1 Bloemen. opdracht 1 practicum. 1 havo vwo. De bloemkroon van een witte dovenetel.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Bloemen. opdracht 1 practicum. 1 havo vwo. De bloemkroon van een witte dovenetel."

Transcriptie

1 1 Bloemen opdracht 1 practicum DE BLOEMEN VAN EEN WITTE DOVENETEL BENODIGDHEDEN een bloeiende witte dovenetel (zie afbeelding 1) plakband (of zelfklevend doorzichtig plastic) een pincet WERKWIJZE Pluk één bloem (met bloemkelk en bloemkroon) van de stengel en plak die in het vak. Gebruik eventueel het pincet om de hele bloem van de stengel te plukken. Afb. 1 BASISSTOF 1 havo vwo thema 7 Bloemen, vruchten, zaden De bloem van een witte dovenetel. LAAT JE DOCENT CONTROLEREN WAT JE HEBT OPGEPLAKT. Pluk een andere bloem van de witte dovenetel. Haal de bloemkroon (het witte gedeelte) en de bloemkelk (het groene gedeelte) uit elkaar. Plak de bloemkelk in het linkervak en de bloemkroon in het rechtervak. De bloemkelk van een witte dovenetel. LAAT JE DOCENT CONTROLEREN WAT JE HEBT OPGEPLAKT. De bloemkroon van een witte dovenetel. LAAT JE DOCENT CONTROLEREN WAT JE HEBT OPGEPLAKT. Pluk nog een bloem van de witte dovenetel. Buig het bovenste gedeelte van de bloemkroon naar achteren. Je ziet dan vijf draadjes. Haal deze draadjes voorzichtig (eventueel met het pincet) uit de bloem. Je ziet vier draadjes met zwarte kopjes. Dat zijn de meeldraden (zie afbeelding 2 van je handboek). 82

2 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden Het vijfde draadje is aan het uiteinde gespleten als een slangentong. Dit draadje is een deel van de stamper. Het onderste deel van de stamper van een witte dovenetel breekt gemakkelijk af. Daardoor is het moeilijk een volledige stamper uit de bloem te halen. Plak de meeldraden in het linkervak en het deel van de stamper in het rechtervak. De meeldraden van een witte dovenetel. LAAT JE DOCENT CONTROLEREN WAT JE HEBT OPGEPLAKT. Een deel van de stamper van een witte dovenetel. LAAT JE DOCENT CONTROLEREN WAT JE HEBT OPGEPLAKT. opdracht 2 practicum DE VRUCHTEN VAN EEN WITTE DOVENETEL BENODIGDHEDEN een witte dovenetel met uitgebloeide bloem(en) plakband (of zelfklevend doorzichtig plastic) een pincet WERKWIJZE Onder aan de stengel van je witte dovenetel zijn de bloemen waarschijnlijk al uitgebloeid. De bloemkronen zijn daar verdwenen. Kijk in een bloemkelk. Je ziet dan vier vruchtjes zitten (zie ook afbeelding 3 van je handboek). Deze vruchtjes kunnen groen, bruin of zwart zijn. In een vruchtje zit een zaadje. Uit zo n zaadje kan een nieuwe dovenetel groeien. Maak in het linkervak een natuurgetrouwe tekening van de ligging van de vier vruchtjes in de bloemkelk. Haal met het pincet de vruchtjes uit de bloemkelk en maak in het rechtervak een tekening van een vruchtje. Vruchtjes in de bloemkelk van een witte dovenetel. LAAT JE DOCENT JE TEKENING CONTROLEREN. Een vruchtje van een witte dovenetel. LAAT JE DOCENT JE TEKENING CONTROLEREN. HB DE BOUW EN FUNCTIE VAN BLOEMEN BLZ. 107 opdracht 3 83

3 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 3 Afbeelding 2 is een schematische tekening van een bloem. Noteer de namen van de bloemdelen achter de nummers. Kleur de bloemdelen in de aangegeven kleuren. 1 (bruin) = stempel 2 (bruin) = stijl 3 (bruin) = vruchtbeginsel 4 = stamper 5 (groen) = kelkblad (bloemkelk) 6 (groen) = bloemsteel 7 (blauw) = kroonblad (bloemkroon) 8 (geel) = helmknop 9 (geel) = helmdraad 10 = meeldraad Afb LAAT JE DOCENT DE KLEUREN CONTROLEREN. opdracht 4 Beantwoord de volgende vragen. 1 Wat is de functie van de bloemkelk? De bloemkelk beschermt de bloem in de knop tegen uitdroging en kou. 2 Zijn de kelkbladeren van een bloem van de witte dovenetel vergroeid of zitten de kelkbladeren los van elkaar? De kelkbladeren zijn vergroeid. 3 De bloemkelk is vaak groen. Welk voordeel heeft dit voor de plant? De bloemkelk is groen door de bladgroenkorrels. In de bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. De bloemkelk helpt daardoor mee met het maken van voedsel voor de plant. 84

4 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 4 Wat is de functie van grote, opvallend gekleurde kroonbladeren? Grote, opvallend gekleurde kroonbladeren dienen voor het aanlokken van insecten. 5 Op welke manieren maken mensen gebruik van bloemen? Noem drie manieren. Voorbeelden van manieren: Om nieuwe plantenrassen te ontwikkelen. Om cadeau te doen (als versiering). Om honing te maken. opdracht 5 Bloemen bevatten zowel mannelijke als vrouwelijke delen. Vul het schema in. Hoe heten de voortplantingsorganen van zaadplanten? Hoe heten de geslachtscellen? In welke delen van de voortplantingsorganen ontstaan de geslachtscellen? Mannelijk meeldraden stuifmeelkorrels in helmhokjes Vrouwelijk stampers eicellen in zaadbeginsels keuzeopdracht 6 practicum KROONBLADEREN BENODIGDHEDEN een gids voor bloemplanten, toegang tot internet of een app om bloemen op te zoeken WERKWIJZE In het schema staan tien planten. Zoek van iedere plant een afbeelding op. Noteer in het schema de kleur van de kroonbladeren en kruis aan of de kroonbladeren vergroeid zijn of niet vergroeid. Plantensoort Kroonbladeren Kleur Vergroeid Niet vergroeid Akkervergeet-mij-nietje blauw met geel X Bevertjes groen X Egelboterbloem geel X Engels raaigras groen/grijs X Heggenwikke paars, violet, purper of lila X Kleefkruid wit X Kleine maagdenpalm blauw X Pinksterbloem wit, paars, violet, purper of lila X Stinkende gouwe geel X Wilgenroosje paars, violet, purper of lila X HB BASISSTOF 2 BLZ

5 2 Bestuiving opdracht 7 In afbeelding 3 zijn de bloemen van drie planten schematisch getekend. Plant 2 en plant 3 zijn van dezelfde soort. Met pijlen is het overbrengen van stuifmeel weergegeven. Wat geven de pijlen weer? Noteer dit boven de pijlen. Kies uit: geen bestuiving kruisbestuiving zelfbestuiving. BASISSTOF 1 havo vwo thema 7 Bloemen, vruchten, zaden Afb. 3 geen bestuiving kruisbestuiving zelfbestuiving zelfbestuiving zelfbestuiving opdracht 8 plant 1 plant 2 plant 3 Beantwoord de volgende vragen. 1 Waar komt stuifmeel van een meeldraad terecht als er sprake is van bestuiving? Stuifmeel komt dan op de stempel van een bloem van dezelfde plantensoort terecht. 2 Bij sommige plantensoorten zijn de meeldraden eerder rijp dan de stampers. Welk type bestuiving wordt daardoor voorkomen? Leg je antwoord uit. Hiermee wordt zelfbestuiving voorkomen. Het stuifmeel kan dan alleen de rijpe stampers van een andere plant van dezelfde soort bestuiven. 3 In afbeelding 4 zie je bloemen van vingerhoedskruid. De nectar bevindt zich diep in de bloemen, zodat insecten er niet gemakkelijk bij kunnen. Welk voordeel heeft dit voor deze planten? Hierdoor moeten de insecten diep in de bloemen kruipen. Ze strijken daarbij met de rug langs de meeldraden en stempel(s). Met het stuifmeel dat aan hun rug blijft plakken, kan een andere bloem worden bestoven. Afb. 4 Vingerhoedskruid. 86

6 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 4 Afbeelding 5 is een foto van een stuifmeelkorrel van een den. Wordt bij een den het stuifmeel door insecten verspreid of door de wind? Leg je antwoord uit. Door de wind. De stuifmeelkorrel heeft een glad oppervlak. Bovendien heeft de stuifmeelkorrel luchtblaasjes, zodat het transport door de lucht gemakkelijker gaat. Afb. 5 Stuifmeelkorrel van een den. luchtblaasje In afbeelding 6 zie je een foto van bloemen van een grasplantje. Vraag 5 tot en met 7 gaan over deze foto. 5 De bloemen hebben in verhouding grote helmknoppen. Welk verband is er tussen de grootte van de helmknoppen en de manier van bestuiving? Bij bestuiving door de wind is veel stuifmeel nodig en met grote helmknoppen kan veel stuifmeel worden gemaakt. 6 Welk voordeel heeft het dat de helmknoppen buiten de bloem uitsteken? Hierdoor kan het stuifmeel gemakkelijk door de wind worden weggeblazen. 7 De stempels van deze grassoort zijn veervormig. Welk voordeel heeft dit voor de plant? Doordat de stempels veervormig zijn, hebben ze een groot oppervlak waarop stuifmeelkorrels terecht kunnen komen. Afb. 6 Bloemen van een grasplantje. 87

