Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC8 kamer, rechtdoende in correctionele zaken, 21 september 2016

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC8 kamer, rechtdoende in correctionele zaken, 21 september 2016"

Transcriptie

1 Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC8 kamer, rechtdoende in correctionele zaken, 21 september 2016 Notitienummer parket: AN in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE en waarbij zich hebben aangesloten als burgerlijke partij: 1. De Stichting voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen, afgekort CHILD FOCUS, stichting van openbaar nut naar Belgisch recht, met zetel te 1020 Brussel, Houba de Strooperlaan Ter zitting vertegenwoordigd door meester X. P., advocaat loco meester K. L., advocaat bij de balie te Antwerpen - Tegen beklaagde sub 1 en 2 2. Meester D. D., advocaat met kantoor te ( ), in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige T. D., geboren te Brussel op ( ), verblijvende te ( ) - Ter zitting vertegenwoordigd door meester A. L., advocaat bij de balie te Antwerpen - Tegen beklaagde sub 1 en 2 3. Meester D. D., advocaat met kantoor te ( ), in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige M. G.: geboren te Antwerpen op ( ), wonende te ( ) - Ter zitting vertegenwoordigd door meester L. B., advocaat bij de balie te Antwerpen - Tegen beklaagde sub 1 4. Meester D. D., advocaat met kantoor te ( ), in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige C. G. K., geboren te Luyano (Cuba) op ( ), wonende te ( ) - Ter zitting vertegenwoordigd door meester N, V., advocaat loco meester S. S., advocaat bij de balie te Antwerpen - Tegen beklaagde sub 1 en 2 5. Meester D. D., advocaat met kantoor te ( ), in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige N. C., geboren te Kortrijk op ( ), laatst wonende te ( ) doch thans verblijvende in ( ). - Ter zitting vertegenwoordigd door meester K. R., advocaat bij de balie te Antwerpen - Tegen beklaagde sub 1 en 2 1

2 6. Meester D. D., advocaat met kantoor te ( ), in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige B. L., geboren te Turnhout op ( ), wonende te ( ) - Ter zitting vertegenwoordigd door meester K. L., advocaat bij de balie te Antwerpen - Tegen beklaagde sub 1 7. Meester D. D., advocaat met kantoor te ( ), in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige Y. M., geboren te Emirdag (Turkije) op ( ), wonende te ( ) - Ter zitting vertegenwoordigd door meester A. S., advocaat bij de balie te Antwerpen - Tegen beklaagde sub 1 - TEGEN: 1. A. B. Zonder beroep Geboren te Antwerpen op ( ) Zonder gekende woonplaats in het Rijk Doch verblijvende te ( ) Belg AANGEHOUDEN / ELEKTRONISCH TOEZICHT 2. E. A. Zonder beroep Geboren te B.Abdellah M Hoeeima (Marokko) in 1966 Wonende en adres kiezende te ( ) Marokkaan VRIJ ONDER VOORWAARDEN BETICHT VAN: A. Bij inbreuk op artikel 433 quinquies 1,I Sw., zich schuldig te hebben gemaakt aan mensenhandel, zijnde de werving, het vervoer, de overbrenging, de huisvesting, de opvang van een persoon, het nemen of de overdracht van de controle over hem met als doel de uitbuiting van prostitutie of andere vormen van seksuele uitbuiting van deze persoon, waarbij zijn toestemming met de voorgenomen of daadwerkelijke uitbuiting van geen belang was, met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd ten opzichte van een minderjarige, met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd door misbruik te maken van de kwetsbare toestand waarin een persoon verkeerde ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand, zijn leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze had dan zich te laten misbruiken, 2

3 met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd door direct of indirect gebruik te maken van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang, te weten I. De eerste, te Antwerpen en / of bij samenhang elders in het Rijk Hetzij door de misdaad of het wanbedrijf te hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks te hebben meegewerkt, hetzij door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp te hebben verleend dat de misdaad of het wanbedrijf zonder zijn bijstand niet had kunnen worden gepleegd, a) Tussen 1 september 2015 en 14 oktober 2015, meermaals, op niet nader bepaalde data Ten aanzien van C. G. K. C., geboren te Luyano (Cuba) op ( ), b) Tussen 1 september 2015 en 24 november 2015, meermaals, op niet nader bepaalde data - Ten aanzien van N. C., geboren te Kortrijk op ( ), - Ten aanzien van T. D., geboren te Brussel op ( ), II. De tweede, te Antwerpen Hetzij buiten het geval van artikel 66 3 van het strafwetboek, met zijn weten de dader of daders te hebben geholpen of bijgestaan in daden die de misdaad of het wanbedrijf hebben voorbereid, vergemakkelijkt of voltooid, a) Tussen 1 september 2015 en 14 oktober 2015, meermaals, op niet nader bepaalde data Ten aanzien van C. G. K. C., geboren te Luyano (Cuba) op ( ), b) Tussen 1 september 2015 en 24 november 2015, meérmaals, op niet nader bepaalde data - Ten aanzien van N. C., geboren te Kortrijk op ( ), - Ten aanzien van T. D., geboren te Brussel op ( ); B. De eerste, te Antwerpen Gepoogd te hebben bij inbreuk op artikel 433 quinquies 1,1 Sw., zich schuldig te maken aan mensenhandel, zijnde de werving, het vervoer, de overbrenging, de huisvesting, de opvang van een persoon, het nemen of de overdracht van de controle over hem met als doel de uitbuiting van prostitutie of andere vormen van seksuele uitbuiting van deze persoon, waarbij zijn toestemming met de voorgenomen of daadwerkelijke uitbuiting van geen belang was, met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd ten opzichte van een minderjarige, met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd door misbruik te maken van de kwetsbare toestand waarin een persoon verkeerde ten gevolge van zijn onwettige of precaire administratieve toestand, zijn precaire sociale toestand, zijn leeftijd, zwangerschap, een ziekte 3

4 dan wel een lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid, zodanig dat de betrokken persoon in feite geen andere echte en aanvaardbare keuze had dan zich te laten misbruiken, met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd door direct of indirect gebruik te maken van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang, te weten I. Op 18 september 2015 Ten aanzien van B. L., geboren te Turnhout op ( ) II. Tussen 1 september 2015 en 14 oktober 2015, op niet nader bepaalde datum Ten aanzien van M. G., geboren te Antwerpen op ( ), III. Tussen 5 november 2015 en 24 november 2015, op niet nader bepaalde datum Ten aanzien van Y. M., geboren te Emirdag (Turkije) op ( ) o00o Gezien de artikelen 1, 2 en 3 der wet van 4 oktober 1867, gewijzigd door de wetten van 23 augustus 1919 en 19 maart 1956, alsmede de beschikking van de raadkamer van deze rechtbank dd. 10 mei 2016 waarbij verzachtende omstandigheden werden aangenomen voor de feiten waarop criminele straffen zijn gesteld en houdende verwijzing naar de correctionele rechtbank van de beklaagden; Gezien de stukken van het onderzoek; Gelet op het tussenvonnis der AC8 Kamer dezer rechtbank dd. 1 juni 2016 waarbij meester D. D. als voogd ad hoc werd aangesteld; Gehoord de burgerlijke partijen in hun middelen en besluiten, ontwikkeld door : - meester X. P., advocaat loco meester K. L., advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de burgerlijke partij sub I; - meester A. L., advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de burgerlijke partij sub 2; - meester L. B., advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de burgerlijke partij sub 3; - meester N. V., advocaat loco meester S. S., advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de burgerlijke partij sub 4; - meester K. R., advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de burgerlijke partij sub 5; - meester K. L., advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de burgerlijke partij sub 6; - meester A. S., advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de burgerlijke partij sub 7; Gehoord het Openbaar Ministerie in zijn vordering; Gehoord de beklaagden in hun middelen van verdediging, bijgestaan door : 4

