BIJLAGEN RENOFASE. Nathan Van Den Bossche Charlotte Coupillie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BIJLAGEN RENOFASE. Nathan Van Den Bossche Charlotte Coupillie"

Transcriptie

1 RENOFASE Nathan Van Den Bossche Charlotte Coupillie Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur Vakgroep Architectuur en Stedenbouw Onderzoeksgroep bouwfysica, constructie en technische installaties E nathan.vandenbossche@ugent.be T M Technicum Blok 4 Sint Pietersnieuwstraat 41, 9000 Gent

2 1 THERMOGRAFIE ALS CONTROLETOOL VOOR NA-ISOLATIE Een van de meest gekende toepassingen van thermografie is het controleren van de bouwschil op koudebruggen en isolatiegebreken. Afhankelijk van het doel van de metingen wordt een kwantitatieve of kwalitatieve thermografie uitgevoerd. Een kwalitatieve inspectie houdt in dat vooral gekeken wordt naar isolatiegebreken, koudebruggen en luchtlekken, zonder echte focus op de exacte temperatuur. Bij kwantitatieve metingen wordt wel belang gehecht aan de nauwkeurigheid van de oppervlaktetemperaturen. De bedoeling is dan vooral om de thermische prestatie van een bouwcomponent te bepalen. De voorwaarden voor dit laatste type metingen zijn dan ook strenger. 1.1 Woning 1 Deze case demonstreert hoe thermografie kan ingezet worden om de na-isolatie bij een woning te controleren. In deze meting werd een woning, voorzien van na-isolatie, geïnspecteerd Situatiebeschrijving Staat van de woning De woning werd gebouwd in 1986 met een isolerende baksteen van 14cm, een laag isolatie van 4 cm, een spouw van 3 cm die nagevuld werd met EPS-parels en een baksteen gevelsteen. De woning wordt verwarmd met luchtverwarming. Wegens de hoge ruimtes in het gebouw kan het boven een 3-tal graden warmer zijn dan beneden. Binnen was het ongeveer 20 C, de buitentemperatuur tijdens de metingen bedroeg ongeveer 6,9 C. Het temperatuurverschil tussen buiten en binnen bedroeg dus meer dan 10 C. Het buitenspouwblad bestond uit metselwerk. Het was niet mogelijk om de emissiviteit met emissiviteitstape te bepalen. FLIR suggereert een emissiviteit van 0,94 voor metselwerk [1] Situatie tijdens de metingen Weer Tijdens de meting werden de volgende omstandigheden genoteerd. Het weer: Uitvoering tussen 8u30 en 9u, zonsopgang om 8u30-zonsondergang dag ervoor om 16u50. De zuidwestgevel kon dus ongeveer 13 uren afkoelen na zonneschijn. De wand heeft dus voldoende kunnen afkoelen indien de zon de dag voor de meting geschenen heeft [2]. Op het moment van de metingen begon de zon te schijnen op de noord- en zuidoostelijke gevel. De koudebruggen boven het raam en de vloeraansluiting waren wel goed te zien. Op het moment van de meting was het licht bewolkt tot helder weer. De gereflecteerde temperatuur onder het afdak bedroeg gemiddeld -1 C. Dit kan verklaard worden door de zonnestraling die op de folie begon te komen. De windsnelheid varieerde tussen 0,5 m/s en 1 m/s. Het weer tot twee dagen voor de meting: Overwegend bewolkt met buien (Bron: TV Limburg) Eigenschappen IR-camera De thermografie werd uitgevoerd met een FLIR E60bx camera, met resolutie 320 x 420 en 25 x19 C lens. 2/51

3 1.1.2 Thermografie op een nagevulde spouwmuur: verwachte waarneming? Bij woning die goed is na-geïsoleerd zijn typische koudebruggen, zoals aangestorte lateien boven ramen en aansluitingen met de vloer, goed te zien [2,3]. Een typisch schadepatroon bij gebrekkige na-isolatie zijn onregelmatige patronen met een hogere oppervlaktetemperatuur ter hoogte van ramen, dakranden en plaatsen waar begroeiing op het oppervlak of kabels, mortelbaarden, enz. in de spouw zitten. Aan de binnenkant van de bouwschil is gebrekkige na-isolatie echter niet waar te nemen [2,3] Waarnemingen tijdens de thermografische inspectie Zuidoosten De zon zat al deels op de gevel toen de meting aangevat werd. Er zijn koudebruggen te zien ter hoogte van de raamlatei en vloeraansluiting. Ook de onderkant van het dakschild vertoont een hogere temperatuur: de isolatieplaten van aan de binnenkant lopen daar namelijk door tot tegen de uiterste rand, waardoor deze een deel buiten zitten. Fig. 1. Infrarood- vs. gewone beelden van zuidoostengevel. 3/51

4 Noordoosten De zon zat al deels op de gevel toen de meting aangevat werd. Er zijn koudebruggen te zien ter hoogte van de raamlatei, raamdorpel en vloeraansluiting. Ook de gevel net onder dakschild vertoont een hogere temperatuur: de isolatieplaten van aan de binnenkant lopen daar namelijk door tot tegen de uiterste rand, waardoor deze een deel buiten zitten. Dit veroorzaakt mogelijk een warmere zone in de bovenkant van de gevel. Mogelijk is er gebrekkige opvulling ter hoogte van de dakgoot, in de hoek van de gevel. Dit is typisch een moeilijker te bereiken plaats. Een onderzoek met een endoscoop (gat boren in de gevel om met een camera in de spouw te kijken) zou hierover uitsluitsel kunnen gevel. Fig. 2. Infrarood- vs. gewone beelden van noordoostengevel. 4/51

5 Noordwesten Fig. 3. Infrarood- vs. gewone beelden van noordwestengevel Zuidwesten Er was een veranda en een afdak aan deze kant. Opnieuw is enkel een koudebrug te zien boven de deur, door de aangestorte latei. 5/51

6 Fig. 4. Infrarood- vs. gewone beelden van zuidwestengevel Binnenkant raam Fig. 5. Infrarood- vs. gewone beelden aan de binnenkant van het raam Besluit na-inspectie Een eerste vlugge analyse wijst op een goede uitvoering van de na-isolatie. De koudebruggen ter hoogte van ramen, vloer- en dakaansluiting zijn duidelijk te zien. Er zijn nergens onregelmatige patronen te zien die kunnen wijzen op een gebrekkige opvulling van de EPS-parels. 1.2 Woning 2 In Niewerkerken werd een woning met een dunne spouw van 3 cm geïsoleerd. Daarna werd een gedeelte van het buitenspouwblad afgebroken om de uitvoering visueel te controleren. Voor het aanbrengen van de spouwmuurisolatie werd een thermografische meting uitgevoerd. De spouwmuurisolatie zelf werd uitgevoerd eind maart. Er werden EPS parels geïnjecteerd in de zuidwestelijke gevel van de woning. Door dit late tijdstip in het seizoen was het niet meer mogelijk om een betrouwbare thermografische meting uit te voeren. De temperatuur van de buitenlucht was te hoog waardoor eventuele gebrekkige punten niet zichtbaar zouden zijn op een infraroodbeeld. Op 3 juni 2016 werd de zuidgevel van de woning afgebroken om de na-isolatie visueel te inspecteren. Uit de visuele inspectie bleek dat de dunne spouw overal goed opgevuld werd. 6/51

7 1.2.1 Situatiebeschrijving Staat van de woning De woning werd gebouwd in 1990 met een isolerende baksteen, een spouw van 3 cm en een baksteen gevelsteen. Bij sommige schildelen werd de baksteen gevelsteen ook aan de binnenkant van de gebouwschil aangebracht. De achtergevel (Fig. 6), gericht naar het zuidwesten, werd in de spouw geïsoleerd bij wijze van test. Op 6 juni werd deze gevel afgebroken voor verbouwingswerken en kon de uitvoeringskwaliteit echt gecontroleerd worden. Fig. 6. Foto achtergevel (Omer Kurtulus). De woning wordt verwarmd met luchtverwarming. Wegens de hoge ruimtes in het gebouw kan het boven een 3-tal graden warmer zijn dan beneden. Binnen was het ongeveer 20 C, de buitentemperatuur tijdens de metingen bedroeg ongeveer 6,9 C. Het temperatuurverschil tussen buiten en binnen bedroeg dus meer dan 10 C. Het buitenspouwblad bestond uit metselwerk. Het was niet mogelijk om de emissiviteit met emissiviteitstape te bepalen volgens [4]. FLIR suggereert een emissiviteit van 0,94 voor metselwerk [5] Situatie tijdens de metingen Weer Tijdens de meting op 7 januari 2016 werden de volgende omstandigheden genoteerd: Het weer: Uitvoering tussen 6u en 7u, zonsopgang om 8u30-zonsondergang dag ervoor om 16u50. De zuidwestgevel kon dus ongeveer 13 uren afkoelen na zonneschijn. De wand heeft dus voldoende kunnen afkoelen indien de zon de dag voor de meting geschenen heeft [2]. Op het moment van de meting was het licht bewolkt tot helder weer. De gereflecteerde temperatuur onder het afdak bedroeg gemiddeld -2 C. De gereflecteerde temperatuur onder de blote hemel bedroeg -19 C. Als gereflecteerde temperatuur werd een gemiddelde waarde van -10,5 C voor de stukken muur onder een afdak (Fig. 7). De windsnelheid varieerde tussen 0,2 m/s en 1 m/s (Fig. 8). 7/51

8 Fig. 7. Opmeting van de gereflecteerde omgevingstemperatuur, volgens (ASTM E , 2002). Fig. 8. Meting van de windsnelheid (m/s) met het kalibratietoestel. Het weer tot twee dagen voor de meting: Overwegend bewolkt met buien (Bron: TV Limburg) Eigenschappen IR-camera De thermografie werd uitgevoerd met een FLIR E60bx camera, met resolutie 320 x 420 en 25 x19 C lens Vochtgehalte muur Door de zuidwestelijke oriëntatie wordt deze gevel doorgaans vaker blootgesteld aan slagregen. Er werd een vochtmeting uitgevoerd op het buitenoppervlak van de gevel (Fig. 9Fig. 9). Fig. 9. Afleeswaarde van de hydrometer. 8/51

9 1.2.2 Thermografie op een spouwmuur: verwachte waarneming? De spouw is ongeveer 3 cm breed, wat als dun beschouwd wordt. Er wordt uitgegaan van een geventileerde spouw. Bij buitenmetingen op een geventileerde spouw worden de volgende fenomenen verwacht: Schoorsteeneffect in de spouw: Bij sterk geventileerde spouwmuren zal de warmteoverdracht voornamelijk via convectie en straling gebeuren. Omwille van de beperkte breedte van de spouw zal een schoorsteeneffect optreden in de schouw, waardoor hoger gelegen muuroppervlakken een warmere oppervlaktetemperatuur zullen vertonen. Fig. 10 toont een aanzicht, doorsnede en thermografisch beeld van een spouwmuur waar een stuk isolatie ontbreekt. Op het thermografisch beeld is het schoorsteeneffect duidelijk te zien [6]. Fig. 10. (a) en (b) tonen een aanzicht en opbouw van een labo-opstelling, waarbij een koudebrug gecreëerd werd in de isolatielaag van een spouwmuur. Op het infraroodbeeld rechts is duidelijk het schoorsteeneffect te zien. De warme lucht stijgt op door de convectie in de spouw [6] De thermografische inspectie Zuidwesten frontaal Fig. 6 toont een algemeen beeld van de achtergevel. De gevel bestaat uit 4 volumes die minder of meer uitsteken. De twee uiterste delen zijn afgeschermd van de straling van de hemelkoepel door een afdak dat ongeveer 1 m uitkraagt. Fig. 11 toont de IR-foto van ieder deel. Op het eerste zicht werd een hogere oppervlaktetemperatuur vastgesteld aan: (a) de vloeraansluiting (+2 C) door contact tussen binnen- en buitenspouwblad; (b) de aansluiting raam en dakgoot op de binnenmuur door contact tussen binnen- en buitenspouwblad; (c) de rolluikkast boven het raam; (d) de hoger gelegen delen van de gevel door de luchtverwarming binnen en door convectie in de spouw (zie ook Fig. 12). Achter deze ruimte bevindt zich een leefruimte en een slaapkamer. De temperatuurgradiënt komt echter niet terug in het infraroodbeeld van de zuidoostelijke gevel. Daardoor wordt vermoed dat het al dan niet verwarmen van ruimtes een grotere invloed heeft op de uiteindelijke buitenoppervlaktetemperatuur dan convectie in de spouw. Algemeen: de gevel aan de garage en de zithoek heeft een hogere oppervlaktetemperatuur door het afdakje dat de gevel deels beschermd tegen de straling van de hemelkoepel. Het buitenoppervlak van de gevel aan de keuken was ook iets vochtiger, waardoor de oppervlaktetemperatuur mogelijk lager kan liggen. 9/51

10 Lamp Lamp (a) (a) (d) (b) (c) (a) (a) Fig. 11. Infraroodbeelden van de zuidwestgevel (digitale foto Fig. 6). a b Fig. 12. (a) Het bovenste deel van de gevel is ongeveer 1,5 C warmer dan het onderste gedeelte. Dit effect kan veroorzaakt zijn door convectie van warme lucht in de spouw, als de ruimtes achter de gevel (woonkamer en erboven slaapkamer) beide ongeveer dezelfde temperatuur hebben. (b) Op de gevel aan de zijkant zien we dit patroon weliswaar niet terug. Het buitenoppervlak aan de woonruimte en aan de slaapkamer heeft een gelijke temperatuur (5,6-5,8 C). De onverwarmde delen, de zolder in de nok van het dak, zijn eveneens goed te zien. 10/51

11 Zuidwesten zijkanten uitstekend volume De achtergevel is samengesteld uit 4 volumes die op een verschillende diepte zitten. Fig. 13 tot en met Fig. 17 tonen de infraroodbeelden van de zijkanten van de uitstekende volumes. Zijkant 1 aan keukendeur a b Fig. 13. (a) In de binnenhoeken is de oppervlaktetemperatuur altijd hoger. Dit effect wordt door verschillende mechanismen in de hand gewerkt: 1: Er is een groter contactoppervlak met de binnenruimte 2: De lucht stroomt minder snel of niet tot in de hoek (kleinere oppervlakteovergangscoëfficiënt) waardoor het oppervlak daar minder afkoelt. (b) In de nok van het afdakje zien we mogelijk een effect van convectie in de spouw en van de gebrekkige luchtdichtheid van de dakaansluiting op het metselwerk (zie ook verder op de binnenfiguren). Fig. 14. Aan de dakrand zijn enkele warmere plekken te zien, vermoedelijk zijn er luchtlekken aanwezig in de aansluiting van het dakschild met het metselwerk (zie ook binnenfoto s). Zijkant 2 aan terras Fig. 15. Opnieuw worden de binnenhoeken sterk afgetekend (hoekeffect) en is de thermische brug in de vloeraansluiting goed te zien. 11/51

12 Zijkant 3 aan woonkamer a b Fig. 16. De binnenhoeken in het metselwerk hebben een hogere oppervlaktetemperatuur door het groter contactoppervlak met de binnenruimte en een kleinere overgangcoëfficiënt. Daarnaast is er mogelijk een gebrekkige luchtdichtheid in de hoek (zie Fig. 12a). Fig. 17. Hier zien we een hoekeffect en thermische brug ter hoogte van de vloeraansluiting De andere gevels Fig. 18. Noordwest: De lateien boven het raam -aangestort tegen het buitenspouwblad?-zijn goed te zien. 12/51

