrekken in het onderzoek, zijn twee projecten betrokken waar interactie tussen deze groep en de andere bewoners centraal staat zonder dat deze groepen in een complex samen leven (Het Kompas en La BaLaDe). Het straat- of buurtniveau zijn in deze twee projecten leidend voor interactie en inclusiviteit. Ze vormen daarom wellicht een vreemde eend in de bijt, maar geeft ons wel inzicht in vergelijkbare processen als gemengde complexen. 10 Aangezien de casussen waar ook zorgdoelgroepen wonen nog dun gezaaid zijn, is naast een iets bredere definitie van de magic mix ook niet geselecteerd op geografische factoren. Elk gevonden project is meegenomen. Ondanks dat het zwaartepunt van magic mix -projecten in de grote- en middelgrote steden te vinden is, hebben de casussen onbedoeld een redelijke spreiding over het land. Tabel casussen onderzoek Bruishuis Arnhem De Sterren Utrecht Kompas Utrecht (Leidsche Rijn) La Balade Waalwijk Majella Wonen Utrecht Proeftuin Eperweg Nunspeet Robijnhof Leiden Samen en Anders Rotterdam t Seghe Waert Zoetermeer Zorgstroom Middelburg 1.5 Leeswijzer Hoofdstuk 2 beschrijft de achtergronden bij dit onderzoek. De ambulantisering van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) wordt beschreven. Deze heeft tot gevolg dat mensen met een ernstige psychiatrische kwetsbaarheid uitstromen uit een intramurale woonvorm en zelfstandig in wijken en buurten gaan wonen. Naast reguliere woningen zijn er diverse woonvormen waar deze doelgroep gebruik van kan maken. Een daarvan is de magic mix, complexen waar verschillende doelgroepen

11 samen wonen. In dit hoofdstuk worden de verschillende verklaringen gegeven, naast de ambulantisering zelf, waarom deze woonvorm de laatste jaren snel in aantal toeneemt. Hoofdstuk 3 schetst de rode draden uit de 10 projecten die in het onderzoek zijn betrokken. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan de mix van bewoners, de selectie van bewoners, de bijdrage van bewoners aan het project, fysiek en sociaal beheer en de tijdelijkheid van veel projecten. Hoofdstuk 4 focust op de uitstromers vanuit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang. Hier staat beschreven in hoeverre de magic mix -projecten bijdragen aan het zelfstandig wonen van deze doelgroep. Hierbij wordt uitgegaan van de randvoorwaarden zoals deze zijn opgesteld door de commissie Toekomst beschermd wonen VNG-commissie Toekomst Beschermd Wonen, commissie Dannenberg, Van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis, 2016.

12 2 Achtergronden Magic mix -projecten zijn nieuwe, flexibele woonvormen met kleine, vaak goedkope wooneenheden. Nieuwe huurders kunnen snel een woning huren onder voorwaarde dat zij een bijdrage leveren aan het beheer van het complex of ondersteuning bieden aan medebewoners. Initiatiefnemers van Magic Mix projecten vertolken vaak een ideaal van de inclusieve samenleving waarin voor elkaar zorgen één van de doelen is. Magic mix -projecten zijn vaak een bewuste poging om maatschappelijke wederkerigheid tussen huurders te stimuleren. Een onorthodoxe woonoplossing voor spoedzoekers met een kleine beurs. Steeds vaker huisvesten deze woonvormen ook huurders met een psychische beperking Opkomst magic mix Magic mix -projecten zijn de afgelopen jaren in aantal toegenomen. Hiervoor zijn verschillende verklaringen. De aanleiding achter de meeste gemengde projecten is de groeiende behoefte aan flexibele woonvormen. Maar ook een nieuwe bestemming geven aan leegstaand (zorg)vastgoed en het invulling geven aan burgerparticipatie binnen de eigen woonomgeving zijn van invloed geweest in de opkomst van de magic mix. 12 Flexwonen De generatie magic mix -projecten van de afgelopen jaren is met name voortgekomen uit de toenemende behoefte aan snel beschikbare, betaalbare huurwoningen. De maatschappij wordt steeds flexibeler, maar de woningmarkt niet. Om allerlei redenen groeit de groep spoedzoekers op de woningmarkt. 3 Een groep die op de reguliere sociale huurmarkt niet slaagt. De reguliere, veelal sociale, huurwoningmarkt lijkt op slot te zitten. De wachtlijsten groeien en de doorstroming neemt af. De woningen die vrij komen, worden dikwijls ook nog verhoogd in huur, verkocht of gesloopt. De vraag naar sociale huurwoningen zal de komende jaren alleen maar toenemen. Steeds meer arbeidsmigranten en vergunninghouders zoeken een plek op de gereguleerde sociale huurmarkt. Andere groepen nieuwkomers op de woningmarkt zijn onder meer studenten, werkende jongeren, gescheiden mensen, ex-dak- en thuislozen, ex-gedetineerden, uitstromers uit instellingen en kopers-inspé die langer moeten sparen dan voorheen. Groepen die snel woonruimte nodig hebben, kunnen vaak weinig betalen en vervolgens weinig eisen stellen. Deze nieuwkomers moeten vaak achteraan sluiten op de wachtlijst. Kan men niet wachten op een woning, dan is men vaak aangewezen op de duurdere particuliere huurmarkt. Maar vermoedelijk zijn deze huurders vaker aangewezen op de informele huurmarkt, waarin een redelijke prijs-kwaliteit verhouding ver te zoeken is, bijvoorbeeld vakantieparken. Om aan deze groeiende spoedvraag te voldoen wordt er op diverse plaatsen in Nederland geëxperimenteerd met tijdelijke woonoplossingen. Er zijn steeds meer voorbeelden te vinden van tijdelijke woonunits, flexibele huurcontracten en maatschappelijke leegstandsbeheer. Ook veel magic mix -projecten zijn met dit doel opgezet. 3 De Magic Mix de update (Platform31, 2017) hoofdstuk 3.

13 Leegstand (zorg)vastgoed Steeds vaker wordt de magic mix gekozen als een oplossing voor de invulling van leegstaand zorgvastgoed. Door de Hervorming Langdurige Zorg en de wens in de ouderenzorg betere huisvestingskwaliteit te bieden, is afgelopen jaren incourant zorgvastgoed door zorgaanbieders afgestoten. Zeker in gebieden waar de druk op de woningmarkt hoog is, kan dit leegkomend zorgvastgoed een deelantwoord bieden op de vraag naar woningen. Door ver- en ombouw van dit vastgoed kunnen panden geschikt gemaakt worden voor bewoning. In het geval van voormalige verzorgingshuizen is verbouw niet nodig, en kunnen, dankzij het scheiden van wonen en zorg, vrijkomende appartementen direct aan andere doelgroepen worden verhuurd dan ouderen met een zorgindicatie. Doordat de verhuur plaatsvindt door leegstandbeheerders, particuliere eigenaren en zorgorganisaties zijn de regels rondom passend toewijzen uit de Woningwet 2015 niet van toepassing. Dit biedt verhuurders meer ruimte om de woningen aan specifieke doelgroepen toe te wijzen en een mix te maken van bewoners met lage en iets hogere inkomens. Ideaal van de participatiesamenleving Magic mix -projecten komen ten derde vaak voort uit burgerinitiatief of sociaal ondernemerschap dat op een nieuwe en innovatieve manier invulling wil geven aan zorgen voor elkaar en de buurt. In de reeks van burgerinitiatieven is een deel van de magic mix -projecten een nieuwe loot aan de stam. Het magic mix -project bestaat vaak niet alleen uit samenwonen van dragende en vragende huurders, maar huisvest ook bedrijfjes, stimuleert buurtactiviteiten en ontmoeting en is actief bezig om kwetsbare bewoners te bewegen naar werk, school of een dagactiviteit. Gemeenten zoeken samen met burgers, naar wijzen waarop de inclusieve samenleving tot stand kan worden gebracht. Het mengen van doelgroepen lijkt daar een optie voor te zijn. Het magic mix -project vertolkt een waaier aan verwachtingen die bestaan rondom het mengen van doelgroepen en de bijdrage die dit kan leveren aan het creëren van een inclusieve of participatiesamenleving. Omwonenden en lokale politici lijken minder moeite hebben met de huisvesting van omstreden doelgroepen als deze in het project worden gemengd met andere doelgroepen. Dit geldt bijvoorbeeld voor arbeidsmigranten, statushouders en mensen met een zorgachtergrond. Uit onderzoek van Platform31 naar de huisvesting van arbeidsmigranten blijkt dat ondanks alle inspanningen huisvesting voor deze doelgroep moeilijk van de grond komt. 4 Naast protest van omwonenden en de lokale politiek vanwege mogelijke overlast, komen dergelijke projecten ook moeilijk van de grond omdat het beeld bestaat dat arbeidsmigranten een fluïde doelgroep is. Hierdoor zou in delen van het jaar leegstand ontstaan. Door doelgroepen te mengen verwachten initiatiefnemers dat deze bezwaren afnemen. De verhuurder bedient immers verschillende groepen huurders, waardoor leegstand minder aan de orde is. Bovendien kan de combinatie van doelgroepen het beeld van een project doen kantelen. Dit is ook gebleken uit eerder onderzoek door Platform Een deel van de magic mix is ook gericht op de huisvesting van bewoners met een psychische beperking, de scope van deze verkenning. De vraag naar zelfstandige huisvesting zal voor deze groep komende jaren toenemen door de ambulantisering van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). 4 Huisvesting arbeidsmigranten: een zorg van iedereen?!! (Platform31, 2015). 5 De Magic Mix De update (2017).

14 2.1 Ambulantisering GGZ Ook voor mensen met psychisch zelfredzaamheidsbeperkingen bestaat de breed gedragen wens gewoon in de wijk te blijven wonen, of weer te gaan wonen. De zorg dient naar de cliënt te komen, in de geestelijke gezondheidszorg beter bekend als ambulantisering. Meer mensen dan voorheen zullen blijven wonen in een zelfstandige woning of weer gaan wonen in een zelfstandige woning door de afbouw van intramurale capaciteit van klinieken en beschermd wonen. Vanaf 2015 is het budget voor beschermd wonen overgeheveld naar gemeenten in de Wet Maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Door deze overheveling kunnen gemeenten kiezen voor een eigen beleidslijn voor de begeleiding en de huisvesting van mensen die gebruik maken van het beschermd wonen. Doordat cliënten van beschermd wonen vaak vraagstukken hebben op meerdere terreinen werden binnen het beschermd wonen integrale arrangementen aangeboden, waarbij er aandacht was voor wonen, ondersteuning, werk, inkomen, dagbesteding, sociale contacten en vrije tijd. Om intramurale voorzieningen te kunnen verminderen, is het nodig dat dergelijke integrale arrangementen in de wijk worden geboden. 14 De VNG-Commissie Toekomst Beschermd Wonen, de commissie Dannenberg, heeft een visie ontwikkeld op de toekomst van het beschermd wonen. De zorg dient in lijn met de ambulantisering - naar de cliënt te komen, in plaats van een verhuizing van de cliënt naar een instelling. De commissie Dannenberg gaat er vanuit dat een derde deel van de intramuraal wonende cliënten direct kan uitstromen naar zelfstandig wonen in de wijk, een derde op termijn en dat voor een derde geldt dat een intramurale setting beter aansluit op hun behoeften. Uitgaande van bewoners in beschermd wonen begin 2015, ontstaat theoretisch op grond van de vuistregel van de commissie Dannenberg een eenmalige extra vraag naar minimaal woningen, plus een jaarlijks aantal nieuwe uitstromers. Naast het aantal woningen is ook de betaalbaarheid van de woningen van belang. Veel doorstromers uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang hebben een beperkt inkomen. Dit maakt dat zij zich alleen woningen in het goedkoopste segment kunnen veroorloven (circa 400 euro). Het hebben van eigen voorzieningen is daarbij wenselijk, de omvang van de woning is van minder belang. Een studio van circa 30m 2 volstaat vaak. 6 Om verschillende redenen stokt de uitstroom naar zelfstandige woningen voor deze doelgroep. Er zijn onvoldoende, betaalbare sociale huurwoningen en de doelgroep mist vaak de vereiste inschrijvingsduur voor een dergelijke woning. Ook heeft de doelgroep vaak ondersteuning nodig. Met afspraken over bijvoorbeeld een urgentieregeling voor een woning, toegang tot schuldhulpverlening en budgetbeheer of een garantie op begeleiding en terugkeer. In de praktijk blijkt dit lastig te regelen. Doorstromers zijn bovendien vaak onzeker over het zetten van de stap naar zelfstandig wonen, bijvoorbeeld omdat zij er financieel op achteruit gaan of dat zij de sociale contacten, structuur en begeleiding uit de intramurale setting achter zich laten. 6 Van beschermd wonen naar beschermd thuis - Advies commissie Toekomst Beschermd Wonen (december 2015).

15 2.2 Woonvormen Uitstroom vanuit het beschermd wonen is mogelijk naar zelfstandige woningen. Daarnaast ontwikkelen onder andere organisaties voor Beschermd Wonen ook nieuwe woonvormen, die meer aansluiten op de behoeften van cliënten dan reguliere woningen in wijken en buurten. Het traditionele beschermd wonen is in de afgelopen jaren gedeeltelijk getransformeerd naar wooncomplexen met eigen appartementen voor bewoners (met eigen sleutel) en gemeenschappelijke voorzieningen of ook in aparte wooneenheden, verspreid in de wijk en onder diverse condities (soms aangeduid als gespikkeld wonen ). Ook neemt het aantal particuliere initiatieven toe, bijvoorbeeld ouders die voor hun jongvolwassen kinderen een woongroep voor jongvolwassenen met autisme oprichten. De commissie Dannenberg beschrijft de volgende huisvestingsvarianten voor uitstromers: zelfstandig wonen (in een huurhuis met een eigen huurovereenkomst of een koophuis) zelfstandig wonen met een (huur)contract bij een zorginstelling zelfstandig (groeps)wonen, met meerdere personen in een huis wonen in een wooncomplex of woonvoorziening met tien à twintig medebewoners. De commissie geeft daarbij expliciet aan dat de tweede variant niet de voorkeur verdient. Om de afhankelijkheid van cliënten van zorgorganisaties te verminderen, adviseert de commissie cliënten zoveel mogelijk een eigen huurcontract aan te bieden in plaats van te werken met een zogenoemd omklapcontract: zorgorganisatie huurt de woningen uit naam van de cliënt en laat deze omzetten op de naam van de cliënt wanneer deze een positief woongedrag vertoont. 2.3 Conclusie 15 Als gevolg van de ambulantisering neemt het aantal mensen dat met een psychiatrische kwetsbaarheid in de wijk woont toe. Dit leidt tot een toegenomen vraag naar kleine en betaalbare woningen, en ook naar woonomgevingen waarin aandacht is voor medebewoners. Deze vraag komt op het moment dat het aantal magic mix -projecten toeneemt. Deze complexen bestaan uit kleinschalige wooneenheden, waar mensen zonder inschrijvingstijd kunnen gaan wonen en waar (vaak) voorwaarden worden gesteld aan de inzet voor het complex en de medebewoners. Voor uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang biedt dit een kans op een zelfstandige woonplek. De vraag is of het samenwonen ook een antwoord kan bieden op de andere behoeften van uitstromers.

16 3 Overzicht van de complexen In het onderzoek zijn tien magic mix -projecten bezocht en onderzocht. Na een korte beschrijving van elk van deze complexen in de eerste paragraaf, gaat de tweede paragraaf in op de mix van bewoners in de complexen. De derde paragraaf behandelt de wijze waarop de bewoners zijn geselecteerd en onder welke voorwaarden dit gebeurt. In de vierde paragraaf staat de inzet van de bewoners voor het project beschreven. Paragraaf vijf gaat in op het fysiek en sociaal beheer van de complexen; de zesde paragraaf beschrijft de tijdelijkheid van de magic mix -projecten. Het hoofdstuk sluit af met enkele conclusies. 3.1 De complexen in een notendop Voordat we op de kenmerken van de complexen inzoomen, schetsen we kort de verschillende complexen. Bruishuis: In dit voormalige verzorgingshuis wonen diverse doelgroepen samen, waaronder mensen met een intensieve zorgvraag. Het burgerinitiatief wordt geëxploiteerd en beheerd door vrijwilligers uit de wijk en bewoners uit het project. In de plint van het gebouw zijn diverse zorgorganisaties en het wijkteams gevestigd. Het project is gesitueerd in de aandachtswijk Malburgen in Arnhem. 16 De Sterren: In een vleugel van het studentencomplex De Sterren in Utrecht wonen drie studenten (studentcoaches) samen met zes jongeren die onder begeleiding staan van jeugdzorg. De jongeren zijn uitgestroomd uit de intramurale zorg, maar zijn nog niet in staat om zelfstandig te wonen. Door onzelfstandige woningen te combineren met voorzieningen die gedeeld moeten worden, leven de bewoners intensief samen. De mix zorgt er aan de ene kant voor dat de studenten een voorbeeldfunctie kunnen vervullen voor de jongeren. Aan de andere kant maakt de aandacht en informele zorg die de studenten leveren, het mogelijk de professionele inzet te beperken. Ontmoetingsruimte het Kompas: Deze ontmoetingsruimte is gekoppeld aan een locatie voor beschermd wonen van Lister in Leidsche Rijn. Het complex is volgens de gehanteerde definitie geen magic mix -project. In dit project vindt de mix plaats op buurtniveau. Bewoners van het complex en uit de buurt ontmoeten elkaar in het Kompas. BaLaDe: Dit is een multifunctioneel complex in Waalwijk met in de plint voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs en horeca. In het complex wonen ouderen en mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid of een licht verstandelijke beperking. Majella Wonen: In twee naoorlogse appartementencomplexen wonen ex-dak- en thuislozen en reguliere huurders als buren samen. De ex-dak- en thuislozen zijn cliënten van de Tussenvoorziening en hebben begeleiding en ondersteuning nodig bij het voeren van de regie over hun wonen en leven. De reguliere huurders zijn mensen met sociale betrokkenheid die een actieve bijdrage willen en kunnen leveren aan de leefsituatie in het gebouw en de woonomgeving. Proeftuin Eperweg: Dit is een tijdelijke locatie waar uitstromers vanuit het beschermd wonen samen wonen met reguliere huurders. Gedurende zeven jaar wonen hier circa 45 huurders in zelfstandige

17 woningen. Onderlinge ontmoeting vindt plaats in de gangen en de tuin. Een huiswacht ziet toe op het naleven van de huisregels en biedt ook waar nodige sociale ondersteuning. Robijnhof: In voormalig verzorgingshuis Robijnhof in Leiden wonen tijdelijk ongeveer twintig statushouders, dertig mensen met een lichte zorgvraag en dertig studenten en starters. Deze groepen worden bewust gespikkeld gehuisvest. Van alle bewoners in Robijnhof wordt verwacht dat hij of zij zich inzet voor het project (2 uur per week). Er is veel contact tussen bewoners. Samen en Anders: Samen&Anders is een verpleeghuis in een overgangsfase in Rotterdam-Zuid. Bewoners van Samen&Anders delen het gebouw met intramuraal wonende ouderen. Er zijn elk jaar minder intramurale plekken in het gebouw. Naast ouderen in het verpleeghuis-deel wonen in Samen & Anders diverse groepen spoedzoekers: studenten, starters, uitstromers uit instellingen, gescheiden mensen en ouderen die geen indicatie meer krijgen. Het gaat om 265 woningen voor vooral eenpersoonshuishoudens. Van de nieuwe bewoners wordt verwacht dat ze 10 uur per maand een bijdrage leveren aan het project. t Seghe Waert: In dit verzorgingshuis in Zoetermeer is door de hervorming van de langdurige zorg leegstand ontstaan die deels is gevuld door instroom van mensen uit beschermd wonen en enkele statushouders. Deze bestemming is van tijdelijke aard. Zorgstroom/Eleos: Ook hier gaat het om een verzorgingshuis; ditmaal in Middelburg. In enkele leeggekomen appartementen wonen nu jongeren die (enige) begeleiding nodig hebben in de opmaat naar volledig zelfstandig wonen. Zij mogen maximaal twee jaar in het complex wonen. Voor meer informatie over de verschillende projecten verwijzen we naar deel B van deze publicatie, waarin een uitgebreide beschrijving van de afzonderlijke projecten is opgenomen Wat is de mix aan bewoners in de complexen? Inherent aan het concept Magic Mix is dat er verschillende groepen mensen samenwonen. In de onderzochte projecten lag de focus op mensen die uitstromen vanuit het beschermd wonen en/of de maatschappelijke opvang, waardoor deze doelgroep in de verschillende complexen te vinden is. Daarnaast wonen er ouderen met een zorgvraag, studenten, starters op de woningmarkt, statushouders, mensen die onlangs zijn gescheiden, arbeidsmigranten, mensen met een licht verstandelijke beperking en mensen met een laag inkomen/bijstandsuitkering. Dragende en vragende bewoners Zoals blijkt uit de opsomming van groepen mensen die in de magic mix -projecten wonen, zijn er verschillen in de mate van zelfstandigheid c.q. de behoefte aan ondersteuning. In beleidstermen worden deze groepen wel dragende en vragende bewoners genoemd. In het woondomein wordt dit onderscheid anders genoemd, zoals reguliere huurders en huurders met een rugzakje. Wie de gewone huurders zijn en wie huurders met een rugzakje, wordt per project anders ervaren. Belangrijk is dat altijd wordt gezocht naar draagkracht van het project in de mix van mensen die hun leven redelijk op de rails hebben en mensen die ondersteuning kunnen gebruiken. Alleen bij de casus Proeftuin Eperweg wordt daarbij een specifieke mix nagestreefd, namelijk 75 procent uitstromers vanuit instellingen en 25 procent reguliere huurders.

18 De achterliggende gedachte van het mixen van groepen huurders die verschillen in draagkracht, is dat de mix bijdraagt aan een goed leefklimaat voor mensen met problemen. De zogenoemde dragende bewoners kunnen de zogenoemde vragende bewoners ook helpen wanneer dat nodig is. In de praktijk zien we dat ook kwetsbare mensen elkaar ondersteunen. Zorgstroom/Eleos en t Seghe Waert zijn projecten waar vragende bewoners andere vragende bewoners ondersteunen. Zo kopen de jongeren die met begeleiding wonen in Zorgstroom/Eleos, eten in voor de gezamenlijke maaltijd en koken zij deze samen met oudere bewoners die hen leren koken. Zo kan de magic mix bijdragen aan het creëren van situaties waarin mensen (leren) hun talenten te benutten. In de projecten zien we dat het bereiken van deze situatie van gelijkheid en wederkerigheid (de nodige) begeleiding vergt. Bij het Kompas stuurt de begeleiding sterk op een wederkerige relatie tussen bewoners en vrijwilligers uit de buurt. Lister, dat het Kompas beheert, merkt op dat sommige vrijwilligers komen omdat zij iets willen doen voor de bewoners. Lister maakt hen er dan op attent dat de bewoners uit het beschermd wonen ook iets voor hén kunnen betekenen. En in het project Majella Wonen blijkt dat er tijd en ondersteuning nodig is voor de groep ex-dak- en thuisloze bewoners om deel te nemen aan het programma dat vooral door de reguliere huurders wordt georganiseerd. Daarnaast vergt het ook aanpassingsvermogen van de reguliere huurders. Zo werd tijdens de collectieve borrels en feestjes alcohol geschonken en met elkaar gesproken over kinderen en vakanties. Dit sloot niet altijd aan op de belevingswereld van de ex-dak-en thuislozen. Inmiddels wordt hier meer rekening mee gehouden en stijgt de deelname van de Tussenvoorziening-bewoners. 18 Stelregel voor de mix bij Housing First In de Verenigde Staten is het Housing First concept ontwikkeld. Housing First betekent dat iemand, ongeacht zijn of haar problemen, eerst woonruimte krijgt aangeboden, om vandaaruit onder intensieve begeleiding te werken aan zijn of haar problemen. Bij de Amerikaanse Housing First is de stelregel dat niet meer dan 20 procent van appartementen in een complex door Housing first klanten mag worden bewoond en bovendien dat de voorkeur van klanten leidend is bij het kiezen van het appartement en de locatie van het appartement. 7 Gespikkeld of geclusterd? De onderzochte magic mix -projecten verschillen in de wijze waarop ze de verschillende groepen bewoners mixen. Er zijn verschillende projecten waar de groepen door elkaar heen wonen, ook wel gespikkeld wonen genoemd. Voorbeelden hiervan zijn Robijnhof, Majella Wonen, Proeftuin Eperweg en Zorgstroom/Eleos. In andere complexen wonen de bewoners die beschermd wonen of hier onlangs uit zijn uitgestroomd, geclusterd op een verdieping of deel van het gebouw, zoals het geval is in de BaLaDe. Binnen t Seghe Waert is bij de instroom van mensen uit beschermd wonen gekozen voor gespikkeld wonen, maar is er in het najaar van 2017 sprake van een geclusterde woonvorm door uitstroom van senioren naar andere verzorgingshuizen. Het Kompas is een afwijkend project. Dit is een beschermde woonvorm, waar enkel in de ontmoetingsruimte interactie met andere groepen plaatsvindt. Typen huurders In de onderzochte complexen wonen verschillende groepen bewoners, die via verschillende kanalen in het complex zijn komen wonen. Er zijn verschillen in contractering, zowel tussen de complexen als binnen de complexen. In een aantal complexen (Bruishuis, de Sterren, en Robijnhof) wordt gewerkt met tijdelijke huurcontracten, vanwege de tijdelijkheid van de verhuur van het complex of om te kunnen 7 Housing first principes en praktijken (Impuls, 2014).

