Voorschriften transport Voorschriften Interpretatie voorschriften Meetmethode Interpretatie van de meetmethode Weging Relevante regelgeving

Transcriptie

1 Norm nr. TS01 Voorschriften transport Voorschriften Interpretatie voorschriften Meetmethode Interpretatie de meetmethode Weging Relete regelgeving BEDRIJFSGEGEVENS De deelnemer registreert zijn actuele bedrijfsgegevens in de database de Certificerende Instantie, inclusief bedrijfsnaam, adres, contactgegevens en UBN. Controleer of de bedrijfsgegevens correct en volledig zijn ingevuld. Systeemeis TS02 Er is een actueel overzicht alle veetransportmiddelen bestemd voor het vervoer schapen, inclusief leeg gewicht en totaal vloeroppervlak per veetransportmiddel en per laag. Controleer in de bedrijfsadministratie of een actueel overzicht de veetransportmiddelen bestemd voor transport schapen is opgesteld. Systeemeis TS03 Het gehele voor het vervoer schapen bestemde wagenpark een deelnemer dat onder zijn vervoerserkenning wordt ingezet, valt onder deze kwaliteitsregeling. De deelnemer heeft voorafgaand aan in gebruik name al zijn voor schapen bestemde veetransportmiddelen aan de CI gemeld ten behoeve opname in het openbaar register zoals bedoeld in artikel 8 de Algemene Voorwaarden ProfitSchaap. De deelnemer meldt kentekenmutaties binnen twee werkdagen aan de CI. en Controleer in de bedrijfsadministratie of de opgenomen kentekens overeenkomen met de registratie in het openbaar register. Controleer middels de bedrijfsadministratie en bij controle onderweg of uitsluitend gebruik wordt gemaakt in het openbaar register geregistreerde veetransportmiddelen. Systeemeis TS04 PERSONEEL Iedere chauffeur die een veetransport uitvoert beschikt over een geldig in zijn land herkomst behaalde getuigschrift vakbekwaamheid veetransport (CCV-diploma). De chauffeur herhaalt elke 5 jaar het examen voor het vakbekwaamheidsbewijs veetransport. Een kopie het getuigschrift vakbekwaamheid de chauffeurs is aanwezig in de bedrijfsadministratie. / Controleer in de bedrijfsadministratie of een kopie het getuigschrift vakbekwaamheid de chauffeurs aanwezig is. Controleer of de chauffeurs hun originele vakbekwaamheidsbewijs kunnen tonen. Artikel 3.e + Richtlijn (EEG) 91/439 en Wegenverkee rswet TS05 De chauffeur beschikt over een geldig rijbewijs. Een kopie het rijbewijs de chauffeurs is aanwezig in de bedrijfsadministratie. / CCP: getuigschrift vakbekwaamheid: chauffeur is in bezit getuigschrift vakbekwaamheid veetransport; overig transportpersoneel (verzorger, bijrijder of lader) hebben een getuigschrift vakbekwaamheid of een NBWdiploma Controleer in de bedrijfsadministratie of een kopie het rijbewijs aanwezig is. m.b.t. in land herkomst behalen vakbekwaamheidsbewijs met 5- jaarlijkse herhaling Controleer of de chauffeurs hun originele rijbewijs kunnen tonen.