13 Fig. 19. Zuidoost: het al dan niet verwarmen van ruimtes (van onder naar boven: woonkamer, slaapkamer, onverwarmde zolder) tekent zich duidelijk af op de temperatuurverdeling van het buitenoppervlak. Fig. 20. Noordoost (voorgevel) Binnenkant woning Tot slot werd ook een kleine binneninspectie uitgevoerd. Algemeen zijn er hier en daar luchtlekken te zien in de aansluiting tussen het dakschild en de wanden. Er is ook een hoekeffect (geometrische koudebrug) langs de binnenkant te zien (Fig. 21b). a b 13/51

14 Rooster luchtverwarming c d e f 14/51

15 g Rooster luchtverwarming h i Fig. 21. Infraroodbeelden vs. digitale foto s Besluit voorinspectie en verwachtingen na-inspectie De voorinspectie toont een aantal zaken die niet met na-isolatie op te lossen zijn, zoals: de thermische brug aan de vloeraansluiting, aangestorte lateien boven de ramen, thermische bruggen aan de rolluikkast. Door de navulisolatie neemt de thermische massa van de gevel toe, hierdoor zullen: bovengenoemde thermische gebreken duidelijker afgetekend worden; zullen de wachttijden na zon en heldere hemel iets toenemen; de convectiestromingen in de spouw geëlimineerd worden: het gevelgedeelte op Fig. 12(a) zal dan vermoedelijk een egalere temperatuur hebben. Verwachte schadepatronen indien de spouwisolatie slecht uitgevoerd wordt: Gebrekkige opvulling van de binnenhoeken (Fig. 13, Fig. 14, Fig. 15, Fig. 16, Fig. 17) Gebrekkige opvulling ter hoogte van de daknokken (Fig. 13b, Fig. 16). 15/51

16 Eind maart 2016 werd de spouw opgevuld met EPS-parels. Er werd geen na-inspectie uitgevoerd met thermografie omdat er reeds te hoge omgevingstemperaturen zijn op dat moment van het jaar. Door het geringe temperatuurverschil zouden mogelijke luchtholtes in de spouwisolatie niet te zien zijn op het infraroodbeeld [2] Visuele inspectie na-isolatie (3 juni 2016) 3 juni 2016 werd een deel van de zuidwestelijke gevel afgebroken. De spouwisolatie werd op 2 plekken geïnspecteerd. Omer Kurtulus (Masterstudent, UGent) en Timo De Mets (BBRI) waren aanwezig. 1 2 Fig. 22. Overzicht geïnspecteerde gevel (Omer Kurtulus, 7 januari 2016). 1/ Boorpatroon Ter hoogte van gedeelte (1) is de spouw 3 cm breed. Bij afbraak was te zien dat de EPS-parels overal goed aansloten. Zo is het reliëf van de gevelstenen goed te zien (Fig. 23Fig. 23a,b), ook rondom constructieve obstructies in de spouw (zoals het metalen plaatje, Fig. 23c) sloot de EPS overal goed aan. b a c Fig. 23. Afbraak van de gevel met spouwbreedte 3,5 à 4 cm (Timo De Mets, 3 juni 2016). 16/51

17 De enige plekken waar de EPS-laag doorboord werd, is aan de mortelresten in de spouw. Zeker aan de muurvoet viel dit op. De ruimtes rondom de mortelresten waren wel volledig opgevuld (Fig. 24, Fig. 25). Fig. 24. Enkel mortelresten doorboorden de EPS-laag volledig (Timo De Mets, 3 juni 2016). Fig. 25. Ophoping van puin onderaan zorgt voor een onvolledige spouwisolatie (Omer Kurtulus, 3 juni 2016) 2/Boorpatroon 110 X 70 Dit gedeelte van de gevel heeft een smalle spouw van ongeveer 2,5 à 3 cm, op sommige punten was dit 2 cm. Op deze plek werden de EPS-parels aangebracht met een boorpatroon van 120 x 70 cm. Er werd een kleine opening gemaakt. Door de smalle spouw werd bij de afbraak van de gevelsteen ook de EPS-laag beschadigd. Toch werd in de contouren van de opening vastgesteld dat de gevel hier eveneens goed opgevuld was (Fig. 26a,b). Zo is te zien op (Fig. 26c) dat de EPS-parels ook goed de voegen van het dragende metselwerk opvulden. 17/51

18 a b c Fig. 26. Opening in gevel met boorpatroon 110x70 (Omer Kurtulus, 3 juni 2016). Fig. 27. Opening in gevel met boorpatroon 110x70 (Timo De Mets, 3 juni 2016). In de randen van de opening was te zien dat de spouwisolatie goed aansloot. 18/51

19 1.2.6 Vergelijking thermografische inspectie visuele inspectie: Waren de obstructies door mortelresten te voorspellen? Zoals aangegeven in 1.2.4, kan spouwmuurisolatie geen koudebruggen verhelpen, zoals hier aan de vloeraansluiting. Kleine koudebruggen door mortelresten in het midden van de spouwmuur werden echter niet opgemerkt met thermografie. Achter dit gevelgedeelte zit de garage, maar die was eveneens verwarmd op het moment van de infraroodmeting. Het temperatuurverschil bedroeg meer dan 10 C.? Fig. 28. Infraroodfoto van Fig. 11 vs. de foto van de visuele inspectie (Omer Kurtulus, 3 juni 2016). Fig. 29. Foto van de onderste helft van de gevel op de IR-foto bij afbraak. De bovenste mortelresten zijn niet te zien op de infraroodfoto (Timo De Mets, 3 juni 2016). Besluit: Thermografie is nuttig om de grote obstructies in de spouw op te sporen. Voor lokale afwijkingen (zoals mortelresten in het midden van de spouwmuur, lokaal smallere spouw (-0.5 cm)) is onderzoek met een endoscoop aangewezen. 19/51

20 1.3 Woning 3 In deze casus werd de toestand van de gevel voor en na de spouwisolatie in beeld gebracht met thermografie en met warmtefluxmetingen. Bij de metingen van februari 2015, was de spouwmuur van de woning op diverse manieren van isolatie voorzien. Bij sommige bouwschildelen werd polyurethaan (PUR) ingespoten in de spouw, bij andere delen werden PUR-platen geplaatst in de dunne spouw. In nog andere geveldelen werd de isolatie deels of geheel verwijderd. In oktober 2015 werd de volledige spouwmuur geïnjecteerd met EPS-parels (geëxpandeerd polystyreen). In februari 2016 werden opnieuw thermografische metingen en warmtefluxmetingen uitgevoerd. Met thermografie werd een voor- en na-inspectie uitgevoerd om de koudebruggen en de plaatsen met ontbrekende isolatie te lokaliseren en het verschil in de oppervlaktetemperatuurpatronen voor en na de spouwmuurisolatie te zien. Met warmtefluxmetingen kunnen de warmtegeleidingscoëfficiënt (Uwaarde, W/m²K) en de thermische weerstand (R, m²k/w) berekend worden Situatiebeschrijving Staat van de woning Bouwjaar: jaren 80 Spouwmuren waren gedeeltelijk of niet geïsoleerd. In oktober 2015 werden alle wanden volledig na-geïsoleerd. Op de doorsnedes van de woning is te zien dat er koudebruggen voorkomen op typische structurele plaatsen, zoals de vloer-wand aansluiting, de draagbalk boven ramen en de dakaansluiting. a b Fig. 30. (a) Snede van de vloeraansluiting van de woning (b) Beeld van het keldergat aan de woonkamer. Hierop is duidelijk te zien dat de vloerplaat tot tegen het buitenspouwblad komt Spouwmuurisolatiewerken Er werd in het verleden al eens een poging gedaan om de spouwmuur te isoleren: op sommige plaatsen werd PUR-schuim geïnjecteerd, in andere geveldelen werden PUR-platen geplaatst. Dit werd echter onzorgvuldig uitgevoerd. De dikte van het PUR-schuim varieerde over heel de spouw en de PUR-platen sloten niet goed aan [7]. Zonder isolatie was de spouw overal 2 tot 4 cm breed. Voor de isolatiewerken in 2015 werden alle oude isolatiematerialen verwijderd en werden EPS-parels geïnjecteerd. 20/51

21 Thermografie Weersomstandigheden thermografische meting 2015 Op het moment van de thermografische inspectie (5/02/2015), werden de volgende weersomstandigheden ter plaatse vastgesteld: Het was windstil. Wat de windsnelheid betreft, zouden de thermografische metingen dus zowel aan de kwalitatieve (<7 m/s) als de kwantitatieve eisen (<1 m/s) voldoen [2]. De zonsopgang vond plaats tussen 8u en 8u30. De meeste metingen werden voor 8u30 uitgevoerd. -3 C bij aankomst (6u40), Om 11u20 bedroeg de buitentemperatuur 0.16 C. Uit de gevoeligheidsstudie volgt dat de binnen- en buitentemperatuur maximaal 5 C mag variëren voor kwalitatieve metingen. Aan deze voorwaarde werd dus voldaan [2]. Op het moment van de metingen was het licht bewolkt. Hierdoor zijn de oppervlaktetemperaturen niet representatief voor de thermische prestaties, maar zou de zichtbaarheid van koudebruggen niet in het gedrang komen. Fig. 31 geeft een overzicht van de weersomstandigheden tot drie dagen voor de IR-meting op 5 februari Hierop is te zien dat de zon op 4 februari de hele dag geschenen heeft [8]. De zonsondergang vond plaats om 17u36. De thermografische metingen vonden zo n 14 uur later plaats, tussen 7u en 8u in de ochtend. Er was voldoende tijd tussen zonsondergang en de metingen om koudebruggen en ontbrekende isolatie optimaal in beeld te brengen [2]. Fig. 31. Weerdata van een weerstation in Westerlo, ongeveer 21 km ten zuidwesten van Mol. Het tijdstip van de meting werd rood omkaderd [8] Weersomstandigheden thermografische meting 2016 Op het moment van de metingen op 5 februari 2016 was het: Windstil: de anemometer op het kalibratietoestel gaf 0 m/s aan; Zonnestraling: de metingen op 5/02/2016 startten om 7u30, terwijl de zon onderging om 17u34 op de avond voor de meting. Dit betekent dat er ongeveer 13 uur verstreken is waarin de 21/51

22 oppervlaktetemperatuur van de wand terug kon dalen naar een waarde representatief voor de statische toestand. Volgens de sensitiviteitsstudie is de tijdspanne van 13u net voldoende voor de volledig gevulde spouwmuur om metingen op te leveren die representatief zijn voor de thermische prestaties. Voor de detectie van koudebruggen en ontbrekende isolatie is de tijdspanne van 13u dan ook voldoende [2]; Een buitentemperatuur tussen 7 C en 8 C (Fig. 32); Op het moment van de meting was het zwaarbewolkt met lichte regen. Dit zijn ideale omstandigheden voor kwalitatieve metingen volgens de simulaties op spouwmuren met luchtholtes en koudebruggen [2]. Normaliter zouden dit ook goede omstandigheden zijn om oppervlaktetemperaturen te meten die representatief zijn voor de thermische prestaties. Maar de geringe temperatuurverschillen tussen de binnen- en buitenlucht kan de berekening van een R- en U- waarde toch nog bemoeilijken (zie volgende Fig. 32). De binnentemperatuur varieerde van ruimte tot ruimte. In de garage was het bijvoorbeeld 11.5 C, terwijl in de slaapkamer erboven een temperatuur van 18.2 C gemeten werd (Fig. 32) In de studeerkamer was het 21 C (afgelezen van de thermostaat ter plaatse). a b c Fig. 32. Meting van de omgevingstemperatuur. (a) buiten (b) in de garage (c) in de slaapkamer aan de noordgevel. Op de dagen voorafgaand aan de thermografische meting in 2016 was er volgens weerdata van een weerstation in Westerlo [8] veel zon, weinig regen en windsnelheden tot 30 km/u. Fig. 33. Weerdata van een weerstation in Westerlo, ongeveer 21 km ten zuidwesten van Mol [8]. Het tijdstip van de meting werd rood omkaderd. 22/51

23 Temperaturen 2015 vs. temperaturen 2016 De buitentemperatuur lag in 2016 gemiddeld 10 graden hoger dan de buitentemperatuur in 2015 (Fig. 34). Dit heeft als gevolg dat het verschil in oppervlaktetemperaturen aan thermische gebreken zoals koudebruggen kleiner zijn in 2016 dan in Met andere woorden, koudebruggen en plekken met ontbrekende isolatie zullen minder duidelijk zichtbaar zijn op een thermografisch beeld door het kleinere temperatuurverschil in Thermografie meting Thermografie meting Fig. 34. Vergelijking binnen- en buitenluchttemperaturen in 2015 en Op het moment van de thermografische meting in 2015 bedroeg de buitentemperatuur ongeveer 0 C, in 2016 was dit 10 C. Wat betreft de luchttemperatuur van de fluxmetingen, zijn ongeveer dezelfde trends zichtbaar vanaf midden februari (Fig. 34). De buitenluchttemperatuur schommelt tussen gemiddeld -3 C en 12 C. Voor de berekening van de R- en U-waarde worden alle temperaturen gemeten tussen zonsopgang en - ondergang eruit gefilterd Ir-camera en emissiviteit De thermografische foto s werden genomen met een FLIR T440 camera, met onderstaande eigenschappen: Emissiviteit: 0.93., lens 25 x 19, IR-resolutie: 340 x 240 Meetfout: ± 2% of reading De binnentemperatuur op het moment van de metingen werd bepaald met het aluminiumfolie, die de omgevingstemperatuur gereflecteerd. Deze werd bepaald volgens de ASTM-norm. 23/51

24 Voor de bepaling van de gereflecteerde omgevingstemperatuur (θrefl) in de buitenomgeving, werd een aluminiumfolie geplaatst op de gevels. Er werd een beeld genomen vanuit drie posities met ε=1. Op die manier lijkt het alsof alle straling afkomstig is van de aluminiumfolie en niet gereflecteerd van de omgeving. Van de afgeleide oppervlaktetemperaturen van de aluminiumfolie werd het gemiddelde berekend. Op die manier kan θrefl van het meetobject bepaald worden [9]. Tijdens de metingen en deze eerste analyse werd de omgevingstemperatuur op 1 C geschat. Bij het uitlezen van de temperatuurdata wordt deze waarde nog aangepast, indien nodig. Resolutie beelden: 320 x 240 Lens: FOL18 (25 x19 ) Bij de analyse werd deze op de emissiviteit van baksteen ingesteld. Deze eigenschap werd achteraf in het laboratorium bepaald. De methode wordt geïllustreerd op Fig. 35. Op een staal werd een zwarte rubber coating aangebracht met een emissiviteit van De oppervlaktetemperatuur was daar 18.8 C. Door de emissiviteit kan de oppervlaktetemperatuur aan punt Sp3 en Sp4 gelijkgesteld worden aan deze aan de zwarte coating. Uiteindelijk werd een emissiviteit van 0.90 afgeleid voor baksteen [4]. Fig. 35. Bepalen van de emissiviteit van baksteen met een zwarte rubber coating (coating =0.99). Deze hecht perfect op de steen, in tegenstelling tot de klassieke zwarte emissiviteitstape. In 2016 werd een FLIR Tb60x infraroodcamera gebruikt, met dezelfde resolutie en hetzelfde lenstype Andere invloedsfactoren De meubels werden niet verwijderd gedurende beide metingen. Dit was praktisch onmogelijk wegens de grootte van de meubels en de beperkte ruimte in de woning om ze op een andere plaats te zetten. Fig. 35 toont schetsen van het grondplan met de wandkasten aangeduid. Er werd vermoed dat thermografie van binnenuit in dit geval niet veel extra informatie zal opleveren en dat de oppervlaktetemperatuur op de buitenmuur ter hoogte van de wandkasten lager zal zijn. 24/51

