Kennen andere landen ook een dergelijke schijf en hoe ziet het eruit? Welke verschillen zie je? Daarna werkblad: Wie weet het meest over gezondheid?

Transcriptie

1 Themales: gezonder instructie Nodig: schilderstape, twee grote vellen met daarop een A en een B, werkblad: wie weet het meest over gezondheid? Werkblad gezondheidsinterview, werkbladen calorieënwijzer. Opwarming: Het volgende onderwerp zou je als opwarming kunnen bespreken. In Nederland kennen we de schijf van vijf. Wat is dat en waar is het voor bedoeld? Laten zien en vragen wat de cursisten erop zien en waar dat voor staat. Kennen andere landen ook een dergelijke schijf en hoe ziet het eruit? Welke verschillen zie je? Daarna werkblad: Wie weet het meest over gezondheid? 1

2 Werkblad: Wie weet het meest over gezondheid? instructie lijn staan. Maak twee grote vakken op de grond met schilderstape. Plak onder het eerste vak de letter A en het tweede vak de letter B. Plak een horizontale lijn een stuk onder de vakken. De deelnemers gaan achter de Lees steeds een vraag voor en zeg bij elk antwoord de letter die ervoor staat. De deelnemers gaan in het vak staan van het antwoord dat ze goed vinden. De deelnemers die het antwoord fout hebben moeten uit het veld. Hoeveel deelnemers hebben alle vragen goed? Als niet alle vragen geweest zijn maar alle deelnemers zijn wel uit het veld dan mogen ze allemaal weer meedoen met de rest van de vragen. Vragen en antwoorden. De groene antwoorden zijn de goede. 1 Hoe lang moeten volwassenen elke dag minstens bewegen? A ongeveer een uur B ongeveer een half uur Volgens de richtlijnen van VWS 150 minuten per week. 2 Welke vitamines zitten er het meest in een sinaasappel? A vitamine B B vitamine C 3 Waarin zit het meeste vet? A patat B rundvlees 4 Wat is gezonder voor het lichaam? A bruin brood B wit brood In bruin brood zitten meer vezels en het is beter voor de darmen. 5 Wanneer werken de darmen beter? A als je vet eet B als je volkoren brood eet In volkoren brood zitten hele graankorrels en is vezelrijk wat goed is voor de darmfunctie. 6 Hoe vaak moet je fruit eten? A twee keer per dag B twee keer per week Volgens het voedingscentrum. 2

3 7 Wat is een gezonde manier om in beweging te zijn? A stofzuigen B autorijden 8 Wat is gezonder om te drinken? A water B cola light In cola light zitten suikervervangers die ook schadelijk zijn. 9 Welke sport is het gezondst als je wat ouder bent? A hardlopen B zwemmen Als je wat ouder bent, kunnen er eerder gewrichtsblessures van knieën en heupen optreden. 10 Wat is gezonder? A bakken in olie B bakken in boter Het gaat vaak om dierlijke vetten in boter met veel verzadigde vetzuren die hart en vaatziekten kunnen veroorzaken. 11 Hoeveel gram zout mag je per dag? A 6 gram B 20 gram Een eetlepel bevat ongeveer 10 gram. 12 Hoeveel calorieën hebben vrouwen per dag nodig? A 1000 B 2000 Volgens het voedingscentrum. Mannen hebben 2500 calorieën nodig. 13 Het is gezonder om fruit A uit te persen en te drinken als bijvoorbeeld een smoothie B een stuk fruit te eten Het is gezonder om fruit te eten omdat bij persen of juicen een aantal gunstige stoffen en vezels verloren gaan en er alleen suikers overblijven. 3

4 14 Hoeveel groente heb je per dag nodig? A 250 gram B 100 gram Volgens het voedingscentrum voor volwassenen. 15 Hoe lang moeten kinderen per dag bewegen om gezond te blijven? A minstens 1 uur per dag B minstens een half uur per dag. Volgens het voedingscentrum en daarnaast wordt aangeraden om te voorkomen dat kinderen te veel stil zitten. Vervolgens het werkblad gezondheidsinterview, de spreekkaarten, uitdelen. Daarna de werkbladen caloriewijzer met spreekkaarten uitdelen. 4