5 - meester F. T., advocaat bij de balie te Mechelen, kantoorhoudende te ( ), voor de eerste beklaagde; - meester K. V., advocaat bij de balie te Antwerpen, voor de tweede beklaagde, en tevens bijgestaan door de aangestelde tolk in de Berberse taal, dewelke de door de wet vereiste eed heeft afgelegd; Voorafgaandelijk 1. Neerlegging van nota's door de burgerlijke partijen Ter terechtzitting van 08/09/2016 werden door aile burgerlijke partijen nota's neergelegd. Tweede beklaagde werpt op dat deze nota's laattijdig zijn neergelegd en verzoekt de ambtshalve wering ervan uit de debatten. Op de inleidingszitting van 01/06/2016 werden er door tweede beklaagde conclusietermijnen gevraagd. In samenspraak en met akkoord van de aanwezige partijen werd geakteerd dat uiterlijk op 31/07/2016 diende te worden geconcludeerd. Overeenkomstig artikel 152 en 189 van het Wetboek van Strafvordering dienen conclusies in strafzaken binnen de termijnen bepaald door de rechtbank te worden neergelegd. Voor het verstrijken van de termijn moeten ze neergelegd zijn ter griffie alsook overgemaakt worden aan de andere partijen. De burgerlijke partijen stellen dat zij niet geconcludeerd hebben doch enkel een nota hebben opgesteld ter duiding van de door hen gevorderde schadevergoeding. Dit argument kan niet aanvaard worden aangezien het toelaten van zulke nota's buiten de vastgestelde conclusietermijnen het doel van deze conclusietermijnen volledig onderuit haalt. Deze dingende conclusietermijnen werden ingevoerd ingevolge de zogenaamde Potpourri II- Wet (Wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie). De bedoeling van de wetgever was om te zorgen voor een vlotter verloop van het strafproces en een beter beheer van de zittingskalender. Voorheen werden eveneens conclusietermijnen afgesproken, doch er werden geen sancties aan gekoppeld ingeval van laattijdigheid. Thans moeten conclusies die buiten de termijn worden ingediend ambtshalve uit de debatten worden geweerd. De rechtbank weert ambtshalve de door burgerlijke partijen op de zitting van 08/09/2016 neergelegde nota s wegens laattijdigheid. Het weren van de laattijdige conclusies/nota's heeft evenwel geen invloed op het pleidooi. De burgerlijke partijen hebben ter zitting hun vordering uiteengezet en toegelicht. 2. Met betrekking tot de gevorderde herkwalificatie van de feiten onder tenlastelegging A De verdediging van tweede beklaagde verzoekt om herkwalificatie naar een inbreuk op artikel 380 Sw, 5

6 Tweede beklaagde wordt ervan verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan een inbreuk op artikel 433 quinquies 1,1 Sw., en tot pogingen hiertoe, en dit in de periode september - november Onder verwijzing naar rechtspraak stelt de verdediging van tweede beklaagde dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen mensenhandel die erop gericht is het slachtoffer seksueel te exploiteren, hetgeen onder toepassing van artikel 380 Sw. zou vallen, en mensenhandel die erop gericht is het slachtoffer door iemand anders seksueel te laten exploiteren, hetgeen onder toepassing van artikel 433 quinquies Sw. zou vallen. De rechtspraak waarnaar de verdediging van tweede beklaagde verwijst, dateert van voor de wetswijziging van artikel 433 quinquies 1,1 Sw. Deze bepaling werd vervangen door de wet van 29 april 2013 tot wijziging van artikel 433 quinquies van het Strafwetboek met het oog op het verduidelijken en het uitbreiden van de definitie van mensenhandel (BS 23 juli 2013, p ). Uit de voorbereidende werken (z. in het bijzonder Parl. St., Senaat, DOC 5-711/2) blijkt duidelijk dat met deze wetswijziging o.m. beoogd werd voormeld euvel weg te werken en artikel 433quinquies Sw. van toepassing te maken op mensenhandel met het oog op elke vorm van seksuele uitbuiting (z. ook Pari. St., Senaat, DOC 5-711/2, p. 5). Gelet op de incriminatieperiode is het aldus gewijzigde artikel 433 quinquies 1,1 Sw. van toepassing: Er is derhalve geen tedere over te gaarr tot herkwalificatie. Ten gronde Met betrekking tot tenlastelegging A Algemeen Eerste en tweede beklaagde worden vervolgd voor feiten van mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting van drie slachtoffers met de verzwarende omstandigheden dat deze slachtoffers minderjarig waren, dat misbruik werd gemaakt van hun kwetsbare toestand en dat gebruik werd gemaakt van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang (tenlastelegging A). Eerste beklaagde wordt daarnaast nog vervolgd voor drie pogingen tot mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting, eveneens met de verzwarende omstandigheden dat de feiten werden gepleegd ten aanzien van minderjarigen, waarbij er misbruik werd gemaakt van hun kwetsbare positie en dat gebruik werd gemaakt van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang (tenlastelegging B). Het onderzoek kwam op gang naar aanleiding van de verdwijning van een aantal minderjarige meisjes. Zij zouden zich ophouden in de entourage van een Antwerpse rapper gekend onder de naam "M.", die door de politiediensten al snel kon geïdentificeerd worden als eerste beklaagde. 6

7 Bij terugvinden van een aantal meisjes bleek uit hun verklaringen dat van enkele van hen een online advertentie bestond op de websites en Hierop werden verregaande seksuele diensten aangeboden. Op de bijhorende foto's zijn enkel de lichamen van meisjes gekleed in lingerie te zien. K. werd samen met G. op 13/10/2015 teruggevonden in een gestolen voertuig. De bestuurder kon ontkomen. C. werd op 1/2/2016 aangetroffen, D. kon pas op 27/04/2016 voor de eerste keer verhoord worden. In hoofde van eerste beklaagde Ter terechtzitting dd. 08/09/2015 bekent eerste beklaagde feiten te hebben gepleegd van mensenhandel met oog op seksuele uitbuiting, doch enkel ten aanzien van de minderjarige C. N.. Hij geeft toe met haar naar klanten te zijn gereden maar hij benadrukt dat C. zich reeds prostitueerde voor hij haar kende en dat hij haar hiertoe nooit gedwongen heeft De feiten vermeld onder de tenlastelegging A gepleegd ten aanzien van N. C. zijn bewezen in hoofde van eerste beklaagde op grond van de bekentenissen van eerste beklaagde en de hierna vermelde elementen uit het onderzoek. In hoofde van eerste beklaagde zijn eveneens de feiten ten aanzien van T. D. en C. G. K. bewezen. De rechtbank verwijst in de eerste plaats naar de verklaringen van verschillende meisjes in het strafdossier. Allen legden (met uitzondering van C.) belastende verklaringen af ten aanzien van eerste beklaagde. Vooral K., G. en D. gaven duidelijk de werkwijze weer van eerste beklaagde, het gebruik van de online advertenties, welke hotels het meest gefrequenteerd werden, welke bedragen verdiend werden, hun verblijfplaatsen en tot slot welke, meisjes nog betrokken waren. Deze verklaringen zijn duidelijk en gelijklopend zodat ze geloofwaardig zijn. Ook de verklaringen van K., die door eerste beklaagde in twijfel worden getrokken, zijn geloofwaardig. Haar verklaringen worden immers ondersteund door de verklaringen van andere meisjes, die K. kenden als een meisje dat voor eerste beklaagde werkte. Zij zou ook aan andere meisjes gevraagd hebben om voor eerste beklaagde te komen werken, hetgeen K. ook zelf verklaarde. K. gaf bovendien bij later verhoor zelf toe eerder bepaalde zaken overdreven te hebben en kon deze ook benoemen. De overige elementen die door haar werden aangereikt bleef zij doorheen meerdere verhoren evenwel herhalen en bevestigen. Ter zitting betwist eerste beklaagde niet langer dat het nummer 04( ) hem toebehoorde. Dit werd overigens bevestigd door de gegevens in het strafdossier en de verklaringen van diverse getuigen, waaronder de broer van eerste beklaagde. Met dit nummer stuurde beklaagde ondermeer een bericht naar K., met de vraag "wanneer ze klaar is" en in een chat met G. vroeg hij dan weer of ze naar het Ibis hotel kon komen. 7

8 Daarnaast is ook gebleken dat het nummer 04( ), dat vermeld stond bij de online seksadvertenties en het nummer was van C., veelvuldig gebruikt werd door eerste beklaagde. Minstens gaf eerste beklaagde opdrachten aan de gebruiker van dit nummer. Op dit nummer werd kort een tapmaatregel bevolen, van 29/10/2015 tot met 01/11/2015. Hieruit bleek dat er drie effectieve afspraken werden gemaakt. Één klant verklaarde C. te kennen en er twee keer een afspraak mee gemaakt te hebben. Wanneer deze klant het nummer van de advertentie opbelde, kreeg hij evenwel telkens een man aan de lijn. Een andere klant belde wel met C. en informeerde of de "broers A." haar chauffeurs zijn. Tweede beklaagde verklaarde dat hij dit nummer van eerste beklaagde had gekregen, met de mededeling dat hij hem hierop steeds kon bereiken. Na het terugvinden van enkele van de verdwenen meisjes, bleek dat de activiteiten van het nummer 04( ) niet stopten. Op 19 oktober 2015 werd een advertentie van "Samantha" geplaatst met voormeld nummer, met de vermelding dat zij ook werkzaam is in Knokke. Een dag ervoor plaatste eerste beklaagde een bericht op facebook dat hij in Knokke was. Eerste beklaagde kan bijgevolg moeilijk voorhouden dat het klantennummer 04( ) enkel en alleen door C. gebruikt werd. Het is bewezen dat hij degene is die dit klantennummer voornamelijk beheerde en de online advertenties plaatste. Minstens gaf hij hiertoe de nodige opdrachten, getuige een sms van 29/10/2015 van beklaagde naar het klantennummer met "zet op site", waarna even later een advertentie verschijnt op de website Bovendien bleek uit de tapmaatregel ook dat eerste beklaagde voelde wanneer het hem te heet werd onder de voeten. Zo belde eerste beklaagde het nummer 04( ) op met de vraag om hein te verwijderen als contact en daarnaast alles te verwijderen. Even later volgt een gesprek vanuit de toiletten van he politiebureel tussen het nummer 04( ) en het nummer van eerste beklaagde. Achteraf bleek het te gaan om G. die hem had opgebeld met de SIM-kaart van C.'s GSM. Zij bevestigde eveneens dat eerste beklaagde haar gevraagd had zaken te verwijderen uit de GSM van C.. Uit de analyse van de gebruikte zendmasten bleek tenslotte dat het nummer van beklaagde en het klantennummer telkens aanwezig waren op dezelfde plaatsen, op hetzelfde tijdstip. Deze nummers werden tesamen gecapteerd onder diverse zendmasten in gans Vlaanderen, wat aantoont dat eerste beklaagde samen met C. rondreed naar klanten. Bij aantreffen van eerste beklaagde op 24/11/2015 had hij 400 euro cash bij zich in coupures van 50 euro. Tevens werd er in zijn voertuig Ford Focus met nummerplaat ( ) een koffer met vrouwenkledij aangetroffen. Minstens een deel van deze kledij bleek toe te behoren aan C.. Een aantal hotels, waar volgens enkele meisjes klanten werden ontvangen, werd geboekt op naam van eerste beklaagde. Soms betaalde hij met een bankkaart van zijn broer. 8