25 N Fig. 36. Schets van grondplan van de woning, met aanduiding van de kasten Fluxmetingen op de noordgevel Tenslotte werden ook twee fluxsensoren van het type Hukseflux aangebracht op de noordgevel. Deze gevel was gedeeltelijk geïsoleerd met XPS-platen. In oktober 2015 werd de volledige spouw opgevuld met EPS-parels. Zonder isolatie is de spouw overal 4 cm breed. Om de U- en R-waarde voor en na de werken te controleren, werden fluxmetingen uitgevoerd [10]. Eén sensor werd ongeveer in het midden van de gevel geplaatst op 1.5 m van een raam. De andere sensor hangt dichter bij de hoek waar de aansluiting met de isolatie slecht uitgevoerd werd. Dit was te zien op de IR beelden van binnenuit. Bij deze sensoren horen ook twee thermokoppels van het type K voor de binnenoppervlaktetemperatuur, en twee Hobo-sensoren U die de buitenoppervlaktetemperatuur opmeten. Daarnaast werd ook de binnentemperatuur en de buitentemperatuur gelogd. Het meetinterval bedroeg 10 minuten. Fig. 37. Plaatsing van de fluxsensoren in Tabel 1 geeft de onzekerheid van de verschillende toestellen weer. Tabel 1. Meetnauwkeurigheid toestellen voor de warmtefluxmeting. Apparaat Nauwkeurigheid θi ( C) Hobo onset U ±0.35 C θsi ( C) Thermokoppel K op squirrel 2020 ±0.5 C q (W/m²) Hukseflux HFP01 op squirrel 2020 ±5% of reading θse ( C) Hobo Pro v2 (U23-003) ±0.21 C θe ( C) Hobo Pro v2 (U23-001) ±0.21 C 25/51

26 1.3.2 Thermografie op een spouwmuur: verwachte waarneming? Een van de meest gekende toepassingen van thermografie is het controleren van de bouwschil op koudebruggen en isolatiegebreken. In deze case wordt een thermografie uitgevoerd om een spouwmuurisolatie van een dunne spouw te controleren. Dit is niet evident: gebrekkige spouwmuurisolatie -typisch ontbrekende stukken aan hoekpunten, ramen en deuren- veroorzaakt doorgaans kleine oppervlaktetemperatuurverschillen [2]. Bij een klein temperatuurverschil tussen binnen en buiten zijn dergelijke gebreken niet te detecteren. Daarnaast is het verraderlijk om een vooren nameting te vergelijken, omdat een klein verschil in de weersomstandigheden een volledig ander beeld kan opleveren. In deze case was het temperatuurverschil tussen binnen en buiten 20 C bij de thermografie in 2015 en 10 C in Bijgevolg zijn eventuele gebrekkige isolatie en koudebruggen minder duidelijk afgetekend op het IR-beelden van de na-inspectie. Voor de meting in 2015 had de gevel reeds enkele ingrepen ondergaan. In sommige delen werd plaatisolatie geplaatst, in andere delen werd de spouw gedeeltelijk gevuld met PUR-schuim. In nog andere delen werd de isolatie volledig verwijderd. In al deze gevallen zijn binnenmetingen een must om koudebruggen en andere isolatiedefecten te kunnen detecteren. Wegens de aanwezigheid van kastenwanden was dit echter niet mogelijk. Gezien de vele bewerkingen op de gevel in het verleden, werd in 2015 uitgegaan van een sterk geventileerde spouw. Bij buitenmetingen op een geventileerde spouw worden volgende fenomenen verwacht: Schoorsteeneffect in de spouw: Bij sterk geventileerde spouwmuren zal de warmteoverdracht voornamelijk via convectie en straling gebeuren. Omwille van de beperkte breedte van de spouw zal een schoorsteeneffect optreden in de schouw, waardoor hoger gelegen muuroppervlakken een warmere oppervlaktetemperatuur zullen vertonen. Fig. 10 toont een aanzicht, doorsnede en thermografisch beeld van een spouwmuur waar een stuk isolatie ontbreekt. Op het thermografisch beeld is het schoorsteeneffect duidelijk te zien [6]. a b c Fig. 38. (a) en (b) tonen een aanzicht en opbouw van een labo-opstelling, waarbij een koude brug gecreëerd werd in de isolatielaag van een spouwmuur. Op het infraroodbeeld rechts is duidelijk het schoorsteeneffect te zien. De warme lucht stijgt op door de convectie in de spouw [6]. Convectie in slecht uitgevoerde hoekaansluitingen Fig. 39a toont het effect van een gebrekkige aansluiting in de hoeken. Wanneer de isolatieplaten daar slecht aansluiten, ontstaat een kortsluiting van warme lucht in die hoek. Op de thermografische beelden kan dit zich vertalen in warme plekken aan de hoeken langs de buitenkant, en koudere plekken in de hoeken langs de binnenkant. 26/51

27 Luchtstroming achter de isolatieplaat Fig. 39b toont de luchtstromingen die ontstaan bij een slecht geplaatste isolatieplaat. Het is momenteel niet duidelijk hoe dit zich manifesteert op een infrarood beeld. Mogelijk zijn er langs de buitenkant warme onregelmatige plekken zichtbaar, langs de binnenkant koudere onregelmatigere plekken. a b c Fig. 39 (a) Effect van slecht aansluitende isolatie in de hoeken. Er ontstaat een kort sluiting waardoor vooral op die plek warmteverlies zal optreden [6]. (b) Windwashing rondom een slecht geplaatste isolatieplaat [6]. (c) IRbeeld van een spouwmuur met luchtrotaties rondom het paneel, zoals in Fig. 39(b) [2] Thermografie 2015 vs. thermografie Noordgevel Foto s en beschrijving toestand De noordelijke kant is voorzien van een dunne spouw die deels werd opgevuld met plaatisolatie. Op het gelijkvloers zit een onverwarmde garage. Op de eerste verdieping bevinden zich twee slaapkamers die 24u voor de meting in 2015 op constante temperatuur werden gehouden. In deze ruimtes stond een lage wandkast tegen deze wand opgesteld. Op de foto links is de kabel van de internetaansluiting te zien, die door de noordgevel de woning binnenkomt. In oktober 2015 werd de volledige spouw opgevuld met EPS-parels. Fig. 40. Foto s en aanzicht van de noordgevel. Ter hoogte van het gele vlak zou PUR-schuim in de dunne spouw zitten (situatie februari 2015). De spouw werd volledig opgevuld met EPS-parels in /51

28 Gereflecteerde temperatuur 2015 De geflecteerde temperatuur aan de noordgevel is bepaald door een beeld te nemen van een aluminiumfolie uit drie verschillende richtingen en de emissiviteit op 1 te zetten [9]. De gemiddelde gereflecteerde temperatuur waarmee de beelden van de noordgevel geanalyseerd werden, bedroeg C. Dicht bij deze gevel stond een haag, struiken en enkele bomen Fig. 41. Bepaling van Trefl aan de Noordgevel, volgens ASTM E [9]. Door de zware bewolking stemde de gereflecteerde temperatuur goed overeen met de luchttemperatuur op dat moment. De gemiddelde gereflecteerde temperatuur (θref,2016) bedroeg 8.3 C. Fig. 42. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur (θrefl) in Op het moment van de metingen was het zwaarbewolkt, waardoor de luchttemperatuur (θe) en de gereflecteerde temperatuur zeer dicht bij elkaar liggen Buitengevel Door de kleine afstand tussen de haag en de gevel, kon geen totaalbeeld van deze kant genomen worden. De foto s in 2015 werden genomen tussen 8u20 en 8u26, kort voor zonsopgang. In 2016 werden de foto s rond 7u30 genomen, ruim een uur voor zonsopgang. De aansluiting tussen het dak en de muur is duidelijk waarneembaar op de IR-beelden uit beide metingen (Fig. 43). In 2015 is de oppervlaktetemperatuur aan de dakrand tot 2.5 C hoger (Sp1) dan deze in het midden van het muurvlak (Sp3). In 2016 bedraagt het verschil 1.1 C tot 2.1 C. Binnen de warme lijn aan de dakrand zijn sommige delen hoger in temperatuur dan andere (Sp1 vs. Sp2). Dit kan wijzen op luchtlekken in de dak-wand aansluiting. Verder lijkt er op de IR-foto uit 2015 (Fig. 43a) een hogere oppervlaktetemperatuur te zijn rond het stalen (ε < 0.70) raamkader. Op het beeld uit 2016 lijkt dit meer afgelijnd. Dit wijst er mogelijk op dat de spouw nu beter opgevuld is, waardoor er geen convectie van warme lucht vanuit de raamaansluiting in de spouw aanwezig is. Tot slot valt ook op dat de temperatuurschaal op de metingen uit 2016 anders verdeeld zijn dan in Door de hogere omgevingstemperaturen in 2016 zijn de temperatuurverschillen kleiner, maar in de software wordt door aanpassing van de temperatuurschaal de waarden tussen 5 C en 10 C met meer contrast weergegeven dan de waarden tussen 5 C en -10 C. Fig. 43c toont een aanpassing met een evenredige temperatuurschaal. Door de hogere buitentemperatuur in 2016 vallen alle oppervlaktetemperaturen tussen 5 en 10 C, waardoor er geen gebreken te zien zijn. 28/51

29 10.0 C 5 C C Fig. 43. θrefl =-4.5 C, ε=0.90: (2015) Noordgevel ter hoogte van het eerste verdiep. (2016) Zelfde beeld Het rechterbeeld toont hetzelfde IR-beeld als in het midden, maar met de temperatuurschaal zoals in Hierop is te zien dat de omgevingstemperatuur veel hoger lag in 2016 dan in 2015, waardoor de thermische gebreken zonder aanpassing van de temperatuurschaal- minder goed zichtbaar zijn. Op de IR-foto s van het onderste deel (Fig. 44) is duidelijk een thermische brug te zien tussen de aansluiting van de muur met het maaiveld. Deze structurele koudebrug kan uiteraard niet verholpen worden met het vullen van de spouw. De relatieve impact van de koudebruggen wordt dikwijls groter na spouwmuurisolatie [3]. In 2015 is de oppervlaktetemperatuur er ongeveer 2 C hoger dan op het muuroppervlak erboven. In 2016 bedraagt het verschil 1.4 C. Dit lagere verschil komt door het kleinere temperatuurverschil tussen binnen en buiten in In 2015 is de koudebrug grillig afgelijnd op het IR-beeld, mogelijk te verklaren door het schoorsteeneffect in de lege spouw. In 2016 is het thermische patroon van de koudebrug duidelijker recht afgelijnd, wat wijst op een volledig gevulde spouw boven de koudebrug Fig. 44. (2015) θrefl =-4.5 C, ε=0.90 (2016) θrefl =8.3 C, ε=0.90. Fig. 45 toont een IR-beeld van noordgevel, ter hoogte van de aansluiting met de internetkabel. Deze kabel doorboort ook het binnenspouwblad, waardoor er warme lucht rechtstreeks in de spouw terecht komt en naar boven stijgt. Daardoor kan de oppervlaktetemperatuur daar plaatselijk hoger zijn. Dit lek werd niet verholpen bij het inbrengen van de spouwmuurisolatie Fig. 45. (2015) θrefl =-4.5 C - (2016) θrefl =8.3 C - ε=0.90. De locatie van de internetkabel is met een streepjeslijn aangeduid. Hoogstwaarschijnlijk is het binnenspouwblad daar ook doorboord, waardoor er warme lucht rechtstreeks in de spouw terecht komt en naar boven stijgt. Daardoor is er daar lokaal een hogere oppervlaktetemp. 29/51

30 Noordgevel interieur 2015 Aan de noordelijke gevel zijn twee slaapkamers gelegen op de eerste verdieping. Deze werden de dag voor de metingen op temperatuur gehouden. In beide kamers waren lage kasten tegen de noordelijke wand opgesteld. Op het gelijkvloers bevond zich een onverwarmde garage. Gereflecteerde omgevingstemperatuur 2015 De gereflecteerde temperatuur werd bepaald volgens de ASTM-norm. Bij metingen van binnenuit is de gereflecteerde temperatuur doorgaans de kamertemperatuur. Daarom werd de omgevingstemperatuur ook gelijkgesteld aan de gereflecteerde temperatuur. De gereflecteerde temperatuur (en tevens omgevingstemperatuur) is afgeleid uit het gemiddelde van de drie onderstaande foto s en bedraagt ( )/3 = 21.9 C. Fig. 46. Bepaling van Trefl van de binnenomgeving (slaapkamers) volgens ASTM (Meting 2015). Thermografie Fig. 47 toont de thermografische beelden van de hoeken in de slaapkamers aan de noordgevel. De noordgevel werd op deze beelden aangeduid met de letter N. Ter hoogte van de hoeken tussen wanden en plafond is er een koudere oppervlaktetemperatuur te zien, op beide foto s. In 2015 is de koudere plek vermoedelijk deels veroorzaakt door een slechte aansluiting van de isolatie in de hoeken. In 2016 werd in de hoek een iets hogere oppervlaktetemperatuur gemeten (15.6 C i.p.v C, Sp1), hoewel het temperatuurverschil tussen binnen en buiten in 2016 lager was. Uit de fluxmetingen blijkt eveneens dat de thermische weerstand aan de hoek lager is dan in het midden van de wand zowel in 2015 als in 2016 (1.3.4). Mogelijk is de lagere temperatuur in de hoek te verklaren door de positie van het plafond en de wanden (zie simulaties in 1.3.4). N N Fig. 47. (2015) Trefl = 21.9 C, ε=0.90 (2016) Trefl = 18 C, ε=0.90. Fig. 48 toont een luchtlek ter hoogte van de raamaansluiting. De warmere omtrek rondom het raam op Fig. 43 is dus mogelijk wel te verklaren door een gebrekkige luchtdichting van het raam. 30/51

31 Westgevel 2015 Fig. 48. Trefl = 21.9 C, ε= Foto s en beschrijving toestand Fig. 49 geeft een impressie van de westelijke gevel. Deze bestaat uit verschillende delen. Bv. ter hoogte van de keuken en de garage wordt het muuroppervlak afgeschermd door een afdak. Fig. 49. Foto s en planaanzicht van de westgevel (2015). Ter hoogte van de rode vlakken werd de isolatie verwijderd Gereflecteerde temperatuur 2015 De gereflecteerde temperatuur werd bepaald op een stuk muur aan de keuken, onder het afdak. (Fig. 49 linksonder) en een stuk muur zonder afdak (Fig. 49 linksboven, naast de deur) maar met enkele planten aan de rechterkant. Op het stuk onder het afdak werd een gemiddelde gereflecteerde temperatuur gevonden van (-5.6+(- 5.7)+(-5.9))/3 = -5.7 C. 31/51

