Dierhouderij en -verzorging productiedieren BB

Transcriptie

1 landbouw en natuurlijke omgeving CSPE BB e tijdvak Dierhouderij en -verzorging productiedieren BB Opdr. context rekenen referentiekader 1 Minitoets 1-1 Exportlanden van Nederlandse biggen Aflezen cirkeldiagram Minitoets 1-2 Aantal biggen schatten dat naar Italië is vervoerd Schatten hoeveel 7% van is Minitoets 1-3 Berekenen hoeveel vaarzen maximaal in de auto met samengestelde eenheden:1,30 aantal m 2 een oppervlakte van 45 m 2 mogen. per vaars Minitoets 1-7 In tabel uitzoeken in welke maand gras de minste redeneren energie bevat. omgekeerd evenredigheid 2 Maximale voertijd bepalen tijden een stop informatie uit tekst halen en rekenen? 3 Reisschema maken rekenen met tijd; kalender 3 Reistijd berekenen aan de hand van gegeven vertrek- lengte meten en aankomsttijd gemiddelde lengte of aantal uitrekenen 4 Twee ruwvoeders wegen en mbv tabel de voederwaarde bepalen. Berekenen hoeveel VEM een koe nodig heeft. Hoeveelheid krachtvoer berekenen en afwegen afronden op hele cm of hele getallen schaal aflezen gegevens uit tabel vuistregel toepassen rekenen met verhoudingen 5 Schets maken en aangeven waar onderhoud aan de Situatieschets maken afrastering nodig is 6 Volgens tekeningen en foto s een afrastering maken tekening lezen meten 7 Een ethogram maken tijd meten mbv stopwatch/horloge gegevens verzamelen gegevens verwerken in een staafdiagram informatie uit grafiek halen 12 minitoets 5-4 Berekenen hoeveel konijnen er maximaal op een stuk grond (lengte en breedte gegeven) mogen rekening houdend met de leefruimte van 0,65 m 2 per konijn. minitoets 5-6 Minitoets 5-7 Minitoets 5-11 Minitoets 5-12 Dosering van ontwormingsmiddel berekenen aan de hand van gegeven gewicht en de verhouding 1 ml per 33 kg. Mbv een schema over werkingsduur berekenen hoeveel behandelingen per jaar nodig zijn. Mbv grafiek uitzoeken welke weidevogel naar verhouding het meeste achteruit gegaan is. Kosten berekenen voor het ophalen en verwerken van een dode koe oppervlakte berekenen rekenen met verhoudingen rekenen met verhoudingen Kalender, weken, jaar Globaal grafiek lezen Gegevens uit tabel halen en gebruiken voor een eenvoudige berekening 1

2 Opdracht 1 minitoets 1 minitoets 1 minitoets 1 2

3 minitoets 1 minitoets 1 3

4 Opdracht 2 Wegvervoer van runderen Categorie Gewicht bij benadering (in kg) Oppervlakte in m 2 per dier Fokkalveren 50 0,40 Kalveren 110 0,70 Pinken 200 0,95 Vaarzen 325 1,30 Melkvee 550 1,60 Tussenpozen voor het drenken en het voederen, alsmede transport- en rusttijden De voorschriften zijn van toepassing op het vervoer van als landbouwhuisdier gehouden eenhoevigen, runderen, schapen, geiten en varkens. Alle landbouwhuisdieren moeten na een transporttijd van 14 uur een rusttijd van ten minste 1 uur krijgen, waarin zij worden gedrenkt en zo nodig gevoederd. Na deze rusttijd kunnen zij weer 14 uur worden vervoerd. Na deze transporttijd moeten de dieren worden uitgeladen en een rusttijd van ten minste 24 uur krijgen. In het belang van de dieren kunnen de transporttijden met twee uur worden verlengd, gelet op de nabijheid van de plaats van bestemming. 4

5 VRACHTWAGEN STANDAARDREGELING UITERSTE GRENZEN RIJTIJD (max) RUSTTIJD (min) ONDERBREKING (pauze of wachten) Tweewekelijks: 90 uur Wekelijks: 56 uur Dagelijks: 9 uur (2x per week 10 uur) Onafgebroken: 4,5 uur Wekelijks: 45 uur aaneengesloten Dagelijks: 11 uur (aaneengesloten) 45 minuten na 4,5 uur rijden of in een periode van 5 uur en een kwartier, 45 minuten pauze, onderverdeelt in pauzes van minimaal 15 en minimaal 30 minuten (in die volgorde) Geen afwijking mogelijk Wekelijks: 24 uur, Mits deze gecompenseerd worden voor het einde van de derde week. (na een rusttijd van 24 moet altijd gevolgd worden door een wekelijkse rusttijd van 45 uur). Dit mag slechts één keer per twee weken. Dagelijks: 11 uur 3x per week is 9 uur toegestaan (aaneengesloten) Verkortingen van rust hoeven niet meer gecompenseerd te worden. Tevens is het toegestaan 12 uur rust te houden, waarvan de eerste periode minstens 3 uur moet zijn en de tweede periode minstens 9 uur. Bij dubbele bemanning moet de rusttijd in elke periode van 30 uur minimaal 9 uur bedragen (stilstaand voertuig) Het eerste uur hoeft niet gezamenlijk. Geen afwijking mogelijk. VRIJE ZONDAG Tenminste 4 vrije zondagen per 13 weken Tenminste 13 vrije zondagen per 52 weken NACHTARBEID Maximaal 26x per periode van 13 achtereenvolgende weken. Maximaal 12 uur per 2 weken tussen 0.00uur en 6.00 uur. Maximaal 35x per periode van 13 achtereenvolgende weken. Maximaal 20 uur per 2 weken tussen 0.00uur en 6.00uur. N.B. Bepaalde soorten vervoer hebben voor nachtarbeid een bijzondere overlegregeling, zoals aircargo, brood en banket, bloemen, groenten en fruit e.d. Bepaalde deelsectoren hebben vrijstelling met betrekking tot nachtarbeid, zoals vervoer van ochtendkranten, postzendingen, levende dieren e.d. 5

6 Opdracht 3 6

7 Opdracht 3 (vervolg) opdracht 4 7

8 8

9 Opdracht 7 Opdracht 8 (zie rechts) 9

10 Opdracht 12 Minitoets 10

11 Opdracht 12 minitoets (vervolg) 11