9 Tenslotte verwijst de rechtbank nog naar de verklaringen van getuigen, zoals jongeren die werden ondervraagd tijdens de zoektocht naar de verdwenen meisjes. Velen onder hen waren op de hoogte van de activiteiten van eerste beklaagde en kenden hem als een pooier. Op basis van de bovenstaande elementen en met name van de vaststellingen van de verbalisanten, het telefonieonderzoek en de gelijklopende verklaringen van de minderjarige meisjes, zijn alle feiten van tenlastelegging A in hoofde van eerste beklaagde bewezen. Dat de feiten gepleegd werden t.a.v. minderjarigen die zich bovendien in een kwetsbare positie bevonden en dat gebruik werd gemaakt van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang staat vast. De rechtbank verwijst naar de bijzonder jonge leeftijd van de slachtoffers én naar het gegeven dat zij geplaatst waren in een jeugdinstelling en deze instelling ontvlucht waren, hetzij hun thuissituatie ontvlucht waren en een onderkomen zochten. Hoewel eerste beklaagde geen fysieke dwang gebruikte, maakte hij misbruik van hun kwetsbare toestand door hen eerst voor zich te winnen en ze vervolgens te overhalen zich voor hem te laten prostitueren. Het staat vast dat eerste beklaagde zoveel mogelijk meisjes rond zich trachtte te verzamelen om ze voor hem te laten werken. Hij ging daarbij niet roekeloos te werk, getuige het gebruik van het nummer van één van de meisjes als klantennummer. behield evenwel ten allen tijde de conteole, hetgeen blijkt uit de verklaringen van enkele meisjes die stellen dat hij de volledige opbrengsten voor zich hield, hij steeds meereed met de meisjes of ze zelf vervoerde. In hoofde van tweede beklaagde De betrokkenheid van tweede beklaagde kwam voor het eerst naar voren in de verklaring van slachtoffer K.. Zij verklaarde dat zij samen met C. en D. verbleven heeft op het appartement van tweede beklaagde, die bij de meisjes gekend was als "nonkel A.". Eerste beklaagde is een neef van tweede beklaagde. Volgens K. was tweede beklaagde goed op de hoogte van de activiteiten die er plaatsvonden. Hij leende bovendien soms ook zijn wagen uit aan eerste beklaagde om met de meisjes naar klanten te rijden. Volgens K. werd tweede beklaagde hiervoor betaald door eerste beklaagde. Tweede beklaagde probeerde haar en de andere meisjes soms ook aan te raken. De verklaringen van K. werden bevestigd door D.. D. verklaarde spontaan dat ze enige tijd bij "Nonkel A." verbleven heeft, samen met C. en K.. Net als K. gaf zij ook aan dat tweede beklaagde hen wilde aanraken en dat hij wel degelijk wist welke activiteiten er zich in zijn appartement afspeelden. De aanwezigheid van enkele meisjes in het appartement werd door tweede beklaagde zelf bevestigd. Hij ontkende echter te weten dat zij zich dienden te prostitueren voor zijn neef. Hij ontkende ook geld te hebben ontvangen voor het ter beschikking stellen van zijn appartement. Hij verklaarde vaak op café te gaan wanneer zijn, neef in het appartement was met één of meerdere meisjes. 9

10 De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van tweede beklaagde ongeloofwaardig zijn, te meer uit het onderzoek is gebleken dat de foto's van de meisjes die bij de online advertenties werden geplaatst, in het appartement van tweede beklaagde werden genomen. Daarnaast werden op de GSM van K. foto's aangetroffen waarop te zien is hoe tweede beklaagde twee van de meisjes vast heeft en zij erg 'close' met elkaar omgaan. Bij het aantreffen van tweede beklaagde op 8 december 2015 had hij twee GSM toestellen en een klein telefoonboekje op zak. Daarin stond onder meer het nummer 04( ) vermeld, d.i. het nummer dat onder tapmaatregel werd geplaatst. Bij dit nummer stond in het Arabisch de naam " C. " geschreven. Tweede beklaagde verklaarde hierover dat hij via dit nummer eerste beklaagde kon bereiken. De feiten van de tenlastelegging zijn bewezen op basis van de vaststellingen van de verbalisanten, de aangetroffen foto's en de gelijklopende verklaringen van de minderjarige slachtoffers K. en D.. Los van het gegeven dat tweede beklaagde daadwerkelijk geld heeft ontvangen, staat het vast dat hij hulp verleende aan eerste beklaagde om de meisjes te kunnen uitbuiten, door hem gebruik te laten maken van zijn appartement alsook van zijn wagen. Met betrekking tot tenlastelegging B Eerste beklaagde wordt nog vervolgd voor drie pogingen tot mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting, eveneens met de verzwarende omstandigheden dat de feiten werden gepleegd ten aanzien van minderjarigen en waarbij er misbruik werd gemaakt van hun kwetsbare positie en dat gebruik werd gemaakt van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang. Inzake tenlastelegging B.I In de nacht van 18 op 19 september 2015 zou B. L. haar ouderlijke woning ontvlucht zijn. Niet lang hierna wordt zij aangetroffen in Rotterdam, waar zij verklaarde in Antwerpen benaderd te zijn om zich te prostitueren. In haar verklaring stelt L. dat zij eerste beklaagde tegenkwam in Antwerpen op de Rooseveltplaats. Beklaagde zat in een wagen en er waren twee meisjes bij, K. en een Marokkaans meisje (het bleek hier te gaan om G.). K. vroeg haar of ze voor eerste beklaagde wou werken in de prostitutie. Ook eerste beklaagde zelf had dit aan haar gevraagd doch zij weigerde. Ze zouden daarop met z'n allen naar een hotel gereden zijn, waar ze door de uitbater terug werden buitengezet. L. verklaarde dat ze daarop mee in een taxi is gestapt richting het Schipperskwartier, maar onderweg bang werd en is uitgestapt. Het relaas van L. over die dag wordt bevestigd door G. en K.. L. was duidelijk op de hoogte van de activiteiten van eerste beklaagde en wist dat onder andere K. zich voor hem prostitueerde. Zij verklaart niet dat zij hier zelf ook aan heeft deelgenomen. Zij was steeds vrij om weg te gaan en werd door eerste beklaagde nergens toe gedwongen of door hem bedreigd. Er werden van haar geen foto's getrokken, er werden geen 10

11 advertenties van haar geplaatst, noch is zij op enig moment in aanraking gekomen met een (potentiële) klant. Ook blijkt nergens uit dat zij naar het hotel gingen voor een klant. Noch L. zelf, noch K. en G. verklaarden dit. In haar daaropvolgende relaas geeft L. weer hoe zij Nederlanders ontmoette die haar meenamen naar Rotterdam. Daar zou zij bij één van de mannen geslapen hebben en zou zij aangerand zijn. Op geen enkel ogenblik legt L. hier de link met eerste beklaagde, zij spreekt enkel over onbekende Nederlanders. Een strafbare poging bestaat, wanneer het voornemen om een misdaad of een wanbedrijf te plegen zich geopenbaard heeft door uitwendige daden die een begin van uitvoering van die misdaad of dat wanbedrijf uitmaken. Het louter stellen van de vraag door eerste beklaagde om voor hém te werken is op zich onvoldoende om een begin van uitvoering van het betrokken misdrijf uit te maken. De strafbare poging staat bijgevolg niet vast. Eerste beklaagde moet worden vrijgesproken voor deze feiten. Met betrekking tot tenlastelegging B.II Op 18 september 2015 werd M. G. (hierna G.) opgegeven als vermist door de jeugdinstelling waar zij verbleef. Al snel bleek dat zij zich ophield in de entourage van eerste beklaagde en Vooral vaak gezien werd met K.. Op 13 oktober 2015 werd zij samen met K. aangetroffen in een voertuig dat gestolen bleek. De bestuurder van het voertuig kon op dat moment vluchten. In haar verhoor stelde G. dat eerste beklaagde haar ex-vriend is. Volgens haar is hij een pooier en gebruikt hij drie meisjes (volgens haar zijn dit "K.", " C. T." en " D."). Zij beschrijft verder hoe eerste beklaagde daarbij te werk gaat, door het plaatsen van advertenties met foto's van de meisjes met telefoonnumtners die klanten kunnen bellen. Eerste beklaagde rijdt dan zelf met de meisjes naar de klant. Zij benoemt verder de hotels waar hij gebruik van maakt, hoeveel geld er wordt gevraagd,... Op de vraag of eerste beklaagde ooit zoiets aan haar gevraagd heeft, stelt zij van niet, dat zij hier nooit aan heeft meegedaan. Zij stelt enkel dat zij foto's heeft getrokken van K. voor gebruik op de website. G. geeft op geen ogenblik aan dat zij zich onder druk gezet of bedreigd voelde om voor beklaagde te werken. Niettegenstaande zij vaak vertoefde in het milieu rond eerste beklaagde, heeft zij kennelijk nooit iets gedaan tegen haar wil. Net als L. werden er van haar geen foto's genomen en is zij nooit in aanraking gekomen met klanten. In deze omstandigheden zijn er onvoldoende elementen voorhanden voor een strafbare poging in hoofde van eerste beklaagde. Dat G. perfect op de hoogte was van het reilen en zeilen van 11