19 sturen op wederkerigheid. Daarnaast zijn er complexen, zoals BaLaDe en Samen & Anders, waar reguliere (vaste) huurcontacten worden aangeboden aan de bewoners. Bij bewoners die met ambulante begeleiding in een dergelijk complex wonen, wordt het huurcontact soms gekoppeld aan een zorgcontract, zoals bij Majella Wonen, de Proeftuin Eperweg en bij Zorgstroom. In het huurcontract is opgenomen dat het contract vervalt, wanneer de huurder geen zorg meer afneemt. De koppeling aan het zorgcontract is daarmee een voorwaarde om het huurcontract te krijgen. Bewoners die beschermd wonen, hebben tot slot een woonzorgarrangement. Zij krijgen geen huurcontact voorgelegd maar wonen intramuraal. Dit geldt voor deze groep bewoners in t Seghe Waert, BaLaDe en het Kompas. Conclusie Uit het voorgaande kunnen we opmaken dat er geen vaststaande regels zijn voor de mix in magic mix - projecten. Er is een duidelijke wens bij betrokken partijen om verschillende doelgroepen samen te laten wonen, maar een stelregel voor de invulling van de mix ontbreekt over het algemeen. Veel beheerders wijzen doelgroepen een woning toe die worden aangeleverd door een zorginstelling (dak- en thuislozen, bewoners van en uit beschermd wonen, jongeren met jeugdzorg) en kijken in de praktijk of en hoe de mix met andere huurders werkt. 3.3 Voorwaarden en selectie Voorwaarden Anders dan in reguliere sociale huurwoningen komt niet de woningzoekende bovenaan de wachtlijst in aanmerking voor een woning in een magic mix -project. Er zijn vaak andere of aanvullende voorwaarden die worden gesteld om in aanmerking te komen voor een woning in dergelijke projecten. Maar ook tijdens het verblijf worden vaak voorwaarden aan de bewoner gesteld waar op gestuurd wordt. De vragen die centraal staat in deze voorwaarden zijn: past de (potentiële) bewoner voldoende in dit project? kan de (potentiele) bewoner zich handhaven in dit project? vormt de (potentiële) bewoner een te groot risico voor dit project? Het concept achter het project, de spelregels die in de loop van de exploitatie zijn ontwikkeld en de actuele verhouding tussen dragende en vragende bewoners zijn leidend voor de toetsing van deze vragen. 19 Om tot een specifieke bewonerssamenstelling te kunnen komen, stellen magic mix -projecten voorwaarden aan potentiële bewoners. De meest voorkomende voorwaarden die worden gesteld in de onderzochte projecten zijn: Wederkerigheid motivatie om iets beteken voor het project en/ of mee te doen aan activiteiten (zie Wederkerigheid) Zelfstandigheid kan de (potentiele) bewoner zonder begeleiding wonen of in een overgangsfase binnen een afgesproken periode Geen actieve verslaving Geen (zwaar) crimineel verleden Geen acute psychische nood/uitstellen zorgvraag is mogelijk Veelal gelden niet voor alle bewoners dezelfde voorwaarden, maar verschillen zij naar wijze van instroom. Zo worden reguliere huurders gescreend op hun mogelijke inzet voor het complex

20 (wederkerigheid) en uitstromers uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang vooral op eventuele verslavingen en de ernst van hun problematiek. Er zijn ook gemengde wooncomplexen waar niet gestuurd wordt op de samenstelling van de gemeenschap in het complex, zoals BaLaDe in Waalwijk. In dit multifunctionele complex is interactie mogelijk tussen de verschillende bewonersgroepen, maar is dit geen uitdrukkelijk doel in het beheer van het complex. Selectie Om op deze en andere voorwaarden te sturen, wordt door de respondenten met name de start van een project of het moment van aanmelding van een nieuwe bewoner als cruciaal gezien. Voor de meeste onderzochte projecten is daarom een selectieproces opgesteld voor de toelating van nieuwe bewoners. In de meerderheid van de huidige magic mix -projecten moeten alle of een deel van de potentiële bewoners solliciteren om in aanmerking te komen voor een woning in het complex of project. Het gaat vaak om het schrijven van een motivatiebrief en/ of een gesprek met projectleider van of beheerder in het project. Uit de brief en het gesprek wordt getracht duidelijk te krijgen of de woningzoekende past in het project, de risicos voor het project hanteerbaar blijven en de woningzoekende zelfstandig genoeg is. 20 Anders dan sociale huurwoningcomplexen De hoge mate van voorwaardelijkheid onderscheidt magic mix -projecten van reguliere wooncomplexen, al gaat het vaak wel om sociale huurwoningen. Ook om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning worden er voorwaarden gesteld in Nederland: men moet bovenaan de wachtlijst (de hoogste inschrijfduur) staan, men mag niet meer verdienen dan euro (afhankelijk van leeftijd en huishoudsamenstelling) en ook ondertekent men vaak huisregels. Toch is ons volkshuisvestelijke systeem vooral gericht op rechtsbescherming en keuzevrijheid. Zo mogen woningcorporaties mensen niet weigeren als ze aan de bovenstaande voorwaarden voldoen. Bij overlast heeft de corporatie beperkte sturingsmiddelen om iemand uit te zetten. Bij magic mix -projecten lijken partijen het gerechtvaardigd te vinden om meer voorwaarden te stellen en hier ook strenger op te handhaven. De meeste geïnterviewden zien deze sturingsmogelijkheden als essentieel voor het welslagen van de magic mix. De vaak intensieve manier van samenwonen en samenleven in een magic mix -project lijkt een bepaalde vorm van social engineering te legitimeren. Deze ruimte voor experiment en maatwerk maakt het mogelijk om een balans te vinden in de mix. Dit is verstandig voor het beheer, de exploitatie, het imago van het project en de veiligheidsgevoelens van bewoners. In een aantal onderzochte projecten is men hier door schade en schande achter gekomen. Zoals projecten waar bij de start een hoge bezettingsgraad (oftewel: zo min mogelijk leegstand) leidend was bij de toelating van nieuwe bewoners. De mix van dragende en vragende bewoners raakte uit balans met alle gevolgen van dien. Bovendien bleken niet alle toegelaten bewoners in het concept te passen, bijvoorbeeld bewoners die toch nog niet klaar waren om zelfstandig te wonen. 3.4 Tijdelijkheid van de projecten De voorwaardelijkheid van veel projecten komt ook tot uiting in het aspect tijdelijkheid. Denk hierbij aan tijdelijke projecten na leegstand, tijdelijke huurcontracten en omklapcontracten. Zoals eerder gesteld zijn veel magic mix -projecten voortgekomen uit de behoefte aan snel beschikbare woningen. Vaak

21 wordt een woning in een dergelijk project daarom gezien als een tussenstop, een tussenoplossing, een plek om tijdelijk te landen et cetera. In veel van de magic mix -projecten in dit onderzoek verblijven de bewoners daarom maar tijdelijk, meestal één tot een aantal jaar. Tijdelijk verblijf heeft verschillende voordelen voor een project: Tijdelijkheid heeft ervoor gezorgd dat het experiment dat de magic mix vaak nog is, aangedurfd wordt. De risico s worden hiermee beperkt, omdat het project of het verblijf van bewoners immers eindigend is. De samenstelling van de mix kan relatief gemakkelijk aangepast worden, mocht de balans tussen dragende en vragende bewoners niet werkbaar zijn. De woningen blijven beschikbaar voor mensen die urgent een woning nodig hebben. Daarmee zorgen deze complexen voor een soepeler werkende lokale woningmarkt. De bewoners accepteren een soberdere kwaliteit, wat de woning betaalbaarder maakt. De bewoners staan, bij een afgebakende verblijfsduur, onder (lichte) druk om een stap verder te zetten in hun wooncarrière. In een aantal recent gestarte projecten in dit onderzoek is gekozen om juist géén gebruik te maken van het sturingsmiddel tijdelijkheid. Motieven om dit niet te doen hebben te maken met de boodschap die tijdelijkheid kan uitstralen richting potentiële bewoners, namelijk onzekerheid, vluchtigheid en onveiligheid. Projecten als Majella Wonen en Samen&Anders willen een stabiel thuisgevoel en een duurzame gemeenschap creëren. Men meent dit beter te kunnen realiseren door bewoners voor een langere periode te huisvesten. De tijd zal leren of dit een effectieve strategie blijkt te zijn. Wat deze strategie in ieder geval duidelijk maakt, is dat het vertrouwen in gemengd wonen toeneemt en zijn experimentele status langzaam aan het verliezen is. 3.5 Inzet bewoners voor het project 21 In de voorgaande paragraaf zagen we dat het zich inzetten voor het project vaak een voorwaarde is die gesteld wordt aan potentiële bewoners in magic mix -projecten. Het gaat dan om het zich een x-aantal uur per week of per maand in te zetten voor het complex en/ of haar bewoners. De hoeveelheid inzet die van een bewoner wordt gevraagd, verschilt per project en soms ook per groep. Bijvoorbeeld in Majella Wonen zijn de Portaal-bewoners onder andere geselecteerd op hun motivatie tot inzet, terwijl dit geen eis was richting de ex-dak- en thuislozen die door zorgorganisatie de Tussenvoorziening zijn gehuisvest. Zij worden wel gestimuleerd door De Tussenvoorziening om deel te nemen aan werkgroepen en activiteiten met de Portaal-bewoners. Tijdens het selectieproces van een nieuwe bewoner wordt in de meeste magic mix -projecten duidelijk aangegeven wat van de potentiële bewoner verwacht wordt en wordt getoetst op motivatie om een bijdrage te leveren. Zo wordt in Robijnhof gekeken of de talenten en wensen van de potentiële bewoner aansluiten op de mogelijkheden binnen het project. Bij Majella Wonen werd bij de start van het project aan alle potentiële reguliere bewoners gevraagd of men vrijwilligerswerk doet of in het verleden deed. Dit selectieproces kan overigens niet voorkomen dat er ook bewoners worden geselecteerd die vooral afkomen op de snel beschikbare woning. Ook niet-actieve bewoners kunnen sociaal wenselijke antwoorden en gedrag een plek vinden in deze projecten. Het is in veel projecten daarom lastig om te sturen op deze eis. De inzet die gepleegd wordt, is bovendien niet altijd zichtbaar voor de projectleider, begeleiders of beheerders binnen het project. Bijvoorbeeld de kleine zorgtaken die men doet voor medebewoners, zoals boodschappen doen, een luisterend oor zijn, helpen bij brieven of het op orde

22 brengen van financiën. Verder is een aantal projecten te groot om hier goed overzicht over te houden. Binnen de meeste projecten wordt daarom ook niet streng gehandhaafd op deze eis. Dit betekent overigens niet dat dit aspect van deze magic mix -projecten niet uit de verf komt. In alle projecten waar in het selectieproces gestuurd is op wederkerigheid is de inzet van bewoners hoog. In Robijnhof werd zelfs de eis van 2 uur inzet per week noodgedwongen losgelaten omdat er teveel uren waren om weg te zetten. Oftewel het aanbod van de bewoners om iets te betekenen voor het project was groter dan de mogelijkheden en vraag binnen het project. Inmiddels mogen bewoners van Robijnhof hun inzet ook plegen in de vorm van vrijwilligerswerk buiten het project. Ondanks dat er niet sterk gestuurd wordt op wederkerigheid is de behoefte bij veel bewoners om iets te betekenen in het project dus groot. Blijkbaar is er een niche in Nederland van mensen die zich sociaal of maatschappelijk in willen zetten vanuit hun woondomein. Magic mix -projecten lijken deze niche aan te boren. Veel projecten hebben aanvullende instrumenten, naast selectie aan de voorkant om wederkerigheid te bevorderen binnen het project. In diverse magic mix -projecten ontstaan Whatsapp-groepen en Facebook-pagina s om kleine vragen neer te leggen of activiteiten aan te kondigen (bijvoorbeeld in Majella Wonen en Robijnhof). Vaak is er een sociaal beheerder, projectleider of zorgorganisatie aanwezig om activiteiten aan te zwengelen of bewoners te motiveren deel te nemen aan activiteiten (bijvoorbeeld Samen&Anders en Majella Wonen). In de volgende paragraaf gaan we hier nader op in. 22 Opbrengsten van verplichte inzet Binnen de verplichte inzet die wordt gevraagd in sommige projecten, lijkt het minder van belang wát bewoners voor elkaar of het project doen. Het feit dát ze iets met of voor elkaar doen, wordt van belang geacht. Dat is niet raar, want de eis alleen lijkt al veel op te leveren. Ten eerste selecteert zij mensen uit die vanuit hun woning een positieve bijdrage willen leveren en contact met buren niet uit de weg gaan. In deze projecten probeert men aan de voorkant mensen te weren die de gordijnen overdag dicht doen en de neiging hebben zich te isoleren. Ten tweede lijkt verplichte inzet ook lichte zorg voor elkaar uit te lokken. Dit gebeurt echter niet vanzelf. Veel projecten zetten daarom in op het samenbrengen van bewoners in diverse activiteiten, zoals gezamenlijk koffie drinken of in de tuin werken, borrels en feestjes. Deze collectieve activiteiten zorgen voor een laagdrempelige en informele kennismaking tussen bewoners. Dit zorgt weer voor meer sociale cohesie binnen het project (oftewel meer plakmiddel tussen bewoners). Deze toegenomen bekendheid met elkaar en de banden die daardoor ontstaan, kunnen zorgen voor een hoger veiligheidsgevoel en (vervolgens) voor meer bereidheid om iets voor elkaar te betekenen. Extreem mixen van doelgroepen lijkt ook bij te dragen aan deze bereidheid. De bewoner is hierdoor in de dagelijkse omgang niet op de eigen groep gericht, maar op zijn of haar directe buren op de gang. In dit praktijkonderzoek is geen effectiviteitsonderzoek gedaan. Om de bovenstaande veranderingstheorie te bewijzen, is verder onderzoek nodig. Wel zijn door alle respondenten voorbeelden gegeven die wijzen op een dergelijke werking van de verplichte inzet en het mixen van doelgroepen.

23 3.6 Onderhoud en sociaal beheer In de meeste onderzochte projecten wordt meer aan beheer gedaan dan in reguliere sociale woningbouwcomplexen, maar is er minder zorg en begeleiding beschikbaar voor zorgdoelgroepen dan in instellingen. Beheer wordt in sommige projecten ingezet als instrument om interactie en binding tussen bewoners en groepen te bewerkstelligen. Onderhoud In de meeste projecten is de huisvester verantwoordelijk voor het onderhoud van het project. Per project verschilt het hoe betrokken bewoners zijn bij het onderhoud en dagelijkse beheer. In een aantal magic mix -projecten wordt er van bewoners verwacht dat ze een deel van het onderhoud op zich nemen. Zo schilderen bewoners in Samen&Anders zelf hun eigen gangen en woningen en binnen Majella Wonen en Bruishuis beheren bewoners de tuin. In andere projecten wordt fysiek beheer alleen gestimuleerd, zoals in Robijnhof. In andere projecten is het fysieke beheer volledig in handen van de eigenaar, beheerorganisatie of zorgorganisatie. Bruishuis is het enige onderzochte project waar bewoners uit het complex en de wijk alle beheertaken op zich nemen binnen het project, behalve het groot onderhoud. Sociaal beheer Sociaal beheer kent geen eenduidige definitie. Het gaat om taken binnen het project die de sociale cohesie tussen bewoners onderling en de bewoners en de buurt bevorderen. Daarnaast gaat het om taken die de leefbaarheid op orde houden (schoon-heel-veilig). Het sociaal beheer ligt in magic mix-projecten veelal bij professionele beheerders en/of de betrokken zorgorganisaties. In de meeste gevallen sturen zij op het groepsproces en de leefbaarheid in het complex. Bij andere projecten ligt het sociaal beheer voor een belangrijk deel in handen van de bewoners. Het gaat hierbij met name om het organiseren van collectieve activiteiten, het beheren van voorzieningen en het signaleren van problemen bij medebewoners. Dit is onder meer het geval bij Majella Wonen en het Bruishuis. Maar ook in deze gevallen geldt dat professionele beheerders of zorgorganisaties tijdens kantooruren aanwezig zijn om ondersteuning te bieden en actief in te gaan op signalen van bewoners. 23 Sociaal beheer richting de buurt, oftewel buurtmanagement, wordt in de onderzochte projecten verschillend vormgegeven. In de minimale variant gaat het om het informeren van buurtbewoners over de komst van de verschillende doelgroepen naar het complex en het beantwoorden van de vragen die dit oplevert. Bij alle projecten zijn er een of meerdere informatiebijeenkomsten gehouden en/of is de buurt uitgenodigd voor een kennismakingsbijeenkomst met de nieuwe bewoners. De interactie met de buurt is gericht op het creëren van draagvlak voor het project. In een aantal complexen wordt gestreefd naar een actieve betrokkenheid van de buurt. Dit is het geval in het Kompas en Robijnhof waar buurtbewoners worden benaderd om zich als vrijwilliger in te zetten voor het complex. Bij het Kompas is er een vrijwilligerscoördinator die zich actief inzet om buurtbewoners als vrijwilliger aan het project te verbinden. Dit kan door collectieve activiteiten voor het Kompas te organiseren, zoals de gezamenlijke maaltijd, maar ook door als een maatje op te treden voor een bewoner. Ook in Robijnhof worden bewoners gevraagd zich zowel voor het collectief als het individu in te zetten. Robijnhof maakt hierbij een duidelijke scheidslijn tussen sociaal beheer, handhaving en individuele zorgverlening. Zo wordt in Robijnhof aan de bewoners gevraagd om alleen signalen door te geven over buren waar men zich zorgen over maakt, zonder deze mensen direct aan te spreken of zorg te verlenen.

24 Eén van de projecten gaat nog een stap verder. Het Bruishuis heeft een actieve bewonersvereniging, in en van de buurt. In het kader van Vogelaaraanpak namen bewoners na een aanlooptijd van een aantal jaar de verhuur, exploitatie en een deel van het beheer over van Bruishuis van de woningcorporatie, in de vorm van de stichting Bewonersbedrijf Malburgen. Het dagelijkse onderhoud en het sociale beheer is in handen van het bewonersbedrijf. Het beheerteam Bruishuis wordt aangestuurd en bestaat uit bewoners uit van het Bruishuis en de wijk. De stichting is altijd aanwezig in het Bruishuis en er lopen veel buurtbewoners als vrijwilliger rond. De buurt wordt hierdoor, naast de aanwezige voorzieningen, het project ingetrokken en krijgt het project een gezicht richting de buurt. 3.7 Conclusie In dit hoofdstuk hebben we de rode lijnen beschreven die terugkomen in veel van de onderzochte casussen. Alle projecten verschillen aanzienlijk van elkaar, zoals welke doelgroepen men wil bedienen, in hoeverre er wordt gestuurd op wie er mag komen wonen en wat van hen verwacht wordt. Er is een duidelijke wens bij alle betrokken partijen om verschillende doelgroepen samen te laten wonen (of met elkaar in contact te brengen), maar formules voor de juiste invulling van de mix hebben we niet kunnen vinden. Ook de mate van tijdelijkheid van het project verschilt sterk. Toch zijn er overeenkomsten die we in bijna alle projecten terug zien: Balans in de mix. Er wordt in bijna alle project gezocht naar de draagkracht van het project in een mix van mensen die hun leven redelijk op de rails hebben en mensen die ondersteuning kunnen gebruiken. 24 Grenzen aan de mix. Ook van de groep die begeleiding nodig heeft, geldt een aantal veelgehoorde uitsluitingscriteria: geen acute psychische nood, geen actieve verslaving, geen (zwaar) crimineel verleden Voorwaardelijkheid. Meer dan in reguliere huurwoningmarkt worden er voorwaarden gesteld aan de bewoners van een magic mix -project. Er worden zowel meer voorwaarden vooraf gesteld als tijdens het verblijf. Op deze voorwaarden wordt ook sterker gestuurd dan mogelijk is in de reguliere huurwoningmarkt. Selectie bewoners. Hetzelfde geldt voor de woningtoewijzing. Anders dan bij een vrijkomende reguliere sociale huurwoning wordt de nieuwe bewoner geselecteerd op basis van voorwaarden. Deze selectie heeft als doel te toetsen of potentiële bewoners passen in het project, zich erbinnen kunnen handhaven en/ of niet een te groot risico vormen voor het project. Wederkerigheid. In bijna alle projecten is een bepaalde mate van bereidheid tot wederkerigheid een voorwaarde of een projectelement dat gestimuleerd wordt. Het gaat dan om het zich een x- aantal uur per week of per maand in te zetten voor het complex en/ of haar bewoners. De hoeveelheid inzet die van een bewoner wordt gevraagd verschilt per project en soms ook per groep. Beheer en begeleiding. In de meeste onderzochte projecten wordt meer aan beheer gedaan dan in reguliere sociale woningbouwcomplexen, maar is er minder zorg en begeleiding beschikbaar voor zorgdoelgroepen dan in instellingen.

25 4 Bijdrage aan zachte landing Dit hoofdstuk beschrijft de bijdrage die gemixte woonvormen ons leren over de voorwaarden waaronder het mengen van groepen bijdraagt aan een zachte landing in de wijk. We focussen hierbij specifiek op mensen die uitstromen uit het beschermd wonen (en de maatschappelijke opvang). In hoeverre levert het samenwonen met andere doelgroepen hen een passende woonvorm op? 4.1 Wat is nodig voor een zachte landing in de wijk? Om de bijdrage aan een passende woonvorm voor mensen die uitstromen uit het beschermd wonen (en de maatschappelijke opvang) te kunnen identificeren, is inzicht nodig in de behoeften van deze doelgroep. De commissie Dannenberg heeft in haar rapport acht randvoorwaarden en condities aangegeven voor de maatschappelijke ondersteuning waaraan moet zijn voldaan om tot sociale inclusie te kunnen komen: Versterken van zelfmanagement, ervaringsdeskundigheid en informele zorg; Garanderen van langdurige begeleiding met flexibele intensiteit; Ondersteuningscontinuüm voor herstel en participatie; Een breed arsenaal van woonvarianten; Beschikbare en betaalbare wooneenheden; Laagdrempelige toegang tot zorgfuncties; Duurzaam samenwerken tussen gemeenten en zorgverzekeraars; Borgen van kwaliteit en vraaggerichtheid van ondersteuning. 25 Naast een bijdrage aan beschikbare en betaalbare wooneenheden kan de magic mix een bijdrage leveren aan het ondersteuningscontinuüm voor herstel en participatie (conditie nr 3). In dit onderzoek is gefocust op de bijdrage die de magic mix kan leveren aan de volgende onderdelen van dit ondersteuningscontinuüm: 1. Betaalbare wooneenheden; 2. Ondersteuning (formeel en informeel); 3. Dagstructuur /dagactivering; 4. Buurt-/complexmanagement. 4.2 Passende en betaalbare woningen De woningen in de verschillende complexen lopen uiteen, maar in de regel zien we dat het om kleine zelfstandige woningen gaat, zoals deze veel voorkwamen in verzorgingshuizen. Het gemiddelde appartement is m 2. De betaalbaarheid is goed. De woningen variëren van 150 euro tot en met 430 euro. Bewoners die eerder intramuraal hebben gewoond, ervaren de zelfstandige appartementen als een grote vooruitgang. Het gegeven een eigen woning te hebben is van groot belang voor hen. Of zoals de vertegenwoordiger van Zorgstroom/Eleos zegt: De jongeren zijn erg trots op hun appartementjes: aparte slaapkamer, leuke ruimte, balkonnetje. Na het wonen in een complex met gedeelde voorzieningen ervaren ze de zelfstandige woningen als luxe.

26 De magic mix - projecten lijken daarmee passende en betaalbare woningen op te leveren voor uitstromers uit het beschermd wonen. In gemeenten waar er een gebrek is aan goedkope kleine woningen en er tegelijkertijd sprake is van leegstand van (zorg)vastgoed, kan het concept van de magic mix uitkomst bieden bij het organiseren van uitstroom uit de intramurale setting. Dit betekent niet dat dergelijke projecten een uitkomst zijn voor alle uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang. Er zijn personen die behoefte hebben aan een eigen biotoop, omringd door mensen die eenzelfde ervaring of achtergrond hebben als zijzelf. Het wonen in een setting met verschillende groepen mensen bij elkaar levert voor hen spanning op, waardoor het zelfstandig wonen juist wordt belemmerd. Dit maakt het belangrijk dat uitstromers bewust kiezen voor het wonen in een magic mix -project. 4.3 Ondersteuning Ondersteuning in de vorm van individuele begeleiding is een belangrijk onderdeel van het ondersteuningscontinuüm voor herstel en participatie. Naast begeleiding door formele zorgverleners kan ondersteuning ook geboden worden door naasten, buren en vrijwilligers. In de magic mix zien we dat informele ondersteuning wordt gefaciliteerd en gestimuleerd door wederkerigheid als voorwaarde te hanteren om in het complex te mogen wonen. 26 Formele ondersteuning In vrijwel alle onderzochte complexen is formele ondersteuning aanwezig. Verschillende bewoners ontvangen individuele begeleiding. Het gaat met name om bewoners die op grond van een indicatie voor beschermd wonen of beschermd thuis in het complex wonen en bewoners die zijn uitgestroomd uit de maatschappelijke opvang. Deze bewoners krijgen op reguliere basis begeleiding, gericht op herstel en een toename van de zelfstandigheid. De leefsituaties die zich in het complex voordoen leveren daarbij oefensituaties op, waardoor deze bewoners in een veilige setting kunnen leren hoe zij met bepaalde situaties om kunnen gaan (zie ook paragraaf 4.4). Deze zorgverleners kunnen door medebewoners en de eventuele huismeester worden benaderd, wanneer het minder goed gaat met een bewoner en extra begeleiding wenselijk is. Informele ondersteuning Naast beroepsmatige ondersteuning kunnen ook bewoners elkaar de helpende hand bieden. In alle onderzochte magic mix -projecten wordt wederkerigheid gezien als belangrijke aspect van het project. In paragraaf 3.3 zagen we dat wederkerigheid vaak een voorwaarde is waarop wordt gestuurd in de magic mix. Er worden veel beoogde sociale en maatschappelijke effecten aan gekoppeld, zoals het afschalen van zorg. In de magic mix -projecten zien we dat bewoners elkaar ondersteunen bij de dagelijkse zaken, zoals boodschappen voor elkaar doen, helpen bij de administratie of een klusje in huis. Wanneer de helpende hand meer gericht is op begeleiding, wanneer er psychische nood aan de man is, dan dienen de bewoners hun signalen door te spelen aan daarvoor aangewezen professionals. Interessant in deze is dat bij De Sterren aanvankelijk studenten Sociaal Pedagogische Dienstverlening werden geselecteerd om in het complex te wonen en als coach op te treden voor andere bewoners. Hiervan is later afgezien omdat deze studenten te snel de rol van hulpverlener op zich namen, in plaats van maatje of coach. Door professionals werd dit als onwenselijk bestempeld vanwege het ontbreken van de juiste vaardigheden en beroepservaring bij de studenten.

