Passend Onderwijs Noord Limburg. Ondersteuningsplan Primair Onderwijs

Transcriptie

1 1 Passend Onderwijs Noord Limburg Ondersteuningsplan Primair Onderwijs Samenwerkingsverband 3101 St. SWV Primair Passend Onderwijs Noord-Limburg Postbus BE Venlo Bankrekening ING KvK Bestuursnummer DUO Instemming verleend door de Ondersteunings Plan Raad 7 april 2015 Vastgesteld in het Algemeen Bestuur 22 april 2015

2 2 Voorwoord Dit ondersteuningsplan is het beleidsdocument van het samenwerkingsverband PO 3101 (Noord Limburg) voor de periode Met veel energie, in gezamenlijke verantwoordelijkheid en vooral met oog voor het belang van het kind en zijn/haar ouders wordt binnen het samenwerkingsverband gewerkt aan onze opdracht om kinderen zo thuisnabij mogelijk onderwijs in de brede zin van het woord aan te bieden. De samenwerkende besturen hebben elkaar gevonden in deze opdracht en geven daar ook uitvoering aan. Dat valt lang niet altijd mee, het betekent loslaten, nieuwe verbindingen zoeken en zeker ook over eigen schaduw en belangen heen stappen. We maken daarin vorderingen, maar sluiten onze ogen ook zeker niet voor de moeilijke dilemma s en vraagstukken die op ons pad komen. De verantwoordelijkheden zijn groot, maar mogen ons niet afleiden van onze kernopdracht. Als samenwerkende besturen geloven we daarin en willen we onze langjarige Noord Limburgse onderwijstraditie volhouden. De zorg voor ieder kind heeft onze aandacht en we willen het beste voor ieder kind. In dit ondersteuningsplan wordt richting gegeven aan het beleid voor de komende jaren. Ook bevat het elementen die in de loop van de komende tijd nog verdere uitwerking vragen. Een ondersteuningsplan heeft in principe een looptijd van vier jaar en wordt voorgelegd aan de Ondersteuningsplanraad (OPR). Het samenwerkingsverband stelt jaarlijks vóór 1 mei een activiteitenplan voor het daaropvolgende schooljaar vast. Het activiteitenplan is een nadere uitwerking van het beleidsplan. Het (inhoudelijk) jaarverslag zal jaarlijks vóór 1 november worden vastgesteld. Op basis van evaluatie en fasering kan er dan jaarlijks een bijstelling van het ondersteuningsplan plaatsvinden. De samenwerkende besturen zien Passend Onderwijs als een echte uitdaging om voor elk kind onderwijs op maat zo thuisnabij mogelijk te organiseren. Géén gemakkelijke opdracht, wel een uitdaging die we samen en met vertrouwen aangaan. In het komende jaar staan we voor grote stappen. Ook zal dan moeten blijken dat de gedegen voorbereiding en onze gezamenlijke verantwoordelijkheid als samenwerkende besturen ook moeilijke beslissingen voor ons samenwerkingsverband in inrichting en uitvoering ons niet zullen weerhouden om dat te doen wat voor de kinderen in ons werkgebied nodig en van waarde is. Samen vooruit! Doet u mee? Jan Jenneskens Voorzitter samenwerkingsverband PO 3101

3 3 Inhoud Voorwoord.2 1 Samenwerkingsverband passend onderwijs Noord Limburg Inleiding Het ondersteuningsplan Samenhang met andere documenten Visie van het samenwerkingsverband Missie Doelstellingen passend onderwijs Visie Organisatie Overzicht deelnemende scholen en schoolbesturen Kengetallen swv Inrichting organisatie Organogram Algemeen Bestuur Dagelijks Bestuur Toezichthoudend Bestuur Coördinator Ondersteunings Plan Raad Netwerk Bovenschoolse Coördinatoren Expertisedienst Relatie met Jeugdzorg Overleg met gemeenten Personeel Uitwerking Tripartiete overeenkomst (Personele paragraaf) Geschillen Communicatie Processen Passend onderwijs Toedeling van onderwijsondersteuning en middelen Ontwikkelingsperspectief (OPP) Inrichting van onderwijscontinuüm Basisondersteuning (Niveau 1 en 2)... 19

4 Extra ondersteuning (Niveau 3) Speciaal Basis Onderwijs (Niveau 4) Speciaal Onderwijs (Niveau 5) Samenwerkingsafspraken met REC Samenwerkingsafspraken met REC Samenwerkingsafspraken voor ondersteuning aan leerlingen met epilepsie Schoolondersteuningsprofielen Bestuurs ondersteuningsprofiel Toewijzing van ondersteuning en het afgeven van TLV Sbo en SO Toewijzing extra ondersteuning Afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen Criteria bij toelaatbaarheidsverklaring Toelaatbaarheidsverklaringen voor zittende kinderen in het SO Toelaatbaarheidsverklaringen: grensverkeer en verhuizingen Samenwerking met ouders Aanmelding Afstemming rondom individuele leerlingen Ouders en medezeggenschap Privacy reglement Thuiszitten voorkomen Kwaliteitszorg Inrichting systeem en cyclus van kwaliteitszorg Evaluatiegegevens en monitor Verantwoording Financiën Begroting Meerjarenbegroting Bijlagen Activiteitenplan Aandeel schoolbesturen schooljaar Toezichtskader Kaart met afbakening geografisch gebied dat het samenwerkingsverband bestrijkt Ondersteuningsprofielen van deelnemende scholen Taakomschrijving Bovenschoolse Ondersteunings Coördinatoren... 44

5 5 7.7 Stroomdiagrammen afgeven Toelaatbaarheidsverklaringen Overzicht verplichtingen Tripartiete Overeenkomst Format Verantwoording Bestuurs Ondersteunings Profiel Administratieve inrichting TLV Werkwijze aanvraag TLV voor zittende kinderen in het SO Monitor Thuiszitters Lijst met namen van bestuurders Lijst met namen van de Ondersteuningsplanraad Lijst met afkortingen... 52

6 6 1 Samenwerkingsverband passend onderwijs Noord Limburg 1.1 Inleiding Op 1 augustus 2014 is de wetswijziging passend onderwijs in werking getreden. Schoolbesturen hebben zorgplicht; de middelen en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van passend onderwijs. Zij werken samen in het samenwerkingsverband passend onderwijs Noord Limburg. De wet betekent: Zorgplicht voor schoolbesturen is van kracht. Samenwerkingsverbanden worden rechtstreeks bekostigd. Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de toekenning van extra onderwijsondersteuning. Alle scholen voor primair onderwijs uit de regio Noord Limburg maken deel uit van het nieuwe samenwerkingsverband (behoudens scholen voor cluster 1 en 2). De regiogrens van het nieuw op te richten samenwerkingsverband is via een ministeriële regeling vastgesteld en loopt gelijk met de grenzen van de gemeenten: Mook en Middelaar, Gennep, Bergen, Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo en Beesel. Het samenwerkingsverband met nummer 3101 heeft als volledige naam: Stichting SWV Passend Onderwijs Noord-Limburg (hierna: samenwerkingsverband). Het samenwerkingsverband heeft de beschikking over alle middelen voor de lichte ondersteuning (voorheen WSNS) en middelen voor de zware ondersteuning (voorheen SObekostiging en LGF). Het algemene doel van het samenwerkingsverband is om passend onderwijs te organiseren. Passend onderwijs betekent dat het onderwijs voor iedere leerling passend is bij zijn of haar onderwijsbehoefte en mogelijkheden. Het is de ambitie om binnen het regulier basisonderwijs, en waar nodig in het speciaal (basis) onderwijs, een zodanig gedifferentieerd onderwijsaanbod te creëren dat ieder kind zich optimaal kan ontwikkelen. Het samenwerkingsverband krijgt een grote mate van beleidsvrijheid om het onderwijs aan leerlingen in te richten. Het ondersteuningsplan beschrijft de wijze waarop het samenwerkingsverband zorgt voor een inhoudelijk sterk onderwijsaanbod, voor een snelle schakeling tussen voorzieningen, weinig bureaucratie (deregulering) en een transparante verdeling van middelen in een organisatorisch en financieel systeem dat het geven van passend onderwijs voor scholen beloont.

7 7 1.2 Het ondersteuningsplan In het ondersteuningsplan staan de afspraken die scholen in onze regio hebben gemaakt in afstemming met de gemeenten en het voortgezet onderwijs. Het ondersteuningsplan wordt minimaal om de vier jaar herzien. Het ondersteuningsplan beschrijft volgens de wet: a) de wijze waarop een samenhangend geheel van voorzieningen voor extra ondersteuning wordt georganiseerd met als doel dat leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen; b) de procedure en de criteria voor de verdeling, besteding en toewijzing van ondersteuningsmiddelen en ondersteuningsvoorzieningen aan de scholen, inclusief een meerjarenbegroting; c) de procedure en criteria voor de toelaatbaarheid en plaatsing van leerlingen op speciale scholen voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband en op scholen voor speciaal onderwijs, met inbegrip van de advisering daaromtrent; d) de procedure en het beleid met betrekking tot de terugplaatsing en overplaatsing naar het basisonderwijs van leerlingen van scholen voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs; e) de beoogde en bereikte kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning behoeven en de daarmee samenhangende bekostiging; f) de wijze waarop is voorzien in informatieverstrekking aan ouders, met inbegrip van informatie over ondersteuningsvoorzieningen, de wijze waarop persoonsgegevens mogen worden gebruikt en worden verwerkt en beschermd; g) de wijze van bekostiging van het speciaal onderwijs en het speciaal basisonderwijs. Iedere vier jaar wordt het ondersteuningsplan vastgesteld volgens het wettelijke kader. In het voor u liggende ondersteuningsplan staat eerst de visie van het samenwerkingsverband beschreven. De visie geeft sturing aan de organisatie en inrichting van zowel de inhoudelijke als de financiële kant van passend onderwijs. 1.3 Samenhang met andere documenten Het meerjarig ondersteuningsplan wordt jaarlijks geëvalueerd; bijstellingen worden opgenomen in een activiteitenplan, dat als bijlage 7.1 bij het ondersteuningsplan gevoegd wordt. De individuele schoolondersteuningsprofielen van de scholen binnen het samenwerkingsverband vormen de basis voor het dekkend netwerk van ondersteuning. Een overzicht van de schoolondersteuningsprofielen is toegevoegd in een bijlage 7.5. Het Beleidskader Jeugdzorg Noord-Limburg is vastgesteld door de gemeenten in Noord Limburg m.u.v. Mook en Middelaar. Over de samenhang van dit beleidskader met het ondersteuningsplan wordt jaarlijks op overeenstemming gericht overleg (OOGO) gevoerd. Hiertoe is een zogenaamde Ontwikkelagenda vastgesteld. Met Mook en Middelaar wordt apart overleg gevoerd over het beleid inzake Jeugdzorg. Afzonderlijke schoolplannen en/of schoolgidsen van scholen dienen aan te sluiten bij de beleidsrichting van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.

8 8 2 Visie van het samenwerkingsverband 2.1 Missie In Noord-Limburg is kwalitatief goed primair onderwijs beschikbaar voor alle kinderen. Extra ondersteuning voor kinderen die dit nodig hebben wordt zoveel mogelijk geboden op de gewone basisschool, waar leerkrachten en scholen zich constant verder ontwikkelen om ook kinderen met speciale ondersteuningsvragen goed onderwijs te bieden. De ontwikkelde expertise in het speciaal onderwijs staat hieraan ten dienste. De leerlingen en de leraren vormen samen met de ouders het dagelijkse systeem. Voor een beperkte groep kinderen blijft een dekkend net van speciale voorzieningen in de regio bestaan. 2.2 Doelstellingen passend onderwijs In het veranderende landschap is diversiteit van groot belang en wordt de leerkracht centraal gesteld. Geen kind tussen de wal en het schip, geen thuiszitters of wachtlijsten. Kwalitatief goede speciale voorzieningen. 90% tevredenheid van ouders over de begeleiding van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, zowel op de SO voorzieningen als in het SBO en de reguliere scholen. Het deelnamepercentage aan de speciale voorzieningen ligt op of nabij het landelijk gemiddelde. 2.3 Visie Bij de uitwerking van de missie en de ambitie hanteert het samenwerkingsverband de volgende uitgangspunten: Besturen werken samen om passend onderwijs ook op langere termijn te kunnen blijven bieden. Het schoolbestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de geboden extra ondersteuning. Er vindt functionele samenwerking met ketenpartners plaats, waarbij het streven is om onderwijs en zorg integraal aan te bieden op basis van gezamenlijke visie en ambitie. Longitudinale afstemming tussen voorzieningen voor kinderen en jeugdigen van 0 tot 23 jaar. Het versterken en borgen van gezamenlijke verworvenheden. Vormen van samenwerking en overleg zijn functioneel en worden waar mogelijk binnen kleinere regio s uitgewerkt. Scholen profileren zich op kwaliteit van onderwijs en vermijden concurrentie m.b.t. zeer speciale ondersteuning. Transparante verdeling van de middelen. Balans tussen solidariteit en verwijzer betaalt. Snelle transparante besluitvorming. Minimale administratieve bureaucratische last. Verantwoordelijkheden laag in de organisatie beleggen. HGPD denken en werken: pedagogisch optimisme. Signalering van ontwikkelingsproblemen in de dagelijkse lespraktijk wordt snel gevolgd door adequaat handelen en indien nodig ondersteuning. Versterken van leraren en leerlingen. Partnerschap met ouders. Algemeen Besturen leggen verantwoording af aan het SWV over de besteding van de ontvangen ondersteuningsmiddelen. De basisondersteuning die elke school levert is van voldoende kwaliteit.

9 9 Elke school heeft een goed ingericht onderwijs ondersteunings systeem en de intentie om leerlingen die extra ondersteuning behoeven zoveel als mogelijk passend onderwijs te bieden binnen de eigen school. Elke school hanteert de HGPD werkwijze. 3 Organisatie 3.1 Overzicht deelnemende scholen en schoolbesturen De regiogrens van het samenwerkingsverband is via een ministeriële regeling vastgesteld en loopt gelijk met de grenzen van 8 gemeenten: Mook en Middelaar, Gennep, Bergen, Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo en Beesel. Alle besturen die een school voor basisonderwijs, Speciaal Basisonderwijs of Speciaal Onderwijs (behorend tot cluster 3 en 4, bedoeld in de Wet op de expertisecentra) in deze regio hebben zijn verplicht aangesloten bij dit SWV. Het betreft 16 schoolbesturen. Besturen van scholen buiten de regio, die wel leerlingen uit deze regio ingeschreven hebben, hebben het recht om zich aan te sluiten. Van dit recht heeft geen bestuur gebruik gemaakt. Een overzicht van de aangesloten scholen en besturen is opgenomen in bijlage 7.5 en In ons SWV zijn 108 scholen voor basisonderwijs. In ons SWV zijn 7 scholen voor Speciaal Basis Onderwijs. In ons SWV zijn 5 scholen voor Speciaal Onderwijs op 7 locaties.