7 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 8 Afbeelding 14 van je handboek gaat over bijensterfte. De voeding van veel mensen bestaat vooral uit rijst. Rijstplanten behoren tot de grassenfamilie en maken veel stuifmeel. Is de bijensterfte nadelig voor de opbrengst van rijst? Leg je antwoord uit. Nee, want rijst wordt door de wind bestoven, niet door bijen. opdracht 9 Vul het schema in met de woorden op de briefjes van afbeelding 7. Afb. 7 groot veel stuifmeel vaak nectar weinig stuifmeel gekleurd groen groot en veervormig klein wel ruw en kleverig geen nectar steken vaak buiten de bloem uit licht en glad niet klein zitten binnen de bloem Insectenbloemen Windbloemen 1 De bloemen zijn groot klein 2 De kroonbladeren zijn gekleurd groen 3 De bloemen geuren wel niet 4 De bloemen hebben vaak nectar geen nectar 5 De stuifmeelkorrels zijn ruw en kleverig licht en glad 6 De meeldraden maken weinig stuifmeel veel stuifmeel 7 De stempels zijn klein groot en veervormig 8 De helmknoppen en stempels zitten binnen in de bloem steken vaak buiten de bloem uit 88

8 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 10 practicum HOOIKOORTS Veel mensen hebben last van hooikoorts. Deze mensen reageren allergisch als ze de stuifmeelkorrels van bepaalde plantensoorten inademen. Voor hen is het belangrijk om te weten wanneer planten van deze soorten bloeien. Dat kunnen ze aflezen in een pollenkalender (zie afbeelding 8). Je gaat onderzoeken of hooikoorts wordt veroorzaakt door het stuifmeel van insectenbloemen en/of door het stuifmeel van windbloemen. Noteer in het schema de probleemstelling en je hypothese. Voer het experiment uit. Noteer de resultaten en trek een conclusie. Geef ook een verklaring voor je conclusie. Afb. 8 Pollenkalender. Maand Bomen Hazelaar Zwarte els Es Berk Schietwilg Populier Eik Grassen Kruiden Zuring Weegbree Brandnetel Ganzenvoet Bijvoet Ambrosia Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt matige hoeveelheid pollen veel pollen Probleemstelling Hypothese Wordt hooikoorts veroorzaakt door het stuifmeel van insectenbloemen en/of door het stuifmeel van windbloemen? Benodigdheden Experiment Resultaten Conclusie LAAT JE DOCENT CONTROLEREN WAT JE HEBT INGEVULD. toegang tot internet of een plantengids (flora) Zoek de planten op die in de pollenkalender staan. Noteer van iedere plant of deze insectenbloemen of windbloemen heeft. Doe dit op een kladblaadje. Aantal planten met insectenbloemen: nul Aantal planten met windbloemen: dertien De planten die hooikoorts veroorzaken, hebben windbloemen. Verklaring: Er zweeft veel stuifmeel van windbloemen door de lucht en maar weinig stuifmeel van insecten bloemen. Je ademt dus alleen het stuifmeel van windbloemen in. 89

9 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 11 practicum STUIFMEELKORRELS BENODIGDHEDEN een klaargemaakt preparaat van stuifmeelkorrels van verschillende soorten planten (zie afbeelding 9) een microscoop tekenmateriaal WERKWIJZE Bekijk het preparaat met de microscoop bij een vergroting van 400. Je ziet stuifmeelkorrels van insectenbloemen en van windbloemen. Afb. 9 Verschillende soorten stuifmeelkorrels. Maak in het vak natuurgetrouwe tekeningen van minstens twee verschillende stuifmeelkorrels van insectenbloemen. Stuifmeelkorrels van insectenbloemen. Maak in het vak natuurgetrouwe tekeningen van minstens twee verschillende stuifmeelkorrels van windbloemen. Stuifmeelkorrels van windbloemen. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. HB BASISSTOF 3 BLZ

10 3 Bevruchting BASISSTOF 1 havo vwo thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 12 practicum EEN STUIFMEELBUIS BENODIGDHEDEN een suikeroplossing (5%) stuifmeel, bijvoorbeeld van een vlijtig liesje (zie afbeelding 10) een microscoop prepareermateriaal tekenmateriaal Afb. 10 Vlijtig liesje. WERKWIJZE Breng een druppel van de suikeroplossing op een voorwerpglas. Strooi wat stuifmeelkorrels in de suikeroplossing. Leg voorzichtig een dekglaasje op de druppel suikeroplossing. Bekijk na 10 minuten het preparaat bij een vergroting van 100. Zoek in het preparaat een stuifmeelkorrel die een stuifmeelbuis gevormd heeft. Bekijk deze stuifmeelkorrel bij een vergroting van 400. Maak in het vak een natuurgetrouwe tekening van de stuifmeelkorrel met stuifmeelbuis. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. Stuifmeelbuis van een eigen antwoord (vergroting: 400 ). opdracht 13 Beantwoord de volgende vragen. 1 Uit een stuifmeelkorrel groeit een stuifmeelbuis naar een zaadbeginsel. Welke delen van een stamper passeert deze stuifmeelbuis achtereenvolgens? Eerst de stempel, dan de stijl en ten slotte het vruchtbeginsel. 2 Wat gebeurt er in een vruchtbeginsel als een stuifmeelbuis bij een zaadbeginsel is aangekomen? De top van de stuifmeelbuis barst open. De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen en versmelt met de kern van de eicel. 91

11 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 3 Wat ontstaat er uit een bevruchte eicel? Een kiem. 4 Wat ontstaat er uit een zaadbeginsel na bevruchting? Een zaad. 5 Bij een bepaalde bloem bevat het vruchtbeginsel zes zaadbeginsels. Bij vier zaadbeginsels wordt de eicel bevrucht; bij twee zaadbeginsels blijft de eicel onbevrucht. Hoeveel zaden kunnen zich in dit vruchtbeginsel ontwikkelen? Leg je antwoord uit. Vier zaden, want alleen uit een zaadbeginsel waarvan de eicel is bevrucht, kan een zaad ontstaan. 6 Een tulpenkweker wil uit twee bestaande tulpenrassen een nieuw tulpenras kweken. Gebruikt hij hierbij kruisbestuiving of zelfbestuiving? Leg je antwoord uit. Hij gebruikt kruisbestuiving. Hij moet stuifmeel van het ene tulpenras aanbrengen op de stempels van bloemen van het andere tulpenras. 7 Wat moet de kweker na de bestuiving doen om ervoor te zorgen dat hij precies de zaden krijgt die hij wil hebben? Na de bestuiving moet hij de stempels afdekken, zodat er geen ander stuifmeel op de stempels terecht kan komen. opdracht 14 In afbeelding 11 is een doorsnede van een stamper na bestuiving getekend. Noteer de namen van de aangegeven delen. Afb. 11 stuifmeelkorrel stempel stuifmeelbuis kern van de stuifmeelkorrel stijl zaadbeginsel eicel kern van de eicel vruchtbeginsel 92

12 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 15 Beantwoord de volgende vragen met behulp van afbeelding Heeft bij deze stamper bestuiving plaatsgevonden? Leg je antwoord uit. Ja, want er zijn stuifmeelkorrels die op de stempel terecht zijn gekomen die een stuifmeelbuis hebben gevormd. 2 Bij twee stuifmeelkorrels is geen stuifmeelbuis ontstaan. Noem hiervoor een mogelijke oorzaak. Voorbeeld van een mogelijke oorzaak: De stuifmeelkorrels kunnen afkomstig zijn van een andere plantensoort. 3 Hoeveel eicellen kunnen maximaal in deze stamper bevrucht worden? Zes. 4 Heeft bij deze stamper bevruchting plaatsgevonden? Leg je antwoord uit. Nee, want van geen van de stuifmeelkorrels is de kern al versmolten met de kern van een eicel. opdracht 16 In afbeelding 19 van je handboek heb je gelezen dat Ties tomatenveredelaar is. Beantwoord de volgende vragen over deze afbeelding. 1 Vindt bij het veredelen van planten kruisbestuiving of zelfbestuiving plaats? Leg je antwoord uit. Er vindt kruisbestuiving plaats, want een veredelaar wil een nieuwe plant kweken met eigenschappen van ten minste twee verschillende planten van dezelfde soort. 2 Een tomatenplant die niet aangetast wordt door wittevlieg, heeft voor een tomatenteler verschillende voordelen. Noem twee van deze voordelen. Voorbeelden van voordelen: Doordat er minder planten aangetast worden, is de opbrengst hoger. De teler hoeft geen maatregelen te nemen om wittevlieg te bestrijden. 3 Ties zorgt zelf voor het bestuiven van de planten. Van een van beide planten die hij wil kruisen, verzamelt hij het stuifmeel. Met dit stuifmeel bestuift hij bloemen van de ander plant. Na het bestuiven dekt hij de stampers af en merkt de bloemen die hij heeft gehad. Waarom dekt Ties de stampers af na het bestuiven? Door het afdekken weet de veredelaar zeker dat alle zaden die uit de bloem groeien, zijn ontstaan uit het stuifmeel van de andere plant. HB BASISSTOF 4 BLZ