12 de activiteiten van eerste beklaagde, betekent niet dat zij hier zelf ook slachtoffer van is geworden of dat eerste beklaagde gepoogd heeft haar uit te buiten. Eerste beklaagde moet dan ook vrijgesproken worden voor de feiten van tenlastelegging B.II. Wat betreft tenlastelegging B.III Op 3 december 2015 wordt melding gemaakt van de vlucht van Y. M. door een begeleider van de jeugdinstelling waar zij verblijft. Deze zou vernomen hebben dat M. zou vastgehouden worden in een appartement en dat een zekere "M." haar vroeg om voor hem te komen werken. Ook M. zelf verklaarde dit tijdens een latere kabinetsbespreking bij de jeugdrechter. In haar verhoor stelt zij dat zij samen met onder meer eerste beklaagde, G. en C. verbleven heeft op een appartement op het Kiel. Er waren ook nog andere personen aanwezig en er werd drank en drugs gebruikt. Zij verklaarde nog dat zij met C. 's nachts naar buiten is gegaan maar dat ze zijn teruggekeerd, hetgeen aantoont dat zij vrij was om te vertrekken wanneer ze dit wou. M. gaf aan dat G. aan haar had gevraagd of ze wou werken voor eerste beklaagde. Buiten die ene nacht die ze heeft doorgebracht in een appartement waar onder meer ook eerste beklaagde en een aantal van de andere meisjes aanwezig waren, blijkt uit het strafdossier niet dat M. nader contact had met eerste beklaagde of dat eerste beklaagde trachtte haar te overhalen om als prostituee voor hem aan de slag te gaan. De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende elementen zijn voor een strafbare poging tot mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting van de minderjarige M. Y., zodat eerste beklaagde voor deze feiten moet worden vrijgesproken. Wat betreft de straftoemeting De bewezen verklaarde feiten zijn ernstig en vermengen zich in hoefde van eerste en tweede beklaagde als zijnde gepleegd met éénzelfde opzet, zodat slechts één straf moet worden opgelegd. De feiten zijn bijzonder ernstig. Eerste beklaagde maakte misbruik van erg jonge meisjes, door hen eerst voor zich te winnen en ze vervolgens in te zetten in de prostitutie. Eerste beklaagde hield geen enkele rekening met de psychische en seksuele integriteit van de slachtoffers. Op geen enkel ogenblik stond hij stil bij de impact van zijn daden op de meisjes, die reeds moeilijke periodes hebben gekend in hun leven en zich in een uiterst kwetsbare positie bevonden. De slachtoffers waren voor eerste beklaagde louter een middel in zijn streven naar gemakkelijk geldgewin. Eerste beklaagde legde de kansen die hem werden geboden eenvoudigweg naast zich neer, Het verwijderen van zijn enkelband in de periode van elektronisch toezicht en dit in afwachting van zijn proces, getuigt van een verregaand gebrek aan normbesef of enige verantwoordelijkheidszin. 12

13 Tweede beklaagde deinsde er niet voor terug om mee te gaan in de criminele activiteiten van zijn neef. Hoewel hij zelf niet is overgaan tot het uitbuiten van de meisjes, verschafte hij eerste beklaagde wel de mogelijkheden om dit te doen, door hem zijn appartement en wagen ter beschikking te stellen. Hij droeg als oudere niet alleen ten aanzien van zijn neef, maar ook en vooral ten aanzien van de minderjarige meisjes een bijzonder grote verantwoordelijkheid, dewelke hij evenwel bewust naast zich heeft neergelegd. Bij het bepalen van de strafmaat zal de rechtbank rekening houden met de aard en de ernst van de bewezen misdrijven, de impact hiervan op de slachtoffers, het aandeel van iedere beklaagde, ieders leeftijd, persoonlijkheid en strafrechtelijk verleden. Eerste beklaagde verzocht om een straf met een gedeeltelijk uitstel onder probatievoorwaarden en formuleerde een aantal suggesties inzake de eventueel op te leggen voorwaarden. Gelet op de aard en de ernst van de feiten en rekening houdende met de persoonlijkheid van eerste beklaagde, oordeelt de rechtbank dat een ernstige en effectieve gevangenisstraf noodzakelijk is om beklaagde te wijzen op de ernst van zijn daden en hem ertoe aan te zetten zich in de toekomst te beteren alsook zijn re-integratie aan een strikte controle te onderwerpen. Tweede beklaagde verzocht om een straf met uitstel op te leggen, eventueel gekoppeld aan probatievoorwaarden. Rekening houdende met zijn ondergeschikte rol alsook zijn blanco strafverleden gaat de rechtbank in op zijn vraag om een deel van de straf met uitstel op te leggen. Deze bestraffing beantwoordt het best aan de preventieve en repressieve doeleinden van een straf. Beklaagden worden tevens ontzet uit de rechten bepaald in artikel 31.1 Sw. voor een termijn van 5 jaar. Op Burgerrechtelijk gebied. Wat betreft de burgerlijke partijstelling van de Stichting voor Vermiste en Seksueel Uitgebuite Kinderen, afgekort CHILD FOCUS De vordering strekt ertoe beklaagden te horen veroordelen in betaling van een vermengde schadevergoeding van 1 EURO meer intresten en kosten. De vordering wordt niet betwist en vloeit voort uit de maatschappelijke opdracht van deze instelling zodat de gevorderde schadevergoeding kan worden toegekend. Wat betreft de burgerlijke partijstelling van Mt. D. D., in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige T. D. De vordering strekt ertoe beklaagd en solidair te horen veroordelen in betaling van een provisionele schadevergoeding van EURO en de aanstelling van een deskundige te 13

14 bevelen teneinde het slachtoffer te onderzoeken en de opgelopen schade te beschrijven met het oog op een definitieve schaderaming. Tevens verzoekt het slachtoffer haar kosteloze rechtsbijstand toe te kennen met het oog op de uitvoering van voornoemd deskundig onderzoek. Het staat vast dat de burgerlijke partij schade heeft geleden ingevolge de door beklaagden gestelde handelingen Voorzien onder tenlasteleggingen A.I.b en A.II.b. De gevorderde provisionele schadevergoeding is redelijk en gegrond zodat de rechtbank ze toekent. De rechtbank ziet geen reden tot aanstelling van een geneesheer-deskundige en kent het gevorderde bedrag definitief toe. Wat betreft de burgerlijke partijstelling van Mt. D. D., in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc voor de minderjarige M. G. Gelet op de vrijspraak van eerste beklaagde voor de feiten ten aanzien van M. G., wijst de rechtbank de vordering van de burgerlijke partij af als ongegrond. Wat betreft de burgerlijke partijstelling van Mt, D. D., in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige C. G. K. De vordering strekt ertoe beklaagden solidair te horen veroordelen in betaling van een provisionele schadevergoeding van EURO en de aanstelling van een gerechtspsychiater te bevelen teneinde het slachtoffer te onderzoeken en de opgelopen schade te beschrijven met het oog op een definitieve schaderaming. Tevens verzoekt het slachtoffer haar kosteloze rechtsbijstand toe te kennen met het oog op de uitvoering van voornoemd deskundig onderzoek. Het staat vast dat de burgerlijke partij schade heeft geleden ingevolge de door beklaagden gestelde handelingen voorzien onder tenlastelegging A.I.a en A.II.b. De gevorderde provisionele schadevergoeding is redelijk en gegrond zodat de rechtbank ze toekent. De rechtbank ziet geen reden tot aanstelling van een geneesheer-deskundige en kent het gevorderde bedrag definitief toe. Wat betreft de burgerlijke partijstelling van Mt. D. D., in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige N. C. De vordering strekt ertoe beklaagden solidair te horen veroordelen in betaling van een provisionele schadevergoeding van EURO en de aanstelling van Dr. C. DILLEN te bevelen teneinde het slachtoffer te onderzoeken en de opgelopen letsels te beschrijven met het oog op een definitieve schaderaming, overeenkomstig de door haar omschreven opdracht. 14