32 2015 Fig. 50. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur in Voor het muurgedeelte zonder afdak werd een geflecteerde temperatuur gevonden van (-3)+(-3.5)+(- 5.7)/3 = -4.1 C. Opvallend is dat de gereflecteerde temperatuur hoger is vanuit de linkerhoek en midden (Fig. 51 links en midden). Dit kan verklaard worden door het feit dat er aan de rechterkant van deze gevel planten staan Fig. 51. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur in Voor de algemene analyse werd een geflecteerde temperatuur van -5.7 C ingesteld. De emissiviteit van de bakstenen werd op 0.90 ingesteld. Dit werd afgeleid uit een labotest op eenzelfde type baksteen Tijdens de meting in 2016 werd ook de gereflecteerde temperatuur onder het dak en onder de blote hemel bepaald. Gezien de zware bewolking, benaderde de gereflecteerde omgevingstemperatuur ook overal de luchttemperatuur. De gereflecteerde temperatuur werd ingesteld op 8 C Fig. 52. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur in Thermografie Fig. 53 t.e.m. Fig. 56 geven een totaalbeeld van de westgevel. Alle foto s werden kort na elkaar genomen van 7u20 tot 7u43, zowel in 2015 als in In 2015 waren de meeste gevelgedeelten deels geïsoleerd, met uitzondering van de wand onder het keukenraam. In 2016 werd de spouw van alle gedeelten volledig geïsoleerd met EPS-parels. Op de beelden uit 2015 (Fig. 53) zijn donkerdere vlekken te zien op de volle muren (aangeduid met letters). In het geval van de plek aan k, is dit het gevolg van een kast die lokaal achter die wand opgesteld staat en zo de muur beter isoleert, waardoor er lagere oppervlaktetemperaturen zijn. In het 32/51

33 geval van een half gevulde spouw (i), kunnen dit loszittende isolatieplaten zijn waarachter warme lucht circuleert die daarna opstijgt in de spouw. Op de beelden uit 2016, ziet de muur naast de deur er volledig nagevuld uit. Er zijn kleine verschillen in oppervlaktetemperatuur te zien, maar de temperatuurverschillen zijn te klein om duidelijke conclusies te trekken. Achter deze wand is tevens de garage, die op het moment van de meting een temperatuur had die slechts 5 C hoger was dan de buitentemperatuur. Ook tussen beide smalle ramen op het eerste verdieping (aangeduid met y ) is een schoorsteeneffect te zien langs de zijkant (Fig. 53, 2015). In het geval daar een isolatieplaat in de spouw zit, is deze te smal of zit ze los. Indien daar geen isolatie zit, is de warmte afkomstig van een luchtlek aan de raamkaders en stijgt de warme lucht op in de spouw. Ter plaatste van de raamkaders lijkt de oppervlaktetemperatuur hoger, maar dit kan te wijten zijn aan een lagere emissiviteit dan waarmee de beelden geanalyseerd zijn. Op de beelden uit 2016 vertoont het deel metselwerk tussen de ramen op de eerste verdieping echter gebrekkige isolatie aan de bovenste hoeken. Let wel, de temperatuurschaal is anders verdeeld op de beelden uit 2006, wat erop wijst dat de temperaturen vooral tussen 6 C en 10.3 C zitten. Op basis van deze IR-beelden, is verder onderzoek nodig in de wand tussen de ramen om de spouwisolatie te controleren. Tenslotte is op Fig. 53 een koudebrug te zien ter hoogte van de aansluiting met het maaiveld (Sp1, 2 en 3) en de aansluiting met het balkon aan de slaapkamers op de eerste verdieping (Sp4, Sp5 en Sp6 op Fig. 53). K K I 2015 I 2016 Fig. 53. (2015) θrefl = -5.7 C, ε=0.90. Links: foto zonder punten. Rechts: Foto met aangeduide oppervlaktetemperatuur (2016) θrefl = -5.7 C, ε=0.90. Op Fig. 54 is het infraroodbeeld van het stuk buitenmuur onder het keukenraam afgebeeld. Aan de binnenkant staan vaste keukenkasten opgesteld. Volgens het gevelaanzicht op Fig. 49 is de isolatie hier verwijderd. Op Fig. 54 is de koudebrug ter hoogte van de aansluiting met het maaiveld duidelijk zichtbaar. Net boven de koudebrug zijn warmere grillige plekken (Sp4 op Fig. 54) op het metselwerk te 33/51

34 zien. Het bovenste gedeelte van de muur heeft een lagere temperatuur. Bij een convectie-effect zou dit gedeelte net een hogere oppervlaktetemperatuur moeten hebben. Op de meting in 2016 was het niet mogelijk om deze wand volledig in beeld te brengen, maar Fig. 54 toont dat de koudebrug in de hoek nog duidelijk zichtbaar is Fig. 54. (2015) θrefl = -5.7 C, ε=0.90. (2016) θrefl = 8 C, ε=0.90. Op Fig. 55 is er een koudebrug boven het grote raam te zien. Naast het grote raam staat een hoge kast opgesteld (aangeduid met x op de figuur). Indien er isolatie in de spouw zit, is deze isolatie slecht aangesloten langs de kant van het raam. Mogelijk ontbreekt er isolatie linksboven van het grote raam (aangeduid met y op Fig. 56, 2015). Deze warme plek is verdwenen in de meting van Let wel, door een lager temperatuurverschil tussen binnen en buiten (meting 2016) kan bv. ontbrekende isolatie minder goed zichtbaar zijn op een infraroodbeeld. De koudebrug boven het raam is echter beter afgelijnd op de beelden uit 2016, wat aanwijst dat de spouwmuurisolatie ook hier goed uitgevoerd werd. y x Fig. 55. (2015) θrefl = -5.7 C, ε=0.90. (2016) θrefl = 8 C, ε=0.90. Fig. 56 toont de buitenmuren van het bureau op de eerste verdieping. De buitenmuur loodrecht op de westgevel zou niet van isolatie voorzien zijn. Er is een lichte variatie in de oppervlaktetemperatuur te zien op deze haakse muur. Deze lijkt veroorzaakt te zijn door de verticale stroming van de warme lucht in de spouw (aangeduid met letter y ), afkomstig van de aansluiting met de gang (op Fig. 56 aangeduid met letter x ). De stijgende warme lucht in de spouw gaat naar buiten via de aansluiting met de houten spanten van het dak. Op de IR-foto s uit 2016, lijkt dit fenomeen volledig te zijn verdwenen (ter hoogte van locatie x op beeld 2016). Mogelijk is dit fenomeen niet meer te zien door het lagere temperatuurverschil tussen binnen en buiten in /51

35 y x x Fig. 56. (2015) θrefl = -5.7 C, ε=0.90. (2016) θrefl = 8 C, ε= Westgevel interieur Naast het raam stond een grote kast opgesteld tegen de buitenwand, die mogelijk ook zichtbaar was op de thermografische foto s (K op Fig. 53). Fig. 57. Interieurfoto s uit Gereflecteerde temperatuur 2015 De gereflecteerde temperatuur werd bepaald volgens de ASTM-norm. Bij metingen van binnenuit is de gereflecteerde temperatuur doorgaans de kamertemperatuur. Daarom werd de omgevingstemperatuur ook gelijkgesteld aan de gereflecteerde temperatuur. De gereflecteerde temperatuur (en tevens omgevingstemperatuur) is afgeleid uit het gemiddelde van de drie onderstaande foto s en bedraagt ( )/3 = 22.8 C Fig. 58. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur, binnenmeting Voor de binnenmeting werd de kamertemperatuur als gereflecteerde omgevingstemperatuur aangenomen. 35/51

36 Slaapkamer West Boven de kast is duidelijk de structuur van het schuine dak te zien. Verder is de oppervlaktetemperatuur in de hoek (Sp1) zo n 3 C lager dan de oppervlaktetemperatuur tussen de balken (Sp3). De emissiviteit werd ingesteld op 0.9, vanwege de vele verschillende materialen op het beeld (Fig. 59). Fig. 59. (2015) ) θrefl = 22.8 C, ε=0.90. Bureau West-Noord De gereflecteerde temperatuur werd bepaald volgens de ASTM-norm. Bij metingen van binnenuit is de gereflecteerde temperatuur doorgaans de kamertemperatuur. Daarom werd de omgevingstemperatuur ook gelijkgesteld aan de gereflecteerde temperatuur. De gereflecteerde temperatuur (en tevens omgevingstemperatuur) is afgeleid uit het gemiddelde van de drie onderstaande foto s en bedraagt ( )/3 = 24.0 C. Fig. 60. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur, binnenmeting Deze ruimte bevindt zich onder het hellend dak, gericht naar het oosten. Voor de muur zonder isolatie stond een wandkast opgesteld, waardoor het gebrek aan isolatie niet volledig langs de binnenkant in beeld gebracht kon worden. Enkel een stuk boven de deur kon gefotografeerd worden. Hier is duidelijk het metselwerk van het binnenspouwblad op te zien, zowel in 2015 als in De emissiviteit werd op alle foto s op 0.90 ingesteld. Op Fig. 56 is een beduidend lagere oppervlaktetemperatuur te zien in de hoek (gemiddeld 5 C lager) Fig. 61. (2015) θrefl = 24 C, ε=0.90. (2016) θrefl = 21 C, ε= /51

37 Fig. 62. (2015) θrefl = 24 C, ε=0.90. (2016) θrefl = 21 C, ε= Zuidgevel Onderstaande foto s geven een impressie van de zuidelijke gevel. Op het gelijkvloers is de woonkamer gelegen. Op de eerste verdieping zit een bureauruimte, onder een schuin dak. Op de hoek van de raam zit een betonnen kolom, bedekt door een plaat in kunststof. Het is niet duidelijk of er isolatie aangebracht is. Fig. 63. Buitenfoto, Gereflecteerde temperatuur 2015 De gereflecteerde temperatuur werd opnieuw bepaald volgens de ASTM-norm. Vanuit drie verschillende richtingen werd een infraroodfoto genomen van een aluminiumfolie, met emissiviteit ingesteld op 1. De rechterfoto toont een hoge gereflecteerde omgevingstemperatuur (-1.6 C) t.o.v. de foto vanuit de linker- en middenhoek. Dit kan opnieuw veroorzaakt zijn door de beplanting, die vanuit de linkerhoek gereflecteerd wordt op de ALU-folie. Uiteindelijk werd de gereflecteerde omgevingstemperatuur ingesteld op -7.2 C. Op het moment van deze foto s was de hemel wisselend bewolkt. Fig. 64. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur, buitenmeting /51

38 2016 Voor de infraroodfoto s uit 2016 werd de gereflecteerde temperatuur afgeleid aan de noordgevel genomen. Het was immers zwaar bewolkt waardoor de gereflecteerde temperatuur (8 C) de omgevingstemperatuur benaderde (8.3 C) Thermografie De IR-foto s uit Fig. 65 werden genomen tussen 7u58 en 8u10, vlak voor zonsopgang. De foto s uit 2015 werden geanalyseerd met een gereflecteerde omgevingstemperatuur van -7.2 C, een emissiviteit van 0.90 en een temperatuurschaal tussen -5 C en 6 C. Voor de IR-beelden uit 2016 werd een gereflecteerde omgevingstemperatuur van 8.3 C gebruikt. Op Fig. 65 is opnieuw een thermische brug te zien boven het venster. Rechts van het raam staat een kast opgesteld aan de muur, waardoor de warmteverliezen minder goed te zien zijn. Ook is onderaan het raam de thermische brug tussen de aansluiting van de muur op de vloer te zien. Op de foto uit 2016 is te zien dat de koudebrug boven het raam beter afgelijnd is, wat wijst op een volledig gevulde spouw. Opnieuw, defecten die kleinere temperatuurverschillen vertonen, bv. luchtholtes in de isolatielaag, zijn mogelijk niet te detecteren bij lage temperatuurverschillen tussen binnen en buiten. In 2015 was er een temperatuurverschil van ongeveer 20 C aanwezig, in 2016 gaat het om een temperatuurverschil van 10 C x Fig. 65. (2015) θrefl = -7.2 C, ε=0.90. (2016) θrefl = 8.3 C, ε=0.90. Fig. 66 toont de thermografische foto van het raam met de gemetste bloembak voor. Er is te zien dat in de aansluitingshoek tussen de gemetste bak en de muur een hogere oppervlaktetemperatuur is. Mogelijk sluit de isolatie in de spouw niet goed aan in die hoek. Ook is aan de het venster een schoorsteeneffect langs de isolatieplaat te zien (aangeduid met x ). De koudebruggen aan de vloeraansluiting en aan de dakaansluiting zijn hier heel duidelijk te zien. De warme lucht vanaf deze thermische brug lijkt ook weer op te stijgen in de spouw. In de meting van 2016 zijn de koudebruggen nog steeds duidelijk te zien. x Fig. 66. (2015) θrefl = -7.2, ε=0.90. (2016) θrefl = 8.3 C, ε= /51

39 In 2016 werd wel een warmere plek opgemerkt in de binnenhoek van dat raam. Het is niet duidelijk of dit in 2015 ook al aanwezig was Fig. 67. (2016) θrefl = 8.3 C, ε= Oostgevel Fig. 68 geeft een impressie van de oostgevel. Aan de rand van het dak boven het bureau, stak PURisolatie uit (ter hoogte van de oranje pijl). In oktober 2015 werd de dakrand afgewerkt. Fig. 68. Foto s en aanzicht van Oostgevel. Rechts bovenaan zijn resten PUR isolatie te zien (aangeduid met pijl) Gereflecteerde temperatuur De gereflecteerde temperatuur werd bepaald door een verkreukelde aluminiumfolie aan te brengen aan de gevel en deze vanuit twee verschillende richtingen te fotograferen. Drie richtingen was niet mogelijk vanwege een struik. De thermografische foto s zijn genomen met een emissiviteit gelijk aan 1. Op het 39/51

40 moment dat de gereflecteerde temperatuur aan deze zijde bepaald werd, was de zon al opgekomen en was het wisselend bewolkt. Er werd een gemiddelde gereflecteerde omgevingstemperatuur van -3.8 C afgeleid Fig. 69. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur, buitenmeting Voor de beelden uit 2016 werd een gereflecteerde temperatuur van 8.3 C aangenomen. Deze waarde werd afgeleid aan de noordgevel en stemt overeen met de luchttemperatuur op het moment van de metingen. Thermografie Het infraroodbeeld uit 2015 toont het schuine dak waar de PUR-isolatie uit de spouw hangt (Fig. 70 a,sp1). Er is te zien dat de oppervlaktetemperatuur daar 10.5 C bedraagt, maar deze hoge temperatuur kan veroorzaakt zijn door een emissiviteit van het PUR-oppervlak, dat verschillend is van de emissiviteit van baksteen. Over het vlak van de muur (ter hoogte van Sp4 en Sp3) zijn weer sporen van stijgende warme lucht te zien. Indien hier isolatie in de wand zit, is ze slecht geplaatst en kan er warme lucht circuleren achter de isolatieplaat. Indien hier geen isolatie in de spouw zit, is er sprake van een schoorsteeneffect. De warme lucht uit de gang stijgt naar omhoog in de smalle spouw. Op het beeld uit 2016 is te zien dat de grillige vorm verdwenen is, maar dat er nog steeds warmteverliezen zijn aan de dakrand (Sp1 en Sp2 op Fig ). Mogelijk is hier enkel een afdekking tegen geplaatst, zonder aandacht voor luchtdichtheid of afsluiting van de spouw Fig. 70. (2015) θrefl = -3.8 C, ε=0.90. (2016) θrefl = 8.3 C, ε=0.90. Ook in de hoek (Sp2) zijn hogere oppervlaktetemperaturen waarneembaar, zowel in 2015 als in Mogelijk is dit ook weer veroorzaakt door slecht aansluitende isolatie en vormt dit een kortsluiting voor de warme lucht uit de gang. Ook is opnieuw de warme oppervlaktetemperatuur langs de aansluiting dak-wand te zien (ter hoogte van Sp5 op het beeld uit 2016). 40/51