13 4 1 havo vwo BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden Vruchten en zaden opdracht 17 Pinda s groeien aan een pindaplant (zie afbeelding 12). Iemand eet een handje met achttien borrelnootjes. In elk borrelnootje zit één pinda. In elke pindadop (vrucht) zitten meestal twee pinda s. Beantwoord de volgende vragen. 1 Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest voor de pinda s in dit handje borrelnootjes? Achttien stuifmeelkorrels. 2 Hoeveel vruchtbeginsels zijn nodig geweest voor de pinda s in dit handje borrelnootjes? Negen vruchtbeginsels. 3 Hoeveel eicellen zijn nodig geweest voor de pinda s in dit handje borrelnootjes? Achttien eicellen. Afb. 12 pindadop Hoe groeien pinda s? een vrucht bevat meestal twee zaden Pinda s zijn afkomstig van een bijzondere lengteplant, waarvan de stijl van het vruchtbeginsel doorsnede naar de bodem groeit. De vruchten bloem (pindadoppen) ontwikkelen zich ondergronds. bloem pinda na de bloei boort de onrijpe vrucht zich in de grond rijpe vrucht met zaden borrelnootje onder de grond ontwikkelen de vruchten zich verder Afb. 13 Een passiebloem heeft drie stijlen (zie afbeelding 13). Uit een bepaalde passiebloem ontstaat een passievrucht met honderd zaden. 4 Hoeveel stuifmeelbuizen zijn door het vruchtbeginsel van deze passiebloem gegroeid? Honderd stuifmeelbuizen. 5 Hoeveel zaadbeginsels waren ten minste nodig voor de ontwikkeling van deze passievrucht? Honderd zaadbeginsels. 1 passiebloem 2 p assievrucht (doorsnede) 94

14 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 18 practicum EEN TOMAAT BENODIGDHEDEN een tomaat een mes tekenmateriaal WERKWIJZE Snijd de tomaat in de lengte door (langs het steeltje) (zie afbeelding 14). Maak in het vak een natuurgetrouwe tekening van de doorsnede van de tomaat. Geef de volgende delen aan: vrucht zaad. Afb. 14 LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. Tomaat, lengtedoorsnede. 95

15 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 19 Vul het schema in. Gebruik de namen van de vruchten in afbeelding 15. Afb. 15 appel avocado eikel meloen paprika olijf pinda pruim Vruchten die ontstaan zijn uit vruchtbeginsels met één zaadbeginsel avocado eikel olijf pruim Vruchten die ontstaan zijn uit vruchtbeginsels met meerdere zaadbeginsels appel meloen paprika pinda opdracht 20 In afbeelding 16 is een vanilleplant getekend. Aan een tak groeien twee vanillevruchten. Een vanillevrucht bevat gemiddeld 1500 zaadjes. Beantwoord de volgende vragen. 1 Uit hoeveel stampers zijn de twee vanillevruchten aan deze tak ontstaan? Leg je antwoord uit. Uit twee stampers, want elke vanillevrucht is ontstaan uit het vruchtbeginsel van één stamper. 2 Uit hoeveel zaadbeginsels zijn de vanillezaadjes ontstaan? Leg je antwoord uit. Uit 3000 zaadbeginsels, want er zijn 3000 (2 1500) zaadjes en elk zaadje is ontstaan uit een zaadbeginsel. Afb. 16 Vanille Vanille is een smaakstof afkomstig van de vanillevrucht. We kennen de smaakstof van bijvoorbeeld vanille-ijs of vanilleyoghurt. De smaakstof komt ook voor in cola en allerlei soorten koek en gebak. Het vanillearoma wordt ook nagemaakt en heet dan vanilline. 1 vanillebloem 2 vanillevruchten 3 bewerkte vanillevruchten 96

16 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 21 Je ziet hier tekeningen van delen van planten waarvan de vruchten of zaden eetbaar zijn (zie afbeelding 17). Kleur de eetbare delen van deze planten rood. Afb. 17 vrucht zaad vrucht zaad zaad vrucht vrucht zaad vrucht zaad vrucht zaad LAAT JE DOCENT DE KLEUREN CONTROLEREN. opdracht 22 Beantwoord de volgende vragen. 1 Uit tabel 1 op bladzijde 98 blijkt dat door het plaatsen van bijenkasten in een appelboomgaard het aantal zaden per appel groter wordt. Leg dat uit. Door de bijen neemt het aantal bestuivingen toe. Het aantal bevruchtingen neemt dan ook toe. Door meer bevruchte eicellen ontwikkelen zich meer zaden. 2 Blijkt uit het diagram van afbeelding 18 op bladzijde 98 dat appels groter of kleiner worden als het aantal zaden per appel toeneemt, of is er geen verschil? De appels worden groter. 97

17 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 3 Julie uit afbeelding 27 van je handboek zegt dat de appeloogst groter is wanneer ze bijenkasten in de appelboomgaard zet. Leg met de antwoorden van vraag 1 en 2 uit dat de appeloogst groter wordt door bijenkasten in een boomgaard te zetten. Door bijenkasten in de boomgaard te zetten, neemt het aantal zaden per appel toe. Daardoor worden de appels groter en dan is ook de appeloogst groter. 4 De fruitkwekerij van Julie heeft soms last van bijensterfte. Als bijensterfte regelmatig voorkomt, welk appelras kan Julie dan het beste kweken? Leg je antwoord uit met behulp van het diagram van afbeelding 18. Het appelras jonagold, want bij dit ras is het verschil in vruchtgrootte tussen één of zeven zaden per appel het kleinst (slechts 1 mm). Zonder bijenkasten in de boomgaard neemt de vruchtgrootte bij dit ras dan het minst af. Tabel 1 Aantal zaden per appel Boomgaard A met 3 bijenkasten Aandeel appeloogst 0 7% 42% 1 16% 42% 2 23% 12% 3 30% 4% 4 18% 1% 5 6% 0% Naar: Mantiger (1998), Einfluss der Bestäubingsintensität durch bienen auf die Anzahl Samen pro Frucht. Boomgaard B zonder bijenkasten binnen 500 meter Aandeel appeloogst Afb. 18 vruchtgrootte (mm) aantal zaden per vrucht jonagold red delicious gloster golden delicious Naar: Samenzahl und Fruchtgrösse (uit: Sonderdruck zur Interpoma 1998 des Südtiroler Imkerbundes). keuzeopdracht 23 Een aardbei is een vrucht waarbij de bloembodem uitgroeit tot vrucht. De bloem van een aardbei bevat meerdere stampers. In afbeelding 19 zie je een doorsnede van een aardbeienbloem en een doorsnede van een aardbei. Noteer de namen bij de aangegeven delen. Gebruik daarbij: bloembodem bloemsteel kelkblad kroonblad meeldraad restant stijl stamper uitgegroeide bloembodem vrucht met zaadje vruchtsteel. Afb. 19 stamper kroonblad meeldraad bloembodem bloemsteel restant stijl vruchtje met zaad uitgegroeide bloembodem kelkblad HB BASISSTOF 5 BLZ

18 5 BASISSTOF 1 havo vwo thema 7 Bloemen, vruchten, zaden Verspreiding van vruchten en zaden opdracht 24 Beantwoord de volgende vragen. 1 Wat heeft het voor nut dat de vruchten en zaden van een plant worden verspreid? De zaden komen dan niet allemaal op dezelfde plek terecht, waardoor er meer zaden kunnen kiemen. 2 Bij welke manier van zaadverspreiding komen de zaden het minst ver? Leg je antwoord uit. Bij verspreiding door de plant zelf. Door het wegslingeren van zaden komen de zaden hooguit een paar meter bij de plant vandaan op de grond. Bij verspreiding door de wind of door dieren kunnen zaden kilometers ver van de plant op de grond komen. 3 Wat blaas je weg als je een uitgebloeide paardenbloem leegblaast? De vruchten (met zaden) van een paardenbloem. 4 Vruchten en zaden kunnen veel verschillende kenmerken hebben, zoals: a ze hebben veel vruchtvlees; b ze zijn heel licht; c ze bevatten veel reservevoedsel; d ze hebben vleugels; e ze hebben pluisjes. Welke van deze kenmerken verwacht je bij vruchten en zaden die door de wind worden verspreid? De kenmerken b, d en/of e. 5 Welke functie heeft het vruchtvlees bij de verspreiding van zaden? Het vruchtvlees zorgt ervoor dat dieren de vruchten eten. 6 In dakgoten kiemen vaak zaden van besdragende planten (zie afbeelding 20). Leg uit hoe die zaden daar zijn gekomen. Vogels hebben de bessen gegeten en de zaden in de dakgoot uitgepoept. Afb

19 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 25 In afbeelding 21 zijn enkele delen van planten met vruchten en zaden getekend. Schrijf onder iedere tekening of de verspreiding van de vruchten en zaden plaatsvindt door de plant zelf, door de wind of door dieren. Afb. 21 akkerdistel erwt tandzaad verspreiding: verspreiding: verspreiding: door de wind door de plant zelf door dieren brem es springzaad verspreiding: verspreiding: verspreiding: door de plant zelf door de wind door de plant zelf eik hulst linde verspreiding: verspreiding: verspreiding: door dieren door dieren door de wind 100