2 TS06 TS07 TS08 TS09 TS10 Het transportpersoneel, anders dan de chauffeur dat met de dieren werkt, beschikken over een geldig NBW-diploma of een vakbekwaamheidsbewijs veetransport. VERGUNNNINGEN De deelnemer beschikt over een vergunning conform de Wet Wegvervoer goederen. De deelnemer beschikt over een geldige Transporteursvergunning Type I (voor vervoer 8 uur) of Type II (> 8 uur). NOODPLAN Het bedrijf beschikt over een noodplan waarin een beschrijving staat hoe te handelen indien een transport niet volgens planning verloopt en maatregelen voor het geval dieren ziek worden of gewond raken tijdens transport. Bijvoorbeeld bij een ongeluk of bij pech onderweg. EISEN AAN VEETRANSPORTMIDDELEN De deelnemer beschikt over een certificaat goedkeuring voor alle veetransportmiddelen ingezet voor transport schapen. De verzorger, bijrijder of lader herhalen elke 5 jaar hun examen voor het vakbekwaamheidsbewijs veetransport danwel NBW-diploma. Voor transport > 8 uur geldt dat de verzorger, bijrijder of lader beschikt over een geldig vakbekwaamheidsbewijs veetransport en voldoet het NBW-diploma niet. Een kopie het getuigschrift vakbekwaamheid of NBW-diploma het transportpersoneel is aanwezig in de bedrijfsadministratie. Beroepstransporteurs beschikken over een Eurovergunning of NIWO. Voor Nederlandse transportmiddelen ingezet voor transporten korter dan 8 uur is dit het certificaat de DEKRA of RDW. Voor Nederlandse veetransportmiddelen ingezet voor transporten langer dan 8 uur is dit het certificaat de RDW. Voor buitenlandse transportmiddelen moet er een equivalent certificaat beschikbaar zijn. Invoering voorschrift voor transportmiddelen <8 uur per 1 januari 2017! / / en Controleer in de bedrijfsadministratie of een kopie het getuigschrift vakbekwaamheid danwel NBW-diploma het overige transportpersoneel aanwezig is. CCP: getuigschrift vakbekwaamheid: chauffeur is in bezit getuigschrift vakbekwaamheid veetransport; overig transportpersoneel (verzorger, bijrijder of lader) hebben een getuigschrift vakbekwaamheid of een NBWdiploma Controleer in de bedrijfsadministratie of de originele vergunning(en) aanwezig is en geldig is Controleer in de bedrijfsadministratie of de juiste, originele vergunning aanwezig en geldig is Contoleer bij controle onderweg of de chauffeur een kopie een geldige vergunning kan tonen Controleer of er een noodplan aanwezig is. Controleer of in de administratie wanneer en waarom het noodplan gebruikt is. Controleer middels interviews of dit bekend is bij de planner(s), chauffeur(s) en verzorger(s). Controleer in de bedrijfsadministratie of een kopie een geldig certificaat goedkeuring conform artikel 18 verordening 1/2005 aanwezig is. Controleer op het veetransportmiddel of het originele, geldige certificaat goedkeuring aanwezig is. Controleer of de kopieën overeenkomen met de originele certificaten. Controleren op basis steekproef. Bij DEKRA certificaten: steekproef 100%. Licht Wet wegvervoer goederen Hoofdstuk 2 1/2005 (EG) Artikel Artikel 11.1.b.iv : verplicht noodplan <8 uur Artikel 18 m.b.t. certificaat goedkeuring <8 uur