41 Fig. 71 (2015) toont de onderste helft van de oostgevel, ter hoogte van de living. Rondom de ramen is een verhoogde oppervlaktetemperatuur te zien. Dit wijst mogelijk op een gebrekkige aansluiting van de isolatie aan de ramen waardoor een schoorsteeneffect ontstaat. De warme lucht kan langs de raamaansluiting van binnenuit in de spouw terecht komen en naar boven stijgen. De IR-beelden uit 2016 tonen dat de grillige vorm rondom de ramen verdwenen is. Dit wijst op een mogelijk volledig gevulde spouw. Let wel, door een kleiner temperatuurverschil tussen binnen en buiten veroorzaken luchtholtes in de spouw kleinere temperatuurverschillen, waardoor ze mogelijk niet detecteerbaar zijn met een IR-camera Fig. 71. (2015) θrefl = -3.8, ε=0.90 (2016) θrefl = 8.3 C, ε=0.90. Tot slot geeft Fig. 72 nog de infraroodbeelden weer genomen ter hoogte van de garagepoort. Hierop is opnieuw de thermische brug te zien tussen de aansluiting van het dakschild op de buitenmuur en de aansluiting op het maaiveld. Links van de garagepoort op Fig. 72 lijkt er opnieuw warme lucht in de spouw op te stijgen naar boven, langs een isolatieplaat (donkere plek op het muuroppervlak). Daarnaast is een duidelijke thermische brug te zien boven de garagepoort. De spouwmuurisolatie kan uiteraard deze thermische brug niet verhelpen (beeld 2016). De koudebrug is hier wel minder zichtbaar door het kleine temperatuurverschil tussen binnen en buiten Fig. 72. (2015) θrefl = -3.8, ε=0.90 (2016) θrefl = 8.3 C, ε= Zolder Tot slot werden ook foto s genomen van de zolderruimte. De fotoreeks op Fig. 73 geven een impressie van de uitvoeringskwaliteit van de isolatiewerken. 41/51

42 Fig. 73. Gewone foto s van de zolderruimte (2015). Gereflecteerde omgevingstemperatuur De gereflecteerde temperatuur werd bepaald volgens de ASTM-norm. Bij metingen van binnenuit is de gereflecteerde temperatuur doorgaans de kamertemperatuur. Daarom werd de omgevingstemperatuur ook gelijkgesteld aan de gereflecteerde temperatuur. De gereflecteerde temperatuur (en tevens omgevingstemperatuur) is afgeleid uit het gemiddelde van de drie onderstaande foto s en bedraagt ( )/3 = 13.6 C. Fig. 74. Bepaling van de gereflecteerde temperatuur, binnenmeting Voor de inspectie in 2016 werd de binnentemperatuur gebruikt als gereflecteerde temperatuur (18 C). Thermografie Fig. 75 geeft voor de volledigheid een infraroodbeeld weer van de zolder. De gemetste muur is de noordelijke, ongeïsoleerde muur. Ter hoogte van Sp1 en Sp2 zijn koudere vlekken te zien. Vermoedelijk zijn er langs daar perforaties in het binnenspouwblad, waardoor de warme binnenlucht in de spouw terechtkomt. Dit kan de variaties in oppervlaktetemperatuur langs de dak-wand aansluiting verklaren Fig. 75. Infraroodbeeld van de zolder (2015) θrefl = 13.6 C, ε= /51

43 In 2016 werd de aansluiting tussen de isolatieplaten en het binnenspouwblad opgevuld met PURschuim, maar hier en daar waren toch aanwijzingen naar luchtlekken te zien Fluxmeting op de Noordgevel Fig. 76. θrefl = 18 C, ε=0.90. Naast thermografische metingen, werd zowel in februari 2015 als in februari 2016 een fluxmeting uitgevoerd. Daarbij werd de flux ter hoogte van de noordgevel - midden en rand - gemeten [10] (Fig. 77). De breedte van de spouw bedraagt in totaal 4 cm. Vroeger werd de spouw geïsoleerd met PURschuim (zie Fig. 40), maar vulde de spouw niet homogeen op. Later werd het PUR-schuim verwijderd en in oktober 2015 werden EPS-parels geïnjecteerd [7]. Bij de fluxmetingen in 2015 was er geen PURschuim aanwezig in de spouw, afgaand op de schets van Fig. 40. Fig. 77. Opstelling thermokoppels en warmtefluxsensoren in De fluxmetingen tonen aan de noordgevel zowel in het midden als aan de hoek thermisch beter presteert in 2016, maar dat de thermische weerstand in de hoek nog altijd kleiner blijft dan in het midden na de spouwvulling. Gemiddelde vanaf 13 februari R (m²k/w) Na Midden 3.5 Voor Midden 2.8 Na Hoek 2.2 Voor Hoek 1.9 Fig. 78. Thermische weerstand (R-waarde, m²k/w) afgeleid uit de fluxmetingen in 2015 (zwart) en 2016 (blauw). 43/51

44 De warmtegeleidbaarheidscoëfficiënten berekend uit de metingen van de luchttemperatuur en fluxmetingen, tonen eveneens een sterke verbetering van de thermische prestaties. Echter, ook in de hoek werd een grotere warmtedoorgangscoëfficiënt berekend op basis van de luchttemperaturen en de gemeten flux. Dit wijst dus eveneens op meer warmteverliezen in de hoek, ook na de spouwisolatie. Gemiddelde vanaf 12 februari U (W/m²K) Na Midden 0.29 Voor Midden 0.43 Na Hoek 0.45 Voor Hoek 0.56 Fig. 79. Warmtedoorgangscoëffcient (U-waarde (W/m²K)) afgeleid uit fluxmetingen in 2015 (zwart) en 2016 (blauw). Fig. 80 toont bij wijze van illustratie de metingen van de oppervlaktetemperaturen en de warmtestroming op 13/02/2015 en 13/02/2016. Bij de berekening van de R-waarde met de data van 2015 is het verschil tussen hoek en midden hoofdzakelijk te wijten aan een lagere binnenoppervlaktetemperatuur. De lagere binnenoppervlaktetemperatuur was al zichtbaar op de thermografische beelden (Fig. 47), maar ook in de metingen met de thermokoppels. In 2016 zijn de oppervlaktetemperaturen aan de hoek ook lager, maar vallen de meetwaarden binnen het nauwkeurigheidsinterval van ±0.5 C met de metingen in het midden. In 2016 stroomt er echter meer warmte door de muur ter hoogte van de hoek gedurende de hele periode. Dit veroorzaakte de lagere R-waarde in de hoek, berekend met de fluxmetingen van Fig. 80. Het verloop van de binnenoppervlaktetemperaturen( C) op 13/02/2015 en 13/02/2016. In 2016 wijken de meetdata van de binnenoppervlaktetemperatuur minder dan 0.5 C af. De meetdata kunnen dus als gelijk worden beschouwd in Fig. 81. Het verloop van de buitenoppervlaktetemperaturen( C) op 13/02/2015 en 13/02/ /51

45 Fig. 82. Het verloop van de warmtestroming (W/m²) en binnentemperatuur ( C) op 13/02/2015 en 13/02/2016. Via een simulatie werd onderzocht of het verschil in de thermische weerstand tussen hoek en midden te wijten kan zijn aan een hoekeffect. De punten in de hoek zijn immers meer blootgesteld aan stralingswarmte van het plafond en de oostgevel dan een punt in het midden van de wand. Daar het plafondvlak en het binnenvlak van de oostgevel een lagere oppervlaktetemperatuur hebben dan de binnenlucht, hebben punten dichter bij de hoek mogelijk een lagere binnenoppervlaktetemperatuur. Dit werd onderzocht door een numerieke simulatie in Voltra, waarbij een model met volledig gevulde spouwmuur vergeleken werd met een model met luchtspouw. (Fig. 85). Voor beide modellen werden de omgevingstemperaturen uit 2015 gebruikt. Wat de binnenoppervlaktetemperaturen betreft, is er een meetbaar verschil te zien tussen θsi,midden en θsi,hoek. Het verschil is gedurende sommige periodes groter dan 0.5 C (meetfout thermokoppels) bij het model dat een lege spouw bevat. Ook wat de warmtestroming betreft, is er een duidelijk verschil tussen de zone in het midden en de zone in de hoek met de lege spouw. Bij de modellen met gevulde spouw is dit verschil ook aanwezig, maar niet meetbaar. De verschillen tussen de temperatuur en warmtestroming van het midden en de hoek zijn kleiner dan de meetnauwkeurigheid van de toestellen. In 2016 zouden het verschil in R-waarde tussen het midden en de hoek dus kleiner moeten zijn dan in 2015, maar op Fig. 78 is dit duidelijk niet het geval. Fig. 83 (a) Verschil in binnenoppervlaktetemperatuur tussen de zone in het midden en de zone in de hoek. (b) Verschil in warmtestroming tussen de zone in het midden en de zone in de hoek. Fig. 84 en Fig. 85 beelden de modellen af op dag 8. Met luchtspouw, 4 cm Licht geventileerde spouw, horizontale warmtestroming Spouw gevuld met EPS, 4 cm Fig. 84 Binnenoppervlaktetemperaturen van de simulatiemodellen op dag 8 (aangeduid op Fig. 83a). 45/51

46 Warmtestroming (W/m²) Met luchtspouw, 4 cm Licht geventileerde spouw, horizontale warmtestroming Spouw gevuld met EPS, 4 cm Fig. 85 Warmtestroming (W/m²) door de simulatiemodellen op dag 8 (aangeduid op Fig. 83b). In de thermografische inspectie van 2016 werden nergens onregelmatigheden opgemerkt in de hoeken of ter hoogte van ramen op de noordgevel. Er werden wel onregelmatige temperatuurpatronen gedetecteerd in aansluiting tussen het dak en de noordgevel (Fig. 86), veroorzaakt door luchtlekken. Mogelijk zorgen deze luchtlekken ook voor een iets lagere binnenoppervlaktetemperatuur en hogere warmtedoorstroming ter hoogte van de hoek Fig. 86. IR-beelden van de noordgevel, langs binnen en langs buiten, ter hoogte van de locatie van de fluxsensoren. Aan de buitenkant zijn duidelijk sporen van luchtlekken te zien in de aansluiting van de dak met de noordgevel. Mogelijk zorgen deze luchtlekken voor een hogere warmteflux (W/m²) en lagere binnenoppervlaktetemperaturen lokaal aan de hoek. 46/51

47 1.3.5 Besluit Thermografie Op basis van de voorinspectie met thermografie in 2015 kon het volgende besloten worden: In muren met een spouw is duidelijk te zien dat de warme lucht opstijgt. Dit was o.a. te zien aan de warme lijn langs de aansluiting dak-muur en de grillige vorm van de koudebrug ter hoogte van de aansluiting met het maaiveld. Op sommige plekken op de muur zijn duidelijk koudere, rechthoekige zones afgetekend. Indien het om een buitenmuur met gedeeltelijk opgevulde spouw gaat, is dit allicht veroorzaakt door een slecht geplaatst isolatiepaneel waarlangs de warme lucht kan circuleren. Indien het om een volledige gevulde spouw gaat, kan dit effect ook verklaard worden door de kasten die aan de binnenkant van de muur opgesteld stonden. Meer zekerheid over de samenstelling van de buitenwanden zou helpen om de exacte oorzaak te achterhalen. Er zijn heel wat koudebruggen aanwezig. Niet alleen vormt de aansluiting met het maaiveld een thermische brug rondom heel het huis, ook boven de garagepoort en grote raamopeningen lijken koudebruggen te zitten. In februari 2016, 4 maanden na de opvulwerken, werd een tweede inspectie met thermografie uitgevoerd. In die meting bedroeg het temperatuurverschil tussen binnen en buiten ongeveer 10 C (i.p.v. ongeveer 20 C in 2015). Hierdoor kunnen luchtholtes in de isolatie minder zichtbaar worden op een thermografisch beeld. Er werden in 2016 nergens aftekeningen van een schoorsteeneffect in de spouw waargenomen. Daarnaast waren de koudebruggen rechter afgetekend op de beelden. Dit wijst erop dat de spouwmuurisolatie goed is uitgevoerd. De dakaansluiting blijft echter problematisch: ook met het afdekken van de opening aan de dakrand is er duidelijk een warmteverlies zichtbaar, hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door luchtlekken in de wanddak aansluiting. Deze zijn trouwens over de volledige omtrek van het huis te zien. Ook aan de binnenkant van de woning blijven deze plekken zichtbaar Fluxmetingen De fluxmetingen tonen aan dat de thermische weerstand (R-waarde, m²k/w) gestegen is door de spouwmuurisolatie. In het midden van de noordgevel werd in 2015 een R-waarde berekend van 2.8 m²k/w, na de spouwmuurisolatie werd via fluxmetingen een R-waarde van gemiddeld 3.5 m²k/w bekomen. De thermische weerstand ter hoogte van de hoek aan de noordgevel is ook gestegen (van 1.9 m²k/w naar 2.4 m²k/w), maar dit is - ondanks de spouwmuurisolatie - nog steeds kleiner dan de R-waarde in het midden van de noordgevel. De lagere thermische prestaties in de hoek, bekomen bij de fluxmetingen met volledig opgevulde spouw, worden vermoedelijk veroorzaakt door luchtlekken in de aansluiting tussen het dak en de muur. 47/51

48 REFERENTIES [1] FLIR. Gebruikershandleiding FLIR Tools/Flir Tools+, [2] K. Maroy, K. Carbonez, S. Van De Vijver, M. Steeman, N. Van Den Bossche, Thermografie als graadmeter van de gebouwschil - Praktische gids voor de thermograaf, Universiteit Gent, Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur, [3] S. Belque. Uitvoeringskwaliteit van na-isolatie van spouwmuren, Universiteit Gent, [4] ASTM E a. Standard test method for measuring and compensating for emissivity using infrared imaging radiometers. s.l.: ASTM American society for testing and materials, [5] FLIR Systems, I. (2012). Thermal camera guide for research professionals. Boston: FLIR. [6] Charlier, L. (2007). Utilisation de la thermographie infrarouge pour la determination des déperditions thermique d'un bätiment. Liège: Université de Liège. [7] Adriaensens, R. (n.d.). Telefoongesprek 8 april [8] Meteo Westerlo. (n.d.). Weerstation Westerlo. Maandgegevens. Retrieved from [9] ASTM E (2002). Standard Test Method for measuring and compensating for reflected temperature using infrared imaging radiometers. ASTM American society for testing and materials. [10] ISO (1994). Thermal insulation -- Building elements -- In-situ measurement of thermal resistance and thermal transmittance -- Part1: Heat flow meter method. 48/51