27 Uit de projecten waar meerdere groepen kwetsbare bewoners samenwonen, blijkt dat uitstromers uit beschermd wonen ondersteuning (kunnen) bieden aan de andere bewoners. Bji Zorgstroom/Eleos doen jongeren die in beschermd wonen hebben gewoond, bijvoorbeeld de boodschappen voor oudere medebewoners. In het Kompas koken buurtvrijwilligers samen met mensen uit het beschermd wonen. Deze maaltijden worden ook genuttigd door kwetsbare mensen uit de wijk. 4.4 Dagactivering De commissie Dannenberg geeft aan dat een continuüm van onderwijs, opleiding, vrijwilligerswerk en betaald werk cruciaal is voor de zelfverwezenlijking van mensen. Volgens de commissie zijn in dit verband laagdrempelige inloopcentra in de wijk voor ontmoeting, activiteiten en steun bij dagelijkse vragen onmisbaar. De onderzochte complexen bieden door hun opzet een plek voor ontmoeting en gezamenlijke activiteiten van de bewoners, waarbij de interactie plaatsvindt in de mix van mensen. Zoals we in de voorgaande paragraaf hebben gezien wordt er in sommige complexen actief op gestuurd. In aansluiting daarop maakt de focus op wederkerigheid dat bewoners een functie krijgen binnen het complex. Uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang die geen werk hebben en geen opleiding volgen, worden in een aantal complexen geholpen bij het invulling geven aan de dag en doen dit soms door zich in te zetten voor de gemeenschap. Naast een zinvolle bijdrage aan het groepsleven / het complex activeert dit de bewoner en draagt het bij aan zijn of haar zelfverwezenlijking. Als gevolg van de verschillen in typen bewoners verschilt de aanpak sterk per complex. We lichten hierbij enkele voorbeelden uit. In één van de projecten is het hebben van een dagbesteding een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een woning. Dit is het geval in het Bruishuis. Een aantal bewoners had bij aanmelding geen dagbesteding of dit is tijdens hun verblijf in het complex weggevallen. Zij vullen deze dagbesteding nu als vrijwilliger binnen het project in, zoals tuinman of medewerker in de buurtwinkel naast de ingang. Zo voldoen ze alsnog aan de eis en betekenen ze veel voor het project. Ze krijgen hier een vrijwilligersvergoeding voor. Binnen de Proeftuin Eperweg werken de meeste bewoners, ook de uitstromers uit het beschermd wonen. Voor de bewoners voor wie dit niet geldt, wordt een passende dagactiviteit gezocht. De bewoner kan naar een dagbesteding elders gaan of zich inzetten voor het complex door bijvoorbeeld de tuin te onderhouden. Binnen de ontmoetingsruimte het Kompas organiseren vrijwilligers, bestaande uit bewoners uit het beschermd wonen complex en buurtbewoners, verschillende activiteiten, waaronder de dagelijkse maaltijd. In gezamenlijk overleg wordt bekeken welke taken of activiteiten het beste op de vrijwilliger aansluiten, zodat een ieder zich naar eigen kunnen kan inzetten. Naast deze activiteiten krijgen de bewoners ook dagbesteding op maat aangeboden (buiten het complex). 27 Ondanks dat dagactivering geen uitdrukkelijk doel is van de magic mix -projecten zien we dat deze daar toch een bijdrage aan kunnen leveren. 4.5 Buurtmanagement De commissie Toekomst Beschermd Wonen ziet buurtmanagement als een voorwaarde voor het wonen in de wijk. Buurtmanagement kan bijdragen aan begrip vanuit de buurt voor de uitstromers uit

28 het beschermd wonen, en kan ook preventief worden ingezet. Door het vroegtijdig signaleren van mogelijke problemen door inwoners en het hierop anticiperen door sociaal werkers in de wijk, kunnen grotere problemen worden voorkomen. In paragraaf 3.5 is reeds ingegaan op hoe de magic mix -projecten het buurtmanagement vormgeven. Alle magic mix -projecten communiceren met de buurt door het organiseren van bijeenkomsten voor de buurt. Wanneer er doelgroepen met zwaardere problematiek in het complex wonen, is er meer nodig dan een informatiebijeenkomst en kennismaking. Een vast contactpersoon waar buurtbewoners terecht kunnen met eventuele klachten, zoals de huismeester bij de Proeftuin Eperweg wordt gewaardeerd door buurtbewoners. Organisaties voor beschermd wonen zoals Eleos, Fonteijnenburg en Lister zoeken actief buurtbewoners op die klachten hebben over bewoners of als er signalen zijn van ontevredenheid. Door het gesprek met de buurt actief aan te gaan en uitleg te geven waar nodig, proberen zij begrip te kweken voor de bewoners en de onderlinge verhoudingen te verbeteren. Een actieve invulling van de professionele begeleiding, die zichtbaar en voelbaar is voor de wijk, lijkt de draagvlak vanuit de buurt voor het project te vergroten. 28 De wijze waarop het buurtmanagement plaatsvindt, lijkt afhankelijk te zijn van de mate van kwetsbaarheid van bewoners, de houding van betrokken partijen en de visie op de inclusieve samenleving die in het complex wordt nagestreefd. Zeker wanneer een deel van de huurders beschermd woont, dan ligt de verantwoordelijkheid voor het buurtmanagement veelal bij een zorgorganisatie. Dit zien we onder meer bij het Kompas, de Proeftuin Eperweg, t Sehge Waert en Zorgstroom/Eleos. Ondanks dat hun eerste verantwoordelijkheid het welzijn van de cliënt is, steken de betrokken zorgorganisaties veel energie in het creëren van een goede leefomgeving door te werken aan de acceptatie van mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid in de omgeving van het complex. Deze inzet lijkt medebepalend te zijn voor het succes van de magic mix. 4.6 Conclusie Dit hoofdstuk beschrijft in hoeverre magic mix -projecten een bijdrage kunnen leveren aan het organiseren van de randvoorwaarden voor een zachte landing in de wijk voor uitstromers uit het beschermd wonen. In meerdere of mindere mate blijkt dit het geval. 1. Betaalbare wooneenheden: magic mix -projecten bestaan vaak uit kleine, zelfstandige woningen. Voor uitstromers uit het beschermd wonen zijn de eenheden betaalbaar en door de zelfstandigheid van de woning een vooruitgang ten opzichte van het delen van voorzieningen binnen de intramurale setting. Magic mix -projecten kunnen zo bijdragen aan (het versnellen van) de uitstroom uit het beschermd wonen. 2. Ondersteuning: In magic mix -projecten wordt geëxperimenteerd met het verschuiven van formele naar informele ondersteuning. Helder is dat formele begeleiding nodig blijft bij de doelgroep uit het beschermd wonen, maar dat bewoners op onderdelen elkaar zeker tot steun kunnen zijn en dat uitstromers ook zelf (met enige begeleiding) hun kwaliteiten kunnen inzetten voor de andere bewoners. Het lijkt erop dat het voortdurende contact, het nabuurschap en het na elkaar omzien stimuleert. Op deze wijze levert de informele ondersteuning een bijdrage aan de sociale her- en erkenning van huurders met psychische beperkingen en voorkomt het sociaal isolement en eenzaamheid. Ook heeft de informele ondersteuning een functie bij het dagelijkse toezicht op elkaar in de betekenis van een oogje in het zeil houden. In die zin

29 leveren deze projecten winst op. Of de projecten per saldo personeelsinzet verminderen is de vraag omdat het sociaal beheer eveneens begeleidingstijd vraagt zoals bijvoorbeeld de begeleiding van de groep en toezien op een positieve groepsdynamiek. 3. Dagstructuur/-activering: In de projecten ligt de focus niet op het creëren van dagstructuur of - activering voor de bewoners. Wel worden huurders actief gestimuleerd naar een vorm van dagbesteding door bijvoorbeeld werk, scholing of vrijwilligerswerk. Ook zijn er mogelijkheden in de complexen om hieraan invulling te geven. Bijvoorbeeld mee te doen aan gezamenlijke activiteiten of bepaalde beheertaken uit te voeren. Voorts is sprake van reuring in het pand of in de ontmoetingsruimte dat deelname aanmoedigt en daarmee als vanzelf dagstructurering geeft. Maar ook hier geldt dat deelname niet vanzelfsprekend is. Initiatiefnemers vertellen dat zij actief bezig zijn en blijven met het betrekken van bewoners. 4. Buurt-/complexmanagement: Alle initiatiefnemers van magic mix -projecten geven aan actief invulling te geven aan sociaal beheer, zowel op complex als op buurtniveau. Deze vormen van management zijn nodig voor de sociale cohesie in de groep en om draagvlak te creëren en te behouden voor het complex in de buurt. Wanneer er huurders zijn met zwaardere problematiek, dan vraagt dit om grotere investeringen in het sociaal beheer. 29

30 5 Slotbeschouwing Dit casusonderzoek wil handvatten bieden voor partijen die nadenken over experimenteren met de magic mix. Kan de magic mix een mooie nieuwe woonvorm zijn voor doorstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang? Dit onderzoek biedt leerpunten van de koplopers in gemengde complexen en geeft inzicht in de randvoorwaarden voor het (beter) functioneren van de magic mix. Tussenlanding voor uitstromers Van magic mix -projecten spat het plezier en de betrokkenheid vaak af. Initiatiefnemers zijn met hart en ziel betrokken om een ideale samenleving te creëren waarin iedereen een plek heeft. Ook huurders met een psychische beperking die vaak door wijkbewoners met argusogen worden bekeken, vinden steeds vaker een woonplek tussen bewoners van verschillende pluimage. De maatschappelijke drijfveren maken dat de magic mix wezenlijk verschilt van reguliere huurwoningcomplexen. Magic mix -projecten blijken bij uitstek de maatschappelijke experimentprojecten te zijn waar een tussenlanding kan worden gemaakt voordat een huurder, die afkomstig is uit het beschermd wonen of de maatschappelijke opvang, de stap maakt naar een reguliere huurwoning in de wijk. 30 De magic mix biedt ruimte. Letterlijk bieden de meeste projecten snel woonruimte onder voorwaarde van wederkerigheid. Veel huurders kunnen proeven aan zelfstandig wonen, in de veilige beschutting van een groep mensen die iets voor elkaar betekent. Zorgorganisaties en woningcorporaties kunnen experimenteren met het zelfstandig wonen voor veel cliënten in de wetenschap dat mede bewoners een oogje in het zeil houden, kunnen helpen of alarmeren. Bovendien, mocht de magie in de groep ontbreken, doordat de meeste woningen met een tijdelijke huurovereenkomst worden verhuurd, kan de bewonerssamenstelling relatief snel worden aangepast. Sturen op gemengd wonen Daarmee lijkt de voornaamste aantrekkingskracht van dit woonconcept bij organisaties de mogelijkheid tot sturing te zijn. De magic mix lijkt niet alleen een deeloplossing te bieden voor diverse maatschappelijke opgaven, zoals leegstand, huisvesting spoedzoekers, extramuralisering of de verhoogde instroom van statushouders. De magic mix biedt organisaties en professionals meer dan in reguliere huurwoningen instrumenten om te sturen: op voorwaardelijkheid en selectie bewoners op de verblijfsduur van bewoners en benutten van de inzet van bewoners op meer en andersoortig sociaal beheer en begeleiding De magic mix lijkt hiermee in een behoefte te voorzien die we social engineering zouden kunnen noemen. Deze behoefte tot sociale aanpasbaarheid kan opgesplitst worden in twee deelbehoeften: 1. Behoefte aan grotere beheersbaarheid van bewonerssamenstelling: er bestaat steeds meer zorg over concentraties van kwetsbare groepen in de goedkope woningvoorraad. De oorzaken voor deze concentraties zijn van diverse aard. Onder andere passend toewijzen en lage huurprijzen die vaak gekoppeld zijn aan dezelfde voorraad in dezelfde wijken, maken dat de balans tussen kwetsbaar en dragend zoek raakt. Corporaties kunnen hier maar beperkt op acteren.

31 De zorgen over de leefbaarheid in bepaalde woningcomplexen en gebiedjes in aandachtswijken neemt daardoor toe. Het beeld bestaat bij organisaties en professionals dat in de magic mix meer gestuurd kan worden op beheersbaarheid (schoon-heel-veilig) van de bewonersgroep. 2. Behoefte aan concretisering van grote maatschappelijke idealen: stroeve idealen zoals de gemengde wijk (dragende en kwetsbare bewoners in de wijk beteken iets voor elkaar) en de participatiemaatschappij (de bewoner pakt maatschappelijk meer zelf op, op afstand van instituties) lijken moeizaam van de grond te komen in Nederland. In de onderzochte magic mix - projecten lijken deze idealen wel vorm te krijgen. De combinatie van het selecteren van bewoners die bereid zijn tot wederkerigheid, het sturen op de mix van dragende en vragende bewoners en het faciliteren/stimuleren van de gemeenschapsvorming lijken hier aan bij te dragen. Er is meer onderzoek nodig om vast te stellen of de bovenstaande behoeften van organisaties en professionals door de magic mix daadwerkelijk gerealiseerd worden. Het onderzoek dat voor u ligt is hierin hoopvol. Geleende ruimte? Een belangrijk nog onbesproken aspect is dat alle onderzochte projecten, helemaal of voor een deel, buiten de kaders opereren van o.a. de woonruimteverdeling en Woningwet. De casussen zijn voor een belangrijk deel experimenten en leunen daarom niet op stedelijk of gemeentelijk beleid. Niet dat men buiten de regels opereert, maar vaak wel langs de randen ervan. De ruimte die men hiermee creëert, is dus geleend, maar lijkt tegelijktijdig cruciaal voor het welslagen van de doelstellingen die men nastreeft. De vraag voor de komende jaren is dan ook hoe de sturingskracht binnen de magic mix overeind blijft als veel meer projecten dezelfde afwijkende sturingsmiddelen willen gaan inzetten. De vragen die dan beantwoord dienen te worden zijn: Wat betekent de magic mix voor de burger die niet past of wil passen in haar stramien? Wat betekent de magic mix voor wet- en regelgeving op landelijk en op lokaal niveau? En wat betekent de magic mix voor de rolopvatting van betrokken partijen, waaronder woningcorporaties en zorgpartijen? 31

32 Deel B - Casussen BaLaDe, Waalwijk Startjaar: 2010 Aantal woningen: 57 appartementen Doelgroepen: senioren, mensen met een psychiatrische aandoening en mensen met een licht verstandelijke beperking Huurcontract: reguliere sociale huurcontracten en deels intramurale setting Eigenaar: Casade Geïnterviewden: Monique van Cleef (Casade) en vertegenwoordigers RIBW Brabant 32 Projectbeschrijving BaLaDe is een multifunctioneel complex in een rustige woonwijk in Waalwijk. Het gebouw omvat diensten op het terrein van wonen, zorg, welzijn en onderwijs. Dit vanuit de gedachte dat meerdere partijen onder één dak de samenwerking bevorderd en van meerwaarde is voor de bewoners van de omliggende buurten. In het geval van BaLaDe gaat het om de wijken Baardwijk, Laadeinde en De Hoef. In het complex worden aan verschillende doelgroepen woningen verhuurd. De reguliere woningverhuur verloopt via woningbouwcorporatie Casade; de zorgwoningen worden gehuurd door zorgorganisaties en ingezet voor hun cliënten. RIBW Brabant is bij de totstandkoming van het complex betrokken geweest en vanaf aanvang was het de bedoeling dat mensen met een psychiatrische aandoening hier zouden komen wonen. Voorafgaand aan de komst van deze cliënten zijn er gesprekken geweest met de buurt over de komst van de

33 verschillende doelgroepen naar BaLaDe. Enkele buurtbewoners waren bezorgd omdat er ook mensen met een psychiatrische aandoening zouden komen wonen. RIBW Brabant is toen samen met enkele cliënten het gesprek met de buurt aangegaan. Dit heeft snel geleid tot het wegnemen van de bezorgdheid. De mix Naast verschillende multifunctionele ruimten en zakelijke partijen zijn er 57 appartementen in de BaLaDe. Hier wonen verschillende groepen bewoners: senioren, mensen met een psychiatrische aandoening en mensen met een licht verstandelijke beperking. Zij wonen gespikkeld in het complex; de zorg-intensieve patiënten, waaronder patiënten die palliatieve zorg nodig hebben, wonen echter geclusterd. RIBW Brabant heeft bewust gekozen voor het gespikkeld laten wonen van haar cliënten, omdat dit bijdraagt aan het opbouwen van een zelfstandig leven van de cliënten. Van de cliënten van RIBW Brabant in het complex wonen er elf op grond van een beschikking voor beschermd wonen en drie huren zelfstandig een woning en krijgen ambulante begeleiding. In tegenstelling tot sommige andere magic mix -complexen vindt er geen selectieprocedure plaats van mensen die in BaLaDe gaan wonen. Personen die zijn ingeschreven, kunnen op vrijkomende woningen in het complex reageren via het reguliere woningdistributiesysteem. RIBW Brabant en Prisma huren daarnaast woningen voor hun cliënten. Deze organisaties plaatsen bewoners met een indicatie voor beschermd wonen via zorgbemiddeling in het complex wanneer de locatie aansluit bij hun zorgvraag. Cliënten die overlast geven worden in principe niet geplaatst binnen BaLaDe. Interactie Onderlinge contacten tussen de bewoners van BaLaDe komen op verschillende manieren voor. De bewoners komen elkaar op de gangen tegen, maken een praatje, gaan bij elkaar op bezoek, koken voor elkaar, doen de boodschappen en/of maken samen een uitstapje. Dergelijke contacten vinden vooral op de gangen zelf plaats, dus tussen directe buren van elkaar. Bij de cliënten van RIBW Brabant hangen de contacten af van hoe makkelijk ze contact maken en de behoefte die ze daaraan hebben. Voor cliënten die gevoelig zijn voor prikkels, kunnen de openheid en de openbaarheid in het gebouw lastig zijn. 33 BaLaDe heeft een duidelijke wijkfunctie. In BaLaDe zijn diverse organisaties gehuisvest die diensten bieden op het gebied van welzijn, zorg en onderwijs (kinderdagopvang en basisschool). Er is bovendien een grote ontmoetingsruimte, waar gebruik van wordt gemaakt door bewoners van BaLaDe, wijkbewoners en medewerkers van de diverse organisaties. De aanloop vanuit de buurt naar het complex is groot. De ontmoetingsruimte (het Grand Café) werd oorspronkelijk door de welzijnsorganisatie Contour de Twern gerund en mede door cliënten van RIBW Brabant gefaciliteerd. De cliënten van Prisma en (in mindere mate) RIBW Brabant runden gezamenlijk het Grand café en droegen bij aan het bereiden van de maaltijden voor de zorgappartementen in het complex en lunches voor bezoekers. Twee maal in de week kookten de cliënten van RIBW Brabant een warme maaltijd in het restaurant, zowel voor bewoners uit het complex als voor buurtbewoners. In een winkel werden tweedehands kleding en dagverse producten als brood en beleg voor bewoners, verkocht. In de activiteitenruimte konden cliënten meedoen aan diverse cursussen, workshops en ontmoeting. Destijds zijn er ook cliënten van

34 RIBW Brabant als vrijwilligers actief geweest bij de andere organisaties in het complex: de één als vrijwilliger bij het kinderdagverblijf, de ander als conciërge op de basisschool. Deze setting leidde tot veel interactie tussen de verschillende groepen bewoners onderling en met buurtbewoners. Doordat de cliënten van RIBW Brabant een bijdrage konden leveren aan de voorzieningen in het complex was er sprake van wederkerigheid. De cliënten konden, als zij dat wilden, een betekenisvolle bijdrage leveren aan de kwaliteit van wonen in het complex. 34 Sinds 2015 is een deel van de voorzieningen in BaLaDe gewijzigd. Contour detwern is gestopt als uitbater van de horeca-functie van BaLaDe (Grand-Café, receptie/ontvangst). Deze functie is overgenomen Stichting De Kansenfabriek. Deze stichting heeft o.a. als doelstelling mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te bieden op werkervaring en ontwikkeling. De Kansenfabriek werkt onder meer met de inzet van vrijwilligers, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en cliënten van Prisma (Prisma zet hier ook begeleiding voor in). Zowel De Kansenfabriek, welzijnsorganisatie Contour de Twern als enkele andere organisaties organiseren (wijk)activiteiten in BaLaDe. Naast het samen wonen op de gang kunnen de cliënten van RIBW Brabant elkaar beneden ontmoeten bij het werkproject van Social Label waar zij in het kader van arbeidsmatige dagbesteding trendy lampenkappen maken. In dezelfde ruimte kunnen cliënten ook binnenlopen voor een praatje. s Avonds is er op de verdieping een koffie-uurtje voor cliënten die daar zin in hebben. Beheer en voorzieningen BaLaDe is een multifunctioneel gebouw en omvat derhalve veel verschillende voorzieningen. Cliënten kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van voorzieningen in het openbare Grand Café. Deze voorzieningen hebben veelal een openbare functie. In tegenstelling tot andere magic mix -projecten zijn er geen gedeelde voorzieningen, zoals keukens en badkamers, voor de bewoners. Wel is er op de

35 tweede verdieping een open woonkamer met biljarttafel en (kleine) keuken. Alle bewoners mogen deze voorziening gebruiken. Voor de cliënten van RIBW en Prisma is 24-uurs begeleiding in het gebouw aanwezig. De geboden begeleiding is gericht op de individuele zorgvraag van cliënten. Daarnaast is er ook aandacht voor het elkaar ontmoeten van de cliënten van de RIBW. Begeleiding specifiek gericht op de gemeenschapsopbouw binnen het gehele complex is niet aanwezig binnen BaLaDe. Er zijn ontzettend veel voorzieningen voor de bewoners en de buurt in het complex. De Kansenfabriek (zie eerder) beheert een Place to Bieb, het Grand Café, de receptie, een winkeltje, en vergaderruimten. Er is een kinderopvang, basisschool en gymzaal. Welzijn beheert een activiteitenruimte, informatie/advies/ondersteuningsloket en maatschappelijk werk is aanwezig. Daarnaast is er een gezondheidscentrum met tal van voorzieningen, waaronder diëtist, ergo, fysio, huisarts, kindertherapie, logopedist, psycholoog, verpleging/verzorging, apotheek et cetera. Ook is er een basisschool en kinderopvang aanwezig in het complex en heeft woningbouwcorporatie Casade woningen en een kantoorfunctie). Het technisch beheer van het gebouw valt onder woningbouwcorporatie Casade. In het sociale beheer speelt De Kansenfabriek een belangrijke rol, bijvoorbeeld door haar signaleringstaak in het beheer van de algemene ruimte. WML Facilitair, dochteronderneming van de sociale dienst Baanbrekers, verzorgt de schoonmaak van de algemene ruimten. De bewoners hebben geen rol in het technisch en/of sociaal beheer, zoals dit bij enkele andere magic mix -complexen het geval is. Wel zijn in het complex veel vrijwilligers actief: bij De Kansenfabriek, Prisma en RIBW Brabant werken veel vrijwilligers. Daarnaast wordt door De Kansenfabriek veel gedaan op het gebied van arbeidstoeleiding. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt worden ingezet in bijvoorbeeld de horeca of bij de receptie. 35 Succesfactoren en geleerde lessen BaLaDe is een multifunctioneel complex waar verschillende groepen samenwonen. Naast dat zij bij elkaar op bezoek gaan ontmoeten (wijk)bewoners elkaar in de algemene ruimte van het gebouw. In het complex wordt niet gestuurd op gemeenschapsopbouw, al zijn daar door de opzet van het gebouw (veel algemene ruimten) en de aanwezigheid van verschillende organisaties voor zorg- en welzijn wel mogelijkheden toe. Voor cliënten beschermd wonen biedt het complex, wanneer zij niet prikkelgevoelig zijn, een plezierige woonsituatie met een mooie zelfstandige woning en volop gelegenheid tot ontmoeting.

36 Bruishuis, Arnhem Startjaar: 2014 Aantal woningen: 105 Huur: euro Huurcontract: reguliere sociale huurcontracten en tijdelijke huurcontracten Doelgroepen: studenten, mensen met lichte zorgvraag, beschermd wonen en gescheiden mensen Eigenaar: Volkshuisvesting Arnhem Interview: Walter Klein Nienhuis, directeur stichting Bewonersbedrijf Malburgen en een aantal bewoners 36 Projectbeschrijving Bruishuis in het hartje van Malburgen in Arnhem is een uniek project. Het voormalig verzorgingshuis dat in handen is van Volkshuisvesting Arnhem kwam een aantal jaren geleden leeg te staan. De corporatie besloot vervolgens hier gescheiden mannen te huisvesten in zogenaamde pauzewoningen. In het kader van Vogelaaraanpak namen bewoners na een aanlooptijd van een aantal jaar de verhuur, exploitatie en een deel van het beheer over van de woningcorporatie. De corporatie voert nu alleen het groot onderhoud nog uit, zoals het cascobeheer. De rest wordt door de vrijwilligers van stichting Bewonersbedrijf Malburgen gedaan. Het concept van pauzewoningen werd vervangen door een bredere insteek, namelijk huisvesting van studenten, mensen met een zorgvraag en gescheiden mensen. Deze groepen wonen gespikkeld door elkaar. Twee afgesloten verdiepingen zijn bestemd voor beschermd wonen.