15 Tevens verzoekt het slachtoffer haar kosteloze rechtsbijstand toe te kennen met het oog op de uitvoering van voornoemd deskundig onderzoek. Het staat vast dat de burgerlijke partij schade heeft geleden ingevolge de door beklaagden gestelde handelingen voorzien onder A.I.b en A.II.b. De gevorderde provisionele schadevergoeding is redelijk en gegrond zodat de rechtbank ze toekent. De rechtbank ziet geen reden tot aanstelling van een geneesheer-deskundige en kent het gevorderde bedrag definitief toe. Wat betreft de burgerlijke partijstelling van Mt. D. D., in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige B. L. Gelet op de vrijspraak van eerste beklaagde voor de feiten ten aanzien van B. L., wijst de rechtbank de vordering van de burgerlijke partij af als ongegrond. Wat betreft de burgerlijke partijstelling van Mt. D. D., in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc van de minderjarige Y. M. Gelet op de vrijspraak van eerste beklaagde voor de feiten ten aanzien van Y. M., wijst de rechtbank de vordering van de burgerlijke partij af als ongegrond. OM DEZE REDENEN, DE RECHTBANK, Gelet op de artikelen 152 1, 162, 162bis, 185, 189, 191, 194, 195, 226, 227,282 van het Wetboek van Strafvordering, artikelen 1, 3, 7 van het Strafwetboek, artikelen 11, 12, 14, 31, 32, 34, 35, 36, 37 en 41 der wet van 15 juni 1935, gewijzigd door de wet van 3 mei 2003; de verordeningen van de Raad van de ministers nr. 974/98 dd. 3/5/1998 en nr. 1103/97 dd. 17/6/1997 en de wetten van 26/06/2000 en 30/06/2000 betreffende de invoering van de euro, artikelen 28, 29 der wet van 1 augustus 1985, artikelen 3 en 4 der wet van 17 april 1878, artikelen 379 en 1382 van het Burgerlijk Wetboek, artikelen 44 en 45 van het Strafwetboek, en bij toepassing van de artikelen 25, 31.1, 33, 38, 40, 50, 66, 67, 79, 80, 433 quinquies 1.1, 433septies 10, 2 en 30, 433novies van het Strafwetboek. Rechtdoende op tegenspraak 15

16 Weert de door de burgerlijke partijen - op de zitting van 08/09/2016 neergelegde `nota's' ambtshalve uit de debatten. Spreekt eerste beklaagde A. B. vrij voor de feiten onder tenlastenlegging B. VEROORDEELT: - eerste beklaagde A. B. voor de vermengde feiten A. 1 a) en b) tot een hoofgevangenisstraf van ZES JAAR en tot een geldboete van driemaal DUIZEND EUR, - tweede beklaagde EL MOUSSAOU1 Adelilah voor de vermengde feiten A. Il a) en b) tot een hoofgevangenisstraf van TWINTIG MAANDEN en tot een geldboete van driemaal DUIZEND EUR. Aangezien deze, veroordeelde vroeger geen enkele veroordeling tot een criminele straf of tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan twaalf maanden of tot een gelijkwaardige straf die in aanmerking genomen wordt overeenkomstig artikel 99bis van het Strafwetboek, heeft opgelopen; dat in die omstandigheden een genademaatregel van aard is om de verbetering van deze veroordeelde te doen verhopen; Beveelt dat bij toepassing en binnen de perken van artikelen 1 en 8 der wet van 29 juni 1964, de tenuitvoerlegging van de : - hoofdgevangenisstraf uitgesproken ten laste van veroordeelde, wordt uitgesteld voor een termijn van vijf jaar vanaf heden, uitgezonderd een effectieve hoofdgevangenisstraf van TIEN MAANDEN. - geldboete uitgesproken ten leste van veroordeelde, wordt uitgesteld voor een termijn van drie jaar vanaf heden, uitgezonderd een effectieve geldboete van driemaal VIJFHONDERD EUR, vermeerderd met 50 decimes is driemaal 3000 EUR of 9000 EUR, of een vervangende gevangenisstraf van éénmaa VIJFENZEVENTIG DAGEN. Ontzet A. B. en E. A. tevens uit de rechten zoals vermeld in artikel 31.1 lid van het Strafwetboek voor een termijn van ieder VIJF JAAR; Verplicht beide veroordeelden, als bijdrage voor de financiering van het Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden, tot het betalen van een bijdrage van ieder 25 EUR, bij toepassing van artikel 1 van de wet van 5 maart 1952, gewijzigd door de wet van 26 juni 2000 en de wet van 28 december 2011, vermeerderd met 50 decimes, en gebracht op elk 150 EUR. Verplicht beide veroordeelden tot betaling van ieder de helft van de kosten van het geding belopende 738,38 FUR in het totaal - de kosten één en ondeelbaar veroorzaakt door de lastens beklaagden weerhouden en bewezen feiten - en, bij toepassing van artikel 91 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1950 tot een vergoeding van ieder 51,20 EUR. 16

17 Zegt dat bij toepassing van artikel 1 der wet van 5 maart 1952 gewijzigd door de wet van 28 december 2011 de geldboeten van driemaal 1000 euro, vermeerderd worden met 50 decimes, zodat die geldboeten elk driemaal 6000 euro of elk euro bedragen. Bepaalt de duur van de gevangenisstraf waardoor de geldboeten van driemaal 1000 euro vervangen kunnen worden, bij gebrek aan betaling binnen een termijn vermeld in artikel 40 van het strafwetboek, op éénmaal drie maanden voor elk van deze geldboeten. o00o Rechtdoende over de vordering van de burgerlijke partij: I) CHILDFOCUS : Verklaart de eis ontvankelijk en in de hiernavolgende mate gegrond; Veroordeelt eerste en tweede beklaagde, solidair, om aan deze burgerlijke partij te betalen, als schadevergoeding, de som van ÉÉN (1,00) euro te vermeerderen met de vergoedende intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 23 november 2015 tot op heden, en vanaf heden met de gerechtelijke intresten en de kosten. Veroordeelt eerste en tweede beklaagde solidair om aan deze burgerlijke partij te betalen, als rechtsplegingsvergoeding, de som van HONDERD TACHTIG (180,00) euro. Rechtdoende over de vordering van de burgerlijke partijen: 3), 6) en 7) Mr. D. D. in zijn hoedanigheid van voogd ad hoc over de minderjarigen M. G., B. L. en Y. M. : Verklaart de vorderingen ontvankelijk maar wijst deze af als ongegrond. Verwijst deze burgerlijke partijen tot de kosten van hun aanstelling. Rechtdoende over de vordering van de burgerlijke partijen: 2) Meester D. D., advocaat qq. voogd ad hoc van de minderjarige T. D. Verklaart de eis ontvankelijk en in de hiernavolgende mate gegrond; Veroordeelt eerste en tweede beklaagde, solidair, om aan deze burgerlijke partij te betalen, als schadevergoeding, de som van DUIZEND VIJFHONDERD (1.500,00) euro te vermeerderen met de vergoedende intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 23 november 2015 tot op heden, en met de gerechtelijk intresten, aan dezelfde intrestvoet, vanaf heden tot op de dag van volledige betaling. De Rechtbank beveelt - ambtshalve - overeenkomstig artikel 379 van het Burgerlijk Wetboek dat de aan de minderjarige toekomende geldsom zal worden geplaatst op een rekening die op 17

18 naam van de minderjarige zal worden geopend en die - behoudens het recht op wettelijk genot onbeschikbaar zal blijven tot het tijdstip van de meerdedarigheid van de minderjarige. Veroordeelt eerste en tweede beklaagde solidair om aan deze burgerlijke partij te betalen, als rechtsplegingsvergoeding, de som van VIERHONDERD TACHTIG (480,00) euro. 4) Meester D. D., advocaat qq. voogd ad hoc van de minderjarige C. G. K. Verklaart de eis ontvankelijk en in de hiernavolgende mate gegrond; Veroordeelt eerste en tweede beklaagde, solidair, om aan deze burgerlijke partij te betalen, als schadevergoeding, de som- van DUIZEND VIJFHONDERD (1.500,00) euro te vermeerderen met de vergoedende intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 13 oktober 2015 tot op heden, en met de gerechtelijk intresten, aan dezelfde intrestvoet, vanaf heden tot op de dag van volledige betaling. De Rechtbank beveelt - ambtshalve - overeenkomstig artikel 379 van het Burgerlijk Wetboek dat de aan de minderjarige toekomende geldsom zal worden geplaatst op een rekening die op naam van de minderjarige zal worden geopend en die - behoudens het recht op wettelijk genot onbeschikbaar zal blijven tot het tijdstip van de meerderjarigheid van de minderjarige. Veroordeelt eerste en tweede beklaagde solidair om aan deze burgerlijke partij te betalen, als rechtsplegingsvergoeding, de som van VIERHONDERD TACHTIG (480,00) cure. 5) Meester D. D., advocaat qq. voogd ad hoc van de minderjarige N. C.: Verklaart de eis ontvankelijk en in de hiemavolgende mate gegrond;. Veroordeelt eerste en tweede beklaagde, solidair, om aan deze burgerlijke partij te betalen, als schadevergoeding, de som van DUIZEND VIJFHONDERD (1.500,00) euro te vermeerderen met de vergoedende intresten aan de wettelijke intrestvoet vanaf 23 november 2015 tot op heden, en met de gerechtelijk intresten, aan dezelfde intrestvoet, vanaf heden tot op de dag van volledige betaling. De Rechtbank beveelt - ambtshalve - overeenkomstig artikel 379 van het Burgerlijk Wetboek dat de aan de minderjarige toekomende geldsom zal worden geplaatst op een rekening die op naam van de minderjarige zal worden geopend en die - behoudens het recht op wettelijk genot - onbeschikbaar zal blijven tot het tijdstip van de meerderjarigheid van de minderjarige. Veroordeelt eerste en tweede beklaagde solidair om aan deze burgerlijke partij te betalen, als rechtsplegingsvergoeding, de som van VIERHONDERD TACHTIG (480,00) euro. Wijst het meer- en anders gevorderde af. o00o o00o 18