49 2 MATERIAALEIGENSCHAPPEN materiaal materiaalnaam Delphin λ µ ρ θpor θcap Aw Kl,eff toegepast in simulaties [W/mK] [-] [kg/m³] [m³/m³] [m³/m³] [kg/m²s 0.5 ] [s] gevelmetselwerk Old Building Brick Dresden ZC 0,808 22,9 1904,4 0,2814 0,1478 0, ,83E-09 alle simulaties behalve variaties op buitenspouwblad EPS-parels Polystyrene Board - Expanded* 0,042 1,5 12,0 0,0300 0, ,00E-12 alle na-isolatiesimulaties o.b.v. EPS-parels oorspronkelijk Polystyrene Board - Expanded 0,036 96,0 23,0 0,9300 0, snelbouwsteen Normal Brick 0,550 19,0 1400,0 0,3540 0,2650 0, ,02E-09 alle simulaties behalve variaties op binnenspouwblad binnenbepleistering Gypsum Plaster 0,261 11,3 1043,4 0,6062 0,3500 0, ,53E-09 alle simulaties behalve houtskeletwanden luchtspouw 30mm Air gap 25mm (vertical)* 0,174 0,4 1,3 0,0067 1E-07 0 alle simulaties vóór na-isolatie (behalve de variaties op spouwbreedte en houtskeletwanden 1, 2 en 3) oorspronkelijk Air gap 25mm (vertical) 0,138 0,4 1,3 1,0000 1E-07 0 luchtspouw 40mm Air gap 40mm (vertical)* 0,222 0,3 1,3 0,0050 1E-07 0 spouwbreedte 4cm vóór na-isolatie houtskeletwand 1,2 vóór na-isolatie oorspronkelijk Air gap 40mm (vertical) 0,222 0,3 1,3 1,0000 1E-07 0 luchtspouw 50mm Air gap 50mm (vertical)* 0,278 0,2 1,3 0,0040 1E-07 0 spouwbreedte 5cm vóór na-isolatie houtskeletwand 3 vóór na-isolatie oorspronkelijk Air gap 50mm (vertical) 0,278 0,2 1,3 1,0000 1E-07 0 luchtspouw 60mm Air gap 50mm (vertical)* 0,327 0,2 1,3 0,0033 1E-07 0 spouwbreedte 6cm vóór na-isolatie oorspronkelijk Air gap 50mm (vertical) 0,278 0,2 1,3 1,0000 1E-07 0 luchtspouw 70mm Air gap 50mm (vertical)* 0,379 0,2 1,3 0,0029 1E-07 0 spouwbreedte 7cm vóór na-isolatie oorspronkelijk Air gap 50mm (vertical) 0,278 0,2 1,3 1,0000 1E-07 0 minerale wol Mineral Wool* 0,040 1,0 37,0 0,3000 0, voorheen deels geïsoleerd voorheen deels geïsoleerd oorspronkelijk Mineral Wool 0,040 1,0 37,0 0,9200 0, vóór na-isolatie betonsteen binnen-/ buitenspouwblad Concrete 2,100 76,1 2104,2 0,2200 0,1670 0, ,71E-10 betonsteen binnen-/buitenspouwblad betonsteen binnen/buitenspouwblad vóór na-isolatie cellenbeton binnenspouwblad Cellular Concrete 0,100 8,9 414,7 0,8317 0,6500 0, ,71E-08 cellenbeton binnenspouwblad cellenbeton binnenspouwblad vóór na-isolatie argex binnenspouwblad Lightweight Concrete* 0,604 8,0 1503,0 0,4328 0,2950 0, ,29E-11 argex binnenspouwblad argex binnenspouwblad vóór oorspronkelijk Lightweight Concrete 0,604 81,0 1503,0 0,4328 0,2950 0, ,29E-11 na-isolatie multiplex (µ=200) OSB* 0, ,0 595,0 0,9000 0,8140 0,00200 houtskeletwand 1, 3 (µ=200) houtskeletwand 1, 3 oorspronkelijk OSB 0, ,0 595,0 0,9000 0,8140 0,00200 (µ=200) vóór na-isolatie houten stijl Spruce radial/tangential 0,079 73,0 425,0 0,7516 0,5700 0, ,53E-10 alle houtskeletwanden 49/51

50 minerale wol tussen stijlen Mineral Wool 0,040 1,0 67,0 0,9200 0, houtskeletwand 1,3,4 houtskeletwand 1,3,4 vóór naisolatie restspouw 15mm Air gap 10mm (vertical)* 0,093 1,0 1,3 1,0000 1E-07 0 houtskeletwand 1,3 houtskeletwand 1,3 vóór naoorspronkelijk Air gap 10mm (vertical) 0,067 1,0 1,3 1,0000 1E-07 0 isolatie gipskartonplaat Gypsum Board 0,200 10,0 850,0 0,6500 0,4000 0, ,26E-09 alle houtskeletwanden asbestplaat, vezelcementplaat Aquapanel Cement Board Outdoor 0,313 26,4 1158,7 0,5627 0,1466 0, ,53E-12 houtskeletwand 2,4 houtskeletwand 2,4 vóór naisolatie EPS tussen houten stijlen Polystyrene Board - Expanded 0,036 96,0 23,0 0,9300 0, houtskeletwand 2 houtskeletwand 2 vóór na-isolatie restspouw 75mm Air gap 50mm (vertical)* 0,405 0,2 1,3 1,0000 1E-07 0 houtskeletwand 2 houtskeletwand 2 vóór na-isolatie oorspronkelijk Air gap 50mm (vertical) 0,278 0,2 1,3 1,0000 1E-07 0 multiplex (µ=700) OSB* 0, ,0 595,0 0,9000 0,8140 0,00200 houtskeletwand 3 (µ=700) houtskeletwand 3 (µ=700) vóór na-isolatie oorspronkelijk OSB 0, ,0 595,0 0,9000 0,8140 0,00200 restspouw 25mm Air gap 25mm (vertical) 0,138 0,4 1,3 1,0000 1E-07 0 houtskeletwand 4 houtskeletwand 4 vóór na-isolatie hoge opname-baksteen Old Building Brick Tivoli Berlin (outer brick 2) 0,430 7,2 1469,3 0,4456 0,4200 0, ,22E-08 hoge opname-baksteen hoge opname-baksteen vóór na-isolatie lage opname-baksteen Old Building Brick Am Weinberg 0,928 26,5 1966,5 0,2579 0,1300 0, ,00E-09 lage opname-baksteen lage opname-baksteen vóór Berlin na-isolatie minerale wolvlokken Mineral Wool* 0,040 1,7 30,0 0,3000 0, alle na-isolatiesimulaties o.b.v. minerale wolvlokken oorspronkelijk Mineral Wool 0,040 1,0 37,0 0,9200 0, PUR-schuim Polyurethane boards* 0, ,0 26,0 0,9490 0, alle na-isolatiesimulaties o.b.v. PUR-schuim oorspronkelijk Polyurethane boards 0, ,0 35,0 0,9490 0, /51

51 3 RESULTATEN REFERENTIESPOUWMUREN (a) Referentiespouwmuur - EPS (b) Referentiespouwmuur, vóór na-isolatie (a) Referentiespouwmuur - MW Referentiespouwmuur Referentiespouwmuur, vóór na-isolatie (a) Referentiespouwmuur - PUR Referentiespouwmuur Referentiespouwmuur, vóór na-isolatie Aantal kritische VDcycli Op 0,5 cm van het geveloppervlak Aan de binnenkant van het buitenspouwblad Referentiespouwmuur (REF) - EPS Referentiespouwmuur vóór na-isolatie Aantal kritische VDcycli (b) Referentiespouwmuur, vóór na-isolatie Op 0,5 cm van het geveloppervlak Aan de binnenkant van het buitenspouwblad Referentiespouwmuur (REF) - MW Referentiespouwmuur vóór na-isolatie Aantal kritische VDcycli (b) Referentiespouwmuur, vóór na-isolatie Op 0,5 cm van het geveloppervlak Aan de binnenkant van het buitenspouwblad Referentiespouwmuur (REF) - PUR Referentiespouwmuur vóór na-isolatie EPS MW PUR 51/51

In het kader van de opmeting van de situatie vóór renovatie zijn op 19 januari 2016 infrarood-foto s genomen van de rijwoning.

In het kader van de opmeting van de situatie vóór renovatie zijn op 19 januari 2016 infrarood-foto s genomen van de rijwoning. FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN DEPT. BURGERLIJKE BOUWKUNDE AFDELING BOUWFYSICA KASTEELPARK ARENBERG 40 BUS 2447 3000 LEUVEN, BELGIË LEUVEN 19 februari 2016 VERSLAG Infrarood-metingen In het kader van

Nadere informatie

Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de woning aan de Thorbeckelaan nr. 24 te Eindhoven

Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de woning aan de Thorbeckelaan nr. 24 te Eindhoven Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de woning aan de Thorbeckelaan nr. 24 te Eindhoven ing. M.A.P. (Marcel) van Aarle Datum : 12 maart 2013 Aantal pagina s : 27 Opdrachtgever : Haagdijk B.V.

Nadere informatie

Bouwfysica. Segbroekhof. rapport infrarood. R. van Schie. F. Smit

Bouwfysica. Segbroekhof. rapport infrarood. R. van Schie. F. Smit Gemeente Den Haag Dienst Stedelijke Ontwikkeling Vergunningen & Toezicht Bouwfysica Ons kenmerk 2015P038 1 Project Segbroekhof Onderwerp rapport infrarood Projectingenieur bouwfysica Contactpersoon Segbroekhof

Nadere informatie

Rapport Thermografie bijlage bij het rapport over energiebesparing in woningen

Rapport Thermografie bijlage bij het rapport over energiebesparing in woningen Rapport Thermografie bijlage bij het rapport over energiebesparing in woningen Adviesadres Bespaarstraat 17 Verkwistdorp Datum 19 januari 2015 Adviseur: GRID Consult De Fluit 35 1398 CA Muiden Disclaimer

Nadere informatie

Thermografisch onderzoek Fam Hokke --------------------------- ---------------------------

Thermografisch onderzoek Fam Hokke --------------------------- --------------------------- Op deze klus in opdracht van een isolatiebedrijf en naar aanleiding van comfortklachten een energiescan uitgevoerd om te kijken waar de probleemplekken in de constructie zich bevonden. Thermografisch onderzoek

Nadere informatie

Resultaten monitoring

Resultaten monitoring RenoseeC: renovaties met sociale, ecologische en economische meerwaarde via collectieve aanpak Resultaten monitoring Afdeling Bouwfysica KU Leuven / EnergyVille Evi Lambie & Dirk Saelens Cayman 1 Uitgevoerde

Nadere informatie

Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de panden aan de Insulindelaan nr. 111 en nr. 113 te Eindhoven

Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de panden aan de Insulindelaan nr. 111 en nr. 113 te Eindhoven Thermografisch onderzoek aan de gebouwschil van de panden aan de Insulindelaan nr. 111 en nr. 113 te Eindhoven ing. M.A.P. (Marcel) van Aarle Datum : 7 februari 2013 Aantal pagina s : 23 Opdrachtgever

Nadere informatie

(Auteursrecht EUROSENSE, 2016)

(Auteursrecht EUROSENSE, 2016) Dakramen bestaan hoofdzakelijk uit glas. Er bestaan veel verschillende glassoorten met diverse thermische eigenschappen en dus een andere thermische radiatie. Het is dan ook onmogelijk om een rechtlijnige

Nadere informatie

Condensatie op dubbele beglazingen

Condensatie op dubbele beglazingen Algemeen Het verschijnsel oppervlaktecondensatie op dubbele komt voor in drie vormen, te weten: op de buitenzijde of positie 1; op de spouwzijdes 2 en 3 van de dubbele beglazing; op de binnenzijde of positie

Nadere informatie

Studie naar energiebesparing en thermisch gedrag van een Balco glazen balkon

Studie naar energiebesparing en thermisch gedrag van een Balco glazen balkon Studie naar energiebesparing en thermisch gedrag van een Balco glazen balkon Door: Joop Neinders (ir.) Ingenieursbureau ter Horst (IBTH B.V.) Boekelose Stoomblekerij 49, 7548 ED, Enschede, Nederland 2

Nadere informatie

Alles over verbouwen en renoveren!

Alles over verbouwen en renoveren! 1. Algemeen Alles over verbouwen en renoveren! Belangrijkste functie van thermische isolatie is het beperken van het energieverbruik en de reductie van de CO 2 uitstoot (milieu). Voor het isoleren van

Nadere informatie

Endoscopie voorgevel woning

Endoscopie voorgevel woning JOHAN PITTOMVILS bouwfysisch ingenieursbureau raadgevend bouwkundig ingenieur bouwfysica - energie - bouwpathologie - duurzaamheid - comfort Endoscopie voorgevel woning project Renovatie Stad Leuven LKN2030

Nadere informatie

BlowerDoor Test (luchtdichtheidsmeting) & Thermografie

BlowerDoor Test (luchtdichtheidsmeting) & Thermografie Thermografie Rapport Datum Rapport 6/06/2013 Klant : Familie xyz Adres : Abcstraat 123 Klantnummer 130428 7777 België Datum inspectie 28/04/2013 Technicus Demul Tom Buitentemperatuur 14 C Temperatuurverschil

Nadere informatie

4 Is dit dakdeel een dakraam, lichtstraat, groendak, schoorsteen, ventilatie, dakrand of volledig bedekt met zonnepanelen, groendak, kiezels of water?

4 Is dit dakdeel een dakraam, lichtstraat, groendak, schoorsteen, ventilatie, dakrand of volledig bedekt met zonnepanelen, groendak, kiezels of water? 1 2 5 stappen om de kwaliteit van je dakisolatie te kennen Zoek je straat en tracht makkelijk herkenbare elementen of structuren terug te vinden: de vorm van je huis, de schoorsteen, een dakraam, ventilatieafvoer

Nadere informatie

Superisolerende materialen, toepassing in proeftuinproject de Schipjes

Superisolerende materialen, toepassing in proeftuinproject de Schipjes Superisolerende materialen, toepassing in proeftuinproject de Schipjes Elisa Van Kenhove Onderzoeksgroep Bouwfysica, Constructie en Klimaatbeheersing Vakgroep Architectuur & Stedenbouw Faculteit Ingenieurswetenschappen

Nadere informatie

M: +32 474/49 08 63 PHPP-berekeningen. Verslag thermografisch onderzoek te Nieuwkuijk (Acaciastraat Magnoliastraat) 18/11/2011

M: +32 474/49 08 63 PHPP-berekeningen. Verslag thermografisch onderzoek te Nieuwkuijk (Acaciastraat Magnoliastraat) 18/11/2011 Dossier: Thermografisch onderzoek Nieuwkuijk Ing. Gerd-Jan Oostvogels EPB-verslagging Heiblok 22 2910 Essen Blowerdoormetingen M: +32 474/49 08 63 PHPP-berekeningen BTW-nummer: BE 0809.968.410 Ventilatiedebietmetingen

Nadere informatie

INDIVIDUELE TAAK OPLEIDINSONDERDEEL CONSTRUCTIES 1. JULIE VANDENBULCKE MAK 1 E Aannemer: Luc Vandermeulen

INDIVIDUELE TAAK OPLEIDINSONDERDEEL CONSTRUCTIES 1. JULIE VANDENBULCKE MAK 1 E Aannemer: Luc Vandermeulen INDIVIDUELE TAAK OPLEIDINSONDERDEEL CONSTRUCTIES 1 JULIE VANDENBULCKE MAK 1 E Aannemer: Luc Vandermeulen Inhoud 1. 1 ste constructiedetail... 2 2. 2 de constructiedetail... 3 3. Beschrijving van de opbouw

Nadere informatie

Voorbeeld van een thermografiescan welke bij een energierapportage hoort

Voorbeeld van een thermografiescan welke bij een energierapportage hoort Voorbeeld van een thermografiescan welke bij een energierapportage hoort Thermografisch onderzoek.... Door M.J.L Nooijen Datum Datum aanmaak rapport Projectnummer Opgeleid door ICT en IT in level 1 en

Nadere informatie

KOUDEBRUGGEN. hulpmiddelen om koudebruggen te begroten

KOUDEBRUGGEN. hulpmiddelen om koudebruggen te begroten KOUDEBRUGGEN overzicht wat zijn koudebruggen? koudebruggen en de regelgeving? hoe koudebruggen vermijden? praktijkvoorbeelden spouwmuur binnenisolatie buitenisolatie navullen van spouwmuren hellende daken

Nadere informatie

Capelle aan den IJssel Thermograaf Paul Cornelissen Contactpersoon Hella van Rooij Flir T400 Western Blowerdoor Retrotec Q4E

Capelle aan den IJssel Thermograaf Paul Cornelissen Contactpersoon Hella van Rooij Flir T400 Western Blowerdoor Retrotec Q4E Datum Inspectie 12 december 2013 Revisie 0 Bedrijf Opdrachtgever Fam. Van Rooij Adres Hogewoerd 55 Locatie Schubertstraat 68 2311HG Leiden 2901HH Capelle aan den IJssel Thermograaf Paul Cornelissen Contactpersoon

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 7 april 2014 tijd: 9.00-12.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar mee.