10 Kengetallen swv Aantal leerlingen SWV (BO+SBO+SO) Teldatum Totaal ,75% -2,77% -2,60% -3,27% BAO SBO Deelnemers perc. 2,75% 2,76% 2,55% 2,60% 2,64% Landelijk 2,72% 2,68% 2,60% 2,60% SO Deelnemers perc. 1,98% 1,91% 2,06% 2,02% 2,30% Landelijk 1,63% 1,65% 1,64% 1,64% Het samenwerkingsverband is onderverdeeld in een zestal werkeenheden waarbinnen scholen en schoolbesturen samenwerken rond een gemeenschappelijke school voor speciaal basisonderwijs. (Venlo-B-B-T-B heeft twee SBO s) Er is geen actueel overzicht van de verschillen in deelname Speciaal onderwijs in de verschillende gemeenten. Het laatste overzicht dateert uit schooljaar :

11 Inrichting organisatie Het samenwerkingsverband laat zich leiden door de missie, visie en ambities van het samenwerkingsverband zoals die in het vorige hoofdstuk beschreven staan. Kernpunt hierin is dat elk kind het onderwijs krijgt dat past bij zijn leer- of ontwikkelingsvraag, hetgeen zoveel mogelijk thuisnabij gebeurt. Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de kwaliteit van een dekkend aanbod van passende onderwijstrajecten in de totale regio waarbij de verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de besturen die alleen of in wisselende samenwerking lokaal verschillende uitwerkingen kunnen realiseren. De stichting kent als orgaan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur heeft de taken en bevoegdheden verdeeld in een: toezichthoudend bestuur dagelijks bestuur Kerntaken van het bestuur zijn : - Zorg dragen voor adequate informatie om de voortgang van de wettelijke taken, de kwaliteitszorg en de inzet van de financiële middelen te monitoren. - Vaststellen van het ondersteuningsplan (inclusief begroting) en het doen uitvoeren en monitoren. - Voeren van overleg met de Ondersteuningsplanraad. - Voeren van op overeenstemming gericht overleg met de gemeenten. - Verantwoording afleggen aan onderwijsinspectie en OCW/DUO. Het bestuur laat zich leiden door een aantal gezamenlijke principes: - Aangeboden trajecten dienen te voldoen aan afgesproken kwaliteitscriteria. (Zie: Toewijzing extra ondersteuning) - Van curatie naar preventie. - Van indiceren naar arrangeren. - Van sectoraal naar integraal. - SO- plaatsingen zo lang als nodig is en de mogelijkheid van terugplaatsing openlatend. - Een volwaardige plaats voor ouders in de processen van passend onderwijs. - Financiële gevolgen van beleidskeuzes worden in principe toegerekend aan het desbetreffende schoolbestuur. Er zal gewerkt worden vanuit een goede balans tussen individuele verantwoordelijkheid en de daarbij behorende financiële prikkels en de gezamenlijke verantwoordelijkheid en solidariteit. Qua rechtspersoon is gekozen voor het stichtingsmodel. De wettelijke bepalingen die gaan over Goed Bestuur zijn van toepassing op het samenwerkingsverband. De scheiding tussen bestuur en intern toezicht is vormgegeven via het Raad van Beheer model (one tier model). Er vindt een functionele scheiding plaats waardoor er sprake is van een uitvoerend deel (DB) en een toezichthoudend deel (TB) van het bestuur. DB en TB vormen samen het bestuur van het samenwerkingsverband en zijn naar buiten toe ook een bestuurlijke eenheid. In het bestuur van het samenwerkingsverband wordt bij voorkeur beslist door middel van consensus.

12 Organogram Algemeen Bestuur Hier vindt de keuzebepaling en besluitvorming plaats. Het algemeen bestuur bestaat uit zoveel leden als er aangeslotenen zijn, bestuurt en vertegenwoordigt de stichting. De namen van de bestuurders zijn opgenomen in een bijlage De vergaderingen worden geleid door een onafhankelijke voorzitter Dagelijks Bestuur De stichting heeft een dagelijks bestuur, bestaande uit ten minste drie personen, belast met het uitvoerend deel van de door het algemeen bestuur gedelegeerde uitvoerende taken en bevoegdheden. Het dagelijks bestuur geeft leiding aan de dagelijkse gang van zaken binnen het samenwerkingsverband en is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid en de activiteiten van het samenwerkingsverband en bevoegd alle daarvoor noodzakelijke handelingen te verrichten Toezichthoudend Bestuur Het toezichthoudend bestuur is het toezichthoudend, niet-uitvoerend, deel van het algemeen bestuur belast met goedkeurende en benoemende taken en bevoegdheden t.a.v. het dagelijks bestuur. Het interne toezicht wordt uitgeoefend aan de hand van een toezichtskader dat door het Algemeen Bestuur is vastgesteld. (Bijlage 7.3) Coördinator Het SWV heeft een coördinator die belast is met de volgende werkzaamheden: Aanspreekpunt voor bestuurders, ketenpartners en overheid. Uitvoering en bewaking van de gemaakte afspraken. Voorbereiden van de bestuursvergaderingen. Ondersteuning bieden aan het netwerk van Bovenschoolse Ondersteunings Coördinatoren. Monitoring van het gevoerde beleid. Interne en externe communicatie Ondersteunings Plan Raad Het samenwerkingsverband kent een OPR waarin ouders en personeel elk met 8 personen zijn vertegenwoordigd. De OPR wordt gekozen door de (G)MR leden van de deelnemende stichtingen. De OPR heeft een instemmingsrecht met betrekking tot de vaststelling of wijziging van het door het samenwerkingsverband vast te stellen ondersteuningsplan.

13 13 Daarnaast heeft de OPR net als alle andere medezeggenschapsraden algemene bevoegdheden als het informatierecht (artikel 8 WMS), een bespreek- en overlegrecht (artikel 6 WMS) en kan onderwerpen agenderen en op eigen initiatief adviezen uitbrengen. Het bestuur stelt, gevraagd en ongevraagd, de informatie die de OPR nodig heeft voor het uitoefenen van de taken, tijdig en op een toegankelijke wijze beschikbaar Netwerk Bovenschoolse Coördinatoren Blijvende afstemming is nodig tussen de besturen om ongewenste effecten en te grote verschillen te voorkomen. Elk (samenwerkend) bestuur benoemt een Bovenschoolse Ondersteunings Coördinator (BOC) die in een netwerkvorm met collega BOC en bij elkaar komen. De taakomschrijving van de BOC is in bijlage 7.6 opgenomen Expertisedienst Het samenwerkingsverband is van mening dat het wenselijk is om te kunnen beschikken over een Expertise Dienst Onderwijs (EDO) waarin blijvend hoogwaardige expertise gebundeld beschikbaar is. Daarbij gelden de volgende overwegingen: Besturen kunnen zelfstandig beschikken over middelen die eerder ingezet werden voor de LGF, zowel het schooldeel als het AB deel. Scholen (schoolbesturen) hebben hun interne ondersteuningskracht in verschillende mate versterkt maar hebben allen blijvend behoefte aan hoogwaardige externe expertise op maat om thuis- en kind- nabij onderwijs te kunnen realiseren. Ouders hebben behoefte aan onafhankelijke externe ondersteuning om tegenwicht te kunnen bieden aan de school. Besturen hebben blijvend behoefte aan onafhankelijke ondersteuning om de interne structuur kritisch te blijven volgen. Als ontwerpeisen zijn genoemd: Substantieel invloed kunnen uitoefenen op aanbod en kwaliteit van de dienstverlening. Van ons voor ons; coöperatie? Solidariteit én prikkel Transparante structuur en bekostiging (kostprijs) Vraag-gestuurd, compact en slagvaardig Continuïteit en hoogwaardige kwaliteit In samenhang met andere beschikbare expertise (netwerkgedachte) Mogelijk ontwerp: Een Expertise Dienst Onderwijs gebaseerd op de volgende driedeling: 1. Vast gedeelte (opnemen in de begroting van het SWV) Expertise t.b.v. verdiept onderzoek bij een afweging of een S(B)O TLV wordt afgegeven. Bieden van onafhankelijke hoogwaardige externe ondersteuning aan ouders. Kritisch volgen van interne ondersteuningsstructuur van scholen/besturen in relatie met leerlingen die extra zorg ontvangen. Scholing en ondersteuning van netwerken. 2. Flexibel deel waarin op het niveau van elk (samenwerkend) schoolbestuur meerjarige contracten op maat worden afgesloten. 3. Flexibele aanvullingen voor korte incidentele trajecten Ontwikkeltraject: De AB diensten maken in de maanden maart/april 2015 per (samenwerkend) bestuur afspraken voor het schooljaar Daarbij wordt ook een meerjarenperspectief verkend, in eerste instantie

14 14 voor een termijn van 3 schooljaren. Hierbij wordt ook afstemming gezocht met de leerlingenzorg van de onderwijsbegeleidingsdienst. Op basis van deze gegevens bereidt de voorbereidingsgroep een concept meerjarencontract voor ter bespreking in het Algemeen Bestuur Relatie met Jeugdzorg In het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg zijn gemeenten met ingang van 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle ondersteuning en zorg voor de jeugd. In de regio Noord-Limburg is hiervoor een visie en een plan van aanpak opgesteld. De gezinscoach werkt in een bepaald gebied / dorp en ziet de jeugdigen en ouders met enige regelmaat. Het is een gekwalificeerde professional die een brede kennis heeft van het hele jeugdhulpdomein: van jeugdgezondheidszorg, opvoed- en opgroeiondersteuning, kinder- en jeugdpsychiatrie en licht verstandelijk gehandicapten problematiek. Naast kennis van deze jeugdhulpdomeinen is het ook van belang dat de gezinscoach veel werkervaring heeft op het gebied van jeugdzorg. Door zijn brede kennis is de gezinscoach in staat om samen met het gezin een plan van aanpak te formuleren, volgens de principes van één gezin, één plan. De gezinscoach luistert, gaat het gesprek aan en is in staat om de eigen kracht van ouders en jeugdigen en hun netwerk te activeren als dat nodig is. Als er hulp nodig is, helpt de gezinscoach zoveel mogelijk zelf, eventueel met ondersteuning van een specialisten. Samen met ouders kijkt hij of zij of er meer specifieke of intensievere zorg nodig is, signaleert meervoudige problemen en schakelt de buurt en of familie in bij onvoldoende zelfredzaamheid. De gezinscoach heeft mandaat om hulp (ook gespecialiseerde zorg) in te schakelen zonder ingewikkelde en tijdrovende indicatieprocedures. Hij of zij heeft een onafhankelijke positie ten opzichte van zorgaanbieders. Het onderwijs heeft haar verantwoordelijkheid voor het pedagogisch didactisch handelen binnen de muren van de school. Daar waar het onderwijs problemen zelf kan opvangen met inschakelen van partijen lost het onderwijs de problematiek op en blijft het de verantwoordelijkheid van de school. Zodra er echter ook problemen op de domeinen gezin of vrije tijd dreigen of zijn wordt door het onderwijs contact gezocht met de gezinscoach die daarmee de regisseursrol krijgt bij het oplossen van de problemen en als aanspreekpunt voor verdere zorg fungeert.

15 Overleg met gemeenten Gemeenten en schoolbesturen hebben de opdracht om OOGO te voeren over drie onderwerpen: 1. Passend Onderwijs Primair Onderwijs 2. Passend Onderwijs Voortgezet Onderwijs 3. Jeugdwet De samenstelling van het aantal betrokken gemeenten is bij elk onderwerp anders. Partijen hebben vanwege de verwevenheid van de te bespreken onderwerpen besloten om het overleg van alle drie de onderwerpen op het zelfde tijdstip gezamenlijk te voeren. Hiertoe is een overeenkomst gesloten gebaseerd op de modelovereenkomst VNG, PO-raad en VOraad. Bestuurders van de gemeenten, primair onderwijs en voortgezet onderwijs hebben gezamenlijk een Ontwikkelagenda vastgesteld die twee maal per jaar wordt geactualiseerd. Deze ontwikkelagenda wordt gepubliceerd op de site van het SWV. 3.4 Personeel Het SWV neemt geen mensen in eigen dienst. Noodzakelijke werkzaamheden worden uitgevoerd door medewerkers die in dienst zijn van een van de deelnemende besturen of die extern worden ingehuurd. Inzet en behoud Expertise Het SWV neemt de verantwoordelijkheid voor een dekkend netwerk van passend onderwijs en aanvullende onderwijsondersteuning. Dit dekkend netwerk realiseert het SWV in de eerste plaats door samenwerking tussen de deelnemende besturen voor regulier en speciaal onderwijs. Daartoe waarborgt het SWV dat benodigde expertise (= kennis x vaardigheden x attitude) voor alle kinderen met specifieke ontwikkelings- en opvoedingsvragen in het SWV zo maximaal en zo laagdrempelig

16 16 mogelijk beschikbaar is. De beschikbare expertise wordt onderhouden en verder ontwikkeld door de vorming van relevante 'kenniskringen'. Scholen en besturen beschrijven in hun ondersteuningsprofiel welke expertise beschikbaar dient te zijn en op welke wijze deze ingezet kan worden Uitwerking Tripartiete overeenkomst (Personele paragraaf) De schoolbesturen in het samenwerkingsverband hebben een gezamenlijke inspanningsplicht om verlies van expertise en daarmee ontslag van betrokken medewerkers zo veel als mogelijk te voorkomen. Dit op basis van de nieuwe vraag vanuit de samenwerkingsverbanden met betrekking tot personeel, zowel in termen van functies (ander werk), kwantiteit (aantal fte) als kwaliteit (competenties). Personeel waarop dit van toepassing is: - ambulante begeleiders - personeel in dienst van de regionale expertise centra - personeel benoemd of aangesteld op het schooldeel van de lgf in het reguliere onderwijs; Betrokken personeelsleden dienen zo veel mogelijk worden geplaatst in een functie waar hun expertise ingezet kan worden. Voor het schooljaar is de verplichting geregeld via de verplichte herbesteding van de voormalige middelen voor ambulante begeleiding. Hierover worden op lokaal niveau uitvoeringsafspraken gemaakt. Door drie besturen is een claim bij het SWV gelegd op basis van de Tripartiete overeenkomst. Jaarlijks wordt de lijst van namen behorende bij de personele verplichtingen geactualiseerd per 1 mei. Vanwege privacy is deze lijst alleen in het bezit van het DB. De inspanningsplicht geldt voor de medewerkers die op 1 mei 2012 in dienst waren, daarna kunnen geen nieuwe personeelsleden aan de lijst worden toegevoegd. In het overzicht in bijlage 7.8 zijn alleen de totalen van de meest recente claim opgenomen. Indien er door het samenwerkingsverband voor het schooljaar geen afspraken zijn gemaakt, is een samenwerkingsverband gehouden om op overeenstemming gericht overleg te voeren met de vakorganisaties over betrokken personeelsleden die opgenomen zijn in de registratie Elders in dit ondersteuningsplan is beschreven op welke wijze het samenwerkingsverband gefaseerd een Expertisedienst wil inrichten. Op grond daarvan wordt duidelijk voor welke omvang de verplichtingen van de Tripartiete overeenkomst geborgd kunnen worden en voor welk deel medewerkers herplaatst moet worden, dan wel dat er andere afspraken gemaakt moeten worden middels een op overeenstemming gericht overleg met de vakorganisaties. Beleid van het SWV Het beleid t.a.v. de personele verplichtingen bestaat achtereenvolgens uit de volgende elementen: 1. Schooldeel : elk schoolbestuur is zelf verantwoordelijk voor het personeel dat eerder hiervoor is benoemd. 2. Contractuele afname op basis van een meerjarencontract met de EDO. 3. Overname van personeel. Uitgangspunt is een evenredige verdeling van de verplichtingen. Indien een bestuur al eerder medewerkers heeft overgenomen die op de lijst van verplichtingen staan wordt dat gedeelte bij het