37 Samenleven In het pand wonen ongeveer 105 eenpersoonshuishoudens in onzelfstandige kleine woningen. De bewoners krijgen een tijdelijk contract. Tijdelijke contracten maakt het voor ons makkelijker om GGZcliënten toe te laten, aldus Walter Klein Nienhuis, directeur van het Bewonersbedrijf Malburgen. Als het toch niet goed past is twee jaar goed te overzien. Na twee jaar kan het contract omgezet worden in een permanent huurcontract. Maar de praktijk is dat de meeste bewoners niet langer blijven dan twee jaar. Dat heeft vooral te maken met de intensieve manier van samenwonen. Het wonen in Bruishuis is studentenhuisachtig, aldus Klein Nienhuis. Ontmoeting is onvermijdelijk in Bruishuis door de manier van samen leven. De verdiepingen hebben gezamenlijke voorzieningen zoals een keuken. Bovendien wordt er samen schoongemaakt. Mensen met een zorgachtergrond zijn vaak veel beter tot zelfstandig wonen in staat dan de specialisten denken, aldus Klein Nienhuis. Vaak hebben deze mensen wel een extra duwtje nodig om mee te doen met activiteiten en gebruik te maken van de voorzieningen. Bij zorgen en problemen wordt het wijkteam ingeschakeld. Het bewonersbedrijf heeft het wijkteam gratis ruimte gegeven in Bruishuis om ze dichtbij te hebben. Er is regelmatig contact tussen het bewonersbedrijf en het wijkteam over bewoners in Bruishuis. Omwonenden Een aantal jaren geleden was er regelmatig politie aan de deur, aldus Klein Nienhuis. Het complex was toen nog niet in handen van het bewonersbedrijf. Het project had nog niet de middelen en de bedrijvigheid om de buurt naar binnen te trekken. Door een subsidie van de Postcodeloterij kwam er ruimte voor wijkinitiatieven. Vervolgens namen bewoners uit de wijk het complex helemaal over. De komst van voorzieningen voor de buurt en het minder toelaten van zware gevallen geeft het project een beter en stabieler imago, aldus Klein Nienhuis. Bovendien is de stichting altijd aanwezig in het Bruishuis en lopen er veel buurtbewoners als vrijwilliger rond. Dit geeft het project een gezicht voor de bewoners en de buurt. De wijk reageert nu nog op incidenten, maar ziet het Bruishuis over het algemeen als positieve toevoeging voor de wijk, aldus Klein Nienhuis. 37 De mix In de praktijk wonen er in het Bruishuis gescheiden mensen, studenten en mensen met een psychiatrische achtergrond, aldus Klein Nienhuis. Door de erfenis van de eigenaar en een pragmatisch toelatingsbeleid bij aanvang van Bruishuis was de mix van dragende en niet-dragende bewoners een aantal jaren uit balans. Veel bewoners hebben een bepaalde mate van kwetsbaarheid, maar er wordt sterker gestuurd op de mate van kwetsbaarheid, aldus Klein Nienhuis. Selectie Er zijn ook meer voorwaarden waar een potentiële bewoner aan moet voldoen wil hij of zij in aanmerking komen voor een woning. Men moet studeren, werk of een andere dagbesteding hebben. Sommige bewoners hebben een dagbesteding gekregen binnen het Bruishuis voor een vrijwilligersvergoeding. Tijdens een intakegesprek wordt gevraagd naar drank- en drugsgebruik. Men mag geen schulden hebben. De bewoners met een psychiatrische achtergrond zijn geclusterd gehuisvest op twee verdiepingen, die zijn afgesloten voor de andere bewoners. Deze bewoners krijgen 24-uursbegeleiding van Zorggroep Kans. Zorggroep Kans selecteert haar eigen bewoners. Hier heeft het bewonersbedrijf geen invloed op. Als Kans meer zware gevallen toelaat dan past Bruishuis de eigen toelating daarop aan door minder kwetsbare mensen te selecteren. Het contact tussen Kans en Bruishuis is goed. Het is maar één keer voorgekomen dat een bewoner van Kans teveel overlast veroorzaakte en naar een andere woonoplossing moest worden gezocht.

38 Beheer Het licht fysieke beheer en het sociale beheer is in handen van het bewonersbedrijf. Het beheerteam bestaat uit bewoners uit Bruishuis en de buurt. Zij doen allerlei klusjes voor bewoners: helpen verhuizen, lamp repareren, schilderijtje ophangen. Zij geven het goede voorbeeld om anderen aan te zetten ook bij te dragen, aldus Klein Nienhuis. Er zijn camera s geplaatst op kwetsbare punten. Het Bruishuis biedt bewoners met drie maanden huurachterstand aan om gratis te vertrekken. Dit gebeurt echter nauwelijks meer omdat er nu meer persoonlijk contact is tussen bewoners, en tussen bewoners, huismeesters en vrijwilligers van de stichting, aldus Klein Nienhuis. Voorzieningen Het gebouw heeft naast diverse bewoners ook een grote verscheidenheid aan bedrijvigheid in de plint en op de tweede verdieping. Het wijkteam heeft een dependance in het Bruishuis. Daarnaast zijn er vergaderzalen, die soms gratis aan de buurt worden aangeboden. Er is een kaartclub en een wandelclub. Er is een wijkwinkeltje naast de ingang. Belangrijk is ook het restaurant waar goedkoop gegeten kan worden, aldus Klein Nienhuis. Stichting Philadelphia heeft de voormalige eetzaal verbouwd tot een restaurant met op het menu een maaltijd voor 4,50 euro. Het personeel bestaat uit mensen met een psychische beperking. 38 Met de winst uit de huur van Bruishuis financiert bewonersbedrijf Malburgen diverse projecten in de wijk. Zo is er een speeltuin aangelegd vlak voor Bruishuis waar bewoners en veel mensen uit de omgeving op af komen. Op een mooie zomeravond zitten hier honderd mensen buiten van diverse nationaliteiten, aldus Klein Nienhuis. Er is een jaarlijkse kerstmarkt voor de wijk en het complex. Door grote inzet van vrijwilligers uit de wijk en functies gericht op de wijk, worden de bewoners in Malburgen het complex ingetrokken. Dit heeft ervoor gezorgd dat de aanvankelijke scepsis is overgegaan in enthousiasme, aldus Klein Nienhuis. Het bewonersbedrijf zelf is enthousiast over het project. De eigenaar van het pand, woningcorporatie Volkshuisvesting Arnhem, inmiddels ook. Zij hebben de eerste jaren een huurcontract aangeboden met een jaar opzegtermijn, ook met het oog op herontwikkeling. In 2017 is er een huurcontract getekend tot Er is groot vertrouwen in de meerwaarde van dit project in Malburgen, aldus Klein Nienhuis.

39 De Sterren, Utrecht Start: 2014 Aantal woningen: 9 Huur: 150 euro Duur verblijf: eén jaar met verlenging van één jaar Huurcontract: tijdelijk contract Doelgroepen: studenten, GGZ-cliënten Eigenaar: De Waal Interview: Jeroen Harmeijer, Leger des Heils en Joel Dijkstra, studentcoach Projectbeschrijving In De Sterren, het voormalige provinciehuis in Utrecht, wonen meer dan zevenhonderd studenten in elf stervormige gebouwen. Deze complexen zijn vernoemd naar verschillende sterrenbeelden. De Sterren ligt in Rijnsweerd, naast De Uithof in Utrecht. Dit project van stichting Studenten Huisvesting (SSH) is midden 2014 in gebruik genomen. In een vleugel van één van de studentencomplexen wonen drie studenten (studentcoaches) samen met zes jongeren die onder begeleiding staan van jeugdzorg. De jongeren zijn uitgestroomd uit de intramurale zorg, maar zijn nog niet in staat om zelfstandig te wonen. Het Leger des Heils is in dit gat gestapt en heeft dit project ontwikkeld om deze doelgroep een tussenstap naar zelfstandig wonen te bieden. Door de extramuralisering zullen steeds meer jongeren uitstromen uit instellingen zodra ze achttien jaar zijn en zelfstandig moeten gaan wonen. Voor een deel van deze groep is deze stap te groot. Deze jongeren zijn gebaat bij een zachtere landing op de woningmarkt. 39 De mix Er zijn lange wachtlijsten voor het kamertrainingscentrum, terwijl sommige jeugdzorgjongeren klaar zijn om uit te stromen. Ze hebben vaak een lang behandeltraject achter de rug met daarin als laatste stap het centrum. Toch zijn ze niet altijd klaar voor volledige zelfstandigheid. De Sterren biedt voor hen een tussenstap naar zelfstandig wonen. Daar is later een doelgroep bijgekomen van jongeren die tussen wal en schip vallen uit de maatschappelijke opvang. Dit zijn jongeren die zelfstandig genoeg zijn, maar nog net een laatste zetje nodig hebben. Voor deze groep kan een kamertrainingscentrum mogelijk negatief werken. De Sterren is goedkoper dan een instelling en biedt veel meer zelfstandigheid dan een kamertrainingscentrum. Om het project te kunnen financieren en om een weg naar zelfstandigheid voor deze jongeren mogelijk te maken, is gekozen om studenten en jeugdzorg-jongeren gemengd te huisvesten in een studentencomplex. Samenleven Door onzelfstandige woningen te combineren met voorzieningen (huiskamer, keuken, badkamer, toiletten en schoonmaak) die gedeeld moeten worden, leven de bewoners intensief samen. Ook een zelf ingestelde app-groep en wekelijkse huisvergaderingen dragen hieraan bij. Er wordt vaak samen gegeten en elke paar maanden maakt de groep een uitstapje met elkaar. De mix zorgt er aan de ene kant voor dat de studenten een voorbeeldfunctie kunnen vervullen voor de jongeren. Aan de andere kant maakt de aandacht en informele zorg die de studenten leveren, het mogelijk de professionele inzet te beperken. Jongeren kloppen regelmatig aan bij de studentcoaches met vragen over bijvoorbeeld financiën, brieven, leren koken, het huishouden doen en persoonlijke hygiëne.

40 Omdat de studentcoaches worden ervaren als iets oudere huisgenoten (tussen de 20 en 25 jaar), wordt ondersteuning van hen geaccepteerd. Het is belangrijk om zoveel mogelijk op te pakken vanuit de huisgenoot-rol, aldus Dijkstra. Studentcoaches spreken de jeugdzorgjongeren vaak aan op woongedrag (bijvoorbeeld blowen, geluidsoverlast s nachts, schoonmaken). Dit is niet anders dan bij andere studentenhuizen. We accepteren alleen meer omdat we weten waar de jongeren vandaan komen en welke doelen ze zichzelf hebben gesteld. Het bijkomend voordeel hiervan is dat de jeugdzorgjongeren soms professional-moe zijn na een lang verblijf in verschillende instellingen. Er zijn overigens ook jeugdzorgjongere die nauwelijks contact maken. Deze jongeren zijn blij dat ze niet meer in een zorginstelling wonen. Dit gunnen we ze. We dragen wel uit dat we er voor ze zijn., aldus Dijkstra. Beheer Dit neemt niet weg dat er wel professionele hulp nodig blijft. Begeleiding van zowel de jongeren als de studentcoaches wordt gezien als cruciaal. Op een vaste avond elke week is een hulpverlener aanwezig om met de jeugdzorgjongeren te spreken. En ongeveer een keer per maand sluit de begeleidende student bij dit gesprek aan. Het Leger des Heils zet een coach in om de studenten te ondersteunen. Ongeveer één keer in de twee weken bespreekt deze coach verschillende thema s met de studenten, die zij zelf aandragen of door de coach worden opgemerkt. Het gaat dan om situaties waar de studenten mee worden geconfronteerd in hun woon- en begeleidingssituatie. 40 Selectie De studenten die in aanmerking willen komen voor dit project, moeten solliciteren bij het Leger des Heils. Zij worden geselecteerd op hun motivatie, hun persoonlijke kwaliteiten en mentale stabiliteit. Aanvankelijk werd ook gekeken naar een relevante opleiding (met voorkeur richting de sociale sector), maar dat is inmiddels losgelaten. Gevaar voor deze studentcoaches was om in een formele hulpverleningsrol te vallen. En dat is iets wat je niet wil, aldus Joel Dijkstra van het Leger des Heils.

41 Daarnaast merkte ik dat deze studentcoaches door hun SPH-opleiding in de allergiezone van de jongere konden komen, onder andere door geleerde gesprekstechnieken. Als zij de sollicitatie succesvol doorlopen, krijgen zij een tijdelijk contract voor een jaar met de mogelijkheid tot verlenging van nog een jaar. Zij krijgen een ruime kamer en een huurkorting. In ruil hiervoor moeten zij vijf tot tien uur per week informele zorg leveren aan de jeugdzorgjongeren. Dit houdt in de praktijk vaak in: samen eten en samen dingen doen binnens- en buitenshuis, hulp bij het vinden van een (bij)baan, bij financiële zaken en het invullen van formulieren. Hier hoort ook een bepaalde mate van mentale bijstand bij. De jongeren komen in aanmerking voor het project als zij een beschikking (doorverwijzing) hebben voor 24-uurszorg, als zij een bepaalde mate van zelfstandigheid hebben, en geen verslaving of een verleden van overmatige agressie hebben. Verder moet men een dagbesteding hebben, zoals werk of opleiding. De jongeren stellen zichzelf leerdoelen die tijdens van het verblijf gemonitord worden. Er wordt een inschatting gemaakt of men baat heeft bij toezicht van leeftijdgenoten. De praktijk is overigens dat de studentcoaches een aantal jaren ouder zijn dan de jeugdzorgjongeren. De jeugdzorgjongeren zijn 17 tot 19 jaar. Deze nauwe leeftijdsgrenzen komen voort uit de opzet en financiering van De Sterren: jonger dan 17 betekent dat de jongere na het traject in de Sterren nog geen 18 is en geen kamer zal kunnen vinden in Utrecht. Ouder dan 18 wordt het lastiger om de indicatie te behouden. Een aanmeldcommissie Leger des Heils beoordeeld welke jeugzorgjongere in aanmerking komt voor De Sterren. De jeugdzorgjongeren worden doorverwezen door wijkteams en staan op een wachtlijst. De aanmeldingen van studenten bij een vacature gebeurt veelal via studentenwebsites. Potentiële studentcoaches moeten een motivatiebrief schrijven. De laatste keer kregen we 80 aanmeldingen, aldus Dijkstra. De zittende studentcoaches houden het eerste gesprek met een selectie uit de brieven. De laatste paar kandidaten moeten vervolgens nog een gesprek houden met de mentoren en trajectcoördinator van het Leger des Heils. 41 Succesfactoren De inzet van studenten zorgt voor een afname van professionele begeleiding en daarmee kosten. Er wordt zeer gericht geworven door middel van een sollicitatieprocedure. Het project is onderdeel van een groter geheel, waardoor grote investeringen niet nodig zijn.

42 Kompas, Leidsche Rijn Utrecht Startjaar: 2015 Aantal woningen: 33 Doelgroepen: Mensen met een beschikking voor beschermd wonen Eigenaar: Portaal Wonen Geïnterviewden: Janine van Duin (kwartiermaker) en Chantal Delis (trajectbegeleider/ vrijwilligerscoördinator) van Lister Projectbeschrijving Ontmoetingsruimte het Kompas is onderdeel van een complex voor beschermd wonen van instelling Lister. In het Kompas komen buurtbewoners en bewoners van Lister samen om te eten, activiteiten te ondernemen of gezellig een kopje koffie te drinken. Lister heeft de ontmoetingsruimte gecreëerd vanuit de droom om meer verbinding te krijgen tussen de beschermde woonvorm en de buurt. Een deel van de bewoners komt van een locatie waar nauwelijks contacten mogelijk waren. Dat past niet bij de visie van Lister op zorg: We zoeken altijd naar manieren om een betekenisvol leven op te bouwen, om deel te nemen aan de maatschappij. We dachten dat het mogelijk moest zijn om verbinding te creëren, door kennis te maken en over en weer als buren iets voor elkaar te kunnen betekenen. Lister heeft hierin het initiatief genomen. Later zijn andere partijen, en buurtbewoners, betrokken geraakt. 42 Bron: Website Lister Totstandkoming Voordat de bewoners van Lister in het complex zijn komen wonen, zijn er informatieavonden geweest om de wijkbewoners hierover te informeren. Ook heeft de kwartiermaker van Lister aangebeld bij buurtbewoners rondom het complex om uitleg te geven over de locatie en om zichzelf en de bewoners voor te stellen. Deze eerste gesprekken hebben direct geleid tot mensen die zich bij Lister hebben aangemeld als vrijwilliger, maar ook tot weerstand. Sommige bewoners waren bevreesd dat de leefbaarheid in de wijk minder zou worden. Bij klachten en weerstand gaat de kwartiermaker meerdere keren langs: direct bij het eerste signaal, dan na een paar weken om te kijken hoe het gaat en dan nog een keer na een paar maanden. Hierdoor veranderen sommige mensen van klager naar betrokkene.

43 Toekomst De locatie heeft geen tijdelijke aard maar zal blijven bestaan. Lister voert wel gesprekken met woningcorporaties om meer mogelijkheden voor uitstroom naar woningen in de wijk te realiseren. Nu verhuizen de meeste bewoners naar andere delen van Utrecht, omdat daar woonruimte is. Gezien de contacten die zij hebben opgedaan in de wijk, is dat jammer. De mix In het complex wonen mensen met een beschikking voor (tijdelijk) verblijf. Zij wonen geclusterd in een wijk binnen Leidsche Rijn, waar voornamelijk eengezinswoningen staan. Het complex ligt centraal in de wijk: voor de ontmoetingsruimte is een speelterrein en voetbalveld voor kinderen en jongeren uit de buurt. Het Kompas vormt de verbinding tussen het wooncomplex en andere wijkbewoners. In tegenstelling tot de andere magic mix -projecten vindt bij het Kompas de mix plaats op het niveau van de buurt, niet binnen het complex. 43 Bron: Lister Het complex kent zowel groepswoningen als appartementen voor mensen met een psychiatrische kwetsbaarheid. Hun problematiek is zwaarder van aard dan bij een deel van de andere magic mix - complexen. De locatie is gespecialiseerd in de begeleiding van volwassenen en ouderen, die naast psychiatrische problematiek, ook te maken kunnen hebben met somatische klachten. De mate waarin een bewoner zorg nodig heeft, bepaalt in welke groep hij/zij komt te wonen. Interactie Ontmoeting tussen de bewoners van Lister en tussen deze bewoners en andere wijkbewoners vormen een belangrijk element van het wonen op deze locatie. In het Kompas is er elke dag een lunch en een diner. Aan tafel zitten vooral bewoners, maar ook buurtbewoners die soms spontaan aansluiten of door het buurtteam of een welzijnsorganisatie worden verwezen naar het Kompas. Sommige bewoners hebben een maatje uit de buurt die hen helpt en waarmee ze af en toe activiteiten ondernemen.

44 Daarnaast streeft Lister er naar dat bewoners aansluiten bij activiteiten in de buurt. De trajectbegeleider bespreekt per bewoner wat hij/zij zou willen doen aan activiteiten en onderzoekt dan welke mogelijkheden er zijn in de buurt. Zo was er een groep bewoners die van oudsher allemaal naar de zorgboerderij gingen. Per persoon hebben we gekeken wat de mogelijkheden zijn. Een deel onderneemt nu andere activiteiten, die beter aansluiten op wat ze leuk vinden. Verbinding maken met de buurt Vanuit het Kompas worden ook activiteiten georganiseerd voor de buurt, waaronder een buurt-bbq en een erwtensoepavond. Daar komen zo n personen op af. Daarnaast heeft Lister een workshop over het schrijven van je persoonlijke herstelverhaal georganiseerd voor (buurt-)bewoners. De bewoners van Lister sluiten ook aan bij activiteiten in de wijk: We willen aansluiten bij dingen in de wijk, anders sluit je jezelf uit. Er is nu in de wijk een campagne Ik ben verbonden. Wij doen daar ook aan mee. In de wijk wonen veel gezinnen. De aansluiting lukte niet altijd. Lister streeft er nu naar om viermaal per jaar iets voor de kinderen te organiseren, zoals met Sinterklaas en Pasen. Als er activiteiten zijn, zorgt de buurvrouw ook altijd dat hun springkussen wordt neergezet. In het programma Up zijn 9 kinderen van Koko Kinderopvang en 5 oudere bewoners van Lister samen aan de slag gegaan als UP mediateam Loesje in Vleuterweide. De kinderen en de bewoners van Lister zijn bij elkaar langs geweest om aan elkaar te laten zien waar ze wonen of waar ze graag in de buurt te vinden zijn. Hiermee nemen de twee groepen, die doorgaans niet zoveel met elkaar in contact komen, elkaar mee in elkaars belevingswereld. Ze fotograferen, vloggen en interviewen, wat vervolgens door een mediacoach in een krantje wordt gezet en in de buurt wordt verspreid. Het programma is feestelijk afgesloten met een buurtfeest in het Kompas. 44 Beheer Het complex is van woningbouwcorporatie Portaal Wonen dat het technisch beheer van de locatie verzorgt. Het Kompas wordt gerund door medewerkers van Lister, bewoners en vrijwilligers. De vrijwilligerscoördinator speelt hierbij een belangrijke rol. De vrijwilligerscoördinator van Lister organiseert samen met bewoners en vrijwilligers uit de wijk activiteiten in en om het Kompas. Zoals het programma Up laat zien, vindt er ook samenwerking plaats met andere partijen om activiteiten te organiseren. Er zijn ongeveer 30 vrijwilligers vanuit de wijk betrokken bij het Kompas. Lister investeert veel tijd en aandacht in het betrekken van (nieuwe) vrijwilligers. De kwartiermaker benoemt de theorie over de drie kopjes thee: Bij het eerste kopje thee maak je kennis. Bij het tweede kopje thee bepreek je eens wat iemand zou willen of kunnen doen. Pas bij het derde kopje thee ga je afspraken maken. De aandacht voor vrijwilligers helpt bij het binden van vrijwilligers aan de bewoners en de organisatie. De organisatie vindt het belangrijk dat potentiële vrijwilligers de intentie hebben om zich voor langere tijd in te zetten: Het vraagt tijd om met elkaar verbonden te raken. En als dat lukt, dan gaan vrijwilligers niet meer weg. De vrijwilligerscoördinator bespreekt verschillende keren met nieuwe vrijwilligers hoe het gaat en wat ze graag willen doen: Daarbij aansluiten helpt om het vol te houden. Het maakt ons niet uit wat ze doen. Al vullen ze alleen maar de thee bij. Het belangrijkste is dat ze er zijn, het kan een opstapje zijn om later andere dingen te doen, maar dat hoeft niet. Een ander bindmiddel in de relatie is de wederkerigheid tussen bewoners en vrijwilligers. Sommige vrijwilligers komen om iets voor de bewoners te doen, maar de ervaring leert dat de relatie niet eenzijdig is maar dat de bewoners ook iets voor de vrijwilligers kunnen betekenen. Die wederkerigheid draagt bij aan de verbinding die vrijwilligers voelen met de bewoners van het complex.