20 BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 26 practicum VERSPREIDING VAN VRUCHTEN EN ZADEN BENODIGDHEDEN toegang tot internet of een plantengids (flora) WERKWIJZE Zoek de planten in het schema op. Kruis in het schema aan op welke manier de vruchten en zaden van deze planten worden verspreid. Bitterzoet Gewone berenklauw Grote klaproos Hondsroos Hongaarse raket Maarts viooltje Robertskruid Slipbladige ooievaarsbek Door de plant zelf Door de wind Door dieren X X X X X X X X Je hebt nu de basisstof van dit thema doorgewerkt. Controleer met het antwoordenboek of je de basisstofopdrachten goed hebt uitgevoerd. Je hoort van je docent of je de extra basisstof moet maken. Als je de extra basisstof moet maken, ga je verder op bladzijde 123 van je handboek. Als je de extra basisstof niet hoeft te maken, bestudeer je de samenvatting op bladzijde 129 van je handboek. Daarin staat in doelstellingen weergegeven wat je moet kennen en kunnen. Hiermee kun je je voorbereiden op de diagnostische toets. 101

21 EXTRA BASISSTOF 1 havo vwo thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 6 Ongeslachtelijke voortplanting opdracht 27 Beantwoord de volgende vragen. 1 Op welke wijze zullen pitloze bananen (zie afbeelding 22) worden vermeerderd: door geslachtelijke voortplanting of ongeslachtelijke voortplanting? Leg je antwoord uit. Door ongeslachtelijke voortplanting. Er vindt geen bevruchting plaats die nodig is voor geslachtelijke voortplanting. Voor geslachtelijke voortplanting zijn ook zaden nodig en bananenplanten met pitloze vruchten ontwikkelen geen volgroeide zaden. Afb. 22 Pitloze bananen, komkommers en druiven Verschillende soorten vruchten die wij dagelijks eten zijn zo gekweekt dat de pitten door vele jaren veredeling weg zijn geselecteerd. Een banaan bijvoorbeeld is een vrucht die van oorsprong zaden bevat. Wilde bananenplanten maken kleine vruchten met zaden en weinig vruchtvlees (zie de afbeelding). De tegenwoordig gekweekte bananen kunnen zich ontwikkelen zonder dat bevruchting heeft plaatsgevonden, zodat bananen zonder zaden ontstaan. Pitloze druiven zijn ook populair. Door jarenlange selectie zijn de zaden steeds kleiner geworden. Daardoor zijn slechts resten van zaden in de pitloze druiven zichtbaar. wilde banaan wilde komkommer 2 Een bekende kamerplant is kindje-op-moeders-schoot. Bij deze kamerplant ontstaan aan het begin van de bladschijf jonge plantjes (zie afbeelding 23). Als je deze jonge plantjes in potgrond doet, groeien ze uit tot nieuwe planten. Zijn deze nieuwe planten ontstaan door geslachtelijke voortplanting of door ongeslachtelijke voortplanting? Leg je antwoord uit. Door ongeslachtelijke voortplanting, want een deel van de plant groeit uit tot een nieuwe plant. Afb plant 2 blad met jonge plant 102

22 EXTRA BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 3 Een krokus heeft een knol en geen bol zoals vaak wordt gedacht. In afbeelding 24 zie je een foto van een krokus en van een doorgesneden krokusknol. Noem een kenmerk dat in de afbeelding te zien is en waaruit blijkt dat de krokus een knol heeft en geen bol. In de afbeelding is te zien dat de krokus geen rokken heeft. Een bol heeft rokken, een knol niet. 4 Een uitloper en een wortelstok zijn beide stengels waaraan jonge planten ontstaan. Wat is het verschil in groeiwijze tussen uitlopers en wortelstokken? Uitlopers groeien boven de grond en wortelstokken onder de grond. 5 Op welke manieren kan een kweker planten ongeslachtelijk vermeerderen? Met bollen, knollen, uitlopers, wortelstokken, stekken of een weefselkweek. Afb krokus Afb doorgesneden krokusknol In afbeelding 25 zie je knoflookteentjes en radijs. Knoflookteentjes bevatten verdikte bladeren waarin reservevoedsel is opgeslagen. Radijs heeft een verdikte stengel waarin reservevoedsel is opgeslagen. 6 Zijn knoflookteentjes bollen of knollen? Bollen. 7 Heeft radijs bollen of knollen? Knollen. 1 knoflookteentjes 2 radijs opdracht 28 practicum EEN UIENBOL BENODIGDHEDEN een uienbol een mes tekenmateriaal WERKWIJZE Snijd de uienbol in de lengte door (zie afbeelding 26). Maak in het vak een natuurgetrouwe tekening van de lengtedoorsnede. Geef de volgende delen aan: bolschijf eindknop knop rok wortel. Afb. 26 Doorgesneden uienbol. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. Uienbol, lengtedoorsnede. 103

23 EXTRA BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 29 In afbeelding 27 is een stuk van een artikel uit een tuinboek weergegeven. Beantwoord de volgende vragen met behulp van dit artikel. 1 Is oculeren een vorm van geslachtelijke voortplanting of van ongeslachtelijke voortplanting? Leg je antwoord uit. Van ongeslachtelijke voortplanting, want uit een deel van een plant groeit een nieuwe plant (er vindt geen bevruchting plaats). 2 Wat is de kleur van de rozen die uit de nieuwe knoppen ontstaan: roze of wit? Leg je antwoord uit. Wit, want de rozen ontwikkelen zich uit een knop van een rozenstruik met witte bloemen. 3 Het komt regelmatig voor dat de onderstam van de wilde roos gaat uitlopen en bloeien. Welke kleur hebben de bloemen die aan takken van deze onderstam ontstaan? Roze. Afb. 27 Rozen kweken Oculeren is een bepaalde manier om planten te vermeerderen. Een kweker snijdt met een scherp mes een T-vorm in de bast van een plant. Daarna schuift hij de knop met een stukje bast van een andere plant in de T-vormige snee (zie de afbeelding). Dit gebeurt onder andere bij rozen. Een knop van een gekweekte roos (met witte bloemen) wordt onder de bast van een onderstam van een wilde roos (met roze bloemen) geplaatst en groeit daar vast. Uit de knop groeit een tak met bladeren en nieuwe bloemknoppen. De bloemen die aan deze tak komen, hebben dezelfde kleur als de rozen van de struik waarvan de knop afkomstig is. knop HB EXTRA BASISSTOF 7 BLZ

24 7 EXTRA BASISSTOF 1 havo vwo thema 7 Bloemen, vruchten, zaden Mannelijke en vrouwelijke bloemen opdracht 30 Beantwoord de volgende vragen. In afbeelding 28 zijn drie bloemen schematisch getekend. Vraag 1 tot en met 4 gaan over deze afbeelding. 1 Door welke bloem(en) kan stuifmeel worden gevormd? Door de bloemen 1 en 3. 2 Welke van de getekende bloemen is (zijn) eenslachtig? De bloemen 2 en 3. 3 Welke van de getekende bloemen is (zijn) vrouwelijk? Leg je antwoord uit. Alleen bloem 2, want deze bloem bevat alleen een stamper en geen meeldraden. 4 Bij een bepaalde plantensoort komen zowel bloemen zoals getekend bij 2 als bloemen zoals getekend bij 3 voor. Is deze plantensoort eenhuizig of tweehuizig? Leg je antwoord uit. Eenhuizig, want de bloemen zitten aan dezelfde plant. Er is dus één huis waar dan twee verschillende bloemen aan voorkomen. Als er van dezelfde soort planten met alleen mannelijke en planten met alleen vrouwelijke bloemen voorkomen, spreek je van tweehuizig. 5 Kan bij een plant van een tweehuizige soort zelfbestuiving optreden? Leg je antwoord uit. Nee, want de meeldraden en de stampers zitten niet aan dezelfde plant. 6 Planten met tweeslachtige bloemen zijn eenhuizig. Leg dat uit. Bij planten met tweeslachtige bloemen hebben de planten meeldraden én stampers. 7 Is bij een wilg zelfbestuiving mogelijk? Nee, want meeldraadkatjes en stamperkatjes zitten niet aan dezelfde boom. Afb. 28 bloem 1 bloem 2 bloem 3 105

25 EXTRA BASISSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 8 Ook een els is een katjesdrager (zie afbeelding 29). Bij een els is zelfbestuiving mogelijk. Toch komt dat zelden voor. Geef een mogelijke oorzaak waardoor zelfbestuiving bij elzen zelden plaatsvindt. Als de meeldraadkatjes en de stamperkatjes niet tegelijk rijp zijn, zal zelfbestuiving zelden plaatsvinden. Afb. 29 Katjes van een els. oud stamperkatje stamperkatje meeldraadkatje opdracht 31 practicum KATJESDRAGERS De meeste katjesdragers bloeien vroeg in het voorjaar. Later in het voorjaar ontstaan dan de vruchtjes. In dit practicum ga je katjes bekijken en tekenen. BENODIGDHEDEN loep tekenmateriaal WERKWIJZE Zoek een katjesdrager (berk, eik, els, hazelaar, wilg). Verzamel een stuifmeelkatje en een meeldraadkatje. Maak een tekening van de katjes. Schrijf de namen erbij en of de boom een- of tweehuizig is. Haal voorzichtig een stamperkatje uit elkaar en bekijk een vruchtje. Gebruik hierbij de loep. Maak een tekening van één vruchtje. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. Je hebt nu de extra basisstof van dit thema doorgewerkt. Controleer met het antwoordenboek of je de extra-basisstofopdrachten goed hebt uitgevoerd. Bestudeer de samenvatting op bladzijde 129 van je handboek. Daarin staat in doelstellingen weergegeven wat je moet kennen en kunnen. Hiermee kun je je voorbereiden op de diagnostische toets. 106