17 17 betreffende bestuur in mindering gebracht. Een overzicht van de verplichtingen per bestuur zijn in bijlage 7.8 opgenomen. 4. Indien een bestuur niet in staat is om de verplichting over te nemen onderzoekt het DB of er in goed overleg een andere oplossing gevonden kan worden. 5. Indien het DB geen oplossing kan vinden worden voert het DB DGO met de vakorganisaties. 3.5 Geschillen Het organiseren van Passend Onderwijs in onze regio is een complexe zaak waar veel partijen bij betrokken zijn met verschillende belangen; denk aan ouders, personeelsleden, scholen, schoolbesturen, ondersteuningsplanraad, ketenpartners, andere samenwerkingsverbanden. Verschillen van inzicht kunnen op allerlei niveaus ontstaan om veel verschillende redenen. Het SWV heeft als uitgangspunt dat het uiterste getracht moet worden om meningsverschillen in goed overleg op te lossen en te voorkomen dat geschillen ontstaan en (gerechtelijke) procedures gevoerd worden. Toch kan het voorkomen dat partijen zich niet in besluiten kunnen vinden. Op de site staat een overzicht van de verschillende procedures en instanties waar gebruik van kan worden gemaakt om tot een oplossing te komen. Voor geschillen tussen schoolbesturen is in de statuten een aparte regeling getroffen. De procedure bij bezwaren van ouders over een besluit m.b.t. de toelaatbaarheid van een leerling tot het SBO of SO staat ook nog apart beschreven in het hoofdstuk Samenwerking met ouders. 3.6 Communicatie Het voornaamste doel van de communicatie is de verschillende belanghebbenden duidelijk te maken welke rol, taken en verantwoordelijkheden het SWV heeft en hoe en langs welke weg de ondersteuning vorm krijgt. Een onderliggend doel van de communicatie is de ontwikkeling van Passend Onderwijs bij de betrokken besturen communicatief te ondersteunen. Het SWV heeft geen rol in het overtuigen van de betrokkenen over de noodzaak, wenselijkheid en haalbaarheid van Passend Onderwijs. Waar dat wel aan de orde is, ligt de verantwoordelijkheid bij de aangesloten besturen en scholen. Het SWV kan in zijn communicatie daarin wel ondersteunend zijn. Het SWV wil uitstralen dat Passend Onderwijs vooral positieve kanten heeft. De communicatie vanuit het SWV zal daarom als grondtoon hebben dat Passend Onderwijs uiteindelijk leidt tot beter onderwijs voor ieder kind. Daarnaast zal de inhoud en toon van de communicatie zoveel mogelijk blijk geven van een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid. De eerste verantwoordelijkheid voor de communicatie met ouders en medewerkers ligt bij de aangesloten besturen en scholen zelf. Besturen en de ondersteuningsplanraad worden rechtstreeks geïnformeerd op basis van een jaarlijks schema. Voor ouders, medewerkers, gemeenten en ketenpartners onderhoudt het SWV een blijvende website waar alle informatie beschikbaar is die van belang is m.b.t. Passend Onderwijs in Noord Limburg.

18 18 4 Processen 4.1 Passend onderwijs Goed onderwijs vormt de basis en het school bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het primaire proces. Het is de opdracht voor scholen en schoolbesturen in het samenwerkingsverband om tot een continuüm van onderwijs te komen. De omschrijving van de basisondersteuning die elke school dient te bieden vormt hiervoor het fundament. Ouders mogen dit van iedere basisschool in de regio verwachten als het om onderwijs en onderwijsondersteuning gaat. Het SWV hanteert de volgende niveaus van ondersteuning: Basisondersteuning Niveau 1: Groepsplan/handelingsplan onder verantwoording van de leerkracht Niveau 2: Handelingsplan met ondersteuning van interne begeleiding waarbij een beroep gedaan kan worden op de regulier beschikbare middelen Lichte ondersteuning Niveau 3: Arrangementen (inclusief eventuele extra ondersteuningsmiddelen/expertise SO) op de eigen school en/of in combinatie met andere scholen Niveau 4: Plaatsing in het Speciaal Basis Onderwijs Zware ondersteuning Niveau 5: Plaatsing in het Speciaal Onderwijs 4.2 Toedeling van onderwijsondersteuning en middelen De grootste groep leerlingen heeft voldoende aan de basisondersteuning die bekostigd wordt uit de reguliere lumpsumvergoeding waar elke school zelf verantwoordelijk voor is. Een beperkte groep leerlingen heeft meer nodig, lichte of zware ondersteuning. Voor deze groep leerlingen ontvangt het samenwerkingsverband een budget. Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk dat een passend aanbod wordt gerealiseerd. In dit plan worden de keuzes t.a.v. het vormgeven van de basis en lichte ondersteuning overgelaten aan de schoolbesturen (of samenwerkende schoolbesturen) waarbij ook de financiële consequenties horen. T.a.v. de zware ondersteuning wordt een meer centrale benadering gekozen. Bij het maken van de keuzes worden besturen gehouden aan een set van principes: Geen kind tussen de wal en het schip. Aangeboden trajecten dienen te voldoen aan afgesproken kwaliteitscriteria. (Zie: Toewijzing extra ondersteuning) Financiële gevolgen van beleidskeuzes worden op termijn toegerekend aan het desbetreffende schoolbestuur, c.q. samenwerkende schoolbesturen. SO plaatsingen zoveel mogelijk in korte, tijdelijke trajecten.

19 19 Op elk niveau kan ander onderzoek worden uitgevoerd door school of (externe) inhoudsdeskundigen. Hoe de ondersteuning (Basis Licht Zwaar) in de praktijk vorm krijgt, wordt vastgelegd in een schoolondersteuningsprofielen en een aanvullend bestuursondersteuningsprofiel. Deze profielen worden voorgelegd aan het bestuur van het samenwerkingsverband dat aan de hand hiervan beoordeelt of daarmee sprake is van een dekkend netwerk van scholen dat aan alle leerlingen een passende onderwijsplek kan aanbieden. Indien zij van oordeel is dat dit niet het geval is, neemt het bestuur van het samenwerkingsverband aanvullende maatregelen. Resultaten (kwalitatief, kwantitatief, financieel) worden centraal gemonitord en geëvalueerd in het bestuur van het samenwerkingsverband. 4.3 Ontwikkelingsperspectief (OPP) Het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief (OPP) is verplicht voor kinderen die werken met een eigen leerlijn op één of meerdere vakgebieden, niet behorend bij de reguliere methode. In het OPP beschrijft de school het uitstroomperspectief (uitstroomniveau na groep 8), de tussendoelen die een leerling kan halen en de activiteiten die daartoe worden ingezet. Het biedt handvatten waarmee de leraar het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van de leerling en laat zien waar de school samen met de leerling naar toe werkt als vervolgonderwijs. Op basis van wet- en regelgeving is het opstellen van een OPP ook verplicht voor alle leerlingen die extra ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband nodig hebben. In ons SWV betekent geldt de afspraak dat er een OPP dient te worden opgesteld voor alle leerlingen vanaf niveau 3 die minimaal een half jaar structurele ondersteuning hebben gehad bekostigd door het SWV. Dit geldt dus ook voor kinderen in het S(B)O; in het SBO en SO is het opstellen van een OPP al eerder verplicht gesteld. Om te voorkomen dat leraren en scholen met nieuwe formulieren en werkwijzen geconfronteerd worden zijn de verplichte onderdelen van een OPP geïntegreerd in de HGPD werkwijze (format) die door elke school gehanteerd wordt. 4.4 Inrichting van onderwijscontinuüm Basisondersteuning (Niveau 1 en 2) Elk bestuur is er zelf verantwoordelijk voor dat elk van haar leerlingen onderwijs krijgt waarin basisondersteuning van voldoende kwaliteit wordt geboden zonder een beroep te kunnen en hoeven doen op de middelen van het SWV. De basisondersteuning die elke school levert omvat in elk geval: de preventieve (onderwijs)ondersteuning: tijdig signaleren van motorische, taal-, leer-, opgroei- en opvoedproblemen; een aanbod voor leerlingen met ernstige lees- en spellingsproblemen of dyslexie, leerlingen met ernstige rekenproblemen of dyscalculie; onderwijsprogramma's en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen met een meer of minder dan gemiddelde intelligentie. De begrenzing van onderwijszorg binnen een reguliere school op basis van IQ alleen wordt vermeden; (ortho-)pedagogische en/of (ortho-)didactische programma's en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen van gedragsproblemen: een (ortho-)pedagogische aanpak en klimaat dat uit gaat van mogelijkheden in de begeleiding van kinderen met specifieke begeleidingsvragen, al dan niet voor wat betreft stoornissen of handicaps, maar tegelijk realistisch is in het formuleren van grenzen van de basisondersteuning.

20 20 Elke school heeft daartoe een ondersteuningsstructuur ingericht waardoor duidelijk is hoe preventieve en curatieve interventies beschikbaar zijn en hoe de expertise van samenwerkende scholen en ketenpartners wordt ingezet Extra ondersteuning (Niveau 3) Elk schoolbestuur heeft de ruimte om eigen keuzes te maken die passen bij de lokale situatie en de eigen historie. Elk bestuur bepaalt zelf hoe de extra ondersteuning op de basisschool wordt vormgegeven, hoe en wanneer ambulante expertise in dialoog met het speciaal onderwijs wordt ingezet, of er al of niet gemeenschappelijke arrangementen worden ontwikkeld met eigen scholen of in combinatie met andere schoolbesturen Speciaal Basis Onderwijs (Niveau 4) Het samenwerkingsverband kent zeven scholen voor Speciaal Basis Onderwijs die bij de invoering van Weer Samen Naar School bewust regionaal gespreid zijn in de regio en daarom een redelijk overzichtelijk voedingsgebied kennen. De SBO s zijn allen ondergebracht bij een van de grotere schoolbesturen. Het al dan niet in stand houden van de SBO is in het licht van het voorgaande in eerste instantie een verantwoordelijkheid en keuze van het eigen schoolbestuur. Sluiting van een SBO kan echter alleen met instemming van het bestuur van het samenwerkingsverband. SBO s blijven toegankelijk voor leerlingen van scholen van andere schoolbesturen als ouders daarvoor kiezen en er een TLV is afgegeven Speciaal Onderwijs (Niveau 5) De scholen voor Speciaal Onderwijs blijven enerzijds zelfstandige eenheden (met een rechtstreekse bekostiging, eigen personeel en eigen bestuur) die zelf hun doelen en ambities formuleren, maar die anderzijds afhankelijk zijn omdat zij alleen leerlingen mogen inschrijven met een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) van het samenwerkingsverband (met uitzondering van kinderen die in behandeling zijn bij een residentiële instelling en ingeschreven worden bij de daarmee samenwerkende SO school). De SO scholen beschrijven in hun schoolondersteuningsprofiel welke ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen die een TLV van het samenwerkingsverband gekregen hebben. De Wet kwaliteit speciaal en voortgezet speciaal onderwijs biedt de mogelijkheid voor een cluster overstijgende verbrede toelating van leerlingen. SO voorzieningen zijn toegankelijk voor leerlingen uit ons samenwerkingsverband, maar ook voor leerlingen van buiten onze regio. Evenzo kunnen leerlingen uit onze regio instromen (met een TLV!) in een SO voorziening in een andere regio. Hierbij is de afstand van het woonadres tot de SO voorziening een belangrijk punt voor wat betreft de vervoersregelingen van de gemeenten. Overzicht Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Limburg Venlo Het Poortje (Cluster 4) De Vijverhofschool (Cluster 3) Een gedeelte van beide scholen is onderdeel van de Talentencampus Venlo

21 21 De Wijnberg (Cluster 4) Ulingshof (Cluster 3) Venray Nevenvestiging De Wijnbergschool (Cluster 4) Nevenvestiging van De Vijverhofschool (Cluster 3 een verbrede toelating Cluster 4) Gennep Mikado (Cluster 3) Daarnaast is er een flinke groep leerlingen die SO voorzieningen buiten onze regio (2014: 90 leerlingen = 17% ) bezoeken Samenwerkingsafspraken met REC 1 Een kwart van de leerlingen met een visuele beperking is voor (een deel van) hun onderwijsloopbaan aangewezen op een aparte onderwijsinstelling. De helft van deze leerlingen heeft een meervoudige beperking. Driekwart van de leerlingen echter neemt deel aan het gewone (thuisnabije) onderwijs met ondersteuning van ambulante onderwijskundige begeleiding. Samen met ouders en de school wordt een begeleidingsplan opgesteld waarbij de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoefte van de leraar richtinggevend zijn. Voor leerlingen met een visuele beperking werkt het samenwerkingsverband samen met Koninklijke Visio ( een van de twee onderwijsinstellingen verenigd in VIVIS Onderwijs. Wanneer leraren, ouders of andere verwijzers vermoeden dat een kind een visuele beperking heeft kunnen de ouders hun kind aan melden bij Visio. Visio Zuid-Nederland, , aobrotterdam@visio.org Na aanmelding worden de medische gegevens opgevraagd en worden er zo nodig aanvullende onderzoeken gedaan. Op grond van de resultaten beoordeelt de Commissie van Onderzoek of een kind recht heeft (op basis van landelijke criteria) op ambulante onderwijskundige begeleiding of op onderwijs aan een gespecialiseerde onderwijsinstelling Samenwerkingsafspraken met REC 2 Voor leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking (doof, slechthorend en/of ernstige spraaktaalmoeilijkheden), waarbij de onderwijsbehoefte de zorgplichtmogelijkheden overstijgt werkt het samenwerkingsverband samen met de Stichting Speciaal Onderwijs Eindhoven (SSOE). Daarbij gelden de volgende afspraken: Basisondersteuning Wanneer de schoolinterne zorg ontoereikend is en vragen rondom een vermoeden van cluster 2 problematiek niet beantwoord kunnen worden, kan een aanvraag worden gedaan voor een traject Consultatie en Advies.Het invullen van een signaleringsinstrument ten aanzien van de vermoede cluster 2-problematiek gaat hieraan vooraf, maar is een onderdeel van het traject. Het traject Consultatie en Advies is kosteloos voor het SWV. Extra onderwijsondersteuning