45 Succesfactoren en geleerde lessen Het Kompas laat op succesvolle wijze zien hoe bewoners van een locatie voor beschermd wonen kunnen integreren in een woonwijk. Op verschillende wijzen draagt Lister bij aan interactie tussen de verschillende soorten wijkbewoners: het opstellen van de eigen locatie, het organiseren van activiteiten voor de buurt en het aansluiten bij activiteiten in de wijk. Dit resulteert in een hoog aantal betrokken wijkbewoners. Persoonlijke aandacht voor alle betrokkenen en het aansluiten bij wensen en behoeften zijn belangrijke slaagfactoren binnen deze interactie. Belangrijke les is dat het complex staat in een wijk met eengezinswoningen. Dit maakt dat bewoners die uitstromen niet makkelijk in de wijk kunnen blijven wonen, terwijl zij daar juist hun contacten hebben opgebouwd. 45

46 Majella Wonen, Utrecht Start: 2016 Aantal woningen: 67 Huur: euro Duur verblijf: onbeperkt Huurcontract: ex-dak- en thuislozen: omklapcontract/ reguliere huurders: regulier huurcontract Doelgroepen: ex-dak- en thuislozen, reguliere huurders Eigenaar: Portaal Interview: Nico Ooms (De Tussenvoorziening), Erik Patist (Portaal) en een bewoner 46 Projectbeschrijving Majella Wonen in Utrecht is midden 2016 geopend. In twee naoorlogse appartementencomplexen wonen ex-dak- en thuislozen en reguliere huurders als buren samen. De ex-dak- en thuislozen zijn cliënten van de Tussenvoorziening en hebben begeleiding en ondersteuning nodig bij het voeren van de regie over hun wonen en leven. De reguliere huurders zijn mensen met sociale betrokkenheid die een actieve bijdrage willen en kunnen leveren aan de leefsituatie in het gebouw en de woonomgeving. De wooneenheden zijn zeer divers in grootte zodat er zowel alleenstaanden, tweepersoonshuishoudens, als gezinnen wonen. Totstandkoming De complexen stonden aan het begin van de crisis op de nominatie voor sloop. Dit is uiteindelijk afgeblazen. Door de extramuralisering heeft Portaal (de eigenaar) de laatste jaren een verhoogde opgave voor mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang. Door deze verhoogde opgave en eerdere positieve ervaringen in projecten als t Groene Sticht en Parana heeft Portaal besloten de woningen een maatschappelijke invulling te geven. De complexen zijn licht gerenoveerd en zo de levensduur verlengt voor minimaal 15 jaar. Woningbouwcorporatie Portaal nam het initiatief. De

47 Tussenvoorziening is later betrokken om gezamenlijk het concept verder uit te werken. De partijen werken al decennia samen om geschikte woonvormen te realiseren voor ex-dak- en thuislozen. De mix Het doel van Majella Wonen is het bieden van huisvesting voor mensen uit de maatschappelijke opvang en het realiseren van een prettige woonbuurt. Bij Majella Wonen kunnen 35 GGZ-cliënten met een Wmo-indicatie met stabiliserende begeleiding een nieuwe start maken via het Housing First principe. Met het Housing First principe krijgen dakloze mensen direct woonruimte op voorwaarde van inkomensbeheer. Zij betalen zelf de huur en verzorgen zelf hun huishouden, maar krijgen daarbij intensieve begeleiding. Het doel binnen Majella Wonen is dat deze bewoners na drie jaar zelfstandig kunnen wonen met een huurcontract op eigen naam. De begeleiding wordt verzorgd door de Tussenvoorziening én door hun medebewoners. Reguliere bewoners kunnen zich als maatje of mentor aanmelden. De reguliere huurders zijn mensen met sociale betrokkenheid die een actieve bijdrage willen en kunnen leveren aan de leefsituatie in het gebouw en de woonomgeving. Een belangrijk voordeel voor de GGZ-cliënten is dat zij in een complex worden gehuisvest waar de reguliere huurders er bewust voor gekozen hebben om te wonen. Woningcorporaties krijgen nogal eens het verwijt dat ze maar van alles plaatsen in hun woningen. Magic mix -projecten als Majella Wonen weet dit om te draaien. Bewoners kiezen er bewust voor om elkaar te helpen en ze organiseren van alles met en voor elkaar: van fietsen repareren tot spelletjes doen, creatieve activiteiten, werken in de tuin en een feestje. Contact Ook in dagelijks leven is er veel contact, omdat de reguliere bewoners ervoor hebben gekozen om gespikkeld te wonen en zich in te zetten. Tussenvoorziening-bewoners voelen zich daarom welkom. De app-groepen en Facebook worden goed gebruikt om contact te zoeken. Daarnaast kunnen bewoners aangeven om maatjes te worden van een medebewoner. Als maatje helpen ze volwassen in financiën of huishoudelijke klusjes of kinderen met huiswerkbegeleiding. 47 De twee doelgroepen in het project mixen langzaam steeds beter. De voornaamste oorzaak dat groepen eerst minder mixte is dat de reguliere huurders het voortouw nemen en veel activiteiten organiseren die niet altijd aansluiten bij de leefwereld van de ex-dak- en thuislozen. Er werden bijvoorbeeld feestjes georganiseerd waar alcohol werd geschonken en veel gepraat werd over vakanties en kinderen. Dit sluit niet aan bij ex-dak- en thuislozen die alcoholverslaafd zijn geweest, nooit op vakantie gaan (schuldhulpverlening) en zijn of haar kinderen niet meer ziet (scheiding). Nu houden reguliere huurders daar meer rekening mee. De Tussenvoorziening stimuleert hun bewoners om mee te doen aan de activiteiten. De selectie Aan kandidaat reguliere bewoners werd gevraagd om een motivatiebrief te sturen en hun cv. In een toelatingsgesprek werd nader ingegaan op hun motivatie om in dit project te komen wonen. Ervaring met vrijwilligerswerk, ervaring met de doelgroep en ideeën over wat ze zouden willen bijdragen aan de buurt sterken tot aanbeveling. Nadat de eerste acht bewoners geselecteerd waren, zijn zij zelf deel gaan nemen aan de toelatingsgesprekken. Alle bewoners vormen samen een woonvereniging. De woonvereniging selecteert onder andere nieuwe bewoners. Bewoners mogen zelf mensen aandragen ter ballotage. De woonvereniging heeft één keer

48 per maand een overeenstemmingsoverleg met de Tussenvoorziening en Portaal. Naast beheerszaken wordt er ook gesproken over wat er goed gaat en wat er beter kan. Niet iedereen komt in aanmerking om in Majella te wonen. Van de reguliere huurder wordt verwacht dat hij of zij bereid is om als goede buur bij te dragen aan een open en actieve buurt. Van de reguliere huurders wordt gevraagd om betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel te tonen ten aanzien van een goed leefklimaat binnen het gebouw, deel te nemen aan bestuur en/of een werkgroep van de woonvereniging en deel te nemen aan activiteiten van de woonvereniging. Van de bewoners wordt gemiddeld een dagdeel per week gevraagd om hieraan te besteden. Verder moet men ingeschreven staan bij Woningnet en recht hebben op een sociale huurwoning. Er wordt niet beoordeeld op inschrijvingsduur. De criteria voor GGZ-cliënten om in aanmerking te komen voor Majella zijn: Cliënten hebben geen verslaving waarbij enig risico op overlast aan de orde is. Cliënten zijn leerbaar en kunnen zich aan afspraken houden. Cliënten verbinden zich aan begeleiding. Cliënten zijn in staat om de woonomgeving veilig en leefbaar te houden. Verder wordt gekeken of de bewoners passen in het project: willen ze deelnemen 48 De cliënten moeten in drie jaar zelfstandig en zonder ondersteuning van de Tussenvoorziening kunnen wonen. Na ruim een jaar wordt duidelijk dat niet alle Tussenvoorziening-bewoners het in drie jaar gaan redden. De afstand met het buurtteam is voor hen te groot. Anderen hebben ruim binnen geen begeleiding meer nodig. De Tussenvoorziening heeft berekend dat 10 procent van de cliënten begeleiding kan krijgen als zij zich uit het project terugtrekken. Voor een deel zal bijvoorbeeld Ambrona worden ingeschakeld. Dit is een organisatie voor begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking. In principe blijft iedereen tot het einde van het project. Het project heeft een duur van 15 jaar, maar dit kan verlengd worden. Er zijn sinds de start drie Tussenvoorziening -bewoners vertrokken. Twee van hen is vertrokken omdat het project niet bij hen paste, onder andere omdat er harddrugs is gebruikt. Deze bewoners hebben andere woonruimte gekregen via de Tussenvoorziening. Normaal terugval percentage van uitstromers die worden geplaats in bezit van Portaal is ongeveer 10 procent. Erik Patist, complexbeheerder van onder andere Majella Wonen: De stap tussen intramuraal en extramuraal is nu veel te groot voor deze groep. De praktijk is dat er vaak bewoners uitstromen naar de wijk en niet in staat zijn om de zelfstandig te wonen, met name financieel [red. schulden]. Breder is het voor hen lastig om de zorgvraag te formuleren en de juiste organisatie te vinden om deze te stellen. Dit project stelt hen in staat dit langzaam te leren. Na drie jaar klapt het contract om en moeten ze hun eigen boontjes kunnen doppen. Majella Wonen heeft de Innovatieprijs i-opener 2017 gewonnen, een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt door Aedes, branchevereniging van woningcorporaties en Kwaliteitszorg Woondiensten Huursector.

49 Proeftuin Eperweg, Nunspeet Startjaar: 2016, januari 2017 eerste bewoning Aantal woningen: 31 appartementen Doelgroepen: Uitstromers beschermd wonen (23), reguliere huurders (8) Huurprijs: ,50 euro Huurcontract: Particulier huurcontract Eigenaar: Nunspeetse Onroerend Goed Maatschappij bv Geïnterviewden: Gerrit Huisman(WZCO), Bert van Putten (gemeente Harderwijk) en Hank Broekhuis (huismeester en eigenaar particulier beveiligingsbedrijf). Projectbeschrijving De Proeftuin Eperweg is een pilot waar uitstromers vanuit beschermd wonen en de Maatschappelijke Opvang tijdelijke woonruimte krijgen in een complex waar voorheen een zorgorganisatie was gehuisvest. De proeftuin is het initiatief van de Regiegroep Maatschappelijke Zorg op de Noord Veluwe. De volgende partijen dragen bij aan het uitvoeren van de pilot: Nunspeetse Onroerend Goed Maatschappij bv, Kok & Heijkamp Makelaars, gemeenten Regio Noord-Veluwe (bestaande uit de gemeenten Oldebroek, Elburg, Nunspeet, Harderwijk, Ermelo en Putten), woningstichting Omnia Wonen en zorgpartijen (GGZ Centraal, Iriszorg, Woonzorgnet, WZCO). Doelen van de proeftuin In de proeftuin hebben meerdere zorgaanbieders, een investeerder en een makelaar de handen in een geslagen om nieuwe huisvestingsmogelijkheden te realiseren voor uitstromers uit het beschermd wonen en de maatschappelijke opvang. Ook willen de betrokken partijen knelpunten in de maatschappelijke zorgketen verhelpen en daarnaast ook uitvoering geven aan het wonen in de wijk, een tussenstap waarin geleerd kan worden om zelfstandig te wonen. 49 In de proeftuin proberen de samenwerkende partijen nieuwe dingen uit en leren ze gezamenlijk van gemaakte keuzes. De partijen zien de proeftuin als geslaagd wanneer de druk op de wachtlijst van de instellingen voor beschermd wonen en maatschappelijk opvang afneemt en dat de cliënten zich ontwikkelen, kijkend naar hun mogelijkheden in plaats van naar hun beperkingen. Cliënten worden gestimuleerd hun vaardigheden en talenten te benutten; ook is er aandacht voor het verbinden van mensen met elkaar. Het streven is dat minstens 50 procent van de cliënten uit de proeftuin uitstroomt naar een eigen woning. Snelle realisatie Om dit te bereiken is op initiatief van de Regiegroep Maatschappelijke Zorg in april 2016 een werkgroep gestart die invulling heeft gegeven aan de Proeftuin Eperweg. De gemeenten Regio Noord-Veluwe hebben een lumpsumfinanciering ter beschikking gesteld voor de proeftuin. En vier samenwerkende zorgorganisaties zijn de uitdaging aangegaan om met elkaar en de gemeenten de proeftuin vorm te geven. De werkgroep heeft een leegstaand pand in Nunspeet om laten vormen naar 31 kleine betaalbare zelfstandige woningen. Een half jaar na oprichting van de werkgroep, in januari 2017, zijn de eerste bewoners in de proeftuin ingestroomd. De betrokken makelaar treedt daarbij op als verhuurder. De toekomst van de proeftuin is nog onzeker. De eigenaar van het gebouw heeft aangegeven dat hij de appartementen vijf tot zeven jaar wil verhuren. Daarna krijgt de locatie een andere bestemming. De verhuurder zal minimaal één jaar van te voren aangeven wanneer hij stopt met de verhuur van de appartementen, om zo de partijen voldoende tijd te geven om huurders te laten uitstromen.

50 50 Gezamenlijke ambitie leidend De betrokken partijen zijn zeer tevreden over de proeftuin. Het heeft hen bij elkaar gebracht en hen veel leert over het opzetten van een dergelijke voorziening voor uitstromers uit beschermd wonen. Het succes is volgens de betrokken partijen te danken aan de gezamenlijke ambitie. Wanneer er een knelpunt optrad, is die gezamenlijke ambitie voor ogen gehouden en is er in alle gezamenlijkheid gewerkt aan oplossingen. Er is goed naar elkaar geluisterd en er was begrip voor elkaars standpunten. Hierbij zijn de partijen open geweest over de eigen belangen bij het realiseren van de proeftuin (financiën, vorm geven aan transitie, publiciteit voor organisatie, uitvoering geven aan regionale doelstellingen en verplichtingen, et cetera). Deze belangen verschilden soms tussen de partijen, maar door (de focus op) de gezamenlijke ambitie hebben zij de verschillen weten te overbruggen. De mix In het complex wonen in het najaar van personen. Hiervan zijn 23 personen uitgestroomd vanuit het beschermd wonen. De overige 8 huurders hebben via de betrokken makelaar woonruimte in het complex gehuurd. Het streven van de betrokken partijen is om een mix aan te houden van 75 procent uitstroom vanuit zorgorganisaties en 25 procent via de makelaar. Het onderscheid tussen beide groepen blijkt in de praktijk niet zo scherp. Sommige uitstromers uit het beschermd wonen hebben relatief weinig of zelfs geen begeleiding bij het zelfstandig wonen nodig, terwijl enkele huurders die via de makelaar zijn ingestroomd, minder zelfstandig zijn. Aanvankelijk was het de bedoeling om deze potentiële huurders af te wijzen, omdat zij een risico kunnen vormen voor het succes van de proeftuin. In de praktijk wordt gekeken hoe deze huurders, wanneer zij als in het complex wonen, op passende wijze ondersteund kunnen worden.

51 De twee groepen wonen gespikkeld in het complex. De mix van bewoners ontstaat vooral door het stapsgewijs opleveren van het complex. Eerst zijn de appartementen beneden opgeleverd, daarna ook boven. Boven wonen relatief jonge huurders. Zij hebben (als gevolg van hun leeftijd) meer begeleiding nodig bij het zelfstandig wonen, dan de huurders beneden. Selectie en toewijzing De criteria die geleden om in het complex te mogen wonen, zijn: 1. uitstroom beschermd wonen, 2. geen 24-uurszorg nodig, 3. bereidheid om te conformeren aan leefregels die in het complex gelden en 4. de inschatting dat het zelfstandig wonen gaat lukken. De betrokken zorgorganisaties kunnen cliënten voordragen die voor het wonen in het complex in aanmerking komen en die uitdrukkelijk de wens hebben uitgesproken in het complex te willen wonen. Reguliere huurders stromen in via de makelaar. De makelaar screent de potentiële huurder en voert daarbij overleg met de zorgorganisaties over het profiel van de toekomstige reguliere huurder Alle huurders tekenen een contract met de Nunspeetse Onroerend Goed Maatschappij bv (eigenaar gebouw), vertegenwoordigd door Kok & Heijkamp Makelaars bv. Aan de huurovereenkomst is, zoals gebruikelijk een huurreglement gekoppeld. Uitstromers uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang ondertekenen daarnaast met de zorgpartijen een zorgovereenkomst. Wanneer huurders zich niet houden aan het reglement is uitzetting mogelijk. In de praktijk is dit twee keer gebeurd, waarbij in de regel een warme overdracht plaatsvindt naar een locatie waar de persoon passende zorg kan krijgen. Zorgpartijen hebben zich verplicht om huurders die zijn uitgestroomd uit beschermd wonen en die het in de praktijk van het zelfstandig wonen met begeleiding niet redden, een terugkeergarantie te bieden. Dit wordt vorm gegeven door hierin samen te werken met de Centrale Toegang, de Wmo-consulenten van de gemeente Nunspeet en de overige ketenpartners. 51 In de regio trekken de gemeenten solidair met elkaar op. Er is geen verdeling van mogelijke instroom naar gemeente, wel kunnen alleen inwoners van de Noord-Veluwe in het complex een appartement huren. In principe mogen de cliënten maximaal vijf jaar in het complex wonen. In deze tijd dienen zij zich voor te bereiden op uitstroom, zodat nieuwe cliënten van de betrokken organisaties kunnen instromen. Deze vijf jaar geldt alleen voor de eerste huurders, daarna zal de huurtermijn worden aangepast tot maximaal 1 januari Omdat het uiteindelijke doel uitstroom naar een zelfstandig woning is, blijven alle huurders ingeschreven staan bij de woningbouwvereniging. Interactie De bewoners hebben elk een zelfstandige woning, inclusief keuken en badkamer. Voor veel bewoners is dit een grote vooruitgang ten opzichte van de situatie binnen het beschermd wonen, waar zij voorzieningen moesten delen met andere cliënten zonder dat zij daar zelf een keuze in hebben gehad. Binding tussen de bewoners in de proeftuin bestaat doordat zij zich in elkaar herkennen. Het geeft een gevoel van veiligheid aan de bewoners dat zij niet alleen staan in hun proces, dat ook andere bewoners problemen hebben waar zij mee (moeten) leren omgaan. Het schept zo een situatie waarin mensen zich niet schamen voor het proces waar zij in zitten en waar geen vervelende vragen worden gesteld over het feit dat je als bewoner begeleiding ontvangt. Ook de leefregels die in het complex gelden, dragen bij aan een veilige setting voor de bewoners.

52 Ontmoetingen tussen bewoners Er zijn verschillende contacten tussen de bewoners. Deze vinden plaats buiten (met name in de rokershoek) en in de gangen, maar het meeste in de eigen kamers doordat bewoners bij elkaar op bezoek gaan. Het gaat om contacten zoals tussen buren onderling. Ze kletsen met elkaar en helpen elkaar als het nodig is. Ook is er soms strijd, bijvoorbeeld over geluidsoverlast. In de meeste gevallen komen de bewoners er met elkaar uit. De begeleiding leert de bewoners hoe ze met elkaar op een goede wijze communiceren en het contact zoeken ook als er irritaties zijn. Bij acute situaties waarin bewoners er met elkaar niet uitkomen, speelt de huismeester een belangrijke bemiddelende rol. Er is bewust gekozen om geen ontmoetingsruimte te creëren. Aan het begin is er wel een bewonersavond georganiseerd om met elkaar kennis te maken. Deze avond was goed bezocht. In de zomerperiode is de groep hechter geworden, onder andere doordat de bewoners meer buiten waren en elkaar meer ontmoeten. Aanvankelijk was er een verschil tussen de bewoners boven en beneden. In tegenstelling tot beneden wonen boven vooral jongeren; zij hebben wat meer begeleiding nodig bij het zelfstandig wonen. Langzaamaan zijn zij gewend geraakt aan het leven aan de Eperweg en beginnen zij ander gedrag te vertonen. De bewoners beneden gelden daarbij voor sommigen als voorbeeld. 52 Contacten met de buurt Naast de onderlinge ontmoeting tussen bewoners zijn er contacten met de overige buurtbewoners. Voorafgaand aan de komst van de eerste bewoners is er een informatieavond geweest. Bij meerdere buurtbewoners was er weerstand tegen de Proeftuin Eperweg. In de eerste weken was er dan ook 4-5 keer per week contact tussen een buurtbewoner en de huismeester. Nu de proeftuin enkele maanden op gang is gekomen, is het rustiger geworden en is ook het aantal negatieve reacties van buurtbewoners sterk afgenomen. Er is een bewonerscommissie gevormd die het voortouw neemt in het organiseren van activiteiten en de verbinding tussen bewoners en de wijk stimuleert. Ook de begeleiders van de bewoners spelen hierin een belangrijke rol. Het is de bedoeling dat we de komende tijd nog intensiever investeren in de buurt. Zo organiseren we rond de jaarwisseling 2017 nog een activiteit waarbij buurtbewoners worden uitgenodigd. Ook is er een goede relatie met de wijkagent. Participatie in de samenleving Van de bewoners heeft het merendeel een besteding buiten de deur, hetzij in de vorm van (betaald) werk of dagbesteding. Voor bewoners voor wie dit niet mogelijk is, wordt gekeken of zij op het complex zelf activiteiten kunnen uitvoeren, zoals het onderhouden van de tuin. Op deze manier kunnen zij een bijdrage leveren aan het wooncomplex. In de proeftuin is kort geëxperimenteerd met het openstellen van het complex voor derden. Aanvankelijk was er in het complex een sportruimte waar krav maga-lessen werden gegeven, ook voor mensen van buitenaf. Al snel leidde dit tot parkeerproblemen en is besloten hiermee te stoppen. Het leidde binnen de regiegroep ook tot een gesprek over hoe de samenwerkende partijen kunnen bijdragen aan het creëren van de inclusieve samenleving. Het streven is nu dat de bewoners niet aan het complex zijn gebonden, maar juist deel nemen aan activiteiten van lokale sportclubs en verenigingen en lokale voorzieningen bezoeken. Een positieve ontwikkeling in deze is dat een nabijgelegen kerk de bewoners periodiek uitnodigt voor het avondeten. De eerste keer kwam er maar een enkele bewoner, maar langzaamaan neemt hun aantal toe. Zo worden er stapjes gezet richting meer inclusie.

53 Beheer In het kader van de proeftuin is een Stuurgroep (strategisch en tactisch) en een Regiegroep (vooral operationeel) gevormd. In de Stuurgroep zitten vertegenwoordigers van de betrokken partijen, en het is de bedoeling dat een lid van de bewonerscommissie gaat deelnemen aan de overleggen. Aan de Regiegroep nemen de makelaar, de huismeester, een Wmo-consulent van de gemeente, van elke betrokken zorgorganisatie een ambulant begeleider en minimaal één lid van de stuurgroep deel. Gezamenlijk proeven de leden van de Regiegroep wat er in de proeftuin gebeurt en komen zo gezamenlijk tot een nadere uitwerking. De betrokken partijen bespreken de ontwikkelingen binnen de proeftuin met elkaar en komen tot oplossingen voor eventuele problemen. Bij het maken van keuzes zijn regelarm en bewoners centraal de uitgangspunten. In de stuur- en regiegroep is de transformatie van beschermd wonen naar zelfstandig wonen onderwerp van gesprek. Er wordt daarbij gekeken naar de verschillende uitgangspunten die in het kader van de proeftuin zijn vastgesteld (zie begin van deze factsheet). De dagelijkse praktijk leidt daarbij tot vraagstukken die om beantwoording vragen, zoals het verkennen van grenzen: hoe streng moeten de leefregels zijn en hoe strikt moet je handhaven? De betrokken partijen willen het individu zoveel mogelijk ruimte laten, maar tegelijkertijd de sfeer binnen het complex niet schaden. In de proeftuin komen ook verschillende praktische zaken aan de orde. Bij de eerste appartementen was er sprake van geluidsoverlast. Hierdoor ging veel van de begeleidingsuren op aan het verhelpen van geluidsoverlast. Met de aannemer is hierover gesproken, waardoor de latere appartementen van een andere isolatie zijn voorzien. Daarnaast bleek het hebben van een eigen internet/tv-verbinding erg belangrijk is voor de bewoners, een aandachtspunt dat niet was voorzien. Aanvankelijk was er gekozen voor een centraal tv- en internetsignaal. Dat leidde ertoe dat sommige bewoners in het begin veel last hadden van storingen of traag internet. Inmiddels zijn hierin de nodige acties genomen waardoor de kwaliteit van de tv- en internetvoorziening voldoende is. 53 Om binnen de proeftuin te kunnen doen wat nodig is, hebben de gemeenten voor 2017 en 2018 een lumpsum financieringsmodel ingezet, waarbij de zorginstellingen jaarlijks een bedrag ontvangen om begeleiding, activering en re-integratie voor een vast aantal cliënten te realiseren. Daarnaast is er eenmalig projectgeld beschikbaar gesteld om in de proeftuin de maatschappelijke participatie en de verbinding met de wijk te bevorderen. De stuurgroep (dus niet de gemeenten alleen) monitoren de besteding van de middelen. De geïnterviewden melden dat door het regelmatig samenkomen van de samenwerkingspartners cohesie ontstaat, tips en tops met elkaar worden gedeeld en dat ook buiten de proeftuin met elkaar wordt meegedacht en oplossingen gecreëerd. De impact van de samenwerking reikt dan ook verder dan de proeftuin alleen. Huismeester Er is een huismeester aanwezig in het complex die voortdurend bereikbaar is. De huismeester zorgt ervoor dat het leefbaar en veilig blijft in de proeftuin door de bewoners, waar nodig, aan te spreken op hun gedrag. Bewoners spreken de huismeester ook aan, wanneer zij problemen hebben, bijvoorbeeld waar het gaat om geluidsoverlast van buren. De huismeester stimuleert de bewoners daarbij om eventuele ongemakken met buren zelf op te lossen, zodat zij groeien in hun zelfstandigheid. Ook is de huismeester de contactpersoon voor buurtbewoners. Zij kunnen contact opnemen met de huismeester

54 als zij vragen of klachten hebben over (de bewoners van) het complex. Tevens is de huismeester de persoon die aandachtspunten voor de begeleiding signaleert en doorgeeft zodat begeleiders dat kunnen oppakken met de bewoners. Al met al blijkt de huismeester van onmisbare waarde te zijn omdat veel cliënten die zijn uitgestroomd nog veel behoefte te hebben aan een aanspreekpunt. Belangrijk hierbij is dat de huismeester een wezenlijk andere rol heeft dan een (ambulant) begeleider. De huismeester is niet afhankelijk van de bewoners, maar moet zorgen voor een veilig en leefbare woonsituatie voor alle huurders. Dit schept meer ruimte om huurders aan te spreken op hun gedrag. De huismeester zorgt voor het complex als geheel, de ambulante begeleiders voor de individuen. Succesfactoren en geleerde lessen In de Proeftuin Eperweg wordt met recht geëxperimenteerd. De betrokken gemeenten bieden de zorgorganisaties de ruimte om het wonen met begeleiding anders vorm te geven, en zo tot een transformatie van het beschermd wonen te komen. Aanwezigheid van een achterwacht, in de vorm van een huismeester, draagt bij aan het succes van de proeftuin, evenals de korte lijnen tussen gemeenten en zorgorganisaties. De lumpsum financiering biedt de zorgorganisaties de ruimte om de ondersteuning te bieden die nodig is en daarbij makkelijk op en af te kunnen schalen. Een goede geluidsisolatie en een individuele internet/tv-aansluiting voorkomen dat er veel begeleidingsuren in gaan zitten. 54

55 Robijnhof, Leiden Startjaar: 2016 Aantal woningen: 80 woningen en bewoners Doelgroepen: Statushouders, studenten en bewoners met een GGZ-achtergrond Huurcontract: tijdelijk contract op basis van de Leegstandwet Eigenaar: Libertas (zorgorganisatie) Geïnterviewden: Marc Ketelaar, Ralph Komen (De Huischmeesters) en een aantal bewoners Projectbeschrijving Het verzorgingshuis Robijnhof kreeg door de extramuralisering steeds meer te maken met leegstand. Eigenaar zorgorganisatie Libertas wil de locatie herontwikkelen. Voordat deze herontwikkeling plaatsvindt krijgt het huidige gebouw een sociaal-maatschappelijke invulling. Prettig wonen voor spoedzoekers werd de basis voor dit magic mix -project. Voor de oplevering werd Libertas onder druk gezet door de gemeente om het gehele pand in te vullen met statushouders. Toen beheerorganisatie De Huischmeesters in beeld kwam raakte men overtuigt van een mix van de huidige doelgroepen: statushouders, studenten, starters en mensen met een GGZ-achtergrond. 55 Foto: Alex Schreuder Totstandkoming Er was aanvankelijk bij omwonenden veel weerstand tegen de nieuwe invulling van de Robijnhof. Er was veel wantrouwen bij de bewoners over de gemeente en zorgpartij, met name de plannen voor herontwikkeling zijn een aantal keer gewijzigd en omdat er ook andere locaties in de wijk zijn gekomen met kwetsbare bewoners. De Huischmeesters heeft tijdens een gespannen plenaire bewonersbijeenkomst voorgesteld om een stuurgroep met bewoners op te zetten zodat al hun vragen en zorgen besproken konden worden. Tegelijkertijd vroeg De Huischmeesters de bewoners om na te