19 Alles wat voorafgaat is, overeenkomstig de bepalingen der wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, in de Nederlandse taal geschied. Aldus gewezen door de hiernavermelde rechters die de zaak behandeld hebben en aan de beraadslaging hebben deelgenomen, en uitgesproken in openbare terechtzitting door de Voorzitter op éénentwintig september tweeduizend zestien in aanwezigheid van het Openbaar Ministerie en de griffier. L. D., ondervoorzitter, voorzitter van de kamer, rechter, F. V., rechter, K. E., rechter, K. W., substituut-procureur des konings, J. S., griffier, 19

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015 Notitie nummer: AN43.99.246-14 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 6 NOVEMBER 2015 - ZAAK I- in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: en waarbij zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: P.

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN 23 JUNI 2010 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 1C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010 Notitie nummer: AN43.L7.9832-08 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 OKTOBER 2010 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 2C, rechtdoende in correctionele

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie Vonnisnummer / Griffienummer / Rolnummer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Aangeboden op Inzake het Openbaar Ministerie en BURGERLIJKE PARTIJ(EN)

Nadere informatie

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Nummer: 1071 Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Notitie nummer: AN55.FI.I7448-I3 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: M. C. Arbeider voedingsnijverheid Geboren te Freetown

Nadere informatie

RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER

RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER RECHTBANK EERSTE AANLEG ANTWERPEN AFDELING ANTWERPEN, 31 MAART 2015, AC4 KAMER De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC4 kamer, rechtdoende in correctionele zaken, heeft volgende

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER

HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER HET HOF VAN BEROEP VAN ANTWERPEN 19 MAART 2009, 14 E KAMER Het Hof van Beroep, zitting houdende te Antwerpen, veertiende kamer, recht doende in correctionele zaken, spreekt het volgende arrest uit: Inzake

Nadere informatie

VONNIS. TEGEN: De zich noemende W.D. ( ), volgens eigen verklaring geboren te Freetown (Sierra Leone),

VONNIS. TEGEN: De zich noemende W.D. ( ), volgens eigen verklaring geboren te Freetown (Sierra Leone), VONNIS Datum: 24.01.2005 De rechtbank van eerste aanleg, van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken: In zake van

Nadere informatie

Correctionele rechtbank Antwerpen, 21 maart 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank Antwerpen, 21 maart 2016, AC4 kamer Correctionele rechtbank Antwerpen, 21 maart 2016, AC4 kamer Vonnis n 1397 Notitie nummer: AN40.LB.92700-15 heeft het volgende vonnis uitgesproken: in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich hebben

Nadere informatie

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE 1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016 N. Nr.: AN45.LB.68860-I5 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 2 MEI 2016 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: V. D. Toneelspeler Geboren te Oostende, op (..) Ingeschreven en adreskiezende

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 15 DECEMBER 2015 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BURGERLIJKE PARTIJEN Vlaamse Vervoersmaatschappij ( ) openbare instelling onder de vorm van een NV, met ondernemingsnummer

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken Vonnisnummer/ Griffienummer / \.\bi. /2015 Repertoriumnummer/ Europees 2015 / 461. Datum van uitspraak 18 maart 2015 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket 66.RW.500300/2013 Rechtbank van eerste

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016 LE43.LC.22655-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 15 FEBRUARI 2016 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door substituut procureur des Konings L. D. H.. BURGERLIJKE PARTIJ P. S., wonende te 3000

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

AFSCHRIFT. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken. Vonnis. L.ooy /2017. D13M kamer 20JUNI2011

AFSCHRIFT. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken. Vonnis. L.ooy /2017. D13M kamer 20JUNI2011 V.. Griffienummer L.ooy /2017 Datum van uitspraak AFSCHRIFT 20JUNI2011 IN BUITENGEWONE TERECHlZITllNG Notitienummer parket DE66.l!J.404/14/GESW2 Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde

Nadere informatie

HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER

HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER HOF VAN BEROEP ANTWERPEN, 31 MEI 2017, 14 DE KAMER Notitienummer parket-generaal: 2014/PGA/3843-2016/VJ11/94 Het OPENBAAR MINISTERIE en de BURGERLIJKE PARTIJ: C. K., geboren te ( ) op ( ) woonplaats kiezend

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 HA56.L2.3542-14 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LIMBURG AFDELING HASSELT VAN 19 OKTOBER 2017 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN BEKLAAGDE A. A., geboren te Beringen op ( ), wonende te ( ), Belg. In persoon.

Nadere informatie

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Nummer:56 Notitie nummer: AN55.F1.20861-13 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN: 1. D. B. Zonder beroep Geboren te Accra (Ghana) op

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, p. 1 Griffienummer 1) ') fi ü 0. _,. J iv to.3 / 2017 Repertorium nummer 2011 / 1-A 1 Datum van uitspraak 9 mei 2017 Notitienummer parket Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Nadere informatie

De Rechtbank van eerste aanleg

De Rechtbank van eerste aanleg De Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken.: in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich heeft aangesloten als

Nadere informatie

NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER

NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL, STRAFZAKEN, 3 MAART 2014, 60 ste KAMER INZAKE VAN: DE PROCUREUR DES KONINGS, in naam van zijn ambt, EN Het FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN MIGRATIESTROMEN,

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN, 4 OKTOBER 2010, KAMER 4C

CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN, 4 OKTOBER 2010, KAMER 4C CORRECTIONELE RECHTBANK ANTWERPEN, 4 OKTOBER 2010, KAMER 4C OP VERZET De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het

Nadere informatie

Correctionele rechtbank Antwerpen, 23 mei 2016

Correctionele rechtbank Antwerpen, 23 mei 2016 Notienummer AN37.F1.104807-15 Correctionele rechtbank Antwerpen, 23 mei 2016 De rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, AC4 kamer, 23 mei 2016 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: 1.

Nadere informatie

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008

De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 not.nr. 56.99.139-07 rep. Nr. 2293 De correctionele rechtbank van het arrondissement Hasselt VONNIS van 19 NOVEMBER 2008 INZAKE : CENTRUM VOOR GELIJKHEID VAN KANSEN EN VOOR RACISMEBESTRIJDING, Koningsstraat

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018 18L000969 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE LEUVEN VAN 18 SEPTEMBER 2018 OPENBAAR MINISTERIE Vertegenwoordigd door, substituut-procureur des Konings. BURGERLIJKE PARTIJEN wonende te die persoonlijk verschijnt.

Nadere informatie

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016 4 4 AFSCHRSFT P- 1 Griffienummer 000 73 6 /2016 Repertoriumnummer 2016 / $0$ Datum van uitspraak 31/05/2016 Notitienummer parket HA66.L5.1537-11 c \ Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt,

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr /

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Dossiernr 18M zaal 20 Vonnisnr / rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen p.1 Afschrift van een minuut berustende h» van de rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen afdeling Mechelen Vonnisnummer / Griffienummer 18/311 Repertoriumnummer

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN, 19 maart 2008, 11 de kamer De Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, 11 de kamer, rechtsprekend in correctionele zaken, wijst het volgende vonnis: Inzake van het

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN AFDELING TURNHOUT VAN 9 OKTOBER 2017 In de zaak van het Openbaar Ministerie tegen: A. A., geboren te Beringen op ( ), van Belgische nationaliteit, wonende te (

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer

HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER e kamer Nr. 811 P 2007 HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN VAN 4 DECEMBER 2008 13e kamer Inzake van het O. M. en: L. Kouri wonende te 3600 Genk, ( ) burgerlijke partij vertegenwoordigd door Meester Jean-Paul Lavigne,

Nadere informatie

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 15 december 2015, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 15 december 2015, AC4 kamer Correctionele rechtbank van Antwerpen, 15 december 2015, AC4 kamer Notitie nummer: AN37.F1.109125-15 heeft het volgende vonnis uitgesproken: in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich hebben aangesloten

Nadere informatie

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer.