Nadere informatie

EXPERTISES CONSTRUCTIEVE PLAATSBESCHRIJVING

EXPERTISES CONSTRUCTIEVE PLAATSBESCHRIJVING 2016 2017 Faculteit Natuur en Techniek EXPERTISES CONSTRUCTIEVE PLAATSBESCHRIJVING PLOTERSGRACHT 24 GENT Louise Aers Olivia Boes Ine Decock Astrid Vertriest GROEP 3A Docent: Mevr. Vanhoutte 8 Inhoudsopgave

Nadere informatie

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw.

In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. De basis van isolatie en hoe INSULd8eco werkt in uw gebouw In dit document leggen we uit hoe isolatie werkt en hoe INSUL8eco werkt in uw gebouw. Om de werking van onze isolatie oplossing goed te begrijpen,

Nadere informatie

Handleiding interpretatie warmtefoto

Handleiding interpretatie warmtefoto Handleiding interpretatie warmtefoto 1. De thermografische camera Om de warmtefoto te kunnen interpreteren, is het handig om te weten hoe een thermografische camera werkt. De thermografische camera, gebruikt

Nadere informatie

Rapport. Bouwkundig. Onderzoek. 7 maart Onderzoek naar oorzaak van de vochtschade in de hoekwoning aan de Oude Molenweg 83 te Nijmegen

Rapport. Bouwkundig. Onderzoek. 7 maart Onderzoek naar oorzaak van de vochtschade in de hoekwoning aan de Oude Molenweg 83 te Nijmegen 514554 Trition BV Bouwkundig en Bouwfysisch Onderzoeksbureau Rapport Bouwkundig Onderzoek Onderzoek naar oorzaak van de vochtschade in de hoekwoning aan de Oude Molenweg 83 te Nijmegen T. 0497-386122 F

Nadere informatie

Superisolerende materialen, toepassing in proeftuinproject de Schipjes. Elisa Van Kenhove, Onderzoeksgroep Bouwfysica UGent

Superisolerende materialen, toepassing in proeftuinproject de Schipjes. Elisa Van Kenhove, Onderzoeksgroep Bouwfysica UGent Superisolerende materialen, toepassing in proeftuinproject de Schipjes Elisa Van Kenhove, Onderzoeksgroep Bouwfysica UGent IWT Proeftuinen Woningrenovatie 2014-2019 Context woonerf de Schipjes in Brugge

Nadere informatie

[HANDLEIDING CAT S60]

[HANDLEIDING CAT S60] 2019 [HANDLEIDING CAT S60] Deze handleiding helpt bij het gebruiken van de CAT S60 warmtebeeld camera en helpt om zinvolle verbeter punten te vinden in uw huis. 1 Bediening van de CAT S60 De CAT S60 is

Nadere informatie

Thermografisch onderzoek met opsporen luchtlekken en koudebruggen

Thermografisch onderzoek met opsporen luchtlekken en koudebruggen B i j l a g e 3a: t h e r m o g r a f i s c h o n d e r z o e k m e t o p s p o r e n l u c h t l e k k e n e n k o u d e b r u g g e n TL Consult bvba Keizer Karelstraat 14 8800 Roeselare Thomas-lenaerts@telenet.be

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Thermografische opnamen

1. Inleiding. 2. Thermografische opnamen NOTITIE Nr. : G.2005.0213.00.N001 Project : IR meting Erasmus MC te Rotterdam Betreft : Verslaglegging IR metingen Datum : 2 mei 2005 1. Inleiding In opdracht van de afdeling Vastgoed van de Erasmus MC

Nadere informatie

Koudebruggen. Inleiding. Voorbeelden. Meer info

Koudebruggen. Inleiding. Voorbeelden. Meer info Koudebruggen Inleiding Voorbeelden Meer info Inleiding Je ziet en voelt ze niet altijd maar als ze er zijn, voelt je portefeuille het wel. Koudebruggen, de vaak onzichtbare vijand van je energierekening,

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 4 Samenvatting door L. 1264 woorden 2 juli 2014 3,9 15 keer beoordeeld Vak NaSk 1 Warmtebronnen en brandstoffen. Warmtebronnen thuis en op school. Om iets te verwarmen heb je

Nadere informatie

Aanvraag offerte ten behoeve van het verhelpen lekkage.

Aanvraag offerte ten behoeve van het verhelpen lekkage. Aanvraag offerte ten behoeve van het verhelpen lekkage. Theo Redelijkheid Molshoefweer 4 3363 JH Sliedrecht 0184 423633 06 53 17 09 80 tredelijkheid@hotmail.com 1. Situatieschets: Tussenwoning, bouwjaar

Nadere informatie

Thermografische analyse gevels. Gouda

Thermografische analyse gevels. Gouda Thermografische analyse gevels.. Gouda Opdracht In opdracht van: Adres Contactpersoon Telefoonnummer Email Zijn op:. thermografische opnames gemaakt van de gevels van de woning aan de in Gouda. Uitvoering

Nadere informatie

Het was ons een eer en genoegen het thermografisch onderzoek te mogen uitvoeren van 17 bedrijfsgebouwen in het kader van dit project.

Het was ons een eer en genoegen het thermografisch onderzoek te mogen uitvoeren van 17 bedrijfsgebouwen in het kader van dit project. ECO2PROFIT project, POM West-Vlaanderen. Thermografisch onderzoek bij bedrijven. Het ECO2PROFIT-project heeft als doel de CO 2 -voetafdruk van bedrijventerreinen te reduceren door verhoging van de energie-efficiënte.

Nadere informatie

Nacht 16, 24 of 29 februari. Was u thuis of op vakantie? Hoe stond de thermostaat ingesteld?

Nacht 16, 24 of 29 februari. Was u thuis of op vakantie? Hoe stond de thermostaat ingesteld? 1 2 3 4 5 6 stappen om de kwaliteit van je dakisolatie te kennen Nacht 16, 24 of 29 februari Zoek je straat en tracht makkelijk herkenbare elementen of structuren terug te vinden: de vorm van je huis,

Nadere informatie

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// INSPECTIEPROTOCOL Energieprestatiecertificaat bestaande

Nadere informatie

/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// INSPECTIEPROTOCOL Energieprestatiecertificaat bestaande

Nadere informatie

Infra rood is een golflengte in het elektromagnetische spectrum. Je kunt dit niet zien. Wel kun je

Infra rood is een golflengte in het elektromagnetische spectrum. Je kunt dit niet zien. Wel kun je Thermografie Deze foto laat je zien dat een Infrarood foto er heel anders uitziet dan een gewone foto. Je kunt temperatuurverschillen zichtbaar maken die je met het oog niet kunt waarnemen. Foto: warmtecheck.nl

Nadere informatie

Verhoog uw comfort en bespaar op uw energiefactuur

Verhoog uw comfort en bespaar op uw energiefactuur n e w Bou Bouwen Verhoog uw comfort en bespaar op uw energiefactuur Inleiding Tijdens de winter beperkt isolatie het warmteverlies en dat is rechtstreeks te zien op uw verwarmingsfactuur. Tijdens de zomer

Nadere informatie

Na-isolatie spouwmuren

Na-isolatie spouwmuren Stappenplan voor een kwaliteitsvolle energetische renovatie: gestroomlijnd en prestatiegericht werken Na-isolatie spouwmuren VIS-Traject 120784 Probleemstelling Kunnen spouwen < 50mm ook na-geïsoleerd

Nadere informatie

Infrarood thermografie voor kwaliteitscontrole van asfalt bij aanleg (Manon Casiez) Karolien Couscheir

Infrarood thermografie voor kwaliteitscontrole van asfalt bij aanleg (Manon Casiez) Karolien Couscheir Infrarood thermografie voor kwaliteitscontrole van asfalt bij aanleg (Manon Casiez) Karolien Couscheir Situering temperatuurcontrole bij verdichting Verdichten herschikking van korrelskelet Figuur 1: optimale

Nadere informatie

Na-isoleren. Isoleren v003 zonder

Na-isoleren. Isoleren v003 zonder Na-isoleren Waar moet je op letten bij de aanschaf van een isolatiemaatregel? Met o.a. inzichten over spouwmuren in Houten (noord) Houten, 20 februari 2019 Rianne de Beer Isoleren v003 zonder In deze presentatie

Nadere informatie

Warmtetransport & thermische isolatie

Warmtetransport & thermische isolatie Warmtetransport & thermische isolatie Hoofdstuk 1 Cauberg-Huygen 1 Warmte De drie warmtetransport-mechanismen mechanismen Warmteoverdracht van/naar constructies Berekening warmteweerstand constructies

Nadere informatie

Thermische isolatie oplossingen. performant. binnenisolatie

Thermische isolatie oplossingen. performant. binnenisolatie Thermische isolatie oplossingen thermische vloer panelen PUR isolatie performant binnenisolatie Binnenisolatie binnenwanden & vloeren isolatie oplossingen thermisch BINNENWANDEN Een gebouw dat slecht of

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Energie-Index Woningen Meerkeuzevragen Casus. Alle tekeningen en foto s zijn ter plekke gecontroleerd in de betreffende woningen.

Voorbeeldexamen Energie-Index Woningen Meerkeuzevragen Casus. Alle tekeningen en foto s zijn ter plekke gecontroleerd in de betreffende woningen. Voorbeeldexamen Energie-Index Woningen Meerkeuzevragen Casus Alle tekeningen en foto s zijn ter plekke gecontroleerd in de betreffende woningen. Vraag 1 tot en 10 hebben betrekking op woning 1. Hieronder

Nadere informatie

EPB Bouwknopen. Inhoudsopgave

EPB Bouwknopen. Inhoudsopgave EPB Bouwknopen Inhoudsopgave 1 Inleiding...2 2 Bouwknooppunten en EPB...2 3 Manier van werken...3 4 EPB-aanvaarde bouwknopen: theorie...3 4.1 Basis regel 1: Minimale contactlengte...4 4.2 Basis regel 2:

Nadere informatie

Your Partner in Geo Information Services. Frank De Boeck Commercieel directeur W. Europa EUROSENSE BELFOTOP B.V.B.A.

Your Partner in Geo Information Services. Frank De Boeck Commercieel directeur W. Europa EUROSENSE BELFOTOP B.V.B.A. Your Partner in Geo Information Services Frank De Boeck Commercieel directeur W. Europa EUROSENSE BELFOTOP B.V.B.A. Inhoud DEEL 1: Wat is thermografie? Stralingsenergie Thermografische camera DEEL 2: Vlucht

Nadere informatie

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006

Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006 Plaatsingsvoorschriften DELTA -THENE: Afdichting in de spouwmuur Conform EN 14967:2006 Algemene informatie: Het product is CE-gecertificeerd: prestatieverklaring op www.doerken.be. De folie beantwoordt

Nadere informatie

Constructiedetails: Bouwknopen

Constructiedetails: Bouwknopen Constructiedetails: Bouwknopen Joachim Coopman en Devin De Brabander 1 Vastgoed-Landmeten Constructies 1 Bouwheer: Architect: Kassymo nv Zeedijk, Nieuwpoort Bert Janssens Oudburg 30B, Gent Aannemingsbedrijf:

Nadere informatie

Bij deze isolatietechniek wordt de isolatie aan de buitenzijde van de gevelmuren geplaatst. Op deze isolatie wordt een nieuwe afwerking geplaatst.

Bij deze isolatietechniek wordt de isolatie aan de buitenzijde van de gevelmuren geplaatst. Op deze isolatie wordt een nieuwe afwerking geplaatst. Wat is buitenmuurisolatie? De meeste woningen, gebouwd voor 1960, hebben geen spouwmuren, maar volle muren. In deze gevallen is een spouwmuurisolatie geen optie en moet u kiezen voor de isolatie van buitenmuren

Nadere informatie

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte. 1 Materie en warmte Onderwerpen - Temperatuur en warmte. - Verschillende temperatuurschalen - Berekening hoeveelheid warmte t.o.v. bepaalde temperatuur. - Thermische geleidbaarheid van een stof. - Warmteweerstand

Nadere informatie

eryl is een compact huis met een vloeroppervlakte van 77m. Door met

eryl is een compact huis met een vloeroppervlakte van 77m. Door met eryl is een compact huis met een vloeroppervlakte van 77m. Door met B goedkope en hergebruikte materialen te werken blijven de kosten voor 2 materialen en installaties onder de 15.000. Het huis is ontworpen

Nadere informatie

Woning Te THERMOGRAFISCH RAPPORT. Raak Energie advies De Beverspijken 15 5221 EE s Hertogenbosch

Woning Te THERMOGRAFISCH RAPPORT. Raak Energie advies De Beverspijken 15 5221 EE s Hertogenbosch Raak Energie advies De Beverspijken 15 51 EE s Hertogenbosch Woning Te THERMOGRAFISCH RAPPORT Auteursrecht Het auteursrecht van dit document berust bij Raak Energie advies gevestigd te s Hertogenbosch.

Nadere informatie

Thermografische kaart. Schoten, 7 november 2009

Thermografische kaart. Schoten, 7 november 2009 Thermografische kaart Schoten, 7 november 2009 Waarom dit initiatief? 30% warmteverlies door het dak! Doel = identicatie van energieverliezen geven informatie over de isolatiekwaliteit van de daken mits

Nadere informatie

Algemeen: door het toepassen van gevelisolatie is dan ook veel energie te besparen.