26 DIAGNOSTISCHE TOETS 2 SCOREBLAD DIAGNOSTISCHE TOETS doelstelling 1 1 Kelkbladeren zijn meestal groen. 2 Nee. 3 Stuifmeelkorrels. 4 Stampers. 5 Het aanlokken van insecten. 6 Met nummer 7. 7 In nummer 3 (het vruchtbeginsel). 8 De nummers 1, 2 en 3. 9 In deel 5 (de helmhokjes). 10 Deel 4 beschermt de bloem in de knop (tegen uitdroging en kou). 11 Ja. 12 Nee. doelstelling 2 A B C D 1 X 2 X 3 X doelstelling 3 1 Vooral uit stuifmeel van windbloemen. 2 Nee, want de bloempjes van rogge zijn windbloemen. 3 Door insecten, want het zijn ruwe stuifmeelkorrels die gemakkelijk aan het lichaam van een insect blijven hangen. 4 Ja, want dit zijn stuifmeelkorrels van insectenbloemen. Als bijen deze bloemen bezoeken, komt er stuifmeel op hun lichaam terecht. Zo kunnen deze stuifmeelkorrels in honing terechtkomen. 1 havo vwo thema 7 Bloemen, vruchten, zaden 5 Ja, want ambrosia is een windbloem. 6 Door insecten. doelstelling 4 Juist Onjuist 1 X 2 X 3 X 4 X 5 X 6 X 7 X 8 X doelstelling 5 A B C D 1 X 2 X 3 X 4 X 5 X doelstelling 6 1 Door dieren. 2 Door de wind. 3 Door de wind. 4 Door de plant zelf. 5 Door dieren. extra doelstelling 7 1 Door ongeslachtelijke voortplanting, want uit een deel van een plant groeit een nieuwe plant. 2 Uitloper. 3 Wortelstok. 4 Door ongeslachtelijke voortplanting. 107

27 5 De bewering klopt niet omdat een Chioggiabiet een verdikte wortel is, een bol heeft verdikte bladeren. 6 In korte tijd kunnen veel nakomelingen ontstaan. 7 Zoete kersen, want aan de enttak komen dezelfde kersen als aan de boom waarvan de enttak afkomstig was. 8 Van ongeslachtelijke voortplanting. DIAGNOSTISCHE TOETS thema 7 Bloemen, vruchten, zaden extra doelstelling 8 A B C D 1 X 2 X 3 X 4 X 5 X 6 X Controleer met het antwoordenboek of je de diagnostische-toetsvragen goed hebt gemaakt. Heb je geen fouten gemaakt? Begin dan aan de verrijkingsstof. Heb je fouten gemaakt bij een of meer doelstellingen? Bestudeer dan eerst deze doelstelling(en) in de samenvatting. Ga na wat je precies fout hebt gedaan. Begin daarna aan de verrijkingsstof. 108

28 1 VERRIJKINGSSTOF 1 havo vwo Minder bekende vruchten thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 1 Hier staan kenmerken van de vruchten uit afbeelding 68 van je handboek. Vul de naam van de vrucht met deze kenmerken in het kruiswoordraadsel van afbeelding 30 in. Kenmerken vrucht 1 Bes verstopt onder een papierachtig omhulsel. 2 Wit vruchtvlees met bobbelige schil. 3 Zoet, oranje vruchtvlees. 4 Stervrucht. 5 Sterk geurend, donkere stekelige schil. 6 Wordt warm gegeten. 7 Lijkt op sinaasappel met wit of rood vruchtvlees. 8 Donkere schil. 9 Groeit onder andere in Marokko en in de woestijn. 10 Wit vruchtvlees met eetbare pitjes en rode schil. 11 Om de eetbare pitjes zit gelei (als bij tomaat), rode harde schil. Afb p h y s a l i s 2 l y c h e e 3 p a p a y a 4 c a r a m b o l a 5 d o e r i a n 6 b a k b a n a a n 7 g r a p e f r u i t 8 p a s s i e v r u c h t 9 c a c t u s v ij g 10 p i t a h a y a 11 g r a n a a t a p p e l Schrijf de naam van de vrucht in de grijze vakjes op. Sharonfruit 109

29 VERRIJKINGSSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 2 Beantwoord de volgende vragen. 1 Kies uit afbeelding 68 van je handboek drie vruchten uit. Schrijf van deze drie vruchten het gebied van herkomst op. Gebruik hierbij internet. Vrucht: Bakbanaan Cactusvijg Carambola Doerian Granaatappel Grapefruit Lychee Papaya Passievrucht Physalis Pitaja Sharonfruit Herkomst: Zuid-Amerika Mexico, Middellandse Zeegebied Zuidoost-Azië Zuidoost-Azië Iran (Perzië) Jamaica China Mexico Zuid-Amerika Afrika en Zuid-Amerika Mexico, Midden-Amerika en Zuid-Amerika Himalaya 2 Je gaat nu een vrucht proeven uit afbeelding 68 van je handboek. Het mag ook een andere vrucht zijn die je nog nooit hebt geproefd. Misschien heeft je docent al minder bekende vruchten meegenomen. Je kunt ook zelf zoeken naar minder bekende vruchten in supermarkten, groentewinkels of toko s. Je kunt natuurlijk ook meerdere voor jou onbekende vruchten proeven. Welke vrucht heb je geproefd? Ter beoordeling aan jezelf. 3 Beschrijf hoe de vrucht smaakt. Ter beoordeling aan jezelf. Afb. 31 Ander minder bekend fruit. 1 vijg 2 cranberries 3 kiwano 110

30 2 VERRIJKINGSSTOF 1 havo vwo Een bloem bestuderen thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 1 practicum EEN BLOEM VAN BENODIGDHEDEN een bloeiende plant een pincet (eventueel) tekenmateriaal WERKWIJZE Maak in het vak een natuurgetrouwe tekening van het buitenaanzicht van de bloem. Geef de volgende delen aan: bloemsteel kelkblad kroonblad. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. Een bloem van 111

31 VERRIJKINGSSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden Haal voorzichtig een meeldraad uit de bloem. Gebruik hierbij eventueel het pincet. Maak in het vak een natuurgetrouwe tekening van de meeldraad. Geef de volgende delen aan: helmdraad helmknop. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. Een meeldraad van Haal voorzichtig de stamper (of een van de stampers) uit de bloem. Gebruik hierbij eventueel het pincet. Maak in het vak een natuurgetrouwe tekening van de stamper. Geef de volgende delen aan: stempel stijl vruchtbeginsel. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. Een stamper van 112

32 3 Samengesteldbloemigen VERRIJKINGSSTOF 1 havo vwo thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 1 practicum DE PAARDENBLOEM BENODIGDHEDEN een paardenbloem met een bloeiend en een uitgebloeid deel een pincet een loep plakband tekenmateriaal WERKWIJZE Bekijk een bloeiend deel van een paardenbloem. De bloem bestaat uit een groot aantal lintbloemen. Breek een bloeiend deel doormidden en trek er voorzichtig met het pincet één bloempje uit. Bekijk het bloempje met de loep. De bloemkelk bestaat uit een aantal haren. Deze haren vormen als de bloem is uitgebloeid de pluis aan de vrucht. De kroonbladeren zijn vergroeid. Maak in het linkervak een natuurgetrouwe tekening van één lintbloem. Geef de volgende delen aan: bloemkelk helmknoppen kroonbladeren stempel stijl vruchtbeginsel. Plak het bloempje naast je tekening. Bekijk het uitgebloeide deel van de paardenbloem. Nadat een bloem is uitgebloeid, vallen de kroonbladeren, de meeldraden en de stijl met de stempel af. Het vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht. De bloemkelk vormt een pluis. De vruchtjes zitten vast op een gemeenschappelijke bloembodem. Pluk een vrucht met pluis van de bloembodem. Bekijk de vrucht met een loep. Maak in het rechtervak een natuurgetrouwe tekening. Geef de volgende delen aan: vrucht pluis. Plak de vrucht naast je tekening op. Een lintbloem van een paardenbloem. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. Een vrucht met pluis van een paardenbloem. LAAT JE DOCENT DE TEKENING CONTROLEREN. 113

33 VERRIJKINGSSTOF thema 7 Bloemen, vruchten, zaden opdracht 2 Beantwoord de volgende vragen. 1 Verwacht je dat bij paardenbloemen het stuifmeel wordt overgebracht door insecten of door de wind? Het stuifmeel wordt door insecten overgebracht. 2 Op welke manier worden vruchten en zaden van de paardenbloem verspreid? De vruchten en zaden worden via de wind verspreid. Controleer met het antwoordenboek of je de verrijkingsstofopdrachten goed hebt uitgevoerd. 114

1 Bloemen. opdracht 1 practicum. 1 vmbo-t havo vwo. De bloemkroon van een witte dovenetel.

1 Bloemen. opdracht 1 practicum. 1 vmbo-t havo vwo. De bloemkroon van een witte dovenetel. 1 Bloemen opdracht 1 practicum DE BLOEMEN VAN EEN WITTE DOVENETEL WAT HEB JE NODIG? een bloeiende witte dovenetel (zie afbeelding 1) plakband (of zelfklevend doorzichtig plastic) een pincet WAT MOET JE

Nadere informatie

1 Bloemen. 1 vwo gymnasium

1 Bloemen. 1 vwo gymnasium 1 Bloemen opdracht 1 practicum DE BLOEMEN VAN EEN WITTE DOVENETEL BENODIGDHEDEN een bloeiende witte dovenetel (zie afbeelding 1) plakband (of zelfklevend doorzichtig plastic) een pincet een loep een schaartje

Nadere informatie

Voortplanting bij planten

Voortplanting bij planten Voortplanting bij planten Opdracht 1 1. Wanneer spreken we van ongeslachtelijke voortplanting? 2. Een uitloper en een wortelstok zijn beide stengels waaraan jonge planten ontstaan. Wat is het verschil

Nadere informatie

PLANTEN VOORTPLANTING

PLANTEN VOORTPLANTING . PLANTEN VOORTPLANTING Voortplanting - Ongeslachtelijke voortplanting nakomelingen komen van 1 ouderplant * natuurlijke manieren * kunstmatige manieren - Geslachtelijke voortplanting uitwisseling van

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Planten

Antwoorden Biologie Planten Antwoorden Biologie Planten Antwoorden door een scholier 1287 woorden 21 december 2006 6,9 97 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1. Als een deel van een individu uitgroeit

Nadere informatie

Insectenbloemen worden dus alleen door bijen bezocht. Hieronder zie je een cartoon waarin beide soorten bloemen zijn afgebeeld.