56 denken welke invulling voor hen wél acceptabel zou kunnen zijn. Uiteindelijk zijn de zorgen weggenomen door het voorwaardelijk uitgeven door de gemeente van een vergunning onder de leegstandswet. Deze aanvulling op de tijdelijke vergunning omvat de voorwaarden van de bewoners over onder andere overlast. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan dan kan de gemeente de vergunning weer intrekken. Deze constructie is zeer zeldzaam. De mix In Robijnhof wonen ongeveer twintig statushouders, dertig mensen met een lichte zorgvraag en dertig studenten en starters. Met lichte zorgvraag wordt een brede groep mensen bedoeld die nog een aantal uur per week ambulante zorg ontvangt en die lichte ondersteuning in het wonen nodig heeft. De groepen worden bewust gespikkeld gehuisvest. Bij elke nieuwe bewoner wordt gekeken waar iemand het beste past, met zoveel mogelijk diversiteit per gang als uitgangspunt. Dus niet teveel personen van één doelgroep bij elkaar. De ervaring van De Huischmeesters is dat dit het beste werkt. 56 Selectie Het profiel van potentiële bewoners in Robijnhof moet passen in het motto: zelfstandig maar niet alleen. Dit profiel is te complex en breed om in een afvinklijstje te kunnen vatten. Het gaat volgens Marc Ketelaar, initiatiefnemer van de Huischmeesters, vooral om de samenstelling van bewoners. Wie past er nog bij? Waar in het gebouw? En wie kan dit project aan? Robijnhof neemt geen mensen op die een actieve verslaving hebben of psychische nood. Van bewoners in Robijnhof wordt verwacht dat hij of zij bereid is om samen te leven, zich inzet voor het project (2 uur per week), te willen groeien en ook problemen te signaleren. De werving van nieuwe bewoners gaat via berichten in de lokale media. Overige kanalen zijn alle organisaties met een connectie met de beoogde doelgroepen, zoals de onderwijsinstellingen, woningcorporaties, zorgorganisaties. Robijnhof is altijd voor 100 procent bezet. Voordat iemand in Robijnhof mag komen wonen, moet eerst een aantal stappen worden doorlopen. Alle potentiële bewoners vullen een intakeformulier in. De vragen in dit formulier hebben een positieve insteek: wat kan je betekenen voor het project? Wat heb jij nodig om hier prettig te wonen? Wat vind jij minder fijn? Et cetera. Vervolgens voert de kandidaat een gesprek met één van de medewerkers van De Huischmeesters. Medewerkers worden getraind om deze gesprekken goed te kunnen voeren. De Huischmeesters vinden dit een heel belangrijk aspect in hun projecten: wie haal je binnen? Kan deze persoon de manier van samen maar zelfstandig wonen aan? Er wordt in dit gesprek gevraagd naar iemands levenswandel. Bij de kandidaten die uitstromen uit instellingen zijn vaak begeleiders vanuit zorgpartijen aanwezig. Het is essentieel om vooral de bewoner aan het woord te laten en door het aanprijzen van de zorgpartij heen te prikken, aldus Marc Ketelaar. Interactie Er is veel contact tussen bewoners. De statushouders en mensen met een lichte begeleidingsvraag zijn door de week het actiefst. De studenten vooral in het weekend. Wat opvalt is dat de groep met de lichte begeleidingsvraag de meest actieve groep is in Robijnhof. In de intakegesprekken wordt gevraagd naar eenieders wensen, persoonlijke doelen en talenten. Iedereen die in Robijnhof woont is verplicht om zich twee uur per week in te zetten voor de medebewoners en het project. Dit wordt bijgehouden door de beheerder. De eerste maanden van het project was de Huischmeesters aanjager van veel activiteiten door te initiëren en mensen aan activiteiten te koppelen op basis van uitkomsten uit de intakegesprekken. Na

57 die tijd kwamen initiatieven veelal vanuit de bewoners zelf op. Er is een maatschappelijke bijdragelijst waar iedereen zijn plannen, wensen en suggesties op kan invullen. Er is een Facebook-pagina dat fungeert als message board voor initiatieven. Robijnhof heeft in de plint en tuin veel ruimte voor gezamenlijke activiteiten. Er worden diverse activiteiten georganiseerd, zoals: Elke dag theetijd in de entreehal Elke avond komen dertig tot veertig bewoners in wisselende samenstelling samen in de grote zaal om te recreëren en ontspannen Er is een internetcafé opgericht door de bewoners Er wordt regelmatig samen gekookt en gegeten De tuin is deels tot moestuin gemaakt door bewoners Bewoners hebben een boodschappendienst opgezet voor de ouderen in de aanpalende aanleunwoningen Er zijn actieve Whatsapp-groepen en er is een officiële en een onofficiële Facebook-pagina. Beheer Er is meer dan 40 uur professioneel beheer aanwezig in Robijnhof. Ralph Komen is complexbeheerder in dienst van en opgeleid door De Huischmeesters. Buiten kantoortijden zijn Ralph en andere werknemers van De Huischmeesters ten alle tijden telefonisch bereikbaar. De taken van de complexbeheerder zijn onder andere: Regulier technisch beheer (reparatieklusjes) Sociaal beheer (praatjes maken en beschikbaar zijn) Aanjagen van activiteiten Huisbezoeken per bewoner één keer per maand Overleg partners zoals Libertas, gemeente, wijkagent en zorgorganisaties (ketenpartners) 57 Bewoners beheren en handhaven in principe niet, maar ze hebben wel een belangrijke signaleringsfunctie. Als ze zich zorgen maken over iemand in het complex dan rapporteren ze dit bij de complexbeheerder. Marc Ketelaar van De Huischmeesters gelooft niet in sociaal beheer en handhaving door bewoners (zoals dat bij andere magic mix -projecten wel gebeurt). Hij wil niet dat bewoners in een lastige positie komen als zij medebewoners aanspreken. Alleen rond activiteiten en samenkomsten wordt door bewoners beheerd. Bewoners moeten de voorzieningen en zalen namelijk na gebruik schoon achterlaten. Regulier schoonmaken doen ze niet. Er komt een professionele schoonmaker een paar keer per week langs om de gezamenlijke ruimten en wc s schoon te maken. Handhaving Bewoners moeten zich aan een huisregelement houden. Doen zij dit niet dan krijgen ze een waarschuwing. Een waarschuwing bestaat uit een verslag van een gesprek waarin de bewoner heeft verteld wat er is gebeurd is, plus de afspraken die zijn gemaakt om de situatie volgende keer te voorkomen. Dit verslag wordt ondertekend door zowel huurder en verhuurder. Na een aantal waarschuwingen wordt andere woonruimte voor de bewoner gezocht. Er is sinds de start van de nieuwe invulling van Robijnhof één bewoner de deur gewezen. Het huurcontract laat toe dat mensen binnen drie maanden nog de deur gewezen kunnen worden, een soort proeftijd. De complexbeheerder heeft contactgegevens van alle begeleiders van bewoners met een zorgvraag. Het komt regelmatig voor de medebewoners signalen doorgeven over bewoners waar ze zich zorgen over maken. Als het om een zorgvraag gaat waar geen directe beheeroplossing voor is, schakelt de

58 complexbeheerder de zorgorganisatie in. Op deze manier kan snel ingegrepen worden en escalatie voorkomen. Opbrengsten De verplichte inzet die wordt gevraagd (twee uur per week) heeft verschillende voordelen. Het selecteert de mensen uit die vanuit hun woning een positieve bijdrage willen leveren en contact met buren niet uit de weg gaan. Het lokt ook lichte zorg voor elkaar uit. Dit gebeurt niet zomaar. De diverse gezamenlijke activiteiten zorgen voor informele kennismaking tussen bewoners. Dit zorgt, naast het tegengaan van eenzaamheid en bevordering van maatschappelijke acceptatie, voor meer sociale cohesie binnen het project (oftewel plakmiddel tussen bewoners). Dit zorgt weer voor onder andere een hoger veiligheidsgevoel en meer bereidheid om iets voor elkaar te beteken. Het extreem spikkelen lijkt hier ook aan bij te dragen. De bewoner is hierdoor in de dagelijkse omgang niet op de eigen groep gericht, maar op de bewoners van de gang. De uitzondering op deze regel lijkt te gelden voor de statushouders uit Eritrea. Zij zijn op elkaar aangewezen omdat ze geen andere taal spreken dan Afar of Tigrinya. 58 Een mooi voorbeeld van interactie in Robijnhof is de bijdrage van een aantal voormalige (ex)dak- enthuisloze mannen met een Noord-Afrikaanse achtergrond. Zij bleken zeer behulpzaam te zijn bij de vertaling van de tientallen brieven die Syrische, Irakese en Koerdische statushouders krijgen van diverse instanties. De brieven zijn bijna altijd in het Nederlands. Hulp bij de vertaling naar het Arabisch heeft veel misverstanden en complicaties kunnen voorkomen. Daarnaast vervullen deze mannen een brugfunctie tussen de statushouders en de overige bewoners. Dit heeft geleid tot snellere taalontwikkeling bij statushouders, meer eigenwaarde bij de ex-dak- en-thuislozen en een betere sociale cohesie tussen alle groepen. Inmiddels mag de twee uur per week ook breder ingevuld worden door de bewoners van Robijnhof, bijvoorbeeld aan vrijwilligerswerk elders in de wijk of stad. Hier is voor gekozen omdat er teveel ureninzet was om weg te zetten, aldus complexbeheerder Ralph Komen. Er wordt in het complex al zoveel voor elkaar en het project gedaan, dat het altruïstisch overschot gericht mag worden op de rest van de maatschappij. Ook hier worden afspraken over gemaakt.

59 Samen&Anders, Rotterdam Startjaar: 2015 Aantal woningen: 265 woningen Doelgroepen: sociaal maatschappelijk en/of financieel kwetsbare mensen, aangevuld met minder kwetsbare mensen en intramuraal wonende ouderen Huurprijs: 190 euro (+ 165 euro servicekosten) Huurcontract: vast huurcontract Eigenaar: Laurens Wonen Geïnterviewden: Guido de Ruiter (extern innovatie-procesmanager Samen&Anders) en een aantal bewoners Projectbeschrijving Toen in 2015 bleek dat het traditionele Rotterdamse verzorgingshuis Simeon en Anna op de lange duur niet meer geschikt zou zijn voor het leveren van zorg, moest Lauren Wonen een nieuwe invulling voor het pand bedenken. Zo ontstond het concept Samen&Anders: een wooncomplex voor jong en oud, waar kwetsbare en minder kwetsbare mensen betaalbaar wonen en diensten met en voor elkaar uitvoeren. Huurders van Samen&Anders delen het gebouw met intramuraal wonende en geïndiceerde ouderen. Het gebouw is een verzorgingshuis ( ooit de grootste van Nederland ) gebouwd in de jaren 70 vlakbij het Zuidplein op Rotterdam Zuid. Het gaat om 265 woningen voor vooral eenpersoonshuishoudens. Er zijn elk jaar minder intramurale plekken in het project. In plekken. In 2017 nog maar 150 plekken. De meeste woningen zijn onzelfstandige studio s van 22 m euro inclusief (190 euro huur 165 euro servicekosten). Men heeft een kamer, een eigen natte cel en een kitchenette. Elke gang heeft een eigen woonkamer met keuken. Per gang zijn er ook enkele tweekamerwoningen van ongeveer 45 m 2. Er is bewust gekozen om de huurders van Samen&Anders een huurcontract voor onbepaalde tijd te geven, om ze het signaal te geven dat ze hier niet komen wonen voor een jaartje en om ze niet vanaf dag één in een onzekere situatie te brengen. 59 Totstandkoming Laurens Wonen constateerde rond 2014 dat het pand door de huurder - zorgorganisatie Laurens - op de lange duur niet goed gebruikt zou kunnen worden, omdat het niet geschikt is voor het leveren van zware intramurale verpleeghuiszorg. Op dat moment is gestart met het ontwikkelen van ideeën voor het op termijn leegkomende pand. De ambitie was om te bekijken hoe er vanuit het bestaande gebouw een bijdrage geleverd kan worden aan de veranderende samenleving en behoeften vanuit de omgeving, zoals de extramuralisering in de ouderenzorg, het weer zelfstandig moeten wonen van bijzondere doelgroepen en het tegengaan van vereenzaming. Er is gestart met een marktonderzoek en een behoefteonderzoek in de omgeving van het gebouw. Vervolgens is men open gestart, vanuit de visie om toegevoegde waarde te willen leveren voor kwetsbare mensen, en met de ambitie om te innoveren. Vanaf de start is Guido de Ruiter, zelfstandig adviseur, procesmatig en inhoudelijk betrokken. Inmiddels is er een kerngroep bestaande uit Guido de Ruiter, Annemarie Derksen, manager woondiensten van Laurens Wonen en Bob Janse, kwartiermaker/marktmeester binnen Samen&Anders. Deze kerngroep is de spil binnen het project.

60 Ook wordt samengewerkt met partners in de wijk en de stad, onder andere met de Afrikaanderwijk Coöperatie, Calibris Wijkleerbedrijf, Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie, gemeente Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, Pameijer, een vrijwilligersorganisatie. 60 Een voorbeeld van samenwerking is een community of practise dat twee maal per jaar vanuit de Hogeschool Rotterdam wordt gestart rondom een bepaald vraagstuk. Hier werken studenten vanuit diverse studierichtingen in het gebouw aan een bepaald vraagstuk. Een voorbeeld is een studie naar ingrepen in de plint om met minimale middelen het concept maximaal te ondersteunen. Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van een app om de voorselectie door gegadigden gedeeltelijk zelf te kunnen doen. Het concept van Samen&Anders was vanaf de start heel grof omschreven en is gaandeweg organisch ontwikkeld: gezamenlijkheid, wederkerigheid, combineren van wonen, werken en leren. De bestaande woon- en werkruimte en aanwezige bewoners zijn telkens het uitgangspunt. De Ruiter noemt dit proces nomadisch ontwikkelen, omdat het doel duidelijk is, maar er geen vastomlijnde weg naartoe is. Veel kleine experimenten en samenwerkingen zijn aangegaan. Een deel is overeind gebleven en een ander deel is weer weggevallen of aangepast. Omdat het pand niet geschikt is voor het leveren van zware intramurale zorg ontstonden er bij Laurens Zorg en Laurens Wonen plannen voor nieuwbouw. De overgebleven geïndiceerde bewoners zouden naar de nieuwbouw moeten verhuizen. De nieuwbouw is inmiddels echter onzeker geworden omdat Laurens in zwaar weer is gekomen en omdat de visie op intramuraal wonen van ouderen inmiddels veranderd is. De onzekere situatie maakt het project lastig. Laurens Wonen heeft nog geen besluit genomen of het concept doorgezet wordt, en Laurens Wonen en Laurens Zorg hebben nog geen besluit genomen over de nieuwbouw van een verpleeghuis. In de tussentijd blijven in het Simeon en Anna -deel nieuwe intramuraal geïndiceerde ouderen instromen al neemt het totale aantal langzaam af.

61 De mix Naast intramuraal wonende ouderen die in het verpleeghuis-deel wonen, wonen in Samen & Anders diverse groepen spoedzoekers: studenten, starters, uitromers uit instellingen, gescheiden mensen en ouderen die geen indicatie meer krijgen. Veel mensen die hier komen wonen zijn sociaalmaatschappelijk en financieel kwetsbaar. Dat is onze primaire doelgroep, aldus De Ruiter. Dat kan tijdelijk kwetsbaar zijn of blijvend kwetsbaar zijn. Veel mensen hebben tijdelijk ondersteuning nodig. Zij komen binnen en zitten in een lastige persoonlijke situatie. Ze krijgen hier weer contacten en zelfvertrouwen. Gaan dingen doen. Groeien. Er zijn veel mensen die na een tijdje stappen verder kunnen zetten. Daar zijn we hartstikke blij mee. Er is ook een groep die blijvend kwetsbaar is. Een deel van deze groep zijn ouderen die vroeger in een verzorgingshuis zaten en die nu geen indicatie meer krijgen. Het gaat ook om mensen die een GGZbeperking of een verstandelijke handicap hebben, veelal mensen die uit de wijk komen. Er zijn genoeg gegadigden in Rotterdam Zuid om dit pand 10 keer te vullen, aldus De Ruiter. De toestroom van kwetsbare mensen gaat eigenlijk vanzelf. Er staan ook voornamelijk kwetsbare mensen op de wachtlijst. We willen echter niet alleen kwetsbare mensen, maar een goede mix van kwetsbare en minder-kwetsbare mensen. Om minder kwetsbare mensen te vinden is extra inzet nodig. Guido is inmiddels in gesprek gegaan met diverse partijen die hier een bijdrage in kunnen leveren, zoals de hogeschool, universiteit, woningcorporaties. We werven wel, maar het is lastig om minder kwetsbare groepen te verleiden. Studenten van de Erasmus Universiteit lijken niet in Rotterdam Zuid te willen wonen. We willen een magic mix. Deze mix is belangrijk omdat we slechte ervaringen hebben gehad met eenzijdige bewoning van alleen kwetsbare groepen. Wij geloven in een gezonde mix van kwetsbare en minder kwetsbare mensen, zowel in het wooncomplex als per verdieping. Dus inmiddels wonen er ook mensen die minder kwetsbaar zijn, zoals studenten. 61 Aanvankelijk werden nieuwe groepen gespikkeld geplaatst tussen de ouderen in het verpleeghuisdeel van het complex. Daar is men inmiddels vanaf gestapt. De intramurale groep bestaat uit extreem kwetsbare ouderen. Een combinatie op één etage met nieuwe kwetsbare groepen vond men onnodig veel risico s en onveiligheidsgevoelens met zich meebrengen. Er zijn inmiddels een aantal verdiepingen ontstaan met alleen verpleeghuisbewoners. Daarvan zijn op twee verdiepingen woongroepen voor dementerende ouderen gehuisvest. Op de andere verdiepingen wonen de Samen&Anders-huurders. In de toekomst ziet De Ruiter ook mogelijkheden om verdiepingen aan te bieden aan groepen mensen die een gezamenlijke woonvorm willen starten, of organisaties die een tussenvoorziening willen voor mensen tussen intramuraal en ambulant in. Of op een aantal verdiepingen de woning vergroten en de huurprijzen verhogen zodat je andere mensen binnenkrijgt ( penthouses ). Selectie De bewoners in het verpleeghuis-deel hebben een indicatie gekregen. De potentiële huurders van Samen&Anders gaan door een selectieprocedure van Laurens Wonen. Bij de werving en selectie wordt geen gebruik gemaakt van het reguliere woonruimteverdeelsysteem. Potentiele bewoners hoeven dus niet ingeschreven te staan. Marktmeester Bob Janse (sociaal-maatschappelijk beheerder van Laurens Wonen) en de woonconsulent van Laurens Wonen doen samen selectiegesprekken. Janse heeft een brede ervaring in de zorg en de psychiatrie. Acht van de tien mensen wijzen ze gedurende deze procedure af. Veel mensen passen namelijk niet in het concept. Bovendien wordt er een balans gezocht tussen kwetsbare en minder kwetsbare bewoners. Per gang kijken we wie passend is, en wordt de balans gezocht tussen kwetsbaar en minder kwetsbaar, aldus De Ruiter.

62 Er zijn niet veel harde voorwaarden die de selectie bepalen. Deze zijn voor een belangrijk deel gebaseerd op mensenkennis, en visie op en kennis van het project, de zittende huurders en de samenstelling op de betreffende verdieping. Iedereen in het project heeft een bepaalde mate van tijdelijke of blijvende kwetsbaarheid. De afweging is vaak: Welke problematiek komt er binnen en kunnen wij het aan?. Verder: De huurder moet 10 uur per maand een bijdrage leveren aan het project. De huurders worden hier op geselecteerd en het is opgenomen in het huurcontract. Hier wordt echter niet strak op gestuurd als men er eenmaal woont. Het wisselt sterk per bewoner in hoeverre ze zich inzetten. De huurder moet sinds kort een bewijs van goed gedrag kunnen laten zien. Zware gevallen worden niet toegelaten in het complex. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met een actieve verslaving of een stevig crimineel verleden. 62 Interactie Van de nieuwe bewoners wordt verwacht dat ze 10 uur per maand een bijdrage leveren aan het project. Dit kunnen zowel incidentele als structurele bijdragen zijn, en zowel gericht op een individu of de groep. Dit vragen we vanuit de stellige overtuiging dat meedoen en meetellen bijdraagt aan welbevinden., aldus De Ruiter. Dit betekent in de praktijk dat men een aantal winkels en voorzieningen runt in de plint en activiteiten organiseert voor medebewoners. Zo is er een boodschappendienst ontstaan. Verdere activiteiten zijn onder andere helpen met verhuizing, meubels in elkaar zetten, plinten verven, ondersteunen van huurders en intramurale bewoners in kwetsbare fases (ziekte, voor overlijden) met gezelschap. Er zijn diverse subgroepjes van mensen die samen eten, activiteiten ondernemen en een groeps-app hebben om op elkaars vragen in te gaan. Er is in het begin een appgroep opgericht waarin vraag en aanbod van wensen en diensten samen werden gebracht. Dit bleek echter niet goed te werken. Nu is er een marktmeester aangesteld die activiteiten en wederkerigheid stimuleert. Als ruileenheid werd de Zuiderling (ruilmunt in Rotterdam-Zuid) aanvankelijk ingezet. Nu is dit minder het geval omdat mensen graag iets voor niks voor iemand doen. Ongeveer zeventig procent van de bewoners zet zich structureel in, enkelen rond de 10 uur per maand, anderen veel meer. Ongeveer dertig procent niet of niet meer. Per verdieping is een kennismakingsavond georganiseerd in een van de zalen beneden. Per verdieping is er een woonkamer en een keuken. Omdat de studio s klein zijn (22 m 2 ) en het niet de bedoeling is dat er op de kamer wordt gekookt, wordt door een aantal huurders gebruik gemaakt van de gezamenlijke voorzieningen, aldus de Ruiter. Volgens de geïnterviewde bewoners wordt er wel stiekem gekookt op de kamer. Verder is het volgens de bewoners lastig om samen een keuken te beheren. De inrichting van de woonkamer en het schilderen van de gang wordt zo veel mogelijk per gang geregeld. Voorzieningen Er wordt door een aantal bewoners vrijwilligerswerk gedaan in het verpleeghuisdeel. Er zijn gezamenlijke voorzieningen en activiteiten (zoals de bingo-avond). De entree en de rest van de plint is een plek waar alle bewoners en eventueel omwonenden elkaar kunnen ontmoeten en praatjes maken et cetera. Veel voorzieningen zijn nog teveel gericht op alleen de kwetsbare ouderen, zoals het restaurant, de tuin, de receptie. Gezamenlijk wordt geprobeerd hier verandering in te brengen en de voorzieningen ook meer aan te laten sluiten op de behoefte van de Samen&Anders-huurders en de omgeving.