3 TS11 TS12 Vervoerseenheden waarin dieren worden vervoerd, zijn voorzien een duidelijk zichtbaar merkteken waaruit de aanwezigheid levende dieren blijkt. RITTENREGISTRATIE De deelnemer beschikt over een correcte en volledige rittenregistratie per trekkende eenheid (trekker of bakwagen). Waarbij minimaal de volgende gegevens worden vastgelegd: Laaddatum; Kenteken(s); Verwachte transportduur; Kilometerstand start; Laadplaats (UBN indien in Nederland gelegen); Aantal geladen dieren; Tijdstip start laden; Losdatum; Losplaats (UBN indien in Nederland gelegen); Aankomsttijd; Tijdstip einde lossen; Kilometerstand einde. CCP: gekeurde wagen: >8 uur is het veetransportmiddel RDW gekeurd Controleer of de wagens voorzien zijn een merkteken waaruit de aanwezigheid levende dieren blijkt. Controleer in de bedrijfsadministratie of elk veetransportmiddel de ritvolgorde is vastgelegd. Controleer de werkelijke ritvolgorde aan de hand aanvullende gegevens zoals R&O boekje, tachograafgegevens, planningssysteem, GPS (indien aanwezig). Hoofdstuk II, punt 2.1, punt 4.1 TS13 TS14 TS15 Veetransportmiddelen ingezet voor transport > 8 uur zijn aantoonbaar te traceren middels GPS. Het GPS-systeem is continue ingeschakeld en registreert de benodigde GPS-gegevens bij transporten boven de 8 uur. Voor veetransportmiddelen ingezet voor transport 8 uur moeten de afgelegde route en reistijd reeds uitgevoerde ritten inzichtelijk gemaakt kunnen worden. GPS verplicht af 1 januari 2017 De rittenregistratie geeft de ritvolgorde weer de uitgevoerde transporten een bepaald veetransportmiddel. Hierbij dient ook de kilometerstand geregistreerd te worden (minimaal begin- en eindstand per dag) of een gelijkwaardige maatregel uitgevoerd te worden waardoor de ritvolgorde gecontroleerd kan worden. / Controleer of de veetransportmiddelen voorzien zijn werkende GPS. Controleer tijdens het laden of het GPS-systeem is ingeschakeld en gegevens registreert. Controleer in de bedrijfsadministratie of voor transporten >8 uur GPS-gegevens voor de gehele rit aanwezig zijn. Controle op basis steekproef. Controleer of m.b.v het planningssysteem, tachograafgegevens, dan wel andere documenten die dit inzichtelijk maken de afgelegde route en reistijd reeds uitgevoerde ritten. Artikel 11.2 Artikel 4-5 : verplichting GPS <8 uur per TS16 Voor veetransportmiddelen ingezet voor transport > 8 uur kan middels het traceringssysteem een rapportage gemaakt worden over de afgelegde route, reistijd, openen/sluiten laadklep, Controleer of m.b.v het traceringsysteem een rapportage kan worden gemaakt de genoemde onderdelen., punt 4.1

4 temperatuurgegevens en een eventueel verblijf op een controlepost. TS17 TS18 TS19 TS20 TS21 De deelnemer zorgt voor een correct gebruik en volledig ingevulde transportdocumenten. BIJLADEN Bijladen is niet toegestaan bij transporten afkomstig een verzamelcentrum. GEHEEL LOSSEN Een vervoerseenheid moet bij aankomst op de bestemming in zijn geheel worden gelost. REINIGEN EN ONTSMETTEN Veetransportmiddelen worden altijd onmiddellijk na het lossen ter plekke gereinigd en ontsmet. Iedere reiniging en ontsmetting wordt aangetekend op de ritopdracht, op het aanvoerdocument of op een ander document (bijv. eigen ontsmettingsboekje). Waarin minimaal de volgende gegevens zijn opgenomen: Naam, adres, woonplaats en UBN laadadres; Naam, adres, woonplaats en UBN (indien in Nederland) losadres; Oornummers, opmerkingen en het aantal geladen dieren; NAW en contactgegevens de veehouder; Volledige en correcte vervoerdergegevens. Bij binnenlandse transporten volstaat reiniging en ontsmetting op een eenvoudige R&O plaats. Wanneer op het losadres zelfs geen eenvoudige R&O-plaats aanwezig is, wordt hier een aantekening gemaakt op het vervoersdocument en wordt het transportmiddel op de dichtstbijzijnde erkende R&O-plaats