Arrest. veertiende kamer correctionele zaken / / / 18 januari /CO/ /PGA/ /VJ11/393. Arrestnummer. Arrestnummer / /2017 Repertoriumnummer 2017/ Datum van uitspraak 18 januari 2017 Rolnummer 2016/CO/369 Notitienummer parket-generaal 2016/PGA/1606 2016/VJ11/393 Arrest veertiende kamer correctionele zaken

Nadere informatie

Correctionele rechtbank Antwerpen, 22 december 2015, AC4 kamer

Correctionele rechtbank Antwerpen, 22 december 2015, AC4 kamer Correctionele rechtbank Antwerpen, 22 december 2015, AC4 kamer Notitie nummer: AN37.LB.65326-15 heeft het volgende vonnis uitgesproken: in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE. bij wie zich hebben aangesloten

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC 1

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC 1 Vonnisnummer / Griffienummer 2018/2020 Repertoriumnummer / Europees 0 9 MEI 2018 Datum van uitspraak 24 april 2018 Naam van de eerste beklaagde VM(...) F. Systeemnummer parket 16RA46922 Rolnummer 16A046924

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009

CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009 Griffie nr. 585 Not. Nr. ME43.L3.302-08 CORRECTIONELE RECHTBANK TE MECHELEN OPENBARE ZITTING van 8 JUNI 2009 De rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, 10 de kamer rechtsprekend in correctionele zaken,

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer CORRECTIONELE RECHTBANK TE LEUVEN, 18 maart 2008, 17 de kamer In de zaak van het openbaar ministerie: TEGEN: Openbare terechtzitting, 1. B.M., geboren te ( ) (Turkije) op ( ), wonende te ( ). Op de zitting

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 JANUARI 2012

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 JANUARI 2012 Notitienummer: AN43.L6.4237-10 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 18 JANUARI 2012 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: en waarbij zich aangesloten heeft ter terechtzitting als burgerlijke partij

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen 24. Jun 1 2019 14: 03 REA A PEN Nr. 8718 P. 1/5 Vonnis nummer / Griffienummer 2019 1 1"8 Repertorïumnummer /Europees Datum van uitspraak 24junî20l9 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dosslernurnrner

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 13-1-0140 Beslissing van 27 februari 2014 De eerste kamer van de Commissie, samengesteld

Nadere informatie

VONNIS. in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE, waarbij zich als burgerlijke partij heeft aangesloten :

VONNIS. in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE, waarbij zich als burgerlijke partij heeft aangesloten : 1 e VONNIS nummer : datum: 9/02/2007 De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 5C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende vonnis uitgesproken:

Nadere informatie

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal.

Hof van beroep G. (...) Arrest. Arrestnummer. Datum van uitspraak. Notitie-nummer griffie. Notitienummer parfcet-generaal. Arrestnummer Datum van uitspraak Notitie-nummer griffie Notitienummer parfcet-generaal Hof van beroep G. (...) Arrest Aangeboden op Niet te registreren In de zaak van het openbaar ministerie en de burgerlijke

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 26 JUNI 2014

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 26 JUNI 2014 Notitie nummer: AN56.LB.48751-12 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 26 JUNI 2014 In zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: waarbij zich heeft aangesloten als burgerlijke partij ter zitting van

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen:

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT. 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER. Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde tijdstippen: CORRECTIONELE RECHTBANK VAN TURNHOUT ln zake van het OPENBAAR MINISTERIE tegen: I. Not. nr. 5 beklaagden 31 DECEMBER 2001, 14de KAMER Verdacht van op de hierna vermelde plaatsen en op de hierna vermelde

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel - -- f "... ",."" ;"t.,-:-7") u "-.a. \'j"'., p \ 162..JB Vonnisnummer I Griffienummer 2018/1573 Repertoriumnummer / Europees Datum van uitspraak 4 december 2018 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer

Nadere informatie

HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011

HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011 Not; Nr. GE/56. L5.5102/08 HET HOF VAN BEROEP TE GENT VAN 28 JUNI 2011 In de zaak van het openbaar ministerie en van de burgerlijke partijen : C. H. CH., woonst kiezende bij meester F. Carron, advocaat

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 10 FEBRUARI 2012

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 10 FEBRUARI 2012 Notitie nummer: AN30.99.704-10 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 10 FEBRUARI 2012 In zake het Openbaar Ministerie : en waarbij zich hebben aangesloten als burgerlijke partijen: 1. Aseel A.

Nadere informatie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie

Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie Wet van 13 april 1995 houdende bepalingen tot bestrijding van de mensenhandel en van de kinderpornografie (B.S., 25 april 1995) HOOFDSTUK I Mensenhandel Artikel 1 In de wet van 15 december 1980 betreffende

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1659 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000656 Notitienummer parket rechtbank

Nadere informatie

l. havenarbeider geboren te _ op wonende.te Belg 2. zonder beroep geboren te wonende.te Belg

l. havenarbeider geboren te _ op wonende.te Belg 2. zonder beroep geboren te wonende.te Belg '. ' ' "... ". " -... P\ 1-!::: r_.. :. -: t ;.- -.", ". r vari c:.:.i:.a0 ;.:;: :-1h:::g, zitting houdende te Antwerpen. / t,só/ t-f tj,/j!& t1'j F"À...1VONNIS nummer : (St. datum: 1 8 FEB. 2002 De Rechtbank

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 7 MAART 2016 Inzake van het Openbaar Ministerie en de burgerlijke partij: Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding via discriminatie en racisme

Nadere informatie

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 19. Vonnis. Vonnisnummer / Griffienummer. 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1203/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1553 Datum van uitspraak 12 juni 2019 Naam van de beklaagde(n) Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000545 Notitienummer parket

Nadere informatie

Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k.

Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k. Hof van beroep Antwerpen, 4 februari 2016, 14 de k. Notitienummer: 2015/FGA/7S5 2015/VJ11/224 Het OPENBAAR MINISTERIE en de BURGERLIJKE PARTIJ: Het FEDERAAL CENTRUM VOOR DE ANALYSE VAN MIGRATIESTROMEN,

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 MAART 2011

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 MAART 2011 Notitie nummer: AN56.99.77-06 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 MAART 2011 Inzake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: Het CENTRUM VOOR GELIJKHEID

Nadere informatie

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer.

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. Griffienummer. Griffienummer 00231 /2017 Repertoriumnummer 2017 / 268 Datum van uitspraak 14 februari Z017 Notitienummer parket HA56.L7.7684-15 J.M( ) Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015 Not. Nr. : GE 56.L3.8076/13 SW3 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 5 MEI 2015 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: Danny L., invalide, geboren te Eeklo op ( ), wonende te 9900 Eeklo, ( )

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken Vonnisnummer/ Griffienummer 1988/2018 Repertoriumnummer / Europees 2018/2551 Datum van uitspraak 7 november 2018 Naam van de beklaagde V. S. Systeemnummer parket 17CP16424 Rolnummer 18L001556 Notitienummer

Nadere informatie

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 1 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A008786 Vonnisnummer/ Dossiernummer Uitgifte p. 1 Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2019/9355 19A008786 Repertoriumnummer Datum van uitspraak 18 juni 2019 Algemeen Rolnummer Notitienummer parket 18D809412

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken 1 blad Vonnlsnummer /griffienummer 201s1J.. Notitienummer parket GE66.RW.500800-13 Datum van uitspraak 2 januari 2018 Naam beklaagden 1. 2. Rechtbanl< van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank Vonnisnummer/ Griffienummer / 2019 Repertoriumnummer/ Europees 2019 / Datum van uitspraak 13 MEI 2019 -VERSTEK- Systeemnummer parket Rolnummer griffie 19I000096 Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen,

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014 Not. Nr. : GE 56.LA.41677/13-SW4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 24 JUNI 2014 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: Musa C., zelfstandige, geboren te Gent op ( ), wonende te 9000 Gent,

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen To: CVH From: 03 2578674 Date: 24/06/ 19 Time: 13: 43 Page: 01 24. Juni 2019 13:43 REA A PEN Nr. 8712 P. 1/6 Vonnis nummer/ Griffienummer 2019 ', t,o Repertoriumnummer / Europees Datum van uitspraak 24

Nadere informatie

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017

_j. Hof van beroep Gent. Arrest C I _)J{;? I jsi1. 29 september 2017 / Arrestnummer C I _)J{;? 12011 Repertoriumnummer 2011 I jsi1 Datum van uitspraak 29 september 2017 Notitienummer griffie 2017/NT/576 Notitienummer parket-generaal 2017 IPGGI1418 2017IVJ11I576. Hypothecaire

Nadere informatie

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Nummer:57 Correctionele rechtbank van Antwerpen, 5 januari 2016, AC4 kamer Notitie nummer: AN55.F1.6989-1 in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: bij wie zich heeft aangesloten als burgerlijke partij: M.