63 We willen de gezelligheid van de buurt naar binnen halen, aldus De Ruiter. Op de begane grond zijn inmiddels een kledingatelier, een tweedehandswinkel, een klein museum en een kapster gevestigd. Er zijn pop-up stores die door de Samen&Anders-huurders worden gerund. Op de eerste etage is een wijkleerbedrijf en op de tiende etage een stichting voor integratie van nieuwe Nederlanders. We willen dat graag uitbreiden met horeca en andere kleine, sociale ondernemers. Zo creëren we een dorpsplein in het complex voor de huurders en de omgeving, aldus De Ruiter. Beheer Er is een complexbeheerder ingesteld door Laurens Wonen. Deze marktmeester is doordeweeks tijdens kantoortijden aanwezig. Naast het stimuleren van wederkerigheid en activiteiten heeft hij de taak om signalen op te vangen en als het nodig is in te grijpen. Er is veel overleg met en ondersteuning van de wijkagent over gedrag van bewoners. Als iemand overmatige overlast veroorzaakt wordt een dossier opgebouwd. Dit is nodig omdat huurders in Samen&Anders een huurcontract voor onbepaalde tijd hebben. Het is in twee jaar twee keer gebeurd dat op laste van de rechter huurcontracten zijn ontbonden. Deze procedures duurden een aantal maanden. Bijvoorbeeld een huurder die zijn vriendjes meenam om in te breken bij andere bewoners in het gebouw. Het is net de gewone samenleving in wat zwakkere wijken. Maar in zo n kwetsbaar complex is dat natuurlijk niet handig, aldus De Ruiter. Voor hen is, soms samen met een andere organisatie, andere woonruimte gevonden. De bewoners die zijn geïnterviewd voor dit onderzoek voelden zich doordeweeks s nachts onveilig, omdat er alleen in het weekend een nachtbewaker werd ingezet, aldus de bewoners. Ongewenst bezoek kan makkelijk binnenkomen omdat ze aanbellen bij ouderen die iedereen binnenlaten. Er wordt volgens deze bewoners regelmatig iets gestolen in het gebouw. Het is onduidelijk of dit door bewoners of mensen van buiten gebeurt. Inmiddels zijn er maatregelen genomen, zoals inzet van een sociaal huismeester vanuit de gemeente die s avonds en in het weekend een oogje in het zeil houdt. Dit blijft wel een punt van aandacht. Het blijft een enorm groot gebouw in een kwetsbare wijk, aldus De Ruiter. 63

64 t Seghe Waert, Zoetermeer Startjaar: Aantal woningen: Doelgroepen: Huurcontract: Eigenaar: Geïnterviewden: 2016 (v.w.b. de samenwerking) 179 woningen ouderen, mensen met psychiatrische aandoeningen, cliënten zorghostel All-inclusive en huurcontact met zorgorganisatie Vidomes Mirjam Doorewaard en Berna van der Ven (RIBW Fonteynenburg), Simone Westerman (Vidomes) Projectbeschrijving t Seghe Waert is een verzorgingshuis in een jaren-zeventigwijk in Zoetermeer waar door de hervorming van de langdurige zorg een deel leeg is komen te staan. Eigenaar Vidomes verhuurt het gebouw aan zorgorganisatie Fundis. Fundis biedt de mogelijkheid voor onderhuur aan andere zorgorganisaties om cliënten woonruimte te bieden in het voormalige verzorgingshuis. Eind 2017 maakte alleen RIBW Fonteynenburg hier gebruik van. 64 Ingang van t Seghe Waert (Bron: VIdomes) Totstandkoming Zorgorganisatie Fundis huurt het complex t Seghe Waert al enige jaren, de samenwerking met RIBW Fonteynenburg is echter relatief nieuw. In 2016 is afgesproken dat RIBW Fonteynenburg naar het verzorgingshuis kon verhuizen. Na een brand op een locatie van de RIBW zijn ook oudere GGZ cliënten

65 met een somatische zorgvraag tijdelijk in t Seghe Waert gaan wonen. En na het failliet gaan van een PGB-organisatie zijn de cliënten van deze organisatie in t Seghe Waert ondergebracht, en dat geldt ook voor een groep Eritrese vergunninghouders waar de gemeente nieuwe huisvesting voor zocht. De komst van de verschillende doelgroepen is stapsgewijs gebeurt. De buurtbewoners zijn hier elke keer over geïnformeerd. Fonteynenburg heeft geen weerstand ervaren vanuit de buurt of van de oudere bewoners tegen de komst van mensen met een psychiatrische aandoening. Zoals één van de geïnterviewden zegt: Het proces is langzaam verlopen, de wijk is meegegroeid. Toekomst Het samenwonen van de verschillende doelgroepen is vooralsnog van tijdelijke aard. De Eritrese vergunninghouders hebben in november 2017 het complex verlaten. Het huurcontract voor Fundis verloopt eind Er zijn nog geen besluiten genomen over de benutting van het gebouw na die tijd. De mix Het complex bestaat uit 172 eenpersoonsappartementen en zeven appartementen voor twee personen. Het pand kent alleen onzelfstandige kamers met een badkamer erbij. Fonteynenburg huurt een vleugel op de tweede verdieping in het gebouw. Hier wonen 9 cliënten met een indicatie voor beschermd wonen en zeven cliënten in een beschermd thuis constructie. Aanvankelijk woonden op de vleugel ook enkele oudere bewoners, maar deze zijn enige tijd geleden verhuisd naar een andere locatie van WelThuis, onderdeel van Fundis. De interactie met andere groepen op de gang beperkt zich nu tot de cliënten van het naastgelegen Zorghotel die de gang opwandelen wanneer zij hun fysiotherapie oefeningen doen. Selectie De bewoners met een psychiatrische aandoening worden geselecteerd door de Fonteynenburg. Fonteynenburg gaat in gesprek met cliënten voor wie het wonen op t Seghe Waert een geschikte locatie kan zijn. Fonteynenburg plaatst alleen cliënten in t Seghe Waert die geen verslavende middelen gebruiken. Aanvankelijk werden de wat rustigere personen geselecteerd voor het wonen op deze locatie vanwege het gespikkeld samen wonen met ouderen. In de praktijk bleek deze voorzichtigheid niet nodig. Op één van de eerste avonden hoorden we enorme muziek, maar dat kwam niet van onze bewoners. Eén van de oudere bewoners speelde gitaar op zijn kamer voor andere bewoners. Op grond van de ervaringen biedt Fonteynenburg nu ook mensen die wat drukker van aard zijn, de kans om in het complex te wonen. 65 De vijftien vergunninghouders van Eritrese afkomst woonden eerder in het centrum van Zoetermeer. Zij waren daar gehuisvest op basis van een tijdelijke regeling (GZZA). Deze regeling liep op 1 juli af, waardoor zij moesten doorverhuizen. In de zoektocht naar alternatieve woonruimte heeft de gemeente gesproken met Vidomes en Fundis en is besloten om voor een periode van ruim een jaar appartementen te huren binnen t Seghe Waert. De vijftien vrouwelijke vergunninghouders worden begeleid door professionals van RIBW Fonteynenburg en VluchtelingenWerk. Na het failliet gaan van een zorgorganisatie die op basis van persoonsgebonden budgetten beschermd wonen leverde, heeft de gemeente een alternatief gezocht voor de cliënten. Ook voor deze groep heeft de gemeente samenwerking gezocht met de organisaties die betrokken zijn bij t Seghe Waert. Deze personen huren nu woonruimte van RIBW Fonteynenburg waarvan zij ook begeleiding krijgen.

66 Interactie De interactie tussen de verschillende groepen bewoners is vanaf het begin van de samenwerking tussen de partijen onderwerp van gesprek geweest. Aanvankelijk twijfelde de begeleiding van Fonteynenburg of het wel goed zou gaan als oudere bewoners en hun eigen cliënten samenwonen. Al snel bleek het een goede mix. De kwaliteit van leven is voor de mensen uit het beschermd wonen vooruit gegaan: De cliënten zijn zeer tevreden over de eigen woonruimte waarin zij in tegenstelling tot de eerdere locaties minder voorzieningen hoeven te delen. Daarnaast draagt het wonen in t Seghe Waert bij aan hun ontwikkeling door de contacten met andere bewoners: de sociale contacten die dit oplevert en de mogelijkheid om zich voor elkaar in te zetten. De onderlinge ontmoetingen bieden ook de gelegenheid om te leren: wat vertel je wel of niet? Mag je iemands kamer zomaar inlopen? Mag je zonder het te vragen foto s van anderen maken? Ook het gegevens dat iedereen die in t Seghe Waert woont zijn eigen problematiek heeft, verbindt de bewoners met elkaar. De ouderen hebben veel levenservaring en de cliënten van de RIBW Fonteynenburg, veelal jongeren, vinden het prettig met hen te praten over levenszaken. Er zijn bewoners die elke dag even hun hart moeten luchten. Dat hoeft nu niet alleen bij de begeleiding, maar kan ook bij andere bewoners. 66 Op het moment dat de oudere bewoners en de cliënten met een psychiatrische aandoening nog op één gang woonden was er veel contact tussen de bewoners. Een van de cliënten las een oudere blinde mijnheer de krant voor. Deze mijnheer speelde heel mooi gitaar en dan kwamen enkele cliënten luisteren. Ook deden verschillende bewoners boodschappen samen of gingen ze beneden in de woonkamer koffie drinken. De oudere bewoners waarderen de onderlinge contacten. Een van de oudere bewoners zelfs zo veel dat hij niet langer naar een andere woonlocatie wilde, waar hij zich eerder voor had ingeschreven. Nu wonen er geen oudere bewoners meer op de gang en komen er alleen nog mensen uit het Zorgpension op de gang langs. Zij doen soms hun oefeningen van de fysiotherapie op de gang. Dan worden er wel praatjes gemaakt, maar deze contacten zijn minder diepgaand omdat de mensen in het zorgpension niet zo lang in t Seghe Waert verblijven. Activiteiten Voor een deel ontstaan de onderlinge contacten spontaan, aan de andere kant helpt de begeleiding ook bij de totstandkoming daarvan. Het organiseren van gezamenlijke activiteiten maakt onderdeel uit van de begeleiding door cliënten te vragen wat zij willen organiseren voor de oudere bewoners. Dan komt de groep met een idee en helpt de begeleiding om dat te realiseren. Op deze manier is er een keer een taartenmiddag geweest en hebben de cliënten een keer pannenkoeken uitgedeeld bij de oudere bewoners. Ook de vergunninghouders worden op deze manier bij het groepsproces betrokken. De achterliggende gedachte was dat deze Eritrese dames een helpende hand kunnen bieden aan bewoners met een zorgvraag (zonder taken van professionals over te nemen). Door Nederlands te spreken leren de vergunninghouders nieuwe woorden en maken zij kennis met de Nederlandse cultuur. In de praktijk is er relatief weinig onderling contact. De verschillen in taal en cultuur vormen een drempel. Om de Eritrese dames meer te betrekken hebben de cliënten een keer een stamppottenmiddag georganiseerd. De Eritrese vrouwen gaan ook nog een keer voor de andere bewoners koken.

67 Contacten met de wijk Het gebouw staat aan de rand van een woonwijk. De contacten met de bewoners van deze wijk zijn goed. Soms is er sprake van geluidsoverlast, maar bewoners nemen dan contact op en dan wordt het verholpen. Ook wordt de buurt soms uitgenodigd bij activiteiten. Ook is er tweemaal een open dag geweest. Deze waren niet druk bezocht. Sociaal beheer Het sociale beheer wordt uitgevoerd door de samenwerkende zorgorganisaties, met name Fonteynenburg en Vierstroom. Bij het verbinden van de verschillende groepen bewoners spelen de professionals een belangrijke rol. Door de korte lijnen weten zij elkaar makkelijk te vinden wanneer het nodig is. Ook heeft Fonteynenburg op grond van Birkman medewerkers geselecteerd die het een leuke uitdaging vinden om deze nieuwe woonvorm in samenwerking met andere partijen vorm te geven. Juist deze insteek van de professionals draagt bij aan het succes van de locatie. Alle cliënten van Fonteynenburg ontvangen individuele begeleiding op maat. Sociale interactie met andere bewoners maakt onderdeel uit van deze begeleiding. Fonteynenburg werkt vanuit de visie van systematisch rehabilitatiegericht handelen. Dit betekent dat de begeleiders naast de cliënten staan en hen helpen naar eigen inzicht hun leven vorm te geven en daarbij de eigen kracht en mogelijkheden te benutten. Aanvankelijk was de begeleiding in de avond en nacht op afroep beschikbaar, en sinds enkele maanden is dit uitgebreid naar een slaapdienst op de gang zelf. De corporatie Vidomes verzorgt het technisch beheer van de locatie. De bewoners spelen hier verder geen rol in. Voorzieningen Het woon-zorgcomplex bevatte voorheen verschillende voorzieningen, zoals een winkeltje, een kapper, een bibliotheek en een plek voor het sociaal wijkteam. Deze voorzieningen zijn gesloten omdat er te weinig bewoners in het complex zijn. Wel is er nog een recreatiezaal met een tafelvoetbal en een pooltafel, en een wasgelegenheid waar mensen zelfstandig hun was kunnen doen. Ook organiseert de welzijnsorganisatie Cjoe (dagbesteding van Fonteynenburg Zoetermeer) drie maal per week dagbesteding in t Seghe Waert. De bewoners van Fonteynenburg gebruiken de keuken die in de ruimte van Cjoe staat, en kunnen relaxen in naastgelegen woonkamer die alleen bedoeld is voor de cliënten van Fonteynenburg. 67 Succesfactoren en geleerde lessen Het gaat hier om een tijdelijk project waarvan de toekomst nog ongewis is. De ervaringen van de deelnemende partijen zijn positief. De partijen zijn zeer tevreden dat de locatie weer deels invulling heeft gekregen en dat de ervaringen een basis leggen om als samenwerkende partijen in de toekomst samenwerkingsverbanden met elkaar te organiseren, op de locatie t Seghe Waert en ook op andere locaties. De verschillende groepen bewoners ervaren een duidelijke meerwaarde van het samen wonen. En voor de bewoners met een psychiatrische achtergrond levert het wonen met oudere bewoners een luisterend oor, de kans om wat voor een ander te betekenen en gezelligheid op. Ook leidt het tot leersituaties die bijdragen aan de ontwikkeling naar zelfstandigheid van de cliënten. De professionele begeleiding en de korte lijnen tussen de verschillende organisaties leveren een belangrijke bijdrage aan de sociale interactie tussen de groepen bewoners in het complex.

68 Zorgstroom, Middelburg Startjaar: 2016 Aantal woningen/aantal bewoners: 80 appartementen Doelgroepen: ouderen en doorstromers vanuit beschermd wonen Eigenaar: Zorgorganisatie Zorgstroom Geïnterviewden: Plonie Weststrate (regiomanager Eleos) en Hanny Dingemanse (Consulent Steunpunt Zorgstroom) 68 Bron: Zorgstroom Projectbeschrijving In 2014 zocht Eleos, aanbieder van beschermd en begeleid wonen, in Middelburg naar doorstroommogelijkheden voor jongeren rond de twintig die klaar zijn voor eigen woonruimte. Vlakbij een relatief nieuwe woonlocatie van Eleos stond een verzorgingshuis uit de jaren zeventig en tachtig. In dit verzorgingshuis kwamen door de hervormingen in de langdurige zorg woonruimten leeg te staan. Aanleiding voor Eleos om Zorgstroom te benaderen en te kijken of samenwerking mogelijk is. Naast de beschikbaarheid van passende woonruimte biedt het wonen in een dergelijke complex voor jongeren een beschutte omgeving op waarin zij kunnen leren zelfstandig te wonen en kunnen oefenen in contact met buren. De achterliggende gedachte was ook dat deze woonvorm bijdraagt aan de participatie van de jongeren én senioren doordat zij elkaar ontmoeten en elkaar kunnen helpen. Naast het vormgeven van de samenwerking hebben Eleos en Zorgstroom ook uitdrukkelijk gesproken wat de ouderen en jongeren voor elkaar kunnen betekenen en wat de risico s van het samen leven (zouden kunnen) zijn. Na twee jaar aan voorbereiding en overleg zijn in 2016 de eerste jongeren in Zorgstroom gaan wonen. De ervaringen met deze groep waren dusdanig positief dat de samenwerking is uitgebreid en ook cliënten met een stoornis in het autistisch spectrum van het Ouderinitiatief stichting Zeeuws LEF in het complex zijn komen wonen. Al deze jongeren zijn erg trots op hun appartement. Na het wonen in een complex met gedeelde voorzieningen ervaren ze de zelfstandige woningen met losse slaapkamer en eigen badkamer als een luxe.

Weer thuis in de wijk: Experimenteren met de Magic Mix

Weer thuis in de wijk: Experimenteren met de Magic Mix Weer thuis in de wijk: Experimenteren met de Magic Mix Susan van Klaveren - Platform31 Marc Ketelaar De Huischmeesters 18 januari 2018 Wat kunt u verwachten? - Wat is de woonvraag van uitstromers? - Wat

Nadere informatie

Uitstroom naar zelfstandig wonen: Hoe organiseer je dat?

Uitstroom naar zelfstandig wonen: Hoe organiseer je dat? Uitstroom naar zelfstandig wonen: Hoe organiseer je dat? Mieke Hogervorst Gemeente Leiden Susan van Klaveren Platform31 Agenda Doorstroming Uitstroom, wat is het probleem? Voorwaarden De Opgave: Wonen

Nadere informatie

Wie is er bang voor flexibel wonen?

Wie is er bang voor flexibel wonen? Wie is er bang voor flexibel wonen? Flexibele huurvormen & De Magic Mix Jeroen van der Velden Platform31 Kwantitatieve vraag flexibel wonen Spoedzoekers - Arbeidsmigranten - 340.000 - Statushouders -

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 601 Initiatiefnota van de leden Berckmoes-Duindam en Van der Linde over beschermd wonen Nr. 2 INITIATIEFNOTA 1. Inleiding Veel mensen die zich

Nadere informatie

De inclusieve wijk: wat is dat eigenlijk?

De inclusieve wijk: wat is dat eigenlijk? De inclusieve wijk: wat is dat eigenlijk? Susan van Klaveren & Jeroen van der Velden Platform31 Grabbelton-termen - Inclusieve wijken - Leefbare wijken - Gemengde wijken - Ongedeelde stad - Participatie-samenleving?

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE ONZE AGENDA VOOR 2016-2020 NA INSPRAAK Sommige mensen hebben zo weinig grip op hun dagelijks leven, dat ze niet zelfstandig kunnen wonen.

Nadere informatie

Beschermd thuis, producten vanaf 1 mei 2018 Informatie voor zorgaanbieders

Beschermd thuis, producten vanaf 1 mei 2018 Informatie voor zorgaanbieders SAMEN, VOOR ELKAAR Beschermd thuis, producten vanaf 1 mei 2018 Informatie voor zorgaanbieders Criteria beschermd thuis Volwassen (18+) Nederlandse nationaliteit of verblijft legaal in Nederland Psychiatrische

Nadere informatie

Concept rapportage. Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018

Concept rapportage. Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018 Concept rapportage Uitstroom beschermd wonen Regio Hart van Brabant 2018 Gemeente Tilburg Afdeling Informatievoorziening Team Informatie- en Kenniscentrum Theo Leliveld September 2018 Inhoudsopgave Inleiding

Nadere informatie

Op 23 mei 2016 heeft u vragen gesteld ex art. 38 RvO inzake ouderen met een laag inkomen in een zorgwoning.

Op 23 mei 2016 heeft u vragen gesteld ex art. 38 RvO inzake ouderen met een laag inkomen in een zorgwoning. Gemeente Haarlem Haarlem Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem Raadsfractie Trots Haarlem t.a.v. dhr van den Raadt Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Onderwerp 5 juli 2016 2016/292376

Nadere informatie

Woningcorporaties: oplosser of veroorzaker van zorg- en veiligheidsproblemen? Sander Koomen (Aedes) Simone van Raak (Zayaz)

Woningcorporaties: oplosser of veroorzaker van zorg- en veiligheidsproblemen? Sander Koomen (Aedes) Simone van Raak (Zayaz) Woningcorporaties: oplosser of veroorzaker van zorg- en veiligheidsproblemen? Sander Koomen (Aedes) Simone van Raak (Zayaz) Agenda De sector Taak en rol corporaties Zorg en veiligheid > actuele vraagstukken

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE ONZE AGENDA VOOR 2016-2020 Sommige mensen hebben zo weinig grip op hun dagelijks leven, dat ze niet zelfstandig kunnen wonen. Dit komt

Nadere informatie

(Hoe komen we) Weer thuis! Passende woonconcepten. Ede 18 januari 2018 Rienk Buter, Jolanda van Loon en Margrieta Haan

(Hoe komen we) Weer thuis! Passende woonconcepten. Ede 18 januari 2018 Rienk Buter, Jolanda van Loon en Margrieta Haan (Hoe komen we) Weer thuis! Passende woonconcepten Ede 18 januari 2018 Rienk Buter, Jolanda van Loon en Margrieta Haan Programma Kwintes Vraagstuk aanbieden van woonruimte Wonen o Woonconcept: Wijck Wonen

Nadere informatie

Workshop 10 Flexwonen en jongeren met begeleiding

Workshop 10 Flexwonen en jongeren met begeleiding Workshop 10 Flexwonen en jongeren met begeleiding Jeroen van der Velden Projectleider / onderzoeker 21 februari 2019 Wat gaan we doen? Tussen wal en schip op de woningmarkt Jeroen van der Velden - Platform31

Nadere informatie

Conferentie Doe de Flex!, The Student Hotel, Den Haag Frank Wassenberg, Platform31, 30 maart 2017

Conferentie Doe de Flex!, The Student Hotel, Den Haag Frank Wassenberg, Platform31, 30 maart 2017 De nieuwe woonondernemer in de wijk Conferentie Doe de Flex!, The Student Hotel, Den Haag Frank Wassenberg, Platform31, 30 maart 2017 De huurwoningmarkt in theorie De huurwoningmarkt G M C B Spelers: -

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 601 Initiatiefnota van de leden Berckmoes-Duindam en Van der Linde over beschermd wonen Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN

Nadere informatie

VAN BESCHERMD WONEN NAAR EEN BESCHERMD THUIS IN OOST-VELUWE

VAN BESCHERMD WONEN NAAR EEN BESCHERMD THUIS IN OOST-VELUWE VAN BESCHERMD WONEN NAAR EEN BESCHERMD THUIS IN OOST-VELUWE In het najaar van 2015 heeft de commissie Dannenberg een advies geschreven over beschermd wonen. In hun advies geven ze de gemeenten in Nederland

Nadere informatie

Tijdelijke verhuur bij Woonbedrijf. OTB Wooncongres 11 oktober 2016 Deelsessie: Werken met Tijdelijke Huurcontracten

Tijdelijke verhuur bij Woonbedrijf. OTB Wooncongres 11 oktober 2016 Deelsessie: Werken met Tijdelijke Huurcontracten Tijdelijke verhuur bij Woonbedrijf OTB Wooncongres 11 oktober 2016 Deelsessie: Werken met Tijdelijke Huurcontracten Factsheet Woonbedrijf Aantal woningen: 28.528 Aantal studenteneenheden: 2.823 (Vestide)

Nadere informatie

Ondernemingsstrategie Het begint met wonen

Ondernemingsstrategie Het begint met wonen Ondernemingsstrategie 2019-2022 Het begint met wonen Het begint met wonen Persoonlijke aandacht voor onze huurders, oog voor elkaar, focus op samen. Het is waar Openbaar Belang voor staat en wat ons als

Nadere informatie

Woonmodules bij Kwintes

Woonmodules bij Kwintes Woonmodules bij Begeleiding neemt af Eigen regie neemt toe Woonmodule 1 Geen huur Woonmodule 2 Huur bij + + + + Woonmodule 3 Huren bij Woonmodule 4 Wonen en huren bij Verhuizen naar andere woonruimte Woonmodules

Nadere informatie

Kennis- en experimentenprogramma Langer Thuis

Kennis- en experimentenprogramma Langer Thuis Kennis- en experimentenprogramma Langer Thuis Vervolg 2016 2017 Platform31 In samenwerking met Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg Den Haag, 21 maart 2016 Inhoudsopgave Langer Thuis in eigen buurt: activiteiten

Nadere informatie

Housing First: eerst een huis, dan de zorg. Een nieuw thuis na een zwervend bestaan

Housing First: eerst een huis, dan de zorg. Een nieuw thuis na een zwervend bestaan Housing First: eerst een huis, dan de zorg Een nieuw thuis na een zwervend bestaan Iedereen heeft recht op een eigen plek om te wonen. Dat is het idee achter Housing First. Een eigen (huur)woning geeft

Nadere informatie

U16: Flexwonen als quick win voor de sociale huursector

U16: Flexwonen als quick win voor de sociale huursector U16: Flexwonen als quick win voor de sociale huursector Frank Wassenberg Platform31 / Platform Opnieuw Thuis 10 mei 2017, Werkconferentie U16, Breukelen 1.Woningmarkt Utrecht: zit zo vast als een huis

Nadere informatie

Marketing van het verzorgingshuis

Marketing van het verzorgingshuis Marketing van het verzorgingshuis Het was nooit een probleem; de klant kwam vanzelf. Het verzorgingshuis was wellicht geen aanlokkelijk vooruitzicht, maar wel een dankbaar alternatief als thuis wonen niet

Nadere informatie

Wonen en Zorg. Mirjam Lamme

Wonen en Zorg. Mirjam Lamme Wonen en Zorg Mirjam Lamme 1 Weer thuis in de Wijk EN LANGER THUIS Waar gaat het allemaal over. De opgave is regionaal 2 Scheiden wonen en zorg: casus niveau Situatie in beeld Ja, scheiden wonen / zorg

Nadere informatie

Wonen in t Nieuwe Kampje

Wonen in t Nieuwe Kampje Wonen in t Nieuwe Kampje Uitleg over de toewijzing van woningen in t Nieuwe Kampje januari 2018 Wonen in t Nieuwe Kampje De bewoners van t Nieuwe Kampje vormen samen met de bewoners van Ter Beekhof en

Nadere informatie

Beschermd thuis wonen en opvang in de regio Utrecht

Beschermd thuis wonen en opvang in de regio Utrecht Beschermd thuis wonen en opvang in de regio Utrecht Samenvatting van de Regionale koers maatschappelijke opvang en beschermd wonen U16 Tijdelijke woonplek Regionale opvang en beschermd wonen Financiële

Nadere informatie

Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt

Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt Senioren en mensen met beperkingen op de woningmarkt Themapublicatie mede op basis van het WoON 2015 WoON-congres 7 april 2016 Johan van Iersel RIGO Research en Advies Aanleiding en context Een nieuw WoON-bestand

Nadere informatie

Zorgvastgoed. De business case op zijn kop

Zorgvastgoed. De business case op zijn kop Zorgvastgoed De business case op zijn kop Guus Verduijn Directeur Woonzorg Nederland 23 september 2014 Programma Korte introductie Woonzorg Nederland De nieuwe klant Scheiden Wonen en Zorg Onderzoek onder

Nadere informatie

Amersfoort een thuis voor iedereen Statement Huisvesting en zorg Maart 2018

Amersfoort een thuis voor iedereen Statement Huisvesting en zorg Maart 2018 Amersfoort een thuis voor iedereen Statement Huisvesting en zorg Maart 2018 Stad met een hart 1 Inleiding Mensen willen meer regie over hun eigen leven. Mensen die zorg of ondersteuning nodig hebben, wonen

Nadere informatie

Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling

Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling Maatwerkafspraken Woonruimteverdeling Voor bezit van Habeko wonen in de kernen: Koudekerk aan den Rijn/Hazerswoude-Rijndijk, Hazerswoude-Dorp en Benthuizen datum:10 november 2014 Vastgesteld door het college

Nadere informatie

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018 ONDERWERP Prestatieafspraken 2019 SAMENVATTING Gemeente, de Heemsteedse woningcorporaties Elan Wonen en Pre Wonen en hun huurdersorganisaties Bewonersraad Elan Wonen en Bewonerskern Pre streven een gemeenschappelijk

Nadere informatie

B en W. nr d.d Onderwerp Brief aan de raad over ontwikkelingen in de huisvesting Maatschappelijke opvang 2012

B en W. nr d.d Onderwerp Brief aan de raad over ontwikkelingen in de huisvesting Maatschappelijke opvang 2012 B en W. nr. 12.0685 d.d. 3-7-2012 Onderwerp Brief aan de raad over ontwikkelingen in de huisvesting Maatschappelijke opvang 2012 Besluiten:Behoudens advies van de commissie 1. bijgaande brief aan de raad

Nadere informatie

Programma. Welkom. Plenaire presentatie 1. Bevindingen onderzoek BW Peel 2. Landelijke ontwikkelingen

Programma. Welkom. Plenaire presentatie 1. Bevindingen onderzoek BW Peel 2. Landelijke ontwikkelingen Welkom Programma Welkom Plenaire presentatie 1. Bevindingen onderzoek BW Peel 2. Landelijke ontwikkelingen Doorpraten in deelsessies: 1. Participatie cliënten 2. Kwaliteit BW 3. Financiering BW 4. Koppeling

Nadere informatie

STAPPENPLAN REALISATIE TAAKSTELLING VERGUNNINGHOUDERS

STAPPENPLAN REALISATIE TAAKSTELLING VERGUNNINGHOUDERS STAPPENPLAN REALISATIE TAAKSTELLING VERGUNNINGHOUDERS Dit stappenplan is bedoeld voor gemeenten die willen onderzoeken welke huisvestingsvormen het beste kunnen worden ingezet om de hoge taakstellingen

Nadere informatie

NAAR EEN NIEUW WOONRUIMTEVERDEELSYSTEEM. Technische sessie 09 oktober 2018

NAAR EEN NIEUW WOONRUIMTEVERDEELSYSTEEM. Technische sessie 09 oktober 2018 NAAR EEN NIEUW WOONRUIMTEVERDEELSYSTEEM Technische sessie 09 oktober 2018 AGENDA 1. De regio en woonruimteverdeling 2. Woonruimteverdeling nu 3. Feiten en cijfers 4. Waarom herzien? 5. Hoe pakken we dit

Nadere informatie

17R RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00070

17R RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00070 RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00070 iţemeente WOERDEN Van college van burgemeester en wethouders Datum 7 februari 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Stolk en wethouder Koster Portefeuille(s) : Wonen en

Nadere informatie

De business case op zijn kop Uitdagingen in de ouderen huisvesting

De business case op zijn kop Uitdagingen in de ouderen huisvesting De business case op zijn kop Uitdagingen in de ouderen huisvesting Willemijn Souren - la Fleur 9 april 2015 Programma Korte introductie Woonzorg Nederland Enkele cijfers De nieuwe klant De basis: het huidige

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht 2016, eerste wijziging

Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht 2016, eerste wijziging GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Dordrecht. Nr. 34830 3 maart 2017 Besluit tot wijziging van de Beleidsregels beschermd wonen en opvang gemeente Dordrecht 2016, eerste wijziging Het COLLEGE

Nadere informatie

De Magic Mix. Gemengd huisvesten doelgroepen. Jeroen van der Velden. Platform31

De Magic Mix. Gemengd huisvesten doelgroepen. Jeroen van der Velden. Platform31 De Magic Mix Gemengd huisvesten doelgroepen Jeroen van der Velden Platform31 Woningmarkt Nederland - Huurmarkt op slot - weinig doorstroming - Lange wachttijden - Insidersmarkt stevige huurbescherming

Nadere informatie

Hoe toekomstbestendig is het all-inclusive arrangement?