gereinigd en ontsmet. Het document bevat de volgende gegevens: Een aantekening de datum en het tijdstip reiniging en ontsmetting die heeft plaatsgevonden; Bij een erkende R&O-plaats dient de toezichthouder te tekenen en dient een stempel het bedrijf op het document te worden gezet. In overige gevallen dient de chauffeur na het / en/of en/of / en/of Controleer in de bedrijfsadministratie of de transportdocumenten, als het vervoersdocument, journaal indien toepassing, etc. op de juiste wijze en volledig zijn ingevuld. De gegevens het vervoersdocument als bedoeld in artikel 4 verordening 1/2005 (transportverordening) mogen ook digitaal. Controleer op het veetransportmiddel of deze documenten aanwezig zijn en volledig zijn ingevuld vervoersdoc/journaal of er niet onderweg bijgeladen is. Controleer op loslocatie of er geen dieren afkomstig zijn een ander adres dan het verzamelcentrum. vervoersdoc/journaal of de vervoerseenheid geheel gelost wordt. Controleer op loslocatie of alle dieren worden gelost CCP: geheel lossen: vervoerseenheid wordt op bestemming in zijn geheel gelost Controleer in de bedrijfsadministratie of veetransportmiddelen na lossen gereinigd en ontsmet worden op dezelfde locatie als waar gelost wordt. is CCP: R&O uitvoeren na lossen Controleer of in het veetransportmiddel een actueel register aanwezig is waarin de R&O beurten zijn opgenomen. Controleer of dit register op de juiste wijze is afgetekend. CCP: aftekenen na uitvoeren R&O, Artikel 4; (EG) 21/2004, Bijlage C Artikel Artikel 31 Artikel

5 TS22 Lege veetransportmiddelen uit Duitsland, België en Luxemburg hoeven na binnenkomst in Nederland niet te worden herontsmet als het transportmiddel op een erkende R&O plaats in dat land is gereinigd en ontsmet. Lege veetransportmiddelen uit andere landen dan hierboven genoemde dienen na binnenkomst in Nederland te worden gereinigd en ontsmet op een erkende R&O plaats (dubbele R&O). reinigen en ontsmetten het document zelf af te tekenen. Het bewijs de laatste reiniging en ontsmetting moet de chauffeur bij zich hebben. Het R&O register is identificeerbaar gekoppeld aan het veetransportmiddel en is op het veetransportmiddel aanwezig. Bij een uitbraak een dierziekte, zoals genoemd in artikel 34 lid 2 de regeling in Duitsland, België en/of Luxemburg is bij terugkeer in Nederland wel een dubbele R&O verplicht zoals ook voorgeschreven in TS22 en TS23. / Controleer of een veetransportmiddel na terugkeer in Nederland uit een ander land dan Duitsland, België of Luxemburg in het buitenland is gereinigd en ontsmet èn in Nederland op een erkende R&O plaats is gereinigd en ontsmet. is. m.b.t. dubbele R&O voor lege transportmidd elen uit andere landen dan Duitsland, België en Luxemburg TS23 Indien een veetransportmiddel gebruikt is in een lidstaat waar sprake is een dierziekte of in een land buiten de EU dan moet bij terugkomst in NL met een leeg veetransportmiddel onmiddellijk gereinigd en ontsmet worden op een erkende R&O plaats. De transporteur dient binnen 24 uur na binnenkomst in Nederland een bewijs deze R&O te overleggen aan de NVWA. Een lijst met risicolanden is te vinden op de NVWA website. / Controleer in de bedrijfsadministratie of veetransportmiddelen gereinigd en ontsmet zijn zoals voorgeschreven in het voorschrift. is Artikel 35.2 TS24 TS25 Indien een veetransportmiddel gebruikt is in een lidstaat waar sprake is een dierziekte of in een land buiten de EU dan moet bij terugkomst in NL met