22 22 Wanneer de schoolinterne zorg en ( indien van toepassing ) de schoolnabije zorg vanuit het samenwerkingsverband, concludeert dat de school en/of het samenwerkingsverband niet volledig aan haar zorgplicht kan voldoen wordt een traject toeleiding naar extra onderwijsondersteuning aangevraagd bij SSOE. De informatie en onderzoeksgegevens van de schoolinterne en schoolnabije zorg worden hiervoor beschikbaar gesteld. De kosten van de extra onderwijsondersteuning komen ten laste van het cluster 2 budget Plaatsing cluster 2 SO Wanneer de schoolinterne zorg en (indien van toepassing) de schoolnabije zorg vanuit het samenwerkingsverband, concludeert dat de school en/of het samenwerkingsverband niet volledig aan haar zorgplicht kan voldoen wordt een traject toeleiding naar plaatsing op een cluster 2 SO school aangevraagd bij SSOE. De informatie en onderzoeksgegevens van de schoolinterne en schoolnabije zorg worden hiervoor beschikbaar gesteld.. Expertise-overdracht SSOE externe dienstverlening is de scholen van dienst bij het vergroten van de cluster 2 expertise. De scholen kunnen daarvoor gebruik maken van het scholingsaanbod op maat. De kosten van deze dienstverlening worden in overleg, op basis van een offerte vastgesteld. Voor meer informatie verwijzen wij u naar de volgende websites: Venlo De Taalbrug (nevenvestiging Cluster 2 voor kinderen met communicatieve en auditieve beperkingen) Samenwerkingsafspraken voor ondersteuning aan leerlingen met epilepsie. Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake is van specifieke onderwijsbehoeften, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE) dat hiertoe door het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap rechtstreeks gefinancierd wordt en waar het SWV dus niet verantwoordelijk voor is. Voor extra ondersteuning in de klas (bijvoorbeeld RT) dient het SWV wel het eigen zorgbudget in te zetten. Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten van de twee Nederlandse epilepsiescholen De Berkenschutse in Heeze en De Waterlelie in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum (3e-lijns ziekenhuis) voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk Kempenhaeghe en Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN). Het LWOE biedt ondersteuning aan leerlingen met epilepsie in het reguliere onderwijs en leerlingen in het speciaal onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouders, arts, school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een onderwijskundig begeleider van het LWOE. Indien meer intensieve ondersteuning nodig is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidingsarrangement voor de betreffende leerling vastgesteld. Naast de eerste preventieve interventie worden de volgende arrangementen onderscheiden: lichte begeleiding, medium begeleiding en zware onderwijszorg. De lichte begeleiding is screenend en kortdurend van aard. De medium begeleiding is handelingsgericht en langer durend van aard.

23 23 In voorkomende gevallen zal het LWOE het samenwerkingsverband zware onderwijszorg adviseren om een leerling toe te laten tot het speciaal onderwijs, in ons geval De Berkenschutse. Ter toerusting van leerkrachten en docenten biedt het LWOE een signaleringslijst aangaande het herkennen van epilepsieproblematiek. Tevens biedt het LWOE voorlichting, workshops en scholing met betrekking tot epilepsie, leren en gedrag. Contact adressen: De Berkenschutse Sterkselseweg VE Heeze Schoolondersteuningsprofielen Ten behoeve van het Ondersteuningsplan Passend Onderwijs heeft elke school een zogenaamd schoolondersteuningsprofiel vast gesteld. De MR van de school heeft een adviesrecht bij de vaststelling hiervan. De ontwikkeling en vaststelling van een schoolondersteuningsprofiel is een verantwoordelijkheid van de school zelf en wordt door het eigen schoolbestuur getoetst. De waarde van dit instrument zit vooral in het proces binnen de school, c.q. het bestuur. De dialoog tussen teamleden, leidinggevenden, ouders, collega scholen en bestuur; het analyseren wat goed gaat en waar verbeteringen moeten worden gezocht en het formuleren van ambities naar de toekomst. Resultaten hiervan staan verwoord in het schoolplan en schoolgids en dienen dus ook gezien te worden in de eigen context. Het SWV heeft geen verplichtend format voorgeschreven vanwege verschillende inzichten hierover. Scholen en schoolbesturen hebben verschillende instrumenten gehanteerd, passend bij hun eigen visie. Dit betreft landelijke instrumenten zoals Kind op de gang, Zorg in beeld, Werken met Kwaliteitskaarten, anderen hebben een eigen traject gevolgd. Een risico bij vergelijkende overzichten is dat deze weliswaar worden gemaakt vanuit oprechte bedoelingen, maar dat de resultaten voort komen uit verschillende interpretaties, 'beelden' en een andere context (bijvoorbeeld scholen met verschillende doelgroepen), waardoor een dergelijk overzicht snel discutabel is en vraagt om centrale toetsing. Het samenwerkingsverband heeft ingestemd met een instrument (kijkwijzer) om tot een compact overzicht te komen op basis waarvan het bestuur van het SWV kan beoordelen of scholen (en besturen) de centrale afspraken respecteren en of er sprake is van een dekkend netwerk van scholen dat aan alle leerlingen een passende onderwijsplek kan aanbieden. De 5 niveaus van ondersteuning uit de hoofdlijnennotitie zijn als uitgangspunt genomen en er is vervolgens gezocht naar een beperkt aantal ijkpunten uit eigen documenten voor de niveaus 1 t/m 3 plus onderscheidende elementen voor de niveaus 4 en 5. Het SWV gaat er verder van uit dat de gevraagde gegevens worden aangeleverd door het bestuur van de betreffende school en dat daar ook de verantwoordelijkheid ligt t.a.v. de betrouwbaarheid. Door middel van een nog op te stellen monitoring wordt achteraf zichtbaar of doelen gehaald zijn en waar knelpunten zijn. In die analyse kan dan het school en bestuursondersteuningsprofiel betrokken worden. Ten aanzien van de basisondersteuning gaat het SWV ervan uit dat het niet zinvol is om gegevens die elders worden getoetst (inspectie) of verantwoord(schoolgids) nogmaals bij elkaar te plaatsen. Uitgangspunt is dus dat elke school de basisondersteuning in niveau 1 en 2 met de reguliere lumpsum middelen verzorgt. IJkpunten Niveau 1/2 1 Is de handelwijze van de school gebaseerd op HGPD-denken en werken?

24 24 2 Heeft de school beschreven hoe de persoonlijke ontwikkeling en het vakmanschap van elke leraar wordt gestimuleerd? Niveau 3 3 Heeft de school een adequate ondersteuningsstructuur? 4 Kan de school een beroep doen op een Bovenschoolse Ondersteuningscoördinator? 5 Heeft de school beschreven welke interne en externe ondersteuning en expertise beschikbaar is? 6 Is deze interne en externe ondersteuning en expertise direct toegankelijk? 7 Worden ouders altijd betrokken bij het formuleren van het ontwikkelingsperspectief en doelen en activiteiten van de leerling? 8 Worden er gemeenschappelijke arrangementen ontwikkeld met eigen scholen of in combinatie met andere besturen? 9 Levert de school een bijdrage aan het ontwikkelen en onderhouden van expertise d.m.v. relevante 'kenniskringen'? 10 Omschrijft de school in hoeverre er wordt samengewerkt met ketenpartners in bijv. de jeugdzorg? Niveau 4 11 Heeft de school beschreven welke ondersteuning zij kan bieden aan leerlingen die een TLV van het samenwerkingsverband gekregen hebben? 12 Zijn de in niveau 1 t/m 3 benoemde IJkpunten ook op deze school van toepassing? Niveau 5 13 Heeft de school beschreven welke ondersteuning zij leerlingen kan bieden aan leerlingen die een TLV van het samenwerkingsverband gekregen hebben? 14 Zijn de in niveau 1 t/m 3 benoemde IJkpunten ook op deze school van toepassing? Onderscheidende factoren voor SBO (niveau 4) of SO (niveau 5) Is de school gericht op een specifieke doelgroep? 1 Specifieke leerproblemen bij kinderen die moeilijker dan gemiddeld leren 2 Kinderen die gemakkelijker dan gemiddeld leren 3 Kinderen met een lichamelijke beperking 4 Kinderen met een verstandelijke beperking, 5 Kinderen met gedrags- en omgangsproblemen, eventueel voorkomend uit een stoornis of beperking 6 Kinderen met een langdurige ziekte 7 Kinderen met meervoudige beperkingen Elke school heeft in de loop van het schooljaar een schoolondersteuningsprofiel opgesteld op basis van de te verwachten situatie per Die schoolondersteuningsprofielen zijn door het eigen schoolbestuur beoordeeld op basis van de vooraf opgestelde kijkwijzer. Een overzicht van die beoordelingen van alle scholen is opgenomen in bijlage 7.5. Dit overzicht is in 2015 geactualiseerd Bestuurs ondersteuningsprofiel In het ondersteuningsplan is vastgelegd dat elk schoolbestuur (of samenwerkende schoolbesturen) een Bestuurs Ondersteunings Profiel opstelt waarin zij aangeeft welke aanvullende afspraken er gemaakt zijn tussen de betrokken scholen, hoe de bovenschoolse ondersteuningsstructuur is vormgegeven, en hoe de middelen worden ingezet die zij van het SWV ontvangt.

25 25 Evenals bij de vormgeving van het schoolondersteuningsprofiel is er bij de vormgeving hiervan geen verplichtend format vastgesteld, elk bestuur is vrij om dit naar eigen inzicht te beschrijven. De bestuursondersteuningsprofielen worden op de site gepubliceerd. Na afloop van een schooljaar wordt er verantwoording afgelegd op (samenwerkend) bestuursniveau aan het samenwerkingsverband over de besteding van de middelen en de bereikte resultaten. Het bestuur van het samenwerkingsverband kan op basis van deze verantwoording toetsen of de gezamenlijke afspraken worden nagekomen en de middelen rechtmatig en doelmatig worden besteed. T.a.v. deze verantwoording is wel een verplichtend format opgesteld (Bijlage 7.9). Dit format moet gezien worden als een groeimodel dat in de komende jaren kan worden bijgesteld en/of aangevuld. Onderwijskundige resultaten, waaronder deelname percentages SBO en SO, worden elders verantwoord via de Monitoring. Uitgangspunt is een beknopt een eenvoudig document. 4.5 Toewijzing van ondersteuning en het afgeven van TLV Sbo en SO In de procedure maken we onderscheid tussen het Toewijzen van Ondersteuning en het afgeven van een TLV SBO-SO. Dit zijn twee verschillende grootheden binnen hetzelfde continuüm van licht naar zwaar of van preventief naar curatief. Beide stappen in de procedure dienen te voldoen aan kwaliteitseisen: betrokkenheid ouders, interdisciplinair overleg (indien nodig en in functionele samenstelling), afgestemd op ernst/zwaarte van de casus en gebaseerd op Handelingsgerichte procesdiagnostiek. Kinderen waarvoor een toewijzing van ondersteuning geldt, worden via een monitor op eenvoudige manier in beeld gebracht om het bestuur de mogelijkheid te geven om te sturen op de lijnen van curatief naar preventief en van regulier waar kan en specialistisch als het moet. Het afgeven van de TLV is een belangrijke formele stap, waar gedegen Interdisciplinair overleg op basis van HGPD, aan ten grondslag moet liggen en waar de positie van de ouders geborgd moet zijn. De TLV s moeten centraal worden geadministreerd met volgnummers etc. omdat dit de basis is van de bekostiging van de SBO s en SO s. (Bijlage 7.10: Administratieve inrichting TLV). Termijnen De school heeft op basis van de wet 6 weken de tijd om een passende plek te bieden. Deze termijn kan 1 keer met 4 weken worden verlengd. De BOC is ervoor verantwoordelijk dat de termijnen in acht genomen worden Toewijzing extra ondersteuning Extra ondersteuning (inzet van expertise) is nodig als de basisschool met reguliere mogelijkheden (basisondersteuning) niet in staat is op een verantwoorde manier passend onderwijs aan de leerling te bieden. De behoefte aan inzet van extra ondersteuning is dus mede afhankelijk van de kwaliteit van het onderwijs en de basisondersteuning van de (samenwerkende) leraar, in de context van de school en de omgeving (gezin) van het kind. Elke school en elk schoolbestuur zal zich daarom maximaal inspannen om de persoonlijke ontwikkeling en het vakmanschap van elke leraar te vergroten en maximaal in te zetten t.b.v. signalering, analyse, (evt. diagnose), handelen, evalueren en reflecteren. In eerste instantie maakt dit onderdeel uit van het professionele handelen van de leraar, waar nodig in samenwerking met collega s en de IB-er van de school. Dit alles maakt onderdeel uit van het schoolondersteuningsprofiel van elke school.