Hoe toekomstbestendig is het all-inclusive arrangement? Hoe toekomstbestendig is het all-inclusive arrangement? Inventarisatie van de ervaringen van koplopers Tineke Lupi Susan van Klaveren Netty van Triest Penny Senior Uitgave Platform31 en Aedes-Actiz Kenniscentrum

Nadere informatie

Souterrain van het wonen in Nederland

Souterrain van het wonen in Nederland Souterrain van het wonen in Nederland Frank Wassenberg Platform31 Wooncongres 4 december 2018, Den Haag Project Souterrain van het wonen in Nederland - Samen met Anne Kunst en Jeroen van der Velden - Samen

Nadere informatie

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg

Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg Bijlage 1. Afwegingskader ZRM Wonen en zorg De zelfredzaamheidsmatrix (ZRM) (Bron: GGD Amsterdam) bevat onder andere het domein huisvesting. Het afwegingskader in deze bijlage is afgeleid van deze zelfredzaamheidsmatrix.

Nadere informatie

Trends in dagbesteding. Charlotte Hanzon, 9 maart 2017

Trends in dagbesteding. Charlotte Hanzon, 9 maart 2017 Trends in dagbesteding Charlotte Hanzon, 9 maart 2017 Trends in dagbesteding Voorbeeldtekst Voorbeeldtekst Wat is dagbesteding? Definitie dagbesteding wordt breder: Dagbestedingsvormen die door de overheid

Nadere informatie

Hier komt tekst Huurdersraad portaal. Utrecht.nl

Hier komt tekst Huurdersraad portaal. Utrecht.nl Hier komt tekst Huurdersraad portaal 13 Hier mei2019 komt ook tekst Speerpunten Woonvisie Versnellen en (langdurig) verhogen bouwproductie; We gebruiken de groei van de stad en stimuleren onze partners

Nadere informatie

WORKSHOP WONEN EN ZORG

WORKSHOP WONEN EN ZORG WORKSHOP WONEN EN ZORG 4 OKTOBER 2016 September 2013 WAT GAAN WE DOEN Inleiding Hervorming Langdurige Zorg Financiering Zorg en Zorgvastgoed Effecten Wat betekent dit voor corporaties Aantal praktijkvoorbeelden

Nadere informatie

Woonruimteverhuur in Eindhoven. OTB juni 2014

Woonruimteverhuur in Eindhoven. OTB juni 2014 Woonruimteverhuur in Eindhoven OTB juni 2014 Woonruimteverhuur Vijf corporaties werken samen in Platform Eindhovense Corporaties (PEC) Basiscijfers corporaties Woon- Bedrijf Wooninc Trudo Thuis Vitalis

Nadere informatie

M E M O. Aan : Commissie Samenleving Van : Eveline Tijmstra en Harry Rotgans. Datum : 20 oktober 2016 Onderwerp : Verwarde personen.

M E M O. Aan : Commissie Samenleving Van : Eveline Tijmstra en Harry Rotgans. Datum : 20 oktober 2016 Onderwerp : Verwarde personen. M E M O Aan : Commissie Samenleving Van : Eveline Tijmstra en Harry Rotgans Datum : 20 oktober 2016 Onderwerp : Verwarde personen Inleiding Op 20 september jl. hebben wij u een presentatie laten geven

Nadere informatie

Dagbesteding in ontwikkeling: hoe de vernieuwing doorzet

Dagbesteding in ontwikkeling: hoe de vernieuwing doorzet Gepubliceerd op Movisie (https://www.movisie.nl) Home > kennisdossiers > Participatie en activering > Dagbesteding in ontwikkeling: hoe de vernieuwing doorzet Dagbesteding in ontwikkeling: hoe de vernieuwing

Nadere informatie

Beantwoording artikel 38 vragen

Beantwoording artikel 38 vragen Beantwoording artikel 38 vragen Aan de PvdA fractie Ter attentie van mevrouw Suijker directie/afdeling RO/RBA contactpersoon J. de Heer onderwerp artikel 38 vragen PvdA telefoon 0182-588288 uw kenmerk

Nadere informatie

Algemene vragen. Informatie over uw soort initiatief

Algemene vragen. Informatie over uw soort initiatief Algemene vragen Naam wooninitiatief Adres PC en Woonplaats Telefoon Naam contactpersoon voor deze vragenlijst: Mailadres: Website: KvK-nummer Informatie over uw soort initiatief 1 Bent u een: kleinschalige

Nadere informatie

Geachte mevrouw van Ketel en heer Garretsen,

Geachte mevrouw van Ketel en heer Garretsen, Gemeente Haarlem Retouradres Postbus 511, 2003PB Haarlem Raadsfractie SP t.a.v. Frits Garretsen en Jolande van Ketel Datum 27 mei 2014 Onskenmerk 2014/182999 Contactpersoon S.A.D. Leensen Doorkiesnummer

Nadere informatie

Kenniscafé Beschermd Wonen. 6 december 2017 Hotel Haarhuis, Arnhem

Kenniscafé Beschermd Wonen. 6 december 2017 Hotel Haarhuis, Arnhem Kenniscafé Beschermd Wonen 6 december 2017 Hotel Haarhuis, Arnhem Programma 09.30-10.30 uur: Henk Langes (adviseur Wonen en Zorg) en Fea von der Heide (coördinator Wonen) Een gesprek met - Lennart Homan

Nadere informatie

Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting

Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting Bijlage 5. Wonen met zorg, Ouderenhuisvesting 4.1 Analyse Meer mensen met vraag naar zorg en ondersteuning De komende jaren zal de groep mensen met beperkingen als gevolg van ouderdom toenemen. Dit heeft

Nadere informatie

Van beschermd wonen naar een beschermd thuis Commissie Toekomst beschermd wonen. Inhoudsopgave. Commissie Dannenberg

Van beschermd wonen naar een beschermd thuis Commissie Toekomst beschermd wonen. Inhoudsopgave. Commissie Dannenberg Van beschermd wonen naar een beschermd thuis Commissie Toekomst beschermd wonen Commissie Dannenberg Gemeenteraad Apeldoorn 7 april 2016 Inhoudsopgave 1. Beschermd Wonen GGZ in de Wmo 2. Visie Commissie

Nadere informatie

Op 7 juni 2018 vindt het Algemeen overleg over de staat van de volkshuisvesting plaats. Ik hoop dat u onderstaande input wilt meenemen in uw bijdrage.

Op 7 juni 2018 vindt het Algemeen overleg over de staat van de volkshuisvesting plaats. Ik hoop dat u onderstaande input wilt meenemen in uw bijdrage. De voorzitter van de vaste Kamercommissie Binnenlandse Zaken E. Ziengs Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Uw brief van Datum AO staat van de Volkshuisvesting 7 juni 2018 Uw kenmerk 31 mei 2018 Ons

Nadere informatie

WIJ ZIJN ACTIUM EN DIT IS ONZE KOERS STRATEGISCHE KOERS

WIJ ZIJN ACTIUM EN DIT IS ONZE KOERS STRATEGISCHE KOERS WIJ ZIJN ACTIUM EN DIT IS ONZE KOERS STRATEGISCHE KOERS 2018-2021 Dit is onze strategische koers, dé leidraad bij ons denken en ons doen. Het is ons kompas, dat richting geeft aan de keuzes die we maken

Nadere informatie

Evaluatie Housing First. Titel van de presentatie

Evaluatie Housing First. Titel van de presentatie Evaluatie Housing First Titel van de presentatie Toelichting Housing First Uitgangspunt is: iedereen heeft recht op een eigen plek om te wonen. HF biedt dak- en thuisloze mensen met meervoudige complexe

Nadere informatie

Wonen met zorg en support

Wonen met zorg en support 7 Wonen met zorg en support visie en doelstellingen wonen met zorg en support Door de vergrijzing en door grote veranderingen in de zorg, wonen steeds meer mensen met een zorgvraag in een gewone woning.

Nadere informatie

Rapport sluiting verzorgingshuizen

Rapport sluiting verzorgingshuizen Rapport sluiting verzorgingshuizen ActiZ is een ondernemende branchevereniging die haar leden faciliteert om een gezonde onderneming te kunnen exploiteren die hoogwaardige zorg en ondersteuning biedt.

Nadere informatie

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING VERENIGING BEDRIJFSTAK ZORG 400.11/me november 2011 STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING De verplaatsing van (extramurale) begeleiding van de AWBZ naar de WMO en dus de gemeenten biedt nieuwe

Nadere informatie

Wonen-zorg in regio Rivierenland

Wonen-zorg in regio Rivierenland Wonen-zorg in regio Rivierenland Voor: Platform Zelfredzaam Rivierenland Monitor Wonen-Zorg 2016 Provincie Gelderland www.ruimtevoorzorg.nl Henk Nouws, 27-03-2016 Doelen Hoe ontwikkelen vraag en aanbod

Nadere informatie

Onderwerp Regionale koers Maatschappelijke opvang en. Datum 26 september 2017

Onderwerp Regionale koers Maatschappelijke opvang en. Datum 26 september 2017 Gemeenteraad Onderwerp Regionale koers Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen U16 Van wonen in een instelling naar zelfstandig wonen met begeleiding Datum 26 september 2017 Raadsvoorstel Afdeling Strategie

Nadere informatie

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat WMO Rotterdam Van verzorgingstaat naar - stad en - straat Beleidskader Wmo: voor wie? Inwoners van Rotterdam Circa 525.00 zelfredzame burgers Circa 62.000 beperkt zelfredzame burgers Circa 30.000 kwetsbare

Nadere informatie

Het heft in eigen handen met de wooncoöperatie

Het heft in eigen handen met de wooncoöperatie Het heft in eigen handen met de wooncoöperatie Tineke Lupi, projectleider Platform31 netwerk bijeenkomst van afterworknet, op 31 oktober 2017 Den Haag Wat is een wooncoöperatie? Zelforganisatie in het

Nadere informatie

Prestatieafspraken 2018 Bijlage 2. Uitvoeringsagenda WoonzorgNederland

Prestatieafspraken 2018 Bijlage 2. Uitvoeringsagenda WoonzorgNederland Prestatieafspraken 2018 Bijlage 2 Uitvoeringsagenda WoonzorgNederland 1 Overzicht bezit Woonzorg Nederland 2017 Bezit 's Hertogenbosch % Landelijk % Aantal huurwoningen (eenheden) - Huurprijs < 592,55

Nadere informatie

tijdelijke en betaalbare woonruimte voor mensen met een urgente woonvraag

tijdelijke en betaalbare woonruimte voor mensen met een urgente woonvraag tijdelijke en betaalbare woonruimte voor mensen met een urgente woonvraag 02 Visie Er is in Noord-Limburg nauwelijks geschikte tijdelijke en betaalbare woonruimte voor mensen met een urgente woonvraag.

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

Voortgang flexwonen. d.d Vraag naar snelle tijdelijke woonruimte

Voortgang flexwonen. d.d Vraag naar snelle tijdelijke woonruimte 1 Voortgang flexwonen d.d. 01-05-2017 1. Vraag naar snelle tijdelijke woonruimte Steeds meer spoedzoekers, waaronder arbeidsmigranten, vergunninghouders en uitstromers uit intramurale instellingen zoeken

Nadere informatie

1. De brief aan de raad over versnelling sociale woningbouw vast te stellen.

1. De brief aan de raad over versnelling sociale woningbouw vast te stellen. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Versnelling (tijdelijke) sociale woningbouw Programma Wonen BW-nummer Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting Het onderzoek naar de kansen voor versnelde tijdelijke

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 17R.00812

RAADSVOORSTEL 17R.00812 Gemeente Oudewatei RAADSVOORSTEL 17R.00812 Indiener: College van burgemeester en wethouders Datum: 7 november 2017 Portefeuillehouder(s): wethouder S. Ypma Portefeuille(s): Wet Maatschappelijke Ondersteuning

Nadere informatie

Jos van Oyen Het Wooninitiatief

Jos van Oyen Het Wooninitiatief Vereniging Het Wooninitiatief Robuust organiseren van beschermd wonen onder de Wmo 2015 Robuust organiseren van beschermd wonen onder de Wmo 2015 Jos van Oyen Het Wooninitiatief Jos van Oyen Directeur

Nadere informatie

Onderwerp: Vestiging opvanglocatie voor dak- en thuislozen met OGGZindicatie aan de Wilhelminastraat 10-12

Onderwerp: Vestiging opvanglocatie voor dak- en thuislozen met OGGZindicatie aan de Wilhelminastraat 10-12 Collegenota Onderwerp: Vestiging opvanglocatie voor dak- en thuislozen met OGGZindicatie aan de Wilhelminastraat 10-12 Reg.nummer: 2014/360708 1 Inleiding Het college zoekt een geschikte locatie voor de

Nadere informatie

Bewonerspanel Woonvormen

Bewonerspanel Woonvormen Interne Bedrijven, Gemeente Utrecht onderzoek@utrecht.nl / 030 286 1350 www.utrecht.nl/onderzoek Bewonerspanel Woonvormen Extra ruimte is belangrijkste wens voor toekomstige woning Bijna de helft van de

Nadere informatie

Leegstand, herbestemming en verzorgingshuizen: een verkenning door de oogharen heen

Leegstand, herbestemming en verzorgingshuizen: een verkenning door de oogharen heen Lars Brugman Lars Brugman is projectadviseur/onderzoeker bij Kadaster Ruimte & Advies. Hij legt zich toe op complexe maatwerkvraagstukken vanuit de bij het Kadaster beschikbare ruimtelijke informatie.

Nadere informatie

Gemeenschapsopbouw met ouderen

Gemeenschapsopbouw met ouderen Gemeenschapsopbouw met ouderen Een kwestie van professionaliteit De wens om sociale contacten aan te gaan, is voor ouderen vaak de reden om in een wooncomplex voor ouderen te gaan wonen. Eenmaal in dat

Nadere informatie

Workshop 5. Bedienen nieuwe huisvesters in het flexwonen alleen de makkelijke doelgroepen? Conferentie Flexwonen in Zuid-Holland, 14 juni 2018

Workshop 5. Bedienen nieuwe huisvesters in het flexwonen alleen de makkelijke doelgroepen? Conferentie Flexwonen in Zuid-Holland, 14 juni 2018 Workshop 5 Bedienen nieuwe huisvesters in het flexwonen alleen de makkelijke doelgroepen? Conferentie Flexwonen in Zuid-Holland, 14 juni 2018 Magazine Platform31 Wat gaan we doen? Project Spring Barendrecht

Nadere informatie

Doet scheiden lijden?

Doet scheiden lijden? Doet scheiden lijden? Extramuralisering na Zorgakkoord en Kamerbrief Jasper Klapwijk Strateeg Espria Woonzorg Nederland Apeldoorn, 30 mei 2013 Extramuralisering voor zorgaanbieders Waar staan we? Zorgakkoord

Nadere informatie

Provinciale parels wonen en zorg experiment Woonzorgwijzer Bijeenkomst provincie Zuid Holland 10 mei

Provinciale parels wonen en zorg experiment Woonzorgwijzer Bijeenkomst provincie Zuid Holland 10 mei Provinciale parels wonen en zorg experiment Woonzorgwijzer W Bijeenkomst provincie Zuid Holland 10 mei Netty van Triest, senior-projectleider 1 Opbouw presentatie - Wonen en zorg: een gezamenlijke opgave

Nadere informatie

SCHEIDEN WONEN & ZORG: TOOL RISICOBEHEERSING

SCHEIDEN WONEN & ZORG: TOOL RISICOBEHEERSING SCHEIDEN WONEN & ZORG: TOOL RISICOBEHEERSING Corporaties waren vroeger verzot op hun zorgvastgoed. Een stabiele huurder, stevige inkomsten en een langjarig contract. Geen omkijken naar. Hoe anders is het

Nadere informatie

Zelfstandig thuis wonen met een zorgvraag. Strategische handvaten voor deze opgave

Zelfstandig thuis wonen met een zorgvraag. Strategische handvaten voor deze opgave Zelfstandig thuis wonen met een zorgvraag Strategische handvaten voor deze opgave Een groeiende zorgvraag Dat mensen die zorg nodig hebben toch zelfstandig kunnen wonen, zich thuis voelen en zo lang mogelijk

Nadere informatie

Woonruimtebemiddeling: samen leven met minder regels

Woonruimtebemiddeling: samen leven met minder regels POSITION PAPER Woonruimtebemiddeling: samen leven met minder regels VNG-INZET VOOR DE NIEUWE HUISVESTINGSWET Inleiding In delen van het land is nog steeds sprake van knelpunten op de woningmarkt, met gevolgen

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Groen Verbindt

Achtergrondinformatie Groen Verbindt Achtergrondinformatie Groen Verbindt Inleiding Groene buurtinitiatieven laten vele mooie resultaten zien, juist ook op sociaal gebied: er vindt ontmoeting plaats, mensen komen uit een isolement, ze voelen

Nadere informatie

GEZAMENLIJKE PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN KRIMPENERWAARD

GEZAMENLIJKE PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN KRIMPENERWAARD GEZAMENLIJKE PRESTATIEAFSPRAKEN WONEN KRIMPENERWAARD 2022 In dit document zijn de gezamenlijke prestatieafspraken vastgelegd die de Huurdersorganisaties, de gemeente en de Federatie van woningcorporaties

Nadere informatie

Gebruik In de bijlage (volgt nog) zijn gegevens opgenomen over het gebruik dagactiviteiten in 2015 in de regio.

Gebruik In de bijlage (volgt nog) zijn gegevens opgenomen over het gebruik dagactiviteiten in 2015 in de regio. Startnotitie Dagactiviteiten Huidige situatie In de huidige uitvoering van dagactiviteiten is een onderscheid in drie segmenten : dagactiviteiten voor jeugd, volwassenen en ouderen. Zij worden gescheiden

Nadere informatie

De Rode en Blauwe Loper Utrecht

De Rode en Blauwe Loper Utrecht De Rode en Blauwe Loper Utrecht Korte karakteristiek De Rode en Blauwe Loper bieden laagdrempelige ontmoeting aan bewoners in Overvecht met verschillende achtergronden. Voor de groep mensen met een psychische

Nadere informatie

Tussenbalans lokale samenwerking wonen, zorg en welzijn

Tussenbalans lokale samenwerking wonen, zorg en welzijn Tussenbalans lokale samenwerking wonen, zorg en welzijn Rapportage December 2014 c14theswz Aanleiding USP Marketing Consultancy heeft samen met Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg onderzoek gedaan naar

Nadere informatie

Strategisch samenwerken wonen, welzijn, zorg Tympaan 30 september

Strategisch samenwerken wonen, welzijn, zorg Tympaan 30 september Strategisch samenwerken wonen, welzijn, zorg Tympaan 30 september Workshop Gebiedsgerichte aanpak Context samenwerking wonen welzijn zorg 1. Dubbele vergrijzing: 75-plus verdubbelt, elke week een weekend

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Gapph ontzorgt Samenheid in plaats van eenzaamheid. Tijdelijk beheer zorgvastgoed

Gapph ontzorgt Samenheid in plaats van eenzaamheid. Tijdelijk beheer zorgvastgoed Gapph ontzorgt Samenheid in plaats van eenzaamheid Tijdelijk beheer zorgvastgoed Tijdelijk beheer zorgvastgoed Gapph ontzorgt Samenheid in plaats van eenzaamheid Jong en oud wonen prettig samen. Door de

Nadere informatie

wonen in dewijk Wonen in de wijk Informatie voor gemeenten over wonen in een vertrouwde omgeving

wonen in dewijk Wonen in de wijk Informatie voor gemeenten over wonen in een vertrouwde omgeving Amarant wonen in dewijk Wonen in de wijk Informatie voor gemeenten over wonen in een vertrouwde omgeving Van zorgen voor, naar zorgen dat... Vanaf 1 januari 2015 wordt de functie extramurale begeleiding

Nadere informatie

Projectplan woonkring Chapeau Deventer. Onderscheid ten opzichte van andere zorgaanbieders?

Projectplan woonkring Chapeau Deventer. Onderscheid ten opzichte van andere zorgaanbieders? Chapeau Woonkringen Woonkring Deventer Projectplan woonkring Chapeau Deventer De groep initiatiefnemers bestaande uit familieleden en naasten, heeft zich tot doel gesteld om voor hun kinderen of naasten

Nadere informatie

VOORLOPIG VOORSTEL Inkoop WMO begeleiding

VOORLOPIG VOORSTEL Inkoop WMO begeleiding VOORLOPIG VOORSTEL Inkoop WMO begeleiding Binnen de overeengekomen basisovereenkomst ten behoeve van dienstverlening voor Wmo zullen er deelovereenkomsten rondom nieuwe producten, diensten, processen en

Nadere informatie

Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch

Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch. Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Langer thuis wonen Geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg regio s-hertogenbosch Afdeling O&S Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek November 2014 Samenvatting De landelijke

Nadere informatie

Sturen op gemengde wijken. André Ouwehand-OTB Jeroen van der Velden -Platform31

Sturen op gemengde wijken. André Ouwehand-OTB Jeroen van der Velden -Platform31 Sturen op gemengde wijken André Ouwehand-OTB Jeroen van der Velden -Platform31 Sturen op gemengde wijken programma Onderzoek gemengde wijken - casestudie Zuidwijk André Ouwehand-OTB Onderzoek Sturen op

Nadere informatie

Regionale Agenda Wonen. Resultaten verdiepingsbijeenkomst Zorgpartijen 5 juni 2018

Regionale Agenda Wonen. Resultaten verdiepingsbijeenkomst Zorgpartijen 5 juni 2018 Regionale Agenda Wonen Resultaten verdiepingsbijeenkomst Zorgpartijen 5 juni 2018 Algemeen Heeft de bestaande RAW gewerkt? Deels wel: destijds nog discussie over samenwerking op het gebied van wonen. Inmiddels

Nadere informatie

Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg Activiteitenplan 2018

Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg Activiteitenplan 2018 Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg Activiteitenplan 2018 Transitie naar programmatische brede samenwerking op wonen, welzijn, zorg Inleiding 2018 is een transitiejaar voor het Aedes-Actiz Kenniscentrum

Nadere informatie

Weg met de wachtlijst. Anouk Corèl-Platform31 Sanne van der Lelij-Gemeente Amsterdam André Ouwehand-OTB Pieter Schipper-Ymere

Weg met de wachtlijst. Anouk Corèl-Platform31 Sanne van der Lelij-Gemeente Amsterdam André Ouwehand-OTB Pieter Schipper-Ymere Weg met de wachtlijst Anouk Corèl-Platform31 Sanne van der Lelij-Gemeente Amsterdam André Ouwehand-OTB Pieter Schipper-Ymere Weg met de wachtlijst Woonruimteverdeling: context en opgave André Ouwehand-OTB

Nadere informatie

Beschrijving Doelstellingen Wmo Stabilisering en Groei

Beschrijving Doelstellingen Wmo Stabilisering en Groei Beschrijving Doelstellingen Wmo 2015-2018 Stabilisering en Groei Beschrijving doel Stabilisering Doel Individu in staat stellen op het hoogst haalbare niveau van participatie en zelfredzaamheid te komen

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp: Aanhuur 2e verdieping Zijlweg 245 ten behoeve van statushouders BBV nr: 2015/524330

Collegebesluit. Onderwerp: Aanhuur 2e verdieping Zijlweg 245 ten behoeve van statushouders BBV nr: 2015/524330 Collegebesluit Onderwerp: Aanhuur 2e verdieping Zijlweg 245 ten behoeve van statushouders BBV nr: 2015/524330 1. Inleiding Op grond van de Huisvestingswet 2015 is de gemeente verplicht zorg te dragen voor

Nadere informatie

Beleid ten aanzien van Toelating en Toewijzing

Beleid ten aanzien van Toelating en Toewijzing Stichting Bij Elkaar - Maar Apart p/a project Ensemble Belvederelaan 439 8043 VD Zwolle Mobiel: 06-17155952 email: info@be-mazwolle.nl Beleid ten aanzien van Toelating en Toewijzing Toelating en Toewijzing

Nadere informatie