Nadere informatie

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, Zaal A - 8e Kamer Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ T003036

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Turnhout, Zaal A - 8e Kamer Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ T003036 Vonnisnummer/ Dossiernummer Uitgifte p. 1 Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2019/3426 19T003036 Repertoriumnummer Datum van uitspraak 23 mei 2019 Op Op Op Algemeen Rolnummer Notitienummer parket

Nadere informatie

KOP. Rechtbank ta n eerste aanleg Vil/c;st.-Vf a1 1ti if'<e?r &tfi te b BrQJ tw o

KOP. Rechtbank ta n eerste aanleg Vil/c;st.-Vf a1 1ti if'<e?r &tfi te b BrQJ tw o " KOP E Vonnisnummer/ Griffienummer /.!o-18 /2017 Repertoriumnummer/ Europees 2017 / 11!.1 Datum van uitspraak 4 oktober 2017, Rolnummer niet In strafzaken Notitienummer parket BG66.LS.6897 /13/KODF Rechtbank

Nadere informatie

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard

Kopie Afgeleverd aan: mr. CLAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard Kopie Afgeleverd aan: mr. CAES Johan Uitsluitend voor bestuurlijke inlichting - behoeften van inwendige aard Hof van beroep Antwerpen - 2017 /C0/536 - p. 2 2015/PGA/3737-2017 /VJll/582 Het OPENBAAR MINISTERIE

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 20 JUNI 2007, 51 e KAMER RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL 20 JUNI 2007, 51 e KAMER Tijdens de openbare terechtzitting van 20 juni 2007 heeft de 51 e kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel rechtsprekend in correctionele

Nadere informatie

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis nt.:stuurlijke INLICHTING 1 blad Vonnisnummer 2o1s1 J.16o Rolnummer 146038600 Systeemnummer 14RG38600 Repertoriumnummer Notitienummer parket GE63.l2. 714/14 Datum van uitspraak 4 september 2018 Naam beklaagden.

Nadere informatie

Vonnis. Rechtbank van eerste aanteg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. zestiende kamer (B16) /

Vonnis. Rechtbank van eerste aanteg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. zestiende kamer (B16) / Vonnisnummer/ Griffienummer / 72017 Repertoriumnummer/ Europees 2017 / yt Datum van uitspraak 21juni2017 Rolnummer niet in strafzaken Notitienummer parket BG66.97.728/12/KOGP ' Rechtbank van eerste aanteg

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE VAN 8 FEBRUARI 2019 OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDE X X, geboren te X op X, wonende te X, X, van onbekende nationaliteit Ter terechtzitting van 15 januari 2019

Nadere informatie

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE, DERTIENDE KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 14 FEBRUARI 2011

DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE, DERTIENDE KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 14 FEBRUARI 2011 Notitienummer DE.56.L4.13277/09/7 Griffie nr. 494 DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE DENDERMONDE, DERTIENDE KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 14 FEBRUARI 2011 IN DE ZAAK VAN HET OPENBAAR MINISTERIE TEGEN:

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 10-1-0766 B.R. 7516 Beslissing van 26 juli 2012 De eerste kamer van de Commissie,

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE HASSELT VAN 19 FEBRUARI 2019 INZAKE HET OPENBAAR MINISTERIE BEKLAAGDEN 1) X X geboren te Heusden-Zolder op X wonende te X, X van Belgische nationaliteit Bijgestaan door Mr.

Nadere informatie

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW. p. 1 Griffienummer 0 0 0 1 8 9 / 2018 Repertorium nummer 2018/,; ') '} l /_J Datum van uitspraak 30 januari 2018 Notitienummer parket HA66.RW.100500-15 Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015 Notitienr. GE56.LA.41594/2014/003/GJ4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT, SECTIE FAMILIE- EN JEUGDRECHTBANK, VAN 13 OKTOBER 2015 In de zaak van het Openbaar Ministerie tegen ; 1. Y. Can, geboren te Gent

Nadere informatie

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer

Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Correctionele rechtbank van Antwerpen, 1 maart 2016, AC4 kamer Nummer: 1070 Notitie nummer: AN55.F1.4969-14 De rechtbank heeft het volgende vonnis uitgesproken: in zake van HET OPENBAAR MINISTERIE: TEGEN:

Nadere informatie

Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank

Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank Vonnisnummer/ Griffienummer Repertoriumnummer/ Europees 201s! )LILio Datum van uitspraak 20juni 2018 Notienummer parket BGGG.LS.5746-14 Recht nk van stsdvlaand ren, rugge, r rech bank ani eg fdelin i nele

Nadere informatie

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer. / Griffienummer I.) 0 0 2 3 6 / 2016 Repertoriumnummer 2016/ M Datum van uitspraak 01.03.2016 Notitienummer parket HA66.97.512-11 Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer

CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer CORRECTIONELE RECHTBANK DENDERMONDE 13 FEBRUARI 2007, 19 de kamer De Rechtbank van Eerste Aanleg te DENDERMONDE negentiende kamer, rechtdoende in strafzaken, heeft in haar openbare terechtzitting van 13

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 FEBRUARI 2019

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 FEBRUARI 2019 AN/A/43/L5/6611/2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE ANTWERPEN VAN 25 FEBRUARI 2019 Inzake van het Openbaar Ministerie Tegen : X X X X, arbeider ruwbouw - steen geboren te X op X wonende te X X van Belgische

Nadere informatie

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan Vonnis nr. "JA po] VONNIS AFSCHRIFT van de minuten berustende ter griffie van c:lf rechlbanl\ van ee- tc 1a'l' g Antwerp Jfcc n,\:1t\'/er;:ie:i nummer: V\ datum: 22/01/2018 De rechtbank van eerste aanleg

Nadere informatie

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621

Politierechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, KAMER 2 Vonnis. Uitgifte p. 1. Niet aan te bieden aan de ontvanger 2019/ A007621 Vonnisnummer/ Dossiernummer Uitgifte p. 1 Uitgereikt aan Uitgereikt aan Uitgereikt aan 2019/7961 19A007621 Repertoriumnummer Datum van uitspraak 23 mei 2019 Algemeen Rolnummer Notitienummer parket o Niet

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M12-5-0321 Beslissing van 9 januari 2014 De vijfde kamer van de Commissie, samengesteld uit:

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen To: CVH From: 03 2578674 Date: 24/06/ 19 Time: 14: 01 Page: 01 24. Jun 1 2019 14: 01 REA A PEN Nr. 8713 P. 1/6 Vonnis nummer/ Griffienummer 2019 I 'li,;jk,q_. Repertorlumnummer /Europees Datum van uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN ANTWERPEN. 9 FEBRUARI 2004, Kamer 4C

CORRECTIONELE RECHTBANK VAN ANTWERPEN. 9 FEBRUARI 2004, Kamer 4C CORRECTIONELE RECHTBANK VAN ANTWERPEN 9 FEBRUARI 2004, Kamer 4C De Rechtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement Antwerpen, kamer 4C, rechtdoende in correctionele zaken, heeft het volgende

Nadere informatie

CORRECTIONELE RECHTBANK TURNHOUT, 17 NOVEMBER 2010, 13 DE K.

CORRECTIONELE RECHTBANK TURNHOUT, 17 NOVEMBER 2010, 13 DE K. CORRECTIONELE RECHTBANK TURNHOUT, 17 NOVEMBER 2010, 13 DE K. VONNIS uitgesproken in het gerechtsgebouw "Het Kasteel" te Turnhout op WOENSDAG, ZEVENTIEN NOVEMBER TWEEDUIZEND EN TIEN, in de openbare zitting

Nadere informatie

Atschrift der mmuten berustend ter griff ie van de reehtbank van eerste aanleq te Antwerpen.

Atschrift der mmuten berustend ter griff ie van de reehtbank van eerste aanleq te Antwerpen. $ 44*5 O &r? V 0 N N I S Atschrift der mmuten berustend ter griff ie van de reehtbank van eerste aanleq te Antwerpen. nr- 2 6 19 dd. 1 8-05-m De Reehtbank van eerste aanleg van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Ieper, correctionele rechtbank Vonnisnummer/ Griffienummer / 2019 Repertoriumnummer/ Europees 2019 / Datum van uitspraak 13 MEI 2019 Systeemnummer parket Rolnummer griffie 19I000111 Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken Griffienummer i>453 /2016 Datum van uitspraak 19 DECEMBER 2016 Notitienummer parket DE66.L1.1288/13/GESW3 I a. AFSCHRIFT e*p Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen afdeling Dendermonde strafzaken

Nadere informatie

Correctionele rechtbank van Brussel (NL), 6 november 2015, 46 ste kamer

Correctionele rechtbank van Brussel (NL), 6 november 2015, 46 ste kamer Correctionele rechtbank van Brussel (NL), 6 november 2015, 46 ste kamer Notienummer parket BR37.F1.8324/2012 IN ZAKE VAN : De Heer Procureur des Konings, in naam van zijn ambt, en van I. A. L., geboren

Nadere informatie

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren Vonnisnummer I Griffienummer Repertoriumnummer I Europees Datum van uitspraak Î 25juni208 Naam van de eerste beklaagde Systeemnummer parket 6RA4877 Rolnummer 6A05564 rechtbank van eerste aanleg Antwerpen,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 24-000037-11 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLEE:2010:BO9043, Meerdere

Nadere informatie