een geladen veetransportmiddel onmiddellijk na het lossen gereinigd en ontsmet worden op het losadres. Indien op het losadres geen erkende R&O plaats is dient alsnog gereinigd en ontsmet te worden op een erkende R&O plaats. De transporteur dient binnen 24 uur na binnenkomst in Nederland een bewijs deze R&O te overleggen aan de NVWA. Een lijst met risicolanden is te vinden op de NVWA website. Voorafgaand aan een transport ten behoeve export heeft de laatste R&O plaatsgevonden op een erkende R&O plaats. DIERENWELZIJN EN TRANSPORT Het veetransportmiddel is max. 7 dagen vóór aang de export op een erkende R&O plaats gereinigd en ontsmet. De R&O is aantoonbaar geregistreerd. Na de R&O op een erkende R&Oplaats hebben geen andere (binnenlandse) transporten meer plaatsgevonden. De wagen is optisch schoon. / / Controleer in de bedrijfsadministratie of veetransportmiddelen gereinigd en ontsmet zijn zoals voorgeschreven in het voorschrift. is Controleer in de bedrijfsadministratie of veetransportmiddelen gereinigd en ontsmet zijn zoals voorgeschreven in het voorschrift is Arikel 34

6 TS26 Bij transporten > 8 uur hebben de dieren beschikking over strooisel, zaagsel, stro of ander gelijkwaardig materiaal waarbij absorptie urine en uitwerpselen gegarandeerd wordt. Controleer of de dieren beschikking hebben over dergelijk materiaal, en of dit materiaal in voldoende mate aanwezig is., punt 1.2 TS27 Lammeren lichter dan 20 kg hebben de beschikking over passend strooisel of ander gelijkwaardig materiaal dat adequate absorptie de urine en de uitwerpselen garandeert. Controleer of de lammeren de beschikking hebben over passend strooisel of ander gelijkwaardig materiaal. hoofdstuk II, punt 1.5 TS28 TS29 TS30 TS31 Lammeren met ongeheelde navels worden niet vervoerd. Lammeren met geheelde navels, maar jonger dan een week worden maximaal over een afstand 100 km vervoerd. Schapen/geiten worden niet aan de horens vastgebonden. BELADINGSEISEN De onderstaande tabel voor beladingsdichtheid Gezien het feit dat deze module betrekking heeft op wordt gevolgd: weide- en slachtschapen worden geen drachtige schapen en geiten verwacht. < 8 uur > 8uur Gewicht/dier Oppervlakte Oppervlakte (kg) in m² per dier in m² per dier Geschoren <55 0,20 tot 0,30 0,20 to 0,30 schapen en lammeren >55 >0,30 >0,30 26 kg en meer Niet geschoren <55 0,30 tot 0,40 O,30 tot 0,40 schapen >55 >0,40 >0,40 Hoogdrachtige <55 0,40 tot 0,50 0,40 tot 0,50 ooien >55 Geiten <35 35 tot 55 >55 >0,50 0,20 tot 0,30 0,30 tot 0,40 0,40 tot 0,75 Hoogdrachtige <55 0,40 tot 0,50 geiten >55 >0,50 Geitenbokjes <12 9 per m² >0,50 0,30 tot 0,40 0,40 tot 0,75 0,40 tot 0,50 >0,50 en/of Controleer bij controle onderweg of geen lammeren met ongeheelde navels worden vervoerd. vervoersdocument/journaal /tachograafschijven en I&R of lammeren 1 week niet vervoerd zijn over een afstand >100 km. Controleer of de dieren niet aan de horens aangebonden staan. Controleer a.d.h.v het gemiddelde (geschatte) gewicht de dieren, het aantal dieren en het beschikbare oppervlakte of aan de beladingsgraad wordt voldaan. CCP: beladingsgraad: respecteren maximale beladingsgraad zoals geformuleerd in de transportverordening Bijlage 1, hoofdstuk I, punt 2d. Bijlage 1, hoofdstuk I, punt 2e. hoofdstuk III, punt 1.11 hoofdstuk VII, onderdeel C TS32 VENTILATIE Er is een vrije ruimte minimaal 10 cm boven het hoogste punt het hoogste dier beschikbaar, Controleer of voldoende vrije ruimte beschikbaar is en de dieren vrij zijn rugbeschadigingen