26 26 Als de behoefte aan extra, lichte ondersteuning (niveau 3) vanuit het samenwerkingsverband blijkt, zal bovenstaande proces worden versterkt door inbreng van extra expertise. Om voor deze extra ondersteuning in aanmerking te komen zal door de school in overleg met de ouders de noodzaak voor extra ondersteuning voor kind en leerkracht worden bepaald. De samenstelling van dat overleg is flexibel, waarbij ook de potentiële uitvoerder van de extra ondersteuning wordt betrokken. Als extra ondersteuning nodig is, dan zal deze door het betreffende overleg worden toegewezen. Het (samenwerkend) schoolbestuur zal deze extra ondersteuning realiseren. De toewijzing van extra ondersteuning is gebaseerd op HGPD. Elke school resp. schoolbestuur heeft rechtstreeks toegang tot expertise op diverse ontwikkelingsgebieden rondom onderwijs en opvoeding. Middels overleg, in aanwezigheid van ouders, wordt de ondersteuningsbehoefte van leerling en/of leerkracht besproken en vastgesteld. De extra ondersteuning is gericht op versterking van het handelen van de leerkracht en/of individuele begeleiding van kinderen. De vormgeving van de extra ondersteuning(-sarrangementen) kan, per (samenwerkend) schoolbestuur verschillen. Elk (samenwerkend) schoolbestuur waarborgt daarbij het behoud, verdieping en verbreding van expertise op de diverse begeleidingsniveaus door de inrichting van persoonlijke leer- en ontwikkeltrajecten, leren van en met elkaar (binnen het bestuur), samenwerking met gespecialiseerde instellingen (bijv. het SO) en regelmatige uitwisseling van expertise en ervaringen met collega s van andere schoolbesturen. Schoolbesturen krijgen de mogelijkheden hiervoor in eigen beheer. Er worden wel eisen gesteld aan de aard en kwaliteit van de uit te voeren activiteiten, die zowel preventief als curatief van aard kunnen zijn: - Elke school resp. (samenwerkend) schoolbestuur heeft directe toegang tot speciale expertise op het gebied van onderwijs en ontwikkeling. Deze deskundigheid wordt ingebracht door diverse disciplines (denk aan gespecialiseerde leraren, gedragswetenschappers, orthopedagogen, logopedist, ergotherapeut). - Behalve bovenstaande onderwijsgerichte expertise, kan elke school gebruik maken van speciale ondersteuning gericht op het gezin en de omgeving van een leerling, in directe relatie tot gemeentelijk beleid). - Tot het direct voor school toegankelijke aanbod behoren tenminste : o ondersteuning van de leerkracht en de school in het omgaan met verschillen tussen leerlingen. o ondersteuning van kind en leerkracht t.b.v. kinderen met (in huidige termen) cluster 3 en 4-problematiek. o ondersteuning van school en ouders op het gebied van opvoeding in relatie tot het functioneren van het kind in het onderwijs i. o het incidenteel gebruikmaken van speciale expertise wanneer de stoornis of handicap van een kind het aanbod of kennis van de school overstijgt. Dit is met name aan de orde bij stoornissen of handicaps die een zodanig specifieke aanpak vergen dat redelijkerwijs niet mag worden verwacht dat het regulier onderwijs hiermee ervaring heeft kunnen opdoen Afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen Voor plaatsing in het SBO en SO is een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) nodig. Een besluit over de noodzaak voor plaatsing in SBO en SO wordt genomen door een commissie in een interdisciplinair overleg van inhoudsdeskundigen die kennis van zaken hebben over de ontwikkelings- en/of opvoedingsvragen van de leerling, over de context (school en verdere omgeving), over de ondersteuningsmogelijkheden van leerlingen in het Speciaal (Basis) Onderwijs en over de gevraagde (mogelijke) oplossing. Zij zijn dus in staat zijn het beoogde onderwijs ondersteuningsarrangement te definiëren. Dit overleg vindt plaats onder voorzitterschap van de Bovenschoolse

27 27 Ondersteuningscoördinator van het betreffende bestuur PO. Ouders worden uitgenodigd om aan dit overleg deel te nemen. Het is wettelijk verplicht dat een orthopedagoog een positief advies geeft en dat ouders en/of de scholen ook instemming vragen aan een externe deskundige. Afhankelijk van de ondersteuningsvraag kan gekeken worden wie deze instemming kan geven (bijv. een jeugdpsycholoog, een arts, revalidatiearts of schoolmaatschappelijk werker). Het overleg (en de voorbereiding daarvan) is er op gericht om het functioneren van de leerling in de bestaande context en de belangrijkste ondersteuningsbehoeften van het kind en de school van herkomst eenduidig in beeld te brengen, het benodigde ondersteuningsarrangement te definiëren en daaruit al dan niet de noodzaak voor plaatsing in het Sbo resp. SO af te leiden. De in beeld gebrachte ondersteuningsbehoeften van de leerling vormen de basis voor de verdere begeleiding binnen de (toekomstige) school van de leerling. Hierdoor ontstaat er continuïteit in de ondersteuning. Zo nodig wordt in dit verband tevens geadviseerd over aanvullende interventies die ten dienste staan van het kind en zijn/haar omgeving (school en thuis). Hierbij valt te denken aan vormen van jeugdzorg. Als de bovengenoemde commissie uiteindelijk geen unaniem besluit kan nemen, wordt een door het samenwerkingsverband aangewezen persoon aan de commissie toegevoegd die een bindend advies geeft. Alle plaatsingen op het SBO en SO zijn, tenzij de commissie anders heeft bepaald, tijdelijk van aard. Daarbij wordt de uiterste geldigheidsdatum in de beschikking vermeld. Als ouders een verlenging van de beschikking vragen, melden ze opnieuw aan bij de bovenschoolse ondersteuningscoördinator die betrokken is geweest bij het afgeven van de eerdere toelaatbaarheidsverklaring. De S(b)o-school zal jaarlijks een terugrapportage doen naar de bovenschoolse ondersteuningscoördinator van het schoolbestuur van herkomst, op basis van het geëvalueerde OPP. Bij een voorgenomen terugplaatsing wordt, behalve de ouders, tenminste de beoogde basisschool betrokken bij de afweging. Laatstgenoemde kan de bovenschoolse ondersteuningscoördinator van het betreffende bestuur vragen om hierover te adviseren Criteria bij toelaatbaarheidsverklaring Een toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven als uit het hieronder omschreven traject is gebleken dat: - de huidige school niet in staat is passend onderwijs te bieden (ook niet met extra ondersteuning in niveau 3) en - de betreffende Sbo resp. SO-school deze mogelijkheden wel heeft. De werkwijze gaat niet uit van vastomlijnde criteria, maar van handelingsgerichte procesdiagnostiek (HGPD). Dat betekent dat, voorafgaande aan de besluitvorming, voor elk traject in beeld is gebracht: - de voorgeschiedenis (zo nodig vanaf -/- 9 maanden) - resultaten van uitgevoerde (onderzoeks-) activiteiten - interventies in het onderwijs- en begeleidingsverleden en het succes daarvan - het actuele beeld m.b.t. de lichamelijke ontwikkeling / sociaal-emotionele ontwikkeling resp. gedrag / leerontwikkeling (incl. werkhoudingsaspecten en leermotivatie) / onderwijscontext / gezinscontext. - de weging van de in voorgaande punten omschreven informatie - de daaraan gerelateerde ondersteuningsbehoefte van de leerling, de leraar en school en, waar nodig, het gezin.

28 28 Op basis daarvan wordt een onderwijs ondersteunings arrangement gedefinieerd, waaruit de eventuele noodzaak volgt voor plaatsing in het Sbo resp. SO. Als die noodzaak er niet is, wordt er uitzicht geboden op een alternatief Toelaatbaarheidsverklaringen voor zittende kinderen in het SO Alle kinderen die op de laatste schooldag van schooljaar op een school voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) waren ingeschreven hebben automatisch toestemming gekregen voor continueren van de plaatsing tot In bijlage 7.11 staat de procedure beschreven op welke wijze het SWV hiermee omgaat Toelaatbaarheidsverklaringen: grensverkeer en verhuizingen Speciaal Basisonderwijs Grensverkeer Als het SWV een TLV afgeeft blijft dat samenwerkingsverband ook betalen als een leerling naar een SBO school van een buur SWV gaat. Qua proces moet ook het nieuwe SWV aangeven dat het de leerling toelaatbaar verklaart tot het SBO, alleen ontvangt het daar dan de middelen voor van het oude SWV. Verhuizing Deze overdracht geldt niet bij verhuizing. Als ouders verhuizen binnen 6 maanden voor of na de toelating tot het SBO, melden zij hun kind aan bij een (speciale) basisschool in de nieuwe regio. Deze school moet een passend aanbod doen. Voor plaatsing in het SBO is een TLV van dat (nieuwe) SWV nodig. Dat is ook het SWV dat moet betalen voor de extra ondersteuning/de plaatsing in het SBO. Speciaal onderwijs Bij zowel grensverkeer als verhuizing geeft het SWV dat de eerste TLV heeft afgegeven een nieuwe TLV af als de looptijd is verstreken. Uitgangspunt hierbij is dat het verwijzende SWV betaalt voor plaatsing in het SO en dat er geen prikkels van uitgaan om een korte looptijd van de TLV vast te stellen. Dit betekent dat als een leerling verhuist naar de andere kant van het land het oorspronkelijke SWV blijft betalen, totdat er sprake is van een nieuwe aanmelding (bij overgang van primair naar voortgezet onderwijs). Als SO plaatsing na een verhuizing niet meer het meest passende aanbod is, kunnen met het SWV waar de leerling naartoe is verhuisd afspraken worden gemaakt over een ander passend aanbod. Gaat de leerling na de verhuizing met extra ondersteuning naar het regulier onderwijs, dan wordt dit door het nieuwe SWV bekostigd. 4.6 Samenwerking met ouders Aanmelding Ouders bepalen zelf bij welke school ze hun kind aanmelden. Wanneer zij hun kind moeten aanmelden, is afhankelijk van de aanmeldingsprocedure van de school maar minimaal 10 weken voor de gewenste inschrijfdatum. De aanmelding dient schriftelijk te gebeuren. De school heeft op basis van de wet 6 weken de tijd om een passende plek te bieden. Deze termijn kan 1 keer met 4 weken worden verlengd. Als ouders denken dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, geven ze dat bij de aanmelding direct door aan de school. In artikel 40 Wet Primair Onderwijs is bepaald dat de aanmelding schriftelijk dient te gebeuren en dat zij daarbij moeten aangeven of het kind ook nog bij andere scholen is aangemeld. Het SWV heeft

29 29 afgesproken dat de school waar als eerste is aangemeld de zogenaamde zorgplicht heeft en dient te beoordelen of zij de leerling de noodzakelijke ondersteuning kan bieden. Tot de hele procedure is doorlopen en de school het kind al dan niet met extra ondersteuning heeft geplaatst óf voor een passende plek elders gezorgd heeft kunnen andere scholen ervoor kiezen de aanmelding niet in behandeling nemen. Pas nadat de procedure is afgerond kunnen ouders hun kind op een andere school aanmelden Afstemming rondom individuele leerlingen Ouders zijn per definitie partner van school bij signalering van speciale vragen van kind en leerkracht en in de zoektocht en het traject naar antwoorden en oplossingen. Ouders worden dus altijd betrokken bij het formuleren van doelen en activiteiten en bij het formuleren van het ontwikkelingsperspectief. De afspraken worden omschreven in een individueel handelingsplan of in een (sub-)groepsplan. Tenminste twee keer per jaar worden de ouders uitgenodigd voor een evaluatief gesprek in aanwezigheid van de bij de extra ondersteuning betrokken medewerkers. Zijn ouders niet tevreden over de wijze van totstandkoming of de uitvoering van de extra ondersteuning dan kunnen zij gebruik maken van de klachtenregeling van de school en/of het schoolbestuur. Aanmelding bij de Bovenschoolse Ondersteuningscoördinator geschiedt in principe door de ouders. Goed overleg tussen ouders en school, uitmondend in een gezamenlijke aanmelding, heeft sterk de voorkeur. Als ouders willen aanmelden maar school staat hier niet achter, dan wordt de aanmelding wel in behandeling genomen en is school verplicht om mee te werken. Als de school wil aanmelden maar ouders staan hier niet achter, dan zoekt de school de ruimte bij de ouders, zo nodig in overleg met de Bovenschoolse Ondersteunings Coördinator (bijvoorbeeld in een driegesprek). Als dit niet alsnog leidt tot aanmelding door de ouders en er is sprake van ernstige zorgen over de ontwikkeling van het kind, waarbij de grenzen van de begeleidingsmogelijkheden van de school (dreigen te) worden bereikt, dan wordt de aanmelding alsnog in behandeling genomen. Een besluit over het afgeven van een TLV S(B)O is niet eerder definitief dan dat ouders in de gelegenheid zijn gesteld hierop te reageren en hun inbreng is meegenomen in de afweging. De ouders kunnen bezwaar aantekenen tegen dit besluit bij een door het SWV aangewezen commissie van bezwaren die een bindend advies geeft. Het samenwerkingsverband heeft zich hiertoe aangesloten bij de Landelijke Bezwaarcommissie Toelaatbaarheidsverklaring sbo/(v)so. ( ) Als ouders het daarmee niet eens zijn is er nog een landelijke geschillencommissie ( )of kunnen de ouders het besluit voorleggen aan de rechter Ouders en medezeggenschap Ouders kunnen op twee manieren inspraak hebben op de wijze waarop het samenwerkingsverband is vormgegeven: 1. via het adviesrecht dat de Medezeggenschapsraad van een individuele school heeft op het schoolondersteuningsprofiel; 2. via deelname in de ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband Privacy reglement Het SWV hanteert het model privacyreglement zoals dat is opgesteld door de PO Raad. Het reglement staat op de site van het SWV gepubliceerd.

30 Thuiszitten voorkomen Met passend onderwijs willen we het thuiszitten van kinderen voorkomen. De zorgplicht voor schoolbesturen moet hier waarborgen voor bieden. Het tegengaan van thuiszitten vraagt nadrukkelijk om een nauwe samenwerking tussen onderwijs, gemeenten en de instellingen voor jeugdhulp en opvoedondersteuning. Definities: - Absoluut verzuim: leerplichtige kinderen en jongeren die niet op een school staan ingeschreven zonder dat daarvoor op grond van de Leerplichtwet vrijstelling is gegeven - Thuiszitter: leerplichtige kinderen en jongeren die wel op een school staan ingeschreven, maar langer dan 4 weken ongeoorloofd verzuimen - Leerplichtwet vrijstelling : kinderen kunnen om verschillende redenen (tijdelijk) worden vrijgesteld van de leerplicht, bijvoorbeeld doordat ze op psychische of medische gronden niet kunnen deelnemen aan (volledig) onderwijs of doordat iemand onderwijs volgt in het buitenland. Ouders moeten bij de leerplichtambtenaar een beroep doen op een vrijstelling, deze wordt alleen verleend met een verklaring van een onafhankelijk deskundige/arts (in geval van psychische of medische gronden). Het doel van passend onderwijs is om alle leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte een passende plek op school te bieden. Onderwijs thuis is op basis van de Leerplichtwet 1969 niet toegestaan en geldt niet als vervulling van de leerplicht (en van de zorgplicht). Voor een individuele leerling die aantoonbaar door (psychische) ziekte niet in staat is naar school te gaan, kan in een zeer specifieke situatie en pas nadat andere opties zijn uitgesloten, een oplossing worden gezocht in tijdelijk onderwijs thuis. Dan stellen de betrokken school en ouders een handelingsplan/-contract op. Dit in overleg met en na toestemming van de ambtenaar leerplicht. de inspecteur worden hierover geïnformeerd. Als ouders hun kind bij een school aanmelden, heeft die school de zorgplicht. Deze school moet dan voor een passende plek zorgen als het kind extra ondersteuning nodig heeft. Het liefste is dat de eigen school. Maar als dat niet kan, zoekt de school met behulp van de Bovenschoolse Ondersteunings Coördinator een andere school die het onderwijs wel kan bieden, dit kan ook een school voor speciaal basisonderwijs (SBO) of een school voor speciaal onderwijs (SO) zijn mits daar een toelaatbaarheidsverklaring voor wordt afgegeven. Scholen kunnen kinderen niet weigeren, zonder dat er een passende plek op een andere school is geboden. Als de ouders het niet eens zijn met de geboden plek, hebben ze een aantal mogelijkheden. De eerste stap is samen met de school proberen om een oplossing te vinden. Als ouders er met de school niet uitkomen, kunnen ze de volgende stappen zetten: - Ouders kunnen bezwaar maken bij het bevoegd gezag van de school. - Ouders (of school) kunnen de hulp inroepen van een onderwijsconsulent. - Ouders kunnen een oordeel vragen aan de tijdelijke landelijke geschillencommissie passend onderwijs. - Ouders kunnen een oordeel vragen aan het College voor de Rechten van de Mens. - Ouders kunnen naar de rechter stappen. Onderwijsconsulenten ( ) Onderwijsconsulenten zijn onafhankelijke deskundigen waar ouders en scholen kosteloos een beroep op kunnen doen als zij een conflict hebben over schoolplaatsing, verwijdering of het ondersteuningsaanbod. Het gaat hierbij om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben of om leerlingen die langer dan 4 weken thuis zitten zonder uitzicht op een passende plek.