Insectenbloemen worden dus alleen door bijen bezocht. Hieronder zie je een cartoon waarin beide soorten bloemen zijn afgebeeld. Les 3: de bij en de bloem (deel 1) De vorige lessen heb je veel geleerd over de bouw van de bij. Zo heb je goed naar zijn kop en poten gekeken. Door het tekenen weet je nu hoe de bij in elkaar zit en je

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu.

Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit uit tot een nieuw individu. Samenvatting door H. 921 woorden 24 januari 2014 5,9 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 2 Planten 01 Ongeslachtelijke voortplanting : Een deel van een individu groeit

Nadere informatie

Bloemen. Duinroosje. Bloemen

Bloemen. Duinroosje. Bloemen Duinroosje Bloemtypen. Eén- en tweeslachtige bloemen. Tweeslachtige bloemen. De bloem heeft twee geslachten, d.w.z meeldraden en stampers zitten in één bloem bij elkaar. Eénslachtige bloemen. De bloem

Nadere informatie

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou

Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou Samenvatting Planten VMBO 4a Biologie voor Jou 2.1 Ongeslachtelijke voortplanting = voortplanting waarbij geen bevruchting plaats vindt; hierbij groeit een stukje van de volwassen plant uit tot een nieuwe

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme

Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme Samenvatting Thema 2: Planten Basisstof 1 Ongeslachtelijke voortplanting: een deel van een organisme groeit uit tot een nieuw organisme - Gebeurt door mitose (gewone celdeling) - Alle nakomelingen hebben

Nadere informatie

Docent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO

Docent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM AAHA Docent: A. Sewsahai KLASSE: 6 VWO Legenda leerstofafbakening: PAARS: OUDE

Nadere informatie

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar

Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar Samenvatting Thema 5 Planten Brugklas Nectar 5.1 4 organen van de plant: Wortels o Opnemen water met voedingsstoffen (mineralen) o Stevigheid o Opslag van reservestoffen Stengel o o Transport van water

Nadere informatie

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten.

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten. Bloemen en zaad Voor voortplanting heb je zaad nodig. Maar waar komt zaad vandaan? Om dat te kunnen uitleggen, moet je weten hoe een bloem is opgebouwd en wat bestuiving en bevruchting is. Opbouw van een

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud

Inhoud. Voorwoord 5. Trefwoordenlijst 113. Inhoud Inhoud Voorwoord 5 6 Steeds meer planten! 9 6.1 Geslachtelijke variaties 9 6.2 Van eicel tot zaad 11 6.3 Allemaal gelijk 14 6.4 De juiste behandeling 24 6.5 Verschillende bollen en knollen 28 6.6 Afsluiting

Nadere informatie

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bouw zaadplanten. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/87623 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Voortplanting. zaadplanten OPDRACHTEN. 1 Geslachtelijke voortplanting. Opdracht 2.1 Hoe is een bloem gebouwd? 1.1 Bouw van een bloem

Voortplanting. zaadplanten OPDRACHTEN. 1 Geslachtelijke voortplanting. Opdracht 2.1 Hoe is een bloem gebouwd? 1.1 Bouw van een bloem 2 Voortplanting thema bij zaadplanten 1 Geslachtelijke voortplanting 1.1 Bouw van een bloem Opdracht 2.1 Hoe is een bloem gebouwd? - bloemen van koolzaad - kleefband - Bekijk nauwkeurig de bloem van het

Nadere informatie

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73622

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73622 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 13 juli 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres https://maken.wikiwijs.nl/73622 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant Anatomie en Morfologie Wortel De Plantencel Bouw van de plant in zijn functionele delen Vormen waarin die delen zich kunnen voordoen Iets over (geslachtelijke) voortplanting 45 48 Plantencel Stengel Jonge

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6 Inhoud Voorwoord 5 Mag ik u een paar vragen stellen? 6 6 Steeds meer planten! 13 6.1 Geslachtelijke variaties 13 6.2 Van eicel tot zaad 16 6.3 Allemaal gelijk 18 6.4 De juiste behandeling 24 6.5 Verschillende

Nadere informatie

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden

PLANTEN. Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden BK402: PLANTEN Basis maakt de vragen 1 t/m 35. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Kader maakt de vragen 1 t/m 45. Voor iedere vraag kan 1 punt behaald worden Beantwoord de volgende vragen. 1 Een

Nadere informatie

De kiemplantjes worden misschien niet langer, doordat er al voldoende reservevoedsel in de zaadlobben aanwezig is.

De kiemplantjes worden misschien niet langer, doordat er al voldoende reservevoedsel in de zaadlobben aanwezig is. 5 Als je kamerplanten water geeft, moet je af en toe kamerplantenmest aan het water toevoegen (bijv. Pokon of Substral). De planten groeien daardoor beter. Een leerling denkt dat tuinkerszaadjes sneller

Nadere informatie

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 13 july 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie https://maken.wikiwijs.nl/73622 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Voortplanting bij zaadplanten vmbo-kgt34

Voortplanting bij zaadplanten vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd 08 April 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/63368 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6

Inhoud. Voorwoord 5. Mag ik u een paar vragen stellen? 6 Inhoud Voorwoord 5 Mag ik u een paar vragen stellen? 6 9 Steeds meer planten! 13 9.1 Geslachtelijke variaties 13 9.2 Van eicel tot zaad 16 9.3 Allemaal gelijk 20 9.4 De juiste behandeling 27 9.5 Verschillende

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten Samenvatting door een scholier 1973 woorden 17 april 2017 7,1 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Hoofdstuk 5 Planten Uit welke delen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Samenvatting Biologie Planten en cellen Samenvatting Biologie Planten en cellen Samenvatting door een scholier 1333 woorden 5 juni 2004 5,6 147 keer beoordeeld Vak Biologie Planten Planten zijn overal om ons heen. Bomen en struiken. De een opvallend

Nadere informatie

Ongeslachtelijke voortplanting vmbo-b34

Ongeslachtelijke voortplanting vmbo-b34 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 12 juli 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73623 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Voortplanting. Lesbrief. Werkgroep Schoolactiviteiten. I.V.N. afd.hengelo. Tel. O74 2770390

Voortplanting. Lesbrief. Werkgroep Schoolactiviteiten. I.V.N. afd.hengelo. Tel. O74 2770390 Voortplanting Lesbrief Werkgroep Schoolactiviteiten I.V.N. afd.hengelo Tel. O74 2770390 1 Deze lesbrief wordt U aangeboden door het I.V.N. afd. Hengelo Voortplanting = zorgen voor jonge planten A. Inleiding

Nadere informatie

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen

Planten. over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Planten over bloemetjes en bijtjes Knollen en citroenen Deze bijeenkomst Planten versus dieren Indeling van het plantenrijk Voortplanting Ecosystemen Indeling van het leven op aarde Er zijn 4 rijken: Bacteriën

Nadere informatie

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1 Naut Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1 8 Thema 4 Voortplanting thema 4 Voortplanting les 1 les 2 les 3 les 4 72 2 VOORAF Vertel dat bij voortplanting vaak wordt gezegd: dat gaat over de bloemetjes

Nadere informatie

De bouw en functie van Bloemen

De bouw en functie van Bloemen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Tijn Meurkens 06 oktober 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67071 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

De bouw en functie van Bloemen

De bouw en functie van Bloemen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Tijn Meurkens 06 October 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67071 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

De bouw en functie van bloemen

De bouw en functie van bloemen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Tijn Meurkens 06 october 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67071 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

verspreiding van zaden

verspreiding van zaden 3-4 verspreiding van zaden Concepten Levenscyclus, Voortplanting Tijdsindicatie les 2 uur Leerdoelen l De leerling weet dat plantenzaden zich op verschillende manieren verspreiden: via wind, water, eigen

Nadere informatie

Het rijk van de planten

Het rijk van de planten 5 BASISSTOF 1 vwo gymnasium Het rijk van de planten thema 4 Ordening opdracht 14 practicum BOOMALG BENODIGDHEDEN een stukje boomschors met groene aanslag (boomalg) een microscoop prepareermateriaal tekenmateriaal

Nadere informatie

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie Molsla Paardenbloem Achtergrondinformatie De paardenbloem is een zeer algemeen voorkomende plant. In gazons, graslanden, bermen en ruigten kun je hem vaak aantreffen. De paardenbloem behoort tot de familie

Nadere informatie

Het rijk van de schimmels

Het rijk van de schimmels 4 BASISSTOF 1 vwo gymnasium Het rijk van de schimmels thema 4 Ordening opdracht 10 Beantwoord de volgende vragen. 1 Heeft de gist die roos veroorzaakt (zie afbeelding 19) een celkern en een celwand? Gistcellen

Nadere informatie

Voortplanting bij bloemplanten. Volledige naam: Nummer: Klas:

Voortplanting bij bloemplanten. Volledige naam: Nummer: Klas: Voortplanting bij bloemplanten Volledige naam: Nummer: Klas: 1. Bouw van de volkomen bloem Hoeveel verschillende onderdelen merk je op per bloem?... Hoeveel verschillende soorten bladeren zijn er aanwezig?...