7 rekening houdende met adequate ventilatie boven de dieren. De dieren zijn vrij rugbeschadigingen veroorzaakt door te weinig vrije ruimte tijdens het transport. TS33 Tijdens transport wordt voldoende geventileerd. Wanneer een veetransportmiddel afhankelijk is een ventilatiesysteem wordt dit veetransportmiddel niet ingezet zolang het ventilatiesysteem defect is. TS34 TEMPERATUUR Bij transporten >8 uur en indien apparatuur aanwezig ook bij transport <8 uur wordt de temperatuur geregistreerd in het veetransportmiddel. Zolang de temperatuurregistratie defect is, wordt het veetransportmiddel niet ingezet voor veetransport >8 uur. en/of veroorzaakt door te weinig vrije ruimte. Controleer of het ventilatiesysteem aanwezig is en goed functioneert Controleer of het veetransportmiddel niet is ingezet voordat de defecte apparatuur gerepareerd is. Controleer in de bedrijfsadministratie of de temperatuur geregistreerd wordt. Controleer op de aanwezigheid de apparatuur t.b.v. temperatuurregistratie in het veetransportmiddel en controleer of deze functioneert. Hoofdstuk II, punt 1.2 Hoofdstuk III, punt 2.6 punt 3.3 TS35 TS36 Bij transporten >8 uur is in het voertuig minimaal 1 werkende temperatuursensor per laag aanwezig. Bij transporten >8 uur zijn de veetransportmiddelen voorzien een werkend alarmsysteem, waarbij de chauffeur of planning wordt gewaarschuwd als de grenzen de wettelijke normen (+5 tot +30 graden Celsius) worden bereikt. Hiervoor is een remote functie een vereiste waarbij de chauffeur wordt gewaarschuwd als deze niet direct in of bij de wagen is. Zolang de temperatuurregistratie defect is, wordt het veetransportmiddel niet ingezet voor veetransport >8 uur. / / Controleer of het veetransportmiddel niet is ingezet voor transport >8 uur voordat de defecte apparatuur gerepareerd is. Controleer of de sensor aanwezig is en goed functioneert. Controleer of het veetransportmiddel niet is ingezet voor transport >8 uur voordat de defecte apparatuur gerepareerd is Controleer middels interview of een alarmsysteem aanwezig is en of de werking bekend is bij de chauffeur Controleer of het veetransportmiddel niet is ingezet voor transport >8 uur voordat de defecte apparatuur gerepareerd is. punt 3.3 punt 3.4 TS37 Transport niet toegestaan bij een temperatuur < 0 graden en > 35 graden Celsius in het vervoermiddel. - Als de deelnemer bij het opstellen de transportplanning dan wel bij vertrek voorziet dat de temperatuur tijdens het transport buiten de wettelijke normen valt, worden voor vertrek additionele maatregelen getroffen. Controleer in de planning of rekening is gehouden met extreme weersomstandigheden. Controleer in de bedrijfsadministratie of de beladingsgraad en eventueel het reisschema zijn aangepast bij warm of koud weer., Bijlage I punt Warm weer (temperatuur in de wagen is >30 graden Celsius): - 10% minder laden - Het reisschema aanpassen en s nachts rijden of inplannen om vroeg in de ochtend op de plaats bestemming te arriveren Koud weer (temperatuur in de wagen is <5 graden Controleer onderweg of voorwaarden zoals beschreven bij warm dan wel bij koud weer zijn nageleefd. Indien voorziening aanwezig controleer de temperatuur tijdens het transport aan de hand de temperatuursregistratie Hoofdstuk VII, onderdeel C