5 Werkblad: Gezondheidsinterview instructie Zorg dat je voldoende exemplaren van de spreekkaarten hebt gekopieerd. Deel de groep op in A-B-C en D Deel de kaarten uit in overeenstemming met de letters. Zet groepen A en B tegenover elkaar en de groepen C en D in speeddate vorm. De cursisten krijgen vijf minuten om elkaar te bevragen. Stimuleer om ook door te vragen en zelf vragen erbij te verzinnen. Daarna rouleren dus A en C tegenover elkaar en B en D en daarna na vijf minuten A en D tegenover elkaar en B en C zodat ze elkaar allemaal bevraagd hebben. Vervolgens terug in de grote groepsopstelling vertellen over de antwoorden. Alternatieven: Je kan ook viertallen maken A-B-C-en D die elkaar bevragen of in tweetallen werken met elk twee spreekkaarten. 5

6 Vragenkaart A Hoe lang ben je? Doe je iets aan sport? Wat doe je dan? Drink je wel eens alcohol en wat drink je dan? Welke groente vind je lekker? Wat doe je om gezond te leven? Vragenkaart B Hoeveel weeg je? Welke sporten vind je leuk? Drink je wel eens frisdrank en wat drink je? Waar doe je zout in als je kookt? Gebruik je medicijnen en welke? 6

7 Vragenkaart C Wat vind je van roken? Waar doe je suiker in en hoeveel? Wat eet je het liefst? Welke voeding is gezond? Wat voor tussendoortje krijgen je kinderen? Vragenkaart D Welk fruit vind je lekker? Hoe vaak eet je fruit? Hoe vaak ga je naar de tandarts? Hoeveel uur per dag zit je op een stoel of bank? Als je zou willen afvallen hoe zou je dat dan doen? 7

8 Werkbladen caloriewijzer werkblad Hoeveel calorieën verbruik je? Vrouwen hebben dagelijks ongeveer 2000 calorieën nodig en mannen Als je meer calorieën binnen krijgt en niet voldoende beweegt, kan dat ervoor zorgen dat je aankomt. Als je beweegt maar ook als je in rust bent, verbrand je calorieën. In onderstaande bewegingstabel zie je waarmee je calorieën verbrand en hoeveel. Stel elkaar vragen en geef antwoorden die je opzoekt in de bewegingstabel als volgt: A: Als je aan het stofzuigen bent, hoeveel calorieën verbruik je dan? B: Als ik aan het stofzuigen ben verbruik ik ongeveer 180 calorieën. A: Als je de trap op en afloopt hoeveel calorieën verbruik je dan? B: Als ik de trap op en afloop verbruik ik ongeveer 420 calorieën. Doe samen de dialogen en ontdek waar je allemaal calorieën mee kunt verbranden en hoeveel.(de hoeveelheid calorieën die je verbrandt is afhankelijk van o.a. je lichaamsgewicht en leeftijd. In de tabellen hieronder wordt uitgegaan van een lichaamsgewicht van 70 kg. ) 8

9 Bewegingstabel Dagelijkse bezigheden Activiteit Aantal calorieën per uur Slapen 65 Zittend tv kijken 60 Staand werk 220 Traplopen 420 Autorijden 150 Licht huishoudelijk werk 180 Koken 185 Boodschappen doen 260 Tuinieren 280 Actief spelen met kinderen 300 Kinderen verzorgen 180 Lichaamsbeweging en sport Activiteit Aantal calorieën per uur Wandelen 3 km/u 175 Hardlopen 10 km/u 700 Fietsen 20 km/u 560 Zwemmen (rustig) 350 Fitness (gemiddeld) 280 9

10 Vul samen de caloriewijzer in met bovenstaande bewegingstabel als in het voorbeeld hieronder: A: Hoe lang moet ik wandelen om de calorieën van en kroket te verbranden? B: Je moet bijna een uur wandelen om de calorieën van een kroket te verbranden. Per product maak je een keuze uit wandelen, traplopen of stofzuigen. product calorieën wandelen traplopen stofzuigen (per 100 gram) 82 (volkoren) (witte rijst, 100 gram) 82 (100 gram) 10

11 100 (100 gram) per glas