Nadere informatie

Weegbree. Suggesties ter voorbereiding

Weegbree. Suggesties ter voorbereiding Suggesties ter voorbereiding 1. de POWERPOINT behandelt: - vragen om over na te denken - Bloembouw, begrip stamper, meeldraden en stuifmeel - begrip Bestuiving, door insecten en door de wind - instructie

Nadere informatie

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63323

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/63323 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 23 december 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/63323 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

* Bloemen van heel dichtbij *

* Bloemen van heel dichtbij * * Bloemen van heel dichtbij * Benodigdheden Verschillende soorten bloemen (activiteit 1) Blinddoek (activiteit 1) 1 bloem (per kind - activiteit 2) Papier (activiteit 2) Plakband (op voorhand al zoveel

Nadere informatie

Klas 2. Herhaling biologie klas 1

Klas 2. Herhaling biologie klas 1 Klas 2 Herhaling biologie klas 1 1 Herhaling Biologie Klas 1 De eerste lessen zullen we besteden aan een herhaling van de lesstof uit de eerste klas. Deze herhaling bestaat uit tekeningen, vragen en aantekeningen.

Nadere informatie

Bloembiologie 1 De bouw van bloemen: 1 kelkbladen. 2 kroonbladen

Bloembiologie 1 De bouw van bloemen: 1 kelkbladen. 2 kroonbladen Bloembiologie In dit hoofdstukje wordt wat dieper ingegaan op: de diverse onderdelen waaruit een bloem is opgebouwd bestuiving en bevruchting wind- en insectenbestuiving en het verschil in de bloem het

Nadere informatie

Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia

Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia Alsemambrosia Ambrozijn Ambrosia artemisiifolia Een exoot PlantenWerkGroup Scousele Sonja Reps 11/10/2017 2 Beschrijving: Alsemambrosia is een éénjarige plant die pas sinds 1875 voor het eerst in ons land

Nadere informatie

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4 Voorbereiding post 5 Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 5: Kleuren om (van) te snoepen, voor groep 3 en 4. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

Boterbloemen in het gras

Boterbloemen in het gras Boterbloemen in het gras Achtergrondinformatie De boterbloem behoort tot de familie der ranonkelachtigen. De wetenschappelijke naam Ranunculus betekent in het Latijn: kikkertje. Veel soorten hebben namelijk

Nadere informatie

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Suchmann Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen Wanneer: Dinsdagmiddag 6-13-20 & 27 april De kinderen worden in groepjes verdeeld van 3 of 4 kinderen. Ieder groepje krijgt een onderwerp toebedeeld

Nadere informatie

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep Voorbereiding post 5 Kleuren om (van) te snoepen Groep 5-6-7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 5: Kleuren om (van) te snoepen, voor groep 5 t/m 8. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea)

Werkgroep KNNV IJssel en Lek. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea) 1 Werkgroep KNNV IJssel en Lek Op de ALV 2017 aan de zaalwand getoonde foto s. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea) Oorspronkelijk afkomstig uit Zuid Amerika. Redelijk winterhard. Een klimplant die

Nadere informatie

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit Materiaal Groen Deel 3: Groen groeit Colofon Deel 3: Groen groeit Onderdeel van het materiaal Groen, met de thema s: Seizoenen (dl. 1), Groen in de stad (dl. 2), Groen groeit (dl. 3), Thuis tuinieren (dl.

Nadere informatie

Bloemen en hun bezoekers

Bloemen en hun bezoekers INSTRUCTIEBOEKJE Bloemen en hun bezoekers Scala College Rietvelden 2013 BLOEMEN EN HUN BEZOEKERS a. BESCHRIJVING VAN DE OPDRACHT In deze veldles ga je kijken naar bloemen en de insecten die op bloemen

Nadere informatie

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6

Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6 INHOUD Bollen en knollen Les 1: bollen en knollen... 2 Werkblad bol en knol... 4 Bol en knol stripverhaal... 5 Achtergrondinformatie... 6-1 - Les 1: Bollen en knollen Nodig: Van Milieueducatie: - Aardappel(en)

Nadere informatie

5.1=planten bekijken ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4

5.1=planten bekijken ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4 ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1 t/m 5.4 5.1=planten bekijken -een bloem bestaat uit verschillende onderdelen (zie plaatje hieronder) -met de wortels van een bloem zuigt een

Nadere informatie

Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4

Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4 Samenvatting Biologie 5.1 t/m 5.4 Samenvatting door een scholier 3317 woorden 23 mei 2018 6,9 11 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar ZOEK OP ZOMERHOUT EN LENTEHOUT!!! Biologie samenvatting 5.1

Nadere informatie

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4 Voorbereiding post 5 Kleuren om (van) te snoepen Groep 3-4 Welkom bij IVN Valkenswaard Dit is de powerpointserie als voorbereiding op post 5: Kleuren om (van) te snoepen voor groep 3 en 4. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

Cursus Natuur-in-zicht

Cursus Natuur-in-zicht Planten (deel 1) Cursus Natuur-in-zicht 1 Inhoud van de les Deel 1 Bouw van een plant Hoe leven (bloeiende) planten? Beknopte indeling van het plantenrijk Deel 2 6 grote plantenfamilies Planten 1 Cursus

Nadere informatie

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht Bloemen inhoud. Bloemen 2. Planten 4. Wat is een bloem? 5 4. Binnen in de bloem 6 5. De bloem krijgt bezoek 7 6. Van stamper naar vrucht 8 7. De bloem wordt een vrucht 9 8. Meer hulp 0 9. Kun je me ruiken

Nadere informatie

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen Project Planten ABC Week 1ABC: Algemeen Info: Planten Planten eten, ademen en groeien. Sommige planten houden van natte grond. Anderen van droge grond. Sommige planten houden van veel zon en warmte. Anderen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5 6,8 Samenvatting door Syb 669 woorden 3 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Biologie Biologie H3 Samenvatting PARAGRAAF 1 - Wortel Functies van de wortel: Het opnemen van

Nadere informatie

Vruchten en Zaden. Schakel tussen de generaties

Vruchten en Zaden. Schakel tussen de generaties Vruchten en Zaden Schakel tussen de generaties Overzicht 1. Van bloem tot vrucht 1.1 opbouw van een bloem 1.2 bestuiving, bevruchting, zaadzetting 2. Typen van vruchten 2.1 principes van indeling 2.2 bouw

Nadere informatie

Thema 4 Voortplanting

Thema 4 Voortplanting Naut samenvatting groep 8 Mijn Malmberg Thema 4 Voortplanting Samenvatting Zaad, plant, boom De voortplanting zorgt ervoor dat mensen, dieren en planten kunnen voortbestaan. Bij planten vindt de bevruchting

Nadere informatie

Het uitlopen van bomen

Het uitlopen van bomen Het uitlopen van bomen Werkblad van... Bij deze opdrachten gaan we een aantal weken het uitlopen van vier soorten bomen volgen. Je zult zien, dat tijdens deze weken de bomen eerst gaan bloeien en dat daarna

Nadere informatie

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard

Bloei en bestuiving. In kader van het Leaderproject: De boomgaard als school en atelier. Bij-leren in de boomgaard Nationale Boomgaarden Stichting v.z.w. Vereniging voor pomologie, boomgaard- en landschapsbeheer (staatsblad 2 09-2005) Leopold-III-straat 8 3724 Vliermaal, tel: 012/391188; fax: 012/747438 E-mail: info@boomgaardenstichting.be

Nadere informatie

Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai

Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai Henry N. Hassankhan Scholengemeenschap Scholen Gemeenschap Lelydorp [HHS-SGL) Docent: A. Sewsahai Thema: Planten Boek: 5H Doelstellingen: De student moet weten hoe geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Nadere informatie

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Kijk goed naar deze boom om te zien of het

Nadere informatie

biologie voor jou handboek

biologie voor jou handboek auteurs Arteunis Bos Onno Kalverda Gerard Smits Ben Waas 1b VWO gymnasium 1 VWO gymnasium biologie voor jou handboek biologie voor jou handboek ISBN 978 90 345 8263 8 9 789034 582638 551097 5 Stevigheid

Nadere informatie

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Aftekenlijst 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Werkblad 1 Schematisch

Nadere informatie

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december 2015. Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december 2015. Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 15 december 2015 Beste natuurliefhebber/-ster, De dag begon mistig en op meerdere plaatsen bleef de mist de hele dag hangen. Gelukkig scheen in Beijum de zon. Doordat

Nadere informatie

Bijen en bestuiving in de fruitteelt bij open teelten

Bijen en bestuiving in de fruitteelt bij open teelten Bijen en bestuiving in de fruitteelt bij open teelten ABTB ANI LLTB ZLTO VBBN Bijen en bestuiving van fruit bij open teelten Bloei, bestuiving en bevruchting spelen een essentiële rol bij de vorming van

Nadere informatie

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Rode opdracht: bomen Pak de Boomzoeker 1,2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Staat deze boom in bloei? 0 - Ja 0 - Nee