8 Celsius): - Voor lang transport de maximale wettelijke beladingseisen per diersoort aanhouden. D.w.z. de beladingstabel < 8 uur hanteren, hierdoor wordt de wet in acht genomen en door meer dieren ontstaat extra warmte - Stro/hooi toevoegen als extra warmtebron voor de dieren TS38 TS39 TS40 REISTIJDEN Niet gespeende lammeren worden maximaal 9 uur vervoerd, waarna ze minimaal 1 uur rust krijgen, waarin zij gedrenkt en zo nodig gevoerd worden. Vervolgens mag wederom 9 uur gereisd worden, waarna de dieren afgeladen moeten worden op een erkende controlepost. Gespeende lammeren en volwassen schapen en geiten worden maximaal 14 uur vervoerd, waarna ze minimaal 1 uur rust krijgen, waarin zij gedrenkt en zo nodig gevoerd worden. Vervolgens mag wederom max. 14 uur gereisd worden, waarna de dieren afgeladen moeten worden op een erkende controlepost. Wanneer de maximale reistijd overschreden zal worden, moeten de dieren op de erkende controlepost worden uitgeladen, gevoederd en gedrenkt en krijgen minimaal 24 uur rust, vervolgens wordt de reis volgens tijdschema uit TS35 of TS36 voortgezet. Niet gespeende lammeren zijn lammeren tot tenminste 6 weken De controlepost dient voorafgaand aan de exportkeuring schriftelijk te zijn gereserveerd met vermelding de aankomstdatum. Bij het reserveren wordt een check gedaan op diercategorie en de capaciteit de controlepost. De reservering wordt overhandigd bij de exportaanvraag. vervoersdocument/journaal /tachograafschijven en GPS of de eisen de transporttijd worden gerespecteerd en door controle de reservering. CCP: Respecteren maximale reistijden Controleer in de bedrijfsadministratie a.d.h.v. vervoersdocument/journaal/ tachograafschijven, GPS of de eisen de transporttijd worden gerespecteerd en door controle de reservering. CCP: Respecteren maximale reistijden vervoersdocument/journaal /tachograafschijven, GPS of aan het voorschrift is voldaan. CCP: aandoen controlepost na maximale reistijd hoofdstuk V, punt 1.4a m.b.t. check op diercategorie en capaciteit hoofdstuk V, punt 1.4d m.b.t. check op diercategorie en capaciteit hoofdstuk V, punt 1.5 TS41 TS42 Bij transport schapen en geiten met een reistijd langer dan 2x 14 uur (excl. rusttijd) moet bij vertrek voldoende water en voedsel aanwezig zijn voor minimaal de reistijd tot aan de verplichte rusttijd op een controlepost. Dit houdt in dat de watertanks vol zijn bij vertrek. Bij transport niet gespeende lammeren met een reistijd tot 18 uur moet voldoende water en voedsel aanwezig zijn om de lammeren na 9 uur reistijd te kunnen voederen. Niet gespeende lammeren zijn lammeren tot tenminste 6 weken voorschrift is geen onderdeel de pilot tweede verzamelslag/weideschapen Controleer bij vertrek of de watertanks vol zijn en of er voer aanwezig is. Controleer bij vertrek of de watertanks vol zijn en of er voedsel aanwezig is. hoofdstuk III, punt 2.7 en hoofdstuk VI, punt 1.3 hoofdstuk III, punt 2.7

9 CCP s: 1. Beladingsgraad: respecteren maximale beladingsgraad zoals geformuleerd in de transportverordening 2. Gekeurde wagen: >8 uur is het veetransportmiddel RDW gekeurd 3. Getuigschrift vakbekwaamheid: chauffeur is in bezit getuigschrift vakbekwaamheid veetransport; overig transportpersoneel (verzorger, bijrijder of lader) hebben of een getuigschrift vakbekwaamheid veetransport of een NBW-diploma 4. R&O uitvoeren na lossen 5. Aftekenen na uitvoeren R&O 6. Geheel lossen: vervoerseenheid wordt op bestemming in zijn geheel gelost 7. Aandoen controlepost na maximale reistijd 8. Respecteren maximale reistijden CCP is geen onderdeel de pilot tweede verzamelslag/weideschapen