Algemeen: door het toepassen van gevelisolatie is dan ook veel energie te besparen. Gevelisolatie Dit verhaal bevat: een korte beschrijving van een aantal voor gevelisolatie belangrijke bouwfysische principes. een uitleg over de berekening van de warmteweerstand uitleg diverse soorten

Nadere informatie

gebouwschil 1 Bouwknopen: sluit isolatielagen rechtstreeks basisprincipe: garandeer de thermische snede

gebouwschil 1 Bouwknopen: sluit isolatielagen rechtstreeks basisprincipe: garandeer de thermische snede Bouwknopen: sluit isolatielagen rechtstreeks op elkaar aan Gezond bouwen betekent ook dat je zo veel mogelijk koudebrugwerking vermijdt. Zo beperk je het risico op condensen schimmelvorming. Dat kan namelijk

Nadere informatie

Basisprincipes. Binnenisolatie - Deel 1: Basisprincipes. Groot potentieel voor na-isolatie van muren. Timo De Mets Labo Hygrothermie

Basisprincipes. Binnenisolatie - Deel 1: Basisprincipes. Groot potentieel voor na-isolatie van muren. Timo De Mets Labo Hygrothermie Basisprincipes Labo Hygrothermie Informatiesessie Binnenisolatie Deel 1 9 oktober 2018 Groot potentieel voor na-isolatie van muren 3,7 miljoen woningen 1946-1970 Vooral ongeïsoleerde spouwmuren 23 % 38

Nadere informatie

Het gamma massieve elementen voor woningbouw volgens de passief huis -normen. www.alphabeton.com www.pamaflex.eu

Het gamma massieve elementen voor woningbouw volgens de passief huis -normen. www.alphabeton.com www.pamaflex.eu Het gamma massieve elementen voor woningbouw volgens de passief huis -normen www.alphabeton.com www.pamaflex.eu Het gamma Pamaflex bouwelementen, ontwikkeld door Alpha Beton, houdt in het bijzonder rekening

Nadere informatie

Rapportage Infra Rood-scan Marktstraat 14, 4381 EV Vlissingen, Dhr. Meerwaldt

Rapportage Infra Rood-scan Marktstraat 14, 4381 EV Vlissingen, Dhr. Meerwaldt Rapportage Infra Rood-scan Marktstraat 14, 4381 EV Vlissingen, Dhr. Meerwaldt Meting uitgevoerd op 24-0 1-2009 Door: Bernard Vercouteren Van den Berge, docent aan de Hogeschool Zeeland; en Rens den Hollander,

Nadere informatie

(Na-)isolatie van industriële gebouwen

(Na-)isolatie van industriële gebouwen (Na-)isolatie van industriële gebouwen Aandachtspunten voor de (ver)nieuwbouw praktijk (daken/wanden/vloeren) Ir. Johan Caeyers Zaakvoerder Raco Bvba 1 7/10/2016 Korte historiek : 2001 2016 : 15 jaar gevestigd

Nadere informatie

Bouwtechnische keuring

Bouwtechnische keuring Bouwtechnische keuring Datum: Opdrachtgever: zaterdag 23 maart 2013 Janssens Peter Straat: Kastanjedreef 12 Plaats: Baasrode Zonnelaan 17-1860 Meise info@teptec.be www.teptec.be 1 Inhoud Gegevens Opdrachtgever

Nadere informatie

Na-isolatie van gevels

Na-isolatie van gevels Na-isolatie van gevels WTCB Nathan Van Den Bossche Universiteit Gent Evy Vereecken KU Leuven Stijn Mertens WTCB Spouwvulling Binnenisolatie & innovatie Binnenisolatie & vorst Binnenisolatie & houten balken

Nadere informatie

Thermografie/ Lekdetectie

Thermografie/ Lekdetectie Thermografie/ Lekdetectie Vanuit nazorg wordt Bouwinspect vaak geconfronteerd met diverse soorten lekkages, regelmatig komt het voor dat de lekkages niet gelijk getraceerd kunnen worden vanwege het feit

Nadere informatie

Thermografieonderzoek bij

Thermografieonderzoek bij Thermografieonderzoek bij HBS te Heerhugowaard Rapportcode: 53088HBS Thermografieonderzoek uitgevoerd door Ebatech HBS Heerhugowaard Page 1 / 10 Betreft installatie van Gebouw Adres Gemeente : Clubgebouw

Nadere informatie

Figure 1 - Blower Door test in uitvoering EPB LIPA BVBA

Figure 1 - Blower Door test in uitvoering EPB LIPA BVBA Figure 1 - Blower Door test in uitvoering EPB LIPA BVBA Figure 2 - Blowerdoor meting EPB LIPA BVBA Kwaliteitscontrole Blower Door test met IR-scan: Wij raden ook aan om tijdens de blower door meting een

Nadere informatie

Infosessies voor energiedeskundigen type A. januari/februari 2011

Infosessies voor energiedeskundigen type A. januari/februari 2011 Infosessies voor energiedeskundigen type A januari/februari 0 Deel IV Verduidelijkingen en aanpassingen in de werkwijze voor het bepalen van de U-waarden van de gebouwschil U-waarde bepaling Invoerveld

Nadere informatie

Thermografische analyse. Langbroek & Cothen

Thermografische analyse. Langbroek & Cothen Thermografische analyse Langbroek & Cothen Opdracht In opdracht van: Gemeente Wijk bij Duurstede Adres Karel de Grotestraat 30 3962 CL, Wijk bij Duurstede Contactpersoon Dhr J. Takken en Mw M. Bensmann

Nadere informatie

Na-isolatie, Yello-by-ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen.

Na-isolatie, Yello-by-ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen. Na-isolatie, Yello-by-ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen. Waarom uw bestaande muur na-isoleren? EVIDENTE VOORDELEN Met spouwmuurisolatie geniet een gebouw in de eerste plaats van alle

Nadere informatie

Hygrothermisch ontwerp van buitenmuren

Hygrothermisch ontwerp van buitenmuren Hygrothermisch ontwerp van buitenmuren Labo Hygrothermie Hygrothermisch ontwerp van wanden DEEL 2 23 maart 2017 Hygrothermisch ontwerp van buitenmuren 23/03/2017 1 van 16 Hygrothermisch ontwerp van buitenmuren

Nadere informatie

Algemeen: door het toepassen van gevelisolatie is dan ook veel energie te besparen.

Algemeen: door het toepassen van gevelisolatie is dan ook veel energie te besparen. Gevelisolatie Dit verhaal bevat: een korte beschrijving van een aantal voor gevelisolatie belangrijke bouwfysische principes. een uitleg over de berekening van de warmteweerstand uitleg diverse soorten

Nadere informatie

TESTRAPPORT. Waterdichtheid volgens NEN 2778:2015 SnelBouwSysteem (SBS) geïsoleerd met gebonden EPSschuimparels

TESTRAPPORT. Waterdichtheid volgens NEN 2778:2015 SnelBouwSysteem (SBS) geïsoleerd met gebonden EPSschuimparels TESTRAPPORT 22 december 2016 Waterdichtheid volgens NEN 2778:2015 SnelBouwSysteem (SBS) geïsoleerd met gebonden EPSschuimparels van Termokomfort Opdrachtgever: Termokomfort Europe BV Neonweg 151 1361 AG

Nadere informatie

Thermografisch onderzoek van bedrijfsgebouwen

Thermografisch onderzoek van bedrijfsgebouwen Thermografisch onderzoek van bedrijfsgebouwen 18/09/2013 ECO2PROFIT 1 ECO2PROFIT-Project Thermografie Bedrijventerreinen Reductie CO2 voetafdruk Bedrijfsleiders stimuleren Energiezuinige uitbating Niet

Nadere informatie

CONSTRUCTIES 1: BOUWKNOPEN

CONSTRUCTIES 1: BOUWKNOPEN Arne Schoelinck PBA-VG 1MAK 1D1 Constructies 1 Docent: D. Gijsemans CONSTRUCTIES 1: BOUWKNOPEN Bouwheer: Frank Schoelinck Architect: Geert Clément Inleiding Voor deze opdracht moesten we een gedocumenteerd

Nadere informatie

Na-isolatie, Yello-by-ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen.

Na-isolatie, Yello-by-ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen. Na-isolatie, Yello-by-ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen. Waarom uw bestaande muur na-isoleren? Evidente voordelen Met spouwmuurisolatie geniet een gebouw in de eerste plaats van alle

Nadere informatie

vak: Milieutechniek klas: B5 opdracht: Infrarood camera studiejaar: 2006/2007 beoordelend docent: VCT datum: 22-1-2007

vak: Milieutechniek klas: B5 opdracht: Infrarood camera studiejaar: 2006/2007 beoordelend docent: VCT datum: 22-1-2007 vak: Milieutechniek klas: B5 opdracht: Infrarood camera studiejaar: 2006/2007 beoordelend docent: VCT datum: 22-1-2007 student studienummer student naam 35407 Zeb Braal 35674 Christiaan van Elsacker 35143

Nadere informatie

Insulated Door Components. -poort U = Luchtdichtheid. typisch tot 22% beter isolerend

Insulated Door Components. -poort U = Luchtdichtheid. typisch tot 22% beter isolerend Insulated Door Components -poort Luchtdichtheid van klasse 4 U = typisch tot % beter isolerend -poort De thermische efficiëntie en de beperking van de luchtdoorlatendheid zijn essentiële aspecten in het

Nadere informatie

Vergelijkende tests van Aluthermo Quattro vs glaswol in een gesimuleerde dakomgeving.

Vergelijkende tests van Aluthermo Quattro vs glaswol in een gesimuleerde dakomgeving. Vergelijkende tests van Aluthermo Quattro vs glaswol in een gesimuleerde dakomgeving. Technish contact Thibault Boulanger Facturatiecontact Julien Thiry ELIOSYS sa ELIOSYS sa Boulevard de Colonster, 4

Nadere informatie

PUR / PIR THERMISCHE ISOLATIE

PUR / PIR THERMISCHE ISOLATIE THERMISCHE ISOLATIE PUR / PIR EFYOS PUR/PIR PUR/PIR-OPLOSSINGEN VAN EFYOS Een gebouw dat slecht of helemaal niet geïsoleerd is, kan tot 25% van zijn warmte verliezen via de gevels, wanden en vloeren. De

Nadere informatie

Thermische isolatie oplossingen. thermische isolatie. muur en vloer PUR / PIR. panelen TMS & SIS REVE

Thermische isolatie oplossingen. thermische isolatie. muur en vloer PUR / PIR. panelen TMS & SIS REVE Thermische isolatie oplossingen thermische isolatie muur en vloer PUR / PIR panelen TMS & SIS REVE TMS & SIS REVE muren comfort besparingen prestaties Een gebouw dat slecht of helemaal niet geïsoleerd

Nadere informatie

Bepaling warmteweerstand zwembadkuipen uit vezelversterkt composiet

Bepaling warmteweerstand zwembadkuipen uit vezelversterkt composiet FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN DEPT. BURGERLIJKE BOUWKUNDE AFDELING BOUWFYSICA KASTEELPARK ARENBERG 40 BUS 2447 3000 LEUVEN, BELGIË LEUVEN 07 februari 2019 RAPPORT 2019/02 t.a.v. ir. Edmond de Fabribeckers

Nadere informatie

Implementatie van bouwknopen in EPR

Implementatie van bouwknopen in EPR Implementatie van bouwknopen in EPR LESSENPAKKET ontwikkeld in opdracht van PAThB2010 LESSENPAKKET Kadert in PROJECT PAThB2010 Practical Approach for Thermal Bridges 2010 IN OPDRACHT VAN Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

Condens niet binnen maar buiten

Condens niet binnen maar buiten Condens niet binnen maar buiten Condensatie op de buitenzijde van isolerende beglazing Artikel voor De BouwAdviseur 4 juni 1999 Condens op de ruit van een auto is een normaal verschijnsel. Condens op de

Nadere informatie

742 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

742 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Vlierbeekberg 269 3090 gemeente Overijse bestemming eengezinswoning type open bebouwing bouwjaar 1965 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 742 De energiescore laat

Nadere informatie

Tentamen Warmte-overdracht

Tentamen Warmte-overdracht Tentamen Warmte-overdracht vakcode: 4B680 datum: 11 november 08 tijd: 14.00-17.00 uur LET OP Er zijn in totaal 4 opgaven waarvan de eerste opgave bestaat uit losse vragen. Alle opgaven tellen even zwaar

Nadere informatie

543 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

543 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Hert 25 2590 gemeente Berlaar bestemming eengezinswoning type open bebouwing bouwjaar 1982 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 543 De energiescore laat toe om de

Nadere informatie

Na-isolatie, spouwmuur met ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen.

Na-isolatie, spouwmuur met ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen. Na-isolatie, spouwmuur met ISOVER Maximaal rendement met minimale inspanningen. Waarom uw bestaande muur na-isoleren? Evidente voordelen Met spouwmuurisolatie geniet een gebouw in de eerste plaats van

Nadere informatie

474 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken.

474 De energiescore laat toe om de energiezuinigheid van woningen te vergelijken. nummer postnummer Kerk 74 9940 gemeente Evergem bestemming eengezinswoning type halfopen bebouwing bouwjaar 1930 softwareversie 1.5.2 berekende energiescore (kwh/m²jaar): 474 De energiescore laat toe om

Nadere informatie

L u c h t d i c h t b o u w e n

L u c h t d i c h t b o u w e n S t u d i e b u r e e l G r e e s a b v b a Meerhoutstraat 92 2430 Vorst-Laakdal Tel: 013/29 51 98 Fax: 013/29 41 99 Website: www.greesa.be E-mail: info@greesa.be GSM: 0495/92 08 69 BTW: BE.0883.002.381

Nadere informatie

Studiedag EPB passief 2015 CBB-H 30 mei 2013

Studiedag EPB passief 2015 CBB-H 30 mei 2013 De bouwknopen Studiedag passief 2015 CBB-H 30 mei 2013 Antoine Tilmans Laboratorium Energiekarakteristieken WTCB Met de steun van de Technologische Dienstverlening Ecobouwen en Duurzame ontwikkeling in

Nadere informatie

BELBLOCK betonmetselstenen & thermische isolatie samen wordt het goed

BELBLOCK betonmetselstenen & thermische isolatie samen wordt het goed De eerste parameter voor het comfortgevoel binnen een gebouw is de binnentemperatuur. Om deze zomer en winter op een economische wijze op een aangenaam peil te houden is een samenwerking tussen de en de

Nadere informatie

van naden en kieren, omdat er anders veel warmte verloren gaat.

van naden en kieren, omdat er anders veel warmte verloren gaat. Bij het bakken van een cake in de oven komt al voldoende warmte vrij om een woning te verwarmen. Klinkt dat vreemd? Dat is het namelijk niet. Een behaaglijke temperatuur wordt bereikt door een woning extreem

Nadere informatie

6IWc Volbouw 1. Deel 2: Volbouw

6IWc Volbouw 1. Deel 2: Volbouw 6IWc Volbouw 1 Inleiding Deel 2: Volbouw Er zijn verschillende manieren voor het bouwen van een passief huis. Een van die technieken is de volbouw techniek. Het wordt ook wel soms de traditionele manier

Nadere informatie

U- waardeberekening klik op wand nr Wandtype

U- waardeberekening klik op wand nr Wandtype Samenvatting modulair handboek centrale verwarming Bouwheer : Naam : Janssens Pieter Janssens Kerkstraat 134 a Voornaam: Adres : Pieter 9300 Aalst Kerkstraat 134 b Werfadres: Pieter Janssens Tel.: Kerkstraat

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL TABELLEN MET BEREKENDE PSI-WAARDES

INHOUDSTAFEL TABELLEN MET BEREKENDE PSI-WAARDES INHOUDSTAFEL TABELLEN MET BEREKENDE PSI-WAARDES Bouwknoop: Funderingsaanzet op volle grond met isolatieplaten en uitvulchape... 3 Vloerisolatie 6 cm... 3 K Blok met druksterkte 15 N/mm²... 3 K Blok met

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw:

Opleiding Duurzaam Gebouw: Opleiding Duurzaam Gebouw: Diagnosetools voor renovatie Leefmilieu Brussel Diagnose van de isolatie van de gebouwschil Gauthier KEUTGEN ICEDD Doelstelling(en) van de presentatie De aandacht vestigen op

Nadere informatie

Spouwmuurisolatie. Tips spouwmuurisolatie

Spouwmuurisolatie. Tips spouwmuurisolatie Spouwmuurisolatie Wilt u besparen op uw stookkosten maar heeft u geen groot budget voor gevelisolatie? Overweeg dan spouwmuurisolatie. U doet daarmee ook het milieu een groot plezier. Energie besparen

Nadere informatie

Na-isolatie, Yello-by-Isover Maximaal rendement met minimale inspanningen.

Na-isolatie, Yello-by-Isover Maximaal rendement met minimale inspanningen. Na-isolatie, Yello-by-Isover Maximaal rendement met minimale inspanningen. Waarom uw bestaande muur na-isoleren? EVIDENTE VOORDELEN Met spouwmuurisolatie geniet een gebouw in de eerste plaats van alle

Nadere informatie

Informatieblad Buitenmuurisolatie

Informatieblad Buitenmuurisolatie 2018 Informatieblad Buitenmuurisolatie ONDERNEMINGEN Welke premies kun je krijgen? Je plaatst zelf? Aannemer plaatst? sorry, geen premie 5,00/m 2 tot 15,00/m 2 HOE GA JE TE WERK? Gebruik het formulier

Nadere informatie

Na-isoleren van bestaande buitenmuren

Na-isoleren van bestaande buitenmuren Na-isoleren van bestaande buitenmuren Spouwvulling meest kostenefficiënte techniek (Foto: Rockwool) Hoe isoleer je bestaande buitenmuren: in de spouw, aan de binnenzijde of aan de buitenzijde? In deze

Nadere informatie