31 31 Er zijn ongeveer 35 onderwijsconsulenten. Zij werken door heel Nederland, vanuit hun eigen regio. De consulenten worden gecoördineerd vanuit een landelijk bureau in Den Haag. Onderwijsconsulenten hebben kennis van en ervaring in het werkveld van onderwijs en de zorg. Zij zijn op de hoogte van de geldende wet- en regelgeving en hebben een uitgebreid netwerk. Daardoor kunnen zij de juiste organisaties en functionarissen benaderen die kunnen helpen bij het oplossen van knelpunten rond leerlingen met een extra ondersteuningsvraag. Onderwijsconsulenten hebben een oplossingsgerichte instelling. Zij hebben begrip voor en zijn geïnteresseerd in de persoonlijkheid van het kind. Het belang van het kind staat voorop. Gezamenlijke aanpak Passend onderwijs streeft naar een passende plek voor ieder kind. Van alle betrokkenen (onderwijs, gemeenten en de instellingen voor jeugdhulp en opvoedondersteuning) mag dus worden verwacht dat ze zich maximaal inzetten om thuiszitten te voorkomen. En als het zich toch voordoet, dit zo snel mogelijk op te lossen. Het SWV hanteert de volgende procedures: Vrijstelling leerplicht Een beroep op vrijstelling op grond van lichamelijke en/of psychische gronden kan alleen worden gedaan indien een door B en W aangewezen arts - niet zijnde de behandelende arts - of van een door hen aangewezen pedagoog of psycholoog verklaart dat deze de jongere niet geschikt wordt acht om tot een school onderscheidenlijk een instelling te worden toegelaten. Deze verklaring mag niet ouder zijn dan drie maanden. De leerplichtambtenaar beoordeelt of het beroep op vrijstelling voldoet aan de eisen van de leerplichtwet. Preventief De school meldt verzuim van kinderen bij de leerplichtambtenaar, conform regionale afspraken. Signaleert de school langdurig of frequent ziekteverzuim, dan voert de school altijd een gesprek met de ouders. De leerplichtambtenaar wordt geïnformeerd danwel betrokken. Twijfelachtig ziekteverzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar. Absoluut schoolverzuim Als ouders hun kind bij een school aanmelden, heeft die school de zorgplicht. Scholen kunnen kinderen niet weigeren, zonder dat er een passende plek op een andere school is geboden. Als de ouders het niet eens zijn met de geboden plek en er met de school /bestuur/consulent niet uitkomen kan de school het protocol schorsen en verwijderen toepassen. De leerplichtambtenaar wordt vroegtijdig betrokken. Thuiszitter De leerplichtambtenaar kan een verbindende rol vervullen met ouders, school en zorg. De onderwijsconsulent kan ouders helpen als school en ouders het niet eens worden over het aanbod. De verwachtingen van de ouders over de extra ondersteuning van de school moeten wel reëel en uitvoerbaar zijn. Als de leerplichtambtenaar de indruk heeft dat ouders niet willen meewerken aan een oplossing, kan dit leiden tot een zorgmelding. Dit kan in het uiterste geval leiden tot een zaak voor de Raad van de Kinderbescherming (RvK). De monitor in bijlage 7.12 wordt jaarlijks in het OOGO besproken. 5 Kwaliteitszorg 5.1 Inrichting systeem en cyclus van kwaliteitszorg De coördinator van het SWV verzamelt jaarlijks een aantal gegevens en maakt een eerste analyse.

32 32 De resultaten worden besproken in het netwerk BOC en, voorzien van conclusies en eventueel een advies. Vervolgens wordt dit besproken in het algemeen bestuur waar conclusies worden getrokken en aanvullend beleid wordt vastgesteld. Op elk moment kan verdiept onderzoek worden geïnitieerd door de coördinator indien daar aanleiding toe is. 5.2 Evaluatiegegevens en monitor T.a.v. het kwaliteitscriterium wordt het landelijk vastgestelde toezichtkader van de onderwijsinspectie gehanteerd waarin minimumnormen voor basiskwaliteit worden genoemd: de leerprestaties van de school zijn tenminste voldoende; het onderwijsleerproces voldoet aan de gestelde norm; de indicatoren Zorg en Begeleiding vormen het uitgangspunt bij het aspect van planmatig werken. Rapportages van de schoolbesturen over de besteding van de aan hen toegekende ondersteuningsmiddelen (gerelateerd aan de bestuursondersteuningsprofielen). Leerlingen in de niveaus 3 t/m 5 worden via een monitor op eenvoudige manier in beeld gebracht om het bestuur de mogelijkheid te geven om te sturen op de lijnen van curatief naar preventief en regulier waar kan en specialistisch als het moet. Deze monitor moet gezien worden als een groeimodel die regelmatig zal worden aangepast. Onderdelen worden in de loop van elk schooljaar vastgesteld en besproken. De complete monitor wordt na afloop van elk schooljaar vastgesteld in het AB en besproken in: het netwerk BOC en de OPR. De monitor geeft waar mogelijk een meerjaren overzicht waardoor trends zichtbaar worden. De volgende onderdelen maken deel uit van de monitoring: Peildatum 1 oktober - Bron: informatie via DUO Leerlingen (absolute aantallen en percentages) Landelijk - per gemeente van ons SWV per (samenwerkend) bestuur. Deelname SBO - deelname SO (Categorie 1-2-3) Leerlingen in cluster 1 en 2 Leerlingen die buiten de regio onderwijs krijgen Leerlingen met extra ondersteuning niveau 3 (Rapportage School Bestuur) 1 februari - Deelname SO (Categorie 1-2-3) Bron: informatie via DUO/ eigen TLV administratie. Leerlingen met extra ondersteuning niveau 3 (Rapportage School Bestuur) Na afloop van het schooljaar: Totaal Thuiszitters/gemiddelde wachttijd/ gemiddeld verzuim. Aantal afgegeven TLV en SBO en SO per schoolbestuur of andere voorliggende instantie en de termijnen van plaatsing. Totaal per schooljaar. Doorstroom voortgezet onderwijs Hele SWV, per bestuur Procedures/klachten Jaarlijks:

33 33 Tevredenheid t.a.v. de samenwerking met (Jeugd)zorg Beperkt tevredenheidsonderzoek ouders van leerlingen Niveau 3, 4,5. Beperkt tevredenheidsonderzoek onder leraren m.b.t. realisatie beleid van het SWV Jaarlijkse analyse van de site Vensters Primair Onderwijs ( t.a.v. de onderdelen: zijn de leerprestaties van de school tenminste voldoende; voldoet het onderwijsleerproces aan de gestelde norm; vormen de indicatoren Zorg en Begeleiding het uitgangspunt bij het aspect van planmatig werken. 5.3 Verantwoording Naast de horizontale en verticale verantwoording die ook schoolbesturen kennen (met jaarverslag en jaarrekening) legt het samenwerkingsverband ook verantwoording af naar: de deelnemende schoolbesturen de gemeenten waarmee OOGO wordt gevoerd ketenpartners. Het is van belang om in de cyclus een onderscheid te maken tussen: verantwoording afleggen aan het ministerie, verantwoording afleggen op basis van de eigen statuten. T.a.v. het eerste, Verantwoording afleggen aan het ministerie maakt het DB gebruik van de mogelijkheid om te kiezen voor verlengd boekjaar aug december Dat betekent dat de eerste jaarrekening plus jaarverslag pas in 2016 wordt ingestuurd naar het ministerie. Kalenderjaar versus schooljaar Zowel de statuten als de overheid gaan uit van een kalenderjaarcyclus. Daarnaast wordt er ook een schooljaar cyclus voor het AB en OPR ingericht die beter aansluit bij de onderwijswerkelijkheid. Deze cyclus is voor intern gebruik, maar is in de praktijk wel de belangrijkste. De kalenderjaarcyclus is vervolgens de formele afwikkeling. Het Ondersteuningsplan met meerjarenbegroting is gemaakt op basis van schooljaren. Op basis hiervan wordt in het najaar een school jaarverslag (monitor) en een school jaarrekening opgesteld ter bespreking in het AB en de OPR. Vergaderschema Binnen 6 maanden na afsluiting van het boekjaar bespreekt het Toezichthoudend Bestuur voorafgaande aan een vergadering van het Algemeen Bestuur tenminste het toezichtskader zoals dat in bijlage 7.3 is vastgesteld. Binnen 5 maanden na afsluiting van een schooljaar worden het schooljaar verslag en de schooljaar rekening vastgesteld in het vergadering van het Algemeen Bestuur. 6 Financiën De financiële administratie wordt gevoerd door: Kerobei, Postbus 1035, 5900 BA Venlo Algemene beleidslijn Financiële gevolgen van beleidskeuzes worden in principe toegerekend aan het desbetreffende schoolbestuur. Er wordt gezocht naar een goede balans tussen individuele verantwoordelijkheid en de daarbij behorende financiële prikkels en de gezamenlijke verantwoordelijkheid en solidariteit.

34 34 Op basis van de teldatum wordt jaarlijks door de overheid het budget bepaald dat wordt toebedeeld aan het SWV. Op dit budget houdt de overheid de uitgaven voor de rechtstreekse bekostiging van de Zware Ondersteuning (SO voorzieningen) in. Het SWV begroot de uitgaven voor: - Centrale coördinatie. - Administratie kosten, accountant e.d. - Aanvullende groei bekostiging SO voorzieningen op grond van de peildatum. - Expertise Dienst Onderwijs (Beleid hierover is in voorbereiding) - Onvoorziene kosten. Bekostiging afspraken SBO Aansluiten bij de huidige werkwijze: Financiële gevolgen van beleidskeuzes worden toegerekend aan het desbetreffende schoolbestuur. Bekostiging tot 2% van de leerlingen van het SWV De SBO s ontvangen buiten de verantwoordelijkheid van het samenwerkingsverband voor 2% van de leerlingen een rechtstreekse bekostiging voor de lichte ondersteuning. Het opgaan van de voormalige WSNS samenwerkingsverbanden in het samenwerkingsverband Passend Onderwijs heeft grote gevolgen t.a.v. de verdeling van dit budget over de verschillende SBO s. Het samenwerkingsverband acht dit een ongewenst effect. Er vindt daarom een herberekening plaats over deze toekenning gerelateerd aan het deelnemerspercentage van het voedingsgebied. Het verschil wordt gecorrigeerd in de toedeling van de middelen aan de betreffende schoolbesturen. Bekostiging voor de leerlingen boven 2% van het SWV (inclusief eventuele groei op de peildatum 1 februari). De bekostiging van de leerlingen boven de 2% wordt toegerekend aan de schoolbesturen van het daarbij behorende voedingsgebied. De schoolbesturen kunnen binnen dit voedingsgebied zelf verdere afspraken maken over de verdeling daarvan. Onderling grensverkeer Het verrekenen van het onderling grensverkeer is een logisch vervolg op bovenstaande afspraken en wordt toegepast voor alle SBO s in ons SWV. Uitvoering binnen de toedelingsafspraken van het SWV. Bekostiging afspraken SO. Uitgangspunt: Financiële gevolgen van beleidskeuzes worden op termijn toegerekend aan het desbetreffende schoolbestuur, tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken. Na vaststelling van het jaarbudget van het SWV houdt de overheid de uitgaven voor de rechtstreekse bekostiging van de Zware Ondersteuning (SO voorzieningen) in. Daarmee is de bekostiging van het SO geborgd. Aanvullende bekostiging (het volgende schooljaar, t-1 systematiek) vanwege groei op de peildatum (1 februari) wordt door het SWV betaald. Het SWV heeft besloten om al deze kosten in de eerste fase evenredig te verdelen over de schoolbesturen (PO) op basis van het leerlingenaantal van de laatste teldatum (1-10). De deelname percentages van de verschillende schoolbesturen worden via een monitoring jaarlijks zichtbaar gemaakt. De verschillen worden nader onderzocht waarbij ook het beleid t.a.v. de SBO s wordt betrokken. De resultaten worden besproken binnen het AB. Op basis hiervan wordt in de volgende fase gestreefd naar een gedifferentieerde verdeling van de kosten waarbij gezocht wordt

35 35 naar een balans tussen de individuele verantwoordelijkheid en de daarbij behorende financiële prikkels en de gezamenlijke verantwoordelijkheid en solidariteit. Leerlingen met ernstige meervoudige beperkingen Het speciaal onderwijs is vanaf voor zorg en onderwijs voor leerlingen met ernstige meervoudige beperkingen (EMB) niet meer afhankelijk zijn van allerlei geldstromen. Het SWV heeft samen met de gemeenten een werkgroep ingesteld met de opdracht: Formuleer een advies voor het OOGO tussen SWV en Passend Onderwijs PO en VO en de betrokken gemeenten: - hoe te komen tot onderwijsarrangementen voor EMB leerlingen - hoe de financiering hiervan vorm moet krijgen. Hierbij hoort een stroomschema waarin duidelijk wordt waar en hoe de signalering plaats vindt, wie de regie voert, wie betrokken is bij de besluitvorming en de uitvoering en hoe de financiën van een traject geregeld zijn. AWBZ compensatiemiddelen. Voorheen konden reguliere en speciale scholen bij het SWV een beroep doen op de OCW Regeling compensatiemiddelen Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ). Het gesprek over de inzet van extra zorg met de samenwerkingsverbanden bleek landelijk zeer moeizaam te verlopen en de hiervoor bestemde middelen worden als gevolg hiervan per weggehaald bij de SWV en. Er wordt een regeling opgesteld op basis waarvan (v)so scholen op landelijk niveau m.i.v een aanvraag kunnen indienen voor een aantal extra uren onderwijs per week. Resterende middelen. Alle resterende middelen worden op basis van de leerlingentelling (Bao + SBO) toebedeeld aan de schoolbesturen (excl. SO). De schoolbesturen bepalen zelf of in overleg met andere schoolbesturen de wijze van besteding ten behoeve van de lichte zorg, de toeleiding, inkoop expertise. De schoolbesturen leggen hierover verantwoording af aan het SWV. Elk schoolbestuur (of samenwerkende schoolbesturen) maakt hiervoor een plan (bestuursondersteuningsprofiel) met een begroting (vóór 1 juni) en verantwoordt de resultaten vóór 1 november. (Bijlage 7.9) Budgetbewaking Minstens twee maal per jaar (januari augustus) worden de realisatiecijfers getoetst aan de begroting, de verschillen geanalyseerd en zo nodig de meerjarenbegroting en/of de jaarbegroting aangepast. 6.1 Begroting In deze versie is de (meerjaren) begroting opgenomen op basis van de voorlopige telgegevens zoals die door het ministerie zijn aangeleverd. Ook zijn de telgegevens van de peildatum 1 februari nog niet bekend. De AWBZ compensatiemiddelen zijn hierin nog opgenomen, inmiddels is bekend dat deze voor het grootste deel door het ministerie niet meer worden uitgekeerd. Op basis van deze begroting blijft er een bedrag van ter verdelen over de schoolbesturen PO. De begroting zal dus nog worden aangepast zodra de definitieve cijfers bekend zijn.

36 Meerjarenbegroting Het samenwerkingsverband heeft als ambitie om voor alle leerlingen een passend onderwijsaanbod te realiseren maar daarbij ook te streven naar een maximale deelname SBO en SO in de buurt van het landelijke gemiddelde om de ondersteuningsmogelijkheden van het reguliere onderwijs in stand te kunnen houden. In de meerjarenbegroting ziet deze ambitie er als volgt uit: Meerjarenbegroting 2015/ / / / / /21 Leerlingen Bao Krimp -2,50% -2,30% -0,90% -1,40% -0,90% Deelname SBO ,6% 2,6% 2,6% 2,6% 2,6% 2,6% Deelname SO ,3% 2,1% 2,0% 1,9% 1,8% 1,64% Rijksbijdragen OCW 2015/ / / / / /21 Lichte ondersteuning Zware ondersteuning Vereveningsbijdrage Schoolmaatschappelijk werk Totaal Uitgaven Lichte ondersteuning Overdracht leerlingen SBO >2% Naar besturen Totaal lichte ondersteuning Zware ondersteuning Inhouding ivm leerlingen SO 1 okt t Overdracht ivm leerlingen SO op peildatum Inkoop AB expertise LGF AWBZ compensatiemiddelen Totaal zware ondersteuning Schoolmaatschappelijk werk Algemene kosten Coördinatie SWV OPR Netwerkondersteuning Administratieve afhandeling Bestuur Totale uitgaven Budget inkoop expertise Te verdelen Alle bedragen x 1000 Brongegevens: Kijkglas: Januari 2015 (definitief) Opmerking: Toename peildatum op basis van: Analyse TLV De verdeling van het positieve saldo van schooljaar over de schoolbesturen is opgenomen in bijlage 7.2.

37 37 Bovenstaande meerjarenbegroting gaat uit van een gelijkblijvend deelnamepercentage SBO van 2,6% (rond landelijk gemiddelde) en een dalend deelname percentage leerlingen speciaal onderwijs naar het landelijk gemiddelde van 1,64% In het activiteitenplan wordt uitgewerkt hoe het SWV deze doelen wil bereiken. In onderstaand overzicht wordt het resultaat in beeld gebracht als het SWV er niet in slaagt om het aantal leerlingen in het Speciaal Onderwijs terug te brengen. Voor het SBO wordt daarbij gerekend met het huidige deelname percentage. Meerjarenbegroting 2015/ / / / / /21 Leerlingen Bao Deelname SBO Deelname SO ,3% 2,4% 2,4% 2,4% 2,5% 2,5% Te verdelen Bijlagen 7.1 Activiteitenplan Wordt in latere instantie toegevoegd.

38 Aandeel schoolbesturen schooljaar Voorlopige versie, zie opmerkingen onder begroting Specificatie aandeel per bestuur Schooljaar Aandeel Plus verplicht Totaal te Voormalige WSNS berekening Correctie SBO bekostiging Aandeel Lichte Ondersteuning SMW Te verdelen Inkoop AB ontvangen SWV 5102 > 2% plus Grensverkeer bestuursnr bao sbao totaal WSNS Budget Aandeel Saldo Lijn83po Cfi rechtstreeks Lijn83po Lijn83po Invitare >2% tlv besturen Invitare Invitare Grensverkeer - 2% verdelingwsns Systematiek 63 Saldo te verdelen DUO verdeling werkelijk 91 Grensverkeer 0 SWV Mozon WSNS Budget Mozon Mozon SPOV Cfi rechtstreeks SPOV SPOV (Incl SBO) >2% tlv besturen % verdelingwsns Systematiek 65 Grensverkeer DUO verdeling werkelijk 62 Saldo te verdelen Grensverkeer 3 SWV Akkoord! WSNS Budget Akkoord! Akkoord! Dynamiek SG Cfi rechtstreeks Dynamiek SG Dynam. (Incl SBO) >2% tlv besturen % verdelingwsns Systematiek 77 Grensverkeer DUO verdeling werkelijk 71 Saldo te verdelen Grensverkeer -3 SWV 5105 WSNS Budget Prisma Cfi rechtstreeks Prisma Prisma (Incl SBO) SKBM >2% tlv besturen SKBM SKBM Grensverkeer % verdelingwsns Systematiek 50 Saldo te verdelen DUO verdeling werkelijk 30 Grensverkeer -6 SWV Akkoord! WSNS Budget Akkoord! Akkoord! Kerobei Cfi Kerobei Kerobei (Incl SBO) >2% tlv besturen % verdelingwsns Systematiek 145 Grensverkeer DUO verdeling werkelijk 149 Saldo te verdelen Grensverkeer 5 SWV Martinusschool WSNS Budget Martinusschool Martinusschool Al Andalous Cfi Al Andalous Al Andalous Fortior >2% tlv besturen Fortior Fortior (Incl SBO) Mozon Grensverkeer Mozon Mozon Pallas Saldo te verdelen Pallas Pallas % verdelingwsns Systematiek 64 Besturen Totaal >2% SBO Totaal DUO verdeling werkelijk 60 Grensverkeer 1 Totaal

39 Toezichtskader Volgens artikel 10 van de statuten wordt het interne toezicht door het Toezichthoudend Bestuur uitgeoefend aan de hand van een toezichtskader. Het Toezichthoudend Bestuur (TB) ziet toe op het functioneren van de stichting in het algemeen, het functioneren van het Dagelijks Bestuur (DB) in het bijzonder. Aandachtspunten van het algemeen bestuur zijn: de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de stichting; rechtmatig bestuur en beheer van de stichting; rechtmatige verwerving en doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van middelen; naleving van de wettelijke verplichtingen, de statuten en reglementen van de stichting alsmede van de code voor goed bestuur. (Code goed bestuur van de PO-Raad). Bij de uitoefening van het toezicht staan de volgende criteria centraal: het realiseren van missie van de stichting; het realiseren van strategisch beleid van de stichting; het bewaken van continuïteit van de stichting; het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen de regionale omgeving. Het Toezichthoudend Bestuur (TB) voert zijn taken uit vanuit een onafhankelijke positie ten opzichte van het Dagelijks Bestuur (DB). Het TB krijgt informatie aangeleverd door het DB, maar is zelf ook actief in het verkrijgen van informatie bij het DB, de externe accountant, de OPR en andere geledingen. De leden van het TB gaan niet alleen af op de verkregen informatie, maar vinden ook het verhaal achter de informatie en de context belangrijk. In dit toetsingskader wordt aangegeven hoe de nakoming van afspraken getoetst wordt. Aan de hand van 3 aspecten worden met een aantal vraagpunten de van belang zijnde bestuurlijke prestaties toetsbaar gemaakt. Er is sprake van goed bestuur als de vraagpunten met een inspanningsverplichting positief beantwoord kunnen worden. Aspect Cultuur van Samenwerking Vraag Worden bij het opstellen van het ondersteuningsplan alle betrokken partijen, zijnde Schoolbesturen, Ondersteunings Plan Raad, Gemeenten voldoende bij het proces betrokken? Processen Bestuurlijk handelen Zorgt het DB in de jaarlijkse cyclus tijdig voor de jaarbegroting, meerjarenbegroting en jaarrekening? Zorgt het DB jaarlijks voor tijdige rapportage van de vastgestelde monitor? Zorgt het DB voor een goede verstandhouding met de OPR? Wordt er tijdig OOGO gevoerd met de gemeenten? Zorgt het DB voor een goede communicatie naar ouders en scholen? Handelt het DB binnen het afgesproken mandaat? Is het DB voldoende besluitvaardig? Vraagt het DB de schriftelijke goedkeuring van het TB ten aanzien van de verplichtingen vermeld in artikel 13 lid 4 van de statuten, t.w.:

40 40 - Het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechts-persoon indien deze van ingrijpende betekenis is voor de stichting. - Het vaststellen van het treasury statuut. - Het aangaan van geldleningen boven een door het TB vast te stellen bedrag. - Ingrijpende reorganisatie van de stichting. - Benoeming, schorsing en ontslag van personeelsleden welke aan het SWV zijn verbonden alsmede de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden. Volgens artikel 13 lid 5 van de statuten kan het TB andere besluiten van het DB aan haar goedkeuring onderwerpen, mits het TB in haar daartoe strekkend besluit zodanige besluiten nauwkeurig omschrijft en aan het DB meedeelt. Indien van toepassing, handelt het DB dan conform dit artikel? Belegt het DB een AB-vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, waarin aan de orde is: - goedkeuring en vaststelling van het jaarverslag over de gang van zaken in de stichting en over het gevoerde beleid en de staat van baten en lasten - presentatie door het DB aan het TB van de (beleids)plannen voor het komende jaar Stuurt het DB binnen één maand na vaststelling van de jaarrekening en jaarverslag een exemplaar daarvan aan de aangeslotenen?

41 Kaart met afbakening geografisch gebied dat het samenwerkingsverband bestrijkt

42 Kinderen met meervoudige beperkingen Kinderen met een langdurige ziekte Kinderen met gedrags- en omgangsproblemen, eventueel voorkomend uit een stoornis of beperking Kinderen met een verstandelijke beperking, Kinderen met een lichamelijke beperking Kinderen die gemakkelijker dan gemiddeld leren Specifieke leerproblemen bij kinderen die moeilijker dan gemiddeld leren Zijn de in niveau 1 t/m 3 benoemde IJkpunten ook op deze school van toepassing? Heeft de school beschreven welke ondersteuning zij leerlingen kan bieden aan leerlingen die een TLV van het samenwerkingsverband gekregen hebben? Zijn de in niveau 1 t/m 3 benoemde IJkpunten ook op deze school van toepassing? Heeft de school beschreven welke ondersteuning zij kan bieden aan leerlingen die een TLV van het samenwerkingsverband gekregen hebben? Omschrijft de school in hoeverre er wordt samengewerkt met ketenpartners in bijv. de jeugdzorg? Levert de school een bijdrage aan het ontwikkelen en onderhouden van expertise d.m.v. relevante 'kenniskringen'? Worden er gemeenschappelijke arrangementen ontwikkeld met eigen scholen of in combinatie met andere besturen? Worden ouders altijd betrokken bij het formuleren van het ontwikkelingsperspectief en doelen en activiteiten van de leerling? Is deze interne en externe ondersteuning en expertise direct toegankelijk? Heeft de school beschreven welke interne en externe ondersteuning en expertise beschikbaar is? Kan de school een beroep doen op een Bovenschoolse Ondersteuningscoördinator? Heeft de school een adequate ondersteuningsstructuur? Heeft de school beschreven hoe de persoonlijke ontwikkeling en het vakmanschap van elke leraar wordt gestimuleerd? Is de handelwijze van de school gebaseerd op HGPD-denken en werken? Bao - SBO - SO Ondersteuningsprofielen van deelnemende scholen Niveau 1/2 Niveau 3 Niveau 4 Niveau 5 Onderscheidende factoren SBO - SO De school heeft een aanbod voor: Naam Naam Bestuur 1 bao OBS De Omnibus ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 2 bao Basissch De Samensprong ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 3 bao Basisschool Harlekijn ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 4 bao Ontdekking ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 5 bao Harlekijn ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 6 bao Basissch De Toermalijn ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 7 bao OBS De Triolier ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 8 bao OBS De Krullevaar ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 9 bao OBS Het Maasveld ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 10 bao Opb Bs de Koperw iek ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Akkoord 11 bao Basisschool De Klimboom ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 12 bao Basisschool Sint Anna ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 13 bao Basisschool Megelsheim ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 14 bao Basisschool H Maria ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 15 bao RK Bs Onder de Wieken ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 16 bao Basisschool De Brink ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 17 bao BS de Tw ister ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 18 bao Basisschool De Wouter ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 19 bao Basisschool De Doolgaard ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 20 bao Basissch Onder De Linde ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 21 bao Basisschool De Peddepoel ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 22 bao RK Basissch De Schakel ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 23 bao Basisschool Weisterbeek ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 24 bao RK Basisschool De Bottel ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 25 bao Basisschool De Driehoek ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 26 bao Basisschool De Kameleon ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 27 bao Basissch de Dobbelsteen ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 28 bao RK Basissch de Kroevert ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 29 bao Basisschool de Horizon ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 30 bao Gemma School ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 31 bao Hertog Reinoud (TCV Bao) ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 32 bao BS De Zuidstroom ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 33 bao RK BSO De Meule ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 34 bao RK Basissch. Groeneveld ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 35 bao Basisschool 't Wijdtveld ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 36 bao RK Basissch 't Kapelke ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 37 bao BS Kleur - Rijk ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 38 bao School met de Bijbel ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 39 bao Andreasschool ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 40 bao St Willibrordus School ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 41 bao Basisschool Taal & Lent ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Fortior 42 bao Basisschool Elckerlyc ja ja ja ja nee ja ja ja ja nee Invitare 43 bao Openbare Daltonbs De Klimop ja ja ja ja ja ja ja ± ja ja Invitare 44 bao Al Andalous In Ontwikkeling ja Islam. basis sch. Eindhoven 45 bao RK Basisschool Het Spick ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 46 bao De Schalm ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 47 bao Titus Brandsmabasissch ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 48 bao Basisschool Sint Jozef ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 49 bao Basisschool De Regenboog ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 50 bao Basisschool De Violier ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 51 bao Basissch De Springbeek ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 52 bao KOM.MIJN. ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 53 bao Basisschool Cocon ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 54 bao Basisschool t Palet ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 55 bao Basisschool Panta Rhei ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei

43 43 56 bao Basisschool De Bolleberg ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 57 bao,t Ritjen ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 58 bao Klingerberg ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 59 bao Basisschool Bosdael ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 60 bao Basissch Mikado ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 61 bao Basisschool Meander ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 62 bao PassePartout ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Kerobei 63 bao Basisschool St Jozef ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Lijn83po 64 bao Basisschool St Vitus ja ja ja ja nee nee ja ja ja nee Lijn83po 65 bao RK Basissch 't Diekske ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee Lijn83po 66 bao Basisschool St Catharina ja deels ja ja deels deels nee? deels deels Lijn83po 67 bao Basisschool Maria ja ja ja ja enigsz. enigsz. ja nee enigsz. enigsz. Lijn83po 68 bao Basisschool 't Kendelke ± ja ja nee ja ± ± nee ± ja Lijn83po 69 bao Maria Goretti ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee Lijn83po 70 bao De Drie Vijvers ja nee ja ja nee ± ja ± ja nee Lijn83po 71 bao RK BS De Heggerank ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Lijn83po 72 bao Basissch De Grote Lier ja deels ja ja ja ja ja ja ja ja Lijn83po 73 bao Basisschool de Vonder ja ja ja ja ja ja ja ja nee ja Lijn83po 74 bao Basisschool De Ratel ja ja ja ja deels nee ja soms nee nee Lijn83po 75 bao Adalbert Basisschool ja nee ja ja ja nee ja nee ja nee Lijn83po 76 bao Basisschool De Brink ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Lijn83po 77 bao Venlose Montessorischool ja ja ja ja ja ja ja nee ja nee MOZON 78 bao Montessorischool Venray ja ja ja ja ja ja ja nee ja ja MOZON 79 bao Rudolf Steiner Educare ja ja ja ja deels ja ja nee ja nee Pallas 80 bao Mariaschool ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee SPOVenray 81 bao Basisschool St Antonius ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee SPOVenray 82 bao Basisschool De Hommel ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 83 bao Basisschool De Meent ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee SPOVenray 84 bao Basisschool De Bongerd ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 85 bao Basisschool De Meulebeek ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee SPOVenray 86 bao Basisschool De Stek ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 87 bao BS De Lier ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 88 bao Basisschool St Oda ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 89 bao SWS Estafette ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 90 bao BS De Landw eert ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 91 bao BS Sint Petrus Banden ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 92 bao Basisschool de Keg ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 93 bao Basisschool De Toverbal ja ja ja ja ja ja ja nee ja ja SPOVenray 94 bao Basisschool Coninxhof ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 95 bao Basisschool De Vlasw ei ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee SPOVenray 96 bao De Kruudw is ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja SPOVenray 97 bao St Martinus Basisschool ja ja ja ja nee nee nee nvt ja ja Stg Sint Martinus 98 bao BS den Doelhof ja ja ja ja ja ja onder ja voorwaarden ja ja Stg. Kath. Bas.ond. Meijel 99 bao BS De Wissel ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 100 bao BS De Kemp ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 101 bao BS De Pas ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 102 bao BS De Groenling ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 103 bao De Nieuw eschool ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja ja ja ja Stichting Prisma 104 bao BS De Merw ijck ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 105 bao BS Dr. Poels ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 106 bao BS De Horizon ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 107 bao BS De Springplank ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 108 bao BS St. Joseph ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 109 bao BS De Liaan ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja in ontwikkeling in ontwikkeling ja Stichting Prisma 110 sbao SBO de Tw ister ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Dynamiek Scholengr. 111 sbao SBO De Opstap ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee nee nee ja nee nee Fortior 112 sbao SBO De Lings ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Kerobei 113 sbao SBO De Schans ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Kerobei 114 sbao SBO De Piramide ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee nee nee nee nee nee nee Lijn83po 115 sbao SBO Focus ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt SPOVenray 116 sbao SBO De Fontein ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja ja ja ja in ontwikkeling ja ja ja ja ja ja ja ja Stichting Prisma 117 so Wijnberg (Venray) ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee De Wijnberg 118 so Wijnberg (Venlo) ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja nee De Wijnberg 119 so Mytylschool Ulingshof Venlo ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja X X X X X x OG Buitengewoon 120 so Vijverhofschool ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja x x x x OG Buitengewoon 121 so het Poortje ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja x x x OG Buitengewoon 122 so Speciaal onderw ijs Geijsteren ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja x x x x x x OG Buitengewoon 123 so Mikado ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja x x x x x Puntspeciaal

44 Taakomschrijving Bovenschoolse Ondersteunings Coördinatoren Taken en verantwoordelijkheden Coördineert aanvragen bij het ondersteuningsloket voor de scholen van zijn bestuur/besturen. Analyseert de beschikbare informatie en neemt op basis daarvan een besluit over de voortgang (verzoek om aanvullende informatie, initiëren aanvullend onderzoek, plannen Interdisciplinair overleg,..). Zit het interdisciplinair overleg voor dat leidt tot besluitvorming en is verantwoordelijk voor een zorgvuldige formele afwikkeling van het traject waaronder het al dan niet afgeven van een Toelaatbaarheidsverklaring SBO of SO. Geeft feedback over de kwaliteit van het voorafgaande traject en de aangeleverde informatie. Bewaakt dat de ondersteuningsmiddelen in niveau 3 adequaat worden ingezet. Legt binnen het eigen (samenwerkende) schoolbestuur verantwoording af. Neemt deel aan het netwerk BOC en van het samenwerkingsverband. De Bovenschoolse Ondersteunings Coördinator: - denkt en handelt onafhankelijk en uitsluitend in het belang van het kind; - beschikt over goede communicatievaardigheden; - is in staat om hulpvragen te analyseren; - is resultaatgericht: kan met ketenpartners efficiënte en effectieve oplossingen bewerkstelligen; - is in staat om adviezen van interne en externe deskundigen te vertalen naar ondersteuningsbehoefte van kind, leraar (eventueel ouders) t.b.v. het formuleren van een passend onderwijsarrangement; - is in staat naar ondersteuningsstructuren en omgevingsvariabelen te kijken (beleid en samenhang); - is goed op de hoogte van de ondersteuningsprofielen van zowel de basisscholen, het SBO en het SO; - kan adequate feedback geven aan scholen en besturen; - is gericht op samenwerking zowel intern als met ketenpartners; - is goed op de hoogte van de sociale kaart; - is goed op de hoogte van nationale en regionale ontwikkelingen voor leerlingenondersteuning en Passend Onderwijs; - beschikt over een relevante opleiding en enkele jaren ervaring in het onderwijs. Optioneel De BOC en constateren dat er in hun situatie in het verlengde van deze taak door verschillende besturen andere taken aan zijn toegevoegd. Ter oriëntatie worden enkele daarvan in dit advies als aanvullende optie genoemd. De Bovenschoolse Ondersteunings Coördinator: - vervult een consultatieve rol voor scholen en ouders, - neemt pedagogisch didactische onderzoeken af, - geeft leiding aan het netwerk Interne Begeleiders, - heeft een adviserende rol in het directeurenoverleg, - beslist over toekenningen voor extra ondersteuning in niveau 3, - begeleidt trajecten van individuele leerlingen. 7.7 Stroomdiagrammen afgeven Toelaatbaarheidsverklaringen In deze stroomdiagrammen wordt schematisch weergegeven welke stappen genomen worden bij het afgeven van Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) van een leerling tot een school voor Speciaal Basis Onderwijs (SBO) of Speciaal Onderwijs (SO).

45 45 De volledige procedure staat beschreven in het document: Toewijzing van ondersteuning en het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen SBO en SO. Dit document staat gepubliceerd op de site: Ten aanzien van een TLV Speciaal Onderwijs voor leerlingen met een visuele, auditieve en/of communicatieve beperking of epilepsie gelden soms afwijkende procedures. Ook is er een andere procedure als kinderen voor behandeling worden opgenomen op de Mutsaertsstichting. De stroomdiagrammen zijn voor de volgende situaties uitgewerkt: 1. Leerling staat niet op de basisschool ingeschreven 2. Leerling staat ingeschreven op de school 3. Rechtstreekse aanmelding bij een SBO of SO school Verklaring van de afkortingen: BOC = Bovenschools Ondersteunings Coördinator OPP = Ontwikkelings Perspectief Cie = Commissie Leerling staat niet op de basisschool ingeschreven Leerling staat ingeschreven op de school

46 46 Rechtstreekse aanmelding bij een SBO of SO school

47 Overzicht verplichtingen Tripartiete Overeenkomst

48 Format Verantwoording Bestuurs Ondersteunings Profiel Verantwoording van de middelen ontvangen van het SWV Passend Onderwijs Naam: Bestuur of samenwerkende besturen Begroting Realisatie Bovenschoolse inzet / structuur Bovenschoolse Naam en formatie ruimte Ondersteunings Coördinator Expertise Dienst Onderwijs Schooljaar Trekkingsrecht Psycholoog/orthopedagoog/ Schoolmaatschappelijk werk.. Administratieve ondersteuning/.. Interne begeleiding / teamleiders Niveau 3 Onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel werkend in niveau 3 in de groep of met individuele kinderen. Niveau 4 Speciaal Basis Onderwijs Naam Niveau 5 Speciaal Onderwijs Naam Overig Professionalisering/innovatie Materieel ICT Overig 7.10 Administratieve inrichting TLV Administratieve inrichting bij het afgeven van TLV en Onderscheid in TLV SO TLV SBO - Toewijzingen AWBZ compensatietraject. Voor elk traject is een verplichtend format vastgesteld waarbij elk TLV een individueel nummer krijgt. BOC reserveert een TLV nummer (SO of SBO) bij de coördinator. Nadat een beschikking wordt afgegeven stuurt de BOC een kopie aan de coördinator. Deze controleert op volledigheid en stuurt de TLV ter archivering door naar de administratieve medewerker bij Kerobei. De coördinator houdt een overzichtslijst bij. TLV en worden in 3 categorieën in een papieren archief bewaard op het bestuurskantoor van Kerobei.

49 Werkwijze aanvraag TLV voor zittende kinderen in het SO Alle kinderen die op de laatste schooldag van schooljaar op een school voor speciaal onderwijs (cluster 3 en 4) waren ingeschreven hebben automatisch toestemming gekregen voor continueren van de plaatsing tot Kinderen die ook na zijn aangewezen op het onderwijs ondersteunings-arrangement SO zullen van het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Noord-Limburg een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring (TLV) moeten krijgen die ingaat uiterlijk Dit betreft ook de leerlingen die na een toelaatbaarheidsverklaring hebben gekregen met een geldigheidsduur tot Uitgangspunten bij het vaststellen van de werkwijze: Samen zicht krijgen op problematiek en ondersteuningsbehoefte van de leerling en vaststelling van het uit te voeren onderwijs-ondersteuningsarrangement. De betreffende kinderen (hun ouders en de SO-school) hebben zo spoedig mogelijk helderheid over de voortgang op basis van de inhoudelijke afweging die in overleg tussen tenminste de SO-school, bovenschoolse ondersteuningscoördinator en ouders tot stand komt. Dit geeft rust aan ouders, kinderen, (SO-)school. Aanmeldingen worden gespreid aangeleverd bij de betreffende bovenschoolse ondersteuningscoördinator om een mogelijke hausse aan aanmeldingen aan het einde van schooljaar te voorkomen en het risico te vermijden dat deze niet meer in behandeling kunnen worden genomen. Er is zicht op het aantal leerlingen dat in het SO zit bij wie mogelijk een aanvraag wordt gedaan voor een TLV vanaf Kinderen die naar verwachting voor de SO-school zullen verlaten (bijv. naar het VO) vallen uiteraard buiten onderstaande procedure. Aanvragen van kinderen op een SO-school binnen het eigen samenwerkingsverband De procedure gaat er van uit dat voor elk kind in het SO tenminste één keer per jaar een bespreking is gepland met (leden van) de commissie van begeleiding (cvb) van de betreffende school. Tijdens die bespreking wordt het OPP geëvalueerd en bijgesteld in overleg met de ouders. Het SO maakt op korte termijn (feb-maart 2015), bijv. op basis van het lopende OPP, een eerste inschatting van het schoolperspectief van alle kinderen. Daarbij zijn de volgende mogelijkheden: 1. kinderen waarvan de SO-school nu al denkt dat deze ook na op SO blijven aangewezen. Van deze kinderen stuurt de SO-school, met toestemming van ouders, het OPP aan de betreffende bovenschoolse ondersteuningscoördinator. De bovenschoolse ondersteuningscoördinator neemt daarop contact op met de SO-school om het vervolg te bespreken. Mogelijkheden daarbij zijn bijv. het voorstellen van een termijn aan de SO-school waarbinnen opnieuw inhoudelijke informatie wordt opgestuurd (bijv. na bijstelling van het OPP), opvragen van aanvullende gegevens, verzoek om deel te nemen aan een volgende bijeenkomst van de cvb of het organiseren van een ondersteuningsloket. 2. kinderen waarbij men twijfelt over de noodzaak voor continueren van de plaatsing ook na De SO-school kan in dat geval overwegen om het lopende OPP al op te sturen aan de bovenschoolse ondersteuningscoördinator of om de bovenschoolse ondersteuningscoördinator uit te nodigen bij de eerstvolgende bespreking in de cvb. 3. kinderen waarbij nu al aan terugplaatsing naar (s)bo wordt gedacht. Ook dan is de eerste stap het opsturen van het OPP aan de bovenschoolse ondersteuningscoördinator. Uiterlijk 1 april 2016 wordt een definitieve aanvraag voor een toelaatbaarheidsverklaring bij de betreffende bovenschoolse ondersteuningscoördinator ingediend indien de SO-school e/o ouders opteren voor continuering van de SO-plaatsing na Voor alle volgende jaren geldt dat een aanvraag voor verlenging van een toelaatbaarheidsverklaring uiterlijk 1 april van het laatste jaar van geldigheid van de lopende toelaatbaarheidsverklaring bij de betreffende bovenschoolse ondersteuningscoördinator moet worden ingediend.

50 50 Aanvragen van kinderen op een SO-school buiten ons eigen samenwerkingsverband Voor deze kinderen is het praktisch wat lastiger om de inhoudelijke samenwerking te zoeken. Het initiatief voor aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring wordt daarom overgelaten aan de betreffende SO-school. Na aanmelding zal de betreffende bovenschoolse ondersteuningscoördinator de aanvragende school vragen om relevante gegevens aan te leveren, waar onder in elk geval een historisch overzicht van activiteiten en resultaat van de begeleiding (waar onder leervorderingen), het laatste geëvalueerde OPP, een deskundigenadvies van een daartoe bevoegd persoon en een argumentatie waarom voor deze leerling in de context van de betreffende regio SO noodzakelijk blijft. Het tweede deskundigenadvies kan worden afgegeven door de bovenschoolse ondersteuningscoördinator of de orthopedagoog waarmee deze nauw samenwerkt (van eigen bestuur of van het SO in onze regio).

51 Monitor Thuiszitters