7 Kostenverbijzondering (I)



Vergelijkbare documenten
Cursus Bedrijfseconomie 2

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

8 Kostenverbijzondering (I)

Bedrijfseconomische basisbeginselen. College 3, spm 1212

Leerarrangement 31 De Investering

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Indirecte productiekosten: meewegen van machine-uurtarieven

Leerarrangement 31 De Investering

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

Management accounting. Uitwerkingen extra vraagstukken

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Het examen bestaat uit 3 opgaven en omvat 20 vragen.

activiteiten verdeling van de overheadkosten? verdeling van de overheadkosten Activity Based Costing Hendrik Claessens Kostprijsberekening 1

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 8 MAART UUR

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Terugkoppelsjabloon kostprijsmodel RZ15A

Financieel economisch management Examennummer: Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces

Hoofdstuk 1 Management accounting: plaatsbepaling en ontwikkeling

Antwoorden hoofdstuk 12

Deze examenopgaven bestaan uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

2 Constante en variabele kosten

Samenvatting M&O De Industrie

Internetopgaven hoofdstuk 7

Deel 2 hoofdstuk 12 BOEKHOUDEN GEBOEKSTAAFD -- DEEL 2 -- HFD 12. Versie aug Voorbeeld 1 analyse van het resultaat

Management accounting en controle

Voorbeeldexamen Management Controle

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Voor bedrijven t/m 15 medewerkers Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

2 Constante en variabele kosten

Meer greep op uw financiële bedrijfsvoering

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komen overeen met het online examen.

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Regionale Uitvoering Bbz. Kostprijs producten

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

BEKNOPTE HANDLEIDING KOSTPRIJSBEREKENING Samenvatting van de theorie

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

Cost Accounting. Fasttrack Microsoft Dynamics NAV 2013

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

M&O VWO 2011/

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

Management accounting. Uitwerkingen extra vraagstukken

Bij de verschillende gemeentelijke diensten is informatie opgevraagd over of en hoe een integrale kostprijs berekend wordt.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Notitie K o s t e n v e r d e l i n g B & W

7 Directe en indirecte kosten

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

Resultaten in een productie-omgeving Inclusief rekenwerk met een machine-uurtarief

UITWERKINGEN OPGAVEN

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Administratie van de industriële onderneming

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Bedrijfsadministratie II Examennummer: Datum: 26 maart 2011 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Kostensoorten

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Break-Even Analyse. Vaste Kosten Variabele Kosten DE EXTRACOMPTABELE KOSTENCALCULATIE

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

Personeelsmanagement nader becijferd. Begrippenlijst. Karin Potting

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Voorbeeldexamen bij het werkcollege van Management Accounting & Controle

Kostencalculatie niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen 2

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 28 juni 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm

Economische woordenlijst (Kostprijsberekening) door Hendrik Claessens

opgave 1 Hoeveel bedraagt het opslagpercentage voor de indirecte kosten op de directe kosten die samenhangen met de reiskosten?

Kostprijssystemen B C. Siau

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs?

Transcriptie:

7 Kostenverbijzondering (I) V7.8 Speelgoedfabrikant Autoys BV heeft onlangs de Jolls Joyce ontwikkeld: een plastic speelgoedauto voor peuters in de leeftijdscategorie van twee tot vijf jaar. De productie voor 2009 wordt begroot op 80% van de normale productie die Autoys de komende jaren met de Jolls Joyce denkt te kunnen bereiken. De indirecte productiekosten worden voor 2009 geschat op 2.240.000. Na afweging van de voor- en nadelen van de opslagmethode en de kostenplaatsenmethode is de keuze voor het toerekenen van de indirecte kosten aan de kostendragers gevallen op de kostenplaatsenmethode, met toepassing van de step-downmethode. De indirecte kosten worden volgens de hierna weergegeven tabel over de kostenplaatsen verdeeld. Tevens kan uit de tabel worden afgeleid hoe de indirecte kosten worden doorbelast. Bedragen en aantallen in de tabel gelden in de situatie van normale bezetting. Eerstbelaste kosten Doorbelasting huisvesting Doorbelasting energie Normale productie Huisvesting Energie Gieterij Spuiterij Assemblage 250.000 300.000 1.100.000 350.000 400.000 25 m 2 100 m 2 50 m 2 75 m 2 370.000 kwh 160.000 kwh 20.000 uren 12.000 uren 120.000 kwh 26.750 uren a Geef een voordeel en een nadeel van de kostenplaatsenmethode, vergeleken met de opslagmethode. b Bereken het uurtarief van de gieterijafdeling. Enige verdere berekeningen tonen aan dat de uurtarieven voor de Spuiterij- en de Assemblageafdeling respectievelijk 40 en 20 zijn. Voor een Jolls Joyce is standaard nodig: 3 minuten van de gieterijafdeling; 4,5 minuten van de spuiterijafdeling; 6 minuten van de assemblageafdeling; 150 gram materiaal à 25 per kilogram; 2 minuten directe arbeid à 45 per uur. c Bereken de kostprijs van de Jolls Joyce bij toepassing van de bij Autoys gehanteerde kostenplaatsenmethode. V7.9 Kapsalon Fusion is gevestigd in één van de grote steden van Nederland. Wekelijks worden er honderden cliënten, zowel mannen als vrouwen, geknipt door zeer deskundig personeel. Vanwege de omvang van het bedrijf zijn de indirecte kosten aanzienlijk. Het oude stadspand waarin de salon gevestigd is, brengt hoge vermogenskosten met zich mee. Daarnaast is er een gemeenschappelijke kassa, een debiteuren-, een crediteuren- en een loonadministratie. Vanwege het uitgebreide personeelsbestand, waaronder fulltimers maar ook parttimers, is er een afdeling Personeel & Arbeid. Deze afdeling houdt zich bezig met zieke werknemers, met het rekruteren van nieuwe kappers en daaropvolgende sollicitatieprocedures, met Management accounting Internetopgaven 1

faciliteiten voor het personeel en personeelsfeesten en met opleidingen voor specialismen in het kappersvak. Tot nu toe werden alle indirecte kosten via de enkelvoudige opslagmethode toegerekend aan de producten, de kappersbeurten. Van Haren, de eigenaar van de salon, wil onderzoeken of de kostenplaatsenmethode leidt tot nauwkeuriger kostprijzen. De achtergrond van dit onderzoek is, dat de prijzen bij het knippen van de heren onder druk staan. Mocht blijken dat er te veel kosten aan het knippen van heren worden toegerekend, dan kan de prijs hiervan iets omlaag. Bovendien geeft de kostenplaatsenmethode de mogelijkheid de kosten te beheersen. De prijzen van de producten zijn voor een groot deel afgeleid uit de uurtarieven en de tijdnormen die aan de producten zijn gekoppeld. Deze normen zijn tamelijk ruim. Voor knippen staat drie kwartier. In de praktijk is er nauwelijks verschil tussen normtijden en werkelijke tijden. De ruime tijdnorm geeft kappers en kapsters de gelegenheid een praatje te maken met de klant. De directie ziet dit als dé manier van klantenbinding. De indirecte kosten over het afgelopen jaar kunnen als volgt worden ingedeeld in kostenplaatsen en in constant versus variabel (in euro s): 2009 Noordhoff Uitgevers bv Huisvesting & Onderhoud Kas &Administratie Personeel & Arbeid Constant 193.000 81.000 36.000 Variabel 32.000 18.000 108.500 De personeelsafdeling heeft berekend dat het afgelopen jaar in totaal 40 000 uur zijn gewerkt, 28 000 voor de damessalon en 12 000 voor de herensalon. De normale bezetting ligt voor beide afdelingen 12,5% hoger. De directe kosten over afgelopen jaar bedroegen (in euro s): Dames Heren Materiaal en afschrijving (variabel) 44.800 15.000 Directe arbeid (variabel) 910.000 408.000 De kosten van Huisvesting & Onderhoud worden doorbelast op grond van gebruik per vierkante meter. Dit is voor Kas & Administratie 100 m 2, voor Personeel & Arbeid 100 m 2, voor de damessalon 400 m 2 en voor de herensalon 200 m 2. De kosten van Kas & Administratie worden doorbelast op grond van het aantal te verwerken facturen van de dames- en de herensalon. Dit waren er afgelopen jaar respectievelijk 40 000 en 10 000. Normaal zijn het er voor beide salons 12,5% meer. De kosten van Personeel & Arbeid worden doorbelast op grond van het aantal ziekteen opleidingsdagen. Dit zijn er voor de damessalon 240 en voor de herensalon 60. Het betreft hier normale aantallen. De omzet over het afgelopen jaar van de damesafdeling bedroeg 2,5 mln, van de herenafdeling was dat 1,3 mln. a Bereken het tarief per uur volgens de enkelvoudige opslagmethode. b Stel de kostenverdeelstaat op en bereken de uurtarieven voor de dames- en de herensalon. c Wat verandert de nieuwe kostprijsberekeningsmethode aan het resultaat van afgelopen jaar? d Bereken het resultaat over het afgelopen jaar van de dames- en de herensalon volgens de oude en volgens de nieuwe kostprijsberekening. Houd bij de nieuwe methode geen rekening met eventuele bezettingsresultaten op hulpkostenplaatsen. e Wat verandert er in de berekeningen bij vraag d als wel rekening wordt gehouden met bezettingsresultaten op hulpkostenplaatsen? Management accounting Internetopgaven 2