Nadere informatie

VITA Module 10 kgt. Diagnostische toets Antwoorden

VITA Module 10 kgt. Diagnostische toets Antwoorden VITA Module 10 kgt Diagnostische toets Antwoorden BASISSTOF 2 Wat is voortplanting? 1 Zet een kruisje in de juiste kolom. In tabel 1 staan acht woorden. Hebben deze woorden met seks, met voortplanting,

Nadere informatie

De lente! Werkboekje leeftijd: 10+

De lente! Werkboekje leeftijd: 10+ De lente! Werkboekje leeftijd: 10+ Seizoenen De lente begint meestal op 21 maart. Soms kan het begin van de lente ook vallen op 20 maart. Dat heeft te maken met de stand van de zon. Afgesproken is dat

Nadere informatie

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES Naam: Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES Bekijk het clipje: Beschuit met muisjes Groep: LES 8 - WERKBLAD 1 a) Weet je hoe het was toen jij een baby was? Bijvoorbeeld: Was je het eerste kind bij jou thuis

Nadere informatie

17/03/2016. Planten 2. Cursus Natuurgids. 1. Overleven 2. Voortplanting 3. Concurrentie

17/03/2016. Planten 2. Cursus Natuurgids. 1. Overleven 2. Voortplanting 3. Concurrentie Planten 2 Cursus Natuurgids 3. Concurrentie 2 1 1. Wat heeft een plant nodig om te overleven? Voedsel Autotrofie Heterotrofie Voedselreserves Een en tweejarige planten Water Landplanten Waterplanten 3

Nadere informatie

Plantenfamilies leren herkennen

Plantenfamilies leren herkennen Plantenfamilies leren herkennen Om te leren determineren, les 1 1) Ga naar: http://www.inverde.be en druk op het slotje 2) Vul het sleutelwoord = anjer in en druk op toon pagina Opbouw van de cursus 1.

Nadere informatie

Planten 2 Cursus Natuurgids

Planten 2 Cursus Natuurgids Planten 2 Cursus Natuurgids 3. Concurrentie 2 1. Wat heeft een plant nodig om te overleven? Voedsel Autotrofie Heterotrofie Voedselreserves Een en tweejarige planten Water Landplanten Waterplanten Voedsel:

Nadere informatie

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen

Groene Detailhandel. Bol- en knolgewassen kennen we vooral uit het voorjaar. Het zijn verdikte plantendelen die zich onder de grond bevinden. Veel bol- en knolbloemen worden als snijbloem gebruikt. Sommige bollen en knollen worden tot de groenten

Nadere informatie

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep

Voorbereiding post 5. Kleuren om (van) te snoepen Groep Voorbereiding post 5 Kleuren om (van) te snoepen Groep 5-6-7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard Dit is de powerpointserie als voorbereiding op post 5: Kleuren om (van) te snoepen voor groep 5 tot en met 8.

Nadere informatie

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6. 15 Plattegrond Dreuzelpad: Dit boekje is gemaakt door de educatiewerkgroep van de Natuurtuin t Loo. Maart 2004 Paula Heesterbeek, Afke Schoo Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5

Nadere informatie

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6. Een tocht over zaden op reis door de natuurtuin t Loo over het dreuzelpad. Geschikt voor kinderen van groep 4,5 en 6. 2 Lees deze bladzijde goed, want dan weet je precies wat je moet doen! Dit boekje gaat

Nadere informatie

lesdoelen - De kinderen ontdekken:

lesdoelen - De kinderen ontdekken: lesbrief moestuintjes - lesvoorbereiding Bij zoekt bloem De kinderen ontleden een bloem en maken bloembommen voor de bijen. benodigdheden tijdens de les - Vijf á zes bloemen waarbij stamper en meeldraden

Nadere informatie

Invuloefeningen (derde graad)

Invuloefeningen (derde graad) Invuloefeningen (derde graad) Spelregels Vul de oefeningen in tijdens of vlak na het bekijken van de tentoonstelling Sla je slag. De antwoorden op de vragen zijn terug te vinden op de tentoonstelling.

Nadere informatie

Lessuggesties voor groep 5-8

Lessuggesties voor groep 5-8 Lessuggesties voor groep 5-8 1 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal - Leskaarten met lessuggesties groep 5-8 - Materialen van het pakket: Leskaart 1

Nadere informatie

Een zadenwandeling over het Dreuzelpad door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 1-4 onder begeleiding van een volwassene.

Een zadenwandeling over het Dreuzelpad door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 1-4 onder begeleiding van een volwassene. 2 Een zadenwandeling over het Dreuzelpad door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 1-4 onder begeleiding van een volwassene. De vetgedrukte tekst kan door de begeleider voorgelezen worden, of in eigen

Nadere informatie

1. Wat is het verschil tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening?

1. Wat is het verschil tussen een natuurgetrouwe en een schematische tekening? Een technische tekening maken In de biologie proberen we organismen zo nauwkeurig mogelijk te bekijken. De beste manier om dit te doen, is het organismen te tekenen. Als je een organismen tekent, kijk

Nadere informatie

De Wiershoeck, woensdag 18 april Beste natuurliefhebber/-ster,

De Wiershoeck, woensdag 18 april Beste natuurliefhebber/-ster, De Wiershoeck, woensdag 18 april 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Omdat een mens nu eenmaal niet op twee plekken tegelijk kan zijn, was ik afgelopen dinsdag niet op de tuinen van De Wiershoeck en de

Nadere informatie

Determineren van planten

Determineren van planten Determineren van planten Determineren van bloemdragende, wilde planten families geslachten soorten Bruikbaar : flora / loep / pincet of mesje r.gesquiere@telenet.be 1 Enkele belangrijke plantenfamilies

Nadere informatie

Leydse Weelde. Carolus Clusius - A

Leydse Weelde. Carolus Clusius - A Leydse Weelde Carolus Clusius - A Welkom in Museum Boerhaave. Je gaat de tentoonstelling Leydse Weelde Groene ontdekkingen in de Gouden Eeuw bekijken. Met groene ontdekkingen worden natuurlijk planten

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie a-KB-2-b

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie a-KB-2-b Bijlage VMBO-KB 2009 tijdvak 2 biologie CSE KB Deze bijlage bevat informatie. 945-0191-a-KB-2-b Informatie - Aardappels Lees eerst informatie 1 tot en met 8 en beantwoord dan vraag 39 tot en met 48. Bij

Nadere informatie

De bloembol / ui. 1. Eindknop 5. Nieuwe bol 2. Rok 6. Stengel 3. Knop 4. Wortels

De bloembol / ui. 1. Eindknop 5. Nieuwe bol 2. Rok 6. Stengel 3. Knop 4. Wortels De bloembol / ui Een bloembol of ui is een ondergronds deel van een plant waarin voedingsstoffen worden opgeslagen die de plant gebruikt om het volgende seizoen weer uit te groeien. Eén plant kan soms

Nadere informatie

De teelt van zonnebloemen

De teelt van zonnebloemen De teelt van zonnebloemen De zonnebloem heeft als wetenschappelijke naam: Helianthus annuus. Deze naam komt van de Griekse woorden voor zon (helios) en bloem (anthos). De plant behoort tot de grote familie

Nadere informatie

Van meizoentje tot liefkruid

Van meizoentje tot liefkruid Van meizoentje tot liefkruid Madeliefje Het madeliefje groeit in made landen (made = gras). Het madeliefje hoort bij de familie der composieten of samengesteld bloemige. Wat bij de eerste oogopslag één

Nadere informatie

Lessuggesties voor groep 3 & 4

Lessuggesties voor groep 3 & 4 Lessuggesties voor groep 3 & 4 1 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op: www.rotterdam.nl/downloadslesmateriaal - Leskaarten met lessuggesties groep 3 & 4 - Materialen van het pakket: Leskaart

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN 3 8 6 10 ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is...... een vaste plant met een houten stam en een kruin, alleen noemen de onderdelen anders dan bij een plant. Delen van de boom Laat de kinderen

Nadere informatie

Bestuivingsinformatie

Bestuivingsinformatie Bestuivingsinformatie Aardbei Fragaria vesca Familie Ode: Rosales Familie: Rozenfamilie, Rosace. Geslacht: Frigaria Biotoop en bodem: De aardbei prefereert een zonnige standplaats op vochtige vruchtbare

Nadere informatie

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN

ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN ALLES WAT JE WILT WETEN OVER BOMEN Een boom is... Een boom is een plant, alleen noemen de onderdelen anders. Een boom is namelijk een vaste plant met een houten stam en een kruin. Delen van de boom Laat

Nadere informatie

Planten 2. Cursus Natuurgids

Planten 2. Cursus Natuurgids Planten 2 Cursus Natuurgids Planten 2 1. Overleven 2. Voortplanting 3. Concurrentie 2 1. Wat heeft een plant nodig om te overleven? Voedsel Autotrofie Heterotrofie Voedselreserves Eén tweejarige planten

Nadere informatie

Kruidentuin in de klas

Kruidentuin in de klas Kruidentuin in de klas Werkbladen Leerlingenwerkboek Groep 5 t/m 8 Zaden... 2 Kieming, een nieuw begin... 3 Testen kiemfactoren... 4 Kruidenkaart maken... 5 De bouw van een plant... 6 Herbarium maken...

Nadere informatie

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in) Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Rode opdracht: bomen Pak de boomzoeker 1, 2 en 3 uit de werkmap Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :... Als je naar de takken van de boom kijkt,

Nadere informatie