f Wat moet de directie met de nieuwe kostprijsberekeningsmethode doen, wil zij de winst voor komend jaar positief beïnvloeden? V7.10 Antilope BV is een fabrikant van fietsen. Het bedrijf vervaardigt twee modellen: een soepelrijdende stadsfiets, voorzien van drie versnellingen, trommelremmen en een afneembaar boodschapmandje en een wat meer sportieve recreatiefiets met tien versnellingen en veel accessoires. Er zijn twee productielijnen. Productielijn 1 wordt uitsluitend gebruikt voor de fabricage van de stadsfiets, productielijn 2 uitsluitend voor de recreatiefiets. Antilope hanteert voor de toerekening van de kosten aan de eindproducten de kostenplaatsenmethode, waarbij wordt uitgegaan van de step-downmethode. Hiertoe worden drie hulpkostenplaatsen (Huisvesting, Management en Magazijn) en twee hoofdkostenplaatsen (Productie en Verkoop) onderscheiden. De directe kosten per gefabriceerde fiets zijn als volgt: Stadsfiets Recreatiefiets Materialen 100 200 Afschrijving c.q. onderhoud productielijn - 50-150 Loon productiemedewerkers - 100-150 250 500 De indirecte kosten die per jaar bij een normale productie van 4 000 stadsfietsen en 2 000 recreatiefietsen 2 mln bedragen worden als volgt over de kostenplaatsen verdeeld: Huisvesting 300.000 Management - 500.000 Magazijn - 500.000 Productie - nihil Verkoop - 700.000 2.000.000 Antilope gebruikt de volgende verdeelsleutels om de kosten van de hulpkostenplaatsen toe te rekenen aan de andere kostenplaatsen. Als verdeelsleutel voor huisvesting geldt het vloeroppervlak waarvan de andere kostenplaatsen gebruikmaken. De plattegrond van het bedrijfspand ziet u in de volgende figuur. Management accounting Internetopgaven 3

Plattegrond bedrijfspand Antilope BV 100 m Magazijn 30 m Productie 150 m Lijn 1 Lijn 2 75 m Verkoop Management 45 m 65 m 35 m Voor het management is gekozen voor een verdeling op basis van het aantal medewerkers per kostenplaats. Het personeelsbestand is als volgt: Magazijn: 5 medewerkers; Productie: 15 medewerkers; Verkoop: 5 medewerkers. Het magazijn verricht vooral prestaties ten behoeve van de productie (uitleveren van materiaal), maar ook wel ten behoeve van verkoop (bijvoorbeeld losse onderdelen wegens garantieverplichtingen). Als verdeelsleutel wordt het aantal uitgeleverde onderdelen genomen dat zich voor productie respectievelijk verkoop verhoudt als 9:1. a Bereken de doorbelastingen van Huisvesting, Management en Magazijn aan de andere kostenplaatsen. Geef tevens in een tabel de gehele toerekening aan de hoofdkostenplaatsen Productie en Verkoop weer. De directeur van Antilope vraagt zich af na het lezen van een artikel van een wetenschapper over het toerekenen van indirecte kosten of de gehanteerde variant van de kostenplaatsenmethode wel leidt tot juiste kostprijzen. Hij is van mening dat de diensten die het magazijn voor het management verricht (zoals het in het magazijn bewaren van kantoorartikelen), in de beschouwing moeten worden betrokken. b Beantwoord vraag a nogmaals, maar houd hierbij rekening met de volgende verdeling van de diensten van het magazijn (de overige gegevens blijven gelijk): 10%aan het management; 81%aan de productie; 9%aan de verkoop. De directeur legt zijn ideeën voor aan de huisaccountant van Antilope. Die is echter niet zo gecharmeerd van de verfijningen die de directeur wil doorvoeren: hij wijst erop dat indien er rekening wordt gehouden met wederkerige leveringen ook de dienstverlening van het management aan huisvesting in de beschouwingen zou moeten worden betrokken; zo stopt de directie bijvoorbeeld ook wel eens tijd in overleg met een schildersbedrijf over onderhoud van het bedrijfspand. Omdat de berekeningen dan te complex worden, pleit de huisaccountant ervoor om helemaal geen rekening te houden met doorbelastingen tussen de hulpkostenplaatsen onderling, maar de op de hulpkosten verzamelde indirecte kosten direct door te belasten naar de hoofdkostenplaatsen. Management accounting Internetopgaven 4

c Beantwoord vraag a nogmaals, maar nu volgens de methode die de huisaccountant voorstaat. d Geef in een beschouwing aan welke van de bij vraag a, b en c gehanteerde methoden de voorkeur verdient. Na uitvoerig overleg wordt besloten om de gulden middenweg tussen eenvoud en complexiteit te kiezen en de step-downmethode te handhaven. e Bereken de kostprijs van de stadsfiets en die van de recreatiefiets bij toepassing van de step-downmethode, als nog gegeven is dat de toerekening van de indirecte kosten van de hoofdkostenplaatsen aan de stadsfiets en de recreatiefiets is gebaseerd op de tijd die productie en verkoop in beslag nemen, waarbij: voor de productie geldt dat de twee productielijnen (één voor elk soort fiets) normaliter de gehele productietijd bezet zijn; de totale indirecte productiekosten worden dan ook fiftyfifty toegerekend aan de stadsfiets en de recreatiefiets; de verkoop van de wat ingewikkelder en duurdere recreatiefiets gemiddeld 25% meer tijd vergt dan van de stadsfiets. V7.11 Activity BV is een kleine meubelfabriek; zij maakt twee soorten kasten met behulp van dezelfde machines en productiemethoden. Het betreft de Kasten Klein Formaat (KKF) en Kasten Groot Formaat (KGF). De volgende informatie over beide producten is voorhanden: KKF: grondstof: 1 meubelplaat à 100 arbeid: 1 uur à 50 machinetijd: 1 uur à 150 KGF: grondstof: 3 meubelplaten à 100 arbeid: 3 uur à 50 machinetijd: 3 uur à 150 De afzet, die gelijk is aan de productie, bedraagt zowel voor KKF als voor KGF 20 eenheden per periode. De indirecte kosten bedragen per periode 28.000, die als volgt gespecificeerd kunnen worden: instellingen van de machine 5.000; bestellingen 3.000; transport 1.000; administratie 19.000. a Wat wordt bij het toerekenen van indirecte kosten aan kostendragers verstaan onder een volumegerelateerde maatstaf? b Bereken de kostprijzen van KKF en KGF, indien de indirecte kosten worden verdeeld op basis van de verhouding van de verbruikte arbeidsuren. Met betrekking tot het gebruik van eenheden indirecte kosten kan de volgende indeling per product worden gemaakt: Management accounting Internetopgaven 5

KKF KGF Instellingen 1 1 Bestellingen 1,5 1,5 Transport 1 1 Administratie 2 2 c Hoeveel bedragen volgens de methode van activity based costing de kosten per eenheid cost driver? d Bereken volgens de methode van activity based costing de kostprijzen van KKF en KGF. Management accounting